ALS U DANSEN WILT LEEREN H. KWEKKEBOOM - NIEUWE GRACHT 08 - Tel. 13525 Microscopische kleurenfilms. Litteraire Kantteekeningen. ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1940 H A A R TJ E M'S D A G B E A D De cultureele taak der cinematografie. De Ufa Cultuurfilm-afdeeling heeft voor het seizoen '40/'41 weer tal van interessante plannen, waarvan er reeds verscheidene uitgewerkt zijn. De beide belangrijkste productiegroepen der cultuur film-afdeeling, respectievelijk onder leiding van dr. Nicholas Kaufmann en van dr. Ulrich K. T. Schulz, hebben reeds een ontzag afdwingende massa werk verzet. Een der belangrijkste nouveauté's zal zijn:de cultuurfilm in kleuren. De bekende „cameravrouw" der microscopische films, Herta Jülich zal in een film: „Strooptochten met micro-kleurencamera" tal van dingen, die in zwart-wit fotografie verloren gaan, naar voren brengen, waardoor de toch al zoo interessante mi croscopische film nog aan waarde zal winnen. Met de kleurencamera wordt vérder vastgelegd: „Das grüne Herz Deutschlands", speciaal gewijd aan Thüringen en een film, waarin oude tuinbouw- kunst wordt getoond: „Lustgarten aus galanter Zeit". Natuurlijk zullen ook weer de noodige films gewijd zijn aan planten en dieren. Wij noemen daarvan: „Planten en dieren als helpers in het vier- jaren-plan", „Planten en dieren als weerprofeten", waarin behandeld wordt, hoe dieren en planten reageeren op komende weersveranderingen „Het leven der kreeften", van de geboorte tot den dood, een film over „Bisons", waarin ook het opfokken van deze dieren beschouwd wordt. Meer naar den wetenschappelijlcen kant zijn: „Radium", een zeer interessant filmpje over het ontstaan en het gebruik van dit kostbare element, dat al zeer binnenkort in ons land vertoond zal worden, „Windige Probleme", die deels ook van luchtvaartkundig standpunt bekeken worden en „Een millioenste seconde", verband houdende met de mogelijkheden om tijden te meten tot op een millioenste seconde nauwkeurig. „Das Wun- derkorn" is gewijd aan de wonderen van koren en graan en zeer interessant belooft ook „Aardbevingen en vulkanen" te worden, dat in samenwerking met het Instituut voor Bestudeering van Aarbevingen te Jena wordt vervaardigd. Hygiënische en paedagogische wenken zijn vast gelegd in een „Kinderfilm" van Wolf Hart en de beroemde cineast Walter Ruttman is bezig met een film, gewijd aan de „Kankerbestrijding". Deze film is tevens gericht tegen de kwakzalverij op dit gebied. Een volgende film van Ruttman zal „Bijgeloof" als onderwerp hebben en hierin trekt hij te velde tegen waarzeggerij en helderziendheid. Aan het Duitsche landschap en aan verschillende steden zijn ook thans weer enkele films gewijd, o.a. aan Keulen en Praag en aan het Adolf Hitler Ka naal en zijn beteekenis voor de industriegebieden van Opper Silezië. Voorts noemen wij nog: „Petroleum", waarin de oude en moderne methoden van oliewinning in Roemenië in beeld worden gebracht, enkele korte films van de Fanck-expeditïe naar China en Mandsjoerije, een documentaire getiteld: „Het ijs breekt", een sportieve film over de kunst van het schaatsenrijden, iets over „Nieuwe Duitsche plastiek" en een paar sportfilms. De lange reeks is daarmee nog niet ten einde. Aangezien de Ufa in Anny Ondra vraagf scheiding op korten termijn. Anny Ondra en Paul Hörbiger spelen in deze vlotte amusementsfilm de hoofdrollen en ze zijn als partners aan elkaar gewaagd. Paul Hörbiger speelt de rol van Tony Bernhof, een componist, die al zijn geld verspeelt en die ook meer drinkt dan goed voor hem is. Alice Bernhof, Zijn vrouw is de wanhoop nabij, hoe ze haar man dit moet afleeren en haar advocaat ensceneert een amouretje met Anny Strom, een assistente van een goochelaar, om een motief voor een scheiding te hebben. Tony Bernhof en Anny Strom gaan samen naar een berg- hötel; Luxor De advocaat stuur hen een fotograaf achterna om hen te bespionneeren en te fotografeeren. Tenslotte wordt de heele geschie denis tot aller tevredenheid opgelost en Tony en Alice vinden elkaar terug. Anny Ondra speelt de rol van Anny Strom heel guitig en met veel verve. Paul Hörbiger is een charmante, onhandige componist, die met de vreem de situaties waarin hij betrokken wordt af en toe geen raad weet. De humor ontbreekt geenszins in deze film. „Scheiding op korten termijn" werd gerigisseerd door Carl Lamac en de muziek is van Jara Benes. In het voorprogramma de Luxor-Revue, een in teressante film, getiteld „Littoria" over het Ita- liaansche Zuiderzeewerk en een filmpje „Dein ist mein Herz" waarin fragmenten uit het leven van Schubert zijn verfilmd. Rembrandt Een origineele en aardige film. Een zeer origineele intrige, uitgewerkt tot een alleraardigste en vlotte geschiedenis, bevat de film „De verdwenen minnaar". Het scenario is bepaald een verrassing, een bijzondei-e vondst te noemen. Wij zien de opvoering van een ietwat afgezaag too- neelstuk, waarbij voor den zooveelsten keer de drie hoeksverhouding op de planken wordt uitgemeten. De minnaar, die door den man betrapt wordt, blijkt echter uit de kast, waarin hij zich verstopt heeft, verdwenen te zijn! Het tooneelstuk wordt afge broken en uitgesteld, maar dan begint de echte comedie pas, en het publiek in de zaal (in de film) heeft er geen spijt van dat het zoo loopt, en het publiek in de bioscoop evenmin. Nie mand mag de zaal verlaten, en de werkelijkheid, welke vervolgens, met den commissaris van politie in de hoofdrol, ten tooneele wordt gevoerd, blijkt zoo boeiend en vermakelijk dat men zich verder kostelijk amuseert. Theo Lingen speelt de hoofdrol, en hij is voortreffelijk. Paul Kemp heeft een komi sche rol als tooneelknecht en hij zorgt voor vele aardige momenten. De minnaar verdwijnt, voor dat hij het tooneel opgaat weigert hij om zijn revolver na te laten kijken (want de tooneelknecht heeft de verplichting deze na te zien) en toont hij zich zeer nerveus, de souffleuse heeft den minnaar in zijn kleedkamer hooren ruzie maken, de cassière blijkt verdwenen, en de commissaris van politie wordt door een onbekenden man opgebeld, die hem waar schuwt dat er dezen avond wat gaat gebeuren in den Stadsschouwburg. Inderdaad, er gebeurt wat! We zullen u ook maar niet het minst omtrent de ont knooping verklappen, doch wij willen een ieder, die van een aardige origineele film houdt zeggen: verzuimt deze gelegenheid niet. Het komt werkelijk zelden voor dat men zoo'n origineel en daarbij aardig uitgewerkt gegeven op het witte doek ziet. In het voorprogramma nieuws, en een cultureele film. het komende seizoen in-ons land minstens 60 cul tuurfilms (o.a. ook van Terra) ter vertooning zal brengen, staat ons in dit opzicht heel wat schoons en leerrijks te wachten. Het stemt in elk geval ver heugend, dat vrijwel alle Nederlandsche bioscopen veel meer dan vroeger het geval was, tot het vertoonen van cultuurfilms zullen overgaan en het is voor de menschen, die hun wetenschap, hun tijd, vaardigheid en geduld aan dit filmwerk gegeven hebben geen geringe voldoening, dat hun streven om tal van problemen in populair-filmischen vorm te behandelen meer en meer instemming en waar deering begint te vinden. Zij hebben bovendien laten zien, dat het mogelijk is om in tal van „wetenschappelijke" onderwerpen door te drin gen, zonder te vervallen in droge schoolmeésterij. De Ufa mag op deze cultuurfilm-afdeeling terecht trotsch zijn. Korf gesprek mef Heinz Rühmann Het is volstrekt geen toeval dat Heinz Rühmann in zijn nieuwe film „Kleeren maken den man" ge regisseerd wordt door Helmut Kautner, want beide kunstenaars kennen elkaar nog uit hun tooneel- loopbaan. Ook thans nog stemmen beider kunst opvattingen overeen. Als we de studio's binnentreden vinden we Rühmann stil en bescheiden ergens in een hoekje teruggetrokken om van een korte opnamepauze te genieten. Erg meedeelzaam is hij niet. Het ligt hem heelemaal ndet om aan zichzelf of zijn werk veel woorden te verspillen. Toch is slechts één woord voldoende om hem uit zijn ten te lokken. Zoodra hebben we het niet over „komisch" of „komiek" of Heinz veert op. „Dit verhaal van Keiler heb ik juist uitgekozen om nu eens 'n keer niet „komisch" te moeten zijn. Het is mijn pech (of mijn geluk) dat ik reeds in het begin van mijn loopbaan als tooneelspeler in het komische vaarwater raakte. Nu is het natuur lijk niet direct de bedoeling treurspelen te ver tolken, maar menschelijke geloofwaardige figuren beeld ik toch liever uit dan figuren, wier levens uitingen van situaties afhangen. Echt menschelijke gestalten hoeven heelemaal niet ernstig of somber te zijn. Maar humor moet uit het hart komen. De kleermaker Wenzel in „Kleeren maken den man" is een romanticus, een idealist, die bijna aan de nuchtere rauwe werkelijkheid ten gronde gaat. Daarnaast is hij geen zwakkeling of opschepper, die met goedkoope leugens vooruit wil komen. In tegendeel. Hij legt er steeds den nadruk op, dat hij géén graaf is. Als zijn gedachten niet plotseling, door de ontkiemende liefde voor de bekoorlijke Nettchen, zouden worden afgeleid van de rol, die hij gedwongen is te spelen, had hij al lang aan de heele, aan oplichterij grenzende, comedie een ein de gemaakt. Hij zou het voor den burgemeester bestemde, en door hem zelf gebruikte pak al lang weer uitgedaan hebben en vol berouw op den kleermakersstoel zijn teruggekeerd. Maar de liefde is toch het meest romantische op aarde". „Als u zooveel gevoel voor romantiek heeft, is dan de wensch om kunstenaar te worden, al niet heel vroeg bij u ontwaakt?" „Eigenlijk niet. Wel is waar heb ik op school vaak en met het grootste plezier mijn leeraren ge ïmiteerd, maar dat hebben duizenden gedaan, zon der later tooneelspeler te worden. Het was inte gendeel mijn bedoeling technicus te worden. Op auto's en het mecaniek daarvan had ik het be grepen, ook op vliegtuigen. Als jongen knutselde ik al zweefmodellen. Eerst later heb ik me ook met het practische 6portvliegen bezig gehouden, maar is die belangstelling voor de moderne techniek ook niet een beetje romantiek? Zarah Leander's nieuwe film. Zarah Leander is dezer dagen van haar welver diende vacantie, na de opnamen van „Das Herz der Königin", uit Zweden teruggekeerd en zij zal, na dat ze nog eenigen tijd in Venetië vertoefd heeft om de Biennale bij te wonen, beginnen aan haar nieuwste film „Der Weg ins Freie", welke ge maakt zal worden onder productieleiding van Prof. Carl Froelich en onder regie van een van diens begaafdste leerlingen Rolf Hansen. Het verhaal speelt zich af omstreeks het midden van de vorige eeuw en behandelt de groote liefde van een gevier de opera-zangeres, die na een langdurige scheiding haar geliefden mam terug vindt aan de zijde van een zeer jonge, onschuldige vrouw. Moet zij dit geluk verstoren om haar eigen eischen aan het leven en de liefde door te zetten? In de grootte vam het of fer toont zij de grootheid van haar liefde. Zij doet afstand en zoekt „Der Weg ins Freie". Use Werner en Hans Stüwe (Zarah Leander's partner in „Es war eine rauschende Ballnacht") spelen de beide andere rollen in de film. „DE BOEMELBARON" KOMT IN HET REMBRANDT-THEATER. Vijftigjarig jubileum van Piet Kohier. Zooals reeds gemeld geeft de Nederlandsche Operette in de week van 13 tot en met 19 Septem ber a.s. een serie voorstellingen van „De Boemel baron" in het Rembrandt-Theater te Haarlem. Deze vlotte operette, met de overbekende muziek van Walter Kollo, heeft nog niets vam haar frisch- heid en glans verloren. Behalve Piet Kohier, in zijn creatie van „Droogkeeltje", treden op, de dames: Jo Remi, Cor Smit, Clairette Hammé, Tini Visser en de heeren: Jan Kiveron, Kees van Dam, Frans Bogaert, Kalman Knaack, Pedro Beukman en ver der een groot koor. Het orkest staat order leiding van Julius Susan. De regie is in handen van Piet Kohier. Nieuwe décors van gebr. Beyne, costumes van de firma Serné en uit eigen ateliers. De eerste voorstelling, op Vrijdag 15 September zal een feestelijk karakter dragen, ter viering van het 50-jarig tooneeljubileum van Piet Kohier. Gigli zingt wederom het moederlied. Een film waarin Benjamino Gigli optreedt, is natuurlijk voor het grootste deel gewijd aan de zang, een kunst waarin Gigli uitblinkt. Z'n prachtige stem doet vele tekortkomingen in spel, enz. vergeven en vergeten. Het is altijd weer een genot naar dat mooie geluid te luisteren. In Maria Cebotari heeft hij een uitstekende partner. De namen Hans Moser Peter Bosse zijn voor zich zelf sprekende reclames voor een film. Het drama van „Moederlied" speelt zich af in de zangerswereld. Het echtpaar Vanni (Maria Ce botari en Gigli) vormen met het zoontje van Ma ria (Peter Bosse) en oompje (Hans Moser) een gelukkig gezien, waar de grootste harmonie heerscht. Vanni houdt van het zoontje van z'n vrouw, alsof het z'n eigen kind was. Door een toeval kömt de vroegere verloofde van mevrouw Vanni weer in hun leven. Deze raakt weer onder de bekoring van mevrouw Vanni en tracht haar weer voor zich te winnen, terwijl zij, niet dan minachting voor hem heeft. Hij tracht dan chantage te plegen en dreigt haar man alles te vertellen. Ze wil een laatste beroep op hem doen en besluit in geval van mislukking, zich- zelve van het leven te berooven met haar revolver. Na een scène met hem in haar kleedkamer, wordt hij doodgeschoten gevonden en wordt zij als de moordenares in de gevangenis geworpen. Zij is evenwel onschuldig en pas aan het eind van de film. geeft de ware schuldige zich aan, waarna het blijde terugkeeren in haar huis bij man, kind en oom plaats heeft. Frans Hals Hans Moser speelt weer ongewoon goed, hij is zoo waar en echt, je gelóóft in zijn type. De kleine Peter Bosse als het zoontje verbaast door z'n knappe vertolking, hij heeft zich geheel en al in z'n rol ingeleefd, zoodat het dikwijls geen spel meer lijkt. in prettige en beschaafde omgeving, dan kunt U bij Uw kennissen informeeren, wat hun ervaring is geweest en we twijfelen bij voorbaat niet aan de uitspraak. De naam biedt U voldoende waarborg, dat het DANSEN U tot in de perfectie onderwezen zal worden. VRAAGT PROSPECTUS Spreekuren van 7 tof 9 uur n.m. N.B. Als alles vroeger gesloten*wordt in de a.s. winter, kunnen ook de lesuren, vermeld in 't prospectus, vervroegd worden. (Adv. Ingez. Med.) Cinema Een detective geschiedenis. Als een boekhouder kans ziet van twaalf ver schillende ondernemingen elk honderdduizend mark los te krijgen, onder meer dan één naam leefde, en al jaren lang zich voorbereid heeft om eenmaal, na den slag van 1.200.000 R.M. te heb ben geslagen, te verdwijnen, het zal ieder duide lijk zijn, dat men met een geraffineerd misdadi ger te doen heeft. Hij is voor een detective-film één der onmisbare ingrediënten: een ander deel is de politieman die alle raadselachtigheden moet ontsluieren en alle slinksheden ontdekken. Een juiste menging van die beide kan en kele kwartieren span ning en ontspanning brengen. Daarin is de ver vaardiger van „De man met de twee gezichten" stellig geslaagd. De maatregelen, welke de boek houder heeft genomen, om na zijn misdaad te kun nen verdwijnen zijn uitstekend bedacht, doch na tuurlijk is er door hem een fout gemaakt. Die fout is oorzaak, dat een lange jacht wordt ontketend, welke natuurlijk in het voordeel van den politie man eindigt. Hem wordt dit succes van harte ge gund vanwege zijn vlotte optreden, dat hem ook nog het hart doet veroveren van een aardig meisje, een stiefzuster van den boekhouder, dat in deze zaak zijn levensweg kruist. In deze film is van de mogelijkheden welke het genre biedt een goed gebruik gemaakt, zoodat een spannende rolprent voor onze oog'en wordt afge draaid. In het voor-programma komt een aardig filmpje van Donald Duck voor, die als ijshockey-kampioem zulke verbazingwekkende dingen doet, dat ieder er zich bijzonder hartelijk mee vermaakt. PERSONALIA. Mej. Kitty Winkel, leerares Lïch. Opvoeding M.O. te Amsterdam, is aangesteld aan Jules Kammeijer's „Gymnasion" te Heemstede om leiding te geven aan de afdeelingen kinder- en kleutergymnastiek. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO-CENTRALE op Zondag 8 September 1940. Programma I Jaarsveld. Van 10,30 n.m.11.30 n.m. Gram. platenconcert voor de Radio-Distri-' butie. Progr. II Kootwijk. Progr. III Duitsch station. Progr. V Idem. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO-CENTRALE op Maandag 9 September 1940. Programma I Jaarsveld. Van 10.30 n.m.11.30 n.m. Gram. platenconcert voor de Radio-Distri butie. Progr. II Kootwijk. Progr. III Duitsch station. Progr. V Idem. 7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert. Solistenparade. 1. With sword and lance, Sons of the brave, Victor Sterling, xylophone, 2 Sel. Broadway Me lody 1938, Sel. Singing Marine, Reginald Foort, orgel, 3 Liebesfreud v. Kreisler, Liebesleid v. Kreisler, Vasa Prihoda, viool, 4 Heimwee, Max Polak, cello, 5 Caprice viennois, Ritual Fire Dance Larry Adler, mondharmonica, 6 Rose Marie Selec tion, Sel. The town talks, P. Rossborough, piano, 7 Estrellita, Villanella, Erna Sack, sopraan, 8 Com- munityland, Musical Comedy Waltz Selection, Edna Cecil, accordeon, 9 Add a little wiggle, I'll never be the same, Ed. Lang, guitaar, 10 Mouth organ tit bits, New Colonial March, James Andrews, mondorgel. Ed. Hoornik. Tafelronde, Rijswijk, A. A. M. Stols. Het ontbreekt den laatsten tijd niet aan studies over oudere en jonge dichters, die, tot bundels ver- eenigd, er toe kunnen bijdragen de belangstelling voor de levende Hollandsche verskunst te wekken en in wel bezonnen banen te leiden. Hadden wij eenige weken geleden hier Aritonie Donker's Hanni bal over den Helicon aan te kondigen, thans ligt, in een keurig boekje, de herdruk voor ons van een veertiental studies, door Ed. Hoornik in een vorig jaar in Groot Nederland geplaatst. Een tweede geval dus, waarin de these, dat criti- sche arbeid zich bezwaarlijk met scheppenden laat vereenigen, schijnbaar gelogenstraft wordt. In beide gevallen echter staan de critiseerende dichters zoozeer verweven met en sympathiek tegenover hun materie, dat de kans groot blijft dal zij daarover, meer dan een neutraal buitenstaander, iets van wezenlijk belang te zeggen hebben, waar mee de lezer gebaat en de besproken dichter hem nader gebracht wordt. De snelheid, waarmede in de dichtkunst „gene raties" ontstaan en elkaar opvolgen kan op zoo'n buitenstaander wel eens een wonderlijken indruk maken en hij zal mischien liever die soort schifting aan Vadertje Tijd overlaten dan te aanvaarden dat dichtkunst, evenals wijn, per oogstjaar geclassifi ceerd wordt. Een onschuldig spel overigens, dat nooit zal verhinderen dat uit iedere „generatie" toch per slot het beste, het persoonlijkste kan over winteren. De nieuwe generatie, waarover Hoornik's studies loopen en waartoe hijzelf eveneens behoort, kwam in 1939 aan het woord. Vermoedelijk is deze dus de jongste generatie en het zou van weinig zelfvertrou wen getuigen zoo de criticus haar reeds niet be langrijk vond. Belangrijke figuren als Bertus Aafjes, Lehmann en Vasalis kon hij slechts terloops noemen omdat hun verzen verleden jaar nog niet gebundeld waren. Een achterstand, die weer en wind dienende, spoedig genoeg kan worden ingehaald. En dan vereenigt Hoornik dertien gasten om zijn ronde tafel, hetgeen een onprettig getal is voor ouderwetsche lieden. Twaalf jongere poëten met als eeregast den dichter Pierre Kemp, die tot een „vorige generatie behoort. Zijn gebundeld werk ver scheen pas in 1938. Het essay over hem wordt gevolgd door een over den Vlaming Maurice Gilliams, die met zijn „Elias, of het gevecht met de nachtegalen" reeds lang geleden als prezaïst ook in Noord- Nederland, opgang maakte en wiens gedichten hier door Hoornik besproken worden. Vijf zijner disch- genooten zullen den tijdschriftenlezers niet vreemd zijn, vaak immers ontmoette men Gerrit Achter berg Mok, van Hattum, Van der Steen en Den Bra bander; voor zes nieuw aangekomenen op den berg der Muzen mogen deze studies een introductie zijn: H. A. Gomperts, A. Morrien, Robert Franquinet, R. van Lier, A. Har ja en Theo van Baaren. Het bezit van deze gebundelde studies zal den dichtlievenden lezer een genoegen en hem hopelijk aanleiding geven, met het werk der dichters zelf nadere kennis aan te knoopen. Wat hem in het bij zonder bij de lezing van Tafelronde n oet opgeval len zijn is het bij Hoornik telkens voorkomen van een gevoelde overeenstemming tusschen de emoties, door dichtkunst en schilderkunst opgewekt. Zoo vindt hij in de fantasie van Van Hattum correlaties met figuren uit de schilderijen van Jeroen Bosch; Pierre Kemp kijks ons aan met de „droomoogen" van de kinderen van Jan Sluyters; in andere ge dichten krijgt men associaties met schilderijen van Willink of Van Melle; en zijn gedicht „Zomergroen ten" „brandt als een schilderij van Permeke". Het vers van Gilliams ontstaat en ontwikkelt zich als in de teekeningen van.... Spier. De verzen van Mok, waarin hij het landschap oproept, doen Hoornik afwisselend aan Permeke en aan Ruysdael denken, terwijl in het gedicht „Schilderij" van Adriaan Morrien doeken van Willink en Hynckes te herken nen zijn. Het ontstaan van dergelijke associaties bij den fijnproever van schilder- en dichtkunst is zonder twijfel niet van belang ontblqot, doch lijkt op echt heid moeilijk te toetsen. Een te veelvuldige ver melding zal het bezwaar eener te gemakkelijke imitatie in zich bergen. Uren met Bergson. Hollandia Drukkerij, Baarn. Ook voor den niet wijsgeerig geschoolden lezer zal deze kleine verzameling verhandelingen van den meest besproken filosoof van het huidige Frankrijk een zij het inspannende ontspanning kunnen zijn. Want Bergson, de thans tachtigjarige, was ook door zijn stijl, zijn taal en zijn heldere voordracht steeds beroemd en de vertaalster mej. Helena Pos heeft die klaarheid in ieder geval in haar Holland sche overzetting weten te bewaren. Prof. Dr. A. A. H. Pos schreef voor die bloemlezing uit Bergson's voornaamste geschriften 'n inleiding, die de betee kenis van den denker bloot legt, zijn invloed op de hedendaagsche filosophie aanduidt en ook de tegen werpingen die er op afgevuurd zijn, vermeldt. Om volledig van deze uitgaaf te genieten is een zekere training in wijsgeerig denken en zich uiten wel vereischt. Doch juist door de klaarheid en be trekkelijke eenvoud van Bergson's taal, als men eenmaal .aan de philosophische terminologie een weinig gewend geraakt is, wordt de lectuur van deze bladzijden een verfijnd genot, ook voor wie zich geen filosoof van professie gevoelt. Wat deze moderne denker over verstand en in tuïtie en beider rol in een scheppingsdaad ten beste geeft, wat hij vertelt over zijn inzichten in het droomleven en de daarmee samenhangende voor stellingen van de realiteit, het is alles zeer boeiend gezegd of geschreven en kan ook den leek in de wijsbegeerte volkomen duidelijk zijn. Prof. Pos vestigt er in zijn inleiding de aandacht op dat op de Fransche lycea ook de philosophie onderwezen wordt. Bergson is zijn carrière als docent aan het beroemde Lycee Henri IV begonnen. Doch zijn roem nam pas een aanvang toen hij, pro fessor aan het Collége de France geworden, door zijn welsprekendheid een groote menigte toehoor ders naar zijn collegezaal trok en zijn naam zich verder door zijn publicaties ver buiten Frankrijk verbreidde. Zijn invloed op het Europeesch denken is in ieder geval zeer groot geweest. J. H. DE BOIS. Huntelaar's Woninginrichting. Vrijdagmiddag is in perceel Zijlweg 52 te Haarlem Huntelaar's Woninginrichting' geopend. Wie dit ruime perceel met zijn drie toonkamers binnenkomt, krijgt al gauw de gewaarwording dat de inrichting is geschied door een man, die over veel goeden smaak en vakkennis beschikt. En dat is dan ook zoo, want de heer Huntelaar was vroe ger medewerker aan de bekende meubelfabriek L. O. V. te Oosterbeek. Toen die fabriek vijf jaar geleden werd stopgezet, heeft de heer Huntelaar de zaken voortgezet. Hij is binnenhuis-architect en leeraar in het Nijverheidsonderwijs. De Haar lemmers, die hier een keus komen doen. kunnen er dan ook van overtuigd zijn, dat ze op een des kundige wijze worden geholpen en waardevolle adviezen zullen ontvangen. Zij kunnen trouwens onmiddellijk in deze drie toonkamers, die door den heer Huntelaar op kunstzinnige wijze zijn ingericht, een en ander van hun gading vinden op het gebied van glaswerk uit Leerdam, aarde werk van de bekende fabriek Groeneveld te Voor schoten en meubelen. Elk gewenscht meubelstuk wordt door hem op teekening geleverd en in elk genre. Aan de zaak is ook een reparatie-inrich ting verbonden, W9,ar alles vakkundig gerepa reerd wordt. We wenschen den heer Huntelaar, die voor een mooi magazijn op dezen drukken verkeersweg gezorgd heeft, veel succes toe. Op bon van uw dokter. (Adv. Ingez Med.) HEDERA HELIX. KLIMOP. Zeker zal niemand een klimop planten orn van den bloei te genieten. We bedekken er een onaanzienlijke schutting mee, of een muurtje i de binnenplaats. Steeds is hét de bedoeling om iets, dat kaal en leelijk is, vroolijker en levender maken, door een gezellige, steeds groene, be groeiing. Dat is immers het voordeel van klimop boven wilden wingerd. Ongetwijfeld is het wingerblad fijner en sierlijker dan dat van de klimop en ook de begroeiing in haar geheel is minder dicht en plaatsinnemend, dan een welige klimopplant. Maar terwijl de wingerd, ma ons van de prachtige roode herfsttinten te hebben laten genieten, één voor één die mooi gekleurde sierlijke blaadjes laat val len en weg laat dwarrelen, in den herfstwind, zorgt onze klimop ook in den winter trouw voor een groene bekleeding van den achtergrond, waarlangs hij omhoog klimt. En dat is zonder twijfel de bedoeling van de klimopplant, of liever gezegd de bedoeling, die wij er mee hadden, toen we haar hebben geplant. Toch is het. aardig om in de Septembermaand eens uit te kijken of er geen bloemen aan komen. Het zijn kleine, groengele bloempjes, die in schermen bijeen staan. Na den bloei komen er vruchtjes aan, die eerst groen zijn en, wanneer we ze niet verwijderen, in het voorjaar zwart (soms ook geel) van kleur zijn. Het is ook aardig om er op te letten, dat de bladeren aan de bloemdragende takken een ander model hebben dan aan de overige takken. Het gewone klimopblad is meestal drie- of vijf- lobbig. de eene variëteit heeft spitsere lobben dan de andere en ook de insnijdingen tusschen de lob ben kan verschillend groot zijn. Maar alle zijn ze min of meer gelobd. De blaadjes van de bloemdragende twijgen ver toonen nu weer meer den vorm van de allereerste bladeren, die het jonge klimopplantje aLs zaailing droeg. Ze zijn ongedeeld en hebben een spitsen top. Hedra Helix hibernica is de meest aangeplante variëteit. Ze groeit snel en heeft mooie groote bla deren. Er zijn ook enkele goudbonte en zilverbonte va riëteiten, met gevlekte, gestreepte of lichtgerande bladeren. Mooi bont is ook een variëteit van een andere soort, Hedera colchica dentata aurea, waarvan de groote, lichtgroene bladeren breede goudgele ran den hebben. Zooals gezegd, de 'bloem van de klimop is geen opvallende schoonheid, het is alleen aardig om al onze tuinbewoners in hun bloeistadium te bekij ken. A. J. D.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 12