Vaax Haagje- avonden-
Hit "er over den strijd tegen Engeland
No. 15
(Tulp)
ZATERDAG 9 NOVEMBER 194Ö
HA ARE EM'S DA
'G B E A D'
3
(Vervolg van pag. 1.)
DE REDE VAN DEN FüHRER.
De Führer bego.r zijn rede met te herinneren aan
het jaar 1923, een .hoogtepunt van den strijd om
de macht in Duitschland". Daarbij herdacht hij ook
het Duitschland uit den tijd van voor 1914. Het is,
zoo zeide hij, niet meer ons Duitschland. Deson
danks gevoelen wij ons ook daarmede verbonden.
Het was een land van arbeid, een land van wel
vaart. Het bezat een begin van een sociale wetge
ving en het had zijn standpunt bepaald ten aanzien
van problemen, waaraan thans, bijna dertig jaar
later, de z.g. democratieën blind en doof voorbij
gaan. Overigens was het toenmalige Duitschland
nog een land var democraten. Voor' alles evenwel
was het toenmalige Duitschland een land des vre-
des. Men hoopte in zoover gaande mate op den
vrede, dat men in een tijd, waarin ongetwijfeld de
overige wereld zich reeds tegen Duitschland wa
pende, ieder voor ons gunstig oogenblik voor den
onvermijdelijken strijd liet voorbijgaan. Ik ben geen
criticus van den toenmaligen tijd, ofschoon ik het
zou kunnen zijn, want ik heb als wellicht nau
welijks een tweede in de geschiedenis leering
uit het verleden getrokken en die ter harte geno
men.
Destijds reeds was Engeland onze vijand. Als ik
„Engeland" zeg, dan weet ik zeer wel dat ook daar
volk en leiding niet een en hetzelfde zijn. Een
klein hoopje internationale democraten, Joden en
plutocraten, beheerscht dit land en dit troepje heeft
ook destijds reeds de ophitserij tot den oorlog uitge
voerd, Het zijn zelfs dezelfde personen als thans.
Ook destijds hebben de Britsche oorlogshitsei-s er
kans toe gezien eert geheele wereld tegen Duitsch
land. te rnobiliseeren. Zoo kwam de oorlog, dien
Duitschland niet wilde.
Als voormalige soldaat uit den wereldoorlog kan
ik zeggen: ze zouden ook destijds Duitschland niet
overwonnen hebben als hum bondgenoot in het bin
nenland ons niet gebroken had. Het was noodig
eerst een Amerikaanschen tooverpriester te doen
ontstaan, die de formule uitvond waardoor het
Duitsche volk zich in vertrouwen op het eerewoord
van een buitenlandschen president liet beetnemen.
Deze goedgeloovigheid is ons betaald gezet. Dooi
de toenmalige „overwinnaars" is geen enkele be
lofte gehouden. De grootste woordbreuk aller tijden
begon.
In bijzonderheden schilderde de Führer de perio
de van lijden, ellende en vertwijfeling, die toen
voor'het Duitsche volk volgde en het begin van zijin
eigen strijd. Dat was, zoo verklaarde de Führer
hieromtrent o.a., een harde strijd, vooral echter
ook tegen het volk, dat in ons land bijna almach
tig scheen te zijn, tegen het Jodendom. En wat dat
beteekent, dat weet degene, die thans geboren
wondt, in de verdere toekomst heelemaal niet meer.
Het almachtige Jodendom heeft ons destijds den
oorlog verklaard. Zij weten, zoo vervolgde Adolf
Hitler, dat ik steeds het standpunt ingenomen heb
dat er geem dommer volk dan het Joodsche be
staat, overigens ook geen gewetenloozer en geen
onscrupuleuzer.
De Führer maakte voorts melding van de eerste
poging om de macht in handen te krijgen, die
„schijnbare ineenstorting van het jaar 1923" en den
unieker* zegetocht van zijn beweging in de volgende
jaren. Ik heb, zoo betoogde de Führer in dit ver
band, nooit strijd en twist gezocht. Het is steeds
mijn doel geweest de volksgenooten te overtuigen en
te winnen. Ik heb mij slechts dan verweerd, als de
ander mij a priori met gebalde vuist tegemoet
trad.
Met precies dezelfde gedachten, zoo vervolgde
Hitier o.a., aanvaarde ik in 1933 ook de macht,
"Want wat is er beter dan in vrede te kunnen wer
ken? Duitschland begon op te bloeien. Maar in pre
cies dezelfde mate, waarin Duitschland omhoog
steeg, groeide weer de afgunst van dezelfde man
nen, die Duitschland eenmaal in den oorlog gestort
hadden. De heer en Churchill en consorten begonnen
terstond weer te stoken. Wat beteekent voor deze
internationale hyena's democratie of autoritaire
staat? Dat boezemt hun in het geheel geen belang
5n. Him interesseert slechts een ding: is man be
reid zioh te laten uitplunderen of niet. Als een de
mocratie zoo dom is, dat in stilte te verdragen, dan
is zig goed Als wfc ak zoogenaamde autoritaire
staat die zich hierin van de democraten onder
scheidt, dat hij de massa des volks achter zich heeft
al die offers gebracht hadden, waarmede de in
ternationale plutocratieën ons bezwaarden, dan had
men gezegd: eindelijk een verstandig bewind in
Duitschlaiod.
Ik heb destijds op een ander standpunt gestaan.
De Führer betoogde dat hij bij de overneming
van de macht bereid was vrede te sluiten. Ik was
bereid, zoo zeide hij, te ontwapenen. Als de
Engelschen daarop ingegaan waren, goed. Zij zijn
er niet op in gegaan. Oolc goed. Dan echter conse
quent en geen half werk. Ik heb een besluit ge
nomen: of wij zijn heelemaal geen soldaten of wij
zijn de beste ter wereld. En ik heb toen de voor
bereidingen getroffen en wel grondig. Het Duit
sche volle is daarbij van niets beroofd, integen
deel: wij hebben 7 millioen menschen weer in het
productieproces opgenomen. Wij beleefden het toen
dat de goudstaten met hun muntstelsel kapot gin
gen, terwijl wij, de niet goede staat, onze munt
eenheid handhaafden. Enkele andere landen, heb
ben nu het goud binnengehaald en opgestapeld en
thans dreigt het inzicht in de wereld te dringen
dat het goud op zichzelf volkomen zonder be-
teekenis is. Dit inzicht kan gevaarlijk worden voor
hen, die in het goud een element van hun strijd
en de macht zien en het ook steeds als zoodanig
getaxeerd en gebruikt hebben.
De Führer wees op den internationalen strijd,
die in binnen- en buitenland met alle middelen
tegen het nieuwe Duitschland begon. Pogingen tot
ontketening van de revoluties in het binnenland
tot een algemeene omsingeling in het buitenland.
Dit heeft thans zoo verklaarde Hitier, tot hetzelfde
resultaat geleid als alle dergelijke vroegere po
gingen in het binnenland. Iedere poging om door
verdragen en afspraakjes staten tegen ons te mo-
biliseeeren, leidde er slechts toe dat ik de bewa
pening weer wat sterker opvoerde. Ik was vast
besloten alles op alles te zetten. Onwrikbaar
ging de strijd voort met het doel het verdrag
van Versailles af te schaffen. Ik heb daarbij het
doel gehad den vrede te handhaven. Ik wilde de
nauwste vriendschappelijke betrekkingen met
Engeland tot stand brengen. Ik wilde diezelfde ver
houding met Italië. Ik dacht voorts aan Japan als
een mogendheid, met welker belangen de onze
parallel konden loopen. Voor zooverre het Italië
betrof, is deze poging geslaagd dank zij den
genialen arbeid van dien eenen man, die het fas
cisme stichtte. Tenslotte is het ook gelukt met
Japan. Helaas is het met Engeland mislukt. Dat
was niet onze schuld, integendeel, ik heb tot op
het laatste oogenblik nog tot weinige dagen voor
het uitbreken van den oorlog getracht het oude
doel van mijn buitenlandsche politiek te verwezen
lijken. Ik heb den Britschen ambassadeur destijds
de schitterendste aanbiedingen gedaan. Bepaalde
belanghebbenden bij een oorlog stookten sedert
jaren. Er kon geen twijfel aan bestaan dat zij op
'zekeren dag woede en haat tegen Duitschland in het
Britsche volk zou doen oplaaien, terwijl het Duit
sche volk omgekeerd geen haat jegens Engeland
koesterde. Daartegen heb ik reeds in 19381939
gewaarschuwd en met name in een rede te Saar-
brücken betoogd dat het zoo niet kon voort
gaan.
Het oogenblik kwam, zoo vervolgde de Führer,
waarop liet niet meer de vraag was of het nog
wel mogelijk zou zijn den oorlog te vermijden,
doch alleen nog of hij misschien een, twee of drie
jaar lang tegengehouden zou kunnen worden en
wel door zeer zware vernederingen voor Duitsch
land. Op dat oogenblik, waarop ik besefte, dat En
geland slechts tijd wilde winnen, dat men daar
evenwel besloten was den oorlog onder alle om
standigheden te voeren, had ik slechts een enkelen
wensch: als zij dan al besloten waren om den oorlog
te verklaren, dat zij het dan openlijk nog zouden
doen, terwijl ik leefde, want ik beweer dat dit de
hardste strijd moet worden, die het Duitsche volk
ooit opgelegd is. Ik verbeeld mij echter niet slechts
dat ik de hardste man men, die het Duitsche volk
sinds vele tientallen jaren misschien sinds eeuwen
gehad heeft, doch ik bezit ook de grootste autori
teit. Voor alles evenwel geloof ik aan mijn succes en
wel onvoorwaardelijk. Ik ben er vast van overtuigd
dat deze strijd geen grein anders zal aïloopen dan
de strijd, iden ik eens in mijn binnenste uitgevoch
ten heb. Ik ben er van overtuigd dat de Voorzienig
heid mij slechts tot dusverre geleid en alle ramp
spoeden van mij gehouden heeft om mij dezen
strijd van het Duitsche volk te laten voeren. En
tenslotte, ik heb nog een grooten strijd meegemaakt
en ik behoor ook tot degenen, wien destijds het
succes door bedrog ontnomen is en het is daarom
mijn onverzettelijk besluit, dat de huidige strijd
niet eindigt zooals destijds.
De Führer herinnerde daarop aan den toestand
van een jaar geleden en aan de beslissingen, die
intusschen volkomen anders uitgevallen zijn, dan
de tegenstanders verwachtten. Een jaar geleden, zoo
zeide hij, was met Polen afgerekend. Thans, een
jaar later, kan ik nieuwe successen melden. Lang
zaam mobiliseert het vasteland, terwijl het tot
zelfbezinning komt zich tegen den vijand van het
vasteland. Duitschland heeft dit continennt in wei
nige maanden inderdaad de vrijheid gegeven.
De Britsche poging om Europa te Balkaniseeren
dat kunnen de Britsche staatslieden zich voor ge
zegd houden behoort tot het verleden en heeft
afgedaan. Engeland wilde Europa desorganiseeren,
Duitschland en Italië zullen Europa organiseeren. Als
i thans in Engeland verklaart dat de strijd voort
gezet wordt, dan is mij dat volkomen onverschil
lig. De strijd wordt zoolang voortgezet tot wij hem
zullen eindigen en wij zullen hem eindigen.
Daarvan kunnen zij verzekerd zijn. En hij
zal beëindigd worden met onze overwinning. Dat
kunnen zij eveneens van mij aannemen.
En dat de weermacht iederen dag uitbuit, weet
ieder die bij ons zelf soldaat is geweest. Dit eerste
militaire instrument ter wereld wordt onophoude
lijk verzorgd en verbeterd. En wanneer het uur
van den aanval op groote schaal weer slaat, hoop
ik weder precies dezelfde resultaten te bereiken,
als wij reeds behaald hebben. Wij hebben alles
uiterst grondig voorbereid om snel en stoutmoedig
te handelen. Het oogenblik zal komen, waarop de
heereim, die thans de geheele wereld reeds weer met
den mond veroveren, met de wapens stand zullen
moeten houden. En dan zullen wij zien, wie de
maanden beter gebruikt heelt: wij of de anderen.
Duitschland is iin elk geval met zijn bondgenoot
thans sterk genoeg om aan iedere combinatie op
deze wereld het hoofd te bieden. Er is geen coalitie
van machten, die tegen de onze opgewassen kan
zijn. In economisch opzicht loonan zich thans de
lange voorbereidingen, die we reeds in vredestijd
hebben getroffen: het vierjaren plan dat wij thans
voor vier jaar hebben verlengd, heeft ons talrijke
reserves opgeleverd en de Engelschen weten dat
zeer goed. Het heeft ons onafhankelijk moeten ma
ken van iedere afsluiting of blokkade. Overigens
willen wij wel eens zien wie in enkele maanden
geblokkeerd zal zijn: wij of de anderen. Ik geloof,
zoo vervolgde de Führer dat hun het liegen reeds
thans op menig gebied slecht is vergaan.
De heer Churchill, die nog acht of zes maanden
geleden verklaarde: „Wij hebben in deze maand
vijftig procent van uw duikbooten vernietigd", kon
de volgende maand niet nog eens vijftig procent
zeggen, omdat er anders geen enkele meer over zou
zijn. De volgende maand ware" het derhalve nog
slechts dertig procent. Een maand later kon hij niet
twintig procent zeggen, doch moest hij beweren
tien procent. Thans begint deze generaal-leugenaar
der weerldgeschiedenis toe te geven dat onze
duikbooten meer schijnen te zijn dan zij eerst wa
ren. Wat dat betreft kan hij mij gelooven wanneer
ik zeg, dat zij inderdaad meer zijn. Hij heeft er
vooral geen idee van hoe zij meer worden. Wij zul
len hen nog tarten, deze internationale kapitalisti
sche leugenaars. En wij zullen .het nog beleven.
Eens zal er zeker geen Churchill meer zijn, doch
Duitsche duikbooten en nog eens Duitsche duikboo
ten. En zoo, nadat hij dat op zichzelf niet meer
bestrijden kan, heeft deze geniaalste strateeg, die
tot dusver geboren werd, zich op den luchtoorlog
geworpen.
Want het is reeds een geniaal idee van Churchill
geweest, speciaal met het wapen, waarin Engeland
in vergelijking met ons het allerzwakste is, den
luchtoorlog te beginnen.
Gij weet dat ik de wereld jarenlang heb voor
gesteld een einde te maken aan den bommaraoor-
log, in het bijzonder tegen de burgerbevolking. En
geland echter heeft dit ongetwijfeld daar het ko
mende ontwikkeling verwachtte, afgewezen. Goed.
Ik heb desondanks in dezen oorlog den strijd nooit
tegen burgerbevolking laten voeren. Ik heb in den
oorlog tegen Polen geen nachtelijke aanvallen op
Poolsche steden laten ondernemen. Men kan des
nachts de verschillende objecten niet zoo nauw
keurig treffen.
RESULTATEN VAN DEN STRIJD.
De strijd heeft tot dusver tot unieke resultaten
geleid. In de eerste plaats: hij heeft wat het men-
schenaantal betreft voor het Duitsche volksgoed
zoo goed als geen offers g'eëischt. In totaal is het
aantal slachtoffers nauwelijks iets meer dan de
helft van dat, hetwelk de oorlog van 1870/71 ge-
eischt heeft. Al de gereed gehouden reusachtige
vervangingsploegen, die wij voor verliezen in
reserve hadden gehouden, hebben wij niet behoeven
aan te tasten. Ten tweede: in materieel opzicht:
De materieele offers van den oorlog zijn alleszins
onbeteekenend. Wat wij tot dusver als munitie ver
schoten hebben is feitelijk slechts een deel van een
maandproductie. De reserves zijn zoo enorm dat
ik op menig gebied thans de productie moet staken,
omdat er geen mogelijkheid bestaat deze massa's
thans onder te brengen. Ik heb de productie daarom
thans laten leiden naar gebieden, waarop ik bijzon
der sterk meen te moeten zijn. Gij verneemt immers
De pont over de Waal temidden van de onderge-
loopeu uiterwaarden bij Zaltbommel.
(Foto Pax-Holland).
de dreigementen der anderen, wat zij zullen produ-
ceeren: Australië heeft zes of zeven millioen in
woners met inbegrip van den boschneger. Doch
desondanks willen zij acht maal zooveel vliegtuigen
produceeren als Duitschland. Canada heeft negen
millioen inwoners. Doch zij willen twaalf maal
zooveel vliegtuigen bouwen als Duitschland. Wat
de Amerikaansche productie betreft deze kan
men niet eens met astronomische getallen voor
stellen. Op dit gebied zou ik dan ook geen con
current willen zijn. Doch van een ding kan ik u de
verzekering geven: De Duitsche productie capaci
teit is de grootste der wereld en wij zullen deze
niet laten verminderen, want wij zijn in staat thans
zoo ongeveer de krachten van geheel Europa te
rnobiliseeren en dat ik dit op industrieel gebied
doe, kan men van mij aannemen. De materieele
uitrusting is derhalve enorm en zij neemt pas
thans toe.
Ik kan derhalve samenvattend één ding
zeggen: wij zijn op de toekomst voorbereid als
nog nooit te voren. Wij zijn in materieel opzicht
voorbereid en wij zijn wat de menschen be
treft voorbereid.
BOMMEN OP BURGERBEVOLKING.
Ik liet derhalve in hoofdzaak slechts bij dag aan
vallen en altijd alleen militaire doelen. Ik heb het
zelfde in Noorwegen, in Nederland, in België en
in Frankrijk gedaan. Toen kwam de heer Churchill
plotseling op de gedachte, nadat de Britsche lucht
macht overdag in het geheel niet meer over
Duitsch gebied kwam vliegen, de Duitsche burger
bevolking met nachtelijke aanvallen te teisteren. Gij
kent mijn geduld, mijne partijgenooten. Ik heb
dus acht dagen toegezien. Men heeft bommen ge
worpen op de burgerbevolking aan den Rijn en
op de burgerbevolking in Westfalen. En ik heb
daarop veertien dagen toegezien en gedacht: „De
man is waanzinnig. Hij voert een strijdwijze in,
waarbij slechts Engeland kan worden vernietigd",
Toen de oorlog in het westen ten einde was heb
ik nogmaals Engeland de hand aangeboden. Ik
werd wederom zoo woest mogelijk beschimpt. De
heer Halifax gedroeg zich als een waanzinnige. Ook
goed. Men deed de bomaanvallen aan hevigheid
toenemen. Ik heb weer gewacht. Ik moet zeggen,
dat het mij zwaar begon te vallen. Want er kwamen
velen tot mij, die zeiden: „Ja, hoelang wacht gij
nog Führer? Die houden niet vanzelf op".
Ik heb langer dan drie maanden gewacht, doch
toen heb ik op zekeren dag het bevel gegeven:
zoo, ik neem dezen strijd thans aan en ik neem hem
aan met de vastbeslotenheid, waarmede ik nog
steeds iederen strijd heb aangenomen. Dat wou
zeggen: thans strijd tot het einde toe. Zij willen
het, zij zullen het hebben. Zij wilden Duitsch
land door den luchtoorlog vernietigen. Ik zal hun
thans laten zien, wie vernietigd wordt. Het
Engelsche volk, waarvoor ik slechts leedwezen ge
voel, kan daarvoor zijn opper-misdadiger bedan
ken. De heer Churchill heeft met dezen strijd zijn
grootsten militairen flater begaan, die ooit een
staatsman of een veldheer kon maken. Hij heeft ge
streden met het wapen, waarmede hij het zwakst
is en hij heeft gestreden uit een positie, die voor
Engeland sedert het oogenblik, waarop wij van
Drontheim tot Brest zitten, ook geografisch slecht
is. Het is de zwakste positie, die Engeland maar
bezitten kan.
Wij zullen dezen strijd doorzetten. Ik betreur het,
dat hij natuurlijk aan onze zijde offers eischt. Al
leen ken ik het nationalistische Duitschland
slechts de heer Churchill ken het niet. Dat is
het groote verschil. Hij heeft toch gemeend daar
door wellicht het Duitsche volk murw te kunnen
maken. Hij heeft alleen maar glad vergeten, dal
thans een ander Duitschland is opgestaan. Dit
Duitschland wordt door iedere bom fanatieker
zijn vastbeslotenheid wordt alleen nog maar
grooter. Het weet boven al: aan dit schandaal moet
eens en voor altijd een einde worden gemaakt. En
daartoe zijn wij vastbesloten. Toen in 1938 de
heer Chamberlain hier in München was en hij
huichelachtig zijn vredesvoorstellen deed, heeft
deze man in zijn binnenste het vaste voornemen
gekoesterd, terstond na zijn terugkeer te zeggen:
„Ik heb thans een bepaalden termijn gegeven, en
thans zullen wij ons bewapenen, opdat wij dan
Duitschland kunnen overvallen". Wij weten zeer
goed dat iedere wapenstilstand thans feitelijk
slechts een wapenstilstand zou zijn. Zij zouden
hopen, dat ik dan wellicht na eenige jaren niet
meer aan het hoofd van het rijk zou staan en dat
dan de strijd opnieuw zou kunnen beginnen.
Geen compromis mogelijk.
Het is derhalve mijn onwrikbaar besluit het
conflict thans tot een duidelijke beslissing te
brengen: precies zooals ik als nationaal-socia-
list in den strijd om Duitschland ieder compro
mis van de hand heb gewezen, zoo wijs ik ook
thans ieder compromis van de hand. Ik heb zoo
dikwijls de hand geboden. Het was vergeefs.
Zij wilden dezen strijd, zij zullen hem thans
hebben. Het Duitsche volk zal dezen strijd tot
het einde toe voeren.
Het gevaar dat over een of twee of drie jaar na
groote spanning de strijd weder ontbranden zal,
moet uit den weg geruimd worden. Het Duitsche
volk wil eindelijk vrede hebben. En wel een vrede,
die het laat arbeiden, die het niet aan internatio
nale schurken mogelijk maakt andere volken tegen
ons op te hitsen. Voor deze lieden is de oorlog na
tuurlijk de grootste verdienste. Ik heb geen reden
om eenig materieel belang oorlog te voeren. Voor
ons kan hij slechts treurig zijn. Ons, het Duitsche
volk en de geheele gemeenschap, ontneemt hij on
eindig veel tijd en arbeidskracht. Ik heb geen aan-
deelen in wapenfabrieken in mijn bezit. Ik ver
dien aan dezen oorlog niets. Ik zal gelukkig zijn.
wanneer wij weer zouden kunnen arbeiden, zooals
ik vroeger voor mijn volk gearbeid heb. Doch deze
internationale misdadigers zijn tevens de 'grootste
wapenzwendelaars, die er bestaan. Aan hen be-
hooren de fabrieken. Zij doen de zaken. Dat zijn
dezelfde lieden als wij vroeger ook in Duitschland
hadden. Met deze lieden is slechts een oplossing
mogelijk: Hier moet er een breken, en dat zal on
der geen omstandigheid Duitschland zijn.
Wanneer echter dit Duitschland thans een an
dere houding bezit, komt dit daarom, omdat het
nationaal-socialisme het Duitsche volk weder ver
heven heeft. Het heeft de geestelijke, psychische,
moreele en ook materieele voorwaarden gescha
pen voor de enorme overwinningen der weer
macht van ons jonge rijk. Iedere soldaat weet het
en moet het weten dat de legers, die thans onder
onze vaan marcheeren, de revolutielegers van het
derde rijk zijn. Zij dragen in het hart niet slechts
het geloof aan het Duitschland, dat ons allen in de
toekomst voor oogen staat, waarvoor wij zoolang
gestreden hebben, het geloof aan een beter rijk.
waarin de groote doelstellingen van onze nationale
en sociale beweging verwezenlijkt worden, en dat
wij thans dit Duitschland bezitten hebben wij te
danken aan hen, clie in 1923 gemarcheerd hebben
en bovenal ook aan hen, die destijds als eerste
bloedoffers voor de beweging gevallen zijn. Deze
zestien dooden zijn meer dan slechts zestien doo-
den. Zij zijn de kroongetuigen van een nieuwe we
deropstanding van ons volk geworden. Zij hebben
destijds werkelijk in grenzelooze liefde tot Duitsch
land gehandeld, want wie destijds bij de beweging
kwam, tegen hem kon men slechts zeggen: Je kunt.
al het andere opgeven. Je 'hebt in het geheel niets,
waarvan je zeker bent, behalve wellicht je eigen
dood. Doch je ziet voor je iets. waarvoor wij allen
strijden.
Het is een miieuw Duitschland, maar een Duitsch
land der eer, dat wij weder oprichten, dat zijn zo
nen weder het dagelijksche brood waarborgt en
dat in de wereld weder den rang inneemt, die het
toekomt ©p grond van de getalsterkte van ons volk,
het historische verleden en onze vroegere, tegen
woordige en toekomstige waarde. Daarvoor hebben
deze menschen zich opgeworpen en daarvoor heb
ben ook deze zestien destijds hun leven gegeven,
en op deze zestien zijn thans vele honderden ge-
Kruiswoord-Puzzle
Horizontaal:
2. Zeegrens.
4. Pracht.
5. Edelman.
7. Lichaamsdeel.
8. Zangnoot.
9. Kuip.
10. Voedsel.
12. Siameesche munt?
13. Dezelfde.
14. Boom.
15. Plek.
17. Voorzetsel.
18. Interval.
20. Gewicht.
21. Hoogte.
22. Lichaamsdeel.
23. Zangnoot.
25. Bijwoord.
26. Indisch rijk.
28. Badplaats.
29. Handschrift.
30. Ernstig.
32. Spil.
34. Zangnoot.
35. Deel van het rijk
der Nederlanden.
36. Huiselijk woord
voor soep..
38. Nakomeling.
40. Wijnsoort.
42. Maat.
43. Herkauwer.
45. Lokmiddel.
47. Getij
49. Regel.
51. Familielid.
52. Keurig.
54. Bijwoord.
55 Orgaan.
56. Ambtshalve.
57 Wederkeerend voor
naamwoord.
58 Hoofdstad van land'
in Europa.
60 Vaas.
61. Bloeiwijze.
62. Sooedig.
64. Streek.
66. Bouwland.
Verticaal:
1. Hoofdstad van land
in Europa.
2. Kleed.
3. Meubelstuk.
4. Schaakopening.
5. Slee.
6. Voorzetsel.
7. Stad in Nederland.
9 Voelen.
11. Onvoorbereide rede.
14. Lichaamsdeel.
16. Op een onbekende
plaats.
Stad op Java.
Waarschuwer.
Dorp in N.-Holland.
Altijd
Aziatisch rijk.
Landbouwwerktuig.
Kerkgebruik.
Plaats in Gronin
gen.
Met z'n beidjes.
Groente.
Lof.
Tijdperk.
Onvruchtbaar.
Toekomstig.
Vlek.
Tiid wijzer.
Edelman.
Gewicht.
Zwak.
Inhoudsmaat.
Afkeuring.
Meer in Amerika.
Zwemvogel.
Zonnegod.
Oplossing uoiige opgave
No. 14. KAMRAADSEL
1
2
3
4
5
H
A
l<
O
D
L
L
O
Y
D
E
A
E
O
N
I
R
D
V
O
B
E
Z
1
E
I
E
N
1
E
R
E
Z
A
E
U
E
R
E
A
N
S
N
Y
T
R
volgd, hier en buiten de grenzen van het rijk.
Het was bijna tien jarenlang een enkele weg
van martelaren, het sterkst wellicht in de Ostmark
en' in het Sudetenland, omdat de strijd daar het
minste kanis op succes scheen te bieden. Hoe kon
den deze kleine lieden het wonder vooruitzien,
waardoor zij anderhalf of twee decennia later glo
rievol in hun groot rijk zouden worden terugge
bracht. Zij hebben desondanks gestreden, het ge
loof iin> het hart.
Dit alles echter vond zijn uitgangspunt in dezen
8en en 9en November 1923. En daarom gedenken
wij de nagedachtenis van deze mannen met bijzom-
dere ontroering thans meer nog dan toen want zij
allen hébben tevens ook de smaad van de ineen
storting van 1918'19 in het hart gedragen. In hen
heeft deze smaad gevreten en gewoeld. Hoe dikwijls
hebben wij tezamen gezeten, steeds doorgloeid van
die eene gedachte: „dat moet in on-ze geschiedenis
hersteld worden, dat kan niet zoo voortduren en
kan niet zoo blijven. Dat zou het Duitsche volk
voor altijd met schande belasten. Dat zullen wij uit
onze geschiedenis doen verdwijnen. Dat zullen wij
weer uitwisschen. Wij zullen weer oprichten een
Duitschland van macht en van kracht en van heer
lijkheid. Duitschland moet weder opstaan, koste
wat het kost".
En in dezen geest hebben wij destijds gestreden.
In dezen geest werd daarop de strijd pas goed ver
der gevoerd en in dezen geest staan wij hier thans
voor de overige wereld en zullen wij volbrengen
datgene waarvoor ook zij eens gevallen zijn.
Zij gelooven Duitschland te vernietigen. Zij zul
len zich vergissen. Uit den strijd zal Duitschland
eerst werkelijk opstaan.
Aan het slot der rede, die herhaaldelijk door ge
weldige bijvalsbetuigingen onderbroken werd, brak
een storm van applaus los, een heilgeroep zooals
deze oude nationaal-socialistische vergaderplaats
nog nooit beleefd had. Steeds opnieuw braken de
ovaties los, welke de massa's den Führer brachten,
waarna er volksliederen werden gezongen.
PROGRAMMA
ZONDAG 10 NOVEMBER 1940.
HILVERSUM I 415 M.
8.00 KRO, 1.00—7.15 AVRO.
8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Wij beginnen
den dag. 8.30 De Minnestreelen en gramofoonmu
ziek. 9.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Hoogmis. 11.15
Gramofoonmuziek. 12.00 Declamatie. 12.15 Rot-
terdamsch Philharmonisch orkest (opn.). 12.45
Nieuws- en economische berichten ANP, 1.00 Om
roeporkest en solisten (opn.) (ca. 1.15 Interview).
1.45 „Contact tusschen school en huis", lezing.
2.00 Concertgebouw-orkest en solist (ca. 2.50
Cyclus „Onze Volksdichters"). 4.15 Radiotooneel
(opn.). 5.05 Gramofoonmuziek. Hierna: Sport
nieuws ANP. 5.15 Wekelijksche gedachtenwisse-
ling ANP. 5.30 Cabaretprogramma. 6.15 Russisch
programma. 6.45 Actueele reportage of gramo
foonmuziek. 7.00—7.15 Nieuwsberichten ANP en
sluiting.
HILVERSUM n 301,5 M.
8.00 NCRV. 8.30 VPRO. 9.30 NCRV, 1.00 KRO.
4.00 NCRV, 5.15—7.15 KRO.
8.00 Nieuwsberichten ANP, 8.10 Gewijde muziek
(opn.). 8.30 Studiodienst. 9.30 Gramofoonmuziek.
11.15 Geestelijke muziek (gr.pl.) 12.00 Reportage.
12.25 „Kent Gij Uw Bijbel?" lezing. 12,45 Nieuws-
en economische berichten ANP. 1.00 Gramofoon
muziek. 1.10 KRO Kamerorkest en -koor en so
listen. 1.45 Voor middenstanders. 2.00 Collegium
„Musica Divina" (2.152.30 Gramofoonmuziek).
2.45 Inleiding volgende uitzending. 3.00 Radio
tooneel. 4.00 Wijdingswoord 5.15 Wekelijksche
gedachtenwisseling ANP. 5.30 KRO-Kamerorkest
(6.006.15 Gramofoonmuziek). 6.45 Gramofoon
muziek. 7.007.15 Nieuwsberichten ANP en slui
ting.
KOOTWIJK 1875 M.
VAR A-Uitzending.
7.00 Berichten (Duitsch). 7.15 Gramofoonmu
ziek (7.307.45 Berichten Engelsch). Om 8.00
Nieuwsberichten ANP). 10.00 Berichten (Duitsch).
10.15 Orgelspel. 10,45 Gramofoonmuziek. 11.30
Berichten (Engelsch). 11.45 Esmeralda en solist.
12.30 Berichten (Duitsch). 12.45 Nieuws- en eco
nomische berichten ANP. 1.00 Gramofoonmuziek
(1.30—1.45 Berichten Engelsch. 2.00—2.15 Berich
ten Duitsch). 2.30 Berichten (Engelsch). 2.45 Ver
korte opera „Ernani" (gr.pl.). 3.30 Verzoekpro
gramma voor de Duitsche Weermacht. 6.00 Gra
mofoonmuziek (6.30—6.45 Berichten Engelsch).
7.00—7.15 Nieuwsberichten ANP en sluiting.
MAANDAG 11 NOVEMBER 1940.
HILVERSUM L 415 M. VA RA-Uitzending.
8.00 Nieuwsberichten ANP., Gramofoonmuziek.
10.00 VPRO.: Merger wijding. 10.20 Declamatie.
10,40 Pianovoordracht. 11.10 Declamatie. 11.30
VARA-orkest (12.00 Gramofoonmuziek). 12.45
Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Es
meralda. solist en gramofoonmuziek. 2.00 Voor de
vrouwen. 3.00 Orgelspel. 3.30 GramofoonTnuziek.
4.00 Gramofoonmuziek met toelichting. 4.30 Esme
ralda, 5.15 Nieuws- en economisch- en beursbe
richten ANP. 5.30 VARA-strijkorkest. 6.00 „Land in
zicht", causerie, 6.15 VARA-orkest. 6.45 Actueele
reportage of gramofoonmuziek. 7.00 Economische
vragen van den dag en nieuwsberichten ANP en
sluiting.
HILVERSUM II, 301.5 M. NCRV-Uitzending. c
8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 Schriftlezing en
meditatie. 8.25 Gewijde muziek (opn.) 8.35 Gramo
foonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoon
muziek. 11.15 Pianokwartet „Die Haghe" en gramo
foonmuziek. 12.25 Reportage. 12.45 Nieuws- en eco
nomische berichten ANP. 1.00 Molto Cantabile en
gramoouanuziek. 2.00 Voor scholen. 2.35 Postil
lons. 3.25 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.15
Gramofoonmuziek. 4.30 Voor de kinderen. 5.Ö0
VPRO. Cyclus „Het gezin in onzen tijd". 5.15
Nieuws, en economische- en beursberichten ANP.,
5.30 Berichten. 5.35 Soli en duetten met pianobege
leiding. 6.00 Gramofoonmuziek 6.25 Utrechtsch
Stedelijk orkest (opn.) 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00
Friesch praatje en nieuwsberichten ANP. en slui
ting.
KOOTWIJK. 1875 M. AVRO-Uitzcnding.
7.00 Berichten (Duitsch). 7.15 Gramofoonmuziek
(7.30 Berichten (Engelsch). 8.00 Nieuwsberichten
ANP. 9.00 Berichten (Duitsch). 10.00 Morgenwij
ding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Orgel on alt
viool. 11.15 Gramofoonmuziek. (11.30 Berichten
(Engelsch). 12.00 Berichten, eventueel gramofoon
muziek. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Berichten
(Duitsch). 12.45 Nieuws- en economische berichten.
ANP. 1.00 AVRO-Amusementsorkest (1.30 Berich
ten (Engelsch). 2.00 Berichten (Duisch), 2.30 Be
richten (Engelsch). 2.45 Concertgebouw-orkest en
solist (opn.) 3.30 Berichten (Engelsch). 3.45 Om
roeporkest en solist. 5.00 Berichten (Duitsch). 5.15
Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30,
AVRO's salonorkest en solist. 6.30 Berichten (En
gelsch). 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Friesch praat
je en nieuwsberichten ANP en sluiting.