SjP&tt'M't H Hens en Tin Dekkers beginnen aan een nieuwe ronde. Hun bokserloopbaan afgesloten. Voortaan paardrijden "f" &uoUe*ide zeeMuséart&tcp5kg.6Oct Hm jidt aan LEVERANCIER v. ALLE ZIEKENFONDSEN GIERSTRAAT 27 - Tel. 16764 VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1940 HÏSREEM'S DAGEEAD 8 Onbevredigende beslissing inzake het cricketkampioen schap van Noord IWat presteerden de H. C. B.-cricketers?; Meeuwenoord heeft een pluim verdiend De gewijzigde strafcorner-regel bij hockey buiten gebruik gesteldDe overplaatsing van H. B. C. baat iedereen in dit rayon. De overplaatsing te elfder ure van H.B.C. uit de Rotterdamsche sectie der tweede klasse van den N.V.B. naar dit rayon, na een protest, waarvan ons blad het eerst melding kon maken, zal allerwegen voldoening hebben gewekt. Voor de Heemsteedsche vereeniging beteekent deze indeeling het verschil tusschen eenerszijds verre reizen, uitwedstrijden op meerendeels zwaar te bespelen terreinen en weinig bezoek bij de thuismatches wegens onbekendheid met de tegenpartijen en anderzijds de kans om in eigen omgeving een goed figuur te maken, te be wijzen, dat de plaats in het milieu verdiend is, be nevens de gelegenheid om in de acht ontmoetingen met de vier andere plaatselijke clubs (de Kenne- mers meegerekend) te toonen, dat de zwartwitte ploeg niet voor hen behoeft onder te doen. Belangstelling zal er voor dit onderling tref fen ongetwijfeld in groote mate zijn en daarvan profiteert niet alleen H.B.C.doch evenzeer H.F.C., E.D.O., R.C.H. en de Kennemers. Het wil ons voor komen, dat de spelers van eerstgenoemde club juist in deze wedstrijden een spoorslag zullen vinden om zich goed voor te bereiden en hun uiterste best te doen, wat hun vorm op den duur slechts ten goede kan komen. Voor de voetballiefhebbers in ons rayon is het verblijdend, dat zij door de toevoeging van frisch bloed aan de competitie de noodige sti mulans tot wedstrijdbezoek krijgen; dit seizoen althans zal er eens iets anders te zien zijn dan steeds weer dezelfde tegenpartijen met dezelfde spelers. Om die reden hopen we, dat H.B.C. in dé competitie een rol van beteekenis zal spelen. En voorts wachten we met ongeduld op de in stelling van automatische promotie en degradatie. ET noodloot wil dat met het begrip boksen, altoos en onverbrekelijk .een verontschuldigende gedachte ver bonden is. Die van: vergis u niet, dat boksen is een sport als ieder andere en je moest er iets meer van weten om er over te kunnen oordeelen! Men is geneigd om in zullce geval len te twijfelen en vast te stellen, dat er bij zooveel excuses dus waarschijnlijk wel iets aan de hand moet zijn. Het is trouwens bekend ge noeg, de bokssport kan in veler oogen geen goed doen. Men spreekt van een onbeschaafde, zedenverruwende sport en men vereenzelvigt aldus het indei'daad weinig sportieve vuist- vechten der Amerikaansche „show-boxers" met de eenvoudige, heusch niet verschrikkelijke beoefening der bokssport, zooals wij die ten on zent kennen. Tegen deze en dergelijke misvattingen hebben de voorstanders van een behoorlijke beoefening van de bokssport terecht en bij voortduring in woord en schrift geageerd, ten einde meer begrip omtrent de „noble art" en dus ook meer waardeering voor deze sport te vragen. De wedstrijdboksers van den Nederlandschen Boksbond de organisatie der amateurboksers in ons land genieten sedert jaren ook ver buiten de grenzen een goede reputatie als eerlijke, oprechte sportmenschen, wier sportieve opvattingen velen tot voorbeeld strekken. En tot hen rekenen wij ze ker niet ten laatste de beide boksende broers G. C. en H. G. Dekkers in de wandeling en de sport pers „Tin" en „Hens" Dekkers geheeten, die on langs tot de beroepssport zijn overgegaan en thans bekend hebben gemaakt, dat zij een streep zetten onder hun boksloopbaan en een andere sport de paardensport gaan beoefenen. Als motief geven de Hagenaars te kennen dat zij door 'de gewijzigde Tin en Hens Dekkers, de vooral gedurende de laatste 5 jaar zoo vermaarde Haagsche boksers als amateurs èn als profs boek ten zij groote triomfen hebben afscheid genomen van de bokssport, om zich voortaan op het paardrijden toe te leggenAan deze twee all round sportfiguren wijdt de heer G. H. Wallagh, voorzitter van de Pers- en Propagandacommissie van den Nederland schen Boksbond bijgaand artikel. omstandigheden vrijwel geen gelegenheid meer hebben om te trainen en dat wedstrijden in het buitenland en tegen buitenlandsche boksers in Ne derland toch voorloopig uitgesloten zijn. Overtuigd dat te weinig regelmatige training en een te gering aantal wedstrijden him conditie zal schaden, geven de gebroeders Dekkers er de voorkeur aan van de bokssport afscheid te nemen. Dit wat hun beslis sing betreft. Tin en Hens Dekkers hebben immer, als ama teurs èn als beroeps-pugilisten successen behaald en de eene overwinning op de andere laten volgen. Tin is de jongste. Van zijn eerste boksles af ge traind door den oud-bokser Karei de Jager, be schikt hij over een voortreffelijke ademtechniek en over tallooze stoot-varïaties, die reeds menigen te genstander m de war brachten. In 1935 werd hij winnaar in het te Parijs geor ganiseerde „pre-Olympische" bokstournooi, waar- (Adv. Ingez. Med.) (Adv. Lngez. Med.) aan 64 boksers uit België, Frankrijk, Italië, Ierland, Luxemburg, Zwitserland, Tsjecho-Slowakije en Amerika deelnamen. Zijn finale-partij tegen Despaux, den sterken Franschen middengewicht werd een éclatante puntenzege. Tijdens de Spelen in Berlijn maakte Tin evenals zijn broer trou wens een voortreffelijken indruk. Wij herinneren ons in den halven eindstrijd een partij tegen den Argentijin Villareal, waarbij de gansche drukbezette Deutschland-Halle-zaal overwegend voor den prachtig attaqueerenden en sportief optredenden Hollandschcn bokser was! Nog een jaar later in 1937 dus kwam Tin Dekkers uit in Milaan in den wedstrijd om het Europcesche kampioen schap. Wat in de internationale bokswereld wel eens meer voorkwam, geschiedde ook hier: de be slissing van de jury was er min of meer naast en niet Tin Dekkers, maar zijn tegenstander, de Pool Chmielewski werd tot winnaar uitgeroepen. Prompt bood men onzen Hagenaar echter tijdens het banket namens de Italiaansche regeering den beker aan voor den besten bokser van het tournooi. Tin bokste in totaal in 96 wedstrijden, waarvan hij er 83 won en 6 verloor; 7 eindigden onbeslist. Hens Dekkers, de oudere broer, werd in het jaap vóór de Olympische Spelen, zoowel kampioen van Den Haag als kampioen van Nederland in het wel- tergewicht. In Parijs tijdens het zooeven genoemde tournooi kreeg hij den 3en prijs en in 47 wedstrijden die hij vóór de Spelen in '36 bokste versloeg hij vele bekende boksers als Coffey (Ierland), Eberts en Cahn (Duitschland), Clays (België) en o.m. den bekenden Italiaan San Cassiaanio. In totaal kwam Hens Dekkers in 84 wedstrijden uit, waarvan hij er 72 won, 3 onbeslist eindigde en 7 verloor. TYPISCHE VOORBEELDEN. Tin en Hens Dekkers zijn typische voorbeelden van jongelui uit een gegoed milieu, die de boks sport gingen beoefenen omdat zij hun hart eraan verpand hadden. Tin en Hens houden er hun lief hebberijen op na, de jongste broer schildert en zijn doeken worden in breeden kring gewaardeerd, de oudste heeft zich tot de letterkunde bekeerd; het proza en de poëzie bekoren hem sterk en zelf maakt hij lang geen onverdienstelijke verzen. Mén ziet dus wel, dat het op zichzelf al een verkeerde opvatting is te meenen dat de bokssport uitsluiten door jongemannen van geringer afkomst beoefend wordt. Maar van meer belang is het feit, dat deze boksers, wien men zeker niet kan aanzien dat zij jarenlang de sport beoefenden en in groote wedstrijden uitkwamen, afkeerig zijn van sporten die zij, op hun beurt ruw noemen! Zoo is Tin b.v. allerminst een enthousiast aanhanger van het voetbal. De gebroeders Dekkers vormen een zeldzaam veelzijdig en populair stel sport jongens, waarin de „noble art" jarenlang haar beste vertegenwoor digers heeft gevonden. En wie de bokssport op grond van mis- en onverstand een slecht hart toedraagt, die zou bij Tin en Hens Dekkers in Den Haag eens op onderzoek moeten uitgaan. Hij zou waarschijn lijk volledig .overtuigd en een ervaring rijker terugkeer en! G. H. WALLAGH. KINDERTJES KLEIN. Aangezien niet alle clubs van de afdeeling Noord I een gelijk aantal wedstrijden speelden, moest het cricketkampioenschap ditmaal op een percentage basis worden beslist; een regeling,, die in de prac- tijk niet voldaan heeft. Of men een en ander had kunnen voorzien, willen we in het midden laten, maar een feit is, dat de nieuwe titelhouder A.C.C. twee matches speelde tegen Hercules, een elftal, waarvan men wist, dat het niet sterk genoeg was voor de^e toch heusch niet zware afdeeling. A.C.C. haalde uit deze twee ontmoetingen liefst vijf punten en dat zou op zichzelf van geen door slaggevende beteekenis zijn, ware het niet, dat haar grootste concurrent Rood en Wit slechts een maal tegen de Utrechtenaren in het veld kwam en in totaal twee wedsti'ijden minder speelde. Desondanks behaalden onze stadgenooten even veel „gewone" overwinningen (4) en leden even veel nederlagen (3), waar van twee tegen de kampioenen. De Amsterdammers zegevierden echter één keer meer met innings en ook hun aantal draws was één hooger dan van Rood en Wit. Die punten kwa men uit de beide extra-matches, waardoor het per centage weliswaar beter en in deze doorslaggevend werd, maar toch voor de Spanjaardslaanbewoners bereikbaar bleef, indien ook zij 12 wedstrijden had den kunnen spelen. Dat blijkt uit de volgende cijfers: gew. gesp. gew. m.i. gel. verl. pnt. gem. A.C.C. 12 4 3 2 3 19 1.58 Rood en Wit 10 4 2 1 3 15 1.50 Daarom achten we de beslissing in zake het kam pioenschap niet geheel bevredigend, al mag men niet uit het oog verliezen, dat Rood en Wit twee maal door de titelhouders werd geklopt. Uit de door den H.C.B.-secretaris A, W. Rogge band berekende gemiddelden van de in het afge- loopen cricketseizoen geleverde prestaties, blijkt, dat O. J. Keyser (C.V.H.) en H. Zonneveld (R.C.H.) de van bondswege jaarlijks uitgeloofde medailles voor respectievelijk batten en bowlen hebben ver overd. Wat het bowlen betreft, is het typeerend, dat de beide R.C.H.-stockbowlers Zonneveld en Van Roon de hoogste twee plaatsen in den eindstand bezetten. Laatstgenoemde, die vorig jaar als nummer één eindigde, nam ook ditmaal de meeste wickets (51), maar zijn gemiddelde (5.65) was niet zoo mooi als dat van zijn clubgenoot (5.21). De Rood en Wit-ter Hans Thon deed met 47 wickets, die 5.74 runs per stuk kostten, weinig voor bovengenoemd twee tal onder. Keyser van C.V.H.dé kampioen-batsman, heeft vele jaren van N.C.B.-cricket achtèr den rug en hij heeft zich de daaruit opgedane ervaring blijk baar degelijk ten nutte gemaakt. Zijn average is bijna twee punten hooger (28.33) dan dat van den Rood en Wit „free-hitter" Nijhuis, die echter verre Een grote schrik en een goede les. Wat liep die kraan langzaam in mijn jeugd er heel anders uitzag dan tegenwoor dig, n.l. veel geheimzinniger. Langs een oeroude stenen trap van ongeveer dertig treden moest je omhoog klauteren om een deurtje te vinden, waar op een bordje stond met „winkel" erop." En daar prijkten grote vijzels en mortieren, koperen pan nen en glazen retorten, waarin de oude apotheker de hele dag zijn brouwsels bereidde. Nooit kreeg ik er genoeg van in de pannen te. kijken, die op 't vuur stonden en waaruit de wonderlijkste geu ren opstegen. Eens op een herfstavond stond ik een beetje uit te rusten in het magazijn, dat tussen de apotheek en 't kantoor lag. Met trotse blik keek ik naar de lange planken vol flessen en kruiken, schalen en potten, die ik die dag had schoongemaakt. En terwijl ik daar zo stond ik herinner 't me als de dag van gisteren! kwam een werkman met zw#*e stappen de winkel binnen. Hij vroeg een grote hoeveelheid spiritus en ik zag, hoe Klaas de knecht de lantaarn aanstak. Even later reikte hij ze mij over en beval mij, een kan spiritus uit de kelder te gaan halen. Eigenlijk zei hij er nog veel meer bij en hij stak vermaneild z'n vinger op. Maar als gewoonlijk luisterde ik niet naar z'n wijze lessen van voorzichtig zijn enz. enz. Ik holde al weg over de binnenplaats die naar de kelder voerde. Een scherpe lucht kwam me tegemoet: terpentijnolie, benzine, petroleum spiritus, zwavel- weg het grootste aantal runs heeft gescoord (265). Indien ook een prijs voor de beste allround prestatie beschikbaar zou zijn, dan zou deze ten deel moeten vallen aan J. R. Meeuwenoord (Rood en Wit), die als vijfde op de batting- en als vierde op de bowlinglijst staat geklasseerd. Deze jongeling is wel een van de meest enthousiaste cricketers onder de jeugd in ons rayon en gedu rende de vacantie ging er nauwelijks een dag voorbij, dat hij geen wedstrijd speelde. Ook in het slagen van de junioren-competitie heeft hij een groot aandeel gehad en de C.C. Wanderers heeft haar ontstaan voornamelijk aan hem te danken. Als bestuurslid van deze jongensclub organiseerde hij een ééndaagsch driehoekstournooi, dat aan de verwachtingen der jeugdige beoefenaren beant woordde en dat de belangstelling van hen allen had. Het zal overigens wel zelden voorkomen, dat een speler in één seizoen alle rangen doorloopt, want Meeuwenoord speelde gedurende dezen korten cricketzomer voor de juniores, voor het derde, het tweede en tenslotte tegen H.C.C. voor het eerste elftal. Een dergelijke verknochtheid aan den koning der sporten mocht toch zeker niet onvermeld blijven. De gewijzigde strafcorner-regel bij hockey, waarmede het vorig seizoen een proef werd ge nomen, zal dit seizoen niet worden toegepast. Men moet daaruit niet afleiden, dat de proef niet is ge slaagd, want men was het er algemeen over eens, döt dit zeker wel hét geval was. Onder de huidige omstandigheden, waarin de kans op internationaal contact vooralsnog gering moet worden geacht, oordeelde men het echter beter, om op den ouden voet voort te gaan. Gebleken is, dat de wijziging het voor de ver dediging veel moeilijker maakte om na een straf- corner hun doel schoon te houden en dat was voor al bij de dameswedstrijden het geval. De op stelling van d.e ploeg, op wier doel de strafcorner genomen werd, liet qua tactiek zooveel te wenschen over, dat een geroutineerde speelster als mevr. Van BaasbankRoos daardoor de gelegenheid kreeg, uit dergelijke situaties een belangrijk aantal doel punten te scoren. Deze goals leidden uiteindelijk tot het kampioenschap van B.D.H.C. Het heeft, nu de gewijzigde regel .voorloopig niet zal worden toegepast, weinig zin terug te ko men op wat wij destijds schreven over de meest doelmatige opstelling van de verdediging. Zeker is echter, dat er in de komende maanden minder wedstrijden door benutte straf corners zullen ge wonnen worden dan vorig seizoen het geval vvas.' Onder de Sioux-Indianen van het Duivelsmeer kent men nog steeds het beroep van „eter". Wat betekent dat nu weer, zul je vragen. Wel onder de Sioux is het een eis van goede manie ren, dat men aan een gast alle schotels voorzet, die hij maar wenst, maar deze heeft dan ook de plicht alles schoon leeg te eten. Wenst een gast bijv. biefstuk, dan komt er on middellijk een grote op tafel, ,véél groter dan een gewoon mens verorberen kan. Vandaar dan ook, dat er altijd met iedere gast een beroeps eter meekomt, die naast zijn meester piaats neemt en tot taak heeft, alles op te eten, wat deze laat staan. Er moeten Indiaanse beroepseters zijn, die des noods zeven pond biefstuk achter elkaar kunnen verorberen. 'N GOEDE RAAD. Een rijk man van geringe schaving wilde eens zijn portret laten schilderen door den beroemden schilder Lenbaeh. Toen hij echter de prijs hoorde, die deze vroeg, riep hij ontsteld uit; „Maar mijn heer Lenbaeh, dat is vreselijk duur! Zou 't niet een beetje goedkoper worden als ik zelf de verf voor 't schilderij lever?" „Niet noemenswaard antwoordde Lenbaeh. „Maar 't zou dan misschien 't makkelijkste zijn, als u ook meteen uzelf maar schilderde". Hij keerde zich om en liet den rijken man staan. Weet je, wat ik heb gezien, Toen ik laatst aan 't fietsen was? 'n Troepje-jonge veulens draafde Hupp'lend door het weidegras, Met hun leuke, stijve beentjes Staartjewippend, rank en blij Met hun lijfjes zacht als zij Draafden zij door 't gras. Weet je wat ik heb gezien Aan de slootkant van de wei? 'n Hele rij geeldonzen eendjes Zwom parmantig daar voorbij. Met hun leuke kralen-oogjes Snaveltjes zo teer en fijn. Met hun fijne pootjes, klein Roeiend op een rij. Weet je wat ik heb gezien Toen ik in de boomgaard was? 'n Allerschattigst mollig kindje Lag in 't zachte groene gras. Met twee dikke, roze beentjes Met twee wangetjes, zacht en rond Met een duimpje in zijn mond Sliep het in het gras. Weet je, wat ik heb gedacht Toen 'k die kleintjes teer Daar zag spelen tussen 't groen Liggen zoet en stil terneer? 'k Ben zo blij, dat al die lieve Kindjes op de wereld zijn 'k Wil altijd voorzichtig zijn Dat geen leed hen deer! MARIE MICHON. WAAROM ZINGEN DE VOGELS? Een vogel zingt anders dan een mens of een kind. Als jullie zingen, dan doe je dit soms omdat de juffrouw of de onderwijzer het zegt, en soms omdat je eens wilt laten zien, hoe goed je zingen kunt. Maar wil je werkelijk mooi zingen? Zing dan net als de vogels! Een vogel zingt nooit omdat het moet, en ook niet, omdat hij z'n stem eens wil laten horen. Als een vogel zingt ,dan heeft hij altijd iets uit te drukken en meestal is hij dan blij. Een zieke of treurige vogel zingt niet. In 't al gemeen zingen de vogels om hun kameraadjes te roepen, het mannetje roept zijn wijfje en omge keerd, de oude vogels roepen hun jongen met ge zang. En verder zingen ze uit pure levensvreugde, zoals b.v. de leeuwerik als hij de zon tegemoet vliegt. Ze zingen omdat ze blij zijn met hun wai-m nestje, omdat het mooi weer is, omdat ze hun heerlijke vrijheid hebben, die door niets wordt ver stoord. Het gezang der volgels was de allereerste muziek, die op aarde weerklonk, lang geleden, toen er nog geen piano's, orgels, violen, fluiten, gramofoons en radio waren en zélfs nog geen zingende mensen. Als jullie uit louter blijdschap om het heerlijke leven een liedje zingt, dan zing je pas net zo mooi als de vogels! VOOR VIJF GULDEN. De bekende komiek Weidmann, die later in Weenen zeer populair werd om zijn droge humor had zijn loopbaan als toneelspeler te danken aan een aardige grap. In zijn .jeugd leed Weid mann meest armoe en was eindelijk heel blij, toen hij eens voor vijf gulden per avond een baantje als figurant kreeg. Hij moest in een oud-Germaans stuk als lid van het veemgericht optreden en had niets an ders te doen, dan met een plechtig gezicht naast den rechter onder een oude eikeboom zitten. Maar eens op een avond toen de rechter onder ademloze stilte van het publiek aan het andere lid van het veemgericht vroeg: „Nu, hoe denkt gij over deze zaak?" zat deze blijkbaar te droo- men; tenminste hij bleef het antwoord schuldig. Bij ongeluk keek nu de rechter Weidmann aan en deze liet zich niet uit het veld slaan, maar zei met een grafstem: „Ja, Edelachtbare, wat zou ik veel kunnen zeggen voor vijf gulden!" Een daverend gelach volgde en in alle couran ten werd over het grapje geschreven. Hierdoor werd de opmerkzaamheid op Weid mann gericht, die toen weldra een goede rol als komiek te vervullen kreeg. En dit was het begin van zijn mooie loopbaan. Onbruikbaar. De jongens spelen Indiaantje en de goedige oom Frans zegt, dat hij wel mee wil spelen. Dan hou den de jongens krijgsraad en verklaren tenslotte: „Oom, 't spijt ons vreselijk voor u, maar u kunt onmogelijk meedoen. U bent al gescalpeerd, weet u!" POSTZECELRUBRIEK PRIJSVRAAG (herhaling). 30 Augustus j.l. verscheen onze prijsvraag, doch de inzendingen zijn niet zo talrijk, zodat ik de ver schillende leden nogmaals de gelegenheid geef hieraan deel te nemen en laat daarom de opgave nog eens volgen. Deze prijsvraag is in- de eerste plaats bedoeld voor de leden der postzegelrubriek en in de tweede plaats ook voor andere verzamelaars tot en met de leeftijd van 16 jaar. Er worden verschillende prij zen in .postzegels beschikbaar gesteld. Voorwaarden tot deelname aan de prijsvraag zijn: 1. Oplossingen inzenden op briefkaart of brief voor 30 September. 2. Briefkaai-ten frankeeren met minstens één zo- merzegel van 2yz cent als verplicht zegel en ver der bijfrankeren. Brieven met één zomerzegel vail 2i/2 cent en één. van 3 cent. Meerdere zomer zegels mogen natuurlijk ook opgeplakt worden, doch let wel op, dat alles voldoende gefrankeerd wordt. Briefkaarten met 4 cent, buiten de stad 5 cent. Brieven stad 5 cent, daarbuiten 7V2 cent. 3. Alle oplossingen moeten voorzien zijn van vol ledige naam en adres en leeftijd van de inzenders en worden ingewacht aan de Potszegelrubriek N.B. Ongefrankeerde inzendingen dingen niet mee Haarlem's Dagblad, Rustenburgerlaan 23, Haarlem, naar de prijzen. POSTZEGEL-PRIJSVRAAG. 1. Op welke Nederl. zegel of zegels staat een wapen? 2. Wanneer kwamen de eerste weldadigheids- zegels uit, waar en waarvoor? 3. Op welke serie herdenkingszegels zijn verschil lende Koningen afgebeeld en hoe heten zij? 4. Op welke Nederl. zegel staat een Oranjeboom? 5. Welke wapens staan er op de eerste wapen- kinderzegels in 1925? 6. Op welke serie zegels staan sportafbeeldingen en welke? 7. Op welke zegels staat een schilder afgebeeld en wie is dat? 8. Welze zegel vertoont een landkaart van Ne derland? 9. Wanneer verschenen de eerste zomerzegels en welke personen komen daarop voor? 10. Wie staat er op de 2>/a cent van de zomerzegels van 1940 en wat was hij? En nu aan het werk! Nieuwe leden: 102 Meindert Pot, Schalkwijker straat 13 rood; 104 Frits Wempe, Hof van Egmond 9; 107 Piet Peters, Balistraat 5, Heemstede; 109 J. Hoogeboom, Trompstraat 42; 111 Koos v. d. Waag, Tetterodestraat 40 rood; 113 Carla Doek, Lorentz- kade 154; 114 Elsje Doek, Lorentzkade 154; 116 Aafke de Jong, Zijlweg 228 (Overveen). GEZICHTEN IN DE SPIEGEL. Je hebt er zeker nog nooit zo over nagedacht, dat de twee helften van je gezicht, die door de neusrug gescheiden worden, verschillend zijn. Toch is dit het geval: je kunt het zien, als je een goede foto bekijkt. Er is geen mens op de wer#l, wiens gezicht helemaal regelmatig is. Ik Weet nog een goede manier om dit op te merken: ga eens achter iemand staan, die in de spiegel kijkt en let nauwkeurig op zijn of haar gezicht. Je zult dan denken: hé, dat geizcht lijkt nu heel anders dan gewoon! Dit komt omdat je in de spiegel de rechter- gezichthelft links en de linkerhelft rechts ziet. En aangezien die twee helften verschillend zijn, maakt het hele gezicht een andere indruk clan zonder spiegel. Van jezelf kun je dit natuurlijk niet controleren, want je hebt je eigen gezicht nog nooit anders dan in een spiegel gezien! Knap, wie me tegenspreekt Een verhaal van grootvader. Mijn grootvader, de professor kan allerlei leuke en gezellige verhalen vertellen, 't Meest genieten we nog, als hij vertelt uit z'n jeugd. „Jullie zoudt 't misschien niet geloven", zei Grootvader eens, „maar eigenlijk ben ik professor geworden door een geweldige schrik, die ik eens kreeg. Luister maar: Toen ik zestien jaar was, was ik eigenlijk een lummel van een jongen. Nooit had ik ergens m'n hoofd bij, ik huppelde van 't ene pretje naar 't andere en leren.... ho maar! Als m'n vader wel eens vroeg, wat ik later worden wilde, zei ik eens: ontdekkingsreiziger, dan weer: toneelspeler of acrobaat of musicus, 't Was steeds wat anders en zelden wat. goeds! M'n vader werd er op 't laatst wanhopig van en besloot toen ik de school had afgelopen, kort en goed, me bij een apotheker in de leer te doen. Toen ik dit hoorde, leek 't me prachtig. Ik kende den ouden apotheker met zijn lange neus en grote brilleglazen en ik had al heel wat ouderwetse boe ken gelezen over alchemisten en dergelijke grie zelige mannen, die 's nachts bij lichte maan al lerlei toverdrankjes bereiden ih vervaarlijk ro kende ketels. Zooiets stond me zo op 't eerste ge zicht best aan. En daarbij kwam, dat een apotheqk aether en wat niet al. Ik snoof de benauwde geuren met welbehagen op, zette de lantaarn op een traptrede, de tinnen kan onder het spongat en de kraan open. Wat liep die kraan langzaam! Ik stond er ongeduldig bij. De werkman zou zeker ongeduldig worden! Even kijken of de kan nog niet vol was. Vóór ik 't wist had ik al een lucifer afgestoken, hield 't vlammeltje omhoog en keek. Pom! Een hevige slag en een helstralend licht! Blauwe, rode. gele vlammen! Ik stond verlamd van schrik. Dan keek ik naar al die vaten en dacht aan ontploffingen. Bevend van angst holde ik de keldertrap op en gooide de ijzeren deur in 't slot. En ik, die daarnet nog den knecht om z'n wijze lessen uitgelachen had, holde^, nu, huilend als een klein kind, de apotheek in, jammerend van „O Klaas, Klaas help toch! De H^le kelder staat in brand!" S Klaas ook opeens bleek en angstig, liep achter me aan naar de kelderdeur, legde z'n oor er tegen aan en luisterde. 't Leek of de minuten uren werden. Hij luisterde nog eens. En dan schoof hij langzaam, heel voorzichtig de deur opende spiritus stroomde nog altijd in de kan, maar er was geen vlam meer. 't Was uit! Vanzelf uitgegaan! Ik heb die avond zeker wel een uur lang nage- huild, zó had de schrik me te pakken. En sinds <die dag heb ik zo'n hekel gekregen aan het uithalen van domme streken, dat ik nooit meer anders heb kunnen doen dan heel hard werken" besloot Grootvader zijn verhaal. „Zie je en daardoor ben ik dus eigenlijk pro fessor geworden". ETER VAN BEROEP.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 8