AB'S AVONTUREN
Een man verdween..
VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1940
HAAREEM'S DAGBEAD
In verband met de groentenexport naar Duitschland zijn taldijke bloemkweeke-
rijen zich gaan toeleggen op het telen van groente. In een der kassen te Aalsmeer,
waar vele bloemkweekers zich in dienst hebben gesteld van de voedselvoroziening.
(Foto Pax Holland.;
HAARLEMSCHE RECHTBANK.
Kellner wilde zijn huis in
brand steken.
De uitermate slechte invloed, welken het overmatig
gebruik van sterken drank op den mensch kan heb
ben, bleek wederom uit een geval, dat Donderdag
voor de Arr. rechtbank te Haarlem behandeld werd.
Een kellner, wonende in Haarlem, ging op den
morgen van 27 Juli met zijn kind in Heemstede zijn
moeder bezoeken.
Voordien had hij reeds eenige borrels gedronken.
Toen de president hem ter terechtzitting vroeg waar
om of hij die borrels had gedronken, was zijn ant
woord: „omdat ik voor den regen in een café moest
schuilen."
In Heemstede bezocht hij echter nog meer cafés
en dronk nog ettelijke glaasjes uit.
Thuis gekomen was hij onder den invloed van
dezen sterken drank in een weerspannige stemming
gekomen.
Hij haalde een kruik met petroleum tevoorschijn
en goot de brandbare vloeistof uit over het kleed
in de voorkamer van zijn huis.
Hij wierp een brandende lucifer erop, doch zijn
vrouw trapte deze uit. Gelukkig werd hem op die
wijze belet om brand te stichten. In ieder geval on
dernam hij een poging daartoe.
Bij een familielid had hij zich op soortgelijke
Wijze misdragen.
De officier eischte tegen dezen verdachte een ge
vangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden
voorwaardelijk, met een bijzondere voorwaarde t.a.v.
het gebruik van sterken drank.
De verdediger mr. Nieuwenhuys wees op het feit
dat de verdachte bij zijn werkgever hoog aange
schreven staat, en vroeg een voorwaardelijke gevan
genisstraf.
Uitspraak over 14 dagen.
Peulvruchten gekocht
zonder bon.
Een Haarlemsche restaurateur stond Donderdag
voor de Arr. rechtbank te Haarlem terecht, verdacht
van het inkoopen van peulvruchten zonder bon. Hy
liet 144 kg. witte boonen en 50 kg. capucijners in
koopen zonder de daarvoor vereischte bonnen te
geven.
De verd. zei dat de onregelmatigheid te wijten
was aan den boekhouder, die de zaak verslonsd
heeft
De Officier eischte tegen hem een boete van f 50
subs. 25 dagen en verbeurd verklaring van de in
beslag genomen peulvruchten.
Tegen den leverancier, die op de belofte dat hij
de bonnen zou krijgen het bestelde af gaf, eischte
de officier f 75 boete subs. 25 d.
Uitspr. over 14 d.
NED. NATUURHISTORISCHE VEREENIGING.
De leden der afd. Haarlem en omstreken van de
Ned. Natuurhistorische Vereeniging maken Zater
dag 28 September a.s. een excursie naar de fruit-
kweekerij „De Olmenhorst" te Abbenes (Haarlem
mermeer).
Zondag 29 September wordt een paddestoelen
excursie naar de Heerenduinen bij Velsen gemaakt,
onder leiding van den heer G. L. van Eijndhoven.
JUBILé.
Vandaag herdenkt, de heer L. v. Wieringen den
dag waarop hij voor 25 jaar als bankwerker in
dienst kwam bij de Ned. Spoorwegen (Centrale Werk
plaats). Van de directie ontving hij de gebruikelijke
gratificatie en van zijn collega's een leeslamp.
De diefstal van distributiebonnen.
Weer twee personen gearresteerd.
De recherche van het bureau Adelaarsweg te
Amsterdam zet met groote kracht het onderzoek
inzake den diefstal van distributiebonnen uit het
kantoor Laanweg voort. In den loop van Donder
dag zijn opnieuw twee mannen gearresteerd, waar
door het totale aantal arrestanten tot elf is gestegen.
De beide arrestanten van Donderdag hebben het
grootste deel van de bonnen ongeveer tweederde
van den buit van den rijwielhandelaar K., bij wien
een deel van het gestolen goed is aangetroffen
opgekocht. Zij betaalden hiervoor de som van 1700
gulden. Het tweetal is voorloopig in verzekerde be
waring gesteld.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij besluit van 25 September 1940 van den
generaal-majoor N. T. Carstens, daartoe gemach
tigd door den bevelhebber van de Duitsche weer
macht in Nederland is te rekenen van 15 Juli 1940,
aan den luitenant-kolonel J. W. Oosterveen, op
nonactiviteit van het wapen der infanterie, op het
daartoe door hem gedaan verzoek, eervol ontslag
verleend uit den militairen dienst.
Collecte Roode Kruis te Haarlem.
Voor het Parkherstellingsoord.
Men schrijft ons:
Het Haarlemsche Roode Kruis gaat weer col
lecteeren ten bate van zijn Parkherstellingsoord.
Deze jaarlijksche collecte ter versterking van
haar geldmiddelen heeft de afdeeling noodig om
genoemde instelling, waar talrijke patiënten
hun door ziekte of operatie verloren krachten
komen herwinnen, in stand te houden. Aan den
Zijlweg. min of meer verborgen achter de
hoog opschietende heesters, staat de Lighal,
waar de patiënten den dag doorbrengen en hun
maaltijden krijgen.
In tegenstelling met de gewoonte in andere
plaatsen heeft men in Haarlem steeds den na
druk gelegd op de noodzakelijkheid van een
krachtige voeding, waardoor voorkomen wordt,
dat een huisvrouw 's avonds thuiskomende,
nog voor de taak gesteld wordt een warmen
maaltijd te bereiden.
Dat deze voeding van een twaalftal patiënten
in den tegenwoordigen tijd heel wat hoofdbre
kens kost en in de toekomst nog moeilijker zal
worden, spreekt vanzelf. Daarom heeft men geld
noodig; daarvoor wordt weer gecollecteerd. Wij
beseffen zeer goed, dat wij weer een beroep
moeten doen op de hulp van velen, op 5 October
a.s. een deel van hun tijd op te offeren als col
lectant, maar wij vertrouwen dat vooral de
leden van de. verpleeg- en transportcolonne daar
toe bereid zullen zijn en dat bovendien vele
andere dames en heeren het Roode Kruis zullen
willen helpen. Men kan zich daartoe opgeven,
liefst zoo spoedig mogelijk bij den heer F.
Joh. Rohlfs. Anegang 17 en bij de firma Ma
thot aan de Groote Houtstraat.
FAILLISSEMENTEN.
(Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d.
Graaf en Co. N.V., Amsterdam).
Utgesproken:
24 Sept. Johannes Eerenberg, timmerman, wo
nende te Hilversum, Fazantenstraat 60, Recht.
Comm. Mr. A. C. N. P. Ruijs. Curator Mr. R. Meurs,
Kerkstraat 87, Hilversum.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
4 Sept. J. C. Tersteeg, schilder, Utrecht.
19 Sept. Arend Beekman, slager, De Steeg, ge
meente Rheden.
19 Sept. N.V. Glascommissie den Haag v/h. E.
Menzel, Den Haag.
Gedeponeerde uitdeelingslijsten:
8 Sept. De Diepenveensche Landbouwvereeni-
ging, Diepenveen, Geëindigd door het verbindend
worden der eenige uitdeelingslijst. Uitk 8,855 pet.
J. Cornelisse, handelaar in tabak, Amsterdam.
Geëindigd door het verbindend worden der eenige
uitdeelingslijst.
HOOG BEZOEK AAN IERSEKE.
IERSEKE, 26 September (A.N.P.) Hedenoch
tend heeft de General-Kommissar für Finanz und
Wirtschaft, rijksminister Fischhpck, een bezoek ge
bracht aan de oester- en mosselkweekerijen.
Vaste Commissie voor Uitbréidings-
en Streekplannen.
Wat de commissie voor Haarlem en Omstreken
deed.
Ged. Staten hebben bij Prov. Staten van Noord-
Holland ingediend het verslag van de werkzaam
heden van de Vaste Commissie voor Uitbreidings
plannen en Streekplannen in Noord-Holland over
het tijdvak 1 April 1939 tot 1 April 1940.
Aan dit verslag is het volgende ontleend be
treffende:
BEVERWIJK.
Ged. Staten zonden om advies toe het vastge
stelde uitbreidingsplan Beverwijk I, voor gronden
aan de west- en noordzijde van de bebouwde kom
van Beverwijk, welk plan een onderdeel vormt
van een in voorbereiding zijnd algemeen uitbrei
dingsplan.
Het ontwerp hiervoor was in nauw-overleg met
de Vaste Commissie en de Streekplancommissie
IJmond-Noord opgemaakt. De Streekplancommis
sie had er geen bezwaar tegen, dat tot vaststelling
van dit plan werd overgegaan vóór de vaststelling
van het streekplan.
De Commissie deelde aan Ged. Staten mede, dat
het plan haars inziens een logische uitbreiding van
Beverwijk waarborgt, waarin de belangen van
werken, wonen, ontspanning en verkeer tot hun
recht komen. Zij adviseerde tot goedkeuring, het
zij met uitzondering van het gedeelte, waarin
breedte en dwarsprofiel van den verkeersweg
noord-zuid niet geheel overeenkwamen met het
ontwerp-streekplan, hetzij met verzoek aan het
gemeentebestuur spoedig en voordat tot uitvoering
van dit deel van het uitbreidingsplan wordt over
gegaan, een wijziging tot stand te brengen, waar
bij de verkeersweg noords-zuid in overeenstemming
wordt gebracht met het ontwerp-streekplan.
Een beslissing van Ged. Staten was op 1 April
nog niet gevallen.
BLOEMEND AAL.
Met de gemeentebesturen van Bloemendaal en
Haarlem werd in verband met plannen voor den
bouw van een school aan den oostkant van den
Korten Zijlweg te Bloemendaal een bespreking ge
houden over regeling van de bebouwing benoor
den de Brouwersvaart, ten einde tot overeenstem
ming te komen over de iin beide gemeenten te ne
men maatregelen voor het behoud van het uitzicht
over de bollenvelden naar Haarlem.
De vertegenwoordigers van het gemeentebestuur
van Haarlem verklaarden zich bereid, wijziging van
het voor dit deel der gemeente geldende uitbrei
dingsplan en aankoop van de bollenvelden te be
vorderen, indien ook op Bloemendaalsch gebied
het behoud van het beroemde uitzicht volledig zou
worden gewaarborgd door aankoop van de bollen
velden door deze gemeente. De vertegenwoordi
gers van het gemeentebestuur van Bloemendaal
zegden toe, dit voorstel aan den Raad voor te leg
gen en te steunen.
Het resultaat hiervan is nog niet bekend.
CASTRICUM.
In antwoord op een verzoek van den burge
meester om advies over het denkbeeld van een
VOOR DE KINDEREN
Ab vergat dat hij in de touwen zat
van zijn eigengemaakt luchtschip.
Het was beneden hem net een
sprookjesland. Hij boog zich steeds
meer voorover en toen gebeurde het
groote ongelukZijn handen had
den de touwtjes losgelaten en op het
zelfde oogenblik viel hij als een steen
loodrecht naar beneden. En zijn bal
lon? Die vloog rustig verder.
Terwijl hij viel, dacht hij aan zijn
verloren luchtschip en vooral aan
den motor, dien hij nu niet meer
terug kon brengen. O! wat had hij
nu een spijt van dat alles! Was hij
maar niet met dat spelletje begonnen,
dan had hij nu rustig thuis
brrrrrrrr, wat was dat koud! Op dat
moment was Ab ondergedompeld in
de rivier, die hij zooeven onder zich
had zien stroomen.
Maar op dat witte bruggetje had
een man gestaan, die verwonderd
naar den vliegenden luchtvisch had
staan kijken. Hij zag ook, dat er iets
aanhing, wat meevloog. Op het
zelfde oogenblik zag hij, dat er wat
naar beneden viel. Toen het dichter
bij kwam, gaf hij een schreeuw en
rende naar den kant van de rivier;
maar op dat moment dook Ab juist
weer onder water. Maar 'toen zijn
hoofd weer boven water uitstak, ke
ken beiden elkaar verwonderd aan.
uitbreidingsplan met een nieuwen rijweg naar z
en villabebouwing op den buitensten duinrei
deelde de Commissie mede, dat haars inziens ai
een dergelijk plan geen behoefte bestaat en h
om verschillende redenen ongewenscht is te ac
ten.
Een vraag van den Inspecteur voor de Volkshui
vesting, of de Commissie met hem een uitbreiding
plan-in-hoofdzaak voor het gebied buiten het ui
breidingsplan-in-onderdeelen noodig acht, was
1 April nog niet beantwoord.
HAARLEM.
Naar aanleiding van de hiervoren onder Blo
mendaal vermelde bespreking over het vrijhoud
van het beroemde uitzicht van den Korten Zijhv
over de Brouwersvaart op Haarlem had in afwac
ting van het resultaat van deze bespreking ree
een begin van overleg plaats over wijziging v;
het uitbreidingsplan van Haarlem benoorden
Brouwersvaart.
Met het voor gronden bezuiden het uitbreiding
plan Zuid-Oost en voor de ingetrokken gedeelt*
der uitbreidingsplannen Noord en Zuid-Oost
gemaakte uitbreidingsplan-in-hoofdzaak, waarov
met haar in de vorige verslagperiode overleg w
gepleegd en dat berustte op een uitvoerige stud
in het bijzonder wat betreft de in de toekomst
verwachten bevolking, kon de Commissie zich ze
wel vereenigen; het vormde haars inziens een go(
den grondslag voor de ontwikkeling van Haarlei
Ten aanzien van de ingekomen bezwaarschri
ten was zij van oordeel, dat het stedebouwkund
gezien ongewenscht zou zijn, aan de wenschen v
de reclamanten tegemoet te komen.
Mitsdien adviseerde zij Ged. Staten aan het ii
trekkingsbesluit, de wijziging der bebouwingsvoo
schriften bij het uitbreidingslan Zuid-Oost en h
uitbreidingsplan-in-hoofdzaak hun goedkeuring
hechten.
De beslissing was op 1 April nog niet genomen
HAARLEMMERMEE
Over het haar door het gemeentebestuur toeg<
zonden ontwerp tot aanvulling van het uitbre
dingsplan Badhoevedorp II deelde de Commiss
aan dit College mede, dat zij daarmede accooi
ging, ofschoon de omvang grooter was dan destiji
was afgesproken. Enkele opmerkingen van ondei
geschikte beteeken is bracht zij ter kennis van de
ontwerper. Aan Ged. Staten deelde de Commissi
mede. dat het ontwerp bij haar was ingekome
en haar instemming had verworven.
Het overleg met het gemeentebestuur en de
ontwerper over een beperkt uitbreidingsplan voc
het dorp Heemskerk, dat het gemeentebestuu
langen tijd had laten rusten, werd weder opgeno
HEEMSTEDE.
Ged. Staten zonden om advies toe een schrijve
van den Inspecteur voor de Volkshuisvesting, be
treffende een tekort aan gelegenheid voor "dei
bouw van arbeiderswoningen, waarin o.m. in over
weging werd gegeven het gemeentebestuur te ver
zoeken zoo spoedig mogelijk een wijziging van he
uitbreidingsplan aanhangig te maken, waarbij be
paalde terreinen, die organisch aansluiten aai
thans reeds bebouwde terreinen in de kern Heem
stede, voor arbeiderswoningbouw met uitsluitin
van elke andere bebouwing worden bestemd.
De Commissie deelde geheel de meening van dei
Inspecteur, dat een desbetreffende wijziging vai
het uitbreidingsplan gewenscht is.
In overleg en samenwerking met den dienst va!
Gemeentewerken werd eefl geschikte plaats voo
deze soort bebouwing gevonden en een wijzigini
van het uitbreidingsplan ontworpen.
Het ontwerp moest op 1 April nog aan de Com
missie worden toegezonden en in afwachting daar
van werd het advies aan Ged. Staten nog niet uit
gebracht.
VELSEN.
Op een verzoek van Gedeputeerde Staten naa!
het oordeel der Commissie over een door den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken aan hen voorge
legde vraag, of wijziging van het uitbreidingsplai
noodig zou zijn ter voorziening in de behoefte aai
industrieterrein, gaf de Commissie naar aanleiding
van een rappel voorloopig ten antwoord haar mee-
ning te zullen mededeelen na ter zake overleg me
het gemeentebestuur te hebben gepleegd.
Op 1 April was nog in behandeling, een ontwerp*
wijziging van het uitbreidingsplan voor Santpoort
tusschen Hagelingerweg en Kerkweg.
ZANDVOORT.
Overleg had plaats over een partieel uitbrei
dingsplan voor de Verlengde Dr. Gerkestraat, doch
werd niet beëindigd wegens mobilisatie van den
Directeur van Publieke Werken.
Ten aanzien van het door Gedeputeerde Staten
toegezonden, ontijdig vastgestelde plan adviseerde
de Commissie de goedkeuring te onthouden wegens
bezwaren tegen enkele punten der detailleering
en de inrichting van de kaart, alsook wegens hei
ontbreken van bebouwingsvoorschriften en toelich.
tende beschrijving.
B. en W. zonden sedert in overleg met de Com
missie verbeterde kaarten en stukken in aan Ged.
Staten. Het College was echter van oordeel, dat de
aangebrachte verbeteringen niet louter van formee*
len aard waren en dit nieuwe plan niet kon wor
den aangemerkt als het eerst vastgestelde, zoodat
het alsnog door den Raad behoorde te worden
vastgesteld.
Op 1 April werd dit plan nog tegemoet gezien.
door LESLIE FORD.
14)
Ze kreeg een giechelbui. Toen betrok haar ge
zicht. „Als vader er maar niet is" zei ze, en haar
stem beefde eventjes. „Als hij me met met
iemand zag, zou het ontzettend zijn. Voor moeder,
bedoel ik; ik trek me er niets van aan. „Zij keek
vlug naar de deur; de knop bewoog. „Maar ik zal er
wel wat op vinden", fluisterde ze.
Het eerste deel van het programma liep zoo
vlot van stapel, alsof het al van te voren afgespro
ken was waarschijnlijk was dat ook wel zoo. In
elk geval Monty greep naar zijn hoed met een
zwierige nonchalance die zelfs Bill hem niet ver
beterd zou hebben. „Als je het goed vindt, Dutch,
zal ik juffrouw Ridley even in mijn auto wegbren
gen. Ik moet in elk geval nog naar de Visschersbrug.
Oké?"
De glimlach van Dutch was al even langzaam
en even hoonend als zijn stem. „Als je maar in
tien minuten terug bent", zei hij. Maar Monty en
Lisa waren al verdwenen. Hij liep naar de deur.
„Heb je gehoord wat ik zeg?" bulderde hij hen
achterna en keek met een grijns naar mij. „Nu
zal hij misschien om twaalf uur wel terug zijn".
Hij keek Steve aan; zijn gezicht werd plotseling
ernstig en hij legde onhandig een hand op zijn
schouder. „Houd je kalm, kerel", zei hij.
Wij stapten in de auto en reden weg. Steve zat
naast mij in elkaar gedoken en zei langen tijd
niets; toen merkte hij op: „Ze knort nog net als
vroeger".
Ik schrok op, maar besefte met eenige opluch
ting, dat hij de auto bedoelde, niet mevrouw
Chapman. Ik zei enkel: „Zoo?" Er waren zooveel
andere dingen die ik graag had willen zeggen,
maar het was mij niet mogelijk. En ik was bang
dat iets dat ik over Cecily of George zou zeggen,
juist de verkeerde uitwerking zou hebben.
^Hoe lang bent u hier al boschwachter?" vroeg
ik plotseling. Het was niet mijn bedoeling ge
weest; het was er uit, voor ik het wist.
„Ik ben maar tijdelijk", antwoordde hij; hij
vond de vraag blijkbaar doodgewoon. „Ik ben een
maand geleden aangesteld, toen de boschwachter
in Doorlaat naar het ziekenhuis moest voor een
blinde darm. Daarvoor ben ik brandwacht ge
weest op Pelican Cone. Daar heb ik den heelen
vorigen zomer gezeten".
„Dat moet wel een eenzqam baantje geweest
zijn", zei ik, en dacht vlak daarna: „,Hoe kan je
zoo'n stommiteit zeggen!" En toen maakte ik het
nog erger door er aan toe te voegen: „Ik bedoel
zoo heelemaal alleen op den top van een berg".
„Je hebt een hoop tijd om na te denken", zei
hij rustig.
Wij naderden het hotel, en een oude vogelver
schrikker van een auto, die den oprit was komen
afrijden, stopte aan den kant van den weg met
een gekrijsch als een karrevracht vol magere
varkens. Achter de gebarsten en met pleister
beplakte voorruit vandaan groette Monty ons met
breeden grijns. Ik reed den weg in naar het par
keerterrein achter het hotel. Lisa had nog niet
veel tijd gehad om haar werk te doen, en ik
overwoog een oogenblik of ik haar niet meer tijd
moest laten. Maar ik bedacht me dat het makke
lijker voor haar zou zijn om ze naar buiten te
krijgen dan om ze buiten te houden, en dus
schoot ik met een vaart achter de keuken om en
zette de auto op een open plaats.
Wij haastten ons naar de achterdeur van het
hotel en kwamen in de hal. Ik slaakte een zucht
van verlichting; niet alleen zag ik George of den
kolonel niet in den salon, maar er was niemand,
zelfs geen liftjongen. Iedereen stond op de
veranda.
Ik hoorde een doordringende vrouwenstem
zeggen: „Waar zijn ze dan? Ik zie heelemaal geen
elanden. Ze is stapel!"
„Ga mee! Vlug!" zei ik tot Steve. Als die
vrouw ze niet kon zien,- dan zou kolonel Primrose
ze nog veel minder zien, en hij zou onmiddellijk
onraad ruiken.
Onze voeten klonken bedenkelijk luid door den
leegen gang. Toen we bij het trapje waren, keek
ik achterom. Ik zag de menschen weer naar
binnen stroomen en zag hoe de kolonel bij den
hoek van de balie stond en ons nakeek. Wij lie
pen nog harder. Steve's lange beenen namen één
pas tegen ik drie. De kolonel was voor het oogenblik
minder gevaarlijk dan George, maar George was
nergens te zien.
Ik stond voor de deur van de zitkamer en stak
mijn hand uit naar de deurknop, toen ik een deur
een eind verderop hoorde openen. Ik keek rond.
Mevrouw Ridley was naar buiten gekomen en
was, toen zij ons zag, stilletjes, weer in haar ka
mer teruggegaan. Ik keek Steve aan, maar hij
had haar óf niet gezien, óf hij kende haar niet.
Het kwam er natuurlijk niet op aan, maar het
was toch eën beetje vreemd een beetje ge
heimzinnig en vaag verontrustend. Ik tikte aan
en opende de deur.
Mevrouw Chapman stond bij de tafel voor het
raam en sloot de lade met een korte beweging
van haar lichaam. Ik zag haar iets op tafel leg
gen toen ze zich omdraaide, en zag nog juist
achter haar japon vandaan den blauw-glimmen-
den loop van George's revolver uitsteken. Me
vrouw Chapman stond rechtop. Zij keek
Steve strak aan, haar oogen boorden koel
en onderzoekend in de zijne. Ik 'deed de deur
dicht, draaide den sleutel om en bleef wachten;
ik voelde de geladen stilte in iedere zenuw van
mijn lichaam. Geen van beiden bewoog een spier,
of maakte eenig gebaar om den afstand, die als
een afgrond tusschen hen lag, te verminderen.
Toen, plotseling, terwijl ik mijn hart tot ijs
voelde bevriezen, zag ik het grimmige harde ge
zicht van mevrouw Chapman zacht worden, en
haar oogen vulden zich met tranen. Haar lippen
trilden en zij strekte de armen naar hem uit.
„Steve. Mijn jongen", fluisterde zij.
Nog een oogenblik, zoo lang dat het eindeloos
scheen, bleef Steve stijf en me.t gespannen spie
ren staan, toen sprong hij naar voren. Hij viel
in haar armen en drukte zijn hoofd tegen haar
borst. De tranen stroomden van haar wangen.
„Waarom heb je dat gedaan, Steve?" Zij suste
hem als een klein kind, met een stem zoo
teer dat ik mijn ooren niet kon gelooven. „God
dank dat we je gevonden hebben. Steve! M'n
jongen, m'n jongen!"
Ik draaide den sleutel terug en sloop voor
zichtig de deur uit en naar mijn kamer. Ik bleef
in het donker voor het raam staan cn keek dooi
de inktzwarte franje der dennen heen naar het
kalme glinsterende meeroppervlak. Eigenlijk wist
ik over Steve Grant nog maar weinig meer dan
drie uur geleden, maar door al die menschen die
zoo'n onbegrensd vertrouwen m hem hadden
mevrouw Chapman, Monty, Dutch, zelfs Lisa
was hij in mijn geest volkomen vrijgesproken van
alles wat hij in het verleden misdaan scheen te
hebben.
Er werd op mijn deur geklopt. Ik schrok op en
wendde mij snel om, voor ik „Binnen" zei. De
deur ging open en mijn zoon, in pyjama en
gestreepte kamerjas, waar hij de laatste maanden
volkomen uitgegroeid was, stond verschrikt en
met verwarde haren op den drempel in het licht
van de gang.
„Moeder, waar ben je toch?" riep hij uit. Hij
zocht naar het knopje, draaide het licht aan en
sloot de deur. Zijn gezicht was bijna komisch van
verwarring, zijn oogen glommen nog van slaap.
„Het is zoowat middernacht. Waar ben je toch
geweest?"
„Nergens, lieverd", zei ik.
Hij liep naar voren en kwam op den rand van
mijn bed zitten.
„Zeg mams", zei hij, nadat een tijdje lang
een gat in zijn pantoffel bestaard had, „is het
waar dat Cecily met dien opschepper gaat
trouwen?"
„Als je daarmee George Pelham bedoelt: het
schijnt van wel".
„En is het waar dat die vent, waarvan ze dachten
dat-ie dood was, weer boven water gekomen is?"
Ik knikte. „Wie heeft je dat verteld?"
„Lisa". Toen ging hij voort: „Ze zegt dat Ce
cily nog altijd verkikkerd op hem is, en hij op
haar. Is dat zoo?"
„Ik weet het niet, jong", zei ik, „maar het zou
me niet verwonderen".
„Nou dan, wat doet ze dan zoo mal om met dien
vent te willen trouwen? Daar kan ik niet bij".
„Zoo is het leven, Bill", zei k.
„Ik vind het allemachtig raar".
„Dat is het ook. Hoe ouder je wordt, des te
raarder wordt het".
Ilc had het nog over het leven, maar mijn zoon
heeft een concreter geest.
„Ik wou dat iemand hem op een ritje trac-
teerde en niet terugkwam, voor hij begraven
was", zei hij.
„Bill!" riep ik uit. „Zoo mag je niet praten!'
„Lisa zegt
„Het kan me niet schelen wat Lisa zegt!" Plot
seling liet ik mijn stem dalen. Wie weet zat Lisa's
vader te luisteren, met zijn oor tegen het sleu
telgat van de verbindingsdeur gedrukt. „Lisa zegt
altijd alles wat haar voor haar mond komt. Ga
nu naar bed en denk er niet meer over".
Hij gaf me plichtsgetrouw een zoen ergens
opzij van mijn wang en liep neerslachtig naar de
deur. Daar stond hij. met zijn hoofd omlaag en
zijn rug naar me toe, tegen den kant van het
deurkleedje te schoppen
„Moeder", zei hij zielig, zonder om te kijken.
„Ja, Bill".
„Moeder, je gaat toch niet met kolonel Prim
rose trouwen, is 't wel?"
Ik hapte in de letterlijke beteekenis van het
woord naar adem. „Maar Bill! Hoezoo?"
Hij keek met een ongelukkig gezicht op. „Ik
hoorde den ouwen zuurpruim tegen zijn blonde
walvisch zeggen, dat je alles op haren en snaren
zette om hem te vangen, en hij hangt hier altijd
rond, en ik weet ie: ik vind hem wel een fijne
vent, maar moeder Hij probeerde te grijns
lachen, maar het lukte niet.
„Hoor eens, Bill", zei ik. Hij kwam naar me
toe en ging weer naast me zitten. Het was over
eenen toen hij me opnieuw goedennacht kuste,
en ik bleef in mijn deur staan totdat hij de zijne
achter zich gesloten had. Toen ik de mijne wilde
sluiten, zag ik de deur van mevrouw Chapman's
kamer opengaan, fteve Grant kwam naar buiten:
hij bleef een oogenblik in de gang stilstaan om
naar George's deur te kijken. Zelden zag ik een
gezicht tegelijk zoo bleek en zoo grimmig.
.(Wordt vervolgd)*