Belangrijke bevoegdheden voor ir. Ringers. FLITSEN Akkertje Menschen in Amsterdam D I N S D A G 15 OCTOBER 1940 HSSR T. E M'S D A GBL'A D De jacht op fazanten is opengesteld en de jager kan zijn hart ophalen aan deze voor de dagen van den naderenden winter geëigende sport. Een fazant komt onder schot. (Foto Pax Holland.) Geheel nieuwe figuren bij onteigenings bevoegdheden. •s-GRAVENHAGE, 14 October. (A.N.P.) Ter toelichting op het besluit tot regeling van de ont eigening ingevolge artikel 5 van het besluit Weder opbouw II. (In het heden verschenen Verordenin genblad) wordt het volgenid'e medegedeeld: Zooals bekend heeft de opperbevelhebber van Land- en Zeemacht bij zijn besluit van 21 en 24 Mei 1940 betreffende den wederopbouw den regee- ringscommissaris voor den wederopbouw, dr. ir. J. A. Ringers, verstrekkende bevoegdhedén gegeven voor de uitvoering van zijn taak. Eén dier bevoegdheden is dat hij op grond van ar tikel 5 van het besluit Wederopbouw II tot onteige ning van onroerende of roerende zaken kan over gaan. Van deze bevoegdheid heeft dr. Ringers op vele plaatsen gebruik gemaakt tot het onteigenen van overblijfselen van verwoeste opstallen. Ten einde de opruiming van puin mogelijk te maken. Voorts heeft hij ter uitvoering van opbouwplannen grond onteigend in Rotterdam, Middelburg, Sas van Gent, Mierlo, Mill, Roosendaal en Bleskensgraaf. Al deze onteigeningen zijn geschied ten name van de ge meenten. Het spreekt van zelf, dat deze onteigening niet zon der schadevergoeding tot stand kan komen en in verband daarmede komt de uiterst belangrijke vraag naar voren: hoe en door wien zal in deze ge vallen de schadevergoeding worden geregeld? Het eerder genoemde artikel 5 bepaalt hierom trent slechts, dat een redelijke vergoeding zal wor den toegekend volgens nader te stellen regelen door de daartoe aan te wijzen instanties en dat met de rechten van hypotheekhouders en andere recht hebbenden bij de toekenning zooveel mogelijk re kening wordt gehouden. Het Verordeningenblad no 51 van Zaterdag jl. bevat een besluit van de secretarissen-generaal van Justitie, Waterstaat en Financiën ter regeling van deze materie. De redelijke, vergoeding, aldus artikel 3 van dit besluit, welke terzake van de onteigening vastge steld is, wordt door dr. Ringers, die voortaan be titeld wordt als „algemeen gemachtigde voor den Wederopbouw" vastgesteld na overleg met dien secretaris-generaal van het departement van Fi nanciën. Bij de vaststelling daarvan wordt uitgegaan van de verkoopwaarde, welke de onteigende zaak in den staat, waarin zij zich op het tijdstip der onteige ning bevond, had of zou hebben gehad op 9 Mei 1940. De vergoeding en de overige op de onteige- I ning vallende kosten komen ten laste van dengeen, te wiens name onteigend is. Dit is dus als regel de gemeente. Het bedrag der vergoeding wordt bepaald door den algemeen gemachtigde, die zich uiteraard hier bij door onpartijdige deskundigen zal doen voor lichten. Bij de bepaling hoe de vergoeding zou moeten j worden uitbetaald, stuitte men op een eigenaardige moeilijkheid. De hierbedoelde onteigening van den grond is tusschending tusschen de gewone ont eigening, waarbij grond met geld, en de ruilver- kaveling, waarbij grond met grond wordt vergoed. De algemeen gemachtigde heeft nu de keuze het een of het ander te doen of zelfs beide systemen tegelijk toe te passen. Hij kan dus aan den eigenaar of aan den zake lijk gerechtigde de vergoeding in geld uitbetalen, doch ook kan hij de vergoeding geheel of ten deele doen geschieden door toewijzing van onroerende I goederen, toebehoorende aan dengene, te wiens name is onteigend, aan den eigenaar van het te onteigenen onroerend goed. De toewijzing geschiedt door den algemeen ge- machtigde; hij kan, ook tegen den wil van den 1 eigenaar, onroerend goed toewijzen van hoogere waarde dan het bedrag der vergoeding, indien naar zijn oordeel het belang van den Wederopbouw dit vordert. Hij stelt de waarde van het toegewezen goed vast en bepaalt op welke wijze een hoogere w-aarde van het toegewezen onroerend goed zal Worden bepaald of verrekend. Voorts regelt hij de grootte der vergoeding, welke toegekend wordt aan hypotheekhouders en andere rechthebbenden. Hij kan ter bepaling van deze vergoeding nieuwe zakelijke rechten op het toege wezen goed vestigen en zoo noodig de rangorde der ihypotheken regelen. De rechten van hypotheekhouders zullen dus, J indien toewijzing van onroerend goed geschiedt, er kenning kunnen vinden door de overschrijving van hypotheken op de toegewezen perceelen. Een al- gemeene regel is hiervoor niet op te stellen. Voor I bet geval de schadevergoeding in anderen vorm I dan in grond wordt toegekend, zal de erkenning van deze rechten hiermede gelijken tred houden, j De secretaris-generaal van het departement van Financiën zal, in overleg met zijn ambtgenoot van Justitie en den algemeen gemachtigde, richtsnoeren 1 te dien aanzien op stellen. Erfdienstbaarheden zul- j «n van geval tot geval behandeld moeten worden. I Ook de aanspraken van den fiscus en andere recht- I hebbenden ten aanzien van de onteigende goede ren kunnen bijzondere vergoedingen eischen. Het is niet altijd mogelijk de vergoeding aanstonds in geld of grond uit te keeren. Daarom bepaalt arti kel 7 van het onderhavige besluit, dat de betaling in geld of in grond kan worden uitgesteld, indien naar het oordeel van den algemeen gemachtigde bet belang van den wederopbouw dit vordert. De Wijze en het tijdstip der betaling worden geregeld bij nader besluit van de secretarissen-generaal van het departement van Justitie, Waterstaat en Finan ciën. In dit besluit mag een regeling omtrent de vergoeding van de rente niet ontbreken. Dit nader besluit is nog niet vastgesteld. De mogelijkheid is echter niet uitgesloten, dat de schadevergoeding voor de onteigende perceelen aanvankelijk zou worden verleend in den vorm van een aan den ont eigende voor het bedrag zijner vergoeding te ver- leenen inschrijving op naam, waarop alvorens de toewijzing van onroerend goed of betaalbaarstelling in geld plaats heeft, gedurende een nader vast te stellen tijidperk rente wordt vergoed. Daardoor wordt voorkomen, dat de rechthebbende de hem toekomende schadevergoeding reeds dadelijk zal gebruiken voor andere doeleinden dan het belang van den Wederopbouw medebrengt. Wanneer men b.v. te Rotterdam de vergoeding onmiddellijk in geld zou gaan uitbetalen, hoewel de eigenaren nog geen gelegenheid hebben nieuwen gronld tè koopen (het plan is immers nog niet gereed en grond kan dus nog niet worden uitgegeven) zou de vergoe ding voor andere doeleinden kunnen woi'den be steed. Zooals uit het bovenstaande blijkt, grijpt dit be sluit diep in ons rechtsleven in en brengt het fi guren, welke tot dusver onbekend waren. De moord te Oss. Een verdachte in arrest gehouden. OSS, 14 -October. Alle voorloopig gear resteerden in de moordzaak-ten Brok zijn op vrije voeten gesteld met uitzondering van den als vermoedelijken dader, aangehouden Van E. Uit getuigenverhooren zou zijn gebleken, dat Van E. den doodelijken steek moet hebben toe gebracht. Van E. blijft, ontkennen. Hij zal niet temin ter beschikking van den Officier van Justitie te 's-Hertogenbosch worden gesteld. Het schijnt, dat Ten Brok eerst bij het Huis van v. E. is gewees en dat daar ruzie is ont staan. Van E. zou toen in huis een wapen zijn gaan zoeken. Ten Brok is daarop ook naar huis gegaan en keerde ook met een wapen terug. Bij de tweede ontmoeting had de steekpartij plaats. J. H. KOK OVERLEDEN. 'Bekende uitgever. Maandag is te Kampen de uitgever J. H. Kok na een ongesteldheid van enkele weken, over leden. De heer Kok, die zijn loopbaan begon als be diende bij de firma Sijthof, was een zoon van wijlen ds. A. F. Kok te Dokkum. Hij was voorts werkzaam bij de firma Zalsman te Kampen en Hilarius te Almelo. 1 November 1894 vestigde hij zich als boekhandelaar-uitgever in Kampen. De overledene wist zijn bedrijf tot zeer grooten bloei te brengen en was in den loop der jaren de uit gever geworden van de werken van schier alle be kende gereformeerde theologen als: Kuyper, Ba- vinck, de Moor, Wielenga enz. Vuurslag-bijeenkomst te Amsterdam. Rede van Jhr. Groeninx van Zoelen. In het Concertgebouw te Amsterdam heeft Maan dagavond „De Vuurslag" een bijeenkomst gehou den. waarin de voorzitter jhr. R. Groeninx van Zoelen het woord heelt gevoerd. Volgens de Tel. zeide hij o.m.: Wij hebben in Nederland lang. gewacht met het aan den kant zetten van den ouden partijenstaat. Maar indien thans nationale en internationale om standigheden een vernieuwing tot gebiedende nood zaak maken, weleer hielden zij deze tegen. Voor een regeering, die, steunende op een zeer klein moederland, de verantwoordelijkheid droeg voor vrede, welvaart en rechtszekereid in een volken agglomeraat van meer dan 70.000.000 zielen, over drie werelddeelen verspreid, was het uitermate be zwaarlijk de oude beproefde paden op economisch en financieel gebied te verlaten, zoolang de we reldrevolutie nog in Midden- en Zuid-Europa be sloten lag. En het feit, dat wij genoemde imperiale verantwoordelijkheid op zoodanige wijze wisten te vervullen, dat een gewapende macht, welke de sterkte van één modern legerkorps niet overtrof, ampel voldoende bleek om volkomen rust en orde te handhaven in een gebied, dat naar Europee- sche afstanden gemeten zich uitstrekt van de Westkust van Ierland tot aan Omsk in Siberië, vermag aan dit argument slechts kracht bij te zet ten. Soortgelijke beweegredenen verklaren de schijn bare onveranderlijkheid van het volk zelf. Lang heeft het gewacht met het opruimen van veel spin rag en oud roest. Maar men bedenke hierbij, dat jaarlijks de voortvarendsten naar de vier windstre ken uitzwermen om dikwijls pas na volbrachte le venstaak voorgoed thuis te varen. En wat de thuisblijvers betreft, zij hebben het goed gehad onder het oude bestel! Waar elders was de levensstandaard zoo hoog, de zorg voor misdeelden zoo mild, de woningtoestanden en so ciale zorgen zoo voortreffelijk als tusschen Dollard en Schelde? Heeft ons volk onder dit regiment zijn natuurlijke kracht verloren? Indien het waar is, dat de vruchtbaarheid eener natie een maatstaf biedt voor haar vitaliteit, zoo spreken de- cijfers een andere taal: Over het jaar 1937 bedroeg de aanwas der bevolking per 10.000 in Nederland 96, in Duitschland 24, terwijl de bevolkingsdichtheid per vierkanten kilometer zich verhoudt, (1938) als 375 tot 147. Deze apologie hoe lief is ons defce oud-ver trouwde klank zij niet te beschouwen als een kleineering onzer eigenwaarde, integendeel, zy is een revindicatie onzer privilegiën, gegrond op be proefde en erkende verdiensten. En het is déze erkentenis, die degenen, die onder den druk der tijden ooren hebben om te hooren, in de rede van den heer Seyss-Inquart konden beluisteren. Hij bracht ons volle hulde een hulde, die hem siert en vroeg van ons niets, wat wij niet kunnen ge ven. Het Derde Rijk erkent onze gaven voor de werken des vredes en verwacht, dat wij deze gaven dienstbaar zullen stellen aan den nieuwen tijd, met begrip voor den nieuwen tijd. Men is in Duitschland geenszins vergeten, dat Nederland en zijn Koloniën tot '32 Duitsdhlands besten afnemer zijn geweest. Wat was kan weder- keeren en in nog breeder zin! Zoo wij Nederland- sche orde weten te scheppen in ons eigen huis, zoo kan het rijk van Jan Pietersz Coen niet slechts den gouden schakel blijven tusschen Azië en Euro pa, maar een hoeksteen en een cement tevens, worden voor den Noord-Europeeschen Statenbond, dien wij allen begeeren. Maar indien Duitschland onze gaven en verdien sten erkent, het is zich ook bewust, dat wij onze roeping slechts kunnen vervullen zoo wij onze krachten ontleenen aan den bodem waarop wij staan, bewust van onzen bloedeigen aanleg, van de mogelijkheden, die deze opent, maar ook van de beperkingen, die hij oplegt. Het Derde Rijk ver wacht niet van ons het nabouwen van zijn heroïek, het instellen en bewerktuigen eener NederlanJdsche dictatuur. Ten onzent ware een zoodanige verschij ning bij procuratie slechts die van een ongezien en slecht bediend satraap. Het Nederlandsche volle is niet heroïsch van aan leg en is zulks nimmer geweest. Wij kennen noch de groote spanning van het staatkundige avontuur, noch die van volledige overgave der persoonlijk heid, die den onmisbaren ondergrond vormt voor gedragen Caesarisme. Indien de meest innige binding van het Neder landsche volk gelegen is in zijn vroomheid: in zijn eenvoud in voorspoed en in zijn standvastigheid in de souvereiniteit des gemoeds zijn hechte saam- hoorigheid is vooral gelegen in zijn burgerlijk ka rakter. Of wij hoog of laag springen, wij Neder landers zijn allen burgerlijk, van den notaris tot den dichter en van den baron tot den proletariër. Onze nationale cultuur is burgerlijk in eiken zin, dien men aan het woord hechten wil. Maar zoo wij, geenszins minder dan eenig ander volk misschien, blind zijn voor onze gebreken, zoo zijn wij ons ook bewust van de volkskracht, die daarachter staat: de onverzettelijke wil van ons zelf te zijn en ons zelf te blijven! Na ontslag geen kleeding van den Opbouwdienst. Het A.N.P. meldt: aan al het personeel van den Opbouwdienst, dat tengevolge van de thans in uitvoering zijnde reorganisatie uit den Opbouw dienst wordt ontslagen, is het verboden kleeding van den Opbouwdienst te dragen. Overtreding zal streng worden gestraft. De jacht op fazanten is opengesteld en de jager kan zijn hart ophalen aan deze voor de dagen van den naderenden winter geëigende sport. Het wild wordt geapporteerd. Precies volgens de hem geleerde instructies brengt de jachthond den geschoten fazanten-haan naar zijn baas. CFoto Pax Holland.). NIEUWE SERIE No. 127 Vrienden 1. Bekijkt met zijn boe zemvriend zijn postzegel album. 2. Verzoekt vriend niet zoo vervelend op zijn schou der te leunen. 3. Zegt dat hij precies zal doen, zooals vriend deed en leunt extra zwaar, zon der dat vriend reageert. 4. Breekt door die onver schilligheid heen, door zijn elleboog in hgt be vriende schouderblad te boren. 5. Vriend reageert door 'n vlugge beweging, waar door de elleboog hard op de tafel neerkomt. 6. Dit leidt tot een ge vecht dat zijn einde vindt in een gezamenlijke lec- tujur die vriendschappe- lijker is dan ooit. WERKVERRUIMINGSOBJECTEN TE AMSTERDAM. Sportterreinen in de W ater graaf smeer. VOORSTELLEN VAN B. EN W. AAN DEN RAAD. AMSTERDAM, 14 October. B. en W. van Am sterdam hebben den raad een voorstel ter goed keuring voorgelegd tot uitvoering van een drie tal werken in werkverruiming. De uitvoering van deze werken zal voor het grootste deel met hand kracht moeten geschieden, omdat krachtwerktui gen niet kunnen worden gebruikt wegens het niet beschikbaar zijn van de noodige olie en benzine. Dit verhoogt in tusschen de waarde der objecten als middel tot werkverruiming. Het eerste' werk betreft het aanleggen van sportterreinen in de Watergraafsmeer. De kosten hiervoor worden geraamd op 480.000 gulden, in welk bedrag is begrepen 248.000 gulden aan ar beidsloon, duurtetoeslag en toeslagen voor brand stoffen e.d., alsmede een gedeeltelijke bijdrage in de sociale lasten. Aan dit werk zullen ongeveer 350 arbeiders gedurende een half jaar kunnen werken, Het tweede object is het uitvoeren van grond werken ten behoeve van het bouwen van een brug over het Vondelpark. Ten gevolge van het ont breken van motorbrandstof moest dit gedeelte van het werk op geheel andere wijze worden uit gevoerd dan aan vankelijk was voorgenomen. Bij de nieuwe uitvoering en uitgaande van een zekere aangenomen prestatie van de te werk te stellen ongeschoolde arbeiders, wordt het aantal man- weken geraamd op 1975. Dit be teekent, dat gedu rende ongeveer 20 weken 100 arbeiders werkzaam kunnen zijn. Zich baseeren de op dit aantal manweken. heeft de aanneemster zich bereid verklaard de uitvoe ring van deze werken, waarvan de kosten aan vankelijk werden geraamd op f 28.657,50, aan te nemen voor den prijs van f 85.300. Hierbij komen nog de kosten van de ongevallenverzekering voor de arbeiders en de kosten voor administratie van de Nederlandsche Heidemaatschappij en de ar beidsbeurs, tezamen geraamd op f 3000, als mede de kosten van toezicht, administratie en directie van den dienst der publieke werken, welke worden geraamd op f 7500. De totale kosten van het werk komen derhalve op f 95 800 waarin is begrepen een bedrag van ongeveer f 52.000 aan loon, verhoogd met de bekende toeslagen en las ten. Het derde werk is het roestvrij maken en ver ven van ijzerwerk aan bruggen. Tengevolge van de begrootingspositïe der ge meente. welke het aanbrengen van belangrijke bezuinigingen in de laatste jaren noodzakelijk maakte, is achterstand ontstaan in het onder houd van het ijzerwerk aan de bruggen. Het is reeds langen tijd niet mogelijk geweest jaarlijks meer dan 12.000 a 13.000 m2 behoorlijk te verven. Daar de totale oppervlakte van dit ijzerwerk on geveer 175.000 m2 bedraagt, komt het er op neer, dat elke brug slechts eenmaal in de 13 a 14 jaar kan worden geverfd. Om het ijzer echter afdoende te beschermen zou het eens in de 5 a 6 jaar ge verfd moeten worden. Indien 85.000 m2 van het als gevolg van het onvoldoende onderhoud geroeste y'zerwerk in werkverschaffing zou worden ontroest en ge verfd. zou de achterstand voor een belangrijk deel zijn ingehaald. De kosten van dat werk zul len in totaal bedragen f 380.000 waarin begrepen een bedrag van f 234 000 aan arbeidsloonen en toeslagen. Het aantal manweken kan worden gesteld op 8200. ONREGELMATIGHEDEN MET OPGEPLAKTE BONNEN. Bij de inlevering van de plakformulïeren voor vet- en boterbonnen van Amsterdamsche winke liers zijn naar de hoofdstedelijke politie is ge bleken, talrijke onregelmatigheden gepleegd, deek uit moedwil, in verscheidene andere gevallen on getwijfeld door onwetendheid. Op deze formulieren moesten de ingeleverde vet- en boterbonnen 5 tot en met 12 worden opgeplakt. Tegen inlevering van de vetbonnen nummer 9, 10, 11 en 12 hebben de winkeliers boter ver kocht voor 10 cent minder dan de normale prijs. Op deze bonnen kunnen de winkeliers thans via het distributiekantoor deze korting terugontvangen In vele gevallen bleken nu oude bonnen en niet geldige bonnen op deze formulieren te zijn ge plakt, waardoor de winkelier dus epn grooter reductie zou krijgen dan waarop hij recht heeft De politie zet het onderzoek nog voort vermoe delijk zal in een 20-tal gevallen proces-verbaal worden opgemaakt. (A.N.P.) Zenuwachtig Neem (Adv. Ingez. Med.) Het zoontje des huizes drensde. Mammie raakte er van overstuur. En pappie, om mammie te helpen, zei tot zoonlief: „Houd je mond, anders krijg je er één". Zoonlief hield niet op. Pappie sloeg toe. Toen stoof mammie op tegen pappie, en ze zei dat pappie zoonlief niet mocht slaan. Pappie, die zoonlief had geslagen juist om mammie te helpen, begon tegen mammie, want mammie moest toch begrijpen dat het voor haar bestwil was, en dat pappie's gezag in aanwezigheid van zoonlief niet in discrediet gebracht mocht worden. Maar mammie bleef protesteeren. Pappie zei: „Houd je mond, anders krijg je er ook één." Mammie hield niet op. Pappie sloeg toe. Toen stoof het dienstmeisje op tegen meneer, en ze zei dat ze het niet aardig vond wanneer meneer mevrouw sloeg. Het was haar niet duidelijk dat meneer mevrouw had geslagen omdat hij zoonlief had geslagen om mevrouw te helpen, wat mevrouw niet goed vond, waardoor mevrouw geslagen werd, omdat zoonlief begrijpen moest dat pappie hem mocht slaan als zijn vader Het dienstmeisje bleef erbij dat het niet mooi was van een man om zijn vrouw te slaan. Meneer zei: Houd je mond, anders krijg je er ook één. Het dienstmeisje hield haar mond niet. En meneer sloeg toe. Dit was een reden voor den politierechter om op te stuiven, want wanneer meneeren dienstmeisjes slaan dan is dat mishandeling, en mishandeling moet gestraft worden. En de politierechter zei dat hy 't allesbehalve fraai vond dat de verdachte zijn dienstmeisje had geslagen. Maar de verdachte zei dat hij als heer des huizes het meisje had geslagen, omdat zij 't niet goed vond dat hij als man zijn vrouw sloeg omdat zijn vrouw niet wilde dat hij als pappie zoonlief sloeg om mammie terwille te zijn, want zoonlief plaagde mammie. De verdachte zei dat hij de baas in eigen huis was. De rechter hield vol dat hij daarom nog niet het recht had een dienstmeisje te slaan. „Ik moet mijn prestige handhaven tegenover het kind" aldus de verdachte, alias heer des huizes, alias pappie. „Prestige handhaaft u niet met zulk optreden" vond de rechter. En nu was hij het, die toesloeg. Makr figuurlijk. De klap kwam flink aan: f 25 1 Aangezien er toen niemand meer opstoof wordt deze geschiedenis geacht hier te eindigen. v. H. SCHELPKALK VOOR DEN WEDEROPBOUW. •s-GRAVENHAGE. 15 Oct. (A.N.P.) De Vereeni- ging van Nederlandsche Schelpkalkfabrikanten heeft het goede voorbeeld van verschillende andere organisaties gevolgd en 2000 H.L. schelpkalk ten behoeve van den wederopbouw beschikbaar ge steld. De reegeringscommissaris voor een wederop bouw heeft aan de vereenigng zijn dank betuigd en zijn waardeering uitgesproken voor den gemeen schapszin, welke in dit aanbod tot uiting komt. SLACHTOFFERS VAN DE ENGELSCHE BOMMEN TER AARDE BESTELD. AMSTERDAM. 14 October. Het A.N.P. meldt: Van morgen zijn onder groote belang stelling de heer en mevrouw Van Haaren-Ronge, die tijdens de bomaanvallen op Amsterdam-Zuid in het perceel Vechtstraat 135 den dood hebben gevonden, op de R. K. begraafplaats Buiten- veldert ter aarde besteld. De absoute en beaarding werden verricht door den zeereerw. heer Van Rek, leeraar aan het Seminarie Hageveld, een neef van de overlede nen. De plechtigheid had een zeer sober en ontroe rend karakter. Nadat de zeereenv. heer Van Rek aan de groeve gebeden had en een familielid voor de belangstelling had gedankt, verlieten de tal rijke aanwezigen diep onder den indruk de be graafplaats. De baren waren bedekt met vele bloem stukken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5