Ons
Knippatroon
Het menu van den dag.
AB'S AVONTUREN
Een man verdween...
2XTERDAG 5 OCTOBER 194Ö
HA'AREEM'S DAGBEAT5
TWEE IN EEN PATROON.
Rechts een zeer gekleede
middagjapon van effen stof of
zwart velours chiffon met ge-
plisseerde ruche uit de
V-vormige hals-opening. De
ruimte onder het aan het rug
pand aangeknipte rugpand en
boven de opgeknipte rok is
ingehaald.
Links een jongedamesjapon
met hoogsluitenden hals en
een vestje, dat uit ruches
bestaat, die op tulle gewerkt
zijn: dit garneermateriaal
koopt men aan het stuk en het
kleedt aardig.
Ben. stof 3 M. van pl.m.
1 M. breed.
Het patroon is in maat 42,
prijs 26 cents.
Het is van Maandag af ge
durende een week verkrijg
baar bij de bureaux van dit
blad: Groote Houtstraat 93 en
Soendaplein 37.
Aardappelsoep.
Kaaslapjes.
Tomaten met slaboontjes.
Appelsneeuw.
AARDAPPELSOEP.
1 pond aardappelen.
V2 L. water.
J/2 L. melk.
1 gesnipperd uitje.
y2 eetlepel fijngehakte selderie.
1 bouillonblokje.
1 ons kalfsgehakt voor balletjes zoo
mogelijk.
Kook de aardappelen, het uitje, de selderie en
het bouillonblokje tezamen in het water, voeg er
de laatste tien minuten de gehaktballetjes bij en
op het laatste oogenblik de heete melk. Maak de
soep op smaak af met wat zout.
KAASLAPJES.
3 ons jonge vette kaas.
1 ons boter.
1 kopje bloem.
2 lepels boter.
1 kopje water.
paneermeel.
Snijd de kaas in plakken van 3/3 tot 1 c.M. dikte.
Maak van bloem en water een tamelijk dikke pap,
dompel de kaasplakken erin, wentel ze daarna zorg
vuldig door paneermeel. Bak de kaasplakken in
goed warme boter in de koekepan vlug bruin, en
dien de lapjes zoo heet mogelijk op.
Maak de boter af met wat melk en kwater.
TOMATEN MET SLABOONTJES.
Haal de slaboontjes dubbel af, wasch ze en breek
ee doormidden kook ze in weinig kokend water
bijna gaar, voeg er dan per persoon een gewas-
Echen en in vieren gesneden tomaat aan toe en
laat die mee gaar worden. Doe er vóór het opdoen
een klein stukje boter en wat peterselie door.
APPELSNEEUW.
4 groote zure appelen.
Citroensap van een halve citroen.
V2 eetlepel honing of suiker naar smaak.
Desgewenscht een eiwit.
Schil de appelen en rasp ze zoo dat alleen het
klokhuis overblijft. Voeg er het citroensap en de
honing of suiker bij en klop dit met een vertinde
garde tot de massa schuimig is. Maak het desge
wenscht nog luchtiger door er het stijfgeklopte eiwit
door te scheppen.
IS UW KEUKEN MODERN?
Dan gebruikt U natuurlijk Jozo of Nezo, het
hygiënisch bereide en verpakte keukenzout
van Boekelo.
(Adv. Ingez. Med.)
HET STOUTE JONGETJE.
Briefje aan den onderwijzer: Geachte Meester, als
mijn Fritsje weer eens stout is, wilt u hem dan
alstublieft een oorvijg geven? Zijn zitvlak gaat
zoo gauw door, en een nieuwe broek kost punten!
Met vriendelijke groeten, mevr. Bijdepinken.
BEWAREN VAN INMAAK.
Kan men potten met inmaak in het zout buiten
bewaren?
Deze inmaak kan zeker buiten bewaard worden,
als de potten maar op een stofvrije plaats staan,
en zoo dat er geen regen in kan komen.
Gaat het vriezen, dan moet men ze echter binnen
halen.
Goede raadgevingen
Een goede huisvrouw zijn is in onze dagen niet
zoo'n eenvoudige taak.
Hooren wij iemand zeggen: nu alles niet meer
zoo gemakkelijk gaat, vindt ik er eigenlijk pas
kunst aan om huisvrouw te zijn, dan kunnen wij er
wel zeker van zijn, dat zoo iemand het vroeger
wel wat al te gemakkelijk had en er dus nu eigen
lijk door gewonnen heeft.
Maar een andere, die van een zeer beperkt salaris
met een gezin met kinderen de eindjes behoorlijk
aan elkaar heeft moeten houden, zal nu weieens de
verzuchting slaken: Wat is mijn huishouding nu
nog veel ingewikkelder geworden dan vroeger!
Maar zij behoeft niet te tobben, zij kan goede
raad krijgen die in vele gevallen niet duur is en
waardoor haar taak aanmerkelijk zal kunnen wor
den verlicht.
Zal kunnen worden verlicht, noem ik het hier
met' opzet, want wie zal niet, evenals onderge-
teekende, weieens den indruk hebben gekregen,
dat de eene huishoudelijke helft van Nederland,
mannen zoowel als vrouwen, goede raad komt
geven aan de andere huishoudelijke helft!
Met opzet noem ik het goede raad, want inder
daad is er bij al dat geraadgeef weinig, dat niet
met overleg is uitgedacht en wordt aangeraden.
Het ligt niet in onzen aard om zonder behoorlijken
ondergrond maar te hooi en te gras kwistig raad
gevingen rond te strooien, waaraan het publiek
later niets blijkt te hebben gehad. Dus zijn die
raadgevingen goed, maar zooals wij ons kunnen
tegen eten van iets dat in onzen smaak valt, zoo
kunnen wij ons vastwerken in onze huishouding
door een overmaat van goede, betere en allerbeste
raadgevingen, waarvan het ons tenslotte duizelt.
En daarom moeten wij ook de raadgevingen met
overleg aannemen en schiften.
Wie kent niet de menschen, die zoo zwaar hun
verantwoordelijkheid voelen bij de opvoeding van
hun kinderen, dat zij het eene boek na het
andere over paedagogie doorwerken, stuk voor stuk
gedegen boeken, waarover zij iédere keer weer op
nieuw in verrukking raken, maar die allen een
ander opvoedingssysteem propageeren.
Het gevolg van dit teveel aan overigens uit
stekende opvoedkundige werken is, dat een vaste
lijn in de opvoeding volkomen zoek is, en dat de
ouders het huns inziëns goede van het eene
systeem en dat van vele andere aan elkaar rijgen.
Waardoor er van die opvoeding meestal weinig
goeds terechtkomt.
Op precies dezelfde wijze zal het de huisvrouwen
vergaan, die de lawines van goede raadgevingen
die over haar hoofden worden uitgestort, allemaal
in zich op willen nemen en opvolgen. Een systeem
kan er, in de manier waarop zoo'n vrouw haar
huishouding drijft, niet meer te vinden zijn, bij
eiken nieuwen raad zal zij haar stuur omgooien en
zoo wordt 't een zwalken van den eenen goeden raad
naar den anderen zonder dat een vaste lijn in de
taak teruggevonden kan worden.
Over het algemeen houden wij vrouwen niet zoo
erg wan die vaste lijnen maar als wij ons laten
verleiden om deze los te laten, komt er van een
goede regeling weinig terecht. Orde op zaken is
belangrijk, ook voor de huishouding en dan zeker
nog eens extra in een tijd waarin de moeilijk
heden grooter zijn geworden. Maar het eischt dan
ook de kunst om niet alleen op te nemen wat
goed is, maar te laten vallen wat overdaad be-
teekent, en dat toch óók goed kan zijn. Dus niet
vandaag den eenen raad opvolgen en morgen den
anderen, die er lijnrecht tegenover staat.
Wie een goed en handig kookboekje heeft in
dezen distributietijd behoeft er niet nog eens twee
of drie andere bij aan te schaffen, dat geeft maar
verwarring. Alleen wanneer blijkt dat het boek uit
den tijd is, behoeft men zich pas een nieuw aan
te schaffen.
Vriendin A geeft den eenen raad en ge volgt die op,
vriendin B komt met een anderen en ook dien
volgt u op, vriendin C. weet weer wat anders,
kennis D. heeft het ideaal nu eindelijk gevonden,
onbekende E via nichtje F weet nog iets veel beters,
allemaal over hetzelfde kleine onderdeel, en ten
slotte duizelt het de huisvrouw en past zij een
soort wonderlijk mengelmoes van alles toe, wat
nergens op lijkt.
Wees daarom toegankelijk voor nieuwe dingen,
maar houd aan een bepaald systeem vast, zoolang
dit zijn duurzaamheid weet te bewijzen. Kan het
dat niet meer, omdat er in korten tij dveel ver
anderd is, gooi het dan overboord, en bouw een
nieuw systeem op dat beter in vandaag past.
Ook hierbij geldt de vergelijking met de op
voedkunde: beter de kinderen opvoeden naar een
intuïtie die den goeden weg wijst, dan naar een
aantak systemen dat elkaar verdringt en. doodt;
beter de huishouding drijven naar.een zuiver ge
voel voor -wat het noodzakelijkste en het beste is,
dan naar een warwinkel van raadgevingen die tot
niets leiden.
En die altijd tot resultaat hebben, dat er meer
geld wordt uitgegeven dan noodig is.
E.. E. J.—P.
NIEUWE UITGAVEN.
.In Born's „Deze Tijd"-serie verschenen vier
kleine boekjes, getiteld:
1. Hoe kleden wij ons in deze tijd? Moder
niseren en vernieuwen van dameskleding.
1. Hoe kleden wij onze kinderen in deze tijd?
Handleiding voor het maken van kinderkleding
uit stof resten, japonnen, mantels, e.d.
3. Hoe kleden wij ons in deze tijd? Moder
niseren en vernieuwen door haak- en breiwerk.
4. Algemene bezuinigingswenken voor deze
tijd.
De handige boekjes geven goede wenken over
de betreffende onderwerpen: lapjes stof of oude
kleeren opmaken, restjes wol goed gebruiken,
vet en zeep sparen, verstellen van ondergoed,
Dit alles en nog veel meer kan men erin vinden.
Zelfs voor de meest ervaren huisvrouw zijn er
zeker nog wel tips in te vinden, waarvan zij moet
erkennen, dat zij ze nog niet wist.
Van mevr. C. H. A. Scholte—Hoek verscheen
bij Hol der t en Co. een klein boekje „kookkunst
voor den distributietijd", bedoeld als hand
leiding voor de goed-gesitueerden: Voor de huis
vrouwen met een laag inkomen zijn cursussen
aan de Nijverheidsscholen voor Meisjes inge
steld.
VOOR DE KINDEREN
Dan ook maar naar boven, een,
twee, drie, vloog hij tegen den ladder
op. Daarna stak hij zijn boven
lichaam door het open gat en xeek
snel om zich heen. Maar hij zag Ab
nergens. Geen wonder, want deze was
juist met zijn vriend het park door-
geloopen naar het kleine hutje onder
de boomen.
Ab was ondertusschen met zijn
nieuwen vriend in het schuurtje aan
gekomen. Veel meer dan een schuur
tje was het niet. Er stond verschrik
kelijk veel rommel. Het waren alle
maal schatten van Oho.
„Dit is nu mijn werkkamer," ge
baarde Oho vol trots.
Verstaan konden zij elkander met,
maar Oho begreep heel goed, dat Ab
uit het dakraam van de cel gevlucht
was. Zonder wat te zeggen trok hij
onder een hoop rommel een langen
nagemaakten staart vandaan Toen
nam hij een lijmpot en plakte den
staart aan Ab's hoofd.
Oho had vroeger nog een anderen
vriend gehad. Klikko heette hij. Maar
het bleek later, dat het geen echte
vriend was, want Klikko was een ver
rader en een bespieder. Klikko en
Oho zaten in dezelfde klas. Klikko
was heel dom, maar Oho leerde heel
vlug. Dat zou nog niet zoo erg ge
weest zijn, maar op een dag ver
raadde hij Oho voor iets, wat hij niet
eehs had gedaan. En nu, terwijl Oho
den staart aan Ab's hoofd plakte,
stond Klikko buiten door een kier
van den plankenschuur naar binnen
te loeren. Aha, dacht hij, dat is niet
pluis
door LESLIE FORD.
21)
Zij richtte zich op en liep verder. „O nee; dat
zou ik niet durven!" hijgde zij. „Ik bedoel, dat
zou het nog maar erger maken. Nee, dank u; het
is heel vriendelijk van u, maar
Wij waren tot mijn deur gekomen, en opnieuw
aarzelde zij, verder te gaan.
„Wilt u soms dat ik met u meega?", vroeg ik
in impuls die ik bitter berouwde, zoodra de woor
den uit mijn mond waren. Ik had daarmee natuur
lijk ook veel te duidelijk laten merken, hoeveel
ik reeds had opgevangen van het leven dat zij
trachtte verborgen te houden.
Ze klemde zich aan mij vast. „Oh, wilt u dat
doen?"
Ik dacht somber: „O, lieve hemel!" en samen
liepen we aarzelend naar haar deur.
„Misschien is hij al naar bed gegaan", zei ik
hoopvol.
„O nee", antwoordde ze, en voegde er vlug aan
toe: „Hij gaat altijd pas heel laat naar bed".
Zij deed de deur open: ik hoorde haar diep
ademhalen, om zichzelf tot kalmte te dwingen.
Alexander Ridley zat met den rug naar ons toe
en sloot zijn boek.
„Je bent heel laat, beste", zei hij met ijzige en
onheilspellende bedaardheid. „Kom binnen, jullie
allebei! En sluit de deur!"
XII.
Als het nog mogelijk geweest was, er vandoor
te gaan en weg te rennen, dan zou ik het zeker
gedaan hebben. Maar het was te laat: hij wist
dat ik er was. Hij stond langzaam op en draaide
zich om; zijn oogen waren saamgeknepen, zijn
lippen een wreede dunne lijn. Toen viel zijn oog
op mij, en zijn heele gezicht veranderde bliksem
snel op een ongeloofelijke manier.
„Wel mevrouw Latham! Dat is onverwacht.
Komt u binnen Maar beste, waarom heb je
niet
Hij glimlachte beminnelijk tegen zijn zielige
vrouw en schoof een stoel aan. Ik begreep met
verbaasden schrik dat hij natuurlijk Lisa bedoeld
had met dat „jullie allebei" niet mij.
Mevrouw Rildey bevochtigde haar lippen en
zei hijgend: „Alexander! Ik heb ontzettend
ontzettend nieuws".
Hij schoof den stoel dichter naar mij toe en glim
lachte toegeeflijk.
„Vertel me alsjeblieft niet, dat Lisa er met
een van de parkwachters vandoor is", zei hij een
beetje ironisch, maar met de kennelijke bedoe
ling, haar te herinneren aan zijn onuitgevoerde
bevelen.
„Gaat u toch zitten, mevrouw Latham", zei hij
nogmaals beminnelijk.
„Alexander!" Mevrouw Ridley klemde zich aan
een hoek van het schrijfbureau vast. „Luister. Het
is George!"
Om Ridley's bewonderenswaardig beheerschte
trekken was geen enkele zichtbare uitwerking te
bespeuren. Beter gezegd: Ik kon niets zien; want
aan de plotselinge intense bleekheid om mevrouw
Ridley's lippen en de manier waarop haar han
den zich vastklemden, moest zij die toch wel
hebben waargenomen.
„Wat is er met George beste'"
„Hij is. dood!" riep ze radeloos.
Ridley's mond viel open: langzaam trok een
diep rood over zij heele gezicht. Hij staarde
zwijgend voor zich uit, toen deed hij een stap in
haar richting. Ze week terug met wilde oogen
als een gejaagd dier. Ik opende mijn mond om te
gillen en slikte het geluid goddank in, voordat
het hoorbaar was.
„Mijn beste arme May!" zei hij. Zijn stem klonk
onvast van aandoening of van zijn poging zich
zoo voor te doen ik zou niet weten wat het
meest juist was. Hij legde zijn handen op haar
terugdeinzende schouders en kuste haar op het
voorhoofd.
„Geen wonder dat je over je zenuwen heen bent,
beste".
Ze zat zenuwachtig te huilen en alweer wist
ik niet of het van verdriet was of van opluch
ting omdat hij haar niet ter plaatse neergeslagen
had. Hij wendde zich tot mij.
„Ik dank u, mevrouw Latham", zei hij ernstig,
„dat u met mijn vrouw bent meegekomen. George
is haar eenige broer. Dit treft haar diep".
Hij opende de deur. „Ik dank u wel"
Ik maakte dat ik in mijn kamer kwam en viel
op mijn bed neer, al haast even erg over mijn
zenuwen heen als mevrouw Ridley. Ik had Ridley
toch onrecht gedaan hoe ik de zaak ook be
keek. Of hij was niet half zoo erg als ik dacht,
óf hij was nog veel gemeener En haast onmid
dellijk daarna bemerkte ik, dat het laatste het ge
val moest zijn.
Ik hoorde de stem van zijn vrouw angstig en
verschrikt: „Niet doen, Alexander! Ooh, je doet
me pijn! Toe!"
Zijn stem klonk .soud en trillend van woede.
„Waar is hij? Wat h er gebeurd? Sta er niet als
een idioot bij!.. Vertel op dan! Waar is hij?"
„Buiten langs den weg, achter het woonwagen
kamp!" hijgde zij „Hij is dood: doodgeschoten. O,
ie doet me pijn!"
Ze kreunde van opluchting; ik hoorde Ridley
een stoel achteruitschuiven en door de kamer op
en neer loopen, terwijl zijn vrouw bleef snikken.
„Hij heeft zich toch niet van leant gemaakt?"
Het was een vraag en tegelijk het constatee-
ren van een feit. Toen hoorde ik hem met ver
pletterende kalmte zeggen: „May. jij hebt hem
doodgeschoten, is het niet?"
Het bleef lang stil. maar zij moest hem op de
een of andere manier antwoord gegeven hebben,
want hij zei: „Mijn vrouw een moordenares!"
Hij zei het met een grafstem, en het klonk be
lachelijk melodramatisch.
„Het is niet waar! Ik heb het niet gedaan!"
gilde mevrouw Ridley plotseling. Haar stem
klonk trillend en ik begreep dat zij gek van
angst moest zijn. „Ik heb het niet gedaan Alexan
der!"
Ik hoorde, hem weer loopen Hij deed een kast
deur open, want ik hoorde kleerhangers ramme
len.
„Ik ga er heen", zei hij „Luister, May. Praat
tegen niemand. Laat dat mensch van Latham niet
in de kamer komen. Schei uit met bibberen. Ga
naar bed".
Ik hoorde de gangdeur openen en sluiten, en ik
dacht dat hij weggegaan was, maar hij had zich
blijkbaar bedacht.
„Luister, May. Heb je aan iemand gezegd, dat
jij niet wilde dat George en Cecily trouwden?"
„Nee!" hijgde ze.
„Weet je het zei denk goed na. Het is be
langrijk".
Zijn stem klonk meer als die van den verdedi
ger in een strafzaak dan als die van een echtge
noot.
„O ja! Ik weet het zeker! Ik heb er met niemand
over gesproken".
„Ook niet met mevrouw Latham?"
„Werkelijk niet"
„Goed Ga nu naar bed".
Ik hoorde.de deur opnieuw sluiten en zijn voet
stappen langs mijn deur gaan. Ik wachtte tot ik
ze niet langer hoorde, en zelfs nog een oogenblik
langer. Ik hoorde mevrouw Ridley loopen en
haar schoenen uittrekken. Zij zou nu zeker niet
den moed hebben, hem te verlaten, dacht ik.
Ik opende mijn deur en liep de gang op Ik
kwam den nachtwaker tegen op zijn ronde, die
mij nieuwsgierig aankeek en verder liep Ik liep
naar de kamer van mevrouw Chapman en was
eenigszins verbaasd te zien. dat er nog licht
scheen in de zitkamer. Er was geen reden, waar
om ze niet nog op zou zijn. maar ik had ge
meend dat ik haar uit haar slaap zou moeten
wekken. Ik klopte op de deur.
De oorlogszuchtige toon, waarop haar stem
„Binnen" zei, was als melk en honing na het
geen ik zoo juist gehoord had. Ik opende de deur
en bleef verbaasd staan. Op de sofa, als iets uit
het lang vergeten verleden, zat Joe Anders, onze
gids van Cinnabar nog in zijn vuile blauwe rij
broek en stoffige laarzenn. en met zijn oranje
halsdoek om.
„O", zei ik slapjes. „Goeden avond".
„Goeden avond, mevrouw Latham", zei h(j, ter-
In een lange inleiding worden de algemeen
heden besproken, en wie deze practische raad
gevingen leest en behoorlijk kan koken, zal
al een goede handleiding hebben om iets goeds
op tafel te brengen van wat er te krijgen is.
Daarna komen vele recepten, die met het
laatste ook rekening houden en die ons daar
door niet voor de problemen zetten van een
kookboek van voor den oorlog„Als ik dit of dat
weglaat, omdat het er niet is, zal het gerecht
dan toch nog smakelijk zijn.
Mevrouw Scholte houdt rekening met de prak
tijd, maar bovendien is zij overtuigd van de
noodzakelijkheid van een smakelijke, den eet
lust opwekkenden maaltijd en van de neiging
die ieder wel eens krijgt, om nog eens een keer
tje iets bijzonders te doen.
Camisole
(Foto H.D.)
Als tweede st.uk van onze serie wollen onder
goed geven we een camisole met ronden hals. Om
het geheel wat gezelliger te maken gebruiken we
zijden sohouderlintjes;
We hebben noodig 150 Gr. wol in dezelfde tint
als de directoire, die we eenige weken geleden
plaatsten. We zetten op 88 st„ breien 10 toeren 2
r. 2 a. en vervolgen dan met 1 pen recht 1 pen
averecht. Is het werk 45 c.M. lang, dan breien we
voor de taille 15 pennen 2 r. 2 a. en gaan weer
verder met 1 pen recht 1 pen averecht. Bij 18 c.M.
boven de taille beginnen we aan het armsgat, kan
ten eerst aan weerskanten 6 st. af, vervolgens aan
het begin van elke pen 2 st. tot we aan weers
kanten 14 st. hebben afgeminderd. We hebben nu
nog 60 st. op de pen, zetten de middelste 20 st.
op een draad voor den hals en breiên den schouder
door en laten telkens aan het eind van de pen 1
st. staan tot we niets overhouden. Hebben we den
2en schouder ook klaar, dan breien we 10 st. van
de ronding pl. 20 st. van den draad pl. 10 st. van de
ronding op 1 pen in 2 r. 2 a. We zorgen er voor,
dat bij de insteektoeren geen gaatjes in het werk
komen, door den steek samen te breien met de lus
die er vóór ligt. Nu breien we een boordje op pen
nen no. 2 van 8 toeren hoog. Dan afkanten.
Het voorpand begint als de rug: zijn we echter
8 c.M. boven de taille, dan breien we er een beetje
model in: eerst 39 st. recht, werk omkeeren, 29 st.
averecht, omkeeren, de pen recht uitbreien.
De volgende pen breien we 39 st. averecht, kee-
ren om, 29 st. recht, keeren om en breien de pen.
averecht uit. Zoo herhalen we deze 2 pennen, tot
15 c.M. boven de taille. Nu beginnen we aan de
gaatjes, die dienen tot versiering. Ie pen: 3 r. omsl.
dubbel minderen (d.w.z. 1 afh. 2 tezamen de los
af overhalen) omsl. 37 st. recht, omsl mind. omsl.
(met het oog op het aantal steken moeten we dezen
eenen keèr alleen maar minderen) 37 r. omsl. dub
bel minderen omsl. 3 recht.
We breien de pen averecht terug.
De 3e gaatjespen: 6 r. omsl. dubbel mind. omsl.
3 r. omsl. dubbel mind omsl. 25 r. omsl. dubbel
mind. omsl. 3 recht omsl. dubbel mind. omsl. 25 r.
omsl. dubbel min. om sl. 3 r. omsl. dubbel mind,
omsl. 6 recht.
De pen averecht terug breien.
Oe 5e gaatjespen is gelijk aan de le en de 7e
gelijk aan de 3de.
De volgende gaatjespen beginnen we met 12 r.
en ze is verder gelijk aan de le pen. Weer ave
recht terug breien.
Dan beginnen met 18 r. en breien als de 3e pen.
Hebben we 18 c.M. boven de taille, dan beginnen
we met het armsgat, precies als bij het rugpand.
De gaatjes worden echter gewoon doorgebreid,
telkens verder van den kant af, zoodat ze schuin
boven elkaar komen. Hebben we in het midden
stukje 6 gaatjes boven elkaar, dan breien we de
rest gewoon recht.
Als de 2 deelen klaar zijn, stikken we ze op de
machine aan elkaar. De --'eken van het armsgat
nemen we op de dunne pennen en breien er een
boordje op van 6 toeren hoog, dat we dubbel leg
gen en aan den verkeerden kant er op stikken.
Als de schouiderlintjes zijn aangenaaid, wordt
-rlles gestreken onder een vochtigen doek.
Sp. Th.
wijl hij opstond om me een hand te geven. „Hoe
is het met Bill?"
„Bill maakt het best", zei ik.
Mevrouw Chapman viel kortaf in: „Kom binnen
ga zitten En doe de deur dicht".
Ik had nog niet eens beseft dat ik vrij zot midden
op den drempel was blijven staan. Maar
waarom Lk plotseling het gevoel kreeg dat ik hier
geen nieuws meer kwam vertellen, weet ik niet;
maar toch was het zoo. Ik sloot de deur
„Als je wat drinken wil, bedien je je maar", zei
mevrouw Chapman „En ga zitten. We weten
het over George. De nachtwaker heeft het ons
verteld". Ze keek me met haar harde oude
oogen aan en ik kreeg haast het gevoel dat er een
uitdaging in lag
„En ik ben er niet rouwig om", merkte Joe
kalmweg op
„Houd je mond", zei mevrouw Chapman bars.
„Voor je het weet, hebben ze je in de doos ge
stopt" Ze vroeg aan mij: „Heeft zijn zuster hem
gevonden?"
Ik knikte, stond op en ging mezelf een glas
spuitwater inschenken. Ik had er geen behoefte
aan. maar er was een onplezierige spanning in de
kamer die maakte dat ik niet domweg stil kon
zitten.
Mevrouw Chapman was ook opgestaan. „Ik
wou maar dat hij kwam", zei ze geprikkeld. „Ik
hoop dat die vriend van je niet zoo gek geweest
is, hem handboeien aan te doen. Politiemenschen
zijn allemaal idioten". Ze hief luisterend het
hoofd op „Misschien is hij datGa eens kijken,
Joe".
Joe stond sporenrinkelend op en opende de
deur. Hij knikte toestemmend. Ik hoorde zware
stappen eenige menschen bij elkaar in de
gang. Eerst verscheen Steve Grant, daarachter
kolonel Primrose, en daar weer achter de korte
donkere gestalte van den opperhoutvester.
(Wordt vervolgd.)