Het Huis der gebroken Harten. FIETSLICHT r PETRIE Co. Effecten - Coupons WOENSDAG 30 OCTOBER 1940 HAARLEM'S DAGBLAD' li N/TtMintirs HET TOONEEL GEZELSCHAP „STUDIO". Een nieuwe Schouwburg te Amsterdam Amsterdam bezit een nieuwe schouwburgzaal en dat nog wel in het centrum van het deftige Con certgebouw-kwartier. „Schouwburgzaal" is mis schien een wat te weidsche benaming, want het is de concertzaal van het Muzieklyceum met eenvou dige middelen tot tooneelzaal getransformeerd. Voor de Amsterdammers in dit kwartier beteekent dat in dezen tijd van verduistering een groote winst, vooral nu deze zaal bespeeld wordt door een klein exquis gezelschap „Studio" onder leiding van Albert van Dalsum en Paul Storm. Welke plaats dit gezelschap onder de Nederland- sche tooneeltroepen zal innemen, heeft het bewe zen met een voortreffelijke voorstelling van „Het Huis eer Gebroken Harten", een nog nooit in ons land vertoond stuk van Shaw, dat echter al een kwart eeuw oud is. In zijn voorrede op dit stuk heeft Shaw geschre ven, dat wij in „Het Huis der Gebroken Harten" het overbeschaafde, gemakzuchtige Europa van voor den wereldoorlog hebben te zien. Dit lijkt mij echter wat veel verlangd. Shaw begon zijn „Heart break House'' in 1913 en voltooide het in 1916. Het lijkt me niet onwaarschijnlijk, dat hij oorspronke lijk met dit tooneelspel in het geheel geen bijzon dere „bedoelingen" had, maar onder den indruk van den wereldoorlog tijdens het schrijven ruimer perspectieven in zijn stuk zag. Te meer geloof ik dit, omdat er een opmerkelijk verschil is tusschen de eerste twee bedrijven en de laatste acte. Vóór de pauze zitten wij bij kapitein Shotover, den ouden zeerob, in een allerzonderlingste bohemien-omgeving, die ons allermnst de gedachte suggereert, dat wij hier met een niin of meer symbolisch stuk hebben te doen. „We zijn allemaal idiotenl" roept op een gegeven moment een der personen in dit huis uit en wij zijn het nu en dan met hem eens. Het moge in de lijn van Shaw liggen, dat hij in de menschen van vóór den wereldoorlog misschien ook nu nog 'n stel idioten ziet, hi; kan het ons moeilijk kwalijk nemen, als wij de personen in „Het Huis der gebroken Harten" met geheel au serieux nemen en in deze bohemien- familie onmogelijk een afspiegeling van het gewone menschdom kunnen zien. Zijn stuk geeft zooals zoo dikwijls bij Shaw een mengeling van ernst en spot en dit twee slachtige in zijn werk maakt, dat de ernst zoo wei nig indruk op ons maaakt. De eenige van alle personen, die eigenlijk een mensch voor ons is, is Elly Dunn, het meisje, dat om haar vader te helpen met den schatrijken chevalier d' industrie Mangan wil trouwen, ondanks, dat haar „hart gebroken" is door een niet beantwoorde liefde van een romantisch fantast en tenslotte haar steun vindt bij de ouden kapitein Shotover, die wel een zonderling is, maar tenminste een hart heeft. Alle anderen blijven min of meer schimmen voor ons en zijn zuiver producten van Shaw' s spottend intellect. Zelfs Hessione Suja, een der dochters van Shotover, ook een der „gebroken harten", die na haar teleurstelling in haar huwelijk anderen en vooral haar jonge vriendin Elly Dunn voor een dergelijk lot wil behoeden. Wanneer zij voor ons zal gaan leven, bederft Shaw het weer op eens met het liedje, dat hij haar met haar man en haar vader laat zingen en ook later weten wij ondanks het prachtge spel van Loudi Nyhoff niet, wat wij aan deze vrouw hebben. Wat bijvoorbeeld te zeggen van Mangan, den riiken prots? In het tweede bedrijf spreekt hij tot Elly Dunn het meisje, dat hij wil trouwen, op de meeste cynische en afstootende maar den toch verbluffend 'onrechte wijze over zijn manier van geld verdienen. Het is Shaw's haat en verachting voor dergelijke wezens, die hierin tot uiting komt. Maar in het volgend bedrijf beklaagt diezelfde Mangan zich. dat de vrouwen in het huis van Shotover met zulk een openhartigheid en zonder schaamtegevoel zich bloot geven, iets dat hij zelf op een zoo ontstellende wijze heeft gedaan. Deze Mangan staat o.a. in II op den rand van de klucht, en zoo doet ook kapitein Shotover tijdens het eerste bedrijf, waardoor zijn verandering in II en III ons vrij onverklaarbaar blijft. De laatste acte heeft Shaw waarschijnlijk in 1916 dus tijdens den wereldoorlog geschreven, en hij komt daarin tot zijn vergelijking tusschen het „Huis met de gebroken Harten" en het door lucht aanvallen met ondergang bedreigde Europa uit dien tijd. Maar daarmee wordt het ook een „ge broken stuk". Want dan op eens gaan zijn personen, wanneer Shaw dit noodig oordeelt, orakeltaal spre ken en worden zij symbolische figuren. Maar zij missen er de zoo noodige eigenschappen voor en wij gelooven er niet in. Dat slot doet erg geforceerd er. door het onverwachte want wij hadden met geen woord nog van oorlog of bedreiging gehoord min of meer melodramatisch aan. Neen, „Het Huis der gebroken Harten" kunnen wij onmogelijk tot de sterke stukken van Shaw rekenen. Het is te hybridisch en cerebraal Maar het boeide toch door de voortreffelijke voorstelling, welke Studio er van gaf, een opvoering, die prachtig individueel spel en geen zwakke plekken liet zien. Van dit nieuwe gezelschap is het een zeer geslaagd debuut. Van Dalsum die de regie had liet in een vast décor spelen, de eenige mogelijkheid trouwens, welke het gebouw hem bood. Bij dit stuk was de boogvormige bovenbouw van de zaal hem een steun, omdat deze uitstekend paste bij het huis van den zeekapitein en den indruk gaf van een kajuit. De spelers bevinden zich in dit Muzieklyceum dichter bij het publiek dan in een gewoon theater, zij spelen min of meer in de zaal, wat aan het spel hooge eischen stelt, omdat wij er als het ware met onzen neus vlak op zi'tten en dus niets verborgen blijft. Bij een zoo goede voorstelling hinderde dit echter niet. Het spel van allen zonder uitzondering stond op een hoog peil. Van Dalsum zelf speelde als kapi tein Shotover een zyner mooiste rollen. Je rook den zeewind aan dezen ouden zeerob met zijn markan ten, verweerden kop en hij was bij al zijn zoo geestig gespeelde zonderlinge grilligheid in zijn gesprek met Elly Dunn een der beste tooneelen uit dit stuk van een werkelijk ontroerende in nigheid. Naast hem noem ik Loudi Nyhoff als Hes sione Suja. Het was een vreugde mevrouw Nyhoff na een jaar van afwezigheid weer op het too- necl te zien. Iets stralends ging er uit van deze vrouw en dat Hessione als figuur vaag voor ons bleef, kwam waarlijk niet door haar tintelend, vrou welijk spel. Tatia Wyma vervulde als Elly Dunn de belofte, die zij met het meisje in De Vrouw in haar Bloei had gewekt. Zij speelde deze zeer moeilijke rol met zuiver begrip, jong. ernstig en gevoelig. Voortreffe lijk vooral was zij in haar koude houding tegen over Mangan en het groote tooneel met Hessione in II werd door Loudi Nyhoff en Tatia Wyma opge voerd tot een prachtig in elkaar sluitend geheel van spel en tegenspel. Nell Knoop gaf zoowel het vinnige als het ko kette in de figuur van Lady Ariadne Uterword liecl knap. Deze begaafde actrice was al te lang de gelegenheid onthouden haar niet gering talent te toonen. üc ruim 80-jarige Marie van Westerhoven speel- de weer één van die oude, getrouwe gedienstigen, waarvan zij het geheim alleen kent. Wat knappe, strenge regie vermag zagen wij voor al aan Constant van Kerckhoven en Fred Sterne- berg. die zich zelf als Mangan en Randell overtrof fen. Wat minder luidruchtige uitbundigheid zou de rol van Mangan vooral in III nog ten goede komen. Paul Storm wist relief te geven aan den romantïschen fantast en vrouwenveroveraar van wien hij een zuidelijk type maakte en Jo Stern- heim lag de rol van den zachten „weltfremden" Mazzini Dunn zeer goed. Een voorstelling, die vooral qua spel dus zeer veel te genieten bood. J. B. SCHUIL MUZIEK. Haarlemsche Orkestvereeniging. Kort geleden hebben we op Zondagnamiddag een concert der Haarlemsche Bachvereeniging en nu op Dinsdagavond een volksconcert der H.O.V. gehad. Een omwenteling dus in den meest letterlijken zin; zoo een van 180 graden, waardoor alles precies tegenovergesteld komt te staan. De verschijnselen eerer „Umwertung" waren ook waar te nemen bij een deel der Dinsdagavond uit gevoerde werken, en wel voor zoover die voor zang en orkest betreft. De orkestrale omlijsting waarin we die composities van Antonio Caldara, Leonardo Leo en Joseph Haydn te hooren kregen was zeker niet gelijk aan het oorspronkelijke, zeer sober ge houden kader. Daar was een hoeveelheid instru menten, vooral blaasinstrumenten, aan toegevoegd, die deze werken een haast modern uiterlijk gaf. Bij die toevoeging was het niet eens gebleven, im mers al die instrumenten moesten toch ook, ieder naar zijn aard, wat te doen hebben; en dus hadden de 19de eeuwsche bewerkers zich genoopt gevoeld om de begeleidingen met allerlei contrapunteerende stemmen op te sieren. We kunnen nu daar laten, of dit noodig was, ten einde die werken voor latere geslachten genietbaar te maken. Elke tijd heeft zijn eigen opvattingen, zijn eigen kijk op de dingen. Maar het ware toch zeker rechtvaardig geweest, om op het programma te vermelden, dat het be werkingen waren. En dan was er nog iets, iets dat nog zwaarder weegt en dat direct tot een ernstige vraag leidt: is de rijkdom, ja overladenheid van zulke toevoegingen te billijken, wanneer die de zangstem in het gedrang brengen? Dit laatste was nu ongetwijfeld het geval. Vooral bij de Aria uit „La Clemenza di Tito" van Leo zooals men weet heeft ook Mozart een opera van dien naam gecomponeerd leidde het drukke ge doe der orkestinstrumenten de aandacht van de zangstem af. Maar ook elders kon de altstem van Riek Hippe Tendeloo vaak riet tegen het orkest op. Die stem toonde wel een mooi timbre, maar niet voldoende kracht en expansie voor een groote ruimte. Het leek ons alsof een onvoldoende resonans belemmerend werkte, zoodat het geluid niet ten volle naar buiten kwam en de in de vertolking van Haydn's omvangrijke Aria „Ariadne auw Naxos" voorzeker aanwezige dramatische uitdrukking niet geheel tot haar recht kwam. Wellicht waren er ook psychische factoren, die belemmerend werkten, al thans bij haar eerste voordracht, die van Caldara's „Sebben crudele", want hier was de stabiliteit der toonvorming veel mirder dan bij haar verdere ver tolkingen. De goede kwaliteiten, w.o. ook de zui verheid der intonaties, gaven recht op waardee ring, en die gewerd der zangeres dan ook. Het orkest scheen ons dezen avond niet zoo goed gedisponeerd als we 't vaak op andere concerten hoorden. De onderlinge zuiverheid en de duidelijk heid der bewegelijke figuren lieten vaak te wen- schen over: niet alleen in de begeleidingen der zangnummers, maar ook in de Symphonie ro. 101 („Die Uhr") van Haydn en in Liszt's „Les Prélu des". Hoe dat soms zoo komt is niet na te gaan. Marinus Adam dirigeerde met den goeden smaak en den „Schwung", die we van hem gewend zijn; aan hem lag het dus niet. Individueel te prijzen vooral het spel van den eersten hoboïst, dat herinneringen aan de speelwijze van Jaap Stotijn opriep. K. DE JONG. ORGELBESPELING. Er wordt een orgelbespeling in de Groote- of St. Bavokerk te Haarlem gegeven op Donderdag 31 October 1940 des namiddags van 34 uur, door den heer George Robert. Het programma vermeldt: 1. Koraalvoorspel: „Ein feste Burg ist unser Gott" J. S. Bach. 2. Canzona con Fugato G. Ramin 3. Choral II H. Andriessen 4. Prélude, Fugue et Variation C. Franck 5. Cantique E. Elgar 6. Fantasie over het koraal „Een vaste Burg is onze God" Cor Kant 1 LET OP HET. MERK ROTODYN Verkrijgbaar bij den Erkehdèn Rijwielhandel. Ced. Oude Gracht 82, Haarlem LIPS' SAFE-INRICHTING (Adv Ingez. Med.) h. o. v. Het eerste concert van de Vrijdagavondserie. Vrijdagavond a.s. om 7 uur geeft de Haarlemsche Orkest Vereeniging onder leiding van Marinus Adam haar eerste concert van de Vrijdagavond- Serie. Voor dit concert is de medewerking verkregen van den jongen, talentvollen violist Herman Krebbers, die onlangs benoemd is als Concertmeester bij de Arnhemsehe Orkest Vereeniging. Voor dezen 17- jarigen kunstenaar voorwaar een zeer belangrijke functie. In den afgeloopen zomer speelde Krebbers in Haarlem het concert van Paganini waarmede hij zeer veel succes verwierf. Het programma is geheel gewijd aan werken van Peter S. Tschaikowsky wiens* geboortejaar her dacht wordt: hij werd in 1840 geboren. Herman Krebbers speelt het beroemde vioolcon cert voor de pauze, terwijl na de pauze het Orkest de 4de Symphonie in f kl. terts ten gehoore zal brengen. Door het vroege beginuur zullen de concertbe zoekers in de gelegenheid zijn, per autobus huis waarts te gaan. 40-JARIG JUBILEUM. Maandag, 4 November a.s., zal het veertig jaar ge leden zijn, dat H. de Boer wonende Graaf Willem straat no. 24 bij de firma J. D. Boerkoel en Zoon. hoveniers, in dienst trad. Gedurende al die jaren heeft hij met toewijding en trouwe plichtsbetrachting zijn werk mogen doen. Het zal voor den jubilaris een belangrijke dag zijn. W (Adv. Ingez. Med.) Haarlemsche industrieën in dezen tijd Toestand over het algemeen niet onbevredigend In ons nummer van Dinsdag hebben wij reeds medegedeeld met welke moeilijkheden eenige Haar lemsche bedrijven in dezen tijd te kampen hebben en hoe die moeilij"kheden worden opgelost. Zoo is men bij de Haarlemsche Machinefabriek niet ontevreden. Weliswaar is de materieelpositie natuurlijk onzeker, doch men heeft toezegging ge kregen dat men in het October-contingent is opge nomen. Het grootste deel van het personeel werkt dan ook nog 48 uur. Er is nog geen sprake van, dat er werklieden op wachtgeld gesteld zullen worden. Bij de Haarlemsche Overhemdenindustrie N.V. doet zich de moeilijkheid voor, dat de aanvoer van materialen zeer beperkt is geworden. Over een pe riode van vier weken mag men nu 6 pCt. van de materialen, die men in het geheele jaar 1939 ge bruikt heeft, verwerken. Indien dit zoo blijft voor elke periode wordt het percentage opnieuw vastgesteld zou dit dus neerkomen op een ver bruik van materialen van 78 pCt. vergeleken bij het vorige jaar. Op het oogenblik werkt men in de fabriek, mede in verband met de verduistering, 36 uur per week. Er is groote vraag naar de fabrieks- producten. De fabriek mag aan de vaste afnemers (winkeliers) leveren. Teneinde de Rotterdamsche winkeliers te helpen mag men aan hen ook leveren indien ze vroeger niet tot de vaste afnemers behoorden. Voor de eer ste maanden is de grondstoffenpositie zeer zeker nog verzekerd. De Haarlemsche Scheepsbouw Maatschappij werkt gewoon door. Er zijn thans ruim 200 werklieden aan den slag en er is geen reden te veronderstellen dat hierin binnenkort verandering zal komen. Er is geen gebrek aan werk al brengt ook de materiaalvoorzie ning speciale moeilijkheden mee, moeilijkheden waaraan echter nog steeds het hoofd kan worden geboden. Ook bij de Werf Conrad N.V. ondervindt men bij den aanvoer van materialen moeilijkheden. Over gebrek aan orders heeft men daarentegen niet te klagen, zoodat ongeveer 300 arbeiders in 36-urige werkweek in het bedrijf werkzaam zijn. De groot ste moeilijkheden betreffen dus den aanvoer van materialen doch men heeft geen reden om aan tp nemen, dat hierin binnenkort geen verbetering zou komen. Pessimistisch is men dus geenszins. Een der grootste Haarlemsche Grafische in dustrieën deelde ons mede, dat de zaak zeer goed loopt en ruimschoots van nieuwe opdrachten is voorzien. Het bedrijf werkt dan ook normaal door. De voornaamste grondstoffen moeten betrokken worden van de rijksbureaux, waardoor een zoo rechtvaardig mogelijke verdeeling wordt verkregen. Er zijn ongetwijfeld vele extra-moeilijkheden en nieuwe problemen die men eiken dag op moet lossen, maar onoverkomelijk zijn ze geenszins. Over een korteren werktijd is dan ook nog niet gedacht. Een Slowaakschc militaire delegatie bracht dezer dagen op uitnoodiging van de Duitscke autoriteiten een bezoek aan de slagvelden in Belgic en Noord-Frankrijk. (Foto Weltbild.) De Japansche generaal Nishihara onderteekent de Fransch-Japansche overeenkomst inzake Indo-China. (Foto Weltbild.) De belangstelling van Ir. J. E. F. de Kok voor de athletiek. In verband met het overlijden alsmede ter nage dachtenis van wijlen ir. J. E. F. de Kok, in leven directeur-generaal van de N.V. Petroleum Maat schappij te 's-Gravenhage, ontvingen wij van den voorzitter van de N.A.U. het volgende schrijven Het zal weinigen bekend zijn, dat ir. De Kok zijn hart verpand had naast het vliegen aan de athle tiek. Met intense nooit verflauwde belangstelling olgde hij de prestaties van onze beste athleten. In 1937 had de. N.A.U. moeilijkheden om een groote ploeg Nederlandsche athleten naar Zweden en Denemarken te zenden, teneinde te Stockholm een revanchelandenwedstrijd te houden en op den te rugweg nog Kopenhagen aan te doen. De heer De Kok achtte deze buitenlandsche reizen vlagvertoon van de allerbeste soort. Hij zorgde ervoor dat ook zijn maatschappij en zijn vele vrienden en kennissen deze opvatting propageerden en steunden. In 1938 volgden de Europeesche heerenkampioen schappen te Parijs en. de Europeesche dameskam pioenschappen te Weenen. Ir. De Kok achtte de uitzending van een groote en ter dege getrainde ploeg van groot belang. Met zijn hulp geschiedde dit ook en een telegram in Parijs toonde, hoezeer hij met ons meeleefde en hoe hij zich verheugde met de overwinningen op de 100 en 200 meter van Tinus Osendarp. In Augustus 1939 besprak hij de mogelijkheden voor de grootste uitzending van athleten, die ooit naar AAA-kampioenschappen te Londen waren uitgezonden. Wederom zorgde ook hij en zijn jroote kennissenkring ervoor, dat 23 athleten naar Londen afreisden. Hij deelde onze triomfen en onze verliezen als een sportvriend van de beste soort. In 1939 benoemde de N.A.U. ir. De Kok als eere lid, een waardige belooning voor een zóó bijzon dere en spontane belangstelling voor de athle tiek. Voor de N.A.U. is het overlijden van ir. De Kok een groote slag, niet zoozeer om het gemis van zijr financieelen steun, maar wel om de vereerende en stimuleerende interesse, die van zijn geheele, bij zondere persoonlijkheden naar ons uitging. Utrecht's financieele positie slecht. UTRECHT, 29 October. De oorlogstoestand heeft de financieele positie van Utrecht ongunstig beïnvloed. De begrooting, welke B. en W. den raad thans hebben aangeboden, geeft hiervan een over zichtelijk beeld. Men heeft dit jaar niet het noodige evenwicht tus schen inkomsten en uitgaven kunnen verkrijgen. Zoodoende sloot de begrooting met een tekort van 861.112.Dit tekort zou nog grooter geweest zijn wanneer men geen gebruik had gemaakt van het batig saldo ovei 1939, zijnde 206.146. B. en W. doen den raad het voorstel het aantal opcenten op de hootasom der personeele belasting te brengen van 175 op 200, waaruit een verhoogde op brengst van 140.000 wordt geraamd en het tekort wordt verminderd tot 721.112.welk bedrag on gedekt blijft. Uit de nota van aanbieding blijkt ver der, dat verscheidene posten belangrijk hooger zijn geraamd, terwijl andere aanzienlijk konden oorden verlaagd. Vergeleken met 1940 is de oost, uitge trokken voor de politie, met 70.000 verhoogd, ter wijl die voor de luchtbescherming met f 45.000. omhoog is gegaan. Daar staat tegenover dat de uit gaven van de gemeentebedrijven zes ton lager wor den geraamd, o.a. in verband met de verduistering, waardoor de kosten voor de openbare verlichting aanzienlijk lager kwamen te liggen. De kosten voor Maatschappelijk Hulpbetoon zijn 248.000 lager ge raamd. Utrecht is dit jaar voor het eerst zijn financieele zelfstandigheid kwijt doch behoort nog niet tot de noodlijdende gemeenten. In hoeverre net rijk de ongedekte begrooting zal dekken is voorshands nog niet bekend. Hockey COMPETITIE-STANDEN. Eerste klasse. H. D. M. Hilversum B. M. H. C. T. G. O. Gooi H H. Y. C. Amsterdam H O. C. gesp. gew. gel. verl. pnt. v.-t. 4 4 0 0 8 16— 4 4 3 0 1 6 7- 4 2 1 1 5 7—7 8—10 3— Promotie-klasse A. gesp. gew. gel. verl. punt. v.-t. Delftsche Stud. 4 3 0 Strawberries 4 3 0 S. O. S. 4 2 0 B M. H. C. 2 4 2 0 Victoria 4 2 0 H. D. M. 2 4 2 0 Leiden 4 10 Zandvoort 4 10 6 15— 2 1 6 12— 2 4 9— 2 4 8— 2 4 6— 2 4 7— 3 2 4— 3 2 2—15 De achteruitgang van de wielersport. Schuld ligt bij de betrokkenen zelf. De opheffing van verschillende wielerbanen in den lande getuigt niet van een bloeiend bestaan van de wielersport. Vooral in sportkringen heeft men herhaaldelijk getracht hierin eenige verbetering te brengen, doch tot op heden nog zonder het gewenschte resultaat. De leidende figuren zelf zijn het in de lijn, die gevolgd moet worden, nog niet eens, zoodat het vraagstuk op zichzelf reeds moei lijk, voor een goede oplossing nog grootere moei lijkheden oplevert. Vooreerst zal men het immers eens dienen te zijn ten aanzien van de lijn, welke gevolgd moet worden. Ten aanzien van dit probleem hebben wij de meening gevraagd van den secretaris van de Nederlandsche Wielren Unie, die de volgen de richtlijnen aangaf om naar zijn oordeel te komen tot de gewenschte opleving van deze eertijds zoo buitengewoon populaire sport. Het vraagstuk is lang niet nieuw meer, want jaren geleden, aldus onze zegsman, heb ik reeds herhaal delijk deze kwestie aangeroerd om op deze wijze te trachten de banen in de provincieplaatsen zoo mede de kleine banen in de groote steden in het leven te houden en rendabel te maken. Gaarne wil ik op het oogenblik nog eens mijn meening uiteen zetten. Men moet hierbij vooropstellen, dat iedere wieler baan en dit geldt vooral voor banen in de provincie plaatselijke favorieten dient te hebben hetgeen stimuleerend werkt op de belangstelling van de zijde van het plaatselijk publiek. Nu is het lang geen gemakkelijk werk dergelijke favorieten te kweeken. Daarvoor zijn evenwel de plaatselijke wierelclubs aangewezen. Een goede samenwerking dus tusschen de baanexploitanten en de wieler verenigingen is wel de eerste éisch, die men mag stellen om te komen aan het noodzakelijke mate riaal teneinde belangstelling te kweeken en daar mede de baan rendabel te maken. De N.W.U. moet dan een vast competitieprogramma samenstellen zoodat op al die banen in den lande eenzelfde programma kan worden verreden. De wielerver- eenigingen moeten hierbij dus hun renners instellen op het rijden van vaste competitignummers. Zulk een programma lean bijv. bestaan uit een sprint, een inhaalwedstrijd voor ploegen zoo mogelijk een tandemwedstrijd, een individueele tijdrace en een koppelwedstrijd over 25 K.M. De clubs kunnen dan elkaar op iedere baan regel matig ontmoeten, doch vooral niet iedere week (Zondag) op dezelfde baan. Op die manier kweekt men plaatselijke supporters voor iedere club en verdwijnt ook automatisch elke combine. Dit alles komt vrijwel neer op eenzelfde regeling als geldt voor de beoefening van het voetbalspel. Een paar maal in een seizoen kan iedere baan bovendien nog een zg. groote open wedstrijd houden met uitsluitend prominenten. Laat verder iedere baan zich onthouden van zgn. „drie- en zes- daagsche avondwedstrijden", want daarmede vooral maakt men de zaak dood. Laat verder de jonge kijkers van 14 tot 16 jaar na afloop van het programma ook een wedstrijdje rijden over op zijn hoogst 10 K.M. en kweek daar mede bij de jeugd nieuwe belangstelling voor de wielersport. De N.W.U. heeft daadwerkelijk reeds getracht een competitie in het leven te roepen, zooals ik heb ontwikkeld en wel door het uitschrijven van het clubkampioenschap van Nederland op de baan met voorwedstrijden op de provinciale banen. Jam mer genoeg is dit geen succes geworden, deels door de geringe samenwerking van clubs en banen, deels door de concurrentie van de clubs onder ling. Banen verdwijnen thans, wielerclubs kwijnen en al mogen er dan uitzonderingen kunnen worden aangewezen op dezen regel, den achteruitgang hebben allen, die hierbij betrokken zijn, bewust of onbewust zelf bewerkt. Waterpolo Hrngplchths. Zondag hield de H. H. B een onderlingen wed strijd op witvisch in de Ringvaart tusschen Hille- gom en Bennebroek. De prijzen werden gewonnen als volgt: 1. H. Schaap m. d. grootste 24,7 en 16 st.; 2. P. v. d. Smissen met 10 st.; 3. Schmidt Jongbloed met st.; 4. W. Boeser met 8 st.; 5. C v. d. Aar met st.; 6. R. v. d. Aar met 6 st.: 7. L. Rondema met 6 st.: 8. F. Jnnse Kok met 5 st.; 9. G. Houtkamp met 5 st; 10. J. v. Wijk met 4 st. DE WINTERCOMPETITIE. De eerste waterpolowedstrijden van de Haar lemsche wintercompetitie, die Zondagavond in het Sportfondsenbad gespeeld werden, gaven enkele spannende wedstrijden te zien. H.Z.V., de nieuwe ling in de wintercompetitie, kwam goed voor den dag, al moesten de Hillegommers tenslotte nog in D.W.R. 4 de meerdere erkennen. Goed werd er ook partij gegeven door de H.P.C.-dames in den wed strijd tegen Haarlem. Mej. C. Kann opende met een prachtig boogschot de score, maar Haarlem maakte in de tweede helft gelijk. De reserve ploeg van de D.W.R.-dames zegevierde over de Velsen- sche dames met 21. De grootste overwinning werd geboekt door Haarlem 1 in den wedstrijd tegen HVGB 1. De rood-witten speelden zonder doelman ten Cate, waarvoor Zomer onder de lat lag. Spelende met zes tegen zeven zagen de HVGB'ers kans door Hoog land de leiding te nemen. Daarna nam echter Haar lem het spel in handen en werd het door van Hemsbergen en Zeeman 51. In de komende week worden slechts twee wed strijden gespeeld, t.w. Zaterdag 6.45 uur: Water- 'rappersH.P.C. 4 Dinsdag 7.30 uur: H.V.G.B. 4K.Z. STF.DENWED STRIJD HAARLEM—DEN HAAG. De onlangs uitgestelde stellenwedstrijd Haarlem- Den Haag, die voor de stedenzwemcompetitie te Leiden gespeeld zou worden, is vastgesteld op Maandag 11 November in de „Overdekte" te Lei den. De Haarlemsche zeventallen zijn als volgt sa mengesteld: Dames: L. Schulte (Haarlem), doel, F. Kann (HPC), W. Complet (DWR) en G. Kuiper (DWR) achter. P. var Daatselaar (Haarlem), mevr. v. d. Booren (DWRï en G. Zieren (DWR) voor. Heeren: N. Kollerie (DWR) doel, A. J. Braam 'HPC). J. Seubring (DWR) en W. van Groningen (HPC) achter, P. Swier (VZV), J. Kollerie (DWR) en F. de Geest (HPC) vóór. De wedstrijd begint des avonds te 7 uur. Kynologenclub „Kennemerland". Nu er door de tijdsomstandigheden dit jaar bijna geen tentoonstellingen gehouden worden, en er toch bij eigenaars van rashonden behoefte is hun hond aan het oordeel van deskundigen op dat ge bied te onderwerpen, legt de Nederlandsche Kyno- logie zich in het bijzonder toe op het houden van Clubmatches. Voor Haarlem en Omstreken zal de Kynologen- club „Kennemerland" deze match op Zondagmiddag 3 November 1940 in de bovenzaal can Café-restau rant Brinkman, Plein organiseeren. Aanvang der match is 1 uur n.m. precies. Deelneming aan deze match is opengesteld voor honden uit Haarlem en Omstreken. Eigenaars behoeven geen lid van K. C. Kenne merland te zijn. De honden moeten bij den Raad van Beheer geregistreerd zijn en den leeftijd van zes maanden bereikt hebben. Als keurmeesters zullen optreden: De heer J. L. J. J. Harms: groote rassen, Wind honden. Jachthonden, diverse andere rassen en dameshondjes. De heer F. M. Heerkens Thijssen: alle Terriers. De heer J Meijer: alle Herdershonden, Bouviers. Rottweilers en Husky's. De heer L. Pi Knapen: Boxers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 8