Vaax Haagje- avonden- Hit "er over den strijd tegen Engeland No. 15 (Tulp) ZATERDAG 9 NOVEMBER 194Ö HA ARE EM'S DA 'G B E A D' 3 (Vervolg van pag. 1.) DE REDE VAN DEN FüHRER. De Führer bego.r zijn rede met te herinneren aan het jaar 1923, een .hoogtepunt van den strijd om de macht in Duitschland". Daarbij herdacht hij ook het Duitschland uit den tijd van voor 1914. Het is, zoo zeide hij, niet meer ons Duitschland. Deson danks gevoelen wij ons ook daarmede verbonden. Het was een land van arbeid, een land van wel vaart. Het bezat een begin van een sociale wetge ving en het had zijn standpunt bepaald ten aanzien van problemen, waaraan thans, bijna dertig jaar later, de z.g. democratieën blind en doof voorbij gaan. Overigens was het toenmalige Duitschland nog een land var democraten. Voor' alles evenwel was het toenmalige Duitschland een land des vre- des. Men hoopte in zoover gaande mate op den vrede, dat men in een tijd, waarin ongetwijfeld de overige wereld zich reeds tegen Duitschland wa pende, ieder voor ons gunstig oogenblik voor den onvermijdelijken strijd liet voorbijgaan. Ik ben geen criticus van den toenmaligen tijd, ofschoon ik het zou kunnen zijn, want ik heb als wellicht nau welijks een tweede in de geschiedenis leering uit het verleden getrokken en die ter harte geno men. Destijds reeds was Engeland onze vijand. Als ik „Engeland" zeg, dan weet ik zeer wel dat ook daar volk en leiding niet een en hetzelfde zijn. Een klein hoopje internationale democraten, Joden en plutocraten, beheerscht dit land en dit troepje heeft ook destijds reeds de ophitserij tot den oorlog uitge voerd, Het zijn zelfs dezelfde personen als thans. Ook destijds hebben de Britsche oorlogshitsei-s er kans toe gezien eert geheele wereld tegen Duitsch land. te rnobiliseeren. Zoo kwam de oorlog, dien Duitschland niet wilde. Als voormalige soldaat uit den wereldoorlog kan ik zeggen: ze zouden ook destijds Duitschland niet overwonnen hebben als hum bondgenoot in het bin nenland ons niet gebroken had. Het was noodig eerst een Amerikaanschen tooverpriester te doen ontstaan, die de formule uitvond waardoor het Duitsche volk zich in vertrouwen op het eerewoord van een buitenlandschen president liet beetnemen. Deze goedgeloovigheid is ons betaald gezet. Dooi de toenmalige „overwinnaars" is geen enkele be lofte gehouden. De grootste woordbreuk aller tijden begon. In bijzonderheden schilderde de Führer de perio de van lijden, ellende en vertwijfeling, die toen voor'het Duitsche volk volgde en het begin van zijin eigen strijd. Dat was, zoo verklaarde de Führer hieromtrent o.a., een harde strijd, vooral echter ook tegen het volk, dat in ons land bijna almach tig scheen te zijn, tegen het Jodendom. En wat dat beteekent, dat weet degene, die thans geboren wondt, in de verdere toekomst heelemaal niet meer. Het almachtige Jodendom heeft ons destijds den oorlog verklaard. Zij weten, zoo vervolgde Adolf Hitler, dat ik steeds het standpunt ingenomen heb dat er geem dommer volk dan het Joodsche be staat, overigens ook geen gewetenloozer en geen onscrupuleuzer. De Führer maakte voorts melding van de eerste poging om de macht in handen te krijgen, die „schijnbare ineenstorting van het jaar 1923" en den unieker* zegetocht van zijn beweging in de volgende jaren. Ik heb, zoo betoogde de Führer in dit ver band, nooit strijd en twist gezocht. Het is steeds mijn doel geweest de volksgenooten te overtuigen en te winnen. Ik heb mij slechts dan verweerd, als de ander mij a priori met gebalde vuist tegemoet trad. Met precies dezelfde gedachten, zoo vervolgde Hitier o.a., aanvaarde ik in 1933 ook de macht, "Want wat is er beter dan in vrede te kunnen wer ken? Duitschland begon op te bloeien. Maar in pre cies dezelfde mate, waarin Duitschland omhoog steeg, groeide weer de afgunst van dezelfde man nen, die Duitschland eenmaal in den oorlog gestort hadden. De heer en Churchill en consorten begonnen terstond weer te stoken. Wat beteekent voor deze internationale hyena's democratie of autoritaire staat? Dat boezemt hun in het geheel geen belang 5n. Him interesseert slechts een ding: is man be reid zioh te laten uitplunderen of niet. Als een de mocratie zoo dom is, dat in stilte te verdragen, dan is zig goed Als wfc ak zoogenaamde autoritaire staat die zich hierin van de democraten onder scheidt, dat hij de massa des volks achter zich heeft al die offers gebracht hadden, waarmede de in ternationale plutocratieën ons bezwaarden, dan had men gezegd: eindelijk een verstandig bewind in Duitschlaiod. Ik heb destijds op een ander standpunt gestaan. De Führer betoogde dat hij bij de overneming van de macht bereid was vrede te sluiten. Ik was bereid, zoo zeide hij, te ontwapenen. Als de Engelschen daarop ingegaan waren, goed. Zij zijn er niet op in gegaan. Oolc goed. Dan echter conse quent en geen half werk. Ik heb een besluit ge nomen: of wij zijn heelemaal geen soldaten of wij zijn de beste ter wereld. En ik heb toen de voor bereidingen getroffen en wel grondig. Het Duit sche volle is daarbij van niets beroofd, integen deel: wij hebben 7 millioen menschen weer in het productieproces opgenomen. Wij beleefden het toen dat de goudstaten met hun muntstelsel kapot gin gen, terwijl wij, de niet goede staat, onze munt eenheid handhaafden. Enkele andere landen, heb ben nu het goud binnengehaald en opgestapeld en thans dreigt het inzicht in de wereld te dringen dat het goud op zichzelf volkomen zonder be- teekenis is. Dit inzicht kan gevaarlijk worden voor hen, die in het goud een element van hun strijd en de macht zien en het ook steeds als zoodanig getaxeerd en gebruikt hebben. De Führer wees op den internationalen strijd, die in binnen- en buitenland met alle middelen tegen het nieuwe Duitschland begon. Pogingen tot ontketening van de revoluties in het binnenland tot een algemeene omsingeling in het buitenland. Dit heeft thans zoo verklaarde Hitier, tot hetzelfde resultaat geleid als alle dergelijke vroegere po gingen in het binnenland. Iedere poging om door verdragen en afspraakjes staten tegen ons te mo- biliseeeren, leidde er slechts toe dat ik de bewa pening weer wat sterker opvoerde. Ik was vast besloten alles op alles te zetten. Onwrikbaar ging de strijd voort met het doel het verdrag van Versailles af te schaffen. Ik heb daarbij het doel gehad den vrede te handhaven. Ik wilde de nauwste vriendschappelijke betrekkingen met Engeland tot stand brengen. Ik wilde diezelfde ver houding met Italië. Ik dacht voorts aan Japan als een mogendheid, met welker belangen de onze parallel konden loopen. Voor zooverre het Italië betrof, is deze poging geslaagd dank zij den genialen arbeid van dien eenen man, die het fas cisme stichtte. Tenslotte is het ook gelukt met Japan. Helaas is het met Engeland mislukt. Dat was niet onze schuld, integendeel, ik heb tot op het laatste oogenblik nog tot weinige dagen voor het uitbreken van den oorlog getracht het oude doel van mijn buitenlandsche politiek te verwezen lijken. Ik heb den Britschen ambassadeur destijds de schitterendste aanbiedingen gedaan. Bepaalde belanghebbenden bij een oorlog stookten sedert jaren. Er kon geen twijfel aan bestaan dat zij op 'zekeren dag woede en haat tegen Duitschland in het Britsche volk zou doen oplaaien, terwijl het Duit sche volk omgekeerd geen haat jegens Engeland koesterde. Daartegen heb ik reeds in 19381939 gewaarschuwd en met name in een rede te Saar- brücken betoogd dat het zoo niet kon voort gaan. Het oogenblik kwam, zoo vervolgde de Führer, waarop liet niet meer de vraag was of het nog wel mogelijk zou zijn den oorlog te vermijden, doch alleen nog of hij misschien een, twee of drie jaar lang tegengehouden zou kunnen worden en wel door zeer zware vernederingen voor Duitsch land. Op dat oogenblik, waarop ik besefte, dat En geland slechts tijd wilde winnen, dat men daar evenwel besloten was den oorlog onder alle om standigheden te voeren, had ik slechts een enkelen wensch: als zij dan al besloten waren om den oorlog te verklaren, dat zij het dan openlijk nog zouden doen, terwijl ik leefde, want ik beweer dat dit de hardste strijd moet worden, die het Duitsche volk ooit opgelegd is. Ik verbeeld mij echter niet slechts dat ik de hardste man men, die het Duitsche volk sinds vele tientallen jaren misschien sinds eeuwen gehad heeft, doch ik bezit ook de grootste autori teit. Voor alles evenwel geloof ik aan mijn succes en wel onvoorwaardelijk. Ik ben er vast van overtuigd dat deze strijd geen grein anders zal aïloopen dan de strijd, iden ik eens in mijn binnenste uitgevoch ten heb. Ik ben er van overtuigd dat de Voorzienig heid mij slechts tot dusverre geleid en alle ramp spoeden van mij gehouden heeft om mij dezen strijd van het Duitsche volk te laten voeren. En tenslotte, ik heb nog een grooten strijd meegemaakt en ik behoor ook tot degenen, wien destijds het succes door bedrog ontnomen is en het is daarom mijn onverzettelijk besluit, dat de huidige strijd niet eindigt zooals destijds. De Führer herinnerde daarop aan den toestand van een jaar geleden en aan de beslissingen, die intusschen volkomen anders uitgevallen zijn, dan de tegenstanders verwachtten. Een jaar geleden, zoo zeide hij, was met Polen afgerekend. Thans, een jaar later, kan ik nieuwe successen melden. Lang zaam mobiliseert het vasteland, terwijl het tot zelfbezinning komt zich tegen den vijand van het vasteland. Duitschland heeft dit continennt in wei nige maanden inderdaad de vrijheid gegeven. De Britsche poging om Europa te Balkaniseeren dat kunnen de Britsche staatslieden zich voor ge zegd houden behoort tot het verleden en heeft afgedaan. Engeland wilde Europa desorganiseeren, Duitschland en Italië zullen Europa organiseeren. Als i thans in Engeland verklaart dat de strijd voort gezet wordt, dan is mij dat volkomen onverschil lig. De strijd wordt zoolang voortgezet tot wij hem zullen eindigen en wij zullen hem eindigen. Daarvan kunnen zij verzekerd zijn. En hij zal beëindigd worden met onze overwinning. Dat kunnen zij eveneens van mij aannemen. En dat de weermacht iederen dag uitbuit, weet ieder die bij ons zelf soldaat is geweest. Dit eerste militaire instrument ter wereld wordt onophoude lijk verzorgd en verbeterd. En wanneer het uur van den aanval op groote schaal weer slaat, hoop ik weder precies dezelfde resultaten te bereiken, als wij reeds behaald hebben. Wij hebben alles uiterst grondig voorbereid om snel en stoutmoedig te handelen. Het oogenblik zal komen, waarop de heereim, die thans de geheele wereld reeds weer met den mond veroveren, met de wapens stand zullen moeten houden. En dan zullen wij zien, wie de maanden beter gebruikt heelt: wij of de anderen. Duitschland is iin elk geval met zijn bondgenoot thans sterk genoeg om aan iedere combinatie op deze wereld het hoofd te bieden. Er is geen coalitie van machten, die tegen de onze opgewassen kan zijn. In economisch opzicht loonan zich thans de lange voorbereidingen, die we reeds in vredestijd hebben getroffen: het vierjaren plan dat wij thans voor vier jaar hebben verlengd, heeft ons talrijke reserves opgeleverd en de Engelschen weten dat zeer goed. Het heeft ons onafhankelijk moeten ma ken van iedere afsluiting of blokkade. Overigens willen wij wel eens zien wie in enkele maanden geblokkeerd zal zijn: wij of de anderen. Ik geloof, zoo vervolgde de Führer dat hun het liegen reeds thans op menig gebied slecht is vergaan. De heer Churchill, die nog acht of zes maanden geleden verklaarde: „Wij hebben in deze maand vijftig procent van uw duikbooten vernietigd", kon de volgende maand niet nog eens vijftig procent zeggen, omdat er anders geen enkele meer over zou zijn. De volgende maand ware" het derhalve nog slechts dertig procent. Een maand later kon hij niet twintig procent zeggen, doch moest hij beweren tien procent. Thans begint deze generaal-leugenaar der weerldgeschiedenis toe te geven dat onze duikbooten meer schijnen te zijn dan zij eerst wa ren. Wat dat betreft kan hij mij gelooven wanneer ik zeg, dat zij inderdaad meer zijn. Hij heeft er vooral geen idee van hoe zij meer worden. Wij zul len hen nog tarten, deze internationale kapitalisti sche leugenaars. En wij zullen .het nog beleven. Eens zal er zeker geen Churchill meer zijn, doch Duitsche duikbooten en nog eens Duitsche duikboo ten. En zoo, nadat hij dat op zichzelf niet meer bestrijden kan, heeft deze geniaalste strateeg, die tot dusver geboren werd, zich op den luchtoorlog geworpen. Want het is reeds een geniaal idee van Churchill geweest, speciaal met het wapen, waarin Engeland in vergelijking met ons het allerzwakste is, den luchtoorlog te beginnen. Gij weet dat ik de wereld jarenlang heb voor gesteld een einde te maken aan den bommaraoor- log, in het bijzonder tegen de burgerbevolking. En geland echter heeft dit ongetwijfeld daar het ko mende ontwikkeling verwachtte, afgewezen. Goed. Ik heb desondanks in dezen oorlog den strijd nooit tegen burgerbevolking laten voeren. Ik heb in den oorlog tegen Polen geen nachtelijke aanvallen op Poolsche steden laten ondernemen. Men kan des nachts de verschillende objecten niet zoo nauw keurig treffen. RESULTATEN VAN DEN STRIJD. De strijd heeft tot dusver tot unieke resultaten geleid. In de eerste plaats: hij heeft wat het men- schenaantal betreft voor het Duitsche volksgoed zoo goed als geen offers g'eëischt. In totaal is het aantal slachtoffers nauwelijks iets meer dan de helft van dat, hetwelk de oorlog van 1870/71 ge- eischt heeft. Al de gereed gehouden reusachtige vervangingsploegen, die wij voor verliezen in reserve hadden gehouden, hebben wij niet behoeven aan te tasten. Ten tweede: in materieel opzicht: De materieele offers van den oorlog zijn alleszins onbeteekenend. Wat wij tot dusver als munitie ver schoten hebben is feitelijk slechts een deel van een maandproductie. De reserves zijn zoo enorm dat ik op menig gebied thans de productie moet staken, omdat er geen mogelijkheid bestaat deze massa's thans onder te brengen. Ik heb de productie daarom thans laten leiden naar gebieden, waarop ik bijzon der sterk meen te moeten zijn. Gij verneemt immers De pont over de Waal temidden van de onderge- loopeu uiterwaarden bij Zaltbommel. (Foto Pax-Holland). de dreigementen der anderen, wat zij zullen produ- ceeren: Australië heeft zes of zeven millioen in woners met inbegrip van den boschneger. Doch desondanks willen zij acht maal zooveel vliegtuigen produceeren als Duitschland. Canada heeft negen millioen inwoners. Doch zij willen twaalf maal zooveel vliegtuigen bouwen als Duitschland. Wat de Amerikaansche productie betreft deze kan men niet eens met astronomische getallen voor stellen. Op dit gebied zou ik dan ook geen con current willen zijn. Doch van een ding kan ik u de verzekering geven: De Duitsche productie capaci teit is de grootste der wereld en wij zullen deze niet laten verminderen, want wij zijn in staat thans zoo ongeveer de krachten van geheel Europa te rnobiliseeren en dat ik dit op industrieel gebied doe, kan men van mij aannemen. De materieele uitrusting is derhalve enorm en zij neemt pas thans toe. Ik kan derhalve samenvattend één ding zeggen: wij zijn op de toekomst voorbereid als nog nooit te voren. Wij zijn in materieel opzicht voorbereid en wij zijn wat de menschen be treft voorbereid. BOMMEN OP BURGERBEVOLKING. Ik liet derhalve in hoofdzaak slechts bij dag aan vallen en altijd alleen militaire doelen. Ik heb het zelfde in Noorwegen, in Nederland, in België en in Frankrijk gedaan. Toen kwam de heer Churchill plotseling op de gedachte, nadat de Britsche lucht macht overdag in het geheel niet meer over Duitsch gebied kwam vliegen, de Duitsche burger bevolking met nachtelijke aanvallen te teisteren. Gij kent mijn geduld, mijne partijgenooten. Ik heb dus acht dagen toegezien. Men heeft bommen ge worpen op de burgerbevolking aan den Rijn en op de burgerbevolking in Westfalen. En ik heb daarop veertien dagen toegezien en gedacht: „De man is waanzinnig. Hij voert een strijdwijze in, waarbij slechts Engeland kan worden vernietigd", Toen de oorlog in het westen ten einde was heb ik nogmaals Engeland de hand aangeboden. Ik werd wederom zoo woest mogelijk beschimpt. De heer Halifax gedroeg zich als een waanzinnige. Ook goed. Men deed de bomaanvallen aan hevigheid toenemen. Ik heb weer gewacht. Ik moet zeggen, dat het mij zwaar begon te vallen. Want er kwamen velen tot mij, die zeiden: „Ja, hoelang wacht gij nog Führer? Die houden niet vanzelf op". Ik heb langer dan drie maanden gewacht, doch toen heb ik op zekeren dag het bevel gegeven: zoo, ik neem dezen strijd thans aan en ik neem hem aan met de vastbeslotenheid, waarmede ik nog steeds iederen strijd heb aangenomen. Dat wou zeggen: thans strijd tot het einde toe. Zij willen het, zij zullen het hebben. Zij wilden Duitsch land door den luchtoorlog vernietigen. Ik zal hun thans laten zien, wie vernietigd wordt. Het Engelsche volk, waarvoor ik slechts leedwezen ge voel, kan daarvoor zijn opper-misdadiger bedan ken. De heer Churchill heeft met dezen strijd zijn grootsten militairen flater begaan, die ooit een staatsman of een veldheer kon maken. Hij heeft ge streden met het wapen, waarmede hij het zwakst is en hij heeft gestreden uit een positie, die voor Engeland sedert het oogenblik, waarop wij van Drontheim tot Brest zitten, ook geografisch slecht is. Het is de zwakste positie, die Engeland maar bezitten kan. Wij zullen dezen strijd doorzetten. Ik betreur het, dat hij natuurlijk aan onze zijde offers eischt. Al leen ken ik het nationalistische Duitschland slechts de heer Churchill ken het niet. Dat is het groote verschil. Hij heeft toch gemeend daar door wellicht het Duitsche volk murw te kunnen maken. Hij heeft alleen maar glad vergeten, dal thans een ander Duitschland is opgestaan. Dit Duitschland wordt door iedere bom fanatieker zijn vastbeslotenheid wordt alleen nog maar grooter. Het weet boven al: aan dit schandaal moet eens en voor altijd een einde worden gemaakt. En daartoe zijn wij vastbesloten. Toen in 1938 de heer Chamberlain hier in München was en hij huichelachtig zijn vredesvoorstellen deed, heeft deze man in zijn binnenste het vaste voornemen gekoesterd, terstond na zijn terugkeer te zeggen: „Ik heb thans een bepaalden termijn gegeven, en thans zullen wij ons bewapenen, opdat wij dan Duitschland kunnen overvallen". Wij weten zeer goed dat iedere wapenstilstand thans feitelijk slechts een wapenstilstand zou zijn. Zij zouden hopen, dat ik dan wellicht na eenige jaren niet meer aan het hoofd van het rijk zou staan en dat dan de strijd opnieuw zou kunnen beginnen. Geen compromis mogelijk. Het is derhalve mijn onwrikbaar besluit het conflict thans tot een duidelijke beslissing te brengen: precies zooals ik als nationaal-socia- list in den strijd om Duitschland ieder compro mis van de hand heb gewezen, zoo wijs ik ook thans ieder compromis van de hand. Ik heb zoo dikwijls de hand geboden. Het was vergeefs. Zij wilden dezen strijd, zij zullen hem thans hebben. Het Duitsche volk zal dezen strijd tot het einde toe voeren. Het gevaar dat over een of twee of drie jaar na groote spanning de strijd weder ontbranden zal, moet uit den weg geruimd worden. Het Duitsche volk wil eindelijk vrede hebben. En wel een vrede, die het laat arbeiden, die het niet aan internatio nale schurken mogelijk maakt andere volken tegen ons op te hitsen. Voor deze lieden is de oorlog na tuurlijk de grootste verdienste. Ik heb geen reden om eenig materieel belang oorlog te voeren. Voor ons kan hij slechts treurig zijn. Ons, het Duitsche volk en de geheele gemeenschap, ontneemt hij on eindig veel tijd en arbeidskracht. Ik heb geen aan- deelen in wapenfabrieken in mijn bezit. Ik ver dien aan dezen oorlog niets. Ik zal gelukkig zijn. wanneer wij weer zouden kunnen arbeiden, zooals ik vroeger voor mijn volk gearbeid heb. Doch deze internationale misdadigers zijn tevens de 'grootste wapenzwendelaars, die er bestaan. Aan hen be- hooren de fabrieken. Zij doen de zaken. Dat zijn dezelfde lieden als wij vroeger ook in Duitschland hadden. Met deze lieden is slechts een oplossing mogelijk: Hier moet er een breken, en dat zal on der geen omstandigheid Duitschland zijn. Wanneer echter dit Duitschland thans een an dere houding bezit, komt dit daarom, omdat het nationaal-socialisme het Duitsche volk weder ver heven heeft. Het heeft de geestelijke, psychische, moreele en ook materieele voorwaarden gescha pen voor de enorme overwinningen der weer macht van ons jonge rijk. Iedere soldaat weet het en moet het weten dat de legers, die thans onder onze vaan marcheeren, de revolutielegers van het derde rijk zijn. Zij dragen in het hart niet slechts het geloof aan het Duitschland, dat ons allen in de toekomst voor oogen staat, waarvoor wij zoolang gestreden hebben, het geloof aan een beter rijk. waarin de groote doelstellingen van onze nationale en sociale beweging verwezenlijkt worden, en dat wij thans dit Duitschland bezitten hebben wij te danken aan hen, clie in 1923 gemarcheerd hebben en bovenal ook aan hen, die destijds als eerste bloedoffers voor de beweging gevallen zijn. Deze zestien dooden zijn meer dan slechts zestien doo- den. Zij zijn de kroongetuigen van een nieuwe we deropstanding van ons volk geworden. Zij hebben destijds werkelijk in grenzelooze liefde tot Duitsch land gehandeld, want wie destijds bij de beweging kwam, tegen hem kon men slechts zeggen: Je kunt. al het andere opgeven. Je 'hebt in het geheel niets, waarvan je zeker bent, behalve wellicht je eigen dood. Doch je ziet voor je iets. waarvoor wij allen strijden. Het is een miieuw Duitschland, maar een Duitsch land der eer, dat wij weder oprichten, dat zijn zo nen weder het dagelijksche brood waarborgt en dat in de wereld weder den rang inneemt, die het toekomt ©p grond van de getalsterkte van ons volk, het historische verleden en onze vroegere, tegen woordige en toekomstige waarde. Daarvoor hebben deze menschen zich opgeworpen en daarvoor heb ben ook deze zestien destijds hun leven gegeven, en op deze zestien zijn thans vele honderden ge- Kruiswoord-Puzzle Horizontaal: 2. Zeegrens. 4. Pracht. 5. Edelman. 7. Lichaamsdeel. 8. Zangnoot. 9. Kuip. 10. Voedsel. 12. Siameesche munt? 13. Dezelfde. 14. Boom. 15. Plek. 17. Voorzetsel. 18. Interval. 20. Gewicht. 21. Hoogte. 22. Lichaamsdeel. 23. Zangnoot. 25. Bijwoord. 26. Indisch rijk. 28. Badplaats. 29. Handschrift. 30. Ernstig. 32. Spil. 34. Zangnoot. 35. Deel van het rijk der Nederlanden. 36. Huiselijk woord voor soep.. 38. Nakomeling. 40. Wijnsoort. 42. Maat. 43. Herkauwer. 45. Lokmiddel. 47. Getij 49. Regel. 51. Familielid. 52. Keurig. 54. Bijwoord. 55 Orgaan. 56. Ambtshalve. 57 Wederkeerend voor naamwoord. 58 Hoofdstad van land' in Europa. 60 Vaas. 61. Bloeiwijze. 62. Sooedig. 64. Streek. 66. Bouwland. Verticaal: 1. Hoofdstad van land in Europa. 2. Kleed. 3. Meubelstuk. 4. Schaakopening. 5. Slee. 6. Voorzetsel. 7. Stad in Nederland. 9 Voelen. 11. Onvoorbereide rede. 14. Lichaamsdeel. 16. Op een onbekende plaats. Stad op Java. Waarschuwer. Dorp in N.-Holland. Altijd Aziatisch rijk. Landbouwwerktuig. Kerkgebruik. Plaats in Gronin gen. Met z'n beidjes. Groente. Lof. Tijdperk. Onvruchtbaar. Toekomstig. Vlek. Tiid wijzer. Edelman. Gewicht. Zwak. Inhoudsmaat. Afkeuring. Meer in Amerika. Zwemvogel. Zonnegod. Oplossing uoiige opgave No. 14. KAMRAADSEL 1 2 3 4 5 H A l< O D L L O Y D E A E O N I R D V O B E Z 1 E I E N 1 E R E Z A E U E R E A N S N Y T R volgd, hier en buiten de grenzen van het rijk. Het was bijna tien jarenlang een enkele weg van martelaren, het sterkst wellicht in de Ostmark en' in het Sudetenland, omdat de strijd daar het minste kanis op succes scheen te bieden. Hoe kon den deze kleine lieden het wonder vooruitzien, waardoor zij anderhalf of twee decennia later glo rievol in hun groot rijk zouden worden terugge bracht. Zij hebben desondanks gestreden, het ge loof iin> het hart. Dit alles echter vond zijn uitgangspunt in dezen 8en en 9en November 1923. En daarom gedenken wij de nagedachtenis van deze mannen met bijzom- dere ontroering thans meer nog dan toen want zij allen hébben tevens ook de smaad van de ineen storting van 1918'19 in het hart gedragen. In hen heeft deze smaad gevreten en gewoeld. Hoe dikwijls hebben wij tezamen gezeten, steeds doorgloeid van die eene gedachte: „dat moet in on-ze geschiedenis hersteld worden, dat kan niet zoo voortduren en kan niet zoo blijven. Dat zou het Duitsche volk voor altijd met schande belasten. Dat zullen wij uit onze geschiedenis doen verdwijnen. Dat zullen wij weer uitwisschen. Wij zullen weer oprichten een Duitschland van macht en van kracht en van heer lijkheid. Duitschland moet weder opstaan, koste wat het kost". En in dezen geest hebben wij destijds gestreden. In dezen geest werd daarop de strijd pas goed ver der gevoerd en in dezen geest staan wij hier thans voor de overige wereld en zullen wij volbrengen datgene waarvoor ook zij eens gevallen zijn. Zij gelooven Duitschland te vernietigen. Zij zul len zich vergissen. Uit den strijd zal Duitschland eerst werkelijk opstaan. Aan het slot der rede, die herhaaldelijk door ge weldige bijvalsbetuigingen onderbroken werd, brak een storm van applaus los, een heilgeroep zooals deze oude nationaal-socialistische vergaderplaats nog nooit beleefd had. Steeds opnieuw braken de ovaties los, welke de massa's den Führer brachten, waarna er volksliederen werden gezongen. PROGRAMMA ZONDAG 10 NOVEMBER 1940. HILVERSUM I 415 M. 8.00 KRO, 1.00—7.15 AVRO. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Wij beginnen den dag. 8.30 De Minnestreelen en gramofoonmu ziek. 9.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Hoogmis. 11.15 Gramofoonmuziek. 12.00 Declamatie. 12.15 Rot- terdamsch Philharmonisch orkest (opn.). 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP, 1.00 Om roeporkest en solisten (opn.) (ca. 1.15 Interview). 1.45 „Contact tusschen school en huis", lezing. 2.00 Concertgebouw-orkest en solist (ca. 2.50 Cyclus „Onze Volksdichters"). 4.15 Radiotooneel (opn.). 5.05 Gramofoonmuziek. Hierna: Sport nieuws ANP. 5.15 Wekelijksche gedachtenwisse- ling ANP. 5.30 Cabaretprogramma. 6.15 Russisch programma. 6.45 Actueele reportage of gramo foonmuziek. 7.00—7.15 Nieuwsberichten ANP en sluiting. HILVERSUM n 301,5 M. 8.00 NCRV. 8.30 VPRO. 9.30 NCRV, 1.00 KRO. 4.00 NCRV, 5.15—7.15 KRO. 8.00 Nieuwsberichten ANP, 8.10 Gewijde muziek (opn.). 8.30 Studiodienst. 9.30 Gramofoonmuziek. 11.15 Geestelijke muziek (gr.pl.) 12.00 Reportage. 12.25 „Kent Gij Uw Bijbel?" lezing. 12,45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Gramofoon muziek. 1.10 KRO Kamerorkest en -koor en so listen. 1.45 Voor middenstanders. 2.00 Collegium „Musica Divina" (2.152.30 Gramofoonmuziek). 2.45 Inleiding volgende uitzending. 3.00 Radio tooneel. 4.00 Wijdingswoord 5.15 Wekelijksche gedachtenwisseling ANP. 5.30 KRO-Kamerorkest (6.006.15 Gramofoonmuziek). 6.45 Gramofoon muziek. 7.007.15 Nieuwsberichten ANP en slui ting. KOOTWIJK 1875 M. VAR A-Uitzending. 7.00 Berichten (Duitsch). 7.15 Gramofoonmu ziek (7.307.45 Berichten Engelsch). Om 8.00 Nieuwsberichten ANP). 10.00 Berichten (Duitsch). 10.15 Orgelspel. 10,45 Gramofoonmuziek. 11.30 Berichten (Engelsch). 11.45 Esmeralda en solist. 12.30 Berichten (Duitsch). 12.45 Nieuws- en eco nomische berichten ANP. 1.00 Gramofoonmuziek (1.30—1.45 Berichten Engelsch. 2.00—2.15 Berich ten Duitsch). 2.30 Berichten (Engelsch). 2.45 Ver korte opera „Ernani" (gr.pl.). 3.30 Verzoekpro gramma voor de Duitsche Weermacht. 6.00 Gra mofoonmuziek (6.30—6.45 Berichten Engelsch). 7.00—7.15 Nieuwsberichten ANP en sluiting. MAANDAG 11 NOVEMBER 1940. HILVERSUM L 415 M. VA RA-Uitzending. 8.00 Nieuwsberichten ANP., Gramofoonmuziek. 10.00 VPRO.: Merger wijding. 10.20 Declamatie. 10,40 Pianovoordracht. 11.10 Declamatie. 11.30 VARA-orkest (12.00 Gramofoonmuziek). 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 Es meralda. solist en gramofoonmuziek. 2.00 Voor de vrouwen. 3.00 Orgelspel. 3.30 GramofoonTnuziek. 4.00 Gramofoonmuziek met toelichting. 4.30 Esme ralda, 5.15 Nieuws- en economisch- en beursbe richten ANP. 5.30 VARA-strijkorkest. 6.00 „Land in zicht", causerie, 6.15 VARA-orkest. 6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek. 7.00 Economische vragen van den dag en nieuwsberichten ANP en sluiting. HILVERSUM II, 301.5 M. NCRV-Uitzending. c 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 Schriftlezing en meditatie. 8.25 Gewijde muziek (opn.) 8.35 Gramo foonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoon muziek. 11.15 Pianokwartet „Die Haghe" en gramo foonmuziek. 12.25 Reportage. 12.45 Nieuws- en eco nomische berichten ANP. 1.00 Molto Cantabile en gramoouanuziek. 2.00 Voor scholen. 2.35 Postil lons. 3.25 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.15 Gramofoonmuziek. 4.30 Voor de kinderen. 5.Ö0 VPRO. Cyclus „Het gezin in onzen tijd". 5.15 Nieuws, en economische- en beursberichten ANP., 5.30 Berichten. 5.35 Soli en duetten met pianobege leiding. 6.00 Gramofoonmuziek 6.25 Utrechtsch Stedelijk orkest (opn.) 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Friesch praatje en nieuwsberichten ANP. en slui ting. KOOTWIJK. 1875 M. AVRO-Uitzcnding. 7.00 Berichten (Duitsch). 7.15 Gramofoonmuziek (7.30 Berichten (Engelsch). 8.00 Nieuwsberichten ANP. 9.00 Berichten (Duitsch). 10.00 Morgenwij ding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Orgel on alt viool. 11.15 Gramofoonmuziek. (11.30 Berichten (Engelsch). 12.00 Berichten, eventueel gramofoon muziek. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Berichten (Duitsch). 12.45 Nieuws- en economische berichten. ANP. 1.00 AVRO-Amusementsorkest (1.30 Berich ten (Engelsch). 2.00 Berichten (Duisch), 2.30 Be richten (Engelsch). 2.45 Concertgebouw-orkest en solist (opn.) 3.30 Berichten (Engelsch). 3.45 Om roeporkest en solist. 5.00 Berichten (Duitsch). 5.15 Nieuws-, economische- en beursberichten ANP. 5.30, AVRO's salonorkest en solist. 6.30 Berichten (En gelsch). 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Friesch praat je en nieuwsberichten ANP en sluiting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 9