Ons Knippatroon AB'S AVONTUREN Een man verdween... ZATERDAG Ï2 OCTOBER 1940 H A" A R E E M'S D A G B E A D Geklccde Middagjapon. Deze japoa voor zware fi guren wordt gemaakt van zijde of van dunne wollen stof. Benoodigde stof 3.25 M. van 130 c.M. breed; voor de zijde 4.50 M. van 90 c.M. breed, maat 52. Prijs van het patroon 26 c. Het is van Maandag af ge durende een week verkrijg baar bij de bureaux van dit blad, Gr. Houtstraat 93 en Soendaplein 37. KLEINE VREUGDEN. Ze staan samen voor het breede raam van het compartiment derde klas van den electischen trein en het reisje is blijkbaar een allang beloofd fuifje, waar zij zich onnoemelijk op verheugd hebben. Het jongetje is zoowat zes jaar, het meisje een jaartje jonger, en ze schreeuwen elkaar met hun helle stemmetjes alles toe, wat er buiten te zien is, en dat is heel wat als je nog maar zoo klein bent. Kijk es, nog een trein! En daar een sloot, jó, wat een boel water is erin! Wat zijn daar veel koeien, zouden het er wel honderd zijn? Nee, vast millioen duizend, antwoordt het meisje met de liefhebberij voor onzinnige getallen die elk klein kind eigen is. Zoo kwetteren hun stemmetjes door den trein die stampvol zit, en je moet al wel een regel rechte isegrim zijn, wanneer je je niet kunt ver maken met deze onomwonden vreugde over het reizen. Gaat u ook eens kijken op het schoolplein wan neer er vrij kwartier is, en vermaak u met het gejubel en gejuich, met het geschreeuw dat u tege moet schalt, en zelfs met het noodzakelijk ruziën om een jongen die „gemeen' heeft gedaan, of een meisje dat een „flauw kind" is omdat ze niet meer wil meedoen. Al dergelijke uitingen van spontane en onom wonden levensvreugde zijn een afleiding voor ons volwassenen van de moeilijkheden, die het leven van vandaag kenmerken. Het is waar, wjj kunnen ons niet blijvend laten afleiden door het blije gepraat van kleine hum mels of door het vroolijke spel van schoolkinderen, maar wij kunnen ons wel openstellen voor de af leiding die er nog te over te vinden is, in de eerste plaats door die San onze kinderen, door alle mo gelijke spelen, door sport, door liefhebberijen, waardoor wij kunnen vergeten, zij het ook voor korten tijd, dat er moeilijkheden bestaan. Nu ja, zult u misschien tegenwerpen, daarna komen zij dan weer dubbel terug. Maar ik ben zoo vrij om dat te betwijfelen: een kon oogenblik van onbezorgde vreugde kan ons juist lang bijblijven als iets extra goeds, waaraan wij nog lang denken. Weel je nog dat we toen en toen zooveel plezier gehad hebben, herinneren wij ons en juist die klei ne vreugden kunnen in een moeilijken tijd als deze zooveel goed doen, als wij er maar voor open staan. Wanneer wij alleen maar wrevelig zeggen wat schreeuwen die kinderen door den wagon heen. of wat maakt de schooljeugd weer veel herrie, dan kan het onbezorgde ons inderdaad niet helpen om de zorgen te vergeten. Maar wie openstaat voor de afleiding die op onzen weg komt, en wie op zijn tijd ook wil mee helpen om die afleiding in het leven te roepen, die kan zeker zijn van veel prettige oogenblikken, zelfs in dezen moeilijken tijd. E. E. J.P 'T IS MAAR EEN WEET. Nog een paar practische tips in distributietijd. Smakelijk theedrinken. Iedereen vindt opge warmde thee onsmakelijk en toch gaat het ons aan het hart, resten thee weg te gooien. Probeert U eens de volgende manier om thee op te warmen: Giet de thee zonder de bladen in een tweede, liefst emaïlle trekpot. Hierin wordt ze later goed verwarmd, vervolgens strooit men er een snufje versche thee bovenop, waarna men de pot verder aanvult met kokend water. Het opwarmsmaakje is nu verdwenen. Weinig suiker? Probeert U 't dan eens met een theelepeltje stroop in de koffie. De smaak van beide ingrediënten harmonieert verrassend goed. Zeer practisch. In dezen zuinigen tijd is het ge bruik van het z.g. „Duitsche" aardappelmesje aan te bevelen. Behalve voor aardappels is dit ook heel geschikt voor komkommers, saprijke peren en appels. De beweging is niet als schillen, doch eerder van schaven in de richting naar U toe. Voor appelmoes hebt U in 't geheel ge?n suiker noodig, als U eenige vooraf gekookte zoete appe len onder de zure mengt. Desnoods met een snufje zuiveringszout. Soepvleesch. „Stukjes en teentd*3" kunnen her haalde malen met versch water en kruiden wor den afgetrokken, zonder veel aan kracht te ver liezen. Op deze wijze kan men verscheidene dagen in groote afwisseling soep eten. Afwasschcn eenmaal per dag spaart zeep en brandstof! (alleen voor kleine gezinnen). Uw nieuwe schoenen moet U eens direct laten voorzien van rubberzolen (geplakt, niet gespij kerd en met Ingeslagen hakken). Na verloop van tijd zijn deze gemakkelijk te vervangen. Voor- deelen: geringe kosten en behoud van model. Bij gebrek aan kasten kan men leege hand koffers gebruiken voor het opbergen van zomer- kleeren in den winter en winterkleeren in den zomer. PRACTISCHE RECEPTEN VOOR DEZEN TIJD. Hieronder volgen nog eenige recepten van ge rechten, die in plaats van vleesch aan onze maal tijden gegeven kunnen worden en bovendien eenige aanwijzingen bij het klaarmaken van de menu's. Varkensschijf of rollade kan gebraden worden zonder vet als het vleesch tenminste een flinke vetlaag heeft, wat meestal wel het geval is. Men legt het gezouten vleesch met wat water in de pan. en laat het, met de deksel er op. eenigen tijd zachtjes koken, tot een groot deel van het vet er uit gedropen is. Daarna braadt men het zon der deksel mooi bruin en maakt de jus met wat water af. Den tijd rekent men even lang als bij gewoon braden. Bij het klaarmaken van gestoofde pal'ng heeft men niet zooveel boter noodig, omdat de visch al zooveel vet bevat, en des te meer, wanneer men niet te dikke stoofpaling neemt, waar het vel niet afgestroopt wordt daar dit bij het stoven ook zacht wordt. In een schotel legt men de gewas- schen en gezouten paling, met een stukje boter (voor 4 pers. bev. 2 lepels) en voegt zooveel water toe, dat de paling voor 1/3 onderstaat. Diehtge- dekt laat men de paling Vz uur zachtjes stoven en bindt daarna het vocht met wat aangemengde sago. Soms moet nog wat zout (en citroensap) bijgevoegd worden. Gehakte peterselie strooit men voor het opdoen er over heen. Groentepannckoek met kaas: Benoodlgdheden 100 gr. bladgroente, 50 gr. wortelen of bieten, 1 /«itje, 1 ei, 100 gr. kaas, 10 gr. havermout, 20 gr boter, peper, zout, aroma. Bereiding. De bladgroente fijn snijden, de wor telen, de biete'n en de kaas malen of raspen, het ei kloppen, het uitje snipperen. Alles met elkaar vermengen, de havermout de kruiden en wat maggi aroma toevoegen. Het grootste gedeelte van de boter in de koekepan lichtbruin laten worden, het beslag er in doen en op een zacht vuur 10 minuten laten bakken. De koek op een vetgemaakt, deksel laten glijden, de rest van de boter in de pan doen en de pannekoek nu aan den anderen kant laten bakken nog 10 minu ten EEN SALUUT AAN HET NIEUWE KEUKENSCHORT Noch banden, noch knoopjes: „Een nieuw keukenschort?" zult u heel ver baasd vragen, nadat u even onze teekening en foto's bekeken hebt. Ja, zoo op 't eerste gezicht lijkt dit nieuwe schort dan ook niet bepaald ongewoon. Maar bij een na dere beschouwing zult u weldra opmerken, dat er noch banden, noch knoopen aan te zien zijn. „Maar hoe sluit het dan?" In het antwoord op deze vraag, dames, ligt het heele geheim van ons nieuwe schort opgesloten Stelt u zich eens voor, een schort, waarbij u zich nooit meer over afscheurende bandjes en scheef zittende of in de wasch kapot gaande knoopen be hoeft te ergeren! Is een product, dat dergelijke hinderpalen zoo maar uit den weg ruimt, niet wer- VOOR DE KINDEREN. i 51 kw/y/ HrJ /ff Ti iiff /w -V ,7^^ -A/* Maar Ab was er heelemaai de jon gen niet naar om lang te zitten pie keren over dingen, die nu eenmaal gebeurd waren Hij kon er toch niets meer aan veranderen; dus stond hij maar weer op en floot eens een lijn deuntje. Ziezoo, dat knapte hem weer heelemaai op! „En nu eens rondkijken waar ik heen moet," mompelde hij. Kijk, daar had je een paal. En aan die paal was een groote, houten hand getimmerd. Wat zou dat beteekenen? Nu, dacht Ab, we zullen maar eens gaan kijken wat er in die richting te vinden is. Ik ben bepaald nieuws gierig En mijn paardenharen staart zal ik maar aan mijn hoofd laten hangen, want je kunt nooit weten waar dat goed voor is. Het ls wel jammer, dat ik dat prachtige hoofd dekseltje kwijt ben, want nu valt het zoo erg op, dat ik een valschen staart bezit. Maar er is niets aan te doen, en, vooruit dus, daar gaat hij dan! En voort holde Ab. kelijk een eeresaluut waard? Welnu we zullen u: niet langer nieuwsgierig maken, maar de kern der zaak eruit halen. Die kern is in dit geval: een ring van ijzerdraad. Deze ring zorgt, dat het schort stevig om het middel blijft zitten, zonder echter te knellen. Hij is het, die de knoopen en banden vervangt. En nu de vraag: hoe maken we een dergelijk schort? Dit zal u erg meevalen, want het vervaar digen ervan neemt minder moeite en tijd in beslag dan u denken zoudt. Als materiaal leent zich het beste ervoor een vrij stevige stof. Ons voorbeeld geeft een 'schort van blauw geruite katoen, dat erg frisch aandoet en bui tengewoon flatteert. Doch ook met bedrukte linnen stoffen kan men deze efecten bereiken. De vorm kan naar eigen smaak worden gekozen' met afgeronde of gewone hoeken. Boven zet men en breede strook stof aan, Deze strook loopt naar achteren in een punt uit en is langer dan het schort zelf; hij is het, die de plaats van banden of knoopen inneemt, daar er zoo'n zelfde punt wordt tegengenaaid, zoodat een hoek wordt gevormd. Deze hoeken vormen een be langrijk onderdeel van het aldus ontstane schort. En nu de üzerdraadring. Deze, die u bij eiken ijzerhandel kunt krijgen, wordt door een schuil langs de strook heengehaald en de uiteinden komen in de beschreven hoeken te zitten. Men buigt nu den ring zoodanig naar zijn figuur, dat hij stevig om de taille komt te liggen. Welkt beweging u nu ook uitvoert, de ring verschuilt niet. Met 't wasschen haalt u gewoon den ring eruit 't Spreekt vanzelf, dat men een oud schort even* eens van dit nieuwe gemak kan voorzien, indien' men eenvoudig de banden of knoopen eraf tornt er zooals boven beschreven, het bovenstuk dat 't dragen naar binnen toe wordt dubbel geslagen eraan zet. PRAAT NIET TE VEEL 't Is krachtsverspilling! Er is in dezen tijd heel wat goede raad te ven aan de huisvrouw. Raad over hooikisten, theesurrogaten en wat niet al! Een erg belang rijke raad lijkt me de volgende: Praat niet te veel! Heusch, die raad hebben we noodig, ik weet 't uit bittere ondervinding. Ik ging laatst op verzoek van mijn vrouw een boodschap doen. Ik wilde verduisteringspapier hebben, van dat zwarte, u weet wel. En 't papiet was uitverkocht. „Krijgt u 't weer aan?" vroeg ik. „Weet ik niet", zei de juffrouw. En toen begon ze een verhandeling te houden mor nn70 o/innnmicchfl tnplrmnst. dip TTIP 7.PPF Otl« iïGlëNISCH KOKEN..., is koken met Jozo of Nezo, het sneeuwwitte, -ristalzuivere keukenzout uit eigen bodem. (Adv Ingez. Med.) door LESLIE FORD. 27) „Met alle macht. Onwrikbaar", zei mevrouw Chapman. „U had de revolver van Pelham in uw bezit Als u hem al aan Grant gaf om te laten verzege len, zooals juffrouw Cecily zei dat u deedt, dan heeft hij die niet aangenomen, want gistermor gen lag de revolver nog hier" Mevrouw Chapman zweeg en haar kaken sloten zich op elkaar. „U hebt het hotel gisteravond kort voor hall tien verlaten. U hebt Steve Grant opgepikt op den weg achter het woonwagenkamp. U bent naar Squaw Meer gereden, hebt Anders opge haald, en kwam een paar minuten over tienen in het hotel terug". „Nadat ik Steve Grant aan de houtvesterij had afgezet", viel mevrouw Chapman bruusk in de rede. Kolonel Primrose schudde het hoofd. „Nee", zei hij, „niet bij de houtvesterij, maar op den weg, ongeveer op de plaats waar u hem hadt opgepikt. Toen kwam u hier terug. U hebt ons gezegd dat Anders en u hier waren, totdat w;j u hier ontmoetten. Dat is niet waar, mevrouw Chapman". „Uitstekend", zei ze. „Ga door". „Gisteravond omstreeks acht uur nadat uw kleindochter van haar vergeefsche reis was terug- gegkomen hebt u met den nachtwaker ge sproken. U hebt hem gevraagd, de deur aan hel eind van de gang tot elf uur open te laten. Hii heeft daarin toegestemd. Vóór u uitging, hebt u aan Pelham gevraagd, omstreeks half elf hem aan het restaurant van het kamp te ontmoeten. U hebt hem ingelicht over den kortsten weg daarheen. Anders en O verlieten het hotel, en Anders liep om het gebouw heen en haalde uw wagen. U bent bij hem ingestapt. We weten niet wanneer li teruggekomen is. We weten alleen dat George nog leefde toen u om kwart over tien hier wegging, en dat hij dood was toen u terugkeerde. E dat de revolver Dc stoel naast mij kraste over den vloer. De kolonel keek rond. Steve Grant was, beheerseni en kalm opgestaan. „Dat alles is volkomen waar, Kolonel", zei mj rustig. „Mevrouw Chapman, Anders en ik waren van plan Pelham op te pikken en hem ergens in het bosch 'neer te poten, om te trachten, hem naar rede te doen luisteren. Mevrouw Chapman was niet van plan, hem dood te schieten; Anders of ik evenmin. Wij hadden de revolver niet, die had Pelham zelf. Ik heb gezien dat hij hem gisteravond wegnam, toen hij over de tafel reikte naar een aschbakje. Hij stak hem in den buiten zak van zijn pak. Gisteravond ontmoette ik hem op den weg, voordat mevrouw Chapman er. An ders waren aangekomen Hij begon me te plagen dat ik toch nog altijd kreupel was, en over John Brice en die vervalschte chèque. Ik werd nijdig en wilde hem een opstopper tegen zijn kiezen geven. Hij trok zijn revolver. Ik greep zijn pols. en de revolver ging in zijn gezicht af. Hii sloes tegen den grond en ik sloop door de struiken achter een woonwagen. Een minuut later kwa men mevrouw Chapman en Joe. Zij zagen bem lig gen. en ik kwam op hen toe en vertelde wat er gebeurd was. Juist zooals ik het nu aan u ver tel. Ik heb George uit zelfverdediging gedood evenals ik vroeger Brice uit zelfverdediging doodde. Maar één ding heb ik niet gedaan: Ik heb nooit een chèque vervalscht". Het was zoo stil in de kamer dat ik meeu wen. verweg boven het meer, kon hooren krijschen. Kolonel Primrose's flikkerende donkere oogen bleven vast op Steve's gezicht gericht. „Dank ie Grant", zei hij kalm. „Dat is wel zoo ongeveer wat ik dacht. Ik wilde graag zekerheid hebben" Cecily zat hem aan te staren met een gezicht zoo bleek en koud als marmer. Plotseling sprong ze op. „Steve!" riep ze. „Het is niet waar!Kolo nel Primrose, gelooft u hem niet! Het is een leugen!O. grootmoeder, laten ze hem toch niet meenemen! Het is een leugen! Zegt u dan toch dat het niet waar is!" Mevrouw Chapman zat op het eind van de sofa in elkaar gedoken; haar kaken hingen slap. haar lippen waren blauw. Ze sloot de oogen. Ik staarde haar ontzet aan. Het was dus geen leugen Ik kon het zien aan de manier, waarop zy met het hoofd knikte: het was de waarheid. XVI. In zat verslagen. Ik moet bekennen dat ik naar Steve's kalme feitenrelaas met verbazing geluisterd had, maar te zelfder tijd met de stel lige overtuiging dat het niet waar was, en dat ik me niet ongerust behoefde te maken, omdat nie mand er door overtuigd zou zijn. Het zou niet de eerste maai geweest zijn dat een jongeman edel moedig de schuld op zich trachtte te nemen, om iemand te redden van wie hij hield. Totdat ik me vrouw Chapman's reactie gezien had, had ik gedaent dat het nu gebeurde juist iets was, wat je van hem kon verwachten. Ik had stellig verwacht dat, zoo gauw Steve uitgesproken was, de kolonel ge glimlacht zou hebben, en gezegd, zooals ik dat al tweemaal bij dergelijke gelegenheden had bijge woond. „Dat is allemaal goed en wel, Graat maar En dan kalm en beleefd zou hebben uitgelegd dat zijn verhaal geen hout sneed; want dat het bekend genoeg was dat de jongeman op het oogenblik van den moord houtjes voor zijn oude tante hakte, of iets dergelijks. Daarom was ik volkomen onvoorbereid op zijn antwoord, en nog minder op mevrouw Chapman's verpletterende bevestiging van iets, waarvan ik nu begreep dat zij geweten had dat het waar was Iets waarvan zij tot het laatst toe gehoopt had dat het onbekend zou blijven en dat zij ten koste van alles ontkend zou hebben, als het nog eenige kans van slagen gehad had. Maar de uitwerking op mij was nog mets ver geleken met die op Cecily. Zij zat eenvoudig als een zoutpilaar; alle kleur en leven was uit haar weggeweken. De kolonel keek, blijkbaar zelf een oogenblik besluiteloos, van den een naa den ander. Me vrouw Chapman deed een tragische poging om zich te beheerschen. Zij bevochtigde haar blauwe lippen en klemde zich aan den kant van de sofa vast tot haar knokkels wit uitstonden. „Het is mijn schuld, kolonel Primrose, volko men mijn schuld", zei ze moeilijk, „Ik vertelde Steve dat ik Joe ging halen om mij te helpen, George eens goed de les te lezen. Het zou een klein kunstje zijn hem een doodschrik te bezoi gen. Ik wilde in elk geval dat overhaaste huwe lijk uitstellen, waartoe hij en zijn zwager mijn kleindochter wilden pressen, terwijl ze niet in staat was om te denken. En dat dan nog zeei dwaa was naar mijn meening" Ze vouwde de handen in haar schoot. Ondank al haar pogingen was alle energie uit baar ge zicht verdwenen, en was ze enkel nog een zielig- ongelukkige oude vrouw die vergeefs alles op haai laatste kaart gezet had. „Ik zei Steve dat hij niet mee moest gaan. Da' het hem niet aanging, en dat Joe en ik dat we zouden doen", ging ze voort. „Ik wist met dai George de revolver had. ofschoon ik het mis schien had kunnen weten. Ik wist zelfs niet da' de revolver weg was: het ding was me seder' den vorigen avond volkomen door het tio-'fd ge gaan. Ik was den heelen dag al vrijwel niet tot denken in staat geweest. Toen Cecily terugkwam en niet getrouwd, besloot ik er voor te zorgen dat het huwelijk in het geheel achter wege zou blijven. En dit was het eenige werkelijk oruikbarc dat ik kon bedenken. Het was een beetie eigen recht en. laten we zeggen veeboeren -nractii!' maar George was voor indere argumenïer nu eenmaal niet ontvankelijk. Het spijt tui nie» voor George, want die kreeg niet meer dan hem toekwam, maar om Steve. George was nog nie* waard dat hij Steve's schoenen poetste" Er viel een lange stilte Kolonel Primrose keek nog steeds den een na den ander aan. Ten slotte vroeg hij aan den houtvester: Mag ik dat tele gram, mijnheer Rayburn?" Hij opende het papier en zei tot Stev „He- schijnt me toe, Grant, dat het tijd wordt dat we jouw lezing over die chèque eens hooren Zoo veel weet ik ai wel, dat de chèque niet door een valsche handteekening werd vervalscht maar dat het bedrag verhoogd werd. Dit telegram is van Chapman en Davis, en ik vermoed dat het u allen wel zal interesseeren Het luidt: „Ons kantoor bezit geen dossier in zake Stuy- vesant chèque. Onderzoek privé en vertrouwelijk ingesteld door George Pelham die persoonlijk rapporteerde aan den heer Chapman Alleen Pel ham heeft inlichtingen eerstehands verkregen Stel u met hem in verbinding adres Cinnabar Ranch Eik Hole Wyoming" Zijn oogen bleven op Stev« gevestigd. „Ik geloof, Grant, dat niemand van de aan wezigen er aan twijfelt of Pelham was in staat, In lichtingen in zijn eigen voordeel te verdraaien it dit geval wist niemand beter of je was dood et kon je hem dus nooit ontmaskeren Ik stel daar-1 om voor dat ie ons vertelt wat er gebeurd Is" I Steve aarzelde slecht een oogenblik, toen zei nij rustig: „Ik wil graag verteHen wat er ge beurd is: U moet maar zien of u het wilt geloo-! ven. En het is een lang verhaal. Die Brice wat onze eerste bediende van de correspondentie^ afdeeling Op een goeden dag kwam een vriend van mij die bij een bankiersfirma werkte, bij oni binnenloopen Die viel zoowat op zijn rug val verbazing toen hij hem zag. Hij vertelde mij da'. Brice een week of drie te voren op hun kantor gekomen was. een rekening bij hem geopend had waarbij hij ons als referentie opgaf, en een chè que van 10.000 afgegeven had met order daar voor Associated Steels tegen 24 te koopen lede- ien morgen belde hij omstreeks elf uur oc en gaf zijn orders voor dien dag Na een week of tweJ had hij ruim 6000 verdiend Toen kwam hij op eeï morgen zelf. vroeg de 10.000 op, en ging met dl winst verder gokken „Het klonk mij een beetje fantastisch en ifcj wilde er meer van weten Ik ontdekte dat wii of den dag dat Brice die rekening geopend had eea brief gekregen hadden van een zonderlinge oud! juffrouw waar we nog al eens zaken voor deden^ Met een ingesloten chèque van tien dollar voof een man met vruchten rrn aan een dominee dil naar Europa ging op de boot te sturen De kas sier vertelde me dat het geen chèque was ge weest, maar een bankbiljet van tien dollar. D# man had er zich mets bi.i gedacht, want ze deed altijd zonderlinge dingen Daar waren we we) aal gewend: dat ze óns zooiets opdroeg, was trouwen! al zonderling De kassier had dus gedacht dal ze na het schrijven van haar brief van gedachtlj veranderd was. en maar een bankbiljet had inge> slote" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6