Belangrijke bevoegdheden voor ir. Ringers.
FLITSEN
Akkertje
Menschen in Amsterdam
D I N S D A G 15 OCTOBER 1940
HSSR T. E M'S D A GBL'A D
De jacht op fazanten is opengesteld en de jager kan zijn hart ophalen aan deze
voor de dagen van den naderenden winter geëigende sport. Een fazant komt
onder schot.
(Foto Pax Holland.)
Geheel nieuwe figuren bij onteigenings
bevoegdheden.
•s-GRAVENHAGE, 14 October. (A.N.P.) Ter
toelichting op het besluit tot regeling van de ont
eigening ingevolge artikel 5 van het besluit Weder
opbouw II. (In het heden verschenen Verordenin
genblad) wordt het volgenid'e medegedeeld:
Zooals bekend heeft de opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht bij zijn besluit van 21 en 24
Mei 1940 betreffende den wederopbouw den regee-
ringscommissaris voor den wederopbouw, dr. ir. J.
A. Ringers, verstrekkende bevoegdhedén gegeven
voor de uitvoering van zijn taak.
Eén dier bevoegdheden is dat hij op grond van ar
tikel 5 van het besluit Wederopbouw II tot onteige
ning van onroerende of roerende zaken kan over
gaan.
Van deze bevoegdheid heeft dr. Ringers op vele
plaatsen gebruik gemaakt tot het onteigenen van
overblijfselen van verwoeste opstallen. Ten einde
de opruiming van puin mogelijk te maken. Voorts
heeft hij ter uitvoering van opbouwplannen grond
onteigend in Rotterdam, Middelburg, Sas van Gent,
Mierlo, Mill, Roosendaal en Bleskensgraaf. Al deze
onteigeningen zijn geschied ten name van de ge
meenten.
Het spreekt van zelf, dat deze onteigening niet
zon der schadevergoeding tot stand kan komen en
in verband daarmede komt de uiterst belangrijke
vraag naar voren: hoe en door wien zal in deze ge
vallen de schadevergoeding worden geregeld?
Het eerder genoemde artikel 5 bepaalt hierom
trent slechts, dat een redelijke vergoeding zal wor
den toegekend volgens nader te stellen regelen
door de daartoe aan te wijzen instanties en dat met
de rechten van hypotheekhouders en andere recht
hebbenden bij de toekenning zooveel mogelijk re
kening wordt gehouden.
Het Verordeningenblad no 51 van Zaterdag jl.
bevat een besluit van de secretarissen-generaal van
Justitie, Waterstaat en Financiën ter regeling van
deze materie.
De redelijke, vergoeding, aldus artikel 3 van dit
besluit, welke terzake van de onteigening vastge
steld is, wordt door dr. Ringers, die voortaan be
titeld wordt als „algemeen gemachtigde voor den
Wederopbouw" vastgesteld na overleg met dien
secretaris-generaal van het departement van Fi
nanciën.
Bij de vaststelling daarvan wordt uitgegaan van
de verkoopwaarde, welke de onteigende zaak in den
staat, waarin zij zich op het tijdstip der onteige
ning bevond, had of zou hebben gehad op 9 Mei
1940. De vergoeding en de overige op de onteige-
I ning vallende kosten komen ten laste van dengeen,
te wiens name onteigend is. Dit is dus als regel de
gemeente.
Het bedrag der vergoeding wordt bepaald door
den algemeen gemachtigde, die zich uiteraard hier
bij door onpartijdige deskundigen zal doen voor
lichten.
Bij de bepaling hoe de vergoeding zou moeten
j worden uitbetaald, stuitte men op een eigenaardige
moeilijkheid. De hierbedoelde onteigening van
den grond is tusschending tusschen de gewone ont
eigening, waarbij grond met geld, en de ruilver-
kaveling, waarbij grond met grond wordt vergoed.
De algemeen gemachtigde heeft nu de keuze het
een of het ander te doen of zelfs beide systemen
tegelijk toe te passen.
Hij kan dus aan den eigenaar of aan den zake
lijk gerechtigde de vergoeding in geld uitbetalen,
doch ook kan hij de vergoeding geheel of ten deele
doen geschieden door toewijzing van onroerende
I goederen, toebehoorende aan dengene, te wiens
name is onteigend, aan den eigenaar van het te
onteigenen onroerend goed.
De toewijzing geschiedt door den algemeen ge-
machtigde; hij kan, ook tegen den wil van den
1 eigenaar, onroerend goed toewijzen van hoogere
waarde dan het bedrag der vergoeding, indien naar
zijn oordeel het belang van den Wederopbouw dit
vordert. Hij stelt de waarde van het toegewezen
goed vast en bepaalt op welke wijze een hoogere
w-aarde van het toegewezen onroerend goed zal
Worden bepaald of verrekend.
Voorts regelt hij de grootte der vergoeding, welke
toegekend wordt aan hypotheekhouders en andere
rechthebbenden. Hij kan ter bepaling van deze
vergoeding nieuwe zakelijke rechten op het toege
wezen goed vestigen en zoo noodig de rangorde der
ihypotheken regelen.
De rechten van hypotheekhouders zullen dus,
J indien toewijzing van onroerend goed geschiedt, er
kenning kunnen vinden door de overschrijving van
hypotheken op de toegewezen perceelen. Een al-
gemeene regel is hiervoor niet op te stellen. Voor
I bet geval de schadevergoeding in anderen vorm
I dan in grond wordt toegekend, zal de erkenning
van deze rechten hiermede gelijken tred houden,
j De secretaris-generaal van het departement van
Financiën zal, in overleg met zijn ambtgenoot van
Justitie en den algemeen gemachtigde, richtsnoeren
1 te dien aanzien op stellen. Erfdienstbaarheden zul-
j «n van geval tot geval behandeld moeten worden.
I Ook de aanspraken van den fiscus en andere recht-
I hebbenden ten aanzien van de onteigende goede
ren kunnen bijzondere vergoedingen eischen. Het
is niet altijd mogelijk de vergoeding aanstonds in
geld of grond uit te keeren. Daarom bepaalt arti
kel 7 van het onderhavige besluit, dat de betaling
in geld of in grond kan worden uitgesteld, indien
naar het oordeel van den algemeen gemachtigde
bet belang van den wederopbouw dit vordert. De
Wijze en het tijdstip der betaling worden geregeld
bij nader besluit van de secretarissen-generaal van
het departement van Justitie, Waterstaat en Finan
ciën. In dit besluit mag een regeling omtrent de
vergoeding van de rente niet ontbreken. Dit nader
besluit is nog niet vastgesteld. De mogelijkheid is
echter niet uitgesloten, dat de schadevergoeding
voor de onteigende perceelen aanvankelijk zou
worden verleend in den vorm van een aan den ont
eigende voor het bedrag zijner vergoeding te ver-
leenen inschrijving op naam, waarop alvorens de
toewijzing van onroerend goed of betaalbaarstelling
in geld plaats heeft, gedurende een nader vast te
stellen tijidperk rente wordt vergoed. Daardoor
wordt voorkomen, dat de rechthebbende de hem
toekomende schadevergoeding reeds dadelijk zal
gebruiken voor andere doeleinden dan het belang
van den Wederopbouw medebrengt. Wanneer men
b.v. te Rotterdam de vergoeding onmiddellijk in
geld zou gaan uitbetalen, hoewel de eigenaren nog
geen gelegenheid hebben nieuwen gronld tè koopen
(het plan is immers nog niet gereed en grond kan
dus nog niet worden uitgegeven) zou de vergoe
ding voor andere doeleinden kunnen woi'den be
steed.
Zooals uit het bovenstaande blijkt, grijpt dit be
sluit diep in ons rechtsleven in en brengt het fi
guren, welke tot dusver onbekend waren.
De moord te Oss.
Een verdachte in arrest gehouden.
OSS, 14 -October. Alle voorloopig gear
resteerden in de moordzaak-ten Brok zijn op
vrije voeten gesteld met uitzondering van den
als vermoedelijken dader, aangehouden Van E.
Uit getuigenverhooren zou zijn gebleken, dat
Van E. den doodelijken steek moet hebben toe
gebracht. Van E. blijft, ontkennen. Hij zal niet
temin ter beschikking van den Officier van
Justitie te 's-Hertogenbosch worden gesteld.
Het schijnt, dat Ten Brok eerst bij het Huis
van v. E. is gewees en dat daar ruzie is ont
staan. Van E. zou toen in huis een wapen zijn
gaan zoeken. Ten Brok is daarop ook naar huis
gegaan en keerde ook met een wapen terug. Bij
de tweede ontmoeting had de steekpartij
plaats.
J. H. KOK OVERLEDEN.
'Bekende uitgever.
Maandag is te Kampen de uitgever J. H. Kok
na een ongesteldheid van enkele weken, over
leden.
De heer Kok, die zijn loopbaan begon als be
diende bij de firma Sijthof, was een zoon van
wijlen ds. A. F. Kok te Dokkum. Hij was voorts
werkzaam bij de firma Zalsman te Kampen en
Hilarius te Almelo. 1 November 1894 vestigde hij
zich als boekhandelaar-uitgever in Kampen. De
overledene wist zijn bedrijf tot zeer grooten bloei
te brengen en was in den loop der jaren de uit
gever geworden van de werken van schier alle be
kende gereformeerde theologen als: Kuyper, Ba-
vinck, de Moor, Wielenga enz.
Vuurslag-bijeenkomst te
Amsterdam.
Rede van Jhr. Groeninx van Zoelen.
In het Concertgebouw te Amsterdam heeft Maan
dagavond „De Vuurslag" een bijeenkomst gehou
den. waarin de voorzitter jhr. R. Groeninx van
Zoelen het woord heelt gevoerd. Volgens de Tel.
zeide hij o.m.:
Wij hebben in Nederland lang. gewacht met het
aan den kant zetten van den ouden partijenstaat.
Maar indien thans nationale en internationale om
standigheden een vernieuwing tot gebiedende nood
zaak maken, weleer hielden zij deze tegen. Voor
een regeering, die, steunende op een zeer klein
moederland, de verantwoordelijkheid droeg voor
vrede, welvaart en rechtszekereid in een volken
agglomeraat van meer dan 70.000.000 zielen, over
drie werelddeelen verspreid, was het uitermate be
zwaarlijk de oude beproefde paden op economisch
en financieel gebied te verlaten, zoolang de we
reldrevolutie nog in Midden- en Zuid-Europa be
sloten lag. En het feit, dat wij genoemde imperiale
verantwoordelijkheid op zoodanige wijze wisten te
vervullen, dat een gewapende macht, welke de
sterkte van één modern legerkorps niet overtrof,
ampel voldoende bleek om volkomen rust en orde
te handhaven in een gebied, dat naar Europee-
sche afstanden gemeten zich uitstrekt van de
Westkust van Ierland tot aan Omsk in Siberië,
vermag aan dit argument slechts kracht bij te zet
ten.
Soortgelijke beweegredenen verklaren de schijn
bare onveranderlijkheid van het volk zelf. Lang
heeft het gewacht met het opruimen van veel spin
rag en oud roest. Maar men bedenke hierbij, dat
jaarlijks de voortvarendsten naar de vier windstre
ken uitzwermen om dikwijls pas na volbrachte le
venstaak voorgoed thuis te varen.
En wat de thuisblijvers betreft, zij hebben het
goed gehad onder het oude bestel! Waar elders
was de levensstandaard zoo hoog, de zorg voor
misdeelden zoo mild, de woningtoestanden en so
ciale zorgen zoo voortreffelijk als tusschen Dollard
en Schelde? Heeft ons volk onder dit regiment zijn
natuurlijke kracht verloren? Indien het waar is,
dat de vruchtbaarheid eener natie een maatstaf
biedt voor haar vitaliteit, zoo spreken de- cijfers
een andere taal: Over het jaar 1937 bedroeg de
aanwas der bevolking per 10.000 in Nederland 96,
in Duitschland 24, terwijl de bevolkingsdichtheid
per vierkanten kilometer zich verhoudt, (1938) als
375 tot 147.
Deze apologie hoe lief is ons defce oud-ver
trouwde klank zij niet te beschouwen als een
kleineering onzer eigenwaarde, integendeel, zy is
een revindicatie onzer privilegiën, gegrond op be
proefde en erkende verdiensten. En het is déze
erkentenis, die degenen, die onder den druk der
tijden ooren hebben om te hooren, in de rede van
den heer Seyss-Inquart konden beluisteren. Hij
bracht ons volle hulde een hulde, die hem siert
en vroeg van ons niets, wat wij niet kunnen ge
ven. Het Derde Rijk erkent onze gaven voor de
werken des vredes en verwacht, dat wij deze gaven
dienstbaar zullen stellen aan den nieuwen tijd, met
begrip voor den nieuwen tijd.
Men is in Duitschland geenszins vergeten, dat
Nederland en zijn Koloniën tot '32 Duitsdhlands
besten afnemer zijn geweest. Wat was kan weder-
keeren en in nog breeder zin! Zoo wij Nederland-
sche orde weten te scheppen in ons eigen huis, zoo
kan het rijk van Jan Pietersz Coen niet slechts
den gouden schakel blijven tusschen Azië en Euro
pa, maar een hoeksteen en een cement tevens,
worden voor den Noord-Europeeschen Statenbond,
dien wij allen begeeren.
Maar indien Duitschland onze gaven en verdien
sten erkent, het is zich ook bewust, dat wij onze
roeping slechts kunnen vervullen zoo wij onze
krachten ontleenen aan den bodem waarop wij
staan, bewust van onzen bloedeigen aanleg, van
de mogelijkheden, die deze opent, maar ook van de
beperkingen, die hij oplegt. Het Derde Rijk ver
wacht niet van ons het nabouwen van zijn heroïek,
het instellen en bewerktuigen eener NederlanJdsche
dictatuur. Ten onzent ware een zoodanige verschij
ning bij procuratie slechts die van een ongezien
en slecht bediend satraap.
Het Nederlandsche volle is niet heroïsch van aan
leg en is zulks nimmer geweest. Wij kennen noch
de groote spanning van het staatkundige avontuur,
noch die van volledige overgave der persoonlijk
heid, die den onmisbaren ondergrond vormt voor
gedragen Caesarisme.
Indien de meest innige binding van het Neder
landsche volk gelegen is in zijn vroomheid: in zijn
eenvoud in voorspoed en in zijn standvastigheid in
de souvereiniteit des gemoeds zijn hechte saam-
hoorigheid is vooral gelegen in zijn burgerlijk ka
rakter. Of wij hoog of laag springen, wij Neder
landers zijn allen burgerlijk, van den notaris tot
den dichter en van den baron tot den proletariër.
Onze nationale cultuur is burgerlijk in eiken zin,
dien men aan het woord hechten wil.
Maar zoo wij, geenszins minder dan eenig ander
volk misschien, blind zijn voor onze gebreken, zoo
zijn wij ons ook bewust van de volkskracht, die
daarachter staat: de onverzettelijke wil van ons zelf
te zijn en ons zelf te blijven!
Na ontslag geen kleeding van den
Opbouwdienst.
Het A.N.P. meldt: aan al het personeel van den
Opbouwdienst, dat tengevolge van de thans in
uitvoering zijnde reorganisatie uit den Opbouw
dienst wordt ontslagen, is het verboden kleeding
van den Opbouwdienst te dragen. Overtreding zal
streng worden gestraft.
De jacht op fazanten is opengesteld en de jager kan zijn hart ophalen aan
deze voor de dagen van den naderenden winter geëigende sport. Het wild wordt
geapporteerd. Precies volgens de hem geleerde instructies brengt de jachthond
den geschoten fazanten-haan naar zijn baas.
CFoto Pax Holland.).
NIEUWE SERIE No. 127
Vrienden
1. Bekijkt met zijn boe
zemvriend zijn postzegel
album.
2. Verzoekt vriend niet zoo
vervelend op zijn schou
der te leunen.
3. Zegt dat hij precies zal
doen, zooals vriend deed
en leunt extra zwaar, zon
der dat vriend reageert.
4. Breekt door die onver
schilligheid heen, door
zijn elleboog in hgt be
vriende schouderblad te
boren.
5. Vriend reageert door 'n
vlugge beweging, waar
door de elleboog hard op
de tafel neerkomt.
6. Dit leidt tot een ge
vecht dat zijn einde vindt
in een gezamenlijke lec-
tujur die vriendschappe-
lijker is dan ooit.
WERKVERRUIMINGSOBJECTEN
TE AMSTERDAM.
Sportterreinen in de
W ater graaf smeer.
VOORSTELLEN VAN B. EN W. AAN DEN
RAAD.
AMSTERDAM, 14 October. B. en W. van Am
sterdam hebben den raad een voorstel ter goed
keuring voorgelegd tot uitvoering van een drie
tal werken in werkverruiming. De uitvoering van
deze werken zal voor het grootste deel met hand
kracht moeten geschieden, omdat krachtwerktui
gen niet kunnen worden gebruikt wegens het niet
beschikbaar zijn van de noodige olie en benzine.
Dit verhoogt in tusschen de waarde der objecten
als middel tot werkverruiming.
Het eerste' werk betreft het aanleggen van
sportterreinen in de Watergraafsmeer. De kosten
hiervoor worden geraamd op 480.000 gulden, in
welk bedrag is begrepen 248.000 gulden aan ar
beidsloon, duurtetoeslag en toeslagen voor brand
stoffen e.d., alsmede een gedeeltelijke bijdrage
in de sociale lasten. Aan dit werk zullen ongeveer
350 arbeiders gedurende een half jaar kunnen
werken,
Het tweede object is het uitvoeren van grond
werken ten behoeve van het bouwen van een brug
over het Vondelpark. Ten gevolge van het ont
breken van motorbrandstof moest dit gedeelte
van het werk op geheel andere wijze worden uit
gevoerd dan aan vankelijk was voorgenomen. Bij
de nieuwe uitvoering en uitgaande van een zekere
aangenomen prestatie van de te werk te stellen
ongeschoolde arbeiders, wordt het aantal man-
weken geraamd op 1975. Dit be teekent, dat gedu
rende ongeveer 20 weken 100 arbeiders werkzaam
kunnen zijn.
Zich baseeren de op dit aantal manweken. heeft
de aanneemster zich bereid verklaard de uitvoe
ring van deze werken, waarvan de kosten aan
vankelijk werden geraamd op f 28.657,50, aan te
nemen voor den prijs van f 85.300. Hierbij komen
nog de kosten van de ongevallenverzekering voor
de arbeiders en de kosten voor administratie van
de Nederlandsche Heidemaatschappij en de ar
beidsbeurs, tezamen geraamd op f 3000, als
mede de kosten van toezicht, administratie en
directie van den dienst der publieke werken, welke
worden geraamd op f 7500. De totale kosten van
het werk komen derhalve op f 95 800 waarin is
begrepen een bedrag van ongeveer f 52.000 aan
loon, verhoogd met de bekende toeslagen en las
ten.
Het derde werk is het roestvrij maken en ver
ven van ijzerwerk aan bruggen.
Tengevolge van de begrootingspositïe der ge
meente. welke het aanbrengen van belangrijke
bezuinigingen in de laatste jaren noodzakelijk
maakte, is achterstand ontstaan in het onder
houd van het ijzerwerk aan de bruggen. Het is
reeds langen tijd niet mogelijk geweest jaarlijks
meer dan 12.000 a 13.000 m2 behoorlijk te verven.
Daar de totale oppervlakte van dit ijzerwerk on
geveer 175.000 m2 bedraagt, komt het er op neer,
dat elke brug slechts eenmaal in de 13 a 14 jaar
kan worden geverfd. Om het ijzer echter afdoende
te beschermen zou het eens in de 5 a 6 jaar ge
verfd moeten worden.
Indien 85.000 m2 van het als gevolg van het
onvoldoende onderhoud geroeste y'zerwerk in
werkverschaffing zou worden ontroest en ge
verfd. zou de achterstand voor een belangrijk
deel zijn ingehaald. De kosten van dat werk zul
len in totaal bedragen f 380.000 waarin begrepen
een bedrag van f 234 000 aan arbeidsloonen en
toeslagen. Het aantal manweken kan worden
gesteld op 8200.
ONREGELMATIGHEDEN MET OPGEPLAKTE
BONNEN.
Bij de inlevering van de plakformulïeren voor
vet- en boterbonnen van Amsterdamsche winke
liers zijn naar de hoofdstedelijke politie is ge
bleken, talrijke onregelmatigheden gepleegd, deek
uit moedwil, in verscheidene andere gevallen on
getwijfeld door onwetendheid. Op deze formulieren
moesten de ingeleverde vet- en boterbonnen 5 tot en
met 12 worden opgeplakt.
Tegen inlevering van de vetbonnen nummer
9, 10, 11 en 12 hebben de winkeliers boter ver
kocht voor 10 cent minder dan de normale prijs.
Op deze bonnen kunnen de winkeliers thans via
het distributiekantoor deze korting terugontvangen
In vele gevallen bleken nu oude bonnen en niet
geldige bonnen op deze formulieren te zijn ge
plakt, waardoor de winkelier dus epn grooter
reductie zou krijgen dan waarop hij recht heeft
De politie zet het onderzoek nog voort vermoe
delijk zal in een 20-tal gevallen proces-verbaal
worden opgemaakt. (A.N.P.)
Zenuwachtig
Neem
(Adv. Ingez. Med.)
Het zoontje des huizes drensde.
Mammie raakte er van overstuur.
En pappie, om mammie te helpen, zei tot zoonlief:
„Houd je mond, anders krijg je er één".
Zoonlief hield niet op.
Pappie sloeg toe.
Toen stoof mammie op tegen pappie, en ze zei
dat pappie zoonlief niet mocht slaan.
Pappie, die zoonlief had geslagen juist om mammie
te helpen, begon tegen mammie, want mammie
moest toch begrijpen dat het voor haar bestwil was,
en dat pappie's gezag in aanwezigheid van zoonlief
niet in discrediet gebracht mocht worden.
Maar mammie bleef protesteeren.
Pappie zei: „Houd je mond, anders krijg je er
ook één."
Mammie hield niet op.
Pappie sloeg toe.
Toen stoof het dienstmeisje op tegen meneer, en
ze zei dat ze het niet aardig vond wanneer meneer
mevrouw sloeg. Het was haar niet duidelijk dat
meneer mevrouw had geslagen omdat hij zoonlief
had geslagen om mevrouw te helpen, wat mevrouw
niet goed vond, waardoor mevrouw geslagen werd,
omdat zoonlief begrijpen moest dat pappie hem
mocht slaan als zijn vader
Het dienstmeisje bleef erbij dat het niet mooi
was van een man om zijn vrouw te slaan.
Meneer zei: Houd je mond, anders krijg je er
ook één.
Het dienstmeisje hield haar mond niet.
En meneer sloeg toe.
Dit was een reden voor den politierechter om op
te stuiven, want wanneer meneeren dienstmeisjes
slaan dan is dat mishandeling, en mishandeling
moet gestraft worden.
En de politierechter zei dat hy 't allesbehalve
fraai vond dat de verdachte zijn dienstmeisje had
geslagen.
Maar de verdachte zei dat hij als heer des huizes
het meisje had geslagen, omdat zij 't niet goed vond
dat hij als man zijn vrouw sloeg omdat zijn vrouw
niet wilde dat hij als pappie zoonlief sloeg om
mammie terwille te zijn, want zoonlief plaagde
mammie.
De verdachte zei dat hij de baas in eigen huis
was.
De rechter hield vol dat hij daarom nog niet het
recht had een dienstmeisje te slaan.
„Ik moet mijn prestige handhaven tegenover het
kind" aldus de verdachte, alias heer des huizes,
alias pappie.
„Prestige handhaaft u niet met zulk optreden"
vond de rechter.
En nu was hij het, die toesloeg. Makr figuurlijk.
De klap kwam flink aan: f 25 1
Aangezien er toen niemand meer opstoof wordt
deze geschiedenis geacht hier te eindigen. v. H.
SCHELPKALK VOOR DEN WEDEROPBOUW.
•s-GRAVENHAGE. 15 Oct. (A.N.P.) De Vereeni-
ging van Nederlandsche Schelpkalkfabrikanten
heeft het goede voorbeeld van verschillende andere
organisaties gevolgd en 2000 H.L. schelpkalk ten
behoeve van den wederopbouw beschikbaar ge
steld.
De reegeringscommissaris voor een wederop
bouw heeft aan de vereenigng zijn dank betuigd en
zijn waardeering uitgesproken voor den gemeen
schapszin, welke in dit aanbod tot uiting komt.
SLACHTOFFERS VAN DE ENGELSCHE
BOMMEN TER AARDE BESTELD.
AMSTERDAM. 14 October. Het A.N.P.
meldt: Van morgen zijn onder groote belang
stelling de heer en mevrouw Van Haaren-Ronge,
die tijdens de bomaanvallen op Amsterdam-Zuid
in het perceel Vechtstraat 135 den dood hebben
gevonden, op de R. K. begraafplaats Buiten-
veldert ter aarde besteld.
De absoute en beaarding werden verricht door
den zeereerw. heer Van Rek, leeraar aan het
Seminarie Hageveld, een neef van de overlede
nen.
De plechtigheid had een zeer sober en ontroe
rend karakter. Nadat de zeereenv. heer Van Rek
aan de groeve gebeden had en een familielid voor
de belangstelling had gedankt, verlieten de tal
rijke aanwezigen diep onder den indruk de be
graafplaats.
De baren waren bedekt met vele bloem
stukken.