3m em stewmdm tocm-
Omzetbelasting en bijzonder invoer
recht worden verhoogd.
Er moet iets gedaan worden
om dit monument te behouden
Menschen in Amsterdam
Van 4 en 10 op 6 en 12 procent
FLITSEN
H A "A RL'E M'S D A G B E A D
)IN S n A G 10 SEPTEMBER 1940
A
BBSM
Het restant van de oude
Ridderhofstad Den Ham
WAAR vroeger eens een waardige
kasteelheer met kanten kraag en
sierlijk puntbaardje met stijlvolle
tred, een glas roode wijn in de
hand, naar de open schouw wandelde, is de
verslaggever anno '40 thans bang door het pla
fond te zakken.
Je weet het nooit: die toren is uit 1642 en nu
leelijk in verval. En tenslotte ben je door een
raampje aan de achterzijde van dit restant van
de Vleutensche buitenplaats Den. Ham in de
provincie Utrecht geklauterd, terwijl alle deu
ren stevig öp slot zaten.
Het was nog gevaarlijk ook heeft een Vleu-
fenaar achter zijn hand gefluisterd, die van
het experiment wist, met een schuinschen blik
naar den veldwachter in de verte. „Ik zou het
niet meer durven", voegde hij er aan toe, „ben
veel te bang, dat er wat instort
Eerst zijn wij speurend en tastend om den vier-
anten plompen toren, die eigenlijk iets buiten de
rens der gemeente Vleuten staat, heen gewan-
eld. Grijzig-wit is het bouwwerk en de spits neigt
ermoeid scheef. Om den voet woekert allerlei ge-
tas en vat het gebarsten steen in een kraag van
roen. Riet en vierstruik wedijveren hier om het
ardst en zelfs het kleine houten bruggetje, dat
per de vroegere slotgracht leidt, is weggezonken
i het riet.
Achter den toren heeft het steen zooveel grillige
nten en is het verval zoo speelsch aan het vreten
iweest, dat het gewoonweg een'meesterlijk schil-
ïrij is, zoo'n stuk van den muur, omlijst door een
aar vliertakken. Maar onmiddellijk dringt een
ozaische gedachte naar voren, gevoed door een
aag gevoel van angst. Zoo'n muur is stervende
e heele toren is stervende. Nu juist op dit mo-
ent, nu het horloge op vijf minuten over half vier
aat, kan er een stuk instorten. Bovenop dien
stenden en zoekenden avonturier, die er een stuk-
over wil schrijven. Het kan ook morgen zijn
per een jaar, over dertig jaar. Niets is wispeltu-
ger dan vervallen muren en wie zal beoordeelen
oe laat en op welken dag een doffe dreun zal
linken in een verlaten hoekje nabij Vleuten,
aarvan de echo alleen een paar dorpelingen-met-
lelkemmers opjaagt?
Misschien is het hier wat te pessimistisch ge
toetst. Maar dit is een feit: de toren is ernstig in
srval en dat het van dag tot dag met de nauw-
lerkbare rimpeltjes en barstjes erger wordt, is
ïker. Het oude boeren vrouwtje, dat zoo angstig
eek bij de vraag, „of je ook naar binnen kon?"
zij woont in de boerderij in de nabijheid van
en toren en mijn hoofd er af, als het niet haar
aschknijpers waren, die op de eerste verdieping
igen van het oude bouwwerk heeft ons weinig
urnen vertellen over verval en zoo.
„Royaards is de eigenaar"_,zei ze, „en ik weet
erder alleen maar, dat die toren hier altijd gestaan
eeft. Maar naar binnen gaan is erg gevaarlijk.'-'
DOODSTIL EN GEHEIMZINNIG.
Langzaam gleed het oude raam op den drassigen
rond en wij staarden in een donkere, muffe
pening. Doodstil en geheimzinnig. Zouden er ratten
ionen.... tien, twintig, honderd?
Een lucifertje en dan lichten de bogen van oude
ruisgewelven voor ons op. Gewelven, die de ge-
achten uit doen gaan naar roofridders en verre,
erkleurde dagen. Naar tournooien op middeleeuw-
he burchten en spinraderen. Naar gekerkerde ge-
angeoen.
Wie weet, wat de muren van deze Vleutensche
dderhofstad allemaal beleefd hebben? Geven jaar-
Hen en verhalen der dorpsingezetenen een juist
eeld? Men zou u slechts kunnen vertellen van Den
om, dat de vierkante toren een overblijfsel is van
in trotsch complex, van een imponeerende burcht,
phaalbruggen, een groot aantal vertrekken, draai-
appen en speciale torens. Allemaal weg.
En dit gebouw op vreedzame Vleutensche grond,
'aar nu de koeien loeien en de wilgen zich roman-
sch spiegelen in droomerige watertjes, heeft heel
at meegemaakt. Het is drie keer verwoest gewor-
en. En alleen de toren bleef tenslotte over. Erg
10e en erg oud
Restauratieplannen. rijksmonumenten
zorg. geld. Wij hebben deze bekende klanken
ook in Vleuten hooren mompelen. Maar wat be
langrijker is: er bestaan sedert geruimen tijd
reeds plannen om tot restauratie over te gaan,
maar door tal van omstandigheden is hier tot
nogtoe niet veel van gekomen, Maar dat is geen
zaak, die van jaar tot jaar uitgesteld kan worden.
De stervende steen kraakt en zucht en hoe
schilderachtig, hoe boeiend dit symbool van
verre dagen ook hier in deze lage landen op
rijst.... het nuchtere verweerings- en ver-
valsproces vreet verder. Er moet iets gedaan
worden. Zonde, bitter zonde zou het zijn om te
laat te komen.
Het is heel vreemd, binnen in den toren de
uuten trap te bestijgen. Rondom is het décorum
den Amerikaanschen filmproducer voor een
triller: gebarsten, vuile ramen met ontelbaar vele
«nnewebben. Afgebrokkelde muren, waardoor zelfs
hls de klimop van buiten naar binnen groeit. En
it de plafonds zijn groote stukken weggeslagen.
Her heerscht de sfeer voor een spookverhaal. Hier
het wat geheimzinnig, omdat het daglicht door de
ale spinnewebben. die als zilveren nestjes tegen de
imen geplakt zitten, wonderlijk gebroken wordt.
Boven u de zware balken van een stevige zolde-
®g. Dat zijn balken, die niet op een honderd jaar
ijken. Maar daartusschen zijn de gaten ge-
®ien.... i
Spooksfeer
in Vleuten
Ruime heerenvertrekken heeft deze toren. Ginds
een paar ingebouwde banken bij de vensters, daar
een half gebroken koepelraam. En hier en daar ziet
men door een opening het frissche Vleutensche
groen.
Sedert jaren heeft geen menschenvoet meer deze
historierijke planken vloeren betreden, denkt ge. En
dan moet ge ineens die waschknijpers zien, pro
ducten der 20ste eeuw, die toch stellig niet door
den een of anderen roofridder daar achtergelaten
kunnen zijn. En waschlijnen zijn er ook. Zoo'n ont
dekking zet een demper op het avontuur, maar
enfin: maar weer eens een verdieping hooger.
De bepalingen van het besluit zijn:
Artikel 1. (1) De vrijstelling van omzetbelas
ting en van bijzonder invoerrecht, voortvloeiende
uit de vermelding in onderdeel 1 van de bij de om-
zetbelastingwet 1933 (Staatsblad no. 546) behoorende
tabel b, vindt geen toepassing ten aanzien van:
versche bloemen, boeken, weekbladen en alle andere
periodiek verschijnende geschriften, fruit, versche
en gezouten groenten, gerookte haring,
(2). De in genoemd onderdeel voorkomende vrij
stellingen van „dieren, doode en levende" en van
„peulvruchten, versch of enkel gedroogd" vinden
geen toepassing onderscheidenlijk ten aanzien van
visch en van andere peulvruchten dan erwten
(groene en grauwe), boonen (bruine) en capu-
cijners.
Artikel 2. (1). De omzetbelasting en het bijzonder
invoerrecht worden, met afwijking in zooverre van
de in artikel 6, eerste en tweede lid, van de omzet
belastingwet 1933 (Staatsblad no. 546) genoemde
percentages van vier en tien, geheven tot een be
drag van onderscheidenlijk zes en twaalf ten
honderd.
(2). Het in het vorig lid bepaalde geldt niet ten
aanzien van: boekweitgrutten; boter; fruit; gas;
groenten, versche en gezouten; petroleum; plant
aardige en dierlijke oliën en vetten; schoenen, vet-
lederen; suiker en stroop; visch; zeep, zachte (zoo
genaamde groene en gele).
Artikel 3. (1). De in artikel 7, tweede lid, der
omzetbelastingwet 1933 (Staatsblad no. 546) ver
vatte bepaling, inhoudende, dat ten aanzien van
goederen, welke in den staat, waarin zij worden ge
leverd, als zoodanig aan accijns zijn onderworpen,
de accijns niet in den verkoopprijs wordt opgeno
men, vindt geen toepassing.
(2). Voor de berekening van het in artikel 17,;
eerste lid, der omzetbelastingwet 1933 (Staatsblad
no. 546) bedoelde bijzonder invoerrecht worden in
zooverre, met afwijking van genoemd artikel 17,
eerste lid, alle Nederlandsche belastingen en hef
fingen met uitzondering van genoemd bijzonder
invoerrecht zelf onder de waarde der goederen
begrepen.
(3). Het bepaalde in de noot, voorkomende aan
het slot van de bij de omzetbelastingwet 1933'
(Staatsblad no. 546) behoorende tabel a, betreffende
de belasting der gouden en zilveren werken vindt
geen toepassing.
Artikel 4. (1). Aan personen of lichamen, die ten
gebruike in hun bedrijf of beroep machines, werk
tuigen, gereedschappen en vervoermiddelen aan
schaffen, wordt, op daartoe gedaan verzoek, vrij
stelling of teruggaaf verleend van een derde deel
van het ingevolge artikel 2 voor die goederen ver
schuldigd bedrag 'aan omzetbelasting of bijzonder
invoerrecht.
(2). Vrijstelling of teruggaaf van belasting tot een
bedrag van minder dan tien gulden wordt niet ver
leend.
(3). De teruggaaf wordt verleend door den in
specteur der accijnzen, binnen wiens ambtskring
belanghebbende is gevestigd. Artikel 22 van de orfi-
zetbelasting 1933 (Staatsblad no. 546) vindt over
eenkomstige toepassing.
Artikel 5. (1). Groot- en kleinhandelaren, fabri
kanten, die tevens het beroep van handelaar uit
oefenen, daaronder begrepen, zijn gehouden vóór 20
October 1940 bij den inspecteur der accijnzen, bin-
i nen wiens ambtskring zij zijn gevestigd, op een daar-
Weer zoo'n vertrek en op den muur bij het raam
een wirwar van handteekeningen en krabbels:
Geertruida Verbrugge 28 Juli 1915 Wilnis, K. de
Jong 1904, Net Vermeer 1921. Herinneringen aan
de dagen, toen de toren nog publiek toegankelijk
was. Een jaartal ouder als 1922 kunnen wij niet
ontdekken.
VERRE DAGEN
En hooger gaan wij. Weer die kapotte vloeren,
weer die spinnewebben. De dagen, dat de slotheer
hier liefkozend zijn harnas bekeek en zijn vrouw
haar zoontje verhaaltjes vertelde van moedige man
nen, zijn heel ver weg. Toen hier kaarsen brandden
en er sfeer was van ouden adel; sfeer door een
leutig oud lied temidden van vrouwen met hoepel
rokken. Kostbare kleeden en kostbare wapenrek
ken zijn hier niet meer. Hooghartige en dappere
kerels ook niet. Hier is alleen de klank van uw
voet op een oude, vervallen en leelijke vloer en de
dreiging van een onbestemd gevaar. Deze leegte,
dit langzaam sterven en afbrokkelen, terwijl ge
weet, dat hier eens een rijkdom was van bonte
kleuren en beweging.er zit veel droevi§s in.
En of ge nu al in een oud putje kijkt in de nis
van een muur en niet weet, waarom het is en
waar het heengaat of het een luchtpijp is of
nog wat anders of een raar soort model kachel
bekijkt, waarvan hier nog een restant staat: alles
wordt hier beheerscht door dezelfde sfeer.
Een vlinder zal eens door een gebroken raam
dwarrelen, maar gauw maken, dat hij weg komt.
Hij is hier bang, de kleur van zijn vleugels te ver
liezen.
Zoo is het hier in het laatste restant van Vleu-
tens ridderhofstad Den Ham. Een vierkante toren,
omgeven door een totaal met waterplanten dicht
gegroeid water. Een brok steenen historie, dat be
houden moet blijven.
In Vleuten's raadzaal toont een aquarel aan de
muren hoe Den Ham eens was. Zoo zal het gebouw
nimmermeer kunnen herrijzen. Maar redt den toren
op dezen ouden bodem!
voor bestemd formulier en overeenkomstig de daarin
opgenomen aanwijzingen aangifte te doen van de
goederen, welke op 't tijdstip van inwerkingtreding
van dit besluit in hun handelsbedrijf in voorraad
zijn, voorzoover van die goederen niet omzetbelas
ting of bijzonder invoerrecht is voldaan -tot het be
drag, dat ingevolge dit besluit bij levering of invoer
zou zijn verschuldigd geweest.
(2) De in het vorig lid bedoelde personen zijn
gehouden tot betaling van omzetbelasting of bijzon
der invoerrecht tot een bedrag, hetwelk van de goe
deren zou zijn verschuldigd, indien de aan omzet
belasting onderworpen levering of de invoer zou
zijn geschied met toepassing van de bepalingen van
dit besluit, verminderd met de in voorkomende ge
vallen van die goederen reeds betaalde belasting.
Als maatstaf voor de berekening van de verschul
digde belasting geldt de inkoopprijs der goederen
voor zoover niet aannemelijk is. dat berekening op
een anderen voet moet geschieden.
(3) Op het in het vorig lid bedoelde bedrag
wordt een bedrag van vijf en twintig gulden in
mindering gebracht.
(4) Het hiervóór bepaalde blijft buiten toepas
sing ten aanzien van de navolgende goederen: bloe
men, versche, weekbladen en alle andere periodiek
verschijnende geschriften, fruit: groenten, versche;
visch, versche.
(5) Het in het tweede lid bepaalde geldt niet
voor zoover door of vanwege het hoofd van het de
partement van Financiën is bepaald, dat personen,
als in het eerste lid zijn bedoeld, met betrekking
tot de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit
besluit in hun handelsbedrijf in voorraad zijnde
goederen worden aangemerkt als fabrikant in den
zin der omzetbelasting 1933 (Staatsblad no. 546).
Aan zoodanige personen kan op gelijke wijze ont
heffing worden verleend van de in het eerste lid
bedoelde verplichting.
Artikel 6. (1) De inspecteur der accijnzen stelt
het overeenkomstig het vorig artikel aan omzetbe
lasting en bijzonder invoerrecht verschuldigde be
drag bij aanslag vast. De artikelen 12, derde lid,
14, eerste en derde lid, 15, eerste lid, en 16 der
omzetbelastingwet 1933 (Staatsblad no. 546) vin>-
den overeenkomstig toepassing.
(2) De aanslagen zijn invorderbaar in drie ge
lijke termijnen, welke onderscheidenlijk vervallen
twee, vier en zes maanden na de dagteekening van
het aanslagbiljet.
(3) Bij betaling vóór den vervaldag wordt een
korting verleend ten bedrage van een ten honderd
per maand; deelen van een maand blijven buiten
beschouwing.
(4) Bij gebreke van betaling zijn de bepalingen
van toepassing, welke de invordering en den voor
rang bij wanbetaling van accijnzen regelen, met
dien verstande, dat de invordering in alle gevallen
door middel van lijfsdwang kan geschieden.
Artikel 7. (1) Hij, die hier te lande het beroep
van visscher uitoefent, wordt aangemerkt als fa
brikant in den zin der omzetbelastingwet 1933
(Staatsblad no. 546).
(2) Exploitanten van een vischafslag zijn hoofde
lijk mede aansprakelijk voor de belasting, ver
schuldigd van de aldaar afgeslagen visch. Artikel
13 van voormelde wet vindt overeenkomstige toe
passing.
Artikel 8. (1) Het niet doen, alsmede het onjuist
of onvolledig doen van de in artikel 5 van dit be
sluit bedoelde aangifte, wordt gestraft met een
geldboete van ten hoogste vijf duizend gulden.
(2) De in het eerste lid strafbaar gestelde fei
ten worden beschouwd als misdrijven, behalve
voor de toepassing van de artikelen 57 en 58 van
het wetboek van strafrecht, in de plaats waarvan
wordt toegepast hetgeen in artikel 62, eerste lid,
van dat wetboek voor overtredingen is bepaald.
Artikel 9. De artikelen 22bis, 24, 27, 33, 35 en
36 der omzetbelastingwet 1933 (Staatsblad no. 546)
vinden ten^anzien van dit besluit overeenkomstige
toepassing.
Artikel 10. Onverminderd het bepaalde in ar
tikel 8 der omzetbelastingwet 1933 (Staatsblad no.
>46) is ieder, die ingevolge een vóór de inwerking
treding van dit besluit gesloten overeenkomst ver
plicht is goederen te leveren of een werk uit te Voe
ren, waarbij door hem gekochte of vervaardigde
goederen wegens omzetbelasting of bijzonder invoer
recht meer is gevorderd dan vóór de inwerking
treding va1- dit besluit had kunnen geschieden, op
den voet van bovengenoemd artikel 8 terug te
vorderen van dengene, aan wien hij de goederen
moet leveren of het werk moet opleveren.
Artikel 11. (1) De voor de uitvoering van dit
besluit noodige bepalingen worden door den secre
taris-generaal van het departement van Financiën
vastgesteld en in de Nederlandsche Staatscourant
afgekondigd.
(2) Het doen van hetgeen bij de volgens lid 1
vastgestelde bepalingen is verboden of het niet
doen van hetgeen bij zoodanige bepalingen is voor
geschreven, wordt gestraft met ten hoogste vijfhon
derd gulden; de strafbare feiten worden als over
tredingen beschouwd.
Artikel 12. Dit besluit treedt op 1 October 1940
in werking.
De verordening inzake den invoer
van goederen.
Mogelijkheid vrijstelling van rechten te geven.
Het A.N.P. meldt: "Van bevoegde zijde wordt de
volgende toelichting gegeven op de verordening
van den Rijkscommissaris, houdende maatrege
len ten aanzien van den invoer van goederen:
Deze verordening van den Rijkscommissaris
machtigt den secretaris-generaal van het depar
tement van financiën tot nader order, geheel of
gedeeltelijk vrijstelling van de terzake van in
voer van goederen verschuldigde rechten te ver-
leenen. Hierdoor wordt het mogelijk in speciale
op zich zelf staande gevallen of in groepen van
gevallen een vrijstelling te verleenen van de bij
de wet op de invoerrechten vastgestelde rechten.
VERGADERING NED. CHR. VROUWENBOND
UITGESTELD.
De vergadering die de afd. Haarlem en omstre
ken van den Ned. Chr. Vrouwenbond op 12 Sep
tember zou houden gaat voorloopig niet door.
Politierechter: „Volgende zaak".
Officier: „Deze man wordt ervan verdacht dat hij
op 27 Februari in het openbaar heeft gebedeld".
Verdachte: „Ik heb niet gebedeld".
Agent: „We hebben hem aangehouden voor het
Centraal Station, waar hij de menschen om dubbel
tjes vroeg".
Politierechter: „Wat zegt u daarvan?"
Verdachte: „Ik moest beslist naar Soestdijk. Ik
verloor mijn kaartje en had te weinig geld bij me
voor een nieuw kaartje. Ik dacht, weet je wat, ik zal
mijn kennissen wat te leen vragen."
Politierechter: Alle menschen op het stationsplein
zijn kennisen van u?
Verdachte:
Agent: We vonden dertien dubbeltjes in zijn zak.
Politierechter: „Heeft u niet meer dan een dub
beltje per kennis willen vragen?"
Verdachte:
Politierechter: „Ik laat me niet nemen. Veenhui-
zen is dichtbij."
Agent: „Hij had ook nog 17 gulden in zyn porte
feuille."
Verdachte: „Dat waren verhuiskosten, die moest
ik wegbrengen."
Politierechter: „Naar Soestdijk?"
Verdachte: „Het is heusch waar edelachtbare. Ik
had f 1,20 voor Baarn noodig en zestig cent naar
Soestdijk met de bus. Ik had vijftig cent en moest
er dus dertien dubbeltjes bij hebben."
Politierechter: „Is het waar dat die reis zooveel
kost?"
Verdachte: „Kijk u maar, de prijs staat op het
kaartje."
Politierechter:
Verdachte: „Da's nou jammer, ze hebben den prijs
er net afgescheurd."
Politierechter: „U probeert me te nemen, maar ik
ben niet zoo dom als die boertjes voor het Centraal
Station."
Verdachte:
Politierechter: „U bent nergens weggegaan zonder
schulden achter te laten."
Verdachte: „Ik heb altijd goed voor mijn kinderen
gezorgd."
Politierechter: „Uw kinderen? En die zitten in een
gesticht?"
Verdachte:
Officier: „Ik requireer 8 dagen hechtenis."
Politierechter: „Heeft u nog wat te zeggen?"
Verdachte: „Ik heb nou werk, edelachtbare, ik zou
u willen vragen of het niet voorwaardelijk mag
wezen?"
Politierechter: „Ik veroordeel u tot 3 dagen
hechtenis voorwaardelijk. Wanneer u doorgaat zend
ik u naar Veenhuizen."
Verdachte: „Ik kom nooit meer terug, edelacht
bare, al zou ik naar Soestdijk moeten loopen!"
Inderdaad, alleszins beter dan per trein naar
Veenhuizen.
De fourier controleert of er niets ontbreekt aan de goederen van de verlofgangers
van de landmacht beneden den rang van adjudant-onderofficier, die thans hun
militaire kleeding en uitrusting moeten inleveren.
.(Foto Pax Holland).
Verschenen Is een besluit van den secretaris-generaal van het departement
van financiën betreffende wijziging van de omzetbelastingwet 1933. Bepaald is
o.m., dat de omzetbelasting en het bijzonder invoerrecht, met afwijking in zooverre
van de in art. 6, eerste en tweede lid, van de wet genoemde percentages van vier
en tien, worden geheven tot een bedrag van onderscheidenlijk zes en twaalf ten
honderd. Enkele artikelen zijn van deze verhooging vrijgesteld.
Bepaald is verder, dat eenige goederen, die tot dusver waren vrijgesteld, in de
toekomst wel aan deze belasting zullen zijn onderworpen, n.l.: versche bloemen,
boeken, weekbladen en alle andere periodiek verschijnende geschriften, fruit,
versche en gezouten groenten, peulvruchten, de laatste met uitzondering van
groene en grauwe erwten, bruine boonen en capucijners.
Van belang is voorts de bepaling, dat zij, die machines, werktuigen, gereed
schappen of vervoermiddelen voor hun bedrijf aanschaffen, vrijstelling of terug
gaaf kunnen krijgen van een derde deel van het bedrag, dat zij volgens dit nieuwe
besluit aan omzetbelasting zullen verschuldigd zijn. In deze gevallen zal dus van
belastingverhooging practisch geen sprake zijn.
Groot- en kleinhandelaren, alsmede fabrikanten, die tevens het beroep van
handelaar uitoefenen, moeten vóór 20 October aangifte doen van de goederen, die
zij op den eersten van die maand in voorraad hebben, voorzoover van die goederen
niet omzetbelasting of bijzonder invoerrecht zal zijn voldaan tot het bedrag, dat
ingevolge dit besluit bij inlevering of invoer zou zijn verschuldigd geweest.
Het besluit treedt in werking op 1 October a.s.
NIEUWE SERIE No. 97
Toeschouwer
1. Gaat kijken naai
den voetbalwedstrijd
waarin groote broer
speelt.
2. Besluit na drie
minuten te onder
zoeken of geen van
zijn eigen vriendjes
aanwezig is.
3. Drentelt wat rond
en doet een vergeef-
sche poging om in
'n boom te klimmen.
4. Raakt geïnteres
seerd in den hond
van de buren.
5. Geeft zijn jacht
op en gaat steentjes
gooien.
6. Ziet dat groote
broer den bal heeft
en moedigt hem luid
aan.
7. Raakt weer afge
leid en probeert op
zijn hoofd te staan.
8. Gaat naar huis
om te vertellen, dat
hij nooit zoo'n
mooien wedstrijd
heeft gezien.