Ons Knippatroon Het menu van den dag AB'S AVONTUREN De vreemde Erfenis ZATERDAG 16 NOVEMBER 1940 HAARLEM'S DAGBLAD '4 TWEE-IN-EEN-PATROON. Links geeft de schets een japon aan van angora-stof met opgestikte zakjes in hartvorm. Deze vorm wordt overdwars herhaald aan de ceintuur. Kraagje van zijden piqué, schuin genomen en twee- baans rok. Sluiting met split aan de rugzijde. Rechts eenzelfde ontwerp, doch van fluweel gemaakt, meer gekleed dus. Het voor pand heeft geen garneering; rug met een lange rij knoop jes. Sluiting rugsplit met drukknoopjes. Halsafwerking met staanden boord in ge schulpte lijn, waar aan bo ven een bies van lamé ge werkt wordt. Driekwart lan ge mouwen. Zeer eenvoudig, doch gekleed geheel, dat vlug gemaakt kan worden. Ben. stof 3 M. van 0.90 M. Patronen in maat 42. Het patroon is van Maan dag af gedurende een week verkrijgbaar bij de bureaux van dit blad, Groote Hout straat 93, en Soendaplein 37. Magere groentesoep. Koolrolletjes. Karnemelksche pap. Magere groentesoep (voor 4 personen) Soepgroenten. 1 L. water. 2 bouillonblokjes. 50 gr. rijst. Wat Maggi-aroma. Maak de verschillende ten schoon en hak ze fijn. Breng intusschen het water aan de kook, los er de bouillonblokjes in op en kook er de rijst in gaar. Voeg direct voor het opdoen de fijngehakte groenten bij de kokend heete soep en maak ze op smaak af met wat zout, peper en aroma. Dien ze dadelijk op. Koolrolletjes. (4 personen) 8 groote savoyekoolbladeren (het binnenste van de kool kan den volgenden dag dienst doen voor een stamppot of een koolsla), ongeveer 200 gram (2 ons) jonge kaas, 40 gram (2 afgestreken eetlepels) boter, wat zout. Kook de voorzichtig losgewikkelde groote blade ren in kokend water met wat zout bijna gaar (on geveer 20 minuten); laat ze op een vergiet uitlek ken en bekoelen en snijd terwijl de kaas in een achttal gelijke staafjes van ongeveer 1 c.M. dikte. Spreid de koolbladeren achtereenvolgens uit, leg in 't midden van elk blad een staafje kaas, vouw de uiteinden van het blad naar binnen en vorm er dan een stevig rolletje van. Bak de rolletjes in de koekenpan met de heete boter rondom bruin en breng ze over op een verwarmden schotel. Karnemelksche pap. Spijzen, waarin tijdens de bereiding voortdurend geroerd moet worden, staan in een slecht blaadje bij de huisvrouw, daar het juist zoo prettig is, al lerlei kleine huishoudelijk werkjes te verrichten, terwijl het eten aan 't gaar worden is. Tóch kunnen dergelijke gerechten niet zoo maar zonder meer uit de keuken verbannen worden, vooral niet, wanneer het zulk uitstekend voedsel betreft als b.v. karnemelksche pap, waarmede men letterlijk en figuurlijk gezondheid-met-lepels naar binnen krijgt. Daarom zal het volgende recept waarbij vrijwel niet geroerd hoeft te worden, stellig welkom zijn: 1 liter karnemelk. 6 afgestreken lepels bloem, maizena of custard 5 afgestreken lepels suiker of gedeeltelijk sui ker en een zoetingsmiddel. Bereiding: Spoel een pan met dikken bodem, b.v. een geëmailleerde vleeschpan, om met water of wrijf den bodem in met een vettig boterpapiertje Doe het bindmiddel in de pan met 6 lépels karne melk. Roer dit tot een gelijkmatige papje en voeg daarna de rest van de karnemelk toe. Roer de massa nog even om en zet de pan op een zacht, vuur, b.v. op een spaarvlam. Als de pap over de geheele oppervlakte kookt, kan de lepel even wor den gebruikt. Laat de massa 4 minuten doorkoken en voeg daarna de suiker en het zoetingsmiddel toe. Dit laatste mag niet doorkoken! Geef de pap warm, of koud met suiker of stroop. HYGIëNE IN DE KEUKEN. Neem alleen genoegen met het beste! Met het zuiverste Met> Jozo of Nezo dus, als het om keukenzout gaat (Adv. Ingez. Med.) DE HUISVROUW MAG NIET OUDERWETSCH ZIJN. Tot mijn spijt kan ik je maar één kopje thee geven, want ik kom met mijn thee niet uit en nu bewaar ik de rest tot vanavond, anders hebben wij dan niets meer. kondigt de gastvrouw aan. Haar bezoek is met dat eene kopje thee ook best tevreden, maar ze oppert toch of het niet ver standig zou zijn om een theemolentje te koopen, of de thee in een vijzeltje fijn te stampen. Stof thee?, vraagt de ander op afkeurenden toon, maar dan heb je toch altijd van dat be zinksel in je kopje? Heelemaal niet noodig, weet de vriendin te vertellen, er zijn tuit-zeefjes in den handel die alle stof tegenhouden, en door dat fijnmaken heb je veel minder noodig, terwijl de thee er niets min der geurig door is. Toch doe ik het maar niet, is het antwoord van de gastvrouw, ik heb nu eenmaal iets tegen stofthee en als de andere aandringt om het dan toch tenminste eens te probeeren, wordt ze er be paald een beetje ongeduldig van. Ik stook hout tusschen de anthraciet door in mijn haard en het gaat best, vertelt de eene huis vrouw aan de andere. Maar dat is toch slecht voor je haard, zegt haar vriendin, en de andere moet het wel toe geven, maar 't spaart antraciet neit onbelang rijk uit. Nee hoor, daar begint zij niet aan, zij heeft al tijd geleerd dat een haard alleen maar met anthra ciet gestookt kan worden, zij voelt niets voor die nieuwigheden, die je goeden huisraad bederven. Moeder, mogen we eens zuurkool-sla eten, ik heb het bij tante Lies gegeten en het smaakte zoo heerlijk. Zuuurkool-sla, wat is dat nu weer voor nieuwigheid, vraagt moeder met een toon van argwaan in haar stem. Is dat dan rauw? Ja, heerlijk hoor, tante zal u het recept geven en u moet het vast eens probeeren, want het schijnt ook nog erg gezond te zijn op den koop toe. Moeder overpeinst: rauwe zuurkool eten en anders kook ik ze wel drie a vier uur, dat kan niet lekker zijn, dat doe ik vast en zeker niet. Zoolang er overvloed van alles is, zoolang wij rauw of gekookt kunnen eten wat wij lusten, zoo lang er voor geld thee te krijgen is, kan iedere huisvrouw haar huishouden inrichten zooals zij dat zelf wenscht. Maar wanneer er schaarschte is, wan neer wij moeten leven met en van datgene wat er te krijgen is, en wanneer dat sterk is ingekrompen, dan gaat het niet meer aan om zich uit gewoonte of uit bekrompenheid of uit overmatige keurigheid te verzetten tegen de practische vindingen die an deren hebben gedaan. Wie zich in haar huishouden van vroeger wil opsluiten, doet niet alleen zichzelf maar ook haar gezin tekort, en dat terwijl het niet noodig zou zijn, mits zij maar toegankelijk was voor nieuwe dingen. Al dat nieuwe wat in dezen tijd aan het mensche- lijk vernuft ontspruit, kunnen wij gedeeltelijk als noodmaatregelen qualiiiceeren, maar de ondervin ding van de distributie uit den wereldoorlog heeft ons toch ook geleerd, dat er practische dingen uit ontstaan, die wij nu alweer doodgewoon vinden, maar die toen ook nieuwigheden waren. Herinnert u zich maar eens, hoe groot de om wenteling op culinair gebied was na den wereld oorlog. omdal de nood had geleerd, dat tot dien tijd ongebruikte of verwaarloosde voedingsmidde len een hooge voedingswaarde hadden en daardoor de aandacht ten volle waard waren. De taak der huisvrouw in dezen tijd is niet ge makkelijk, en door de nieuwigheden die geprobeerd en op hun waarde geschat moeten worden, wordt zij zeker niel minder ingewikkeld. Maar hoewel er genoeg onder ons zijn, die al dat experimen teeren wel leuk vinden, voor de conservatieven geldt, dat 't noodzakelijk is dat zij zoo goed moge lijk huishoudt met wat haar wordt toegedacht. En dan moet zij wel aan het nieuwe gelooven, omdat de gezinsvrede en de gezondheid van de huisge- nooten op het spel staan. Nu, minder dan ooit, geldt de stelregel: moeder deed het ook zoo en het ging altijd best: als het oude niet meer blijkt te passen, moet het vernieuwd worden, niet door overboord gooien van al het oude, waarin toch ook zooveel goeds was, maar door ver nieuwing van dat wat verouderd is gebleken. E. E. J.—P. SPAAR KLEEREN EN KRACHTEN! Maak deze praktische knijperzak. De huisvrouw, die geen hulp heeft en dus alles alleen moet doen, zal er vooral in de toekomst op bedacht moeten zijn haar werkkleeding zooveel mogelijk te sparen. En nu weet iedereen, dat nergens de kleeding zóó zeer van te lijden heeft als van het op en af klaute- VOOR DE KINDEREN Kapitein Flink kon zijn ooren en oogen haast niet gelooven toen hij de lichten van zijn schip langzaam in de duisternis zag verdwijnen. Speurneus stond naast hem. Plotseling kneep deze hem in zijn arm en wees naar een licht, dat uit- en aanging. Speur neus las: „Hier.Ab.en Dib.aan. boord.honderd.vijftig piraten." Tien minuten later klonken korte be velen en staken de twee motorsloepen met vijftig gewapende politiemannen en kapitein Flink en Speurneus van wal. De achtervolging zou beginnen. Reeds boorde een fel zoeklicht door de duisternis en bescheen het achterschip van de D. III. Speurneus had nog ontdekt dat de bewoners van de hut door het luik waren gevlucht. Onderaardsche gan gen leidden naar de open zee. Zoo waren allen dus met Ab en Dib ont komen. Spoedig hadden de snel varende motorsloepen de D. III be reikt. Doch weer was het Speurneus, die kapitein Flink op een knipperend licht in de mast wees. Het waren sig nalen. Zij vertelden: „Pas op! Zij gaan schieten! Kom niet aan boord, blijf in de buurt." Op hetzelfde mo ment klonken zware kanonschoten. Over de leuning van het politie- vaartuig keken Siki en zijn broer Klikko toe hoe de motorsloepen zich langzaam verwijderden. Aan de tafel in de kapiteinshut van de D. III zat Simpa zware rookwolken uit zijn pijp te trekken. Tegenover hem stond een lange jongen met een kaalgeschoren hoofd, gehuld in een lange, dikke pij. Zijn armen hield hij op zijn rug. Deze waren aan den pols met een ijzeren ketting ge bonden. Vlak achter hem stond zijn bewaker, die het andere eind van den ketting stevig vasthield. „Zoo, Dib," begon Simpa te spre ken. „Ik heb je hier laten komen om je te bevelen naar de marconistenhut te gaan. Ik kom dadelijk bij je. Ik weet, dat je de radioteekens kunt uitzenden en ontvangen. Je hebt dus enkel te gehoorzamen." ren van een trapje. Een jurk, die heusch nog vrij goed was, ziet er na een dag van wasschen en ophangen vaak heelemaal verfomfaaid uit,gezwegen nog van de groote vermoeienis, voor u zelf die er mee gepaard gaat. Neen, wij moeten zorgen, dat we onze wasch- knijpers voortaan bij ons dragen! Niets is hiervoor zóó praktisch als de knijperzak, die u op de teeke- ning ziet. Natuurlijk kunt u hiervoor ook zoo'n ouderwetschen zijzak gebruiken als u die nog in de kast hebt liggen. Maar is dit niet het geval, dan maakt u het zakje en vooral niet te klein! van een stevig stuk katoen, bevestigt er bovenaan, opdat de zak open blijft hangen, een rond stokje in, dat u wellicht nog van 't verduisteren hebt overgehouden en klaar is Kees! Aan het stokje wordt nu een stevig koord be vestigd en daarmee hangt u den zak om uw hals. U behoeft slechts één keer het trapje te beklim men om heel wat kleedingstukken op te hangen! Dit spaart, zooals gezegd, kleeren en krachten en bovendien nog tijd! WARME HEERENTRUI. Voor deze heerlijke, warme trui hebben we 7 knotten wol van 100 gr. gebruikt en pennen no. V/z en 4'/s. De pennen 3 1/2 zijn voor de boorden. We beginnen met het voorpand en zetten hiervoor 95 st. op. De boord is 1 r., 1 a. ver draaid (aan den anderen kant natuurlijk de rechte gewoon en de avereehtsche verdraaid af breien) en telt 18 toeren. Nu volgt het patroon, dat we als volgt breien: Heengaande pen: 5 a., 1 r., 1 a., 1 r., 1 a., 1 r., 5 a. Dit steeds herhalen en aan het eind komt dan weer 5 a. Teruggaande pen: 5 r. een steek averechts af halen, 1 r., 1 a., afhalen, 1 r., 1 a., afhalen, 5 r., enz. en aan het eind komt dan weer 5r. Deze twee toeren herhalen we steeds en we zien dan dat er aan den rechten kant een streep van groote rechte steken komt, wat een aar dig effect maakt. Na 76 toeren boven den boord gebreid te hebben, kanten we voor het armsgat 10 steken.af: (4-3-2-1) en na 90 toeren boven den boord beginnen we aan de halsuitsnijding. Dit gaat als volgt: we breien 25 st., kanten daarna de volgende 25 st. af en breien dan weer 25 st. De beide 25 st. die we links en rechts hebben, breien we elk nog 40 keer op, en kan ten ze dan schuin af, d.w.z. van het armsgat af eerst 6 st. afkanten, de volgende twee keeren weer 6 st. en dan nog 7 st. Den rug breien we net als het voorpand, maar natuurlijk zonder halsuitsnijding. Als de rug dus even lang is als het voorpand kanten we aan weerskanten de schouders weer af als boven en de middenste 25 st. blijven staan voor den kraag. Den kraag breien we evenals den boord op pennen no. 3V2. We nemen de 25 st. van den rug op en zoeken er langs de zijkanten van den hals elk nog 30 st. bij. Dit getal breiden we uit tot 94 steken en breien dan 35 toeren 1 r., 1 a., verdraaid, als bij den benedenboord. De buitenkant is de goede kant. We naaien nu den korten kant van den boord, dus de kantlus sen aan de 25 st. die we voor de halsopening af- gekant hadden, den linkerkant van den boord bovenaan en den rechter l2ngs dezelfde opening onder langs. Den kraag slaan we nu naar verkie zing buitenom of binnenom. Voor de mouw zetten we 35 st. op beginnen met het patroon. Nu meerderen we voor en achter om de pen een steek bij tot we 55 st. hebben en zetten dan voor en achter in een keer er 10 st. bij op. Met deze 75 st. gaan we verder breien en minderen om de 4 pennen voor en ach ter een steek, tot 55 st. en dan om de 6 pennen tot 40 st. Na 128 toeren breien we weer een boord van 18 toeren als boven. De trui wordt in elkaar gestikt en onder een vochtige doek gestreken. Roman van HERBERT STEENMANN. Bewerkt door LIZZY VEEN. 25) (Nadruk verboden). Wij konden het niet meer uithouden met op Ie te wachten mijn jongen! roept vader ontroerd. Ach Hans, wat heb ik een geweldige broer, en Gertrude valt hem om den hals terwijl de oude heer hem voortdurend op den schouder klopt. Hans weert beiden lachend af. Maken jullie mij nu niet al te ijdel. Zonder jullie had ik het niet klaargespeeld. Oom Rolf kan trotsch op ons zijn. Aha, algemeene familievreugde, neemt u mij niet kwalijk, dat ik stoor, klinkt een stem bij de deur en als zij omkijken zien zij Higgens staan en achter hem verschijnt bleek en mooi Dorothy Keele! De oude Wenger loopt met uitgestoken handen naar Higgens toe. Prettig, dat u hier komt. Is het niet als een wonder deze avond. Ook aan u danken wij dit. Higgens staat onbewegelijk Op zijn gezicht staat dreiging te lezen. Dankt u mij niet, mr. Wenger, u zult dadelijk gelegenheid hebben het te berouwen. Hans is opgestaan. Hij bekijkt den Amerikaan van top tot teen. Gertrude is naast haar broer gaan staan alsof zij bescherming zoekt. Wat moet dat beteekenen, mr. Higgens? vraagt Hans koel. Higgens grijpt, zonder om te zien, de hand van miss Keele en trekt haar naar voren. Dat be- teekent, mr. Wenger, dat ik u hier een mede eigenares van het circus voorstel, mevrouw Rolf Winger, geboren Keele. Drie paar oogen kijken naar de schoolrijdster, die zwijgend voor hen staat. Onverbiddelijk gaat Higgens voort: L i— Ik leg u hier een document over van de trouwacte van Rolf Wenger en miss Keele. Het huwelijk werd in het circus geheim gehouden. Ook ik heb het eerst gisteren gehoord toen miss Keele of liever mrs. Wenger het mij vertelde. Alstublieft valt u mij niet in de rede, ik ben dadelijk uitgesproken. Ik voel mij verplicht als vertrouwde en vriend van de familie Wenger na tuurlijk ook miss Keele of mrs Wenger's belangen te vertegenwoordigen. Mrs. Keele heeft zich be reid verklaard een deel van haar erfenis te ver- koopen. Ik kom terug op mijn voorstel, dat ik u vanmorgen deed, verkoop mij het circus. Dat is de beste methode, de erfgenamen en ook mrs. Wenger deelen het bedrag en alle moeilijkheden zijn uit den weg geruimd. Moet dat een bedreiging beteekenen. mr. Higgens? vraagt Hans boos. Higgens lacht. Vat u dat op zooals u wilt, ik houd mij tot middernacht aan mijn aanbod, dan doen wij een aanklacht. Hans kijkt den ander vast aan. Doet u dat. Er zijn wetten en rechten in dit land. Ik zal met miss Keele, als zij werkelijk mede- erfgename is. onderhandelen Zij zal haar recht hebben maar tot verkoop komt het niet. Ook niet al dreigt u honderd maal. Higgens fronst de wenkbrauwen. Ik geloof nauwelijks, dat de kas van het circus zooveel kan opbrengen om een proces te be kostigen. Weet u wat 't kost, procedeeren om een erfenis en dan kan misschien nog het testa ment ongeldig worden verklaard zoodat mrs. Wenger niet alleen aandeelhoudster, maar alleen erfgename is. Het zou er zoo raar kunnen gaan uitzien, maar indien u wilt, ga uw gang. Het valt Hans Wenger moeilijk zich te beheer- schen. Maar hij weet, dat Higgens gelijk kan hebben, proceskosten zijn ontzettend hoog en men kan, Indien men wil, een proces tot het oneindige rekken, ook als Dorothy haar aandeel eischt en dat zal zij, onder invloed van Higgens, zeker doen. Dan kan het circus te gronde gaan zonder dat er nog iets gebeurd is Dit is de laatste, maar de ergste slag. Zijn blik gaat naar zijn vader die hul peloos in een stoel is neergevallen, dan kijkt hij naar Gertrude, wie de tranen over de wangen loopen. Higgens haalt een document met vele zegels en stempels erop, uit zijn zak. Aan de echtheid van dit document dat ik vanmiddag bij de autoriteiten van Lasalle heb opgevraagd en dat een afschrift is van de trouw acte, valt niet te twijfelen. De oude Wenger heeft het hoofd opgeheven. Hij kijkt de blonde school rijdster aan. Ik heb het altijd goed met u gemeend, miss Keele, zegt u mij op eer en geweten: is het zoo, bent u de vrouw van mijn broer, de mede-erfge name van dit circus? Dan denk ik, dat wij het wel eens kunnen worden zonder dat wij het aan dezen man behoeven te verkoopen. Dorothy Keele slaat de oogen neer. U behoeft u voor uw rechten niet te scha men, zegt Higgens. U weet. wat er op het spel staat. Hans kan zich bijna niet beheerschen. Hij grijpt een stoelleuning en drukt deze heftig. Antwoordt dan. mijn kind? maant de oude Wenger. Bent u Rolf Wenger's vrouw? Waar om hebt u dat dan zoo lang verzwegen? Dorothy Keele opent haar mond, aarzelend komen de woorden. Ja, ik ben zijn vrouw. Het is zoo, ik zou mijn aanspraken ook eerder heb ben laten gelden, maar ik kreeg pas vandaag het document nagezonden Haar krachten schij nen uitgeput, zij mompelt: Ik., kan., niet., meer, het is te veel. ik., wil. nog., iets., zeg gen. het is.alles.wil ik zeggen! Higgens onderbreekt haar woorden. Het is werkelijk te veel voor u mrs. Wenger. U ziet hoe noodzakelijk u hulp noodig hebt om met deze vreemdelingen in het reine te komen. Dorothy is in snikken uitgebarsten. Higgens brengt haar naar de. smalle sofa en doet haar neerzitten. Dan richt hij zich op. Voor het laatst herinner ik u aan mijn voorstel! U hebt tijd tot middernacht, dan Dan kan het beginnen, zegt een slepende koude stem. Het is Bill Bing, die onverschillig in de deur staat, de beide duimen in zijn gordel, waaraan zijn zware revolver hangt. Onder zijn arm heeft hij een rond, in papier gepakt voor werp geklemd. Achter hem verschijnt Watermiller. Hij beeft zijn slappen hoed ver over zijn voor hoofd getrokken en ook hij heeft een gordel met een revolver. In zijn hand heeft hij een vierkante zwarte doos. Bing kijkt allen een tijd lang aan. Schijnbaar merkt hij niets van de stemming die er heerscht. Hij grijnst vroolijk tegen Hans en maakt een ver ontschuldigende handbeweging. Ik dacht chef, omdat het in de cantine zoo vroolijk toegaat, dat ik ook een beetje vroolijk- heid in de brouwerij moest brengen. Watermiller en ik wilden een beetje muziek voor u maken, het is helaas maar een gramofoon. maar wij heb ben niet anders en ik hoop, dat mijn platen u bevallen. Hans vliegt op. Bing, ben je gek, wij willen op het oogenblik geen muziek! Bill Bing heeft de gramofoon genomen en zet haar op de schrijftafel. Muziek, chef, babbelt hij vroolijk door, muziek helpt in alle omstandigheden! Laat u mij nu even mijn plaat afdraaien dan zult u eens zien wat een leven er in de brouwerij komt. Hij heeft de plaat al op de gramofoon gelegd. Higgens is merkwaardig stil geworden. Als u liever clownsgrappen hOTt, dan over uw bestaan te praten, dan is het beter, dat wij gaan. Kom. miss Keele. Hij gaat naar de deur. Wilt u mij wel eens voorbij laten, zegt hij dreigend tegen Watermil ler, die hem den doorgang verspert en hem drei gend met zijn eene oog aankijkt. Bing keert zich bliksemsnel om en de revolver is in zijn hand. Hans wil toespringen en Gertrude stoot een kreet uit. Laat u mij, chef, dit is mijn grap. zegt Bing koel. Er behoeft niet geschoten te worden. Higgens blijf, of je bent een kind des doods. Wie de muziek van Bill Bing niet wil hooren, die ge bruik ik als schietschijf. De naald zoemt over de plaat. Higgens staat stil onder den blik van Bing. Nu klinkt uit de gramofoon een stem, die allen 'doet opspringen. Miss Keele heeft de handen afwerend opgeheven en haar roodgeschminkte mond is vertrokken. Het is haar eigen opgewonden stem, die uit de gramofoon klinkt. Ik wil niet meer, James, ik kan het niet. Ik geef het op! Wanhopig en vol aanklacht zijn deze woorden. Dan komt het antwoord van een an dere stem, wie zou haar niet herkennen. Mr. James Higgens spreekt door het apparaat. Wil je mij ruïneeren, Dorothy. Vergeet je, dat. als wij het circus krijgen, het voor ons een half millioen beteekent? Ik sta voor een bankroet, ik ben bang, dat mijn bank ieder oogenblik ge sloten kan worden. Weer de stem van de schoolxüjdster, zij klinkt duidelijk in het toestel. Is dat mijn schuld, James, kan ik het helpen, dat jij een speler bent! Mr. Higgens maakt een geluid als een gevangen roofdier. Bedriegerij! roept hij schor. Bill Bing lacht koel. Onderbreek de voorstel ling niet, anders Weer gehoorzaamt Higgens. De revolver is niet meer noodig. Bing heeft haar onverschillig naast de gramofoon gelegd. Deze spreekt verder. Vergeet niet, Dorothy, dat jij ook deel aan mijn schuld hebt. Alleen uit liefde voor jou heb ik mijn zaak verwaarloosd. Al in Rolf's tijd trok deze mij naar het circus, alleen ter wille van jou. Dorothy's stem klinkt zacht. Ook ik heb offers gebracht. James, ook ik houd van je. Bewijs het dan. er is nog maar één mogelijk heid! Als de Wengers geluk hebben met die idiote brug des doods, dan kunnen wij hen nooit meer er toe brengen het circus te verkoopen. Je moet je als Rolf's vrouw en dus als medeerfge naam uitgeven. Ik zal voor de noodige documen ten zorgen. In Lasalle heb ik ze. Verkoopen de Wengers niet, dan gaan we procedeeren, maar ik hoop. dat het dreigement voldoende zal zijn, en daarna kunnen wij het halve millioen opsporen. James, ik kan niet. Je moet, Dorothy, als je wilt dat ik met je kan trouwen! Anders zal ik gauw naar een an dere vrouw moeten omzien, misschien de dochter van een circusdirecteur. KerelHans wil op Higgens toespringen. Gertrude heeft de handen voor het gezicht ge slagen en snikt wanhopig. Bing heeft Hans gegrepen. Wacht nog even, chef, u moet nog verder luisteren. Nog eens klinkt Dorothy's stem uit het appa raat. Waarom kwel je mij zoo, James. Later zul je mij net zoo in den steek laten als je Brou wers gedaan hebt. Brouwers! De oude Wenger springt op. .(Wordt vervolgdï,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6