Het Huis der gebroken
Harten.
FIETSLICHT
r
PETRIE Co.
Effecten - Coupons
WOENSDAG 30 OCTOBER
1940
HAARLEM'S DAGBLAD'
li N/TtMintirs
HET TOONEEL
GEZELSCHAP „STUDIO".
Een nieuwe Schouwburg te Amsterdam
Amsterdam bezit een nieuwe schouwburgzaal en
dat nog wel in het centrum van het deftige Con
certgebouw-kwartier. „Schouwburgzaal" is mis
schien een wat te weidsche benaming, want het is
de concertzaal van het Muzieklyceum met eenvou
dige middelen tot tooneelzaal getransformeerd.
Voor de Amsterdammers in dit kwartier beteekent
dat in dezen tijd van verduistering een groote winst,
vooral nu deze zaal bespeeld wordt door een klein
exquis gezelschap „Studio" onder leiding van
Albert van Dalsum en Paul Storm.
Welke plaats dit gezelschap onder de Nederland-
sche tooneeltroepen zal innemen, heeft het bewe
zen met een voortreffelijke voorstelling van „Het
Huis eer Gebroken Harten", een nog nooit in ons
land vertoond stuk van Shaw, dat echter al een
kwart eeuw oud is.
In zijn voorrede op dit stuk heeft Shaw geschre
ven, dat wij in „Het Huis der Gebroken Harten"
het overbeschaafde, gemakzuchtige Europa van
voor den wereldoorlog hebben te zien. Dit lijkt mij
echter wat veel verlangd. Shaw begon zijn „Heart
break House'' in 1913 en voltooide het in 1916. Het
lijkt me niet onwaarschijnlijk, dat hij oorspronke
lijk met dit tooneelspel in het geheel geen bijzon
dere „bedoelingen" had, maar onder den indruk
van den wereldoorlog tijdens het schrijven ruimer
perspectieven in zijn stuk zag. Te meer geloof ik
dit, omdat er een opmerkelijk verschil is tusschen
de eerste twee bedrijven en de laatste acte.
Vóór de pauze zitten wij bij kapitein Shotover,
den ouden zeerob, in een allerzonderlingste
bohemien-omgeving, die ons allermnst de gedachte
suggereert, dat wij hier met een niin of meer
symbolisch stuk hebben te doen. „We zijn allemaal
idiotenl" roept op een gegeven moment een der
personen in dit huis uit en wij zijn het nu en dan
met hem eens. Het moge in de lijn van Shaw liggen,
dat hij in de menschen van vóór den wereldoorlog
misschien ook nu nog 'n stel idioten ziet,
hi; kan het ons moeilijk kwalijk nemen, als wij de
personen in „Het Huis der gebroken Harten" met
geheel au serieux nemen en in deze bohemien-
familie onmogelijk een afspiegeling van het gewone
menschdom kunnen zien.
Zijn stuk geeft zooals zoo dikwijls bij Shaw
een mengeling van ernst en spot en dit twee
slachtige in zijn werk maakt, dat de ernst zoo wei
nig indruk op ons maaakt. De eenige van alle
personen, die eigenlijk een mensch voor ons is, is
Elly Dunn, het meisje, dat om haar vader te
helpen met den schatrijken chevalier d' industrie
Mangan wil trouwen, ondanks, dat haar „hart
gebroken" is door een niet beantwoorde liefde van
een romantisch fantast en tenslotte haar steun
vindt bij de ouden kapitein Shotover, die wel een
zonderling is, maar tenminste een hart heeft. Alle
anderen blijven min of meer schimmen voor ons
en zijn zuiver producten van Shaw' s spottend
intellect. Zelfs Hessione Suja, een der dochters van
Shotover, ook een der „gebroken harten", die na
haar teleurstelling in haar huwelijk anderen en
vooral haar jonge vriendin Elly Dunn voor een
dergelijk lot wil behoeden. Wanneer zij voor ons
zal gaan leven, bederft Shaw het weer op eens met
het liedje, dat hij haar met haar man en haar
vader laat zingen en ook later weten wij
ondanks het prachtge spel van Loudi Nyhoff
niet, wat wij aan deze vrouw hebben.
Wat bijvoorbeeld te zeggen van Mangan, den
riiken prots? In het tweede bedrijf spreekt hij tot
Elly Dunn het meisje, dat hij wil trouwen, op
de meeste cynische en afstootende maar den toch
verbluffend 'onrechte wijze over zijn manier van
geld verdienen. Het is Shaw's haat en verachting
voor dergelijke wezens, die hierin tot uiting komt.
Maar in het volgend bedrijf beklaagt diezelfde
Mangan zich. dat de vrouwen in het huis van
Shotover met zulk een openhartigheid en zonder
schaamtegevoel zich bloot geven, iets dat hij zelf
op een zoo ontstellende wijze heeft gedaan. Deze
Mangan staat o.a. in II op den rand van de
klucht, en zoo doet ook kapitein Shotover tijdens
het eerste bedrijf, waardoor zijn verandering in II
en III ons vrij onverklaarbaar blijft.
De laatste acte heeft Shaw waarschijnlijk in 1916
dus tijdens den wereldoorlog geschreven, en
hij komt daarin tot zijn vergelijking tusschen het
„Huis met de gebroken Harten" en het door lucht
aanvallen met ondergang bedreigde Europa uit
dien tijd. Maar daarmee wordt het ook een „ge
broken stuk". Want dan op eens gaan zijn personen,
wanneer Shaw dit noodig oordeelt, orakeltaal spre
ken en worden zij symbolische figuren. Maar zij
missen er de zoo noodige eigenschappen voor en
wij gelooven er niet in. Dat slot doet erg geforceerd
er. door het onverwachte want wij hadden met
geen woord nog van oorlog of bedreiging gehoord
min of meer melodramatisch aan.
Neen, „Het Huis der gebroken Harten" kunnen
wij onmogelijk tot de sterke stukken van Shaw
rekenen. Het is te hybridisch en cerebraal Maar
het boeide toch door de voortreffelijke voorstelling,
welke Studio er van gaf, een opvoering, die
prachtig individueel spel en geen zwakke plekken
liet zien. Van dit nieuwe gezelschap is het een zeer
geslaagd debuut.
Van Dalsum die de regie had liet in een
vast décor spelen, de eenige mogelijkheid trouwens,
welke het gebouw hem bood. Bij dit stuk was de
boogvormige bovenbouw van de zaal hem een
steun, omdat deze uitstekend paste bij het huis van
den zeekapitein en den indruk gaf van een kajuit.
De spelers bevinden zich in dit Muzieklyceum
dichter bij het publiek dan in een gewoon theater,
zij spelen min of meer in de zaal, wat aan het spel
hooge eischen stelt, omdat wij er als het ware met
onzen neus vlak op zi'tten en dus niets verborgen
blijft. Bij een zoo goede voorstelling hinderde dit
echter niet.
Het spel van allen zonder uitzondering stond op
een hoog peil. Van Dalsum zelf speelde als kapi
tein Shotover een zyner mooiste rollen. Je rook den
zeewind aan dezen ouden zeerob met zijn markan
ten, verweerden kop en hij was bij al zijn zoo
geestig gespeelde zonderlinge grilligheid in zijn
gesprek met Elly Dunn een der beste tooneelen
uit dit stuk van een werkelijk ontroerende in
nigheid. Naast hem noem ik Loudi Nyhoff als Hes
sione Suja. Het was een vreugde mevrouw Nyhoff
na een jaar van afwezigheid weer op het too-
necl te zien. Iets stralends ging er uit van deze
vrouw en dat Hessione als figuur vaag voor ons
bleef, kwam waarlijk niet door haar tintelend, vrou
welijk spel.
Tatia Wyma vervulde als Elly Dunn de belofte,
die zij met het meisje in De Vrouw in haar Bloei
had gewekt. Zij speelde deze zeer moeilijke rol met
zuiver begrip, jong. ernstig en gevoelig. Voortreffe
lijk vooral was zij in haar koude houding tegen
over Mangan en het groote tooneel met Hessione
in II werd door Loudi Nyhoff en Tatia Wyma opge
voerd tot een prachtig in elkaar sluitend geheel van
spel en tegenspel.
Nell Knoop gaf zoowel het vinnige als het ko
kette in de figuur van Lady Ariadne Uterword
liecl knap. Deze begaafde actrice was al te lang de
gelegenheid onthouden haar niet gering talent te
toonen.
üc ruim 80-jarige Marie van Westerhoven speel-
de weer één van die oude, getrouwe gedienstigen,
waarvan zij het geheim alleen kent.
Wat knappe, strenge regie vermag zagen wij voor
al aan Constant van Kerckhoven en Fred Sterne-
berg. die zich zelf als Mangan en Randell overtrof
fen. Wat minder luidruchtige uitbundigheid zou de
rol van Mangan vooral in III nog ten goede
komen. Paul Storm wist relief te geven aan den
romantïschen fantast en vrouwenveroveraar van
wien hij een zuidelijk type maakte en Jo Stern-
heim lag de rol van den zachten „weltfremden"
Mazzini Dunn zeer goed.
Een voorstelling, die vooral qua spel dus
zeer veel te genieten bood.
J. B. SCHUIL
MUZIEK.
Haarlemsche Orkestvereeniging.
Kort geleden hebben we op Zondagnamiddag een
concert der Haarlemsche Bachvereeniging en nu op
Dinsdagavond een volksconcert der H.O.V. gehad.
Een omwenteling dus in den meest letterlijken zin;
zoo een van 180 graden, waardoor alles precies
tegenovergesteld komt te staan.
De verschijnselen eerer „Umwertung" waren ook
waar te nemen bij een deel der Dinsdagavond uit
gevoerde werken, en wel voor zoover die voor zang
en orkest betreft. De orkestrale omlijsting waarin
we die composities van Antonio Caldara, Leonardo
Leo en Joseph Haydn te hooren kregen was zeker
niet gelijk aan het oorspronkelijke, zeer sober ge
houden kader. Daar was een hoeveelheid instru
menten, vooral blaasinstrumenten, aan toegevoegd,
die deze werken een haast modern uiterlijk gaf.
Bij die toevoeging was het niet eens gebleven, im
mers al die instrumenten moesten toch ook, ieder
naar zijn aard, wat te doen hebben; en dus hadden
de 19de eeuwsche bewerkers zich genoopt gevoeld
om de begeleidingen met allerlei contrapunteerende
stemmen op te sieren. We kunnen nu daar laten,
of dit noodig was, ten einde die werken voor latere
geslachten genietbaar te maken. Elke tijd heeft zijn
eigen opvattingen, zijn eigen kijk op de dingen.
Maar het ware toch zeker rechtvaardig geweest,
om op het programma te vermelden, dat het be
werkingen waren. En dan was er nog iets, iets dat
nog zwaarder weegt en dat direct tot een ernstige
vraag leidt: is de rijkdom, ja overladenheid van
zulke toevoegingen te billijken, wanneer die de
zangstem in het gedrang brengen?
Dit laatste was nu ongetwijfeld het geval. Vooral
bij de Aria uit „La Clemenza di Tito" van Leo
zooals men weet heeft ook Mozart een opera van
dien naam gecomponeerd leidde het drukke ge
doe der orkestinstrumenten de aandacht van de
zangstem af. Maar ook elders kon de altstem van
Riek Hippe Tendeloo vaak riet tegen het orkest op.
Die stem toonde wel een mooi timbre, maar niet
voldoende kracht en expansie voor een groote
ruimte. Het leek ons alsof een onvoldoende resonans
belemmerend werkte, zoodat het geluid niet ten
volle naar buiten kwam en de in de vertolking van
Haydn's omvangrijke Aria „Ariadne auw Naxos"
voorzeker aanwezige dramatische uitdrukking niet
geheel tot haar recht kwam. Wellicht waren er ook
psychische factoren, die belemmerend werkten, al
thans bij haar eerste voordracht, die van Caldara's
„Sebben crudele", want hier was de stabiliteit der
toonvorming veel mirder dan bij haar verdere ver
tolkingen. De goede kwaliteiten, w.o. ook de zui
verheid der intonaties, gaven recht op waardee
ring, en die gewerd der zangeres dan ook.
Het orkest scheen ons dezen avond niet zoo goed
gedisponeerd als we 't vaak op andere concerten
hoorden. De onderlinge zuiverheid en de duidelijk
heid der bewegelijke figuren lieten vaak te wen-
schen over: niet alleen in de begeleidingen der
zangnummers, maar ook in de Symphonie ro. 101
(„Die Uhr") van Haydn en in Liszt's „Les Prélu
des". Hoe dat soms zoo komt is niet na te gaan.
Marinus Adam dirigeerde met den goeden smaak
en den „Schwung", die we van hem gewend zijn;
aan hem lag het dus niet. Individueel te prijzen
vooral het spel van den eersten hoboïst, dat
herinneringen aan de speelwijze van Jaap Stotijn
opriep.
K. DE JONG.
ORGELBESPELING.
Er wordt een orgelbespeling in de Groote- of St.
Bavokerk te Haarlem gegeven op Donderdag 31
October 1940 des namiddags van 34 uur, door den
heer George Robert.
Het programma vermeldt:
1. Koraalvoorspel: „Ein feste Burg ist unser Gott"
J. S. Bach.
2. Canzona con Fugato G. Ramin
3. Choral II H. Andriessen
4. Prélude, Fugue et Variation C. Franck
5. Cantique E. Elgar
6. Fantasie over het koraal „Een vaste Burg is
onze God" Cor Kant
1
LET OP HET. MERK ROTODYN
Verkrijgbaar bij den Erkehdèn
Rijwielhandel.
Ced. Oude Gracht 82, Haarlem
LIPS' SAFE-INRICHTING
(Adv Ingez. Med.)
h. o. v.
Het eerste concert van de Vrijdagavondserie.
Vrijdagavond a.s. om 7 uur geeft de Haarlemsche
Orkest Vereeniging onder leiding van Marinus
Adam haar eerste concert van de Vrijdagavond-
Serie.
Voor dit concert is de medewerking verkregen van
den jongen, talentvollen violist Herman Krebbers,
die onlangs benoemd is als Concertmeester bij de
Arnhemsehe Orkest Vereeniging. Voor dezen 17-
jarigen kunstenaar voorwaar een zeer belangrijke
functie. In den afgeloopen zomer speelde Krebbers
in Haarlem het concert van Paganini waarmede hij
zeer veel succes verwierf.
Het programma is geheel gewijd aan werken van
Peter S. Tschaikowsky wiens* geboortejaar her
dacht wordt: hij werd in 1840 geboren.
Herman Krebbers speelt het beroemde vioolcon
cert voor de pauze, terwijl na de pauze het Orkest
de 4de Symphonie in f kl. terts ten gehoore zal
brengen.
Door het vroege beginuur zullen de concertbe
zoekers in de gelegenheid zijn, per autobus huis
waarts te gaan.
40-JARIG JUBILEUM.
Maandag, 4 November a.s., zal het veertig jaar ge
leden zijn, dat H. de Boer wonende Graaf Willem
straat no. 24 bij de firma J. D. Boerkoel en Zoon.
hoveniers, in dienst trad.
Gedurende al die jaren heeft hij met toewijding
en trouwe plichtsbetrachting zijn werk mogen doen.
Het zal voor den jubilaris een belangrijke dag
zijn.
W
(Adv. Ingez. Med.)
Haarlemsche industrieën
in dezen tijd
Toestand over het
algemeen niet
onbevredigend
In ons nummer van Dinsdag hebben wij reeds
medegedeeld met welke moeilijkheden eenige Haar
lemsche bedrijven in dezen tijd te kampen hebben
en hoe die moeilij"kheden worden opgelost.
Zoo is men bij de Haarlemsche Machinefabriek
niet ontevreden. Weliswaar is de materieelpositie
natuurlijk onzeker, doch men heeft toezegging ge
kregen dat men in het October-contingent is opge
nomen. Het grootste deel van het personeel werkt
dan ook nog 48 uur. Er is nog geen sprake van, dat
er werklieden op wachtgeld gesteld zullen worden.
Bij de Haarlemsche Overhemdenindustrie N.V.
doet zich de moeilijkheid voor, dat de aanvoer van
materialen zeer beperkt is geworden. Over een pe
riode van vier weken mag men nu 6 pCt. van de
materialen, die men in het geheele jaar 1939 ge
bruikt heeft, verwerken. Indien dit zoo blijft
voor elke periode wordt het percentage opnieuw
vastgesteld zou dit dus neerkomen op een ver
bruik van materialen van 78 pCt. vergeleken bij
het vorige jaar. Op het oogenblik werkt men in de
fabriek, mede in verband met de verduistering, 36
uur per week. Er is groote vraag naar de fabrieks-
producten. De fabriek mag aan de vaste afnemers
(winkeliers) leveren.
Teneinde de Rotterdamsche winkeliers te helpen
mag men aan hen ook leveren indien ze vroeger
niet tot de vaste afnemers behoorden. Voor de eer
ste maanden is de grondstoffenpositie zeer zeker
nog verzekerd.
De Haarlemsche Scheepsbouw Maatschappij werkt
gewoon door. Er zijn thans ruim 200 werklieden aan
den slag en er is geen reden te veronderstellen dat
hierin binnenkort verandering zal komen. Er is geen
gebrek aan werk al brengt ook de materiaalvoorzie
ning speciale moeilijkheden mee, moeilijkheden
waaraan echter nog steeds het hoofd kan worden
geboden.
Ook bij de Werf Conrad N.V. ondervindt men bij
den aanvoer van materialen moeilijkheden. Over
gebrek aan orders heeft men daarentegen niet te
klagen, zoodat ongeveer 300 arbeiders in 36-urige
werkweek in het bedrijf werkzaam zijn. De groot
ste moeilijkheden betreffen dus den aanvoer van
materialen doch men heeft geen reden om aan tp
nemen, dat hierin binnenkort geen verbetering zou
komen. Pessimistisch is men dus geenszins.
Een der grootste Haarlemsche Grafische in
dustrieën deelde ons mede, dat de zaak zeer goed
loopt en ruimschoots van nieuwe opdrachten is
voorzien. Het bedrijf werkt dan ook normaal door.
De voornaamste grondstoffen moeten betrokken
worden van de rijksbureaux, waardoor een zoo
rechtvaardig mogelijke verdeeling wordt verkregen.
Er zijn ongetwijfeld vele extra-moeilijkheden en
nieuwe problemen die men eiken dag op moet lossen,
maar onoverkomelijk zijn ze geenszins. Over een
korteren werktijd is dan ook nog niet gedacht.
Een Slowaakschc militaire delegatie bracht dezer dagen op uitnoodiging van de
Duitscke autoriteiten een bezoek aan de slagvelden in Belgic en Noord-Frankrijk.
(Foto Weltbild.)
De Japansche generaal Nishihara onderteekent
de Fransch-Japansche overeenkomst inzake
Indo-China.
(Foto Weltbild.)
De belangstelling van
Ir. J. E. F. de Kok voor de athletiek.
In verband met het overlijden alsmede ter nage
dachtenis van wijlen ir. J. E. F. de Kok, in leven
directeur-generaal van de N.V. Petroleum Maat
schappij te 's-Gravenhage, ontvingen wij van den
voorzitter van de N.A.U. het volgende schrijven
Het zal weinigen bekend zijn, dat ir. De Kok zijn
hart verpand had naast het vliegen aan de athle
tiek. Met intense nooit verflauwde belangstelling
olgde hij de prestaties van onze beste athleten. In
1937 had de. N.A.U. moeilijkheden om een groote
ploeg Nederlandsche athleten naar Zweden en
Denemarken te zenden, teneinde te Stockholm een
revanchelandenwedstrijd te houden en op den te
rugweg nog Kopenhagen aan te doen. De heer De
Kok achtte deze buitenlandsche reizen vlagvertoon
van de allerbeste soort. Hij zorgde ervoor dat ook
zijn maatschappij en zijn vele vrienden en kennissen
deze opvatting propageerden en steunden.
In 1938 volgden de Europeesche heerenkampioen
schappen te Parijs en. de Europeesche dameskam
pioenschappen te Weenen. Ir. De Kok achtte de
uitzending van een groote en ter dege getrainde
ploeg van groot belang. Met zijn hulp geschiedde
dit ook en een telegram in Parijs toonde, hoezeer
hij met ons meeleefde en hoe hij zich verheugde
met de overwinningen op de 100 en 200 meter van
Tinus Osendarp.
In Augustus 1939 besprak hij de mogelijkheden
voor de grootste uitzending van athleten, die ooit
naar AAA-kampioenschappen te Londen waren
uitgezonden. Wederom zorgde ook hij en zijn
jroote kennissenkring ervoor, dat 23 athleten naar
Londen afreisden.
Hij deelde onze triomfen en onze verliezen als een
sportvriend van de beste soort.
In 1939 benoemde de N.A.U. ir. De Kok als eere
lid, een waardige belooning voor een zóó bijzon
dere en spontane belangstelling voor de athle
tiek.
Voor de N.A.U. is het overlijden van ir. De Kok
een groote slag, niet zoozeer om het gemis van zijr
financieelen steun, maar wel om de vereerende en
stimuleerende interesse, die van zijn geheele, bij
zondere persoonlijkheden naar ons uitging.
Utrecht's financieele positie slecht.
UTRECHT, 29 October. De oorlogstoestand
heeft de financieele positie van Utrecht ongunstig
beïnvloed. De begrooting, welke B. en W. den raad
thans hebben aangeboden, geeft hiervan een over
zichtelijk beeld.
Men heeft dit jaar niet het noodige evenwicht tus
schen inkomsten en uitgaven kunnen verkrijgen.
Zoodoende sloot de begrooting met een tekort van
861.112.Dit tekort zou nog grooter geweest zijn
wanneer men geen gebruik had gemaakt van het
batig saldo ovei 1939, zijnde 206.146.
B. en W. doen den raad het voorstel het aantal
opcenten op de hootasom der personeele belasting te
brengen van 175 op 200, waaruit een verhoogde op
brengst van 140.000 wordt geraamd en het tekort
wordt verminderd tot 721.112.welk bedrag on
gedekt blijft. Uit de nota van aanbieding blijkt ver
der, dat verscheidene posten belangrijk hooger zijn
geraamd, terwijl andere aanzienlijk konden oorden
verlaagd. Vergeleken met 1940 is de oost, uitge
trokken voor de politie, met 70.000 verhoogd, ter
wijl die voor de luchtbescherming met f 45.000.
omhoog is gegaan. Daar staat tegenover dat de uit
gaven van de gemeentebedrijven zes ton lager wor
den geraamd, o.a. in verband met de verduistering,
waardoor de kosten voor de openbare verlichting
aanzienlijk lager kwamen te liggen. De kosten voor
Maatschappelijk Hulpbetoon zijn 248.000 lager ge
raamd.
Utrecht is dit jaar voor het eerst zijn financieele
zelfstandigheid kwijt doch behoort nog niet tot de
noodlijdende gemeenten. In hoeverre net rijk de
ongedekte begrooting zal dekken is voorshands nog
niet bekend.
Hockey
COMPETITIE-STANDEN.
Eerste klasse.
H. D. M.
Hilversum
B. M. H. C.
T. G. O.
Gooi
H H. Y. C.
Amsterdam
H O. C.
gesp. gew. gel. verl. pnt. v.-t.
4 4 0 0 8 16— 4
4 3 0 1 6 7-
4 2 1 1 5 7—7
8—10
3—
Promotie-klasse A.
gesp. gew. gel. verl. punt. v.-t.
Delftsche Stud. 4 3 0
Strawberries 4 3 0
S. O. S. 4 2 0
B M. H. C. 2 4 2 0
Victoria 4 2 0
H. D. M. 2 4 2 0
Leiden 4 10
Zandvoort 4 10
6 15— 2
1 6 12—
2 4 9—
2 4 8—
2 4 6—
2 4 7—
3 2 4—
3 2 2—15
De achteruitgang van de
wielersport.
Schuld ligt bij de betrokkenen zelf.
De opheffing van verschillende wielerbanen
in den lande getuigt niet van een bloeiend bestaan
van de wielersport. Vooral in sportkringen heeft
men herhaaldelijk getracht hierin eenige verbetering
te brengen, doch tot op heden nog zonder het
gewenschte resultaat. De leidende figuren zelf zijn
het in de lijn, die gevolgd moet worden, nog niet
eens, zoodat het vraagstuk op zichzelf reeds moei
lijk, voor een goede oplossing nog grootere moei
lijkheden oplevert. Vooreerst zal men het immers
eens dienen te zijn ten aanzien van de lijn, welke
gevolgd moet worden. Ten aanzien van dit probleem
hebben wij de meening gevraagd van den secretaris
van de Nederlandsche Wielren Unie, die de volgen
de richtlijnen aangaf om naar zijn oordeel te komen
tot de gewenschte opleving van deze eertijds zoo
buitengewoon populaire sport.
Het vraagstuk is lang niet nieuw meer, want jaren
geleden, aldus onze zegsman, heb ik reeds herhaal
delijk deze kwestie aangeroerd om op deze wijze
te trachten de banen in de provincieplaatsen zoo
mede de kleine banen in de groote steden in het
leven te houden en rendabel te maken. Gaarne wil
ik op het oogenblik nog eens mijn meening uiteen
zetten.
Men moet hierbij vooropstellen, dat iedere wieler
baan en dit geldt vooral voor banen in de provincie
plaatselijke favorieten dient te hebben hetgeen
stimuleerend werkt op de belangstelling van de
zijde van het plaatselijk publiek. Nu is het lang
geen gemakkelijk werk dergelijke favorieten te
kweeken. Daarvoor zijn evenwel de plaatselijke
wierelclubs aangewezen. Een goede samenwerking
dus tusschen de baanexploitanten en de wieler
verenigingen is wel de eerste éisch, die men mag
stellen om te komen aan het noodzakelijke mate
riaal teneinde belangstelling te kweeken en daar
mede de baan rendabel te maken. De N.W.U. moet
dan een vast competitieprogramma samenstellen
zoodat op al die banen in den lande eenzelfde
programma kan worden verreden. De wielerver-
eenigingen moeten hierbij dus hun renners instellen
op het rijden van vaste competitignummers. Zulk
een programma lean bijv. bestaan uit een sprint,
een inhaalwedstrijd voor ploegen zoo mogelijk een
tandemwedstrijd, een individueele tijdrace en een
koppelwedstrijd over 25 K.M.
De clubs kunnen dan elkaar op iedere baan regel
matig ontmoeten, doch vooral niet iedere week
(Zondag) op dezelfde baan. Op die manier kweekt
men plaatselijke supporters voor iedere club en
verdwijnt ook automatisch elke combine. Dit alles
komt vrijwel neer op eenzelfde regeling als geldt
voor de beoefening van het voetbalspel.
Een paar maal in een seizoen kan iedere baan
bovendien nog een zg. groote open wedstrijd
houden met uitsluitend prominenten. Laat verder
iedere baan zich onthouden van zgn. „drie- en zes-
daagsche avondwedstrijden", want daarmede vooral
maakt men de zaak dood.
Laat verder de jonge kijkers van 14 tot 16 jaar
na afloop van het programma ook een wedstrijdje
rijden over op zijn hoogst 10 K.M. en kweek daar
mede bij de jeugd nieuwe belangstelling voor de
wielersport.
De N.W.U. heeft daadwerkelijk reeds getracht
een competitie in het leven te roepen, zooals ik
heb ontwikkeld en wel door het uitschrijven van
het clubkampioenschap van Nederland op de baan
met voorwedstrijden op de provinciale banen. Jam
mer genoeg is dit geen succes geworden, deels
door de geringe samenwerking van clubs en banen,
deels door de concurrentie van de clubs onder
ling.
Banen verdwijnen thans, wielerclubs kwijnen
en al mogen er dan uitzonderingen kunnen worden
aangewezen op dezen regel, den achteruitgang
hebben allen, die hierbij betrokken zijn, bewust of
onbewust zelf bewerkt.
Waterpolo
Hrngplchths.
Zondag hield de H. H. B een onderlingen wed
strijd op witvisch in de Ringvaart tusschen Hille-
gom en Bennebroek.
De prijzen werden gewonnen als volgt:
1. H. Schaap m. d. grootste 24,7 en 16 st.; 2. P.
v. d. Smissen met 10 st.; 3. Schmidt Jongbloed met
st.; 4. W. Boeser met 8 st.; 5. C v. d. Aar met
st.; 6. R. v. d. Aar met 6 st.: 7. L. Rondema met
6 st.: 8. F. Jnnse Kok met 5 st.; 9. G. Houtkamp
met 5 st; 10. J. v. Wijk met 4 st.
DE WINTERCOMPETITIE.
De eerste waterpolowedstrijden van de Haar
lemsche wintercompetitie, die Zondagavond in het
Sportfondsenbad gespeeld werden, gaven enkele
spannende wedstrijden te zien. H.Z.V., de nieuwe
ling in de wintercompetitie, kwam goed voor den
dag, al moesten de Hillegommers tenslotte nog in
D.W.R. 4 de meerdere erkennen. Goed werd er ook
partij gegeven door de H.P.C.-dames in den wed
strijd tegen Haarlem. Mej. C. Kann opende met
een prachtig boogschot de score, maar Haarlem
maakte in de tweede helft gelijk. De reserve ploeg
van de D.W.R.-dames zegevierde over de Velsen-
sche dames met 21.
De grootste overwinning werd geboekt door
Haarlem 1 in den wedstrijd tegen HVGB 1. De
rood-witten speelden zonder doelman ten Cate,
waarvoor Zomer onder de lat lag. Spelende met zes
tegen zeven zagen de HVGB'ers kans door Hoog
land de leiding te nemen. Daarna nam echter Haar
lem het spel in handen en werd het door van
Hemsbergen en Zeeman 51.
In de komende week worden slechts twee wed
strijden gespeeld, t.w. Zaterdag 6.45 uur: Water-
'rappersH.P.C. 4
Dinsdag 7.30 uur: H.V.G.B. 4K.Z.
STF.DENWED STRIJD
HAARLEM—DEN HAAG.
De onlangs uitgestelde stellenwedstrijd Haarlem-
Den Haag, die voor de stedenzwemcompetitie te
Leiden gespeeld zou worden, is vastgesteld op
Maandag 11 November in de „Overdekte" te Lei
den.
De Haarlemsche zeventallen zijn als volgt sa
mengesteld:
Dames: L. Schulte (Haarlem), doel, F. Kann
(HPC), W. Complet (DWR) en G. Kuiper (DWR)
achter. P. var Daatselaar (Haarlem), mevr. v. d.
Booren (DWRï en G. Zieren (DWR) voor.
Heeren: N. Kollerie (DWR) doel, A. J. Braam
'HPC). J. Seubring (DWR) en W. van Groningen
(HPC) achter, P. Swier (VZV), J. Kollerie (DWR)
en F. de Geest (HPC) vóór.
De wedstrijd begint des avonds te 7 uur.
Kynologenclub „Kennemerland".
Nu er door de tijdsomstandigheden dit jaar bijna
geen tentoonstellingen gehouden worden, en er
toch bij eigenaars van rashonden behoefte is hun
hond aan het oordeel van deskundigen op dat ge
bied te onderwerpen, legt de Nederlandsche Kyno-
logie zich in het bijzonder toe op het houden van
Clubmatches.
Voor Haarlem en Omstreken zal de Kynologen-
club „Kennemerland" deze match op Zondagmiddag
3 November 1940 in de bovenzaal can Café-restau
rant Brinkman, Plein organiseeren. Aanvang der
match is 1 uur n.m. precies.
Deelneming aan deze match is opengesteld voor
honden uit Haarlem en Omstreken.
Eigenaars behoeven geen lid van K. C. Kenne
merland te zijn. De honden moeten bij den Raad
van Beheer geregistreerd zijn en den leeftijd van
zes maanden bereikt hebben.
Als keurmeesters zullen optreden:
De heer J. L. J. J. Harms: groote rassen, Wind
honden. Jachthonden, diverse andere rassen en
dameshondjes. De heer F. M. Heerkens Thijssen:
alle Terriers. De heer J Meijer: alle Herdershonden,
Bouviers. Rottweilers en Husky's. De heer L. Pi
Knapen: Boxers.