Haarlems Dagblad
HAARLEM IN CIJFERS.
De Rijkscommissaris spreekt op een „Richtfest"
De nieuwe vleeschbon
10 dagen geldig.
Steunt Winterhulp
Zware luchtaanval
op Southampton
ActlkeCen enz.
Zeevrouwen.
Brochure over den Führer
58e JAARGANG No. 17620
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant-
Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37 Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12,
Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825. Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
DirectieP. W. PEEREBOOM eo ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur; ROBERT PEEREBOOM
Maandag 25 November 1940
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10,
per 3 maanden f 3.25 franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex Advertentiën: 1-5 regels
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35 Reclames ƒ0.60 pel
regel Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meel
ƒ0.15 Groentjes zie rubriek.
De voorzitter van het Mannenkoor „Die Spaerne-Sanghers", de heer J. M, H.
van der Wateren, neemt op een Zondag in „Lido" gehouden receptie afscheid
van den dirigent, Lieven Duvosel, die naar Brussel vertrekt. Links mevrouw
Duvosel. (fotobureau De Haas)
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van Landbouw en Visscherij maakt
bekënd, dat in de distributie van vleesch en
vleeschwaren een wijziging is gebracht. Door
verschillende omstandigheden is het aanbod van
slachtvee dezer dagen gering.
In verband hiermede is de duur van de eerst
volgende distributieperiode gesteld op tien dagen
terwijl het rantsoen ongewijzigd is gebleven. Men
dient derhalve- het gebruikelijke rantsoen over
tien dagen in plaats van zooals tot dusverre
het geval was over een week te verdeelen.
Gedurende het tijdvak van Maandag 25 Novem
ber t/m Woensdag 4 December a.s. geeft elk dei-
vier met „tien vleesch" gemerkte bonnen recht
op het koopen van 100 gram vleesch, been inbe
grepen, óf een rantsoen vleeschwaren. De met
„tien worst vleeschwaren" gemerkte bon geeft
gedurende dat tijdvak uitsluitend recht op het
koopen van een rantsoen vleeschwaren.
De bonnen welke op 4 December a.s. nog niet
gebruikt zijn, blijven nog geldig t/m Zondag 8 De
cember a.s., met dien verstande, dat zij gedurende
het tijdvak van 5 December t/m 8 December a.s.
niet gebruikt zullen mogen worden voor het koo
pen van vleesch of vleeschwaren in hotels, restau
rants e.d.
Het rantsoen vleeschwaren, dat per bon kan
worden gekocht, bedraagt 75 gram voor gerookt of
gekookt varkens-, rund- of kalfsvleesch en voor
gerookte worstsoorten, 100 gram voor gekookte
worstsoorten, rolpens en knakworst, 125 gram voor
leverartikelen, tongenworst en nierbrood en 150
gram bloedworst.
De vleeschvoorziening.
Maatregelen ter verbetering.
In de laatste dagen heeft de vleeschvoorziening
moeilijkheden opgeleverd, doordat de aanvoer van
slachtvee niet voldoende was om aan de behoeften
te voldoen. Ook te Haarlem hadden de slagers niet
genoeg vleesch om alle koopers tevreden te stellen.
Daardoor kwam het dat Zondag verschillende huis
moeders moesten zeggen: „wij moeten het vandaag
zonder vleesch doen, ik had bonnen, maar de slager
had geen vleesch".
Een slager te Haarlem had al het vleesdh wat hij
had tot gehakt verwerkt, zoo kreeg iedere klant zoo
veel mogelijk zijn deel, hoewel er dus geen keus
van vleesch was.
De directeur van het Openbaar Slachthuis te
Haarlem deelde ons mede, dat die vleeschschaarsch-
te vermoedelijk nog wel eenige dagen zal duren.
Hij kreeg nu wel wat varkens om te slachten,
maar het is nog niet te zeggen wanneer er koeien
zullen komen. Hij hoopte in het laatst van de week.
Men weet dat intusschen het vleesohrantsoen
practisch verminderd is. Nu moet men 10 dagen in
plaats van 7 dagen met een bon doen.
Er worden maatregelen genomen om te bereiken,
dat er genoeg vleesch komt om elk in staat te stel
len vleesch voor zijn bonnen te koopen.
PREMIER VAN NOORD-IERLAND GESTORVEN
LONDEN, 24 Nov. (DNB) Burggraaf Craigavon,
de minister-president van Noord-Ierland, is op 69-
jarigen leeftijd overleden.
Postgiro voor Haarlem 395300
De burgemeester van Amsterdam, dr. W. de
Vlugt, heeft het kernachtig gezegd: „De on
gunst der tijden heeft ontelbaar velen diep
getroffen en de nooden in allerlei geledingen
zijn dienovereenkomstig gestegen. Hierin te
helpen voorzien is gewetensplicht en natio
nale plicht."
Het postgiro-nummer van Winterhulp
Haarlem is 395300, ten name van den pen
ningmeester D. Andréa, gemeente-ontvanger
van Haarlem.
De Postgiro-nummers van de bureaux van
Winterhulp in de omstreken zijn:
Heemstede: 397216
Bloemendaal: 396828
Bennebroek: 287195
Zandvoort: 40020
Haarlemmermeer: 39530
Haarlemmerliede: 66797.
Het Postgiro-nummer van de Landelijke
organisatie „Winterhulp Nederland" is 5553,
Hofweg 7, den Haag.
Het D.N.B. meldt:
Het zwaartepunt van de Duitsche lucht
aanvallen in den nacht van Zaterdag op
Zondag lag op de havenstad Southampton
aan de zuidkust van het Britsche eiland.
Ongeveer 250 vliegtuigen vielen de havenin
stallaties, de Docks en opslagplaatsen van
deze stad aan en wierpen ongeveer 300.000
kilogram dynamietbommen van allerlei soort
en alle kalibers en meer dan 12.000
brandbommen neer.
Het wolkendek was hier en daar open, zoodat
de aanvallende vliegtuige,n hun doelen goed
konden herkennen. De uitwerking was zeer
groot. Talrijke branden, van allerlei grootte,
ontploffingen en steekvlammen werden waar
genomen. Verscheidene branden breidden zich
in den loop van den nacht aanzienlijk uit en
waren van verre zichtbaar. De aanvallen
duurden den geheelen nacht. Terwijl de eerste
vliegtuigen reeds kort na zonsondergang start
ten, keerden de laatste pas Zondag in de vroege
morgenuren terug.
.Terwijl dus de voornaamste aanvallen in den
nacht van Zaterdag op Zondag tegen
Southampton waren gericht, werden naar het
D.N.B. nader verneemt, Londen en eenige andere
steden door minder sterke afdeelingen van het
Duitsche luchtwapen en afzonderlijke vliegtui
gen met bommen bestookt. In Londen lagen de
doelen in de City, in de regeeringswijk en in en
kele oostelijke stadsdeelen. Er werden opnieuw
een aantal groote en vele kleine branden,
alsmede instortingen veroorzaakt, Behalve
Londen werden Liverpool, Birkenhead en Bristol
aangevallen. De wapenfabriek Grantham werd
in brand geworpen. De vuurgloed was nog op
verren afstand te zien. Evenzoo werden de tank
installaties in Pembroke doeltreffend met bom
men bestookt.
Naar het door Reuter gepubliceerde com
muniqué van het Engelsche ministerie van
luchtvaart en van het ministerie voor openbare
veiligheid mededeelt, werden in de eerste uren
van den nacht van Zaterdag op Zondag in vele
deelen van Groot-Brittannië bommen gewor
pen. Een stad in Zuid-Engeland had een aanval
van verscheidene uren te verduren, waarbij vele
bommen werden geworpen. Door explosieve
en brandbommen werd talrijke schade aange
richt, aldus wordt gezegd. Een aantal personen
werd gedood of gewond.
DE LUCHTACTIE IN DEN AFGELOOPEN
NACHT.
NEW-YORK, 25 Nov. (D.N.B.) De Lon-
densche correspondent van de United Press
maakt melding van nieuwe Duitsche vergel-
dingsaanvallen op Engelsche industriecentra.
In den afgeloopen nacht en Maandagochtend
vlogen Duitsche bommenwerpers, aldus dit be
richt, verscheidene uren lang. in een bijna on
afgebroken „parade" boven een stad in West-
Engeland en bestookten haar met brisant- en
brandbommen. De eerste aanvallers wierpen bo
ven een uitgestrekt gebied lichtfakkels, daarna
volgden vliegtuigen, die brandbommen lieten
vallen, welke te zamen met de lichtfakkels de
doelen kenbaar maakten voor een permanenten
stroom brisantbommen. Deze brisantbommen
richtten in de geheele stad geweldige schade
aan. Uit een tweede bericht van den United
Press-correspondent blijkt dan, dat deze West-
Engelsche stad de hevige aanvallen van het
Duitsche luchtwapen aanzienlijk langer heeft
moeten verduren dan het aanvankelijk scheen.
Ook de Londensche correspondent van de Asso
ciated Press maakt hedenochtend van dezen
grooten aanval op een stad in West-Engeland
melding. Hij meldt echter tevens, dat ook Lon
den in den afgeloopen nacht „vrij ernstig" is
aangevallen.
Grooter gedeelte iler voorraden kaas
mag worden verkocht.
Het rijksbureau voor de voedselvoorziening in
oorlogstijd deelt het volgende mede:
In verband met de op 28 Augustus 1940 getrof
fen kaasregeling werd aan houders van voorraden
kaas, grooter dan 500 K.G. de verplichting opge
legd, deze niet te verhandelen of af te leveren dan
met toestemming der Nederlandsche Zuiveleer, trale,
afd. zuivel te 's-Gravenhage.
Inmiddels heeft genoemde centrale een gedeelte
van 25 pet. met een minimum van 500 K.G. voor
het verhandelen en afleveren vrijgegeven. Dit ge
deelte wordt met ingang van Maandag 25 Novem
ber 1940, met 10 pet. tot 35 pet. verhoogd, met een
min. van 1000 K.G. zoodat dan nog 65 pet. (ver
minderd met den indroog op den totalen oorspron-
kelijken voorraad) van den op 28 Augustus 1940
aanwezigen voorraad geblokkeerd blijft. Uiteraard
mag de aflevering uitsluitend geschieden tegen toe
wijzingen op grond der bepalingen van de kaas-
distributiebeschikking 1940 1.
De werkloosheid is belangrijk verminderd
Omzetten van de gemeentebedrijven werden
beïnvloed door den zomertijd.
Het gemeentebestuur van Haarlem heeft de Sta
tistische Gegevens over het 2de kwartaal van dit
jaar thans gelijk uitgegeven met die over het 3de
kwartaal.
Daarin zijn belangrijke cijfers te vinden over
den gang van zaken in Haarlem.
W erkloosheid.
Het aantal werklooze mannen bedroeg op de
nader genoemde tijdstippen: Januari 5776, April
4216, Juli 5312 en October 3721.
Hieruit blijkt dus dat de eerste maanden na
den oorlog een stijging van het aantal werkloozen
brachten.
Na Juli is er een belangrijke vermindering
te constateeren. Het aantal is daarna sterk ver
minderd. Thans zijn er 3721 werkloozen tegen
4666 in October van het vorige jaar.
Daarop heeft natuurlijk het feit dat er veel
Haarlemmers naar Duitischland vertrokken zijn
om daar te gaan werken veel invloed.
Wij geven hier het aantal werkloozen verdeeld
over de verschillende vakken.
Oct. '39 Oct. '40.
Handels- en kantoorbedienden 552 522
Metaalbewerkers 580 530
Bouwvakarbeiders 1157 797
Grafische vakken 117 159
Fabrieks- en transportarb. 1534 1046
Land- en tuinbouw 143 87
Andere beroepen 583 580
Het aantal werkloozen in het bouwvak is dus
sterk gedaald evenzoo het aantal werkloozen
onder de fabrieks en transportarbeiders.
In October 1940 waren te Haarlem 247 vrouwen
werkloos, dit aantal was een jaar geleden 284. Ook
hier dus een vermindering.
De geldelijke uitkeering aan valide arbeiders is,
bij 1939 vergeleken, ook afgenomen. Nu werd uit
gekeerd f 129.268 tegen f 166.447 in October van
het vorige jaar.
Bij de tijdelijke werkgelegenheid geheel of ge
deeltelijk voor rekening van de gemeente geboden
waren in September 1640 arbeiders aangesteld. Dit
aantal was een jaar geleden slechts 500.
De gemeentebedrijven.
Nadat aanvankelijk na het uitbreken van den
oorlog een vermindering van het verbruik van gas
te constateeren was (tengevolge van het verzoek
aan de burgerij om te bezuinigen) is in de laatste
maanden weer een hooger verbruik voorgekomen
dan verleden jaar. Dat de omzet van het electrici-
teitsbedrijf sterk verminderde is vooral eëh gevolg
van de invoering van den Midden-Ëürópeeschen
zomertijd. -
De cijfers zijn:
gas electriciteit
April 1939 1.963.937 M3. 3.499.769 KWU.
April 1940 2.151.024 M3. 3.900.450 KWU.
Mei 1939
Mei 1940
Juni 1939
Juni 1940
Juli 1939
Juli 1940
1.918.443 M3.
1.828.747 M3.
1.777.417 M3.
1.717.733 M3.
1,855.459 M3.
1.911.881 M3.
1.843.400 M3.
2.000.231 M3.
3.369.201 KWU.
2.837.751 KWU.
3.068.766 KWU.
2.508.322 KWU.
3.005.840 KWU.
2.694.616 KWU.
3.182.521 KWU.
2.787.273 KWU.
Augustus 1939
Augustus 1940
September 1939 1.836.433 M3. 3.327.270 KWU.
September 1940 2.072.270 M3. 2.925.182 KWU.
Het feit dat de straatverlichting practisch ver
vallen is heeft natuurlijk ook bijgedragen tot de
vermindering van het electriciteitsverbrui'k. In
October 1940 werden voor straatverlichting 735
KWU aangegeven, tegen 130.714 KWU in Septem
ber 1939.
Voor verlichting werden in Sept. 1939 210.838
M3. gas verbruikt tegen slechts 324 M3. in Sep
tember van dit jaar.
Het aantal gasverbruikers is sterk gestegen om
dat er nu geen petroleum meer te koop is.
Op 1 October 1939 waren er 34299 gasmeters ge
plaatst, tegen 36845 op 1 October van dit jaar.
Een vermeerdering dus van 2546.
Het waterverbruik is. vergeleken bij verleden
jaar wat verminderd. Blijkbaar is dit in het bij
zonder een gevolg van bezuiniging. In September
was het verschil zelfs 26442 M3. (186.888 M3. tegen
213.330 M3.)wat dus een achteruitgang van meer
dan 12% beteekent.
De scholen.
Het aantal leerlingen bij het openbaar lager
onderwijs te Haarlem daalde van 6781 in Septem
ber 1939 tot 6767 in September van dit jaar. Een
vermindering dus slechts van 14. Maar daartegen
over staat dat het aantal leerlingen bij het bij
zonder onderwijs toenam van 11299 tot 11392, een
stijging dus van 93.
Het aantal leerlingen op de Middelbare en Hoo-
gere Scholen te Haarlem verminderde van 3429
in September 1939 tot 3404 in September 1940..
Het aantal leerlingen op de 5 gemeentelijke in
stellingen was:
leerlingen
uit Haarlem van buiten
Gymnasium 152 139
H.B.S. A 316 82
le H.B.S. B 220 163
2e H.B.S. B 275 44
Meisjesschool 187 92
Totaal 1150 520
Opbrengst belastingen.
Op het kohier 1939'1940 der opcenten van de
Gemeentefondsbelastingen te Haarlem was uit
getrokken f 1.058.811. Op dit oogenblik is aan de
gemeente door den ontvanger der rijksbelastingen
reeds afgedragen f 859,750, terwijl vermoedelijk
nog ontvangen zal worden f 92.000. Dan zou dus
totaal binnen komen f 951.750 of meer dan een
ton minder dan het kohier vermeldde.
Het kohier 1939 1940 opcenten der Vermogens
belasting vermeldde f 67.302. Er is al afgedragen
Bijzetting van het stoffelijk overschot
van Codreanu.
BOEKAREST, 25 November (D.N.B.) De
legionnairsbeweging heeft medegedeeld, dat het
stoffelijk overschot van Codreanu en van de 13
legionnairs, die met hem vermoord werden, op
27 November in de kerk der beweging te Boekarest
op de baren zal worden geplaatst. De bijzetting
volgt op 30 November in het z.g. Groene huis, het
hoofdgebouw der beweging te Boekarest.
f 57.000, terwijl nog op f 8500 gerekend wordt. Dan
zou het totaal zijn f 65.500, of ruim f 2000 min
der dan geraamd was.
Wat de politie deed.
De Haarlemsche politie maakte in de maanden
Augustus en September 2075 en 1464 bekeuringen
ter zake van overtreding der verkeersvoorschrif-
ten en de lichtafscherming.
HEDEN; 10 PAGINA'S.
P. Gasus: Zeevrouwen. pag. 1
Haarlem in cijfers. pag. 1
J. B. Schuil: „Mijnheer Pim...."
door de Haarlemsche Tooneelclub.
pag. 2
„Tooneelspeelster" door het
Nederlandsch Tooneel. pag. 2
Het Centraal Tooneel met
„Hamlet". pag. 2
K. de Jong: Bij het afscheid van
Lieven Duvosel. pag. 2
D.: Maanpraatje. pag 3
Laatste Berichten op pagina 6
(Te Bakoe, aan de Kaspische Zee is
de Russische petroleumboot „Emba'4
binnengeloopen met een equipage
geheel uit vrouwen bestaande.)
Overal, ook hier te lande,
Gold steeds dat men 't schip bemande,
Maar hier werd een schip bevrouwd,
En waarom niet, welbeschouwd.
Waarom waarlijk zou men vrouwen
Niet een stoomschip toevertrouwen,
D'arbeid dien de zeeman doet,
Ligt de zeevrouw, dunkt me, goed.
Niemand hoeft een vrouw te leeren,
Hoe ze 't roer heeft te hanteeren,
Zij gevoelt zich van natuur
Zeer behagelijk aan 't stuur.
Over dekken dweilen, schrobben,
Hoeft ze zeker niet te tobben,
Ook dat kent ze wel zoo goed,
Als een simpel man het doet.
Scheepskok ze kan zeker koken,
Stoker hm, ze kan soms stoken,
Ze klimt soms graag in den mast,
Wat is er dat haar niet past?
't Zal haar stellig niet bezwaren,
Om een rechten koers te varen,
En vertrouw maar bovendien,
Dat ze heel goed uit zal zien.
Nu behoeft u niet te vreezen,
Dat ik ooit zoo dwaas zou wezen,
Dat ik zonder meer maar zeg,
Stuur den zeeman nou maar weg,
Laat de vrouwen verder varen
Op de ongewisse baren,
Neen, want buiten noodgeval,
Blijv' de vrouw maar aan den wal.
Ik wou enkel maar beweren,
Ook dit vak kan ze best leeren,
Want men weet, ze schippert goed,
Als ze wil en als het moet.
Eeuwen heeft ze dat voor deze
In de huw'lijksboot bewezen,
't Sturen van een schip op zee,
Valt daarnaast, bij storm zelfs, mee.
P. GASUS.
Rijksmaarschalk Goering bracht een bezoek aan de oorlogs-tentoonstclling, welke
te Weenen geopend is.
(Foto Weltbild.)
De arbeid, niet het geld moet in het middelpunt
van het leven staan.
Het A.N.P. meldt: Tijdens het Vrijdag te Maas
tricht gehouden „Richtfest" ter gelegenheid van
de voltooiing van den bouw van het nieuwe dienst
gebouw van zijn gevolmachtigde voor de pro
vincie Limburg, heeft de Rijkscommissaris de
volgende redevoering uitgesproken:
Partijgenoot Schmidt, partijgenooten en Neder
landsche arbeidskameraden.
Het verheugt mij dat ik vandaag hier ben Ln
een kring, dien ik schat op 290 personen en waar
van men kan zeggen, dat het grootste deel uit
Nederlanders bestaat.
Wij huiden een „Richtfest". Het is een oud
gebruik van onze voorvaderen. Wanneer een
bouwwerk gereed was, kwam nog eenmaal
aales bij elkaar. Dtn kwamen de bouw
meester, alle meesters, helpers, gezellen en
leerlingen om in een vroolijk uur het mensche-
lijk einde aan dit werk te vieren. Ziet gij, dat
is een gebruik, dat alleen dan mogelijk is, wan
neer men het werk, dat men verricht heeft, be
schouwt als het toonaangevende doel, en wanneer
niet de winst of het loon, kortom het geld, een
rol spelen.
Toen dan later de kapitalistische orde kwam.
is dit gebruik in vergetelheid geraakt. Want toen
werd het werk niet meer gedaan om der wille
van het werk, maar de arbeid was, zooals iedere
andere waar, te koop. De eene dat is de on
dernemer trachtte zooveel mogelijk arbeid voor
weinig geld te koopen, de ander trachtte zijn ar
beidskracht zoo duur mogelijk te verkoopen. Het
resultaat was de klassenstrijd. Geld is niet het
belangrijkste begrip voor den mensch; het es-
sentieele begrip voor den mensch is de arbeid. De
arbeid is het groote „kapitaal" zooals wij het wil
len noemen, dat ons de natuur of de Schepping
of God heeft geschonken, en daarom, kameraden,
zooals ik u thans allen wil noemen, moeten wij
anders gaan denken, onze gedachten moeten zich
van het geld afkeeren. Wij in Duitschland doen
dat. Wij stellen den arbeid van den mensch en den
arbeidenden mensch in het middelpunt van ons
geheele leven.
Thans zult gij wellicht begrijpen, waarom wij
juist in de werkloosheid een ongeluk zien, niet
omdat men dan uit de begrooting van den staat
ondersteuning moet betalen, maar omdat dit bij
zondere goed van den mensch nïet wordt ge
bruikt. Wat iemand presteert moet voor de ge
meenschap waardevol zijn. Dat is juiste en waar
devolle arbeid. Op dezen arbeid komt het aan
en eerst deze geeft den mensch de waardigheid
van zijn arbeid.
Het gaat er heelemaal niet om dat een werk
looze slechts een klein inkomen heeft, bij wijze
van spreken een aalmoes, het gaat erom, dat de
mensch eerst door den arbeid de waardigheid ver
werft. Wanneer wij ons voorstellen dat een volk,
zoowel het Duitsche als het Nederlandsche, leeft
in een lotsgemeenschap, dan is het duidelijk, dat
iedere hand, die zich niet roeren kan, een ver
lies is voor het geheele volk, en dientengevolge
hebben wij in het middelpunt van ons doel de eer
van den arbeid geplaatst.
Kameraden, gedachten van dezen aard komen
op wanneer men bijeenkomt na de voltooiing van
een bouwwerk, wanneer degenen elkander nog
eens begroeten, die hier maandenlang bijeen waren
en die iets gewrocht hebben.
Zij hebben allen medegewerkt tot een groot
gemeenschappelijk werk gereed was. Dit is een
schoone gelegenheid om de kameraadschap in den
arbeid te gevoelen.
Nu moet gij niet denken, dat dit slechts een
enkele gelegenheid is, die wij aangrijpen. Het is
niet als een op den kalender van tevoren aan
gegeven feest, waarvoor men nettere kleeren aan
trekt, er heengaat en wacht tot het voorbij is.
Tenminste zoo zouden wij dat niet willen. Wij
gelooven dat wij steeds weer bijeen moeten komen.
Men moet iedere gelegenheid aangrijpen, waar dit
mogelijk is, opdat allen die gemeenschappelijk
iets tot stand hebben gebracht, ook buiten dezen
arbeid in blijde uren te zamen zijn. Ik acht het
zeer belangrijk, dat juist diegenen, die de ver
antwoordelijkheid dragen, steeds tot het volk
gaan en steeds midden in het volk staan. Tenslotte
moeten zij uit het volk opgegroeid zijn, want
alleen zoo weten zij waar zich de nooden bevinden.
Maar nog meer, wij moeten tot het volk gaan en
iederen medemensch in de oogen zien, wiens lot
wij in handen hebben. Het is slecht gesteld met
den leider, die slechts aan een groene tafel zit.
De juiste leiding moet midden in het menschelijke
leven gaan staan. Zij moet het gevoel hebben: ik
heb getracht te doen wat juist en werkelijk nood
zakelijk was en ik zal thans in hun oogen lezen,
of het mij gelukt is, dan wel of ik mij nog meer
moet inspannen.
(Men zie ook pag. 2