ALS U DANSEN WILT LEEREN
H. KWEKKEBOOM - NIEUWE GRACHT 08 - Tel. 13525
Microscopische kleurenfilms.
Litteraire Kantteekeningen.
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1940
H A A R TJ E M'S D A G B E A D
De cultureele taak der cinematografie.
De Ufa Cultuurfilm-afdeeling heeft voor het
seizoen '40/'41 weer tal van interessante plannen,
waarvan er reeds verscheidene uitgewerkt zijn. De
beide belangrijkste productiegroepen der cultuur
film-afdeeling, respectievelijk onder leiding van
dr. Nicholas Kaufmann en van dr. Ulrich K. T.
Schulz, hebben reeds een ontzag afdwingende
massa werk verzet. Een der belangrijkste
nouveauté's zal zijn:de cultuurfilm in kleuren.
De bekende „cameravrouw" der microscopische
films, Herta Jülich zal in een film: „Strooptochten
met micro-kleurencamera" tal van dingen, die in
zwart-wit fotografie verloren gaan, naar voren
brengen, waardoor de toch al zoo interessante mi
croscopische film nog aan waarde zal winnen. Met
de kleurencamera wordt vérder vastgelegd: „Das
grüne Herz Deutschlands", speciaal gewijd aan
Thüringen en een film, waarin oude tuinbouw-
kunst wordt getoond: „Lustgarten aus galanter
Zeit". Natuurlijk zullen ook weer de noodige films
gewijd zijn aan planten en dieren. Wij noemen
daarvan: „Planten en dieren als helpers in het vier-
jaren-plan", „Planten en dieren als weerprofeten",
waarin behandeld wordt, hoe dieren en planten
reageeren op komende weersveranderingen „Het
leven der kreeften", van de geboorte tot den dood,
een film over „Bisons", waarin ook het opfokken
van deze dieren beschouwd wordt.
Meer naar den wetenschappelijlcen kant zijn:
„Radium", een zeer interessant filmpje over het
ontstaan en het gebruik van dit kostbare element,
dat al zeer binnenkort in ons land vertoond zal
worden, „Windige Probleme", die deels ook van
luchtvaartkundig standpunt bekeken worden
en „Een millioenste seconde", verband houdende
met de mogelijkheden om tijden te meten tot op
een millioenste seconde nauwkeurig. „Das Wun-
derkorn" is gewijd aan de wonderen van koren en
graan en zeer interessant belooft ook „Aardbevingen
en vulkanen" te worden, dat in samenwerking met
het Instituut voor Bestudeering van Aarbevingen
te Jena wordt vervaardigd.
Hygiënische en paedagogische wenken zijn vast
gelegd in een „Kinderfilm" van Wolf Hart en de
beroemde cineast Walter Ruttman is bezig met
een film, gewijd aan de „Kankerbestrijding". Deze
film is tevens gericht tegen de kwakzalverij op
dit gebied. Een volgende film van Ruttman zal
„Bijgeloof" als onderwerp hebben en hierin trekt
hij te velde tegen waarzeggerij en helderziendheid.
Aan het Duitsche landschap en aan verschillende
steden zijn ook thans weer enkele films gewijd, o.a.
aan Keulen en Praag en aan het Adolf Hitler Ka
naal en zijn beteekenis voor de industriegebieden
van Opper Silezië.
Voorts noemen wij nog: „Petroleum", waarin de
oude en moderne methoden van oliewinning in
Roemenië in beeld worden gebracht, enkele korte
films van de Fanck-expeditïe naar China en
Mandsjoerije, een documentaire getiteld: „Het ijs
breekt", een sportieve film over de kunst van
het schaatsenrijden, iets over „Nieuwe Duitsche
plastiek" en een paar sportfilms. De lange reeks is
daarmee nog niet ten einde. Aangezien de Ufa in
Anny Ondra vraagf
scheiding op korten termijn.
Anny Ondra en Paul Hörbiger spelen in deze
vlotte amusementsfilm de hoofdrollen en ze zijn als
partners aan elkaar gewaagd.
Paul Hörbiger speelt de rol van Tony Bernhof,
een componist, die al zijn geld verspeelt en die ook
meer drinkt dan goed voor hem is. Alice Bernhof,
Zijn vrouw is de wanhoop nabij, hoe ze haar man
dit moet afleeren en haar advocaat ensceneert een
amouretje met Anny Strom, een assistente van een
goochelaar, om een motief voor een scheiding te
hebben. Tony Bernhof
en Anny Strom gaan
samen naar een berg-
hötel;
Luxor
De advocaat stuur hen
een fotograaf achterna om hen te bespionneeren en
te fotografeeren. Tenslotte wordt de heele geschie
denis tot aller tevredenheid opgelost en Tony en
Alice vinden elkaar terug.
Anny Ondra speelt de rol van Anny Strom heel
guitig en met veel verve. Paul Hörbiger is een
charmante, onhandige componist, die met de vreem
de situaties waarin hij betrokken wordt af en toe
geen raad weet.
De humor ontbreekt geenszins in deze film.
„Scheiding op korten termijn" werd gerigisseerd
door Carl Lamac en de muziek is van Jara Benes.
In het voorprogramma de Luxor-Revue, een in
teressante film, getiteld „Littoria" over het Ita-
liaansche Zuiderzeewerk en een filmpje „Dein ist
mein Herz" waarin fragmenten uit het leven van
Schubert zijn verfilmd.
Rembrandt
Een origineele en aardige film.
Een zeer origineele intrige, uitgewerkt tot een
alleraardigste en vlotte geschiedenis, bevat de film
„De verdwenen minnaar". Het scenario is bepaald
een verrassing, een bijzondei-e vondst te noemen.
Wij zien de opvoering van een ietwat afgezaag too-
neelstuk, waarbij voor den zooveelsten keer de drie
hoeksverhouding op de planken wordt uitgemeten.
De minnaar, die door den man betrapt wordt, blijkt
echter uit de kast, waarin hij zich verstopt heeft,
verdwenen te zijn! Het
tooneelstuk wordt afge
broken en uitgesteld,
maar dan begint de
echte comedie pas, en
het publiek in de zaal
(in de film) heeft er geen spijt van dat het zoo
loopt, en het publiek in de bioscoop evenmin. Nie
mand mag de zaal verlaten, en de werkelijkheid,
welke vervolgens, met den commissaris van politie
in de hoofdrol, ten tooneele wordt gevoerd, blijkt
zoo boeiend en vermakelijk dat men zich verder
kostelijk amuseert. Theo Lingen speelt de hoofdrol,
en hij is voortreffelijk. Paul Kemp heeft een komi
sche rol als tooneelknecht en hij zorgt voor vele
aardige momenten. De minnaar verdwijnt, voor dat
hij het tooneel opgaat weigert hij om zijn revolver
na te laten kijken (want de tooneelknecht heeft de
verplichting deze na te zien) en toont hij zich zeer
nerveus, de souffleuse heeft den minnaar in zijn
kleedkamer hooren ruzie maken, de cassière blijkt
verdwenen, en de commissaris van politie wordt
door een onbekenden man opgebeld, die hem waar
schuwt dat er dezen avond wat gaat gebeuren in
den Stadsschouwburg. Inderdaad, er gebeurt wat!
We zullen u ook maar niet het minst omtrent de ont
knooping verklappen, doch wij willen een ieder,
die van een aardige origineele film houdt zeggen:
verzuimt deze gelegenheid niet. Het komt werkelijk
zelden voor dat men zoo'n origineel en daarbij
aardig uitgewerkt gegeven op het witte doek ziet. In
het voorprogramma nieuws, en een cultureele film.
het komende seizoen in-ons land minstens 60 cul
tuurfilms (o.a. ook van Terra) ter vertooning zal
brengen, staat ons in dit opzicht heel wat schoons
en leerrijks te wachten. Het stemt in elk geval ver
heugend, dat vrijwel alle Nederlandsche bioscopen
veel meer dan vroeger het geval was, tot het
vertoonen van cultuurfilms zullen overgaan en het
is voor de menschen, die hun wetenschap, hun tijd,
vaardigheid en geduld aan dit filmwerk gegeven
hebben geen geringe voldoening, dat hun streven
om tal van problemen in populair-filmischen vorm
te behandelen meer en meer instemming en waar
deering begint te vinden. Zij hebben bovendien
laten zien, dat het mogelijk is om in tal van
„wetenschappelijke" onderwerpen door te drin
gen, zonder te vervallen in droge schoolmeésterij.
De Ufa mag op deze cultuurfilm-afdeeling terecht
trotsch zijn.
Korf gesprek mef Heinz Rühmann
Het is volstrekt geen toeval dat Heinz Rühmann
in zijn nieuwe film „Kleeren maken den man" ge
regisseerd wordt door Helmut Kautner, want beide
kunstenaars kennen elkaar nog uit hun tooneel-
loopbaan. Ook thans nog stemmen beider kunst
opvattingen overeen.
Als we de studio's binnentreden vinden we
Rühmann stil en bescheiden ergens in een hoekje
teruggetrokken om van een korte opnamepauze
te genieten. Erg meedeelzaam is hij niet. Het ligt
hem heelemaal ndet om aan zichzelf of zijn werk
veel woorden te verspillen. Toch is slechts één
woord voldoende om hem uit zijn ten te lokken.
Zoodra hebben we het niet over „komisch" of
„komiek" of Heinz veert op.
„Dit verhaal van Keiler heb ik juist uitgekozen
om nu eens 'n keer niet „komisch" te moeten zijn.
Het is mijn pech (of mijn geluk) dat ik reeds
in het begin van mijn loopbaan als tooneelspeler in
het komische vaarwater raakte. Nu is het natuur
lijk niet direct de bedoeling treurspelen te ver
tolken, maar menschelijke geloofwaardige figuren
beeld ik toch liever uit dan figuren, wier levens
uitingen van situaties afhangen. Echt menschelijke
gestalten hoeven heelemaal niet ernstig of somber
te zijn. Maar humor moet uit het hart komen.
De kleermaker Wenzel in „Kleeren maken den
man" is een romanticus, een idealist, die bijna aan
de nuchtere rauwe werkelijkheid ten gronde gaat.
Daarnaast is hij geen zwakkeling of opschepper,
die met goedkoope leugens vooruit wil komen. In
tegendeel. Hij legt er steeds den nadruk op, dat hij
géén graaf is. Als zijn gedachten niet plotseling,
door de ontkiemende liefde voor de bekoorlijke
Nettchen, zouden worden afgeleid van de rol, die
hij gedwongen is te spelen, had hij al lang aan de
heele, aan oplichterij grenzende, comedie een ein
de gemaakt. Hij zou het voor den burgemeester
bestemde, en door hem zelf gebruikte pak al lang
weer uitgedaan hebben en vol berouw op den
kleermakersstoel zijn teruggekeerd. Maar de liefde
is toch het meest romantische op aarde".
„Als u zooveel gevoel voor romantiek heeft, is
dan de wensch om kunstenaar te worden, al niet
heel vroeg bij u ontwaakt?"
„Eigenlijk niet. Wel is waar heb ik op school
vaak en met het grootste plezier mijn leeraren ge
ïmiteerd, maar dat hebben duizenden gedaan, zon
der later tooneelspeler te worden. Het was inte
gendeel mijn bedoeling technicus te worden.
Op auto's en het mecaniek daarvan had ik het be
grepen, ook op vliegtuigen. Als jongen knutselde
ik al zweefmodellen. Eerst later heb ik me ook met
het practische 6portvliegen bezig gehouden, maar
is die belangstelling voor de moderne techniek ook
niet een beetje romantiek?
Zarah Leander's nieuwe film.
Zarah Leander is dezer dagen van haar welver
diende vacantie, na de opnamen van „Das Herz der
Königin", uit Zweden teruggekeerd en zij zal, na
dat ze nog eenigen tijd in Venetië vertoefd heeft
om de Biennale bij te wonen, beginnen aan haar
nieuwste film „Der Weg ins Freie", welke ge
maakt zal worden onder productieleiding van Prof.
Carl Froelich en onder regie van een van diens
begaafdste leerlingen Rolf Hansen. Het verhaal
speelt zich af omstreeks het midden van de vorige
eeuw en behandelt de groote liefde van een gevier
de opera-zangeres, die na een langdurige scheiding
haar geliefden mam terug vindt aan de zijde van een
zeer jonge, onschuldige vrouw. Moet zij dit geluk
verstoren om haar eigen eischen aan het leven en
de liefde door te zetten? In de grootte vam het of
fer toont zij de grootheid van haar liefde. Zij doet
afstand en zoekt „Der Weg ins Freie". Use Werner
en Hans Stüwe (Zarah Leander's partner in „Es
war eine rauschende Ballnacht") spelen de beide
andere rollen in de film.
„DE BOEMELBARON" KOMT IN HET
REMBRANDT-THEATER.
Vijftigjarig jubileum van
Piet Kohier.
Zooals reeds gemeld geeft de Nederlandsche
Operette in de week van 13 tot en met 19 Septem
ber a.s. een serie voorstellingen van „De Boemel
baron" in het Rembrandt-Theater te Haarlem.
Deze vlotte operette, met de overbekende muziek
van Walter Kollo, heeft nog niets vam haar frisch-
heid en glans verloren. Behalve Piet Kohier, in zijn
creatie van „Droogkeeltje", treden op, de dames:
Jo Remi, Cor Smit, Clairette Hammé, Tini Visser
en de heeren: Jan Kiveron, Kees van Dam, Frans
Bogaert, Kalman Knaack, Pedro Beukman en ver
der een groot koor. Het orkest staat order leiding
van Julius Susan. De regie is in handen van Piet
Kohier. Nieuwe décors van gebr. Beyne, costumes
van de firma Serné en uit eigen ateliers.
De eerste voorstelling, op Vrijdag 15 September
zal een feestelijk karakter dragen, ter viering van
het 50-jarig tooneeljubileum van Piet Kohier.
Gigli zingt wederom
het moederlied.
Een film waarin Benjamino Gigli optreedt, is
natuurlijk voor het grootste deel gewijd aan
de zang, een kunst waarin Gigli uitblinkt. Z'n
prachtige stem doet vele tekortkomingen in spel,
enz. vergeven en vergeten. Het is altijd weer een
genot naar dat mooie geluid te luisteren. In Maria
Cebotari heeft hij een uitstekende partner. De
namen Hans Moser Peter Bosse zijn voor zich
zelf sprekende reclames voor een film.
Het drama van „Moederlied" speelt zich af in
de zangerswereld. Het echtpaar Vanni (Maria Ce
botari en Gigli) vormen met het zoontje van Ma
ria (Peter Bosse) en oompje (Hans Moser) een
gelukkig gezien, waar
de grootste harmonie
heerscht. Vanni houdt
van het zoontje van z'n
vrouw, alsof het z'n
eigen kind was. Door een toeval kömt de vroegere
verloofde van mevrouw Vanni weer in hun leven.
Deze raakt weer onder de bekoring van mevrouw
Vanni en tracht haar weer voor zich te winnen,
terwijl zij, niet dan minachting voor hem heeft. Hij
tracht dan chantage te plegen en dreigt haar
man alles te vertellen. Ze wil een laatste beroep op
hem doen en besluit in geval van mislukking, zich-
zelve van het leven te berooven met haar revolver.
Na een scène met hem in haar kleedkamer, wordt
hij doodgeschoten gevonden en wordt zij als de
moordenares in de gevangenis geworpen. Zij is
evenwel onschuldig en pas aan het eind van de
film. geeft de ware schuldige zich aan, waarna het
blijde terugkeeren in haar huis bij man, kind en
oom plaats heeft.
Frans Hals
Hans Moser speelt weer ongewoon goed, hij is
zoo waar en echt, je gelóóft in zijn type. De kleine
Peter Bosse als het zoontje verbaast door z'n
knappe vertolking, hij heeft zich geheel en al in
z'n rol ingeleefd, zoodat het dikwijls geen spel
meer lijkt.
in prettige en beschaafde omgeving, dan kunt U bij Uw kennissen
informeeren, wat hun ervaring is geweest en we twijfelen bij
voorbaat niet aan de uitspraak. De naam
biedt U voldoende waarborg, dat het DANSEN U tot in de
perfectie onderwezen zal worden.
VRAAGT PROSPECTUS Spreekuren van 7 tof 9 uur n.m.
N.B. Als alles vroeger gesloten*wordt in de a.s. winter, kunnen ook de
lesuren, vermeld in 't prospectus, vervroegd worden.
(Adv. Ingez. Med.)
Cinema
Een detective geschiedenis.
Als een boekhouder kans ziet van twaalf ver
schillende ondernemingen elk honderdduizend
mark los te krijgen, onder meer dan één naam
leefde, en al jaren lang zich voorbereid heeft om
eenmaal, na den slag van 1.200.000 R.M. te heb
ben geslagen, te verdwijnen, het zal ieder duide
lijk zijn, dat men met een geraffineerd misdadi
ger te doen heeft. Hij is voor een detective-film
één der onmisbare ingrediënten: een ander deel is
de politieman die alle raadselachtigheden moet
ontsluieren en alle
slinksheden ontdekken.
Een juiste menging
van die beide kan en
kele kwartieren span
ning en ontspanning brengen. Daarin is de ver
vaardiger van „De man met de twee gezichten"
stellig geslaagd. De maatregelen, welke de boek
houder heeft genomen, om na zijn misdaad te kun
nen verdwijnen zijn uitstekend bedacht, doch na
tuurlijk is er door hem een fout gemaakt. Die fout
is oorzaak, dat een lange jacht wordt ontketend,
welke natuurlijk in het voordeel van den politie
man eindigt. Hem wordt dit succes van harte ge
gund vanwege zijn vlotte optreden, dat hem ook
nog het hart doet veroveren van een aardig meisje,
een stiefzuster van den boekhouder, dat in deze
zaak zijn levensweg kruist.
In deze film is van de mogelijkheden welke het
genre biedt een goed gebruik gemaakt, zoodat een
spannende rolprent voor onze oog'en wordt afge
draaid.
In het voor-programma komt een aardig filmpje
van Donald Duck voor, die als ijshockey-kampioem
zulke verbazingwekkende dingen doet, dat ieder er
zich bijzonder hartelijk mee vermaakt.
PERSONALIA.
Mej. Kitty Winkel, leerares Lïch. Opvoeding
M.O. te Amsterdam, is aangesteld aan Jules
Kammeijer's „Gymnasion" te Heemstede om
leiding te geven aan de afdeelingen kinder- en
kleutergymnastiek.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO-CENTRALE
op Zondag 8 September 1940.
Programma I Jaarsveld. Van 10,30 n.m.11.30
n.m. Gram. platenconcert voor de Radio-Distri-'
butie.
Progr. II Kootwijk.
Progr. III Duitsch station.
Progr. V Idem.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO-CENTRALE
op Maandag 9 September 1940.
Programma I Jaarsveld. Van 10.30 n.m.11.30
n.m. Gram. platenconcert voor de Radio-Distri
butie.
Progr. II Kootwijk.
Progr. III Duitsch station.
Progr. V Idem.
7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert.
Solistenparade.
1. With sword and lance, Sons of the brave,
Victor Sterling, xylophone, 2 Sel. Broadway Me
lody 1938, Sel. Singing Marine, Reginald Foort,
orgel, 3 Liebesfreud v. Kreisler, Liebesleid v.
Kreisler, Vasa Prihoda, viool, 4 Heimwee, Max
Polak, cello, 5 Caprice viennois, Ritual Fire Dance
Larry Adler, mondharmonica, 6 Rose Marie Selec
tion, Sel. The town talks, P. Rossborough, piano,
7 Estrellita, Villanella, Erna Sack, sopraan, 8 Com-
munityland, Musical Comedy Waltz Selection, Edna
Cecil, accordeon, 9 Add a little wiggle, I'll never
be the same, Ed. Lang, guitaar, 10 Mouth organ
tit bits, New Colonial March, James Andrews,
mondorgel.
Ed. Hoornik. Tafelronde, Rijswijk,
A. A. M. Stols.
Het ontbreekt den laatsten tijd niet aan studies
over oudere en jonge dichters, die, tot bundels ver-
eenigd, er toe kunnen bijdragen de belangstelling
voor de levende Hollandsche verskunst te wekken
en in wel bezonnen banen te leiden. Hadden wij
eenige weken geleden hier Aritonie Donker's Hanni
bal over den Helicon aan te kondigen, thans ligt, in
een keurig boekje, de herdruk voor ons van een
veertiental studies, door Ed. Hoornik in een vorig
jaar in Groot Nederland geplaatst.
Een tweede geval dus, waarin de these, dat criti-
sche arbeid zich bezwaarlijk met scheppenden
laat vereenigen, schijnbaar gelogenstraft wordt.
In beide gevallen echter staan de critiseerende
dichters zoozeer verweven met en sympathiek
tegenover hun materie, dat de kans groot blijft dal
zij daarover, meer dan een neutraal buitenstaander,
iets van wezenlijk belang te zeggen hebben, waar
mee de lezer gebaat en de besproken dichter hem
nader gebracht wordt.
De snelheid, waarmede in de dichtkunst „gene
raties" ontstaan en elkaar opvolgen kan op zoo'n
buitenstaander wel eens een wonderlijken indruk
maken en hij zal mischien liever die soort schifting
aan Vadertje Tijd overlaten dan te aanvaarden dat
dichtkunst, evenals wijn, per oogstjaar geclassifi
ceerd wordt. Een onschuldig spel overigens, dat
nooit zal verhinderen dat uit iedere „generatie"
toch per slot het beste, het persoonlijkste kan over
winteren.
De nieuwe generatie, waarover Hoornik's studies
loopen en waartoe hijzelf eveneens behoort, kwam
in 1939 aan het woord. Vermoedelijk is deze dus de
jongste generatie en het zou van weinig zelfvertrou
wen getuigen zoo de criticus haar reeds niet be
langrijk vond. Belangrijke figuren als Bertus Aafjes,
Lehmann en Vasalis kon hij slechts terloops noemen
omdat hun verzen verleden jaar nog niet gebundeld
waren. Een achterstand, die weer en wind dienende,
spoedig genoeg kan worden ingehaald.
En dan vereenigt Hoornik dertien gasten om zijn
ronde tafel, hetgeen een onprettig getal is voor
ouderwetsche lieden. Twaalf jongere poëten met als
eeregast den dichter Pierre Kemp, die tot een
„vorige generatie behoort. Zijn gebundeld werk ver
scheen pas in 1938. Het essay over hem wordt gevolgd
door een over den Vlaming Maurice Gilliams, die
met zijn „Elias, of het gevecht met de nachtegalen"
reeds lang geleden als prezaïst ook in Noord-
Nederland, opgang maakte en wiens gedichten hier
door Hoornik besproken worden. Vijf zijner disch-
genooten zullen den tijdschriftenlezers niet vreemd
zijn, vaak immers ontmoette men Gerrit Achter
berg Mok, van Hattum, Van der Steen en Den Bra
bander; voor zes nieuw aangekomenen op den berg
der Muzen mogen deze studies een introductie zijn:
H. A. Gomperts, A. Morrien, Robert Franquinet, R.
van Lier, A. Har ja en Theo van Baaren.
Het bezit van deze gebundelde studies zal den
dichtlievenden lezer een genoegen en hem hopelijk
aanleiding geven, met het werk der dichters zelf
nadere kennis aan te knoopen. Wat hem in het bij
zonder bij de lezing van Tafelronde n oet opgeval
len zijn is het bij Hoornik telkens voorkomen van
een gevoelde overeenstemming tusschen de emoties,
door dichtkunst en schilderkunst opgewekt. Zoo
vindt hij in de fantasie van Van Hattum correlaties
met figuren uit de schilderijen van Jeroen Bosch;
Pierre Kemp kijks ons aan met de „droomoogen"
van de kinderen van Jan Sluyters; in andere ge
dichten krijgt men associaties met schilderijen van
Willink of Van Melle; en zijn gedicht „Zomergroen
ten" „brandt als een schilderij van Permeke". Het
vers van Gilliams ontstaat en ontwikkelt zich als in
de teekeningen van.... Spier. De verzen van Mok,
waarin hij het landschap oproept, doen Hoornik
afwisselend aan Permeke en aan Ruysdael denken,
terwijl in het gedicht „Schilderij" van Adriaan
Morrien doeken van Willink en Hynckes te herken
nen zijn.
Het ontstaan van dergelijke associaties bij den
fijnproever van schilder- en dichtkunst is zonder
twijfel niet van belang ontblqot, doch lijkt op echt
heid moeilijk te toetsen. Een te veelvuldige ver
melding zal het bezwaar eener te gemakkelijke
imitatie in zich bergen.
Uren met Bergson. Hollandia
Drukkerij, Baarn.
Ook voor den niet wijsgeerig geschoolden lezer
zal deze kleine verzameling verhandelingen van den
meest besproken filosoof van het huidige Frankrijk
een zij het inspannende ontspanning kunnen
zijn. Want Bergson, de thans tachtigjarige, was ook
door zijn stijl, zijn taal en zijn heldere voordracht
steeds beroemd en de vertaalster mej. Helena Pos
heeft die klaarheid in ieder geval in haar Holland
sche overzetting weten te bewaren. Prof. Dr. A. A.
H. Pos schreef voor die bloemlezing uit Bergson's
voornaamste geschriften 'n inleiding, die de betee
kenis van den denker bloot legt, zijn invloed op de
hedendaagsche filosophie aanduidt en ook de tegen
werpingen die er op afgevuurd zijn, vermeldt.
Om volledig van deze uitgaaf te genieten is een
zekere training in wijsgeerig denken en zich uiten
wel vereischt. Doch juist door de klaarheid en be
trekkelijke eenvoud van Bergson's taal, als men
eenmaal .aan de philosophische terminologie een
weinig gewend geraakt is, wordt de lectuur van
deze bladzijden een verfijnd genot, ook voor wie
zich geen filosoof van professie gevoelt.
Wat deze moderne denker over verstand en in
tuïtie en beider rol in een scheppingsdaad ten beste
geeft, wat hij vertelt over zijn inzichten in het
droomleven en de daarmee samenhangende voor
stellingen van de realiteit, het is alles zeer boeiend
gezegd of geschreven en kan ook den leek in de
wijsbegeerte volkomen duidelijk zijn.
Prof. Pos vestigt er in zijn inleiding de aandacht
op dat op de Fransche lycea ook de philosophie
onderwezen wordt. Bergson is zijn carrière als
docent aan het beroemde Lycee Henri IV begonnen.
Doch zijn roem nam pas een aanvang toen hij, pro
fessor aan het Collége de France geworden, door
zijn welsprekendheid een groote menigte toehoor
ders naar zijn collegezaal trok en zijn naam zich
verder door zijn publicaties ver buiten Frankrijk
verbreidde. Zijn invloed op het Europeesch denken
is in ieder geval zeer groot geweest.
J. H. DE BOIS.
Huntelaar's Woninginrichting.
Vrijdagmiddag is in perceel Zijlweg 52 te
Haarlem Huntelaar's Woninginrichting' geopend.
Wie dit ruime perceel met zijn drie toonkamers
binnenkomt, krijgt al gauw de gewaarwording
dat de inrichting is geschied door een man, die over
veel goeden smaak en vakkennis beschikt. En dat is
dan ook zoo, want de heer Huntelaar was vroe
ger medewerker aan de bekende meubelfabriek
L. O. V. te Oosterbeek. Toen die fabriek vijf jaar
geleden werd stopgezet, heeft de heer Huntelaar
de zaken voortgezet. Hij is binnenhuis-architect
en leeraar in het Nijverheidsonderwijs. De Haar
lemmers, die hier een keus komen doen. kunnen
er dan ook van overtuigd zijn, dat ze op een des
kundige wijze worden geholpen en waardevolle
adviezen zullen ontvangen. Zij kunnen trouwens
onmiddellijk in deze drie toonkamers, die door
den heer Huntelaar op kunstzinnige wijze zijn
ingericht, een en ander van hun gading vinden
op het gebied van glaswerk uit Leerdam, aarde
werk van de bekende fabriek Groeneveld te Voor
schoten en meubelen. Elk gewenscht meubelstuk
wordt door hem op teekening geleverd en in elk
genre. Aan de zaak is ook een reparatie-inrich
ting verbonden, W9,ar alles vakkundig gerepa
reerd wordt.
We wenschen den heer Huntelaar, die voor een
mooi magazijn op dezen drukken verkeersweg
gezorgd heeft, veel succes toe.
Op bon van uw dokter.
(Adv. Ingez Med.)
HEDERA HELIX. KLIMOP.
Zeker zal niemand een klimop planten orn
van den bloei te genieten. We bedekken er een
onaanzienlijke schutting mee, of een muurtje i
de binnenplaats. Steeds is hét de bedoeling om iets,
dat kaal en leelijk is, vroolijker en levender
maken, door een gezellige, steeds groene, be
groeiing.
Dat is immers het voordeel van klimop boven
wilden wingerd. Ongetwijfeld is het wingerblad
fijner en sierlijker dan dat van de klimop en ook
de begroeiing in haar geheel is minder dicht en
plaatsinnemend, dan een welige klimopplant. Maar
terwijl de wingerd, ma ons van de prachtige roode
herfsttinten te hebben laten genieten, één voor
één die mooi gekleurde sierlijke blaadjes laat val
len en weg laat dwarrelen, in den herfstwind, zorgt
onze klimop ook in den winter trouw voor een
groene bekleeding van den achtergrond, waarlangs
hij omhoog klimt.
En dat is zonder twijfel de bedoeling van de
klimopplant, of liever gezegd de bedoeling, die wij
er mee hadden, toen we haar hebben geplant.
Toch is het. aardig om in de Septembermaand
eens uit te kijken of er geen bloemen aan komen.
Het zijn kleine, groengele bloempjes, die in
schermen bijeen staan. Na den bloei komen er
vruchtjes aan, die eerst groen zijn en, wanneer
we ze niet verwijderen, in het voorjaar zwart (soms
ook geel) van kleur zijn.
Het is ook aardig om er op te letten, dat de
bladeren aan de bloemdragende takken een ander
model hebben dan aan de overige takken.
Het gewone klimopblad is meestal drie- of vijf-
lobbig. de eene variëteit heeft spitsere lobben dan
de andere en ook de insnijdingen tusschen de lob
ben kan verschillend groot zijn. Maar alle zijn ze
min of meer gelobd.
De blaadjes van de bloemdragende twijgen ver
toonen nu weer meer den vorm van de allereerste
bladeren, die het jonge klimopplantje aLs zaailing
droeg. Ze zijn ongedeeld en hebben een spitsen top.
Hedra Helix hibernica is de meest aangeplante
variëteit. Ze groeit snel en heeft mooie groote bla
deren.
Er zijn ook enkele goudbonte en zilverbonte va
riëteiten, met gevlekte, gestreepte of lichtgerande
bladeren.
Mooi bont is ook een variëteit van een andere
soort, Hedera colchica dentata aurea, waarvan de
groote, lichtgroene bladeren breede goudgele ran
den hebben.
Zooals gezegd, de 'bloem van de klimop is geen
opvallende schoonheid, het is alleen aardig om al
onze tuinbewoners in hun bloeistadium te bekij
ken.
A. J. D.