AB'S AVONTUREN Een man verdween.. VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1940 HAAREEM'S DAGBEAD In verband met de groentenexport naar Duitschland zijn taldijke bloemkweeke- rijen zich gaan toeleggen op het telen van groente. In een der kassen te Aalsmeer, waar vele bloemkweekers zich in dienst hebben gesteld van de voedselvoroziening. (Foto Pax Holland.; HAARLEMSCHE RECHTBANK. Kellner wilde zijn huis in brand steken. De uitermate slechte invloed, welken het overmatig gebruik van sterken drank op den mensch kan heb ben, bleek wederom uit een geval, dat Donderdag voor de Arr. rechtbank te Haarlem behandeld werd. Een kellner, wonende in Haarlem, ging op den morgen van 27 Juli met zijn kind in Heemstede zijn moeder bezoeken. Voordien had hij reeds eenige borrels gedronken. Toen de president hem ter terechtzitting vroeg waar om of hij die borrels had gedronken, was zijn ant woord: „omdat ik voor den regen in een café moest schuilen." In Heemstede bezocht hij echter nog meer cafés en dronk nog ettelijke glaasjes uit. Thuis gekomen was hij onder den invloed van dezen sterken drank in een weerspannige stemming gekomen. Hij haalde een kruik met petroleum tevoorschijn en goot de brandbare vloeistof uit over het kleed in de voorkamer van zijn huis. Hij wierp een brandende lucifer erop, doch zijn vrouw trapte deze uit. Gelukkig werd hem op die wijze belet om brand te stichten. In ieder geval on dernam hij een poging daartoe. Bij een familielid had hij zich op soortgelijke Wijze misdragen. De officier eischte tegen dezen verdachte een ge vangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een bijzondere voorwaarde t.a.v. het gebruik van sterken drank. De verdediger mr. Nieuwenhuys wees op het feit dat de verdachte bij zijn werkgever hoog aange schreven staat, en vroeg een voorwaardelijke gevan genisstraf. Uitspraak over 14 dagen. Peulvruchten gekocht zonder bon. Een Haarlemsche restaurateur stond Donderdag voor de Arr. rechtbank te Haarlem terecht, verdacht van het inkoopen van peulvruchten zonder bon. Hy liet 144 kg. witte boonen en 50 kg. capucijners in koopen zonder de daarvoor vereischte bonnen te geven. De verd. zei dat de onregelmatigheid te wijten was aan den boekhouder, die de zaak verslonsd heeft De Officier eischte tegen hem een boete van f 50 subs. 25 dagen en verbeurd verklaring van de in beslag genomen peulvruchten. Tegen den leverancier, die op de belofte dat hij de bonnen zou krijgen het bestelde af gaf, eischte de officier f 75 boete subs. 25 d. Uitspr. over 14 d. NED. NATUURHISTORISCHE VEREENIGING. De leden der afd. Haarlem en omstreken van de Ned. Natuurhistorische Vereeniging maken Zater dag 28 September a.s. een excursie naar de fruit- kweekerij „De Olmenhorst" te Abbenes (Haarlem mermeer). Zondag 29 September wordt een paddestoelen excursie naar de Heerenduinen bij Velsen gemaakt, onder leiding van den heer G. L. van Eijndhoven. JUBILé. Vandaag herdenkt, de heer L. v. Wieringen den dag waarop hij voor 25 jaar als bankwerker in dienst kwam bij de Ned. Spoorwegen (Centrale Werk plaats). Van de directie ontving hij de gebruikelijke gratificatie en van zijn collega's een leeslamp. De diefstal van distributiebonnen. Weer twee personen gearresteerd. De recherche van het bureau Adelaarsweg te Amsterdam zet met groote kracht het onderzoek inzake den diefstal van distributiebonnen uit het kantoor Laanweg voort. In den loop van Donder dag zijn opnieuw twee mannen gearresteerd, waar door het totale aantal arrestanten tot elf is gestegen. De beide arrestanten van Donderdag hebben het grootste deel van de bonnen ongeveer tweederde van den buit van den rijwielhandelaar K., bij wien een deel van het gestolen goed is aangetroffen opgekocht. Zij betaalden hiervoor de som van 1700 gulden. Het tweetal is voorloopig in verzekerde be waring gesteld. UIT DE STAATSCOURANT. Bij besluit van 25 September 1940 van den generaal-majoor N. T. Carstens, daartoe gemach tigd door den bevelhebber van de Duitsche weer macht in Nederland is te rekenen van 15 Juli 1940, aan den luitenant-kolonel J. W. Oosterveen, op nonactiviteit van het wapen der infanterie, op het daartoe door hem gedaan verzoek, eervol ontslag verleend uit den militairen dienst. Collecte Roode Kruis te Haarlem. Voor het Parkherstellingsoord. Men schrijft ons: Het Haarlemsche Roode Kruis gaat weer col lecteeren ten bate van zijn Parkherstellingsoord. Deze jaarlijksche collecte ter versterking van haar geldmiddelen heeft de afdeeling noodig om genoemde instelling, waar talrijke patiënten hun door ziekte of operatie verloren krachten komen herwinnen, in stand te houden. Aan den Zijlweg. min of meer verborgen achter de hoog opschietende heesters, staat de Lighal, waar de patiënten den dag doorbrengen en hun maaltijden krijgen. In tegenstelling met de gewoonte in andere plaatsen heeft men in Haarlem steeds den na druk gelegd op de noodzakelijkheid van een krachtige voeding, waardoor voorkomen wordt, dat een huisvrouw 's avonds thuiskomende, nog voor de taak gesteld wordt een warmen maaltijd te bereiden. Dat deze voeding van een twaalftal patiënten in den tegenwoordigen tijd heel wat hoofdbre kens kost en in de toekomst nog moeilijker zal worden, spreekt vanzelf. Daarom heeft men geld noodig; daarvoor wordt weer gecollecteerd. Wij beseffen zeer goed, dat wij weer een beroep moeten doen op de hulp van velen, op 5 October a.s. een deel van hun tijd op te offeren als col lectant, maar wij vertrouwen dat vooral de leden van de. verpleeg- en transportcolonne daar toe bereid zullen zijn en dat bovendien vele andere dames en heeren het Roode Kruis zullen willen helpen. Men kan zich daartoe opgeven, liefst zoo spoedig mogelijk bij den heer F. Joh. Rohlfs. Anegang 17 en bij de firma Ma thot aan de Groote Houtstraat. FAILLISSEMENTEN. (Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf en Co. N.V., Amsterdam). Utgesproken: 24 Sept. Johannes Eerenberg, timmerman, wo nende te Hilversum, Fazantenstraat 60, Recht. Comm. Mr. A. C. N. P. Ruijs. Curator Mr. R. Meurs, Kerkstraat 87, Hilversum. Opgeheven wegens gebrek aan actief: 4 Sept. J. C. Tersteeg, schilder, Utrecht. 19 Sept. Arend Beekman, slager, De Steeg, ge meente Rheden. 19 Sept. N.V. Glascommissie den Haag v/h. E. Menzel, Den Haag. Gedeponeerde uitdeelingslijsten: 8 Sept. De Diepenveensche Landbouwvereeni- ging, Diepenveen, Geëindigd door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst. Uitk 8,855 pet. J. Cornelisse, handelaar in tabak, Amsterdam. Geëindigd door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst. HOOG BEZOEK AAN IERSEKE. IERSEKE, 26 September (A.N.P.) Hedenoch tend heeft de General-Kommissar für Finanz und Wirtschaft, rijksminister Fischhpck, een bezoek ge bracht aan de oester- en mosselkweekerijen. Vaste Commissie voor Uitbréidings- en Streekplannen. Wat de commissie voor Haarlem en Omstreken deed. Ged. Staten hebben bij Prov. Staten van Noord- Holland ingediend het verslag van de werkzaam heden van de Vaste Commissie voor Uitbreidings plannen en Streekplannen in Noord-Holland over het tijdvak 1 April 1939 tot 1 April 1940. Aan dit verslag is het volgende ontleend be treffende: BEVERWIJK. Ged. Staten zonden om advies toe het vastge stelde uitbreidingsplan Beverwijk I, voor gronden aan de west- en noordzijde van de bebouwde kom van Beverwijk, welk plan een onderdeel vormt van een in voorbereiding zijnd algemeen uitbrei dingsplan. Het ontwerp hiervoor was in nauw-overleg met de Vaste Commissie en de Streekplancommissie IJmond-Noord opgemaakt. De Streekplancommis sie had er geen bezwaar tegen, dat tot vaststelling van dit plan werd overgegaan vóór de vaststelling van het streekplan. De Commissie deelde aan Ged. Staten mede, dat het plan haars inziens een logische uitbreiding van Beverwijk waarborgt, waarin de belangen van werken, wonen, ontspanning en verkeer tot hun recht komen. Zij adviseerde tot goedkeuring, het zij met uitzondering van het gedeelte, waarin breedte en dwarsprofiel van den verkeersweg noord-zuid niet geheel overeenkwamen met het ontwerp-streekplan, hetzij met verzoek aan het gemeentebestuur spoedig en voordat tot uitvoering van dit deel van het uitbreidingsplan wordt over gegaan, een wijziging tot stand te brengen, waar bij de verkeersweg noords-zuid in overeenstemming wordt gebracht met het ontwerp-streekplan. Een beslissing van Ged. Staten was op 1 April nog niet gevallen. BLOEMEND AAL. Met de gemeentebesturen van Bloemendaal en Haarlem werd in verband met plannen voor den bouw van een school aan den oostkant van den Korten Zijlweg te Bloemendaal een bespreking ge houden over regeling van de bebouwing benoor den de Brouwersvaart, ten einde tot overeenstem ming te komen over de iin beide gemeenten te ne men maatregelen voor het behoud van het uitzicht over de bollenvelden naar Haarlem. De vertegenwoordigers van het gemeentebestuur van Haarlem verklaarden zich bereid, wijziging van het voor dit deel der gemeente geldende uitbrei dingsplan en aankoop van de bollenvelden te be vorderen, indien ook op Bloemendaalsch gebied het behoud van het beroemde uitzicht volledig zou worden gewaarborgd door aankoop van de bollen velden door deze gemeente. De vertegenwoordi gers van het gemeentebestuur van Bloemendaal zegden toe, dit voorstel aan den Raad voor te leg gen en te steunen. Het resultaat hiervan is nog niet bekend. CASTRICUM. In antwoord op een verzoek van den burge meester om advies over het denkbeeld van een VOOR DE KINDEREN Ab vergat dat hij in de touwen zat van zijn eigengemaakt luchtschip. Het was beneden hem net een sprookjesland. Hij boog zich steeds meer voorover en toen gebeurde het groote ongelukZijn handen had den de touwtjes losgelaten en op het zelfde oogenblik viel hij als een steen loodrecht naar beneden. En zijn bal lon? Die vloog rustig verder. Terwijl hij viel, dacht hij aan zijn verloren luchtschip en vooral aan den motor, dien hij nu niet meer terug kon brengen. O! wat had hij nu een spijt van dat alles! Was hij maar niet met dat spelletje begonnen, dan had hij nu rustig thuis brrrrrrrr, wat was dat koud! Op dat moment was Ab ondergedompeld in de rivier, die hij zooeven onder zich had zien stroomen. Maar op dat witte bruggetje had een man gestaan, die verwonderd naar den vliegenden luchtvisch had staan kijken. Hij zag ook, dat er iets aanhing, wat meevloog. Op het zelfde oogenblik zag hij, dat er wat naar beneden viel. Toen het dichter bij kwam, gaf hij een schreeuw en rende naar den kant van de rivier; maar op dat moment dook Ab juist weer onder water. Maar 'toen zijn hoofd weer boven water uitstak, ke ken beiden elkaar verwonderd aan. uitbreidingsplan met een nieuwen rijweg naar z en villabebouwing op den buitensten duinrei deelde de Commissie mede, dat haars inziens ai een dergelijk plan geen behoefte bestaat en h om verschillende redenen ongewenscht is te ac ten. Een vraag van den Inspecteur voor de Volkshui vesting, of de Commissie met hem een uitbreiding plan-in-hoofdzaak voor het gebied buiten het ui breidingsplan-in-onderdeelen noodig acht, was 1 April nog niet beantwoord. HAARLEM. Naar aanleiding van de hiervoren onder Blo mendaal vermelde bespreking over het vrijhoud van het beroemde uitzicht van den Korten Zijhv over de Brouwersvaart op Haarlem had in afwac ting van het resultaat van deze bespreking ree een begin van overleg plaats over wijziging v; het uitbreidingsplan van Haarlem benoorden Brouwersvaart. Met het voor gronden bezuiden het uitbreiding plan Zuid-Oost en voor de ingetrokken gedeelt* der uitbreidingsplannen Noord en Zuid-Oost gemaakte uitbreidingsplan-in-hoofdzaak, waarov met haar in de vorige verslagperiode overleg w gepleegd en dat berustte op een uitvoerige stud in het bijzonder wat betreft de in de toekomst verwachten bevolking, kon de Commissie zich ze wel vereenigen; het vormde haars inziens een go( den grondslag voor de ontwikkeling van Haarlei Ten aanzien van de ingekomen bezwaarschri ten was zij van oordeel, dat het stedebouwkund gezien ongewenscht zou zijn, aan de wenschen v de reclamanten tegemoet te komen. Mitsdien adviseerde zij Ged. Staten aan het ii trekkingsbesluit, de wijziging der bebouwingsvoo schriften bij het uitbreidingslan Zuid-Oost en h uitbreidingsplan-in-hoofdzaak hun goedkeuring hechten. De beslissing was op 1 April nog niet genomen HAARLEMMERMEE Over het haar door het gemeentebestuur toeg< zonden ontwerp tot aanvulling van het uitbre dingsplan Badhoevedorp II deelde de Commiss aan dit College mede, dat zij daarmede accooi ging, ofschoon de omvang grooter was dan destiji was afgesproken. Enkele opmerkingen van ondei geschikte beteeken is bracht zij ter kennis van de ontwerper. Aan Ged. Staten deelde de Commissi mede. dat het ontwerp bij haar was ingekome en haar instemming had verworven. Het overleg met het gemeentebestuur en de ontwerper over een beperkt uitbreidingsplan voc het dorp Heemskerk, dat het gemeentebestuu langen tijd had laten rusten, werd weder opgeno HEEMSTEDE. Ged. Staten zonden om advies toe een schrijve van den Inspecteur voor de Volkshuisvesting, be treffende een tekort aan gelegenheid voor "dei bouw van arbeiderswoningen, waarin o.m. in over weging werd gegeven het gemeentebestuur te ver zoeken zoo spoedig mogelijk een wijziging van he uitbreidingsplan aanhangig te maken, waarbij be paalde terreinen, die organisch aansluiten aai thans reeds bebouwde terreinen in de kern Heem stede, voor arbeiderswoningbouw met uitsluitin van elke andere bebouwing worden bestemd. De Commissie deelde geheel de meening van dei Inspecteur, dat een desbetreffende wijziging vai het uitbreidingsplan gewenscht is. In overleg en samenwerking met den dienst va! Gemeentewerken werd eefl geschikte plaats voo deze soort bebouwing gevonden en een wijzigini van het uitbreidingsplan ontworpen. Het ontwerp moest op 1 April nog aan de Com missie worden toegezonden en in afwachting daar van werd het advies aan Ged. Staten nog niet uit gebracht. VELSEN. Op een verzoek van Gedeputeerde Staten naa! het oordeel der Commissie over een door den Mi nister van Binnenlandsche Zaken aan hen voorge legde vraag, of wijziging van het uitbreidingsplai noodig zou zijn ter voorziening in de behoefte aai industrieterrein, gaf de Commissie naar aanleiding van een rappel voorloopig ten antwoord haar mee- ning te zullen mededeelen na ter zake overleg me het gemeentebestuur te hebben gepleegd. Op 1 April was nog in behandeling, een ontwerp* wijziging van het uitbreidingsplan voor Santpoort tusschen Hagelingerweg en Kerkweg. ZANDVOORT. Overleg had plaats over een partieel uitbrei dingsplan voor de Verlengde Dr. Gerkestraat, doch werd niet beëindigd wegens mobilisatie van den Directeur van Publieke Werken. Ten aanzien van het door Gedeputeerde Staten toegezonden, ontijdig vastgestelde plan adviseerde de Commissie de goedkeuring te onthouden wegens bezwaren tegen enkele punten der detailleering en de inrichting van de kaart, alsook wegens hei ontbreken van bebouwingsvoorschriften en toelich. tende beschrijving. B. en W. zonden sedert in overleg met de Com missie verbeterde kaarten en stukken in aan Ged. Staten. Het College was echter van oordeel, dat de aangebrachte verbeteringen niet louter van formee* len aard waren en dit nieuwe plan niet kon wor den aangemerkt als het eerst vastgestelde, zoodat het alsnog door den Raad behoorde te worden vastgesteld. Op 1 April werd dit plan nog tegemoet gezien. door LESLIE FORD. 14) Ze kreeg een giechelbui. Toen betrok haar ge zicht. „Als vader er maar niet is" zei ze, en haar stem beefde eventjes. „Als hij me met met iemand zag, zou het ontzettend zijn. Voor moeder, bedoel ik; ik trek me er niets van aan. „Zij keek vlug naar de deur; de knop bewoog. „Maar ik zal er wel wat op vinden", fluisterde ze. Het eerste deel van het programma liep zoo vlot van stapel, alsof het al van te voren afgespro ken was waarschijnlijk was dat ook wel zoo. In elk geval Monty greep naar zijn hoed met een zwierige nonchalance die zelfs Bill hem niet ver beterd zou hebben. „Als je het goed vindt, Dutch, zal ik juffrouw Ridley even in mijn auto wegbren gen. Ik moet in elk geval nog naar de Visschersbrug. Oké?" De glimlach van Dutch was al even langzaam en even hoonend als zijn stem. „Als je maar in tien minuten terug bent", zei hij. Maar Monty en Lisa waren al verdwenen. Hij liep naar de deur. „Heb je gehoord wat ik zeg?" bulderde hij hen achterna en keek met een grijns naar mij. „Nu zal hij misschien om twaalf uur wel terug zijn". Hij keek Steve aan; zijn gezicht werd plotseling ernstig en hij legde onhandig een hand op zijn schouder. „Houd je kalm, kerel", zei hij. Wij stapten in de auto en reden weg. Steve zat naast mij in elkaar gedoken en zei langen tijd niets; toen merkte hij op: „Ze knort nog net als vroeger". Ik schrok op, maar besefte met eenige opluch ting, dat hij de auto bedoelde, niet mevrouw Chapman. Ik zei enkel: „Zoo?" Er waren zooveel andere dingen die ik graag had willen zeggen, maar het was mij niet mogelijk. En ik was bang dat iets dat ik over Cecily of George zou zeggen, juist de verkeerde uitwerking zou hebben. ^Hoe lang bent u hier al boschwachter?" vroeg ik plotseling. Het was niet mijn bedoeling ge weest; het was er uit, voor ik het wist. „Ik ben maar tijdelijk", antwoordde hij; hij vond de vraag blijkbaar doodgewoon. „Ik ben een maand geleden aangesteld, toen de boschwachter in Doorlaat naar het ziekenhuis moest voor een blinde darm. Daarvoor ben ik brandwacht ge weest op Pelican Cone. Daar heb ik den heelen vorigen zomer gezeten". „Dat moet wel een eenzqam baantje geweest zijn", zei ik, en dacht vlak daarna: „,Hoe kan je zoo'n stommiteit zeggen!" En toen maakte ik het nog erger door er aan toe te voegen: „Ik bedoel zoo heelemaal alleen op den top van een berg". „Je hebt een hoop tijd om na te denken", zei hij rustig. Wij naderden het hotel, en een oude vogelver schrikker van een auto, die den oprit was komen afrijden, stopte aan den kant van den weg met een gekrijsch als een karrevracht vol magere varkens. Achter de gebarsten en met pleister beplakte voorruit vandaan groette Monty ons met breeden grijns. Ik reed den weg in naar het par keerterrein achter het hotel. Lisa had nog niet veel tijd gehad om haar werk te doen, en ik overwoog een oogenblik of ik haar niet meer tijd moest laten. Maar ik bedacht me dat het makke lijker voor haar zou zijn om ze naar buiten te krijgen dan om ze buiten te houden, en dus schoot ik met een vaart achter de keuken om en zette de auto op een open plaats. Wij haastten ons naar de achterdeur van het hotel en kwamen in de hal. Ik slaakte een zucht van verlichting; niet alleen zag ik George of den kolonel niet in den salon, maar er was niemand, zelfs geen liftjongen. Iedereen stond op de veranda. Ik hoorde een doordringende vrouwenstem zeggen: „Waar zijn ze dan? Ik zie heelemaal geen elanden. Ze is stapel!" „Ga mee! Vlug!" zei ik tot Steve. Als die vrouw ze niet kon zien,- dan zou kolonel Primrose ze nog veel minder zien, en hij zou onmiddellijk onraad ruiken. Onze voeten klonken bedenkelijk luid door den leegen gang. Toen we bij het trapje waren, keek ik achterom. Ik zag de menschen weer naar binnen stroomen en zag hoe de kolonel bij den hoek van de balie stond en ons nakeek. Wij lie pen nog harder. Steve's lange beenen namen één pas tegen ik drie. De kolonel was voor het oogenblik minder gevaarlijk dan George, maar George was nergens te zien. Ik stond voor de deur van de zitkamer en stak mijn hand uit naar de deurknop, toen ik een deur een eind verderop hoorde openen. Ik keek rond. Mevrouw Ridley was naar buiten gekomen en was, toen zij ons zag, stilletjes, weer in haar ka mer teruggegaan. Ik keek Steve aan, maar hij had haar óf niet gezien, óf hij kende haar niet. Het kwam er natuurlijk niet op aan, maar het was toch eën beetje vreemd een beetje ge heimzinnig en vaag verontrustend. Ik tikte aan en opende de deur. Mevrouw Chapman stond bij de tafel voor het raam en sloot de lade met een korte beweging van haar lichaam. Ik zag haar iets op tafel leg gen toen ze zich omdraaide, en zag nog juist achter haar japon vandaan den blauw-glimmen- den loop van George's revolver uitsteken. Me vrouw Chapman stond rechtop. Zij keek Steve strak aan, haar oogen boorden koel en onderzoekend in de zijne. Ik 'deed de deur dicht, draaide den sleutel om en bleef wachten; ik voelde de geladen stilte in iedere zenuw van mijn lichaam. Geen van beiden bewoog een spier, of maakte eenig gebaar om den afstand, die als een afgrond tusschen hen lag, te verminderen. Toen, plotseling, terwijl ik mijn hart tot ijs voelde bevriezen, zag ik het grimmige harde ge zicht van mevrouw Chapman zacht worden, en haar oogen vulden zich met tranen. Haar lippen trilden en zij strekte de armen naar hem uit. „Steve. Mijn jongen", fluisterde zij. Nog een oogenblik, zoo lang dat het eindeloos scheen, bleef Steve stijf en me.t gespannen spie ren staan, toen sprong hij naar voren. Hij viel in haar armen en drukte zijn hoofd tegen haar borst. De tranen stroomden van haar wangen. „Waarom heb je dat gedaan, Steve?" Zij suste hem als een klein kind, met een stem zoo teer dat ik mijn ooren niet kon gelooven. „God dank dat we je gevonden hebben. Steve! M'n jongen, m'n jongen!" Ik draaide den sleutel terug en sloop voor zichtig de deur uit en naar mijn kamer. Ik bleef in het donker voor het raam staan cn keek dooi de inktzwarte franje der dennen heen naar het kalme glinsterende meeroppervlak. Eigenlijk wist ik over Steve Grant nog maar weinig meer dan drie uur geleden, maar door al die menschen die zoo'n onbegrensd vertrouwen m hem hadden mevrouw Chapman, Monty, Dutch, zelfs Lisa was hij in mijn geest volkomen vrijgesproken van alles wat hij in het verleden misdaan scheen te hebben. Er werd op mijn deur geklopt. Ik schrok op en wendde mij snel om, voor ik „Binnen" zei. De deur ging open en mijn zoon, in pyjama en gestreepte kamerjas, waar hij de laatste maanden volkomen uitgegroeid was, stond verschrikt en met verwarde haren op den drempel in het licht van de gang. „Moeder, waar ben je toch?" riep hij uit. Hij zocht naar het knopje, draaide het licht aan en sloot de deur. Zijn gezicht was bijna komisch van verwarring, zijn oogen glommen nog van slaap. „Het is zoowat middernacht. Waar ben je toch geweest?" „Nergens, lieverd", zei ik. Hij liep naar voren en kwam op den rand van mijn bed zitten. „Zeg mams", zei hij, nadat een tijdje lang een gat in zijn pantoffel bestaard had, „is het waar dat Cecily met dien opschepper gaat trouwen?" „Als je daarmee George Pelham bedoelt: het schijnt van wel". „En is het waar dat die vent, waarvan ze dachten dat-ie dood was, weer boven water gekomen is?" Ik knikte. „Wie heeft je dat verteld?" „Lisa". Toen ging hij voort: „Ze zegt dat Ce cily nog altijd verkikkerd op hem is, en hij op haar. Is dat zoo?" „Ik weet het niet, jong", zei ik, „maar het zou me niet verwonderen". „Nou dan, wat doet ze dan zoo mal om met dien vent te willen trouwen? Daar kan ik niet bij". „Zoo is het leven, Bill", zei k. „Ik vind het allemachtig raar". „Dat is het ook. Hoe ouder je wordt, des te raarder wordt het". Ilc had het nog over het leven, maar mijn zoon heeft een concreter geest. „Ik wou dat iemand hem op een ritje trac- teerde en niet terugkwam, voor hij begraven was", zei hij. „Bill!" riep ik uit. „Zoo mag je niet praten!' „Lisa zegt „Het kan me niet schelen wat Lisa zegt!" Plot seling liet ik mijn stem dalen. Wie weet zat Lisa's vader te luisteren, met zijn oor tegen het sleu telgat van de verbindingsdeur gedrukt. „Lisa zegt altijd alles wat haar voor haar mond komt. Ga nu naar bed en denk er niet meer over". Hij gaf me plichtsgetrouw een zoen ergens opzij van mijn wang en liep neerslachtig naar de deur. Daar stond hij. met zijn hoofd omlaag en zijn rug naar me toe, tegen den kant van het deurkleedje te schoppen „Moeder", zei hij zielig, zonder om te kijken. „Ja, Bill". „Moeder, je gaat toch niet met kolonel Prim rose trouwen, is 't wel?" Ik hapte in de letterlijke beteekenis van het woord naar adem. „Maar Bill! Hoezoo?" Hij keek met een ongelukkig gezicht op. „Ik hoorde den ouwen zuurpruim tegen zijn blonde walvisch zeggen, dat je alles op haren en snaren zette om hem te vangen, en hij hangt hier altijd rond, en ik weet ie: ik vind hem wel een fijne vent, maar moeder Hij probeerde te grijns lachen, maar het lukte niet. „Hoor eens, Bill", zei ik. Hij kwam naar me toe en ging weer naast me zitten. Het was over eenen toen hij me opnieuw goedennacht kuste, en ik bleef in mijn deur staan totdat hij de zijne achter zich gesloten had. Toen ik de mijne wilde sluiten, zag ik de deur van mevrouw Chapman's kamer opengaan, fteve Grant kwam naar buiten: hij bleef een oogenblik in de gang stilstaan om naar George's deur te kijken. Zelden zag ik een gezicht tegelijk zoo bleek en zoo grimmig. .(Wordt vervolgd)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6