Ons Knippatroon Het menu van den dag. AB'S AVONTUREN Een man verdween... 2XTERDAG 5 OCTOBER 194Ö HA'AREEM'S DAGBEAT5 TWEE IN EEN PATROON. Rechts een zeer gekleede middagjapon van effen stof of zwart velours chiffon met ge- plisseerde ruche uit de V-vormige hals-opening. De ruimte onder het aan het rug pand aangeknipte rugpand en boven de opgeknipte rok is ingehaald. Links een jongedamesjapon met hoogsluitenden hals en een vestje, dat uit ruches bestaat, die op tulle gewerkt zijn: dit garneermateriaal koopt men aan het stuk en het kleedt aardig. Ben. stof 3 M. van pl.m. 1 M. breed. Het patroon is in maat 42, prijs 26 cents. Het is van Maandag af ge durende een week verkrijg baar bij de bureaux van dit blad: Groote Houtstraat 93 en Soendaplein 37. Aardappelsoep. Kaaslapjes. Tomaten met slaboontjes. Appelsneeuw. AARDAPPELSOEP. 1 pond aardappelen. V2 L. water. J/2 L. melk. 1 gesnipperd uitje. y2 eetlepel fijngehakte selderie. 1 bouillonblokje. 1 ons kalfsgehakt voor balletjes zoo mogelijk. Kook de aardappelen, het uitje, de selderie en het bouillonblokje tezamen in het water, voeg er de laatste tien minuten de gehaktballetjes bij en op het laatste oogenblik de heete melk. Maak de soep op smaak af met wat zout. KAASLAPJES. 3 ons jonge vette kaas. 1 ons boter. 1 kopje bloem. 2 lepels boter. 1 kopje water. paneermeel. Snijd de kaas in plakken van 3/3 tot 1 c.M. dikte. Maak van bloem en water een tamelijk dikke pap, dompel de kaasplakken erin, wentel ze daarna zorg vuldig door paneermeel. Bak de kaasplakken in goed warme boter in de koekepan vlug bruin, en dien de lapjes zoo heet mogelijk op. Maak de boter af met wat melk en kwater. TOMATEN MET SLABOONTJES. Haal de slaboontjes dubbel af, wasch ze en breek ee doormidden kook ze in weinig kokend water bijna gaar, voeg er dan per persoon een gewas- Echen en in vieren gesneden tomaat aan toe en laat die mee gaar worden. Doe er vóór het opdoen een klein stukje boter en wat peterselie door. APPELSNEEUW. 4 groote zure appelen. Citroensap van een halve citroen. V2 eetlepel honing of suiker naar smaak. Desgewenscht een eiwit. Schil de appelen en rasp ze zoo dat alleen het klokhuis overblijft. Voeg er het citroensap en de honing of suiker bij en klop dit met een vertinde garde tot de massa schuimig is. Maak het desge wenscht nog luchtiger door er het stijfgeklopte eiwit door te scheppen. IS UW KEUKEN MODERN? Dan gebruikt U natuurlijk Jozo of Nezo, het hygiënisch bereide en verpakte keukenzout van Boekelo. (Adv. Ingez. Med.) HET STOUTE JONGETJE. Briefje aan den onderwijzer: Geachte Meester, als mijn Fritsje weer eens stout is, wilt u hem dan alstublieft een oorvijg geven? Zijn zitvlak gaat zoo gauw door, en een nieuwe broek kost punten! Met vriendelijke groeten, mevr. Bijdepinken. BEWAREN VAN INMAAK. Kan men potten met inmaak in het zout buiten bewaren? Deze inmaak kan zeker buiten bewaard worden, als de potten maar op een stofvrije plaats staan, en zoo dat er geen regen in kan komen. Gaat het vriezen, dan moet men ze echter binnen halen. Goede raadgevingen Een goede huisvrouw zijn is in onze dagen niet zoo'n eenvoudige taak. Hooren wij iemand zeggen: nu alles niet meer zoo gemakkelijk gaat, vindt ik er eigenlijk pas kunst aan om huisvrouw te zijn, dan kunnen wij er wel zeker van zijn, dat zoo iemand het vroeger wel wat al te gemakkelijk had en er dus nu eigen lijk door gewonnen heeft. Maar een andere, die van een zeer beperkt salaris met een gezin met kinderen de eindjes behoorlijk aan elkaar heeft moeten houden, zal nu weieens de verzuchting slaken: Wat is mijn huishouding nu nog veel ingewikkelder geworden dan vroeger! Maar zij behoeft niet te tobben, zij kan goede raad krijgen die in vele gevallen niet duur is en waardoor haar taak aanmerkelijk zal kunnen wor den verlicht. Zal kunnen worden verlicht, noem ik het hier met' opzet, want wie zal niet, evenals onderge- teekende, weieens den indruk hebben gekregen, dat de eene huishoudelijke helft van Nederland, mannen zoowel als vrouwen, goede raad komt geven aan de andere huishoudelijke helft! Met opzet noem ik het goede raad, want inder daad is er bij al dat geraadgeef weinig, dat niet met overleg is uitgedacht en wordt aangeraden. Het ligt niet in onzen aard om zonder behoorlijken ondergrond maar te hooi en te gras kwistig raad gevingen rond te strooien, waaraan het publiek later niets blijkt te hebben gehad. Dus zijn die raadgevingen goed, maar zooals wij ons kunnen tegen eten van iets dat in onzen smaak valt, zoo kunnen wij ons vastwerken in onze huishouding door een overmaat van goede, betere en allerbeste raadgevingen, waarvan het ons tenslotte duizelt. En daarom moeten wij ook de raadgevingen met overleg aannemen en schiften. Wie kent niet de menschen, die zoo zwaar hun verantwoordelijkheid voelen bij de opvoeding van hun kinderen, dat zij het eene boek na het andere over paedagogie doorwerken, stuk voor stuk gedegen boeken, waarover zij iédere keer weer op nieuw in verrukking raken, maar die allen een ander opvoedingssysteem propageeren. Het gevolg van dit teveel aan overigens uit stekende opvoedkundige werken is, dat een vaste lijn in de opvoeding volkomen zoek is, en dat de ouders het huns inziëns goede van het eene systeem en dat van vele andere aan elkaar rijgen. Waardoor er van die opvoeding meestal weinig goeds terechtkomt. Op precies dezelfde wijze zal het de huisvrouwen vergaan, die de lawines van goede raadgevingen die over haar hoofden worden uitgestort, allemaal in zich op willen nemen en opvolgen. Een systeem kan er, in de manier waarop zoo'n vrouw haar huishouding drijft, niet meer te vinden zijn, bij eiken nieuwen raad zal zij haar stuur omgooien en zoo wordt 't een zwalken van den eenen goeden raad naar den anderen zonder dat een vaste lijn in de taak teruggevonden kan worden. Over het algemeen houden wij vrouwen niet zoo erg wan die vaste lijnen maar als wij ons laten verleiden om deze los te laten, komt er van een goede regeling weinig terecht. Orde op zaken is belangrijk, ook voor de huishouding en dan zeker nog eens extra in een tijd waarin de moeilijk heden grooter zijn geworden. Maar het eischt dan ook de kunst om niet alleen op te nemen wat goed is, maar te laten vallen wat overdaad be- teekent, en dat toch óók goed kan zijn. Dus niet vandaag den eenen raad opvolgen en morgen den anderen, die er lijnrecht tegenover staat. Wie een goed en handig kookboekje heeft in dezen distributietijd behoeft er niet nog eens twee of drie andere bij aan te schaffen, dat geeft maar verwarring. Alleen wanneer blijkt dat het boek uit den tijd is, behoeft men zich pas een nieuw aan te schaffen. Vriendin A geeft den eenen raad en ge volgt die op, vriendin B komt met een anderen en ook dien volgt u op, vriendin C. weet weer wat anders, kennis D. heeft het ideaal nu eindelijk gevonden, onbekende E via nichtje F weet nog iets veel beters, allemaal over hetzelfde kleine onderdeel, en ten slotte duizelt het de huisvrouw en past zij een soort wonderlijk mengelmoes van alles toe, wat nergens op lijkt. Wees daarom toegankelijk voor nieuwe dingen, maar houd aan een bepaald systeem vast, zoolang dit zijn duurzaamheid weet te bewijzen. Kan het dat niet meer, omdat er in korten tij dveel ver anderd is, gooi het dan overboord, en bouw een nieuw systeem op dat beter in vandaag past. Ook hierbij geldt de vergelijking met de op voedkunde: beter de kinderen opvoeden naar een intuïtie die den goeden weg wijst, dan naar een aantak systemen dat elkaar verdringt en. doodt; beter de huishouding drijven naar.een zuiver ge voel voor -wat het noodzakelijkste en het beste is, dan naar een warwinkel van raadgevingen die tot niets leiden. En die altijd tot resultaat hebben, dat er meer geld wordt uitgegeven dan noodig is. E.. E. J.—P. NIEUWE UITGAVEN. .In Born's „Deze Tijd"-serie verschenen vier kleine boekjes, getiteld: 1. Hoe kleden wij ons in deze tijd? Moder niseren en vernieuwen van dameskleding. 1. Hoe kleden wij onze kinderen in deze tijd? Handleiding voor het maken van kinderkleding uit stof resten, japonnen, mantels, e.d. 3. Hoe kleden wij ons in deze tijd? Moder niseren en vernieuwen door haak- en breiwerk. 4. Algemene bezuinigingswenken voor deze tijd. De handige boekjes geven goede wenken over de betreffende onderwerpen: lapjes stof of oude kleeren opmaken, restjes wol goed gebruiken, vet en zeep sparen, verstellen van ondergoed, Dit alles en nog veel meer kan men erin vinden. Zelfs voor de meest ervaren huisvrouw zijn er zeker nog wel tips in te vinden, waarvan zij moet erkennen, dat zij ze nog niet wist. Van mevr. C. H. A. Scholte—Hoek verscheen bij Hol der t en Co. een klein boekje „kookkunst voor den distributietijd", bedoeld als hand leiding voor de goed-gesitueerden: Voor de huis vrouwen met een laag inkomen zijn cursussen aan de Nijverheidsscholen voor Meisjes inge steld. VOOR DE KINDEREN Dan ook maar naar boven, een, twee, drie, vloog hij tegen den ladder op. Daarna stak hij zijn boven lichaam door het open gat en xeek snel om zich heen. Maar hij zag Ab nergens. Geen wonder, want deze was juist met zijn vriend het park door- geloopen naar het kleine hutje onder de boomen. Ab was ondertusschen met zijn nieuwen vriend in het schuurtje aan gekomen. Veel meer dan een schuur tje was het niet. Er stond verschrik kelijk veel rommel. Het waren alle maal schatten van Oho. „Dit is nu mijn werkkamer," ge baarde Oho vol trots. Verstaan konden zij elkander met, maar Oho begreep heel goed, dat Ab uit het dakraam van de cel gevlucht was. Zonder wat te zeggen trok hij onder een hoop rommel een langen nagemaakten staart vandaan Toen nam hij een lijmpot en plakte den staart aan Ab's hoofd. Oho had vroeger nog een anderen vriend gehad. Klikko heette hij. Maar het bleek later, dat het geen echte vriend was, want Klikko was een ver rader en een bespieder. Klikko en Oho zaten in dezelfde klas. Klikko was heel dom, maar Oho leerde heel vlug. Dat zou nog niet zoo erg ge weest zijn, maar op een dag ver raadde hij Oho voor iets, wat hij niet eehs had gedaan. En nu, terwijl Oho den staart aan Ab's hoofd plakte, stond Klikko buiten door een kier van den plankenschuur naar binnen te loeren. Aha, dacht hij, dat is niet pluis door LESLIE FORD. 21) Zij richtte zich op en liep verder. „O nee; dat zou ik niet durven!" hijgde zij. „Ik bedoel, dat zou het nog maar erger maken. Nee, dank u; het is heel vriendelijk van u, maar Wij waren tot mijn deur gekomen, en opnieuw aarzelde zij, verder te gaan. „Wilt u soms dat ik met u meega?", vroeg ik in impuls die ik bitter berouwde, zoodra de woor den uit mijn mond waren. Ik had daarmee natuur lijk ook veel te duidelijk laten merken, hoeveel ik reeds had opgevangen van het leven dat zij trachtte verborgen te houden. Ze klemde zich aan mij vast. „Oh, wilt u dat doen?" Ik dacht somber: „O, lieve hemel!" en samen liepen we aarzelend naar haar deur. „Misschien is hij al naar bed gegaan", zei ik hoopvol. „O nee", antwoordde ze, en voegde er vlug aan toe: „Hij gaat altijd pas heel laat naar bed". Zij deed de deur open: ik hoorde haar diep ademhalen, om zichzelf tot kalmte te dwingen. Alexander Ridley zat met den rug naar ons toe en sloot zijn boek. „Je bent heel laat, beste", zei hij met ijzige en onheilspellende bedaardheid. „Kom binnen, jullie allebei! En sluit de deur!" XII. Als het nog mogelijk geweest was, er vandoor te gaan en weg te rennen, dan zou ik het zeker gedaan hebben. Maar het was te laat: hij wist dat ik er was. Hij stond langzaam op en draaide zich om; zijn oogen waren saamgeknepen, zijn lippen een wreede dunne lijn. Toen viel zijn oog op mij, en zijn heele gezicht veranderde bliksem snel op een ongeloofelijke manier. „Wel mevrouw Latham! Dat is onverwacht. Komt u binnen Maar beste, waarom heb je niet Hij glimlachte beminnelijk tegen zijn zielige vrouw en schoof een stoel aan. Ik begreep met verbaasden schrik dat hij natuurlijk Lisa bedoeld had met dat „jullie allebei" niet mij. Mevrouw Rildey bevochtigde haar lippen en zei hijgend: „Alexander! Ik heb ontzettend ontzettend nieuws". Hij schoof den stoel dichter naar mij toe en glim lachte toegeeflijk. „Vertel me alsjeblieft niet, dat Lisa er met een van de parkwachters vandoor is", zei hij een beetje ironisch, maar met de kennelijke bedoe ling, haar te herinneren aan zijn onuitgevoerde bevelen. „Gaat u toch zitten, mevrouw Latham", zei hij nogmaals beminnelijk. „Alexander!" Mevrouw Ridley klemde zich aan een hoek van het schrijfbureau vast. „Luister. Het is George!" Om Ridley's bewonderenswaardig beheerschte trekken was geen enkele zichtbare uitwerking te bespeuren. Beter gezegd: Ik kon niets zien; want aan de plotselinge intense bleekheid om mevrouw Ridley's lippen en de manier waarop haar han den zich vastklemden, moest zij die toch wel hebben waargenomen. „Wat is er met George beste'" „Hij is. dood!" riep ze radeloos. Ridley's mond viel open: langzaam trok een diep rood over zij heele gezicht. Hij staarde zwijgend voor zich uit, toen deed hij een stap in haar richting. Ze week terug met wilde oogen als een gejaagd dier. Ik opende mijn mond om te gillen en slikte het geluid goddank in, voordat het hoorbaar was. „Mijn beste arme May!" zei hij. Zijn stem klonk onvast van aandoening of van zijn poging zich zoo voor te doen ik zou niet weten wat het meest juist was. Hij legde zijn handen op haar terugdeinzende schouders en kuste haar op het voorhoofd. „Geen wonder dat je over je zenuwen heen bent, beste". Ze zat zenuwachtig te huilen en alweer wist ik niet of het van verdriet was of van opluch ting omdat hij haar niet ter plaatse neergeslagen had. Hij wendde zich tot mij. „Ik dank u, mevrouw Latham", zei hij ernstig, „dat u met mijn vrouw bent meegekomen. George is haar eenige broer. Dit treft haar diep". Hij opende de deur. „Ik dank u wel" Ik maakte dat ik in mijn kamer kwam en viel op mijn bed neer, al haast even erg over mijn zenuwen heen als mevrouw Ridley. Ik had Ridley toch onrecht gedaan hoe ik de zaak ook be keek. Of hij was niet half zoo erg als ik dacht, óf hij was nog veel gemeener En haast onmid dellijk daarna bemerkte ik, dat het laatste het ge val moest zijn. Ik hoorde de stem van zijn vrouw angstig en verschrikt: „Niet doen, Alexander! Ooh, je doet me pijn! Toe!" Zijn stem klonk .soud en trillend van woede. „Waar is hij? Wat h er gebeurd? Sta er niet als een idioot bij!.. Vertel op dan! Waar is hij?" „Buiten langs den weg, achter het woonwagen kamp!" hijgde zij „Hij is dood: doodgeschoten. O, ie doet me pijn!" Ze kreunde van opluchting; ik hoorde Ridley een stoel achteruitschuiven en door de kamer op en neer loopen, terwijl zijn vrouw bleef snikken. „Hij heeft zich toch niet van leant gemaakt?" Het was een vraag en tegelijk het constatee- ren van een feit. Toen hoorde ik hem met ver pletterende kalmte zeggen: „May. jij hebt hem doodgeschoten, is het niet?" Het bleef lang stil. maar zij moest hem op de een of andere manier antwoord gegeven hebben, want hij zei: „Mijn vrouw een moordenares!" Hij zei het met een grafstem, en het klonk be lachelijk melodramatisch. „Het is niet waar! Ik heb het niet gedaan!" gilde mevrouw Ridley plotseling. Haar stem klonk trillend en ik begreep dat zij gek van angst moest zijn. „Ik heb het niet gedaan Alexan der!" Ik hoorde, hem weer loopen Hij deed een kast deur open, want ik hoorde kleerhangers ramme len. „Ik ga er heen", zei hij „Luister, May. Praat tegen niemand. Laat dat mensch van Latham niet in de kamer komen. Schei uit met bibberen. Ga naar bed". Ik hoorde de gangdeur openen en sluiten, en ik dacht dat hij weggegaan was, maar hij had zich blijkbaar bedacht. „Luister, May. Heb je aan iemand gezegd, dat jij niet wilde dat George en Cecily trouwden?" „Nee!" hijgde ze. „Weet je het zei denk goed na. Het is be langrijk". Zijn stem klonk meer als die van den verdedi ger in een strafzaak dan als die van een echtge noot. „O ja! Ik weet het zeker! Ik heb er met niemand over gesproken". „Ook niet met mevrouw Latham?" „Werkelijk niet" „Goed Ga nu naar bed". Ik hoorde.de deur opnieuw sluiten en zijn voet stappen langs mijn deur gaan. Ik wachtte tot ik ze niet langer hoorde, en zelfs nog een oogenblik langer. Ik hoorde mevrouw Ridley loopen en haar schoenen uittrekken. Zij zou nu zeker niet den moed hebben, hem te verlaten, dacht ik. Ik opende mijn deur en liep de gang op Ik kwam den nachtwaker tegen op zijn ronde, die mij nieuwsgierig aankeek en verder liep Ik liep naar de kamer van mevrouw Chapman en was eenigszins verbaasd te zien. dat er nog licht scheen in de zitkamer. Er was geen reden, waar om ze niet nog op zou zijn. maar ik had ge meend dat ik haar uit haar slaap zou moeten wekken. Ik klopte op de deur. De oorlogszuchtige toon, waarop haar stem „Binnen" zei, was als melk en honing na het geen ik zoo juist gehoord had. Ik opende de deur en bleef verbaasd staan. Op de sofa, als iets uit het lang vergeten verleden, zat Joe Anders, onze gids van Cinnabar nog in zijn vuile blauwe rij broek en stoffige laarzenn. en met zijn oranje halsdoek om. „O", zei ik slapjes. „Goeden avond". „Goeden avond, mevrouw Latham", zei h(j, ter- In een lange inleiding worden de algemeen heden besproken, en wie deze practische raad gevingen leest en behoorlijk kan koken, zal al een goede handleiding hebben om iets goeds op tafel te brengen van wat er te krijgen is. Daarna komen vele recepten, die met het laatste ook rekening houden en die ons daar door niet voor de problemen zetten van een kookboek van voor den oorlog„Als ik dit of dat weglaat, omdat het er niet is, zal het gerecht dan toch nog smakelijk zijn. Mevrouw Scholte houdt rekening met de prak tijd, maar bovendien is zij overtuigd van de noodzakelijkheid van een smakelijke, den eet lust opwekkenden maaltijd en van de neiging die ieder wel eens krijgt, om nog eens een keer tje iets bijzonders te doen. Camisole (Foto H.D.) Als tweede st.uk van onze serie wollen onder goed geven we een camisole met ronden hals. Om het geheel wat gezelliger te maken gebruiken we zijden sohouderlintjes; We hebben noodig 150 Gr. wol in dezelfde tint als de directoire, die we eenige weken geleden plaatsten. We zetten op 88 st„ breien 10 toeren 2 r. 2 a. en vervolgen dan met 1 pen recht 1 pen averecht. Is het werk 45 c.M. lang, dan breien we voor de taille 15 pennen 2 r. 2 a. en gaan weer verder met 1 pen recht 1 pen averecht. Bij 18 c.M. boven de taille beginnen we aan het armsgat, kan ten eerst aan weerskanten 6 st. af, vervolgens aan het begin van elke pen 2 st. tot we aan weers kanten 14 st. hebben afgeminderd. We hebben nu nog 60 st. op de pen, zetten de middelste 20 st. op een draad voor den hals en breiên den schouder door en laten telkens aan het eind van de pen 1 st. staan tot we niets overhouden. Hebben we den 2en schouder ook klaar, dan breien we 10 st. van de ronding pl. 20 st. van den draad pl. 10 st. van de ronding op 1 pen in 2 r. 2 a. We zorgen er voor, dat bij de insteektoeren geen gaatjes in het werk komen, door den steek samen te breien met de lus die er vóór ligt. Nu breien we een boordje op pen nen no. 2 van 8 toeren hoog. Dan afkanten. Het voorpand begint als de rug: zijn we echter 8 c.M. boven de taille, dan breien we er een beetje model in: eerst 39 st. recht, werk omkeeren, 29 st. averecht, omkeeren, de pen recht uitbreien. De volgende pen breien we 39 st. averecht, kee- ren om, 29 st. recht, keeren om en breien de pen. averecht uit. Zoo herhalen we deze 2 pennen, tot 15 c.M. boven de taille. Nu beginnen we aan de gaatjes, die dienen tot versiering. Ie pen: 3 r. omsl. dubbel minderen (d.w.z. 1 afh. 2 tezamen de los af overhalen) omsl. 37 st. recht, omsl mind. omsl. (met het oog op het aantal steken moeten we dezen eenen keèr alleen maar minderen) 37 r. omsl. dub bel minderen omsl. 3 recht. We breien de pen averecht terug. De 3e gaatjespen: 6 r. omsl. dubbel mind. omsl. 3 r. omsl. dubbel mind omsl. 25 r. omsl. dubbel mind. omsl. 3 recht omsl. dubbel mind. omsl. 25 r. omsl. dubbel min. om sl. 3 r. omsl. dubbel mind, omsl. 6 recht. De pen averecht terug breien. Oe 5e gaatjespen is gelijk aan de le en de 7e gelijk aan de 3de. De volgende gaatjespen beginnen we met 12 r. en ze is verder gelijk aan de le pen. Weer ave recht terug breien. Dan beginnen met 18 r. en breien als de 3e pen. Hebben we 18 c.M. boven de taille, dan beginnen we met het armsgat, precies als bij het rugpand. De gaatjes worden echter gewoon doorgebreid, telkens verder van den kant af, zoodat ze schuin boven elkaar komen. Hebben we in het midden stukje 6 gaatjes boven elkaar, dan breien we de rest gewoon recht. Als de 2 deelen klaar zijn, stikken we ze op de machine aan elkaar. De --'eken van het armsgat nemen we op de dunne pennen en breien er een boordje op van 6 toeren hoog, dat we dubbel leg gen en aan den verkeerden kant er op stikken. Als de schouiderlintjes zijn aangenaaid, wordt -rlles gestreken onder een vochtigen doek. Sp. Th. wijl hij opstond om me een hand te geven. „Hoe is het met Bill?" „Bill maakt het best", zei ik. Mevrouw Chapman viel kortaf in: „Kom binnen ga zitten En doe de deur dicht". Ik had nog niet eens beseft dat ik vrij zot midden op den drempel was blijven staan. Maar waarom Lk plotseling het gevoel kreeg dat ik hier geen nieuws meer kwam vertellen, weet ik niet; maar toch was het zoo. Ik sloot de deur „Als je wat drinken wil, bedien je je maar", zei mevrouw Chapman „En ga zitten. We weten het over George. De nachtwaker heeft het ons verteld". Ze keek me met haar harde oude oogen aan en ik kreeg haast het gevoel dat er een uitdaging in lag „En ik ben er niet rouwig om", merkte Joe kalmweg op „Houd je mond", zei mevrouw Chapman bars. „Voor je het weet, hebben ze je in de doos ge stopt" Ze vroeg aan mij: „Heeft zijn zuster hem gevonden?" Ik knikte, stond op en ging mezelf een glas spuitwater inschenken. Ik had er geen behoefte aan. maar er was een onplezierige spanning in de kamer die maakte dat ik niet domweg stil kon zitten. Mevrouw Chapman was ook opgestaan. „Ik wou maar dat hij kwam", zei ze geprikkeld. „Ik hoop dat die vriend van je niet zoo gek geweest is, hem handboeien aan te doen. Politiemenschen zijn allemaal idioten". Ze hief luisterend het hoofd op „Misschien is hij datGa eens kijken, Joe". Joe stond sporenrinkelend op en opende de deur. Hij knikte toestemmend. Ik hoorde zware stappen eenige menschen bij elkaar in de gang. Eerst verscheen Steve Grant, daarachter kolonel Primrose, en daar weer achter de korte donkere gestalte van den opperhoutvester. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6