Jubileum R. K. Woningbouwvereeniging „St. Bavo". Een druk bezochte receptie. AB'S AVONTUREN Een man verdween... MAANDAG 13 OCTOBER 1940 HASREEM'S DAGBEAD 4 De R.-K. Woningbouwvereeniging: „St. Bavo" te Haarlem hield Zaterdagmiddag in de Sociëteit „St. Bavo" een druk bezochte receptie, ter gelegenheid van haar 25-,jarig bestaan. Het bestuur in de bloemen. Zittend van links naar rechts de heeren: Joh. M. van Seggelen (secr.-penn.). K. C. van Donsen (voorz.), J. Luiten en G. A. van Eekhout. Staande van links naar rechts de heeren: A. Rood, C. Vreenegoor en H. J. H. Puts. Tor gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de R.K. Woningbouwvereeniging ,.St. Bavo" te Haarlem, werd Zaterdagmiddag in de Sociëteit St. Bavo een druk bezochte receptie gehouden. Vele bloemstukken, waarbij één van de leden en bewoners der jubileerende Woningbouwveree niging. gaven de zaal een feestelijken aanblik. Bij het begin van de receptie nam de heer G. van Dijk, voorzitter der Feestcommissie, het woord om het bestuur te danken, namens leden en be woners voor alles wat het voor hen gedaan heeft. Het bestuur is den bewoners steeds tot hulp en steun geweest. Spr. sprak den wensch uit dat de tegenwoordige bestuursleden nog vele jaren de leiding van de Vereeniging zullen hebben en bood hun namens leden en bewoners een ameublement voor de bestuurskamer aan, voorts een kleed voor de bestuurstafel en een electrische klok voor de bestuurskamer. De heer W. C. van Kampen, voorzitter der Federatie van Haarlemsche Woningbouwvereni gingen, bracht warme hulde aan het bestuur voor zijn noesten arbeid ten bate van de volkshuisves ting. Het gemeentebestuur van Haarlem was ter re ceptie vertegenwoordigd door de wethouders, de heeren M. A. Reinalda. W. van Liemt en mr .dr. F. A. Bijvoet. De heer Reinalda huldigde namens het gemeentebestuur in een hartelijke en waar- deerende toespraak het bestuur en in het bijzon der den voorzitter, den heer K. C. Donsen en den secretaris-penningmeester, den heer Joh. M. van Seggelen en bracht de gelukwenschen van het ge meentebestuur over. Er is, zoo zeide spr. o.a., reden tot feestvieren voor deze vereeniging. Vijf en twintig jaar geleden was het met de volkshuisvesting nog maar treu rig gesteld en toen is een aantal stoete mannen van goed inzicht handelend opgetreden en zoo werd ook de R.K Woningbouwvereeniging „St. Bavo" gesticht. Dit kostte heel wat moeite en tijd en eischt te meer waardeering als men be denkt dat het arbeiders waren, die na het vol brengen van een vermoeiende dagtaak, in de avonduren dit werk verrichtten. En gedurende een periode van 25 jaar is zoo geluk gebracht in tal van arbeidersgezinnen. Het is een mooie sociale strijd geweest, die strijd voor een goede volks huisvesting. Nog vestigde de heer Reinalda de aandacht op het feit, dat het bestuur zich niet heeft bepaald tot het innen van de huur, maar ook het sociaal gevoel bij de bewoners grooter heeft gemaakt. In het bijzonder waren de voorzitter en de secretaris, welke laatste wel eens schertsend „de burgemees ter van St. Bavo" wordt genoemd, steeds vol zorg voor ..St. Bavo". Moge het u allen gegeven zijn, zoo eindigde de wethouder, in de moeitevolle omstandigheden, waarin ons vaderland nu verkeert, voort te gaan aan den opbouw van ons land tot zegen van volk en vaderland en van de Woningbouwvereeniging „St. Bavo". De voorzitter dankte voor deze woorden en voor de medewerking die "St.Bavo" altijd van het ge meentebestuur ondervonden heeft. Den geheelen middag kwamen nog zeer velen het bestuur complimenteeren. Wij noemen van hen: de heeren A. J. Prinsenberg. de architect van de eerste drie complexen woningen die St Bavo" gebouwd heeft; B. J. M. Stevens de tegen woordige architect; mr. F. Hagemevér, rechts kundig adviseur van St. Bavo; P. André. chef der 3e afd. ten Stadhuize: H. Meeusen, chef 7e afd. ten Stadhuize; H. H. Koelemeyer, inspecteur van Bouw- en Woningtoezicht: kapelaan c. M. Broers geestelijk adviseur van den R.K. Volksbond- Th' P. van Dijk, oudbestuurslid van St. Bavo; ir. R. C. Veenenbos, adj.-dir. Bouw- en Woningtoezicht- J. Ph. Castricum, voorzitter afd. Haarlem RK. Volksbond; L. Kuyk, vertegenwoordigend de win keliers van „St. Bavo": A. Hubers en F. M. van Gemert, oud-bestuursleden van St. Bavo; A. An- genent, secretaris van den Bond van R.K. Bouw- vereenigingen; voorts de besturen van de R.K. Bouwverenigingen „St. Jozef" en „Haarlem- Noord" en van het Steunfonds van „St. Bavo". Aan het eind van de receptie sprak de voor zitter, de heer Donsen een woord van dank voor de betoonde belangstelling en de bewijzen van sympathie en waardeeringen tot de Feestcom missie, de heeren G. F. van Dijk. G. A. van Eek- hout, Joh. M. van Seggelen, Jac. Overtoom en B. Reynders. Wij zullen, zoo zeide spr., op den ingeslagen weg voortgaan en als de tijd daar is, voortgaan met botiwen van arbeiderswoningen. Des Zondags werd een feestmiddag gehouden in de Sociëteit „St. Bavo", met medewerking van de familie Hofmann. Het nieuwe han-kwartier van den Ned. Jeugdstorm te Haarlem. Zaterdagmiddag is het nieuwe kan-kwartier van den Ned. Jeugdstorm te Haarlem officieel in gebruik genomen. Nadat de stormers en stormsters zich in het oude kwartier aan het Zuider Buiten Spaarne verzameld hadden, werd in gezelschap van een afdeeling der W. A. opgemarcheerd naar het nieuwe tehuis, Spaarne 94, dat in den korten tijd, die beschikbaar was, zoo goed mogelijk voor de opening in gereed heid was gebracht. Hier werd het eerst het woord gevoerd door Schout G. A. van Dieren, gewestelijk leider van Noord-Holland, die den Hoofdstormer, den heer C. van Geelkerken het welkom toeriep. Vervolgens nam de heer W. Kruishoop, die jaren lang als hoofd van den Jeugdstorm Haarlem is op getreden, het woord om afscheid te nemen. Voor het vele, dat hij voor de N. J. S. te Haarlem heeft bereikt werd hem dank gebracht voor zijn opvol gen, den heer R. Dossen. Hierna nam de Hoofdstormer het woord, om de zen nieuwen functionaris als ban-heer van Haarlem te installeeren, waarna tot de officieele opening van het gebouw werd overgegaan. De heer van Geel kerken herdacht de moeilijke jaren, die aan dit oogenblik zijn voorafgegaan en wekte de stormers en stormsters op, de Haarlemsche afdeeling van den N. J. S. op te voeren tot een keurkorps, dat nier door bijdraagt tot de gevoelens voor tucht en orde, die ons land zoozeer behoeft. De Nederlandsche jeugd moet gelooven aan de eenheid van ons volk. Wij zijn ons bewust geworden, dat die eenheid offers vraagt, niet het minst na 10 Mei, toen de Ne derlandsche soldaat groote en belangrijke offers heeft gebracht voor zijn vaderland. Zij, die vielen behoorden immers grootendeels ook tot de Neder landsche jeugd. Slechts een volk, dat eenheid be tracht, verdient vrij te zijn. Dat is ook de indruk, die spr. medebracht van de ontvangst, van de lei ders der N. S. B. door den Führer. Hitier noemde bij die gelegenheid Nederland een parel onder de Germaansche volken, een plaats waard als zelf standige natie onder die volken. De Führer bleek ook een duidelijk inzicht te hebben in de historische grootheid van ons-volk. Hij vroeg, wie de grootste admiraal is geweest en beantwoordde die vraag zelf als volgt: „De En- gelschen zeggen: Nelson is de grootste maar ik zeg: Michiel Adriaanzoon de Ruyter". Wij weten, aldus besloot de heer Van Geelkerken zijn rede, dat de offers, die de Nederlandsche jeugd heeft gebracht niei vergeefsch zijn geweest. De nieuwe staat komt! Daarna werd het bevel: Hijsch de vlag! gegeven, waarna het gebouw officieel geopend werd ver klaard. Wat de indeeling van het gebouw betreft, het is, zooals men weet, het voormalig gebouw „Cen trale", waarin de Haarlemsche Besturenbond zetel dede benedenverdieping zal worden gebezigd voor ontvang-gelegenheid en kleine vergaderzalen. Op de eerste verdieping vindt men de stafkamer en de groote- en kleine administratiezaal, ben.evens een keuken, waarin de meisjes-stormers onderwijs in koken zullen ontvangen. Daar boven zijn twee verdiepingen gereserveerd resp. voor de stormers en de stormsters, die daar lichamelijke oefeningen natuurlijk onder deskundige leiding kunnen houden. Op den beganen grond is nog gelegenheid voor handenarbeid voor de stormers. Het gebouw vormt inderdaad een belangrijke aanwinst voor de Haarlemsche ban van de N. J. S. Binnenkort melkprijsverliooging Ook een regeling voor de slijterij? In een te Alkmaar gehouden vergadering van de Noord-Hollandsche Consumptiemelkvereeni- glng heeft de voorzitter, Dr. Mol, belangwekkende mededeelingen gedaan over de melkvoorziening in Nederland, aldus meldt De Standaard. Zeer binnenkort, waarschijnlijk reeds binnen 14 dagen, zal de kwaliteit der consumptiemelk in het geheele land worden gestandariseerd op een vetgehalte van 212 pet., naar wij dezer dagen reeds hebben gemeld. Waar het vetgehalte van volle melk in het al gemeen 3312 pet. bedraagt, beteekent dit, dat de melk dunner zal worden. In géén geval zal de melk verdund worden door toevoeging van water. Zij zal gedeeltelijk ont- roomd worden of ze zal met versche ondermelk van goede kwaliteit worden vermengd. Enkele gebieden, zooals Zeeland, Zuid-Limburg en de Krimpenerwaard, zullen volle melk mogen houden. Ofschoon op dit oogenblik de particuliere melk prijs nog niet verhoogd mag worden, acht Dr. Mol het waarschijnlijk dat er spoedig een prijsver- hooging komt van 1 cent per liter. De Duitsche autoriteiten zijn matig tevreden over de wijze waarop in ons land de melk wordt gedistribueerd. In Duitschland voorziet een fa briek een bepaalde stad en komt in een wijk slechts een bepaalde slijter. Hier hollen de slijters de heele stad door en komen een dozijn in elke straat. Bij een straffe regeling zouden echter veel slij ters uit hun brood gestooten worden en daarom is van Nederlandsche zijde aanbevolen een even- tueele ordening geleidelijk in te voeren. BEROEPEN NED. HERV. KERK. Beroepen te Angelo (toez.) H. Beker, cand. te Haarlem. Benoemd tot hulppred. te Zandvoort met standplaats Aerdenhout C. A. Stripriaan Luïscius, cand. te Zeist. VOOR DE KINDEREN. En hij liep en liepzeker wel vijf en twintig minuten achter elkaar. Waar was dan toch het einde van den weg? Doch, wat was dat? Daar stond een heel groote autobus. En toen Ab dichterbij kwam, sprong de chauffeur uit zijn stuurhokje en opende heel onderdanig de deur voor hem. Wat is dat vriendelijk van dien man! dacht Ab. Ik mag dus mee rijden. Nou, vooruit dan maar. Zoo ga ik de heele wereld* door. Toen Ab in de auto stapte, had hij toch wel het gevoel dat het niet pluis zou worden met hem. Ab nam plaats achter in de auto bus. Toen hij goed en wel zat, be merkte hij plotseling dat naast hem een oud heertje zat. In zijn groote haast had hij dien nog niet op gemerkt Maar nu bekeek hij dien heer eens goed. Hij had een hoogen hoed op. Een witte, donzige baard en snor bedekte voor een groot gedeelte zijn gezicht. Verder had de vreemde ling een koffer en een wandelstok bij zich. Waar zou deze auto naar toe gaan? dacht Ab. Zou ik het eens vra gen aan mijn buurman? overlegde hij. Maar dat durfde hij toch niet. Want het oude heertje zat zoo in ge dachten verdiept Eindelijk, nadat Ab al draaierig was geworden van al dat geschud ln de auto en ook doordat hij telkens heen en weer werd gegooid door de tientallen bochten, stopte de wagen. Ab begreep uit de gebaren van den chauffeur, dat hij hier uit moest stappen, wat hij dan ook spoedig deed. „O, kijk daar eens een prachtig schip liggen!" en weg stapte Ab. Hij hoorde niet dat de chauffeur hem nijdig terugriep en om geld vroeg. Ook voelde hij in zijn haast niet dat hij zijn staart kwijtraakte. Mendelssohn Co. Binnen afzienbaren tijd aanbieding van accoord te verwachten. Volgens het vierde rapport van bewindvoerders in de surséance van betaling der beheerende ven- nooten der Comm. Venn. Mendelssohn Co., wordt het tekort op 31 Augustus op f 27.33 millioen be- groot. Opgemerkt wordt, dat realisatie van activa door den oorlogstoestand bijna niet mogelijk was. Een op redelijke verwachtingen gebaseerde schatting van het eindresultaat voor schuldeischers is nog niet mogelijk. De hoop is gewettigd, dat binnen afzienbaren tijd j een accoord door firmanten zal kunnen worden aangeboden. Omtrent de kunstverzameling van wijlen dr. Maninheimer is overeenstemming bereikt welke za ken aan de nalatenschap en welke aan de vennoot schap behooren. Eveneens is in principe overeen stemming bereikt over den koopprijs, doch voor waarden omtrent den verkoop moeten nog wor den vastgesteld. MUNITIE-VOORRAAD. Projectielen worden in serie gereed gemaakt voor hun vernielend werk. (Foto Weltbild.) i Tegen prijsopdrijving opgetreden. Slagers en eierhandelaar geverbaliseerd. AMSTERDAM, 12 Oct. De Centrale recherche aan het hoofdbureau van politie alhier, afdeeling Distributie, heeft dezer dagen tegen drie slagers hier ter stede proces-verbaal opgemaakt. Het be treft hier den verkoop van vleeschwaren tegen een prijs, welke niet alleen hoog gesteld is, doch boven den van overheidswege vastgestelden maximumprijs gelegen is. Drie slagers, die hun winkels in verschillende deelen der stad hebben, zijn thans geverbaliseerd. Voorts is vanochtend een vervolging ingesteld tegen een handelaar in boter, kaas en eieren. Deze firma wordt er van beschuldigd eieren, waarvoor een maximumprijs van zeven en een halven cent: is vastgesteld, te verkoopen voor acht en een halve cent. Ondermijning van de maatregelen welke van overheidswege in het algemeen belang getroffen worden, kan niet getolereerd worden. Men zij gewaarschuwd, dat men zich dij over treding der geldende bepalingen blootstelt aan strafvervolging en zware boete. (A.N.P.). FAILLIS SEMENTEN. (Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf en Co. N.V., Amsterdam.) Uitsgesproken: 9. October H. Baars, lood- en zinkwerker te Rotterdam, Eendrachtsweg 2, R. C. Mr. J. Over- water. Cur. Mr. O. Verdoorn Jr. te Rotterdam. 10 October A. Zandbergen Wzn., bloemist tl Rijnsburg, Oegstgeestej-dijk 59, R. C. Mr. A. W. J. van Vrijberghe de Coningh. Cur. Mr. N. G. Geelkerken te Leiden. 10 October Th. Cox, transportondernemer te Roermond, Maastrichterweg 29. R. C. Mr. J. Jur- gens. Cur. Mr. Th. Janssen te Roermond. 10 October H. J. W. Ronckers, smid te Baexem, R. C. alsvoren. Cur. alsvoren. Vernietigd: 10 October D. van Gurp te Den Haag. Opgeheven: 3 October Th. P. Buijtendijk te Wassenaar. 3 October A. H. J. Heijmen te Den Haag. 9 October B. Jans te Amsterdam. 9 October L. M. Slootmans te Amsterdam. 10 October de Nalatenschap van E. H. Abraham te Amsterdam. Fedeponeerde uitdeelingslijsten. Th. Mosterman te Breda. Geëindigd door heli verbindend worden der eenige uitd. lijst. Uitkj nihil voor conc. cred. F. H. A. Smits, hand. o. d. naam Drukkerij Jean Smits en Zn. te Tilburg. Idem Uitk. 2.5391 pet voor conc. cred. 8 October G. Hageman Mzn., te Zwolle. Idem Uitk. 14.91 pet. 9 October R. VellemanCardozo te Roermond door LESLIE FORD. 28) „Ik ging haar opzoeken. Haar bankafrekening was juist binnengekomen. Haar chèques waren ge woonlijk vrijwel onleesbaar gekrabbel, en naar haar bankafrekeningen keek ze meestal niet om. LIaar ik mocht hem toch doorkijken, en vond de cheque voor 10.000 op den bewusten datum, en een storting van 10.000 baar twee weken la:er. Ze wist enkel te zeggen, dat, al schreef ze wel eens meer chèques van 10.000, ze dat op dien dag zeker niet gedaan had, en dat ze nog veel minder 10.000 naar de bank gebracht had. „Goed; ik greep Brice bij zijn nek en hij be kende onder tranen de heele geschiedenis. Hij hing een hartroerend verhaal op over zijn ouden vader die in een inrichting voor ongeneeslijk zieken was later ontdekte ik, dat het een armenhuis was, en dat hij er zich nooit meer had laten zien, sedert de man daar was toegelaten. „De oude mevrouw Stuyvesant hield zich reus achtig goed. Ze zei, dat ze het geweldig vond, en dat we Brice onze zaken maar moesten laten doen, want dat hij meer verstand van de markt scheen te hebben dan wij. Maar dat ze natuurlijk geen zaken meer kon doen met een firma, die gooche laars onder haar personeel had. Als we hem zou den ontslaan, was zij niet van plan het aan te geven. En hij kon, wat haar betrof, zijn winst hou den om zijn vader een gelukkigen ouden dag te bezorgen". Hij grinnikte hoonend. „Hij vroeg dus zijn ontslag, en vertelde aan den loopjongen, dat ik hem weggedrongen had. Twee weken later merkte ik, dat hij een betrekking ge vonden had op de bank, die het geld van mevrouw Stuyvesant beheerde. Ik wilde hem daar niet weg dringen en zorgde dat zij een machine kreeg om haar chèques mee te schrijven. Ze gebruikte het ding zoo wat een week en ging toen weer verder met haar gekrabbel, zoodat ik haar vertelde, dat Brice daar nu in dienst was. Dat kon ze niet zet ten en zorgde, dat hy ontslagen werd. Hij ging op prolongatie koopen en raakte zijn geld weer kwijt en daarna begon hij me overal te volgen. Hij begon er steeds beroerder uit te zien; hij schoor zich niet langer en kreeg een wilden blik in zijn oogen. Toen, op dien avond...." Hij aarzelde en waagde het niet, Cecily aan te zien. op dien avond dat ik by de Chapmans ge weest was, had hij zich achter in mijn auto ver scholen. Ik ontdekte het pas, toen we op den weg reden; hij klom over de leuning en stak me een re volver in mijn zij. Hij rolde met zijn oogen en hij was volkomen wild. Dronken was hij niet; ik kreeg eer den indruk dat hij het een of ander vergift ge snoven had. Hij beweerde, dat ik zijn leven ver knoeide en hem vervolgde en meer van dien onzin. Eerst probeerde ik hem te kalmeeren, maar hij zei dat hij mij in elk geval zou vermoorden. „Om de waarheid te zeggen: het kon me op dat oogenblik niet schelen of hij mij vermoordde of niet, maar dan moesten we er allebei maar aan. En dus gaf ik een dot gas en vloog tegen den volgenden telefoonpaal. Toen ik weer bijkwam, lag ik onder in een drogen greppel en het begon dag te worden. De auto lag met de wielen omhoog en was volkomen uitgebrand. Een melkauto wilde juist weer wegrijden en ik hoorde een man zeg gen: „Zelfs zijn moeder zou dien man niet meer herkennen". Ik probeerde me op te richten en te roepen, maar ze hoorden me niet. Maar wat die man gezegd had, bleef me maar door mijn hoofd malen en iknou, als ik het was geweest, zou het een hoop narigheid bespaard hebben" Hij keek nog altijd Cecily niet aan, maar hij sprak nu tot haar en niemand anders. „Mijn kameraad George had mijn gevoelens niet willen kwetsen. Hij had het zoo netjes mogelijk la ten voelen; natuurlijk kon Cecily niet ronduit zeg gen dat ze geen zin had, met een kreupele te trou wen, of dat ik zoo veranderd was in mijn aanwezig heid. Maar maar ik moest toch wel gemerkt hebben, dat ze overstuur was, als ik een moede - looze bui had; enne natuurlijk wilde ze me niet opgeven, want zoo was ze nu eenmaal. Tja; ik had zelf ook wel opgemerkt, dat ze niet meer zoo dikwijls schreef. Cecily, die met wijd open oogen gespannen had zitten luisteren, schoot plotseling in vuur. „Dat is niet waar, Steve! George nam mijn brie ven nog wel altijd mee om in de stad te posten; om dat het per vliegpost zooveel vlugger ging dan wanneer ik ze thuis op de bus deed. Jij schreef juist zoo weinig!" Hij keek haar een oogenblik stilzwijgend aan. „Ik stuurde mijn brieven ook via George" zei hij bitter. „Dat had hij bedacht. Dan konden ze met de avondpost, die je vader liet nabrengen meege geven worden". Cecily sloot de oogen en tranen sprongen onder haar wimpers uit. „Mijn kameraad George zei, dat je met hém wil de trouwen, maar dat je te veel medelijden met me had. Ik nou, ik wilde niet, dat je medelijden met me had. Enne daarom kneep ik uit. Zooals ik eens een keer in een film gezien had: een man, die na een treinongeluk er tusschen uit ging Ik zie je sproetesnoet, ik hield zooveel van je, dat ik niet kon hebben, dat-je je voor me opofferde. En dus Och: ik geloof, dat drie jaar nog niet zot'n ge weldig wijde kloof is, om overheen te springen! Tenminste nief als die in de enge ruimte van een hotelkamer zijn samengeperst. Ik weet niet wie het eerst sprong, maar ze vielen elkaar vrijwel midden in de kamer in de armen. En ik weet wel, dat ik er heusch niet met droge oogen biigezeten zou hebben, als ik nietg ezien had, dat sergeant Buck vergeten was, dat hij binnenshuis was en op den grond spuwde, voordat hij zijn oogen afwendde en met een geluid als een remmende goederen trein zijn keel schraapte. Ik keek eens naar kolonel Primrose. Die glim lachte flauwtjes, krabde zich achter op het hoofd en keek bijna verlegen naar den vloer. En me vrouw Chapman huilde en snikte dat de tranen haar als beken langs de oude wangen stroomden. Toen schraapte ook de kolonel zijn keel en zei beleefd: „Ja, hoor eens, Grant; vóór we je kun nen inrekenen, zal je ons toch nog een paar klei nigheden moeten ophelderen". Cecily stoof dadelijk met vlammende o>gen op „Bijvoorbeeld: hoe lang hebben Pelham en jij staan praten, voordat hij zijn revolver trok?" Steve dacht een oogenblik zwijgend na. „Onge veer vijf minuten, zou ik denken. Langer niet". Kolonel Primrose knikte vriendelijk en te vreden. „Dutch, de houtvaster zegt", vervolgde hij langzaam, „dat je niet eerder dan zoowat tien minuten voor half elf bij hem weggegaan bent. Je was naar de nieuwsoverzichten der radio komen luisteren van tien uur; dat duurt altijd tot kwart over tien. Toen ben je opgestaan om ie hoed te halen, bent water gaan drinken en hebt zoowat een minuut lang met hem in de keuken staan praten, voor je naar buiten ging. Dutch zat nauwelijks weer op zijn stoel in de woonkamer, toen hij het schot hoorde. Jij kon toen nog met geen mogelijkheid daar bij den woonwagen van de Winstons geweest zijn, al had je je beenen uit het lijf geloopen". Weer was het een oogenblik doodstil in de ka mer, tot mevrouw Chapman met een ruk over eind stond. „Steve!" riep ze. „In godsnaam, Steve! Had jy dan gedacht dat ik O, Steve. wat ben je eer schattige domoor!" Cecily klemde zich met schitterende oogen aan hem vast. „Steve, heb je heb je dat dan alle maal gelogen ik bedoel dat over George en jou daarginds in het bosch?" Hij keek neer op haar omhooggewende gezicht je, alsof niets ter wereld voor hem ooit meer van belang zou zijn. „Natuurlijk", zei hij. „Hoor eens", zei kolonel Primrose geduldig, „wij hebben nog meer te doen. Ik zou toch wel graag willen weten, wat er werkelijk gebeurd is. nu dat u drieën mag ik wel aannemen niet meent dat een van drieën mag ik wel aannemen isMevrouw Chapman, mag ik hopen dat u uw verstand nog bij elkaar hebt?" „Ik hoop het, kolonel", zei mevrouw Chapman scherp, „maar vertrouw er maar niet al te veel op". Het was heerlijk, het oude strijdros weer den grond te hooren klauwen! En sergeant Buck weer tot zijn granieten diensthouding te zien bevrie zen. „Wij hoorden een schot", vertelde mevrouw Chapman. „Ik schrok er van. jerlijk gezegd. Joe rende er op af. Ik liet in mijn onhandigheid den motor bij het wegrijden weer afslaan. Eindelijk kwam ik daar aan, en vond Joe al over George neergebogen". Ze keek naar Joe Anders die zwijgend knikte „Hij zei niets; hij raapte enkel de revolver op en gaf die aan mij. Op dat oogenblik kwam Steve van achter de woonwagens vandaan aanloopen. „Wat zullen we doen?" vroeg ik. We keken elkaai aan, tot Joe zei: „Dat is de revolver, waarvan Pelham beweerde dat jij de verzegeling voor hem had verwijderd, Steve; bij Cabin Creek" Steve zei: „Ik zou wel gek geweest zijn". Joe veegde hel ding met zijn zakdoek af en liet het op den grond vallen. Ik zei dat we moesten maken dal we weg kwamen, en dan u die zaak maar moesl uitzoeken. Steve meende dat hij het zou moeten rapporteeren, en ik vertelde hem dat hij dat maai uit zijn hoofd moest laten. Ik dacht niet dat hij het gedaan had, maar het zou moeilijk voor om alle drie zijn, onze aanwezigheid te verklaren. E: ieder oogenblik konden er menschen komen die hem vonden. Ik vond het verstandigste dat wi onze monden dicht hielden". „En, eerlijk gezegd, kon het u weinig schelen.1 wiè het gedaan had, nu het eenmaal gebeurd was", merkte de kolonel droog op. Hij wendde zich tot Steve. „Je liep voorbij dec wagen van de Winstons. Heb je daar ook iemand naar buiten zien komen, of naar binnen zien gaan?" „O lieve hemel", dacht ik, „nu zijn ze weer bi die arme mevrouw Ridley terug". Steve peinsde en zei langzaam: „Nee, ik her inner me niets. Ik liep zoo hard ik kon, nadat üi het schot gehoord had. Ik dach ook niet dien woonwagen. En toen ik daar aankwam, en mevrouw Chapman met een revolver in de hand naast het lichaam van George zag staan, dacht ii heelemaal niet meer aan iets anders". „Dus het zou heel goed gekund hebben, dat iemand achter de andere wagens langs naar die van de Winstons geslopen was, zonder dat je hem zag?" Steve knikte. „Iemand zou daar dus zelfs hebben kunnen staan terwijl jullie drieën daar stonden". Steve knikte weer. „Waarom niet?" „Dat is eer belangrijk punt", merkte kolonel Primrose op. „Me dunkt, Buck dat wet dat eenJ moeten naspeuren, als je het vanavond niet ttf druk hebt". (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6