Asmrin FLITSEN Afgezant Promotie H. F. Tillema MAANDAG 11 NOVEMBER 1940 HAARLE M'S D A G B 13 A B 3 Omdat U geen kattenoogen hebt is het moeilijk 's avonds in het donker 'n apotheek of drogisterij te vinden. Bespaar U zoo'n tocht en zorg dat er ASPIRIN NIEUWE SERIE No. 150 5 Elfjarige menschenredder van den hygiëischen toestand in Indië verricht, maar veel is er nog te doen overgebleven, want het werk is zeer omvangrijk en zeer moeilijk. Moge het u gegeven zijn, zoo besloot Prol. Kapsenberg, nog vele jaren, op uw wijze, de belangen van. Kromo's groote land te dienen. Een hartelijk applaus weerklonk aan het slot van deze beschouwing over den mensch Tillema en zijn werk. In de pauze was er gelegenheid om de boeken en geschriften van den heer Tillema, die in een an dere zaal waren tentoongesteld, te bezichtigen. Het is wel overbodig'om te zeggen, dat er van de. ge legenheid om met het interessant en uitgebreid oeuvre de kennismaking te hernieuwen, een druk gebruik werd gemaakt. Na de heropening der bijeenkomst sprak professor Kapsenberg als volgt: „Thans is het plechtige oogenblik aangebroken, dat mij de eer te beurt valt u, geachte heer Tillema, tot doctor honoris causa te bevorderen. Gaarne aanvaard ik de taak, mij door den rector- magnificus opgedragen om, krachtens de bevoegd heid ons bij de wet toegekend, volgens het besluit van den Rector-magnificus en Senaat, u, Hendrik Freerk Tillema, te bevorderen tot doctor honoris causa in de geneeskunde en u alle rechten te ver- leenen, die door wet of gewoonte aan dezen titel zijn verbonden". Spreker overhandigde tenslotte als bewijs van deze promotie het eere-diploma. De volgende spreker was de rector-magnificus, prof. dr. J. M. N. K a p t e y n. Deze wees op de beteekenis van het woord doctorandus. Een docto randus is iemand, die gediplomeerd kan worden ofmoet worden krachtens den wil van zijn fa milie. In het laatste geval getuigt het uiteraard van weinig idealisme. De heer Tillema is doctor kunnen worden krach tens een bepaling in de wet een bepaling welke de Senaat als een bijzonder voorrecht beschouwt dat menschen met een groot wetenschappelijk idealisme en kennen, menschen ook, die zich jegens de Maatschappij en het Vaderland zeer verdienste lijk hebben gemaakt, deze onderscheiding deel achtig kunnen worden. Namens den Senaat gaf spr. de uitdrukkelijke verzekering, dat hij het een groot .voorrecht acht, dat deze onderscheiding aan den heer Tillema kon worden uitgex-eikt. Professor Swellengrebel uit Amsterdam bracht den nieuwen doctor de gelukwenschen over van de ver. „Oost en West", het Koloniaal Instituut te Amsterdam en van „Simavi". En ook, zoo ver klaarde spreker er uitdi-ukkelijk bij. van hem zelf. Wanneer een jonge doctor voor het eerst wox-dt toe gesproken, is het „mos" in Amsterdam en in Gro ningen zal het wel even zoo zijn dat men hem er op wijst, dat deze waardigheid den gepi-omoveer- de verplichtingen oplegt. Dat hij den titel heeft ge- lu-egen als wissel, op de toekomst. Bij den heer Tillema is dat juist anders om. Hij heeft al aan zijn verplichtingen voldaan en niet op een krenterige manier. Zijn geheele leven, zijn persoon in bijzonderen en uitgebreiden zin, heeft hij er voor in dienst ge steld. Spr. releveerde de werkzaamheden op di verse gebieden van den heer Tillema, herinnerde ook aan de liefde - en zorg van mevrouw Tillema, als haar man weer op ven-e en gevaarlijke x-ei- zen was. Wien moet ik thans feliciteex-en, .aldus riep spre ker uit. U of veeleer de wetenschap en het vader land, die zich in staat zien gesteld om een gedeelte van de schuld welke zij jegens U hadden, in te lossen. Spreker besloot met een woord van gelukwensch zoowel aan den nieuwen doctor als aan de Alma Mater Groningensis. De plechtigheid, welke hiermede beëindigd was, werd gevolgd door een druk bezochte receptie. DIEFSTAL IN EEN ZWEMINRICHTING. Zatex-dagavond werd een zestienjarige jongen in het Sportfondsenbad te Haarlem op heeterdaad be trapt, toen hij uit de kleedhokjes bezig was geld te stelen. Hij werd overgegeven aan de politie, die proces-vex-baal tegen hem opmaakte. Haalde reeds drie kinderen uit het water! Het viel soms niet mee, om door het overstroomde gebied langs de Waal naar zijn werk te komen. (Foto Pax Holland.) Druk bezochte plechtigheid te Groningen Buitengewooxi groot was de belangstelling, die Zaterdagmiddag bleek te bestaan voor de promotie van den heer H. F. Tillema, den bekenden hygië nist, tot doctor honoris causa in de geneeskunst, welke onderscheiding hem door den Senaat van de Rijksuniversiteit te Groningen is verleend om zijn groote verdiensten en mede ter gelegenheid van zijn 70-sten verjaax-dag. De Senaatskamer was amper in staat, het pu bliek te bergen. Daar waren in de eerste plaats de leden van het Curatorium, baron E. van Weideren Rengers, président-curator, mr. dr. R. H. baron de Vos van Steexxwijk, mr. P. W. J. H. Cort van der Linden en mr. dr. E. J. Beumer, alsmede de secre taris van het College van Curatoren, mr. J. L. H. Cluysenaer, tal van hoogleeraren, vertegenwoor digers van "den Senaat van „Vindicat atque Polit", van de Gron. Vroxxwelijke Studentenclub „Magna Pete", leden van het hoofdbestuur en van het af- deelingsbestuur der ver. „Oost en West", een ver tegenwoordiger van het Hoofdbestuur van de Ne- derlandsche Maatschappij ter bevordering der Phar- macie. Mevrouw Tillema kon helaas niet aanwezig Zijn op het oogenblik, dat haar echtgenoot de wel verdiende hulde en onderscheiding van wetenschap pelijke zijde in ontvangst mocht nexnen. Te ruim drie uur betiraden de rector-magnificus, prof. dr. J. M. N. Kapteyn, de heer Tillema, de secretaris van den Academïschen Senaat, prof. dr. J. G. van den Corput, en de promotor prof. G. Kapsenberg de zaal. Na een inleidend woord van den rector-rnagnifi- eus, hield de promotor zijn rede. De promotor Prof. G. Kapsenberg, ving zijn rede aan met er op te wijzen,' dat op dezen hoogtijdag voor den heer Tillema en diens familie een blij ge voel allen doorstroomt, die in Indië of in het Moederland met den nieuwen eere-doctor hebben samengewerkt aan de verwezenlijking van het grootste doel, dat den heer Tillema steeds voor oogen gestaan heeft en ook nu nog zijn leven bezielt, n.l. sympathie voor Indië's bevolking op te wekken en ex- de aandacht op te vestigen van hoe groote beteekenis de vex-betering van de volks gezondheid in het groote Indonesië is; niet alleen voor het schoone eilandenrijk zelf, maar ook voor het Moederland, ja voor geheel Europa. Allen, wien het lot van tropisch Nederland, van „Kromo's groote land" ter harte gaat en die be seffen, hoe zegenrijk de ax-beid van den heer Til lema voor de inheemsche en Europeesche bevolking geweest is, verheugen zich met hem en met ons in de hulde, aldus spr., die onze Universiteit hem bewijst. Immers in die hulde be trekt zij als van zelf pok het groote aantal noeste werkers, dat voor den heer Tillema en met hem, en na hem op eenigerlei wijze, elk naar de mate van zijn vermogen, de volksgezondheid van Indo nesië gediend hebben en nog dienen. Ook voor.de eigenlijke vakgenooten van den heel Tillema gaat er van dezen dag een groote bekoring uit. Spr. gaf vervolgens een uiteenzetting van de beweegredenen, waaraan de Universiteit de hoogste onderscheiding, welke zij kan vexleenen, aan den heer Tillexna heeft uitgereikt, er daarbij op wijzen de, dat deze een hygiënist is, die zeer belangrijk wetenschappelijk werk geleverd heeft, vooral maar niet uitsluitend op het gebied der tro pische hygiëne. Hij heeft het namelijk niet bij de bestudeering weten schappelijke- en hygiënische de bestudeering 'wetenschappelijk van hygiënische misstanden gelaten, doch er met inzet van alles naar gestreefd om vex-beteringen, waarvan hij op grond van zijn studie overtuigd was, dat zij nut tig en noodig en tevens voor verwezenlijking vat baar waren, tot stand te doen komen. Dat hij op het gebied der hygiëne zoo veel heeft weteix te bereiken, zag spr. het gevolg van een viertal eigenschappen, welke in gelijke mate dr. Tillema's deel zijn. 1. zelfkepnis. 2. een gevoelig hart. 3. een helder gezond verstand en 4. een onuitbluschbare wex-kkracht. De onvolledige karakteristiek illustreexde spr. met een klein voorval in het leven van den heer Tillema en met enkele door hem geuite opvattin- gen. Spr. gaf vervolgens een beknopt overzicht van hetgeen door den heer Tillema al of niet in samenwerking met anderen bereikt is. Prof. Kapsenberg dacht daax-bij niet alleen aan de tot standkoming van gi-oote practisch-hygiënische wer ken, zooals de waterleiding van Semarang, die vooral op aandringen van den heer Tillema haar water en wel kosteloos ook in de kampongs brengt en aan de verrijzenis van Nieuw-Tjandi, maar ook en vooral aan zijn wetenschappelijk- hygiënischen arbeid, dien hij in zijn grootere wer ken in „Van wonen en bewonen, van bouwen huis en erf" in „Kromoblanda"" is „Zonder Tropen geen Europa", ja zelfs ook in het meer ethnographisch getinte „Apa-Kajan" heeft neergelegd. Al is de heer Tillema een bekwame ethnograaf, vóoar alles is hij toch hygiënist en de hygiëne is een tak van de geneeskundige wetenschap. Daar om moest de vei-leende ondex-scheiding noodzake lijk een eei-e-doctoraat in de geneeskunde zijn. Na eraan herinnerd te hebben, dal de heer Tillema van zijn als groot industrieel vex-diend geld een zeer aanzienlijk deel voor de verwezenlijking van hetgeen hij op hygiënisch gebied betoogde, be steedde, mex-kte prof. Kapsenberg op. dat de heer Tillehxa in zijn leven veel tegenkanting heeft on derwonden, dwazen hebben hem zelfs uitgelachen. Ook heeft zijn werk niet steeds die waardeering gevonden, waarop het toch aanspraak mocht maken. Dat alles deerde hem echter weinig. Hij bleef bij zijn standpunt: Bij hygiënische maatregelen geldt het „doe wel en zie niet om" in hooge mate. Men 'zii heilig overtuigd van het nut in geeste lijk en stoffelijk opzicht van het werk en „doet". Wordt het gewaardeerd, zooveel te beter, maar men „doet". Veel is er in den loop der jaren ter verbetering De heer J. Dikmans, eigenaar .van de jachtwerf „Het Hoekje" aan den Harmenjansweg 87 te Haar lem, heeft een zoontje, waar hij trotsch op mag zijn. De elfjarige Joop Dikmans heeft namelijk, hoewel hij' niet zwemmen kan, reeds drie kinderen uit het water gex-ed! Zondagmiddag vier uur vroeg hij aan zijn vader verlof, met de roeiboot een eindje over het Noorder Buitenspaarne met zijn tienjarig broertje Jan en nog een paar kleine meisjes te varen. De vader stond dit toe, maar omdat er een ste vige Kfries woei en er een sterke golfslag stond, wil de hij niet hébben, dat de meisjes mee gingen. Joop vroeg of hij een volgepompten auto-binnen band mee mocht nemen, „want", zei hij, „het zou wel eens noodig kunnen wezen om er kinderen mee uit het water te halen!" Hij sprong met zijn broer tje in de boot en ging er mee, zooals hij x-eeds zoo dikwijls gedaan heeft, hefSpaarne op. Nauwelijks had hij eenige slagen gedaan _of zijn aandacht werd getrokken door gebaren en geschreeuw van twee Duitsche militairen, die aan den waterkant op den Spaarndamschweg stonden, en die hem op iets wezen. Hoewel Joop hen niet verstond, ging hij toch hun richting uit en weldra zag hij aan den overkant, bij den aanlegsteiger voor de eacaofabx-iek van Droste, een wit mutsje drijven. Hoewel' zeer gehinderd door den hevigen golf slag roeide hij er zoo snel mogelijk naar toe. In middels stonden daar een paar jongens, die hem tot den grootst mogelijken spoed aanmaanden. „Vooruit, Joop, trekken! Er ligt een meisje in het water!" Weldra kwam de stevige boy ter plaatse. Onge veer acht meter uit den kant zag hij het kind in het water liggen. Hij greep het bij de haren, om zoo snel mogelijk het hoofdje boven water te krij gen en toen wist' hij het meisje met inspanning van al zijn krachten in de boot te hijsChen. Toen roeide hij zoo snel mogelijk naar den kant, waar de genoemde Duitsche militairen in afwachting van de komst van leden van den Ongevallen dienst al vast de eerste hulp verleenden. Gelukkig keerde spoedig het bewustzijn terug. Per ziekenauto werd zij voor verdere behandeling naar het Sint Elisa beths Gasthuis vérvoex'd. Terwijl mevrouw Van Epschcuten thuis onge duldig zit te wachteix op de oude school vriendin die zou komen logeeren, is Van Epscheuten, die haar niet kende, maar volgens afspraak zou komen halen, in de stationswacht kamer in den dut geraakt. „Hoewel hij elf jaar is, heeft hij nu al het derde kind uit het water gehaald. Hij redde één keer zijn eigen zusje en toen nóg een ander kind. Hij houdt van het water. Uit het politie-rapport vernamen we, dat het vijf jarig meisje Jozefientje Stegmarxs, wonende aan de Luzacstx-aat, met eenige andex-e meisjes aan den waterkant aan het spelen was. Zij had het onge luk in het water te geraken. De meisjes liepen luid schreeuwende weg. Gelukkig was Joop in de nabijheid. A^n het Sint Elisabeths Gasthuis vernamen we, dat men daar over den toestand van het drenke- lingetje zeer tevreden was. hunne volksgenooten op hetzelfde te doen. Voor een sterk en vrij Nederland! Tot de onderteekenaren van het manifest be- hooren: ir. H. A. van Baak. Bussum: arts A. A. P. Ferket, Tilburg; dr. C. L. Binsbergen. den Haag; drs. B. de Jong, Hattem; jhr. mr. J. D. Quintus, Arnhem; A. van Rijckevorsel, Zand- voort; mr. J. A. Wolthuis, Groningen; H. Th. H. Wijdeveld, Lage Vuursche, J. C. Wienecke, Bilt- hoven; E. Wagner, den Haag: Jan Koert Mzn., Middelharnis; dr. G. F. Gezelle Meerburg. Am sterdam; H. R. E. L. Kettlitz. Bilthoven; J. P. A. de Monye, Utrecht; P. Stordiau, den Haag; Henri Bruning, Nijmegen en vele honderden anderen, teveel om hier allen te noemen. Het Verdinaso vereenigt zich met de N.S.B. Pers-Samenkomst in het Willem de Zwijgerhuis Het A.N.P. meldt d.d. 9 Nov. uit den Haag: In het Willem-de-Zwijgerhuis, het Haagsche hoofd kwartier van de Nationaal-Sociajistische Bewe ging, is Zaterdag een landelijke pers-samenkomst gehouden, waarin belangwekkende mededeelingen zijn gedaan. Dr. Goedewaagen, leider van de afdeeling pers zaken der N.S.B. deelde mede, dat de leiding en de leden van het Verbond van Dietsche Natio- naal-Solidaristen, het Verdinaso, zich op voor stel van den leider, den heer E. Voorhoeve, met de Nationaal-Socialistische Beweging, leider ir. A. A. Mussert, hebben vereenigd. De heer E. Voorhoeve gaf in aansluiting hierop een uiteenzetting en deelde mede, dat bij bespre kingen is gebleken, dat het programma van de N.S.B. en Verdinaso op hetzelfde doel is gericht. „Gezien deze overeenstemming van doelstelling, gezien het feit, dat de verdeeldheid der grooten- deels gelijk gerichte politieke groepen onder de huidige omstandigheden uiterst gevaarlijk is, gezien het onderling gegroeide vertrouwen, heb ben wij besloten het Verdinaso in Nederland met de N.SB. te vereenigen", aldus wordt in een dooi de heeren E. Voorhoeve, J. F. van As, J. J. van der Horst onderteekende bekendmaking gezegd, welke bekendmaking de instemming van ir. Mus sert heeft.. Een manifest is uitgegeven van den volgenden inhoud: Manifest. Meer dan ooit is de eenheid van alle nationaal- socialisten in Nederland plicht. Een krachtig Nederlandsche nationaal-socialis- tische organisatie is in staat de zelfstandigheid van het vaderland te verzekeren en Nederland als onmisbaar element te doen medewerken aan de samenwerking binnen het herordende Europa van morgen. De eenheid van alle Nederlandsche nationaal- socialisten kan het best verwerkelijkt worden in de N.S.B. onder de leiding van Mussert. De N.SB. immers is de centrale, meest omvangrijke natio- naal-socialistische figuur in Nederland, die lange jaren voor onze gemeenschappelijke zaak met grooten moed op de bres heeft gestaan. Door onderlinge aanvulling van kracht en inzicht kan die figuur geschapen worden, die in steeds toene mende mate het vertrouwen van ons volk ver dient. On derge te ekenden vatten hun streven samen in de volgende 3 punten: 1. De hiërarchische en organische orde worde verwerkelijkt in een vrijen Nederlandschen gezag- staat, waarin de personen, de groepen, de volks gemeenschap en het staatsgezag (met hun bezit) elkander dienen; waarin de vrijheid en de be scherming van den christelijken godsdienst ge waarborgd worden door het staatsgezag; waarin het volk en de staat ieder op de eigen gebieden zooveel mogelijk zelfstandig werken, maar in overleg en hechte samenwerking met elkander. Het onderwijs wordt door gemeen overleg van alle betrokken groepen zoo geregeld, dat de een heid der natie en de godsdienstige belangen dei- leerlingen het best worden gediend. 2. De hereeniging van het volk der Nederlanden en van zijn grondgebied in en buiten Europa worden krachtig bevorderd. 3. Samenwerking en bondgenootschap van Ne derland vooral met eender-gefundeerde staten, die ras-verwante volkeren omsluiten, wordt uit alle macht nagestreefd. Deze drie punten zijn ook de grondslag van de beginselen en de politiek der N.S.B. Daarom hebben ondergeteekenden het lidmaat schap der N.S.B. aangevraagd en wekken zij Ir. A. A. Mussert spreekt. De leider der Nationaal-Socialistische Bewe ging, ir. A. A. Mussert, sprak hierna de vele jour nalisten als volgt toe: Ik ei-ken dat het waarlijk niet eenvoudig is, in dezen tijd aan de pers verbonden te zijn. Vroeger was dit wel eenvoudig, want toen wist iedere journalist tot welke partij hij behoorde of tot welke politieke richting hij zich wensehte te rekenen. In de toekomst zal het voor hen allen wel weer eenvoudig worden. Thans heeft zich een gx-oep menschen bij de N.S.B. aangesloten, die wist wat zij wilde. Het is begrijpelijk, dat men eigen belangen niet zoo gauw opgeeft, doch Verdinaso heeft zulks gedaan, omdat het noodig was in het belang van ons volk, en omdat ieder lid van de groep daarvan overtuigd was geworden. Misschien klinkt het nog wat arrogant, maar wij, nationaal-socialisten mogen zeggen dat wij de eenige werkelijke vaderlanders zijn. Begrijpe lijk is het, dat anderen eveneens goede vadei-lan- ders willen zijn, doch zij kunnen dit dan slechts toonen door aansluiting bij de N.S.B. Het is niet aan te nemen dat Nederland een landje in Europa zal worden, waar het nationaal-socialisme niet de leiding heeft. Indien Engeland zou winnen dan zouden wij in Nederland een toestand krijgerx veel erger nog dan in de dagen van 1015 Mei toen 6000 nationaal- socialisten gevangen werden gehouden en tien hunner werden vermoord. Spi-eker is niet van plan een dei-gelijken toestand voor den tweeden keer te dulden. Meer dan 5000 leden van de W.A. getuigen in Amsterdam hoe onze opvatting over tucht en orde zijn. Het is mijn vaste overtuiging dat niet Engeland doch Duitschland zal winnen. De groep van mannen die weten wat zij willen en die zich heden bij de N.S.B. hebben aangeslo ten is op zichzelf niet zoo heel groot, zij is kleiner dan het aantal pei-sonen dat per week tot de N.S.B. toetreedt. De leden der N.S.B. hebben in de afgeloopen jaren zeer veel ondervonden en al het onaangename dat zij hebben ervaren moet worden gerekend tot het werk van het grootste gedeelte der Nederlandsche pers, van vele predi kanten, vele pastoors, bestuurders van vakorgani saties enz. Zij hebben haat gekweekt tegen Duitschland en tegen den Führer. Indien de Führer een gewoon ménsch was dan zag het er voor hen thans niet prettig uit want indien hij slechts een tiende zou doen met het Nederland sche volk van hetgeen men hem heeft toegedacht dan bleef er van het Nederlandsche volk geen spaan heel. Het is echter de grootheid van den Führer dat dit niet zal geschieden en dat het Nederlandsche volk zijn zelfstandigheid zal mogen behouden. Onze taak is het thans daarmede in overeen stemming ons te gedragen. Ik zal mijn best daar voor doen en eens zal het tijdstip komen waarop het lot van Nederland zal worden uitgemaakt door den Führer en den Duce. De democratische regee ring van Nederland is gevlucht en heeft ons volk achtergelaten zonder regeering zonder goud en zonder leger. Op een herhaling van 1813 toen de bark te Scheveningen landde valt niet te rekenen. Wij allen hebben slechts dit eene voor oogen te houden: denkt om uw volk. Dit volk heeft ieder van u noodig om te begrijpen wat thans moet geschieden. Daaraan zullen wij de noodige leiding geven. Na een korte pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen. Op de vraag hoe het staat met het Vei-dinaso in België deelde de heer Voor-hoeve mede, dat het Verdinaso in België niet bij deze aansluiting Is inbegrepen aangezien de N.S.B. niet in België werkt, doch wel nauw contact daarmee houdt. Op de mededeeling van een blad dat het nimmer aan de legendevorming, als zou de N.S.B. verraad gepleegd hebben, heeft meegedaan verklaarde dé leider der conferentie dat hij aanneemt, dat menig blad hetzelfde zal kunnen zeggen. Noch-* tans bestond de fluistercampagne alsmede de in vloed van pers en radio. De leider der N.S.B. heeft terzake een algemeen oordeel uitgespi-oken dat door niemand in zijn algemeenheid zal worden: weersproken. Joop Dikmans. (fotobureau De Haas) Joop stapte toen weer rustig in zijn boot en ï'oeide naar de jachtwerf van zijn vader terug. Hier vertelde hij zonder vêêl omhaal zijn wedervaren. „Dat heb je kranig gedaan, jongen!", aldus prees zijn vader hexn. En deze zei ons later: (Adv. higez. Med.) De stukgoederen op de kaden langs de groote rivieren moesten wegens den water stand hoogerop gebracht worden, om ze tegen schade te vrijwaren. (Foto Pax Holland.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5