De vreemde Erfenis
KORT EN BONDIG.
AB'S AVONTUREN
Uit de Pers.
DTNSDAG 29 OCTOBER 1940
De IJselmeervisschers hebben in deze dagen een goed loonend bedrijf, daar bij
den huidigen geringen vischaanvoer voor de aal- en snoekbaarsvangst goede
prijzen worden betaald. Een kijkje in de haven van Lemmer, waar thans groote
drukte heerscht.
(Foto Pax Holland.)
Steun aan slachtoffers van den
strijd in Mei.
En aan de door hen nagelaten betrekkingen.
Aangezien de mogelijkheid bestaat, dat de van
rijkswege verstrekte uitkeering aan verminkten en
nagelaten betrekkingen van gesneuvelden in den
strijd van Mei 1940 niet voor alle betrokkenen, in
verband met hun verschillende levensomstandig
heden, toereikend zijn, heeft het Fonds voor oud-
militairen. opgericht te Amsterdam op 9 November
1815, daarin bijgestaan door vrijwel alle organi
saties van en voor militairen en oud-militairen van
land- en zeemacht, zich tot taak gesteld daaraan
zooveel mogelijk tegemoet te komen door het ver-
leenen van moreelen en materieelen steun, welke
bijv. kan bestaan uit het geven van hulp bij het
zoeken van betrekkingen, het betalen van oplei-
dingskosten voor eenig beroep, het geven van een
renteloos voorschot tot het beginnen of voortzetten
van eenige nering of beroep, het geven van perio
dieken geldelijken steun enz.
Bijstand of raad zal ook verstrekt worden aan die
verminkten of nagelaten betrekkingen, die niet uit
sluitend of hoofdzakelijk geldelijke ondersteuning
behoeven, doch die door omstandigheden in moei
lijkheden verkeeren van bijzonderen aard op
voeding der kinderen, huur- en verzekerings
kwesties enz.
Zij, die woonachtig zijn in de gemeente Haar
lemmermeer kunnen voor eventueele steunverlee-
ning bij de districtscommissie Amsterdam van het
fonds voor oud-militairen. Enge Lombardsteeg 4,
aanvraagformuliren, zoowel schriftelijk als in per
soon. halen of doen halen. Het ingevulde formulier
moet aan hetzelfde adres worden teruggezonden,
liefst voor 15 November 1940.
FAILLISSEMENTEN.
(Opgegeven door afd. Handelsformaties v. d.
Graaf en Co. N.V. Amsterdam).
Uitgesproken: 23 Oct.: Antonius Jetten, molenaar
te Uden, Moleneind B 39. R.-C.: Mr. J. M. Hui-
zinga, Cr.: Mr. F. Baron van Hugenpoth te Den
Bosch.
23 Oct.: Jacobus Faassen, adj. commies der Reg.
en Domeinen te Eindhoven, Bilderdijklaan 6. R.-C.:
als voren, Cur.: Mr. L. Peeters, te Eindhoven.
23 Oct.: M. J. C. Johanns, fabrikant en koopman
te Rotterdam, Claes de Vrieselaan 100. (Na afge
wezen surséance). R.-C.: Mr. J. Overwater, Cur.:
Mr. A. Wolfsbergen te Rotterdam.
24 Oct.: A. H. van Rijsirgen, timmerman te Am
sterdam, van Speykstraat 119. R.-C.: Mr. C. J.
Heemskerk, Cur.: Mr. W. M. Pronk, Heerengracht
498 te Amsterdam.
24 Oct.: P. Zechner, schilder te Amsterdam,
Hoogte Kadijk 151 huis. R.-C.: Mr. B. ce Gaay
Fortman, Cur.: Mr. J. Th. Stakenburg, Minerva-
plein 3 te Amsterdam.
24 Oct: Hendrik Willem de Vries, stoffeerder, te
Amsterdam, Witte de Withstraat 160-III. R.-C.:
Mr. J. E. Hoekstra, 'Cur.: Mr. H. J. Boelen, Keizers
gracht 678. Amsterdam.
24 Oct: Mej. M. C. Wouters, te Amsterdam, Jo-
hannapark 6-II. R.-C.: Mr. W. M. A. Weitjens, Cur.:
Mr. F. Ph. Küthe, Heerengracht 357 te Amsterdam.
Vernietigd op grond van verzet:
23 Oct.: H. Roxs-van Dijk te Eindhoven.
Opgeheven wegens gebrek *aan actief:
23 Oct: P. .H. Colmbijn te Utrecht.
23 Oct.: de Coöp, Ver. Verzekeringsbank de Unie
te Utrecht.
23 Oct.: M. Bijnen te Eindhoven.
23 Oct.: Cor van Veghel te Uden.
23 Oct. J. M. Bodaan te Amsterdam.
23 Oct.: H. R. Bosman (Lubema) te Amsterdam.
Gedeponeerde uitdeelingslijsten:
14 Oct.: de Coöp. Ver. R.-K. Land- en Tuinbouw-
ver. „De Eendracht" te Rijswijk. Geëindigd door
het verbindend worden der uid. lijst. Uitk. 3.91317
pet. conc.
14 Oct.: J. P. Zonneveld te Den Haag, Idem. Uitk.
1.14 pet. core.
15 OctJ. van der Hoeven G.Lzn. te Wassenaar.
Idem. Uitk. 100 pet. conc.
15 Oct.: J. W. Cornegoor te Den Haag. Idem.
Uitk. 3.937 pet. conc.
19 Oct.: P. de Reus, hand. o. fa. Poot te Delft.
Idem. Uitk. nihil conc.
23 Oct.: N.V. Melkinr. „Rhijnland" te Den Haag.
Idem. Uitk. 20.163 pet. conc.
14 Oct.: Maarten Bakker, te Grootebroek. Ge
ëindigd door het verbindend worden der eenige
Uitd. lijst. Uitk. 3.78 pet.
18 Oct. C. van der Heiden te Nieuwpoort. Idem.
18 Oct.: P. Zanen, te Alblasserdam. Idem.
19 Oct.: H. Groeneveld te Utrecht. Idem. Uitk.
2.692 pet.
21 Oct. A. Berbers te Veldhoven. Idem, Uitk.
nihil.
21 Oct.: W. C. de Rooy te Tilburg. Idem. Uitk.
nihil aan conc. en pref, cred.
23 Oct.: A, J, van Eyk te Zwolle. Idem. Uitk.
nihil.
Steun aan getroffen middenstanders.
Het Centraal Comité Middenstandsoffer 1940,
gevormd uit de drie Nederlandsche Middenstands
bonden, heeft onlangs besloten een aanvang te
maken met het uitkeeren van geldelijke tegemoet
komingen aan de middenstanders, die in hun
zaken direct getroffen zijn door oorlogsgeweld.
Aanvragen om voor een uitkeering vanwege dit
comité in aanmerking te komen moeten ten spoe
digste worden ingediend.
Roman van HERBERT STEINMANN.
Bewerkt door
LIZZY VEEN.
(Nadruk verboden).
0)
Op dezen avond is de wagen onder toezicht van
den zoogenaamden bedrijfsraad door een notaris
uit Denver geopend.
Hans Wenger bladert in de acten en papieren,
die hij overvloedig op de schrijftafel en in de kast
vindt. Zelfs het smalle rustbed is bedekt met
bundels papieren.
Daartusschen liggen dozijnen foto's van arties
ten en allerlei buitengewone dingen, zweepen, oli-
fantshaken. een geheele verzameling wapens.
Terwijl Hans in de papieren bladert, ziet hij tel
kens in gedachten de gebeurtenissen van dezen
avond. De officieele voorstelling van het perso
neel. De parade der paarden. De rondgang door de
stallen, dan de voorstelling. Hij met zijn vader en
Gertrude in een loge. Beneden Dorothy Keeler
mooier en koeler dan ooit op een prachtig paard.
Juanlta's stralende oogen. die nog stralender
worden als Higgens, na afloop, haar met een bos
rozen geluk komt wenschen.
Klop, klop!
Hans vliegt op. Achter hem is de deur openge
gaan. Een man staat op den drempel, seconden-
lang onbewegelijk. Dan komt hij in de lichtkring.
Het Is Higgens. Zijn donkere regenjas is nat.
Hoe onvoorzichtig van u»om de deur niet te
grendelen, mr. Wenger. zegt hij met kalme stem.
Er moet werkelijk op u gelet worden.
Hans kijkt den Amerikaan met een klein lachje
aan. Ik ben niet gewend in avontuurlijke om
standigheden te leven.
Zegt u liever in gevaarlijke omstandigheden.
Higgens kijkt rond.
Ziet u. zoo hebben wij indertijd ook gezocht,
in Frisco zelfs, met de beambten, maar alles te
Op 65-jarigen leeftijd is Maandag te 's-Graven-
hage overleden de heer B. J. van Stapele, oud pen
ningmeester van den Centr. Ned. Ambtenaarsbond,
aldus meldt Het Volk.
Maandag is aan de Waalkade te Nijmegen
bij het rijksveer een man van middelbaren leeftijd
te water geraakt en jammerlijk verdronken. In de
duisternis kon men moeilijk reddingspogingen doen.
Bij een loonconfectiewerker in de Leliestraat
te Amsterdam hebben dieven een mantel en
coupons van stoffen, voldoende voor de vervaar
diging van 7 mantels, gestolen.
De Amsterdamsche politie heeft Maandag
drie personen aangehouden, verdacht van rijwiel
diefstal.
Te Wemeldinge is bij een brand in het pak
huis van den heer Ar. 90.900 K.G. hooi en stroo
verloren gegaan. In een aangrenzend pakhuis wer
den levensmiddelen ter waarde van f 1500 een prooi
der vlammen.
VOOR DE KINDEREN
Spoedig was deze noodvlag door de
spleet gestoken en wapperde het witte
doek in het volle licht van de hel
witte lichtbundels. Zouden zij de vlag
zien? Zouden zij ons kunnen redden?
En zouden onze bewakers dit alles
niet merken? Allemaal vragen die Ab
en Dib elkaar angstig afvroegen.
vergeefs. Wie zou ook uit zooveel papieren en
acten wijs kunnen worden.
Gezocht? vroeg Hans, die het niet begreep.
Ja, naar de plek, waar uw oom Rolf zijn
geld heeft gedeponeerd. Maar wij hebben het niet
gevonden. Het bestaat waarschijnlijk niet, dit
fantastische half millioen.
Hans knikt bevestigend. Ik geloof er ook
niet meer aan. Oom wilde ons bepaald voor den
gek houden met dezen rijkdom. Dat zegt vader
ook. Maar daar gaat het tenslotte niet om. Het
gaat om iets hoogers, om het levenswerk van mijn
oom.
De Amerikaan lacht spottend.
U bent een groot idealist, mr. Wenger, maar
toch zou men in uw belang wenschen, dat het geld
bestond. Dit zaakje hier. ziet dat er uit als van
een man. die een half millioen nalaat, ik zeg neen.
Mismoedig schuiven de vingers van den Ame
rikaan de papieren ter zijde en plotseling ziet men
op een der papieren staan „constructies".
Hans wordt opmerkzaam, hij trekt de map naar
zich toe en slaat haar open. Hij ziet een wirwar
van lijnen, maatberekeningen, haastig neerge
schreven opmerkingen, een op het eerste ge
zicht onbegrijpelijk iets.
Wat kan dit zijn, mr. Higgens?
Deze trekt een verdrietig gezicht. Dat weet ik
niet, zegt hij. Wij hebben het ook bestudeerd,
maar konden er geen wijs uit worden. Het moet
een constructie zijn. Uw oom ontwierp vaak zoo
iets. Dat was een liefhebberij van hem, waar
schijnlijk kwam zijn ingenieursinstinct dan boven.
Hij was in vele opzichten een groote fantast, als
zoo menig prachtmensch is.
Hans Wenger knikte peinzend. Higgens legt de
hand op zijn schouder.
Begin nu niet te piekeren, Mr. Wenger. Dat
bekomt iemand nooit goed Ik was juist onderweg
voor een controle door het circus, toen ik hier
licht zag. Hij lacht zwakjes. Eigenlijk is het
uw plicht om dit nu te doen.
Hans begrijpt het verwijt van den ouderen man.
U hebt gelijk, ik sluit mij bij u aan.
Hij schuift de papieren bij elkaar en legt er een
zeldzamen steen op, die hem juist in de hand valt.
hij legt hem zorgvuldig op de constructiemap en
Politieke incidenten in Den Haag.
Het A.N.P. meldt: Gedurende het afgeloopen
weekeinde hebben zien te 's Gravenhage politieke
incidenten voorgedaan. De autoriteiten zijn hierom
trent ingelicht. Zij verzamelen thans nadere ge
gevens, waaruit de noodige conclusies zullen wor
den getrokken.
AUTO OP ONBEWAAKTEN OVERWEG
VERNIELD.
Op den overweg in de spoorlijn Boxtel-Eind-
hoven onder Liempde is Zaterdagavond een ernstig
ongeval gebeurd, waarbij de heer D. L. W. baron
van Hardenbroek van de Kleine Lindt, directeur
van de N.V. Houthandel Hardenbroek en Langen-
huysen te Nuenen, het leven verloren heeft.
Per auto terugkeerend van een drijfjacht op het
landgoed Velderen, kwam hij bij het passeeren van
den onbewaakten overweg in botsing met een paaL
Hierdoor sprong de wagen op de spoorbaan terug
en bleef daar staan, juist op het oogenblik. dat een
trein uit Eindhoven aankwam. De trein greep den
auto en vernielde dezen volkomen. De heer Van
Hardenbroek, die aan het stuur zat, was op slag
dood.
Aan boord van het schip stond een
breedgeschouderde man in kapiteins
uniform, door een kijker te staren.
Hij volgde hiermede het schelle licht
op den steilen bergketen. Het zoek
licht draaide heen en weer, hield
hier en daar soms even stil en schokte
dan weer verder. Aan boord was alles
muisstil. Geen mensch sprak. Toch
waren alle manschappen aan dek en
het machinepersoneel was in de
stookplaats op zijn post. Plotseling
uitte kapitein Flink want deze was
het een zachten kreetzijn hand
ging omhoog Het zoeklicht bleef nu
strak en star'op dezelfde plaats schij
nen.
trekt dan zijn jas aan. Zij gaan, de sleutel knarst
in het slot.
Het duurt wel een uur eer de rondgang be
ëindigd is. Higgens brengt den jongeman naar
den woonwagen terug. Het heeft opgehouden te
regenen. Higgens' humeur is veel beter geworden,
hij fluit een vroolijk wijsje. Als hij afscheid heeft
genomen en zijn gestalte uit het gezicht is ver
dwenen, blijft Hans plotseling staan, zijn hand
glijdt van de klink, die hij reeds omvat houdt.
Dat hij daar nu pas aan denkt. Hij heeft het
licht in den werkwagen laten branden. Snel
springt hij van de trapjes en gaat naar den
werkwagen.
Maar opeens blijft hij staan. De ramen van den
wagen zijn donker. Doch een vergissing is uitge
sloten, dat weet hij stellig. Hij had het licht niet
uitgedraaid en Higgins deed het ook niet. En nu
is het donker. Wie heeft het licht uitgedraaid?
De deur van den wagen was immers gesloten?
Zoekend kijkt hij rond. Niets is te zien en toch
komt het hem voor alsof iets in de omgeving is
veranderd. Hij kijkt naar de schrijftafel. Daar
ligt nog de map met het opschrift „Constructie",
maar de vierkante steen, dien hij, zooals hij zich
heel goed herinnert, precies op het opschrift
heeft gelegd, ligt nu nauwelijks nog op den rand
van de map. Ook onder de papieren had men ge
zocht, een stapel mappen schijnt verschoven te
zün. t
Opeens overvalt Hans weer het gevoel van on
zekerheid en geheimzinnigheden, die over het
circus „Excelsior" rusten. Nogeens glijdt zijn blik
over de schrijftafel. Daar in een open vak sche
mert iets, onwillekeurig haalt hij het te voor
schijn, het is een legerrevolver. Hij trekt nog een
tasch mede en zes gevulde patronen. In gedachten
verzonken ontlaadt hij het wapen, spant de haan
en probeert. Hij ziet de letters op de kolf „R.W.".
Rolf Wenger dus.
Men kan zien, dat hij het wapen verzorgd heeft
tot zijn dood toe, daarna schijnt het echter niet
meer geolied te zijn. Hans probeert nog eens. Een
beetje zwaar gaat het wel. maar het is een goed
wapen. Morgen zal hij het uit elkaar nemen en
smeren. Hij laadt het wapen en gordt het om,
maar tegelijk bemerkt hij. dat hij dit onwille
keurig doet. Was hij bang? Hij drukt de lippen
De Zilvervlootverloting.
Het zeiljacht viel op nr. 1902.
Maandagmiddag rn het gebouw van den Haarlem-
schen Kegelbond. Een aantal belangstellenden
heeft in de groote zaal plaats genomen, ten einde
te vernemen, of misschien juist op hun lot i»n de
verloting ten bate van „Brederodeduin" de eerste,
de tweede, de derde of anders een van de andere
397 prijzen zal vallen. Er komen telkens nog meer
merschen binnen. De stemming is rustig. Wij heb
ben ons laten vertellen, dat er anders wel meer
beweging en deining in de zaal is bij deze gelegen
heid. Dan gaat er een optocht met muziek vooraf en
er zit ook meer spanning in den verkoop van de
laatste loten. Maar ja: de tijd is nu eenmaal anders!
Het valt toch nog mee. De ijverige administrateur
van de Haarlemsche Vereeniging tot Bestrijding der
Tuberculose, de heer G. van Waard, vertelt ons.
dat er van de 10.000 loten 200 over zijn. Het had
erger gekund!
Op het podium is alle keurig in orde: hetzelfde
aspect van andere trekkingen: een groote bus voor
de lotennummers, en kleinere bus voor de prijzen-
nummers, bij elke bus een dame: mevrouw Pfaff-
Reudler bij de lotenbus, mevrouw Strick van Lin-
schoten bij de prijze"bus. En daartusschen in zit
notaris J. Wildschut, die de nummers zal oplezen.
Notaris Wildschut spreekt een kort woord ter
inleiding. Hij zegt dat alles wat anders gaat dan
anders: geen muziek, geen toespraken dezen keer
Ik heb geen opdracht van het bestuur, zegt de no
taris, maar derk toch wel namens het bestuur te
spreken als ik hier hartelijk dank betuig aan allen
die tot het welslagen van deze loterij hebben me
degewerkt.
Dan begint het oplezen van de nummers en de
prijzen door den notaris, die de lotennummers van
mevr. Pfaff en de prijzennummers van mevr.
Strick van Linschoten krijgt.
Al spoedig komt een der drie hoofdprijzen er
uit: een zilveren cassette. Het is de 3e prijs; hij is
gevallen op nr. 6023.
Dan volgen verschillende zilveren servetringen,
couverts en dan, eindelijk, de tweede hoofdprijs:
een zilveren theeservies, (nr. 3119). „Als er nu maar
thee is!" zegt notaris Wildschut en gaat weer ver
der. Tusschen twee haakjes: deze gelukkige win
naar was ook niet onder de aanwezigen.
We hooren weer van zilveren horloges en
couverts en servetringen en vele andere zilveren
dingen en dan plotseling: „1902!" zegt de notaris.
En als hij het correspondeerende prijsnummer
leest, roep hij: „Daar is nr. 1!" Het zeiljacht „Piet
Hein" wordt eigendom van den gelukkigen be
zitter van het lot 1902.
„Bravo, bravo, bravo!" buldert een forsche man
nenstem achter in de zaal. Ha, denken we daar
is de prijswinnaar. Maar het blijkt, dat het bravo
geroep moet worden opgevat als een uiting van
enthousiasme of van gebroken spanning. Ook de
nieuwe jachteigenaar is er niet.
Notaris Wildschut deelt mede, dat nu alle houders
van nummers, die eindigen op 02, (zooals dat
waarop het zeiljacht gevallen is) een extra premie
krijgen: een zilveren theelepel.
Het duurt nu niet lang meer. Weldra komt het
laatste nummer uit de bus.
„Brederodeduin" heeft weer een aardig steuntje
in den rug gekregen!
Een motorsloep maakte zich los van
het groote schip en schoot met een
zachtzoemend geronk over het water.
Een felle lichtstraal schoot naar
voren uit een electrische koplamp. In
de boot zaten kapitein Flink, ge
wapend met zijn kijker, mijnheer
Speurneus, de stuurman en twee ma
trozen. Niemand sprak een woord.
Snel voer de spitse boot door den
donkeren nacht.
op elkaar. Ach wat, wie weet waar het goed voor
is. In dezen strijd in het duister moet men op
alles voorbereid zijn.
Den anderen morgen vertelt Hans Higgens on
der vier oogen van de nachtelijke ontdekking.
De bankier is heelemaal niet zoo verrast.
Ik dacht wel, dat er vannacht weer iets
gaande was. Brouwers is er niet zoo gemakkelijk
afgekomen als u. Men heeft hem, toen hij zijn
wagen wilde binnengaan, eenvoudig neergesla
gen.
Is de kas beroofd?
Neen, maar Brouwers heeft een leelijken
klap gehad. Hij heeft den kerel, die hem neer
sloeg, niet herkend. Eerlijk gezegd, de kwestie
geeft mij zorg. mijnheer Wenger. Zulke dingen
zijn tot nu toe nog niet gebeurd. Higgens schijnt
erg ongerust. Hans fronst het voorhoofd. Alles is
in het heldere zonlicht, dat over de circusstad
ligt, minder griezelig.
Wij moeten een goeden nachtdienst van ver
trouwde menschen instellen, stelt hij voor.
Higgens lacht. Een goede gedachte, mr. Wen
ger, er is echter een fout bij. Wie is hier werke
lijk vertrouwd?
De komst van den ouden Wenger en Gertude
maakt een einde aan het onderhoud. Karei Hen
drik Wenger is in een goed humeur, hij glim
lacht zijn zoon toe.
Zeg Hans. het komt mij voor, dat ik nog
een massa te leeren heb. Zooeven heeft Brouwers
een kleine voordracht voor mij gehouden over
wat men allemaal moet weten om te kunnen be
oordeel en hoe de reisroute van een circus moet
zijn. Reis- en bevrachtingskosten, ja. dat begrijp
ik nog. Maar de dieren en de artiesten spelen ook
een rol en daarbij komt dan nog de concurrentie
en dan nog wat de burgemeester er mee te ma
ken heeft. neen. het duizelt me.
Dat geloof ik graag vader, het is nog niet
zoo eenvoudig.
Overigens. Brouwers is een flinke vent. alleen
moest hij een bril nemen. Vannacht is hij met zijn
hoofd tegen zijn eigen wagen geloopen. vertelde
hii mij en hij ziet er ook naar uit.
Hans knikt. Hij vindt het erg prettig, dat Brou
wers zoo tactvol is geweest om niet dadelijk den
ouden heer Wenger den schrik op het lijf te jagen
NEDERLANDSCHE WINTERHULP
Het Alg. Handelsblad schrijft:
„Het initiatief van den rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied, met als gevolg de
Stichting „Winterhulp Nederland", wier taak het
zijn zal „om den in het bezette Nederlandsche ge
bied levenden behoeftigen Nederlandschen staats
burgers zonder aanzien des persoons hulp en onder
steuning te verschaffen", zal grif worden begiepen
en met erkentelijkheid worden begroet. Ons volk
zal het zich tot een waarlijk Nederlandschen ge-,
meenschapsplicht rekenen om op eigen kracht. uit|
eigen middelen, zich het lot aan te trekken van
landgenooten. die in hun strijd om het bestaan, on-i
danks den inzet van hun zelfwerkzaamheid en on
danks hetgeen de overheid met haar algemeenej
maatregelen voor steun, schadevergoeding en sti-
muleerende hulp kan verrichten, het hoofd niet bo-i
ven water kunnen houden.
De Nederlandsche gemeenschapsgedachte zal zich
hier in een practische daad willen omzetten. Ge
meenschapszin begint en eindigt niet met het beta
len van belasting, al komt ook die aan het algemeen
belang ten goede. Hij vraagt meer dan dat, iets
spontaners en warmers dan het nakomen van wet
telijke verplichtingen alleen. En meer dan ooit, nu!
het lot ons, als volk, in een toestand heeft gebracht!
waarin wij meer dan ooit zijn aangewezen op elkan
ders wil om het Nederlandsche saamhoorigheids-!
besef te handhaven, hetgeen beteekent dat wy ook
onze landgenooten afzonderlijk waar noodig moeten
helpen zichzelf te handhaven".
DUURDER LEVEN
Het Volk schrijft na een lange opsomming van
goederen, waarvan de prijs aanzienlijk is gestegen:
„Een van de gevolgen van de distributie is beper
king van het verbruik, zoodat men in totaal minder
voor deze goederen kan uitgeven. Drs. P. de Wolff
heeft voor de Nederlandsche Stichting voor Statis
tiek berekend (publicatie ia het laatste kwartaal
overzicht van de Amsterdamsche Bank) dat de Ne
derlander gemiddeld zijn verbruik van koffie en
thee met 57 pCt. heeft moeten beperken, van brood,
vleesch en vet met resp. 13l/2, 18 en 10 pCt. Het
verbruik van zeep is met ongeveer 70 pCt. vermin
derd. Ook voor schoeisel en textielwaren is de be
perking aanzienlijk. Het is echter moeilijk hierover
betrouwbare cijfers te berekenen, aldus de heer De
Wolff.
Dat mindere verbruik leidt tot geringere uitgaven,
hoewel ook voor deze gedistribueerde goederen de
prijzen zijn gestegen. De prijs van zachte zeep is in
een jaar tijds van 8 a 9 cent per pond tot 15 cent
opgeloopen. Zeeppoeder (er waren vele soorten)
kostte in April j.l. gemiddeld 7V2 cent per pakje;
men betaalt thans voor dezelfde hoeveelheid 12V2
cent.
Kaas, vetgehalte 40-f, April 9 a 10 cent per ons,
thans 13 cent. Rijst, eerste soort, van 16 cent per
pond naar 2025 cent.
De meer-gegoeden houden dan toch nog geld over
en besteden dat aan niet-gedistribueerde artikelen".
AUTARKIE
De Standaard is van oordeel, dat autarkie
zonder straffe economische leiding tot de volstrekte
onmogelijkheden behoort. Tusschen autarkisch
ideaal en gebonden of geleide economie bestaat een
onverbrekelijk verband.
„We hebben zoo het gevoel, dat velen dat ver
band niet al te helder zien en zich zeker geen dui
delijke voorstelling hebben gemaakt van wat dit zou
beteekenen, indien gestreefd werd naar zelfvoorzie
ning voor een gebied, dat meer dan een der tegen
woordige Europeesche Staten omvat, b.v. West-
Midden- en Z.O. Europa. Zulk een autarkie, d.w.z.
een zelfvoorziening, die op omvatting van zulk een
uitgebreid gebied gericht is, is bloot materieel ge
zien dichter bij de mogelijkheid van vervulling,
dan wanneer men zich beperkt tot de grenzen van
één enkel land. Maar wat de leiding van het eco
nomisch leven betreft, nemen de moeilijkheden toe
met de vergrooting van het gebied, dat men zich
autarkisch gedacht heeft.
Van een directe centrale leiding kan in zulk een
geval geen sprake zijn. Uebermenschen van zulk
een gestalte bestaan niet en zullen er ook wel niet
komen. Men zal dus tusschen de verschillende lan
den coöperatief te werk moeten gaan, d.w.z. veel
vuldig een nauw contact moeten onderhouden tus
schen de nationale dirigeerende economische organi
saties; öf in elk geval een geprononceerde functio-
neele decentralisatie moeten toepassen. We behoeven
wel niet nadrukkelijk uiteen te zetten tot welk een
grenzenlooze verbureaucratiseering van het econo
misch leven dit zou moeten leiden. En het is daar
om maar gelukkig, dat de landen, die in elk geval
na den oorlog den grootsten invloed op het econo
misch leven van het continentale Europa zullen
uitoefenen, heel wat nuchterder over deze dingen
oordeelen dan sommige heet gebakerde Nederlan
ders. Terecht hebben de Duitsche minister Funk
en zijn Italiaansche collega dezer dagen, naar luidt
van een persbericht, verklaard, dat meerdere or
dening in eigen huis niet meebrengt afkeering van
de wereldeconomie. Een dergelijk streven zou ook!
schade doen aan het streven naar een hooger levens-1
peil.
In dit persbericht vonden we een tweede gedachte
die ons trof. Deze n.l„ dat men aan de gedachten^
omtrent wat na den oorlog dient te gebeuren, thans
nog geen definitieven vorm geven kan. Wat nu ge-j
daan wordt op dit gebied, is oorlogswerk en veel'
daarvan zal, mèt den oorlog, verdwijnen.
Met deze twee gedachten zijn we weer op den;
be.eanen grond.
Ons eigen standpunt was nimmer een ander".
en den aanval op deze wijze heeft ingekleed.
In dit oogenblik ziet hij Juanita, die met een
paar pakjes onder den arm naar haar wagenl
gaat. Juist verliest zij een pakje en het valt op
den doorweekten grond.
Neem mij niet kwalijk, vader. En reeds is
Hans weggerend. Hij hoort juist nog. dat Higgens;
Gertrude een rondgang door de stallen voorstelt.!
Hans heeft haastig het pakje opgeraakt. De'
jonge man kijkt hulpeloos naar het „iets", datj
hij in de hand heeft. Over Juanita's ernstig ge-i
zicht vliegt een lachje. Het is maar een doosje
schoen crème, senor Wenger, troost zij. IB
dank u wel.
Hoe kunt u zooveel pakjes dragen, signoral
Juanita? Mag ik u helpen dragen?
Het lachje is van haar gezicht verdwenen. J
Ik dank u wel. senor Wenger. maar ik heb maan
een paar stappen te doen naar mijn wagen. En.,
u moet voorzichtig zijn.
Zij heeft de laatste vier woorden slechts geJ
fluisterd. Hans kijkt haar onzeker en verrast aanj
En weer dempt zii haar heldere stem iets anestigs
klinkt er in. Heel erg voorzichtig, senor Wen4
ger. Ik kan en durf u niet alles te zeggen. Maan
gisteravond, toen u met mr. Higgens den werk-j
wagen verliet, is daar een man bezig geweest. IB
sliep nog niet en heb het gezien
Wie was het?
Laat u toch niet merken, dat wij over deze
dingen praten, doe alsof wij het over iets on-j
schuldigs hebben. Ik heb hem niet herkend, hijj
bleef in de schaduw. Quito herkende hem ooB
niet. zooals hij mij vanmorgen vertelde.
Quito?
Ik smeek u lacht u hartelijk, doet u alsof i»
u een grap vertel. Wees ervan overtuigd, dat men
ons beloert,. Natuurlijk zag Quito het ook. hij ziet!
altijd alles Maar hii mag niet weten, dat ik hen
u nu vertel. Haar donkere oogen kijken Hans
vleiend aan.
Dan ls het erg moeilijk niet te vragen;
Waarom waarschuwt u mij. waarom zegt u min
dit alles, terwijl u toch niet mag?
(Wordt vervolgd)