De vreemde Erfenis
KORT EN BONDIG.
Nieuwe Uitgaven.
AB'S AVONTUREN
DONDERDAG 7 NOVEMBER 1940
HAARDE M'S D A G B D A D"
'4
Roman van HERBERT STEINMANN.
Bewerkt door
LIZZY VEEN.
(Nadruk verboden)
17)
Het is dus weer niets. Wij sullen er wel nooit
achter komen, wie ons tegenwerkt. Hiermede keert
hij zich om en gaat. Ook Dorothy gaat weg. Maar
voordat zij verdwijnt, fluistert zij den ouden
Wenger nog eenige woorden toe. Vreemde woor
den. Leest u graag rekenkundige boeken?
Dan is zij weg.
De oude Wenger kijkt haar bevreemd na. Blijk
baar is deze vrouw een beetje dwaas. Men kan
haar niet au serieux nemen. Leest tl graag
rekenkundige boeken? Wat is dat voor een idiote
manier om zich uit te drukken? De eenige reken
meester. dien hij kent. is Brouwers. En Brouwers
houdt de boeken bij. Opeens schrikt de oude heer
Dorothy had over bedriegers gesproken. Is dat de
oplossing van het raadsel, waarom het bedrijfs
kapitaal zoo gauw verdwijnt. Maar hij gelooft het
niét. hij zelf is immers hoofdboekhouder en werkt
met Brouwers samen. Woede stiigt in hem op. In
derdaad, er gebeurden zulke dingen. Plotseling
is Wenger zeer kalm. Hij gaat naar de kast. waar
de boeken bewaard worden. Als 't waar is wat
Dorothy heeft gezegd, dan is ook hij, Wenger.
bedrogenHij zit nog laat voor de boeken en past
op. dat niemand hem bij het werk stoort.
Reeds lang is de avondvoorstelling begonnen,
terwijl de oude heer nog steeds onderzoekt, na
rekent en controleert.
Peinzend loopt Gertrude door de ruitergang.
Zoo juist heeft zij haar broer nog bij den ingang
gezien en nu wil zij zelf kijken hoe het van
avond is.
Maar net is nog erger dan anders. Er is bijna
«iemand in de zaal. De enkele toeschouwers die
er zijn lachen meer uit beleefdheid dan van harte
cm de grappen van Bubo.
Hans is ook stil, als altijd staat hij bij het num
mer van Quito en Juanita bij de piste. Ook dat
maakte Gertrude bezorgd. Sedert zij hier in het
circus leeft, heeft zij veel meer menschenkennis
opgedaan dan ooit.
Hans en Juanita. Enfin, Hans die zoo zelfstan
dig is geworden, kan voor zichzelf zorgen. Zij
heeft genoeg met zichzelf te doen. sedert het ge
sprek met Higgens vanmorgen achter de houten
schutting.
Gertrude is intusschen bij den achteringang
van het circus gekomen. Hier heerscht altijd een
zenuwachtige stemming, want van hieruit treden
de artisten op.
Daar zijn de requisieten van Quito ook reeds
opgesteld en door handige mannen naar de ma
nege gedragen. Daar is de schotvrije wand en de
opstand met zijn wirwar van lampen en lampjes.
Als een schot zulk een knopje treft, gaat er een
lampje branden. Dat is dan een fout, want Quito
heeft zich verplioht slechts een bepaald knopje
te treffen.
Als dat gelukt, dan stijgt aan een kleinen mast
een Amerikaansch vlaggetje omhoog. Totnutoe
is dit nog bij iedere voorstelling gebeurd.
En hier is de gewerenstandaard. Daar staat nu
een stalknecht bij en verschikt zorgvuldig de ge
weren. Gertrude staat in gedachten verdiept er
hij toe te zien. Opeens herkent zij den man en
i.voet lachen. Dat is toch de man. die over de
schutting keek en Higgens riep. U bent een
echte spitsboef, lacht zij en tikt hem daarbij op
den schouder. De man keert zich verschrikt om.
Hij zi9t er uit als het vleeschelijke slechte gewe
ten ,Neemt u mij niet kwalijk miss Wenger,
stamelt ijü en kijkt haar met zijn eene oog ver
schrikt aö-n.
Gertrude staart hem boos aan. Zeg eens,
wat wilde u eV-genlijk van mr. Higgens? Mijn vader
had hem in h£t geheel niet geroepen.
De man beheefscht zich, hij zet mechanisch de
geweren in den standaard. Heeft mr. Higgens
zich beklaagd?
Gertrude lacht. Hij heeft gescholden, maar
tenslotte berustte hij in, want mijn vader had
hem juist noodig. Vertel eens, hoe kwam u zoo
kinderachtig?
De man fronst de wenkbrauwen. Weet u miss
Wenger, ik ben in mijn jeugd een grappenmaker
geweest en nu komt er soms nog eens een streek
bij mij boven, neemt u mij niet kwalijk, het zal
niet meer gebeuren.
Gertrude knikte. Het is vergeven.
Eigenlijk weet zij zelf niet, waarom zij zoolang
met den man praat. Misschien heeft zij behoefte
haar eigen zorgen voor een oogenblik te vergeten,
misschien voelt zij dankbaarheid jegens den
man, hij heeft haar immers onbewust uit een
pijnlijke situatie geholpen. Hoe heet u eigen
lijk? vraagt zij den man, die weer bezig is.
De man kijkt haar met zijn eene oog wantrou
wend aan. U wilt mij toch niet bij uw vader
aanbrengen, miss?
Zij lacht. Ik denk er niet aan.
Ik heet Watermiller, geen mooie naam maar
wel een zeldzame.
Gertrude denkt na. Bent u een Zweed?
vraagt zij eindelijk.
Iets gejaagds komt in zijn gezicht. Hij trekt de
schouders op.
U hebt mijn vraag toch wel verstaan, her
haalt Gertrude ongeduldig. Komt u uit Zwe
den?
Ja. maar ik praat daar niet graag over.
Nu. men heeft soms redenen dit niet te doen.
Gertrude meent, dat het toch beter is zich niet
te veel met den man te bemoeien, wie weet wat
er met hem gebeurd is. Ik wil mij niet in uw
geheimen dringen mr. Watermiller, zegt zij in het
Engelsch met de waardigheid van een directeurs
dochter en loopt door.
Het spijt haar, dat zij hoogmoedig moest zijn,
maar de man had den goeden dunk, welken zij
eerst van hem had, geheel weggenomen en zij
besluit in de toekomst voorzichtig met hem te
zijn.
In het circus is Bubo ondertusschen. onder een
schraal applaus, begonnen en Juanita en Quito
komen naar Watermiller toe. Alles in orde,
vraagt de meesterschutter
In orde, zegt Watermiller.
Bubo geeft nog een toegift en intusschen zet
ten de knechts het toestel van Quito op. Dan
geeft de kapelmeester een teeken en de schijn
werpers bestralen het roodfluweelen gordijn. De
meesterschutter treedt met zijn partnerin op. Als
altijd staat Hans bij den ingang toe te kijken.
Sedert den kreet, welke bij de eerste voorstelling
in Lassale opklonk, sedert dien kreet, toen Jua
nita flauw viel, kan Hans een onbehagelijk ge
voel niet meer kwijt raken. Een vermoeden, dat
het mooie meisje met de melancholieke oogen
door een gevaar wordt bedreigd. Hij haalt dan
ook verlicht adem, als het schot naar den glazen
bal is gegaan. Juanita heeft nog enkele kleinig
heden te doen. De knechts hebben den standaard
met den schotvrijen wand en het vlaggemastje
opzijde gezet. Quito houdt een korte toespraak
tot het publiek. Het gaat er om. zoo zegt hij.
onder vele knopjes slechts het eene te treffen,
waardoor de vlag omhoog stijgt. Ik kan het niet
voor u verbergen als ik mis schiet, want dan gaat
er een lampje aan en de vlag blijft beneden. Dit
is echter, hier glijdt een lachje over zijn gezicht
nog nooit gebeurd.
Hij stapt achteruit, de muziek speelt een paar
noten. Hij zet het geweer tegen den schouder,
honderd oogen kijken toe Een schot kraakt.
Quito wordt bleek. Juanita schijnt te wankelen,
zelfs Hans voelt zich onmachtig. Het schot heeft
heel anders geklonken dan gewoonlijk. Nu begint
er ook een schreeuwen en gillen in de toeschou
wersruimte. zoo hard als men van die paar men-
schen zeker niet had verwacht.
Haal je leergeld terug! roept men. Hoepla
voor den meesterschutter. jongens dat kan mijn
baby ook!
De circusmenschen staan verstard. Zij kunnen
hun oogen niet gelooven. Een paar lampjes bran
den op den standaard en de vlag is niet omhoog
gegaan. De meesterschutter heeft voor het eerst,
sedert zijn carrière begon, misgeschoten! Nu ech
ter komt er leven in de circusmenschen, de ka
pel begint met luid geschetter te spelen. Hans
stuurt een aantal clowns in de manege om het
publiek af te leiden. Men ruimt haastig Quito's
requisieten weg. Met hoog opgericht hoofd, den
arm teeder om Juanita's schouder, verlaat Quito
het circus. Een schel gefluit vergezelt hem.
Een minuut later springt Dorothy Keele in de
manege en brengt door haar schoonheid en moed
de toeschouwers weer in vervoering.
Hans Wenger klopt, voor het eerst, aan den
woonwagen van Quito. Deze kijkt hem zwijgend
aan. maar even later gaat hij op zijde. Komt
u binnen.
Hans gaat het trapje op.
Neemt u plaats mijnheer Wenger.
Quito, die nog zijn schutterscostuum draagt,
staat voor den spiegel, zijn gezicht is ernstiger
dan anders.
U zoekt naar een verklaring voor mijn fout,
mr. Wenger, zegt hij rustig en u hebt daar het
recht toe. Maar is het u ook duidelijk wat tevoren
gebeurd is? Zijn doordringende oogen laten den
chef niet los.
Ik weet alleen, dat u mis hebt geschoten,
Quito, en dit is de eerste maal sedert ik u ken.
Hoe het mogelijk is, kunt u alleen weten. Voor ons
allen, voor het circus, beteekent dit een nieuw
schandaal, weldra zal er niemand meer bij ons
komen
Verbi terd kijkt hij den artiest aan en over
diens gezicht glijdt een duister lachje. Ik zou u
in den waan kunnen laten, dat het zoo is. mr.
Wenger. zegt hij. maar er zijn al genoeg tegen
stellingen en partijen in het circus, het komt er
dus niets op aan of ik u nog een nieuw geheim
vertel. Het gaat niet om een fout schot, noch
om een nieuw schandaal. Dit alles zijn maar
bijverschiiningen van deze mislukte misdaad.
Hans Wenger kijkt den artiest verschrikt aan.
Een poging tot moord?
In plaats van antwoord te geven, strekt de
artiest de rechterhand uit en daarin liggen een
paar vervormde metalen stukjes. Gehakt lood,
mr. Wenger. Ik raapte het in de manege onder
mijn standaard op.
Nog steeds begrijpt Hans Wenger het niet.
Gehakt lood, wat moet dat beteekenen?
U weet dat ik voor mijn werk slechts een
bepaald soor' kogels noodig heb en dat mijn ge
weren geladen en in een bepaalde v"1"""*de in
den standaard staan.
Jaen.
.(Wordt vervolgd^.
Onze maaltijden in oorlogstijd.
EXAMENS.
Groote brand te Rosmalen.
Woensdagmiddag werd in de Tuinzaal van het
Gcm. Concertgebouw te Haarlem een zeer druk
bezodhte bijeenkomst gehouden, waar mevr. Ooms-
Vinckers sprak over het onderwerp: „Onze maal
tijden in oorlogstijd".
De bijeenkomst werd geopend door mevr. Van
NispenWely, presidente van het Korps Vrouwe
lijke Vrijwilligers te Haarlem, die het een en an
der vertelde over ontstaan en werken van het K.
V. V., welke arbeid wordt gekenmerkt door de
begrippen „tucht" en „plicht". In de moeilijke
oorlogsdagen en daarna is het korps dag en nacht
in touw geweest. Toen bleek wel hoe tucht en
orde iemand vormen. Een enorm werk leverde de
hulp aan Rotterdam op. En nog steeds is het K.
V. V. in vele opzichten nuttig bezig. Zijn werk is
Zuiver vrouwelijk. Helaas wordt het vrijwillige
werk nog door te veel vrouwen verricht, omdat niet
alle vrouwen vrijwillig haar plicht willen doen.
Het is noodzakelijk dat de vrouw buiten haar gezin
een vrijwillige taak verricht in de gemeenschap.
Daarvoor moet de vrouw haar tijd leeren verdee-
len. Er zijn thans 1300 leden, van wie slechts 300
een vaste kern vormen, die altijd werk hebben. Dit
is een veel te klein aantal.
Hierna sprak mevr. Ooms.
Vooral tegenwoordig, aldus spr.. moeten de maal
tijden ..deugen"; zij moeten alle voedingsstoffen
bevatten, die voor de instandhouding van het
lichaam noodig zijn. In tijden van griep enz. blijkt
wel. dat onze weerstand gering is. En hoevele men
sen en hebben niet een slecht gebit! Onze gewone
maaltijden hebben dus blijkbaar niet zoo erg ge
deugd. Deze tijd leent er zich uitstekend voor, die
maaltijden eens nauwkeurig onder de loupe te
nemen.
Goede voeding moet verscheidenheid hebben. De
rijkdom van onzen Nederlandschen bodem, stelt ons
in staat, aan dezen eisch te voldoen. Groenten en
vruchten kunnen naast elkander worden gesteld.
Wordt de groente op moderne wijze bereid, dan be
hoeft men geen of tenminste niet veel vruchten meer
te eten.
De basis van ons ontbijt is witbrood, maar men
bedenke dat dat brood is samengesteld uit „bloem",
d. w. z.: wat er over is, als uit den graankorrel dc
meest voedende bestanddeelen zijn verwijderd. In
plaats van thee of koffie neme men vooral voor
kinderen, karnemelk, melk of aangelengde melk
poeder. En vervang het wittebrood door bruinbrood
en roggebrood, dit laatste bevat goede voedings
stoffen voor het gebit. En verzuim geen enkelen dag
aardappelen en groente te eten. die zijn heel wat
beter dan meelkost. Liefst bij de lunch nog een
restje aardappelen en groente van den vorigen dag!
Kwark is een zeer goed eiwithoudend voedings
middel, dat men ook zelf maken kan van melk of
karnemelk. Ook hangop kan men op het brood
smeren. Groote gort (niet parelgort) en havermout
(niet gemaakt van den gepletten haverkorrel) zijn
ook uitstekende voedingsmiddelen. En dan is er de
glucosestroop, waarvan men meer noodig heeft dan
van de gewone stroop, maar die veel goedkooper is.
Na de pauze was er gelegenheid voor het stellen
van vragen.
BINNENKORT MAXIMUM-PRIJZEN VOOR
BRANDHOUT.
Naar Het Vaderland verneemt is een regeling
voor de maximum-prijzen voor brandhout in voor
bereiding.
HET BOEKJE „HOE KRIJG IK ZONDER
ONGERIEF DE MEESTE WARMTE UIT MIJN
BRANDSTOF".
De Economische Voorlichtingsdienst deelt ons
mede, dat de vraag naar het boekje „Hoe krijg
ik zonder ongerief de meste warmte uit mijn
brandstof" dermate groot is, dat niet terstond aan
alle aanvrage knan worden voldaan. Verwacht mag
worden, dat begin volgende week de achterstand
tal zijn ingehaald.
De gemeenteraad van Middelburg heeft zich
Woensdagmiddag met algemeene 6temmen ver
een igd met het voorstel van B. en W. om mede te
werken aan de oprichting van de stichting „Her
bouw Middelburg".
Tijdens afwezigheid der bewoners is in een
villa aan den Huïzerstraatweg in de nabijheid van
het zwemstadion, ingebroken. Uit een kamer op de
bovenverdieping werd een trommeltje meegeno
men waarin zich rolletjes met dubbeltjes, kwartjes,
guldens en rijksdaalders bevonden tot een totaal
bedrag van 3500 gulden.
De Hilversumsche gemeenteraad heeft in de
vacature in het college van B. en W., welke ont
staan was door het heengaan van den heer D. Lopes
Dias, tot wethouder benoemd den heer T. van der
Heeg. zulks met op één na algemeene stemmen. De
heer Van der Heeg heeft in de maanden, welke
direct op den oorlog volgden, reeds het tijdelijk
wethouderschap van bedrijven en distributiezaken
bekleed.
Een 54-jariee dame sprong Woensdagavond
rog voor de motorwagen van lijn 25, bij de halte
Waalstraat op de Noorder Amstellaan te Amster
dam tot stilstand was gebracht van de tram, waar
bij zij op het achterhoofd kwam te vallen. Met een
schedelbasisfractuur werd het slachtoffer naar het
N.I.Z. overgebracht, doch tijdens het vervoer is zij
overleden.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Amster
dam, tot arts de heeren D. Moffie (Amsterdam)
en H. Sarlouis (Amsterdam); artsexamen le ge
deelte mej. S. Boeke (Texel).
Geslaagd voor het candidaatsexamen geschie
denis mej. H. van Hoorn en voor het doctoraal ge
schiedenis: de heer H. H. Poederbach.
BENIJDENSWAARDIGE DRANG NAAR
WIJSHEID.
Onder de ingeschrevenen aan de Technische
Hoogeschool te Delft komt in het thans loopende
studiejaar een dame voor, die 76 lentes telt, aldus
meldt de N.R.Crt.
HARALD KREUTZBERG.
Woensdagmiddag te circa half twee brak
brand uit in een woningencomplex, gelegen in
den Kerkenhoek te Rosmalen en bewoond door
drie gezinnen. De inboedel van den heer W Voets
ging nagenoeg geheel in de vlammen op, die van
den daarnaast wonenden Ch. Voets kon gedeelte
lijk worden behouden. Tijdens het bergingswerk
droeg men den bedlegerigen A. Heymans uit de
naastgelegen woning. Door een raam in te slaan,
gelukte het den man naar buiten te brengen. Van
de derde woning kon de inboedel bijna geheel in
veiligheid worden gebracht.
Het geheele complex woningen ging in de vlam
men op. waardoor 19 personen dakloos werden.
De oorzaak van den brand is onbekend. Van de
bewoners was W. Voets niet verzekerd, terwijl Ch.
Voets en A. Heymans slechts laag verzekerd
waren. De omliggende woningen konden door
krachtige bespuiting behouden blijven.
(Foto archief Ernst Krauss).
De wereldvermaarde danser Harald Kreutzberg.
die onder auspiciën van den impersario Ernst
Krauss een reeks dansavonden in ons land zal
geven, zal Woensdag 20 November in den Stads
schouwburg te Haarlem optreden.
EEN GESTOORDE BRUILOFT.
Het verhaal speelt in een kleine gemeente, en
het ls historisch, aldus vertelt het Volksblad.
Klaas, een flinke boerenzoon, had „zinnigheid"
gekregen in Katrien, een fiksche boerendeerne.
En waar de liefde wederkeerig was, volgde weldra
een verloving. De bruiloft kwam in zicht. Het
jonge paar ging naar het gemeentehuis, teeken-
de aan. Op het aanplakbord voor het raadhuis
stond nog denzelfden dag de huwelijksaankon
diging te lezen. Er volgden drukke dagen: be
zoeken. geluk we nschen, trouwkoetsen, distribu-
tiezorgen dat alles eischte zijn tijd, totdat
Totdat de ambtenaar van den Burgerlijken
Stand bij Klaas verscheen: ..Dat trouwen van
jullie gaat niet door, Klaas!" was zijn bood
schap.
„Ehehwaarom niet?" vroeg Klaas,
terdege onthutst.
„Omdat je meisje geen meisje is, maar een
jongen. Zoo staat het in den Burgerlijken Stand
opgeteekend, en de eene man mag niet trouwen
met den anderen man", luidde het alleszins on
verwachte antwoord.
Klaas, die eerst dacht aan een grap. werd al
lengs uit den droom geholpen door den ernst
van den ambtenaar. Hij liet zich toonen, hoe bij
de inschrijving van Katrien d'r geboorte de
ambtenaar in de kolom „geslacht" een abuis had
gemaakt.
Het feest is nu afbesteld. Een ambtenaarlijke
fout is vooralsnog een hinderpaal op het levens
pad van twee jonge menschenMaar het le
ven pleegt het te winnen van ambtenaarlijke
vergissingen. Gelukkig maar!
Erika onder de loupe in het Biologisch Station te Wyster. waar talrijke planten- en diersoorten
reeds ontdekt en beschreven zijn. (Foto Pax-Holland).
Den Vaderlant Ghetrouwe. Uitgave H. D.
Tjeenk Willink en Zoon N.V. Haarlem.
De hierboven genoemde brochure bevat drie rede
voeringen, Vvelke aanvankelijk zouden worden uit
gesproken op een op 14 September j.l. te Am
sterdam te houden bijeenkomst, welke bijeenkomst
bestemd wasc voor allen, die zich gezamenlijk
wilden bezinnen op den inhoud van het Nederlan
derschap. Dc drie sprekers daar zouden zijn dr.
H. B. Wiardi Beekman,, prof. mr. B. M. Telders en
prof. mr. Paul Seholten. Toen in verband met de
nieuwe algemeene bepalingen inzake openbare bij
eenkomsten de vergadering niet overeenkomstig
den opzet kon worden gehouden, is besloten de niet-
uitgesproken redevoeringen in druk te doen ver
schijnen. Dr. Wiardi Beekman koos als uitgangs
punt: Onszelf blijven. Hij is van oordeel, dat al
mogen de eigen nood en de persoonlijke moeilijk
heden nog zoozeer drukken, wij thans één ding
weten: „Wij blijven Nederlanders", „ook al mogen
VOOR DE KINDEREN
In de slecht verlichte hut zaten
aan een groote houten tafel drie
mannen. De dikste van de drie sloeg
met zijn vuist herhaaldelijk op een
stuk papier. Er was nog een vierde
man in de hut aanwezig. Het was de
wachter, gewapend met een langen,
dikken stok. Ingespannen luisterde
hij mee naar wat Simpa vertelde,
want het was niemand anders dan de
beruchte Simpa, die hier zat en plan
nen smeedde met zijn aanhangers.
Plotseling luisterden alle vier met in
gehouden adem. Buiten werden voet
stappen vernomen.
De wachter was met één reuzen
sprong bij de deur en riep: „Wié
daar?"
„Ja, goed volk, SIki."
Direct werd de deur wijd openge
gooid en trad Siki, gevolgd door
Speurneus, binnen. Siki liep snel naar
Simpa en riep: „Hier is onze groote
Mafta!" Allen sprongen rechtop uit
hun zetels en zelfs de dikke Simpa,
de anders zoo ruwe en wreede piraat,
sprong als een veer uit zijn stoel om
hoog.
„Wat brengt u hier, Mafta?" zei
Simpa eerbiedig.
„Ik wil je alléén spreken," hernam
Speurneus.
De twee mannen werden weggezon
den en alleen de wachter bleef ach
ter, die nu op een eerbiedigen afstand
van de tafel bij de deur stond. Speur
neus nam een papier uit zijn borst
zak en overhandigde dit aan Simpa.
Op dit papier had Speurneus aan alle
bendeleiders verzocht in deze hut
bijeen te komen om te onderhandelen
over het schip D. III, dat thans deze
wateren kruiste. Het was een u.ool
plan van Speurneus. Wanneer een
maal alle bendeleiders bijeen waren,
zou hij met de geheele bemanning van
de D. III de hut omsingelen en allen
gevangen nemen En dan zou Ab van
zelf wel terecht komen. Het oapter
was onderteekend met „MAFTA".
nieuwe kansen voor ons persoonlijk of voor grootere
groepen lokken op vreemde paden en wij meer of
minder bewondering mogen hebben voor opvattin
gen of instellingen, die andere volken zich hebben
gekozen".
Prof. Telders heeft als onderwerp gekozen:
„De nieuwe tijd". Naar zijn oordeel geldt bij alle
beschouwingen over de toekomst boven alles, „dat
wij onze hoogste waarden nimmer mogen ver
loochenen, óók niet als een „nieuwe tijd" dat van
ons schijnt te verlangen. Wat de toekomst betreft
is prof. Telders van meening, dat de plicht tot ge
meenschappelijk dragen van de onafwijsbare gevol
gen van den oorlog, de plicht tot aanvaarding van
nog véél zwaardere sociale lasten dan in het ver
leden onafwijsbaar aan ons zal worden gesteld.
In het verdere betoog zegt prof. Telders nog, dat
de staat op sociaal-economisch gebied voorzichtig,
tastend en experimenteerend te werk moet gaan;
dat de groote meerderheid van het Nederlandsehe
volk zich steeds ervoor heeft uitgesproken, dat
alle aan te brengen staatkundige verbeteringen zou
den geschieden op het bestaande fundament der
parlementaire democratie; dat de voornaamste fout
van ons Staatswezen niet ligt in zijn democratisch
karakter, maar in het tekort aan „publieken geest",
dat bij vele Nederlanders in de laatste decenniën te
constateeren is geweest; dat men het eigen karakter
der Nederlandsehe cultuur in geen geval zinvol
kan bepalen door er het etiket „Germaansch" op
te plakken.
Prof. mr. Paul Scholten had als titel van zijn
toespraak genomen: „Christelijke vrijheid en Ne
derlanderschap". Hij wijst erop, dat naar zijn in
zicht de Nederlandsehe bijdrage tot het staatsleven
der volkeren is geweest dat het voor de vrijheid,
die niet is de willekeur, niet de oppermacht van het
individu, eerder en zuiverder dan andere de goede
plaats heeft gevonden, een plaats die daarom juist
hier zoo vast in het volkskarakter is verankerd,
omdat het Nederlandsehe volk in den strijd voor
liberteit van religie en consciëntie tot volk is ge- I
worden.
DE BETEEKENIS VAN
PROF. DR. A. H. DE HARTOG
„De beteekenis van Prof. Dr. A. H. de Hartog"
is de titel van een critische beschouwing door F.
G. de Groot, die uitgegeven werd door „Holland"
te Amsterdam. In een voorwoord vraagt ds. J. C.
Koningsberger uit Amsterdam aandacht voor dit
boekje, dat het resultaat is van den arbeid „van
een geest die den grooten leermeester met eerbied
gedenkt en die toch zijn opvattingen kritisch
proeft".
De heer de Groot komt tot de volgende con
clusie: „Maar bij verdere bezinning, zoo o.a.
over de verhouding Christendom en wijsbegeerte,
behoeven wij, behalve de voorlichting van prof. dr.
de Hartog, welke wij thans bezitten door zijn ge
schriften, ook die van de andere leeraars onzer
kerk, en kunnen wij niet anders dan op straffe
van schromelijk onvolledig te zijn, deze leeraars
negeeren. En juist daar waar critieklooze adoratie,
hetzij vai prediker, of van een richting aan den
dag treedt, heeft men de verruiming van een eigen
blik beperkt en zich slechts georiënteerd in een
zoo ontzaglijk probleem als de verhouding van
Christendom en wijsbegeerte nu eenmaal is".
Kees Hazelzet heeft een boek geschreven over
„Rotterdam zooals wij het kenden". Verlucht met
vele foto's is dit boek verschenen bij J. M. Meulen-
hoff te Amsterdam.
Hazelzet, zelf Rotterdammer, heeft de oude
Maasstad op tallooze zwerftochten, langs havens
en grachten, door de binnenstad en in de typische
Rotterdamsche hoekjes en oude stadsgedeelten leeren
kennen als geen ander. Maar den Rotterdammer zel£
heeft Hazelzet niet vergeten, wij ontmoeten hem in
zijn lief en leed, op straten en marktpleinen, in de
kerken en op zijn wandelingen langs de oude
straten en waterwegen.
Uiteenzettingen door mevr. OomsVinckers.
Academische opleiding.
Negentien personen dakloos.