Duitsche en Nederlandsche
industrieëlen bijeen
niet goed verduisterd.
Veel zondaars tegen de
verkeersvoorschriften
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1940
Ff A A R EE M'S D A 'G B E A" D'
'1(3
Het Nederlandsche bedrijfsleven moet
naar buiten als eenheid optreden
Rede van dr. Fischböck
Het A.N.P. meldt:
Vrijdag vond te 's-Gravenhage een ontmoeting
plaats lussehen Duitsche industrieelen, die op een
studiereis door ons land zijn, en tal van vooraan
staande Nederlandsche industrieelen.
Voor een talrijk en aandachtig gehoor hebben de
commissaris-generaal voor financiën en economi
sche zaken, dr. Hans Fischböck, generaal-direktor
Wilhelm Zangen, Leiter Reichgruppe Industrie, als
mede door dr. H. L. Woltersom, directeur der Rot-
terdamsche Bankvereeniging, Den Haag, het woord
gevoerd.
In zijn openingsrede begroette dr. Fischböck de
aanwezigen. Het bezoek van Duitsche industrieelen,
aldus dr. Fischböck, valt samen met de organisatie
van het Nederlandsche bedrijfsleven, hetgeen dezer
dagen is geschied. Een nieuwe episode in de samen
werking tusschen Duitschland en Nederland is met
deze organisatie ingetreden.
Bij de verwezenlijking van de gestelde doelein
den moeten daarbij in de eerste plaats van Duitsche
zijde twee gezichtspunten in het oog worden
houden:
1) absolute en volkomen beschikbaarstelling van
de voor het Duitsche oorlogsapparaat noodza
kelijke middelen, waarin de taak van het be
drijfsleven op dit oogenblik is gelegen;
2) doorvoering van deze zaak binnen het kader
van vriendschappelijke verhoudingen en har
monisch samenwerken met het Nederlandsche
bedrijfsleven.
De organisatie van het bedrijfsleven, zoo zette
de heer Fischböck uiteen, kan een beslissenden in
vloed uitoefenen by de ten uitvoerlegging van de
gestelde taak.
De nieuw opgerichte organisatie voor het AJeaer-
landsche bedrijfsleven heeft vérstrekkende be
voegdheden voor de organisatie van het bedrijfs
leven hier te lande. Nieuwe bedrijfsorganisaties
zullen worden opgericht, reeds bestaande organisa
ties zullen, wanneer deze overbodig zijn, indien
noodig. worden opgeheven.
Binnen het kader van deze problemen zal het
noodig zijn om personeelsvraagstukken onder oogen
te zien en nieuw te regelen.
Voor de eischen die op het oogenblik aanwezig
zijn, zijn de op heden bestaande organisaties niet
voldoende. Het organisatie-comité, dat thans is
opgericht, zal goed doen. wegen en middelen te
vinden, aldus dr. Fischböck, nieuwe organisaties
op te richten, welke overeenkomen met de door de
staat geleide economie. Een gevolg hiervan zal zijn
dat het bedrijfsleven in Nederland meer dan tot
dusverre 't geval gewas, in staat zal zijn naar buiten
als eenheid op te treden.
Ten aanzien van de toekomst verklaarde de mi
nister dat "i zijn overtuiging was dat het er om gaat
dat het Nederlandsche bedrijfsleven haar taak
vindt, om zich een plaats te verzekeren in de nieuwe
orde die straks in Europa zal bestaan.
Dr. Fischböck hoopt ten zeerste dat het den Ne-
derlandschen bedrijfsleiders individueel mogelijk
zal zijn een vooraanstaande positie in te nemen
binnen dit kader. Spreker wil dit streven met alle
middelen, die in zijn macht zijn helpen bevorderen,
opdat levenskrachtige organisaties ontstaan.
Daarbij dient als uitgangspunt voor oogen te
worden gehouden, dat geen geweidmaairegelen
worden genomen. De individueele belangen en in
teressen van de Duitsche industrieele vertegen
woordigers worden geheel en al binnen een ge
zichtspunt van volkomen gelijkgerechtigdheid be
hartigd. De onderhandelingen tusschen Duitsche
en Nederlandsche - vertegenwoordigers veronder
stellen bij beide partijen een concrete wil tot een
resultaat bij de onderhandelingen te komen. Bij het
afbakenen van een gemeenschappelijk doel, en bij
een vruchtbare samenwerking tusschen Duitsche
en Nederlandsche industrieelen, zijn tal van gun
stige perspectieven aanwezig. De op het oogenblik
beschikbare industrieele capaciteit dient in Neder
land ten volle te worden benut, in een zelfde rhyth-
me zooals dit in Duitschland het geval is. In
Duitschland werkt de industrie met, volle kracht;
spr. hoopt dat dit succes ook in Nederland zal wor
den bereikt.
Tenslotte richtte dr. Fischböck een appel aan
de aanwezigen om een brug te slaan over de be
staande politieke opvattingen en verhoudingen
heen, die wij hier niet te behandelen hebben, om
als einddoel bij te dragen tot het welzijn en tot den
bloei van het Nederlandsche en Duitsche bedrijfs-
en economische leven.
REDE VAN GENERAL-DIREKTOK
ZANGEN.
Vervolgens nam general-direktor Wilhelm Zan
gen, Leiter Reich-Gruppe Industrie, het woord.
Spr. begon tc wijzen op de banden welke de Duit
sche on Nederlandsche industrie met elkander bon
den in het verleden. Op het oogenblik is de Duit
sche industrie genoodzaakt, onder inzet van al haar
krachten, haar taak geheel en al te zien ten opzichte
van de voorziening in de behoefte der Duitsche
weermacht.
Spr. wees op de historische samenwerking tus
schen'hei; bedrijfsleven in Duitschland en in Neder
land. Een nog nauwere samenwerking kan nog
verder worden verkregen. Reeds in het verleden-
leverde Duitschland grondstoffen en halffabrikaten
die in Nederland een veredelingsproces ondergingen.
In dit verband wees spreker vooral op de metaal
industrie. In Duitschland bestond dan ook een
goede afzetmarkt voor Nederlandsche industrie
producten. Een verdere vermindering der concur
rentie wordt door spreker in de toekomst ver
wacht.
Vervolgens wees Generaal-direktor Zangen met
nadruk op de noodzakelijkheid dat een overeen
komst wordt verkregen over de wijze waarop een
levering van goederen binnen het kader van het
Europeesche blok tot stand zal komen. En wil men
deze taak met succes ten uitvoer leggen, aldus zette
spreker uiteen, dan is hiervoor noodig een tot on
derhandelen bevoegde organisatie.
In het nationaal-socialistisch denken kan men
hei niet zonder een leiding stellen. Leiding moet
derhalve ook in industrieel opzicht aanwezig zijn.
Vooral reeds vanwege het nijpend gebrek aan
grondstoffen.
Spreker beval met nadruk aan de vertegenwoor
digers van de verschillende thans in de bijeenkomst
aanwezige organisaties aan, thans reeds een grond
slag te leggen voor een vruchtbare samenwerking.
Men heeft de keus:
a. zelfstandig te blijven en zich door den staat
te laten leiden:
b. zich een eigen organisatie te scheppen.
De Duitsche industrie wil in geen enkel opzicht
een druk uitoefenen op de Nederlandsche industrie.
De rijke en grootc ervaringen van Duitschland wor
den geheel en al in dienst van Nederland gesteld.
Er is geen sprake van, dat wij ons willen opdrin
gen, aldus verklaarde de heer Zangen met den
meesten nadruk. .Spr. streeft naar een vrijwilligen
en gemeenschappelijken arbeid. Het is natuurlijk
een feit, zoo zeide de heer Zangen ten slotte, dat
op hel oogenblik nog geen definitieve besluiten
kunnen worden genomen. Maar, wat op dit oogen
blik wel mogelijk is, is het feit, dat men thans reeds
een basis kan vormen.
De heer Zangen eindigde zijn uiteenzettingen
gnet de hoop uit te spreken, dat een vruchtbare,
en ieder tevredenstellende samenwerking, met de
Nederlandsche collega's kan worden verkregen.
REDE DR. H. L. WOLTERSOM.
Ten slotte werd door dr. H. L. Woltersom, als
voorzitter van de organisatiecommissie, het woord
gevoerd. Spr. begon met uiteen te zetten wat een
veelomvattende taak ten uitvoer moet worden ge
legd. Veranderingen in bestaande verhoudingen zijn
noodig, aangezien in. Europa ook na den oorlog een
economische leiding noodzakelijk zal zijn. Het be
drijfsleven moet nu eenmaal een goede organisatie
hebben. De mogelijkheid om met vertegenwoordi
gers van verschillende bedrijfsgroepen persoonlijk
te onderhandelen, juichte spreker ten zeerste toe.
Niet alleen een internationale beteekenis bestaat
ten aanzien van de organisaties in het bedrijfsleven
maar ook een nationaal belang.
Vele vragen zijn spreker in de laatste twee dagen,
sedert de oprichting van de nieuwe organisatie voor
het bedrijfsleven, gesteld. De meest belangrijkste
vraag in dit verband was wel de kwestie, of men
hier in Nederland van plan was een zoodanige or
ganisatie op te bouwen die een natuurgetrouwe co-
pie is van hetgeen reeds in Duitschland bestaat.
Spreker gaf hierop met den meesten nadruk
een ontkennend antwoord. Voorzoover het
slechts eenigszins mogelijk is zal de nieuwe
organisatie geheel en al rekening houden met
specifiek Nederlandsche omstandigheden. Men
zal terdege rekening houden met de historische
ontwikkeling van het bedrijfsleven in Neder
land.
Voor de toekomst zullen twee moge lijk lieden
bestaan:
1. zichzelf aaneen te sluiten;
2. wachten tot de staat dit doet.
De commissie bestaat uit negen leden die echter
het vele werk wat zal moéten worden verricht, niet
zelf zullen kunnen verzetten. Dr. Woltersom vraagt
dan ook medewerking van alle industrieelen in
Nederland. De onderhandelingen met de Duitsche
vertegenwoordigers die hier thans bijeen zijn, ge
schieden in een vrïendschappelijken geest en vol
komen onder het gezichtspunt van gelijkgerech
tigde partners. Daarbij bestaat het streven om op
dit oogenblik reeds iets te scheppen v/at, ook na den
oorlog zal blijven voortbestaan.
Een zekere schroomvalligheid en terughoudend
heid van de Nederlanders in dit opzicht is ver
klaarbaar. Er zijn bepaalde moeilijkheden len aan
zien van de houding der Nederlanders, die volgens
spr. voortvloeien uit de Nederlandsche geographi-
sche situatie.
Bij een beoordeeling van de geographische situ
atie van ons land moeten twee feiten voor oogen
worden gehouden:
een internationale taak berustende op de over-
zeesche relaties;
een Europeesche taak die nauw verband houdt
met het Europeesche achterland.
De eerstgenoemde taak is een geographische en
een natuurlijke die niet door oorlog of vrede ver
anderd kan worden, aldus verklaarde spr. met na
druk. De eene taak kan niet worden opgelost zonder
dat ook de tweede taak wordt opgelost.
Met inachtneming van deze situatie, zoo over
woog di\ Woltersom, kunnen de onderhandelingen
m een zeer vruchtdragend karakter zijn.
Wij houden de belangen van ons vaderland,
welke ons allen in ieder opzicht ter harte gaan, voor
oogen. In dit verband, zoo besloot spr. zijn uiteen
zettingen, kunnen wij niet afstand doen van de na
tuurlijke taak die de twee voornoemde doelstel
lingen ons opleggen.
De bijeenkomst werd geëindigd met een slot
woord van dr. Fischböck. Door spreker werd nog
eens den wenscli uitgesproken om tot den opbouw
van een organisatie te komen, die alles kan ver
tegenwoordigen. Dr. Fischböck richtte in dit ver
band een appel tot de aanwezigen, tot een vrucht
bare samenwerking te komen.
Ir. A. Roebroek, directeur-generaal van den Landbouw, tijdens zijn rede bij de opening der fruit-
teeltschool te Houten, welke plechtigheid door vele autoriteiten werd bijgewoond.
(Foto Pax-Holland).
Er wordt nog
Strengere bepalingen op komst.
- In den laatsten tijd is vastgesteld, dat aan
de verduisteringsvoorschriften slechts zeer ge
brekkig de hand gehouden wordt. Vooral heeft
dit betrekking op den tijd van de avond- en de
ochtendschemering. Steeds moet weer geconsta
teerd worden, dat winkeliers hun etalageverlich
ting en lichtreclames ook na zonsondergang nog
laten branden. Voorts kan men vaak zien. dat in
woningen zoowel 's avonds als in den vroegen
ochtend licht wordt aangedraaid zonder dat de
ramen van te voren verduisterd zij Ook met hand
en zaklantaarns wordt steeds weer lichtzinnig en
onvoorzichtig omgegaan. Dergelijke overtredin
gen zullen voortaan onvoorwaardelijk gestraft
worden.
Binnenkort kunnen in dit opzicht nieuwe be
palingen verwacht worden. Daarom wordt men
reeds nu op het volgende opmerkzaam gemaakt:
1. Etalage- en reclameverlichting dienen in de
toekomst geheel buiten bedrijf gesteld te worden
en mogen ook gedurende den dag niet meer wor
den ingeschakeld.
2. Zaklantaarns mogen, wanneer zij niet afge
schermd zijn. in de open lucht niet meer gebruikt
worden. Worden goed afgeschermde zaklantaarns
in de open lucht gebruikt, dan moeten de daar
voor geldende voorschriften in acht 'genomen
worden. Het is o.a. ten strengste verboden, zak
lantaarns naar boven te doen schijnen.
3. De politie heeft opdracht ontvangen, scherp
op te letten, dat de onder 1 en 2 genoemde be
palingen worden nageleefd. Lantaarns die niet
volgens de voorschriften worden gebruikt, kun
nen door de politie zonder meer in beslag geno
men worden.
Nogmaals wordt de verwachting uitgesproken,
dat de bevolking begrip zal toonen ten aanzien
van de verduisteringsbepalingen cn er zich streng
aan zal houden.
(A.N.P.)
Dawes en Youngleening uit de
noteering.
Verbod
deze fondsen te handelen
Het bestuur van de Vereeniging voor den .Ef
fectenhandel bericht, in opdracht van het depar
tement van financiën, dat van Vrijdag af geen no
teeringen zullen plaatsvinden in 7pet. Duitschland
1924 (Dawesleening) en 5/> pet. Duitschland 1930
(Youngleening), in verband met een publicatie,
welke in de Staatscourant is versohenen, waarbij
de secretaris-generaal van het departement van
financiën aankondigde, dat dese fondsen zullen
vervallen uit de dagelijksche noteering en dat
wordt ingetrokken de toestemming om deze fond
sen te verhandelen in regelmatig beursverkeer
zonder vergunning van het deviezeninstituul. ter
wijl weder zal worden ingesteld, 'het verbod om in
deze fondsen te (handelen.
Nederlandsche gasten te Berlijn.
BERLIJN, 15 November (D.N.B.) De ver
tegenwoordigers van Nederlandsche vakorga
nisaties en pers, die reeds een week als gasten
van den rijksoi'ganisatieleider, dr. Ley, in
Duitschland zijn, hebben vandaag een af
scheidsbezoek gebracht aan het gemeenschaps
huis van het Duitsche Arbeidsfront. Zij toon
den een bijzondere belangstelling voor alle
vraagstukken van beroepsopleiding, steun aan
begaafden en werkgelegenheid en vooral voor
de technische vorderingen op het gebied, schoon
heid van den arbeid".
De Nederlandsche gasten zijn vandaag ver
trokken naar Neurenberg, waar zij een groote
samenkomst van Kraft durch Freude zul
len bijwonen.
De padvinders mogen voor
Winterhulp collecleeren.
Het hoofdkwartier van de Padvinders heeft
voor de a.s. winterhulp aan de groepen onthef
fing verleend van den stelregel, welke het col
lecteeren, voor welk doel dan ook, aan padvinders
verbiedt.
De padvindersgroepen worden door het hoofd
kwartier aangemoedigd om alle krachten in te
spannen in het belang van het welslagen van
de winterhulp.
Polifie zal zeer streng
optreden
De secretaris-generaal van het departement
van Justitie deelt in een circulaire aan de procu
reurs-generaal, fungeerende directeuren van politie
mede dat hij van den hoogeren SS en politieleider bij
den Rijkscommissaris voor het bezette Nederland
sche gebied een schrijven heeft ontvangen, waar
aan het volgende wordt ontleend:
Tot mijn leedwezen moet ik constateeren, dat
in het met goede verkeersgebruiken strijdige ge
drag der wielrijders in het algemeere straatverkeer
in werkelijkheid geen verandering is gekomen, dat
voortdurend door wielrijders tegen de door mij aan
gegeven regels en ook tegen de nog geldende Ne
derlandsche verkeersvoorschriften wordt gezondigd
en dat niet in de laatste plaats aan een nauwgezet
toezicht door de politie-ambtenaren op het wiel-
rijdersverkeer en aan uit een politieel oogpunt
noodzakelijk ingrijpen op straat veel ontbreekt.
Vooral met dit gebrek aan doortastendheid van de
meeste ambtenaren van de straatpolitie doen de
wielrijders zichtbaar hun vooiUeel, door te rijden
op een wijze, zooals het hun belieft, doch niet in
overeenstemming met de verkeersvoorschriften.
Voortdurend bereiken mij klachten over het onge
disciplineerde en met goede verkeersgebruiken
strijdige gedrag der wielrijders.
Ik wensch er geen twijfel over te laten bestaan,
dat ik als commissaris-generaal voor de openbare
veiligheid niet van zins ben, dit met de verkeers
regels strijdige gedrag der wielrijders langer te
dulden en dat ik met name de door mij gegeven
aanwijzingen tegenover de wielrijders tot uitvoe
ring zal weten te brengen.
Wanneer de Nederlandsche politie niet in staat
zou zijn aan de bestaande wantoestanden een einde
te maken, dan zal ik mij genoopt zien aan organen
van de Duitsche o'rdepolitie het algemeene ver
keerstoezicht op te dragen.
Ik verzoek u de onder u ressorteeren de politie-
organen nogmaals met klem te instrueeren, dat zij
voortaan bijzondere aandacht schenken aan de ver-
keersdiscipiine van de wielrijders en dat zij tegen
wielrijders, die handelen in strijd met de verkeers
regelen en de bestaande bepalingen met de scherp
ste ter beschikking staande middelen dienen op te
treden.
In verband met vorenstaande vei'zoekt de secre
taris-generaal aan de hoofden van plaatselijke poli
tie alsmede de rijkspolitie met spoed opdracht te
willen geven, onverwijld en afdoende maatregelen
te treffen, waardoor de door genoemde autoriteit
aangegeven fouten met succes kunnen worden be
streden.
Hij stelt zich voor, dat een en ander kan worden
bereikt door het voorloopig instellen van plaatse
lijke goed geïnstrueerde mobiele brigades, welke
uitsluitend met de verkeerscontrole en verkeersop-
voeding dienen te worden belast.
Overigens acht hij het noodzakelijk dat van het
geheele politiepersoneel bij de handhaving van de
verschillende verkeersbepalingen de uiterste acti
viteit zal worden geëischt en overtreders zullen
worden geverbaliseerd, welke laatste maatregel
eventueel zal kunnen gepaard gaan met bijvoor
beeld het laten leegloopen van rijwielbanden.
Teneinde voor de vorming van de bedoelde bri
gades over voldoende personeel te kunnen beschik
ken, ware in noodzakelijke gevallen de tijdelijke
assistentie in te roepen van de marechaussee c.q.
rijksveldwacht.
Ook andere maatregelen kunnen uiteraard naar
gelaiïg van de plaatselijke omstandigheden in aan
merking komen.
Tenslotte verzoekt de secretaris-generaal nog
maals aan de politie op te dragen nauwkeurig te
letten op de afscherming' der rijwiellampen. Nog
steeds komt het voor, dat gereden wordt met on
voldoende afgeschermde en zelfs verblindende rij-
wielverliehting, hetgeen zeer licht tot érnstige on
gelukken kan leiden. Een euvel, waartegen even
eens krachtig dient te worden opgetreden, is het
gebruik van den rijweg door voetgangers bij
duisternis. Ook dit is uitermate gevaarlijk.
(A.N.P.)
Mishandel in;
tijdens de oorlogs
dagen.
Voor de Rotterdamsche rechtbank had zich
Donderdag te verantwoorden de 4,1-jarige majoor
van politie M. Z., verdacht van mishandeling van
eenige leden der N. S. B. op 11 Mei j.l., die op 10
Mei in het hoofdbureau van politie waren ingesloten
Den volgenden morgen hadden de mannen eenige
liederen, volgens hun verklaring voor de rechtbank
o.a. „Do Vlaamsche Leeuw" en „O, schitt'rende
kleuren van Nederlands vlag" gezongen, waarop
verdachte verscheen, geëscorteerd door vijf recher
cheurs van politie met revolvers. Verd. was bin
nengekomen en had met een gummistok de opge-
slotenen geslagen, tengevolge waarvan zij pijnlijk
werden getroffen.'
De officier van justitie zeidc dat verd. een goed
politieman is, die reeds tal van misdaden heeft hel
pen oplossen. Volgens een rapport van dr. Donker
sloot was verd. door de bijzondere gebeurtenissen
niet geheel normaal.
Dit mag evenwel geen reden zijn met een gummi
stok te slaan. Daarom eischte spr. een geldboete van
f 40 subs, twintig dagen hechtenis.
Onder deze vaan vaart derookcrwèl! Dan
heeft hij het beste van het beste in zijn pijp! De
heerlijke Speciaal-Melange „No. 33", mild, zacht en
geurig als geen andere! Gekorven en gemêleerd volgens
het bijzondere Niemeijer NON-SHARP principe!
Een groot aantal arbeiders vindt thans werk in de bosschen van ,,'t Loo-' te Apeldoorn, waar vele
boomen geveld en gezaagd worden. (Foto Pax-Holland).
1 5 ccnl per half ons
(Adv. Ingez. Med.)
Hef paartje in het park en de
aardige agent.
Een vreemde Utrechtsche historie.
Een zonderlinge opvatting van zijn taak
had een Utrechtsche agent van politie, die be
last was met de surveillance in de parken. Op
zekeren avond trof hij op een bank in een der
plantsoenen een paartje in een teedere omhel
zing aan. De agent haalde zeer gewichtig zijn
aanteekenboekje uit zijn zak en begon naar de
antecedenten van de jongelui te vragen. Ken
nelijk dreigde er een proces-verbaal. De jonge
man soebatte en smeekte, maar goede woorden
bleken op den handhaver van de openbare
orde slechts weinig invloed uit te oefenen. Ten
slotte echter zei hij: „Breng me morgen aan
mijn huis maar vijf gulden, dan zal ik er nog
eens over denken en dan komt het zaakje wel in
orde."
Het paartje vertrok met de overtuiging, dat er
van verdere vervolging niets zou komen, als er
den volgenden dag ten minste f 5 op tafel
kwam. Erg kapitaalkrachtig waren zij niet en
een buurman werd in vertrouwen genomen.
Of hij misschien f 5 kon leenenBuurman
had een helderen kijk op de zaak en toog naar
het politiebureau omdat hij dacht, dat een af
perser zich voor politieman had uitgegeven. Het
zaakje werd onderzocht en het kwam uit, dat
wel degelijk een agent op deze ergerlijke wijze
zijn ambt had misbruikt. De agent werd nog niet
justitieel vervolgd, maar dit werd anders, toen
een paar maanden later een zelfde klacht tegen
hem binnenkwam. In dit tweede geval had het
slachtoffer contant betaald.
De rechtbank te Utrecht veroordeelde den
agent tot drie maanden gevangenisstraf, van
welk vonnis hij in beroep kwam. Verd. stond
voor het Hof terecht en ontkende de hem ten
laste gelegde feiten.
Het bleek, dat de agenten opdracht hadden
tegen de paartjes in de parken soepel op te tre
den, wat naar de meening van den president
een onjuiste opdracht is, omdat aan de
agenten dan veel te veel wordt overgelaten, of
zij willen verbaliseeren of niet.
De procureur-generaal eischte bevestiging van
het vonnis.
Arrest 28 November.
SCHADECOMMISSIE ROTTERDAM.
Naar aanleiding van het bericht in de bladen,
waarin melding wordt gemaakt van de oprichtng
van een stichting oorlogsschade, verzoekt men ons
mede te deelen, dat, zonder te kort te doen aan de
beteekenis van de stichting oorlogsschade de com
missie ter behartiging van de belangen van bescha
digde bedrijven vaststelt, dat het reeds sedert Juli
1940 in nauw contact met alle berokken officieele
en semi-officieele instanties werkzaam is op het ge
bied van de verzorging van de belangen der ge
troffen bedrijven in den ruimstcn zin des woords.
In verband met de ruime' doelstelling en de ver
strekkende bemoeiingen van het comité en mede
in verband met het feit, dat tot de omzetting van
een comité in een stichting, waartoe reeds geruimen
tijd werd besloten en waarop de goedkeuring van
den procureur generaal binnenkort wordt ver
wacht, lijkt het juist uitdrukkelijk te vermelden,
dat het bureau van het comité hetwelk geleid wordt
door drs. P. vanZuuren, werd bevestigd in het
perceel Banierstraat 1, Rotterdam.
Het slachtverbod voor schapen.
Uit landbouwkringen wordt aan het A.N.P.
medegedeeld, dat men wel 3d de wenschelijk-
heid, ja, zelfs de noodzakelijkheid van het scha-
penslachtverbod inziet.
Toch is men eenigermate bevreesd, dat hierbij
het landbouwbelang weer aan dat van den
consument zou kunnen worden opgeofferd. Men
begrijpt weliswaar zeer goed, dat de buitensporig
hooge prijzen voor schapenvleesch, welke de
laatste weken werden gemaakt, niet volkomen
zouden kunnen blijven gehandhaafd, doch m$n
meent, dat toch in de toekomst het schapen
vleesch overeénkomstig zijn waardeering als
voedsel en als spijsgerecht voor de betere keu
ken, zal moeten worden aangeslagen overeen
komstig het prijsniveau, dat aan de abatoirs voor
varkensvleesch (geen spek) wordt bedongen.
Ook vreest men, dat het slachtverbod wel eens
te lang zou kunnen duren, hetgeen in dit jaar
getijde, waarin sneeuw en ijs te verwachten is,
zoowel voor het slachtschaap als voor zijn be
zitter zeer nadeelig zou kunnen zijn.
Hoewel in vakkringen algemeen wordt ver
wacht, dat speciaal het slachten van ooien zal
worden tegengegaan, meent men, dat het goed
zal zijn. dat hierop uitzonderingen zullen worden
gemaakt, ten opzichte van die dieren, welke voor
de fokkerij ongeschikt zijn.
Wij kunnen hierop reeds thans zeggen, dat
door de bevoegde insanties ditmaal met de be
langen van den landbouw terdege rekening zal
worden gehouden, zoodat men de nog verder te
nemen maatregelen met gerustheid kan tege
moet zien.
Openluchttheater te Tegelen slacht
offer van den storm.
Tengevolge van den storm, die gewoed heeft,
is het openluchttheater ,.De Doolhof' tc Tegelen,
waar in den afgeloopen zomer tienduizenden de
passiespelen bijwoonden, vrijwel geheel vcrwoeaA,