Haarlem's Dagblad
Elkaar helpen!
Elverhöi.
Bristol fel bestookt.
Groote ontploffingen
en branden.
Onder glas.
lüintecfiuip
Tlededand.
Groei van Haarlem.
Axükeien enz.
58e JAARGANG No. 17621
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant»
Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825 Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon-
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
en Feestdagen
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Dinsdag; 26 November 1910
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10,
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per
regel. Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
ƒ0,15. Groentjes zie rubriek.
In tijden van beproeving komt men nader tot
elkaar en leert, elkaar te steunen als nimmer te
voren. Dat hebben wij Nederlanders in de oorlogs-
dagen ondervonden. Maar al was de drang toen
acuut en al is hij sindsdien niet meer zoo scherp
opgetreden, de tijden zijn zorgelijk gebleven, velen
van ons gaan gebukt onder zware beproevingen en
het Helpt Elkander blijft tenvolle gelden, als een
noodzaak en een plicht. Daar zijn allen zich van be.
wust, die de Winterhulp tot een succes willen ma
ken. Wij behooren tot hen. Wij hebben in vorige
jaren, telkens in de Decembermaand, een beroep op
u gedaan om de inzameling voor de Kerstgave aan
de Stille Armen te steunen. Die was in Haarlem
tot een voortdurend welslagen ontwikkeld. Maar
buiten Haarlem kwam zij maar sporadisch voor. En
nu moet ik u er aan herinneren dat zij éénmaal,
jaren geleden, in geheel Nederland beproefd was
en in haar uitkomsten niet bevredigde. In Haarlem
werd zij daarna doorgezet. Maar de Nederlandsche
opzet verviel. Ook in Amsterdam bleef men actie
voeren, misschien in enkele andere steden; zij zijn
mij niet bekend. Hier hebt u dus een voorbeeld van
een actie die na een poging tot centraliseering groo-
tendeels is gestaakt en die beoogde hulp te ver
strekken boven en buiten de bestaande algemeene
regelingen. Dat wil de Winterhulp ook. Onder haar
werk zullen ook de stille armen gerekend worden,
niet alleen in Haarlem en Amsterdam maar in het
gansche land. En alle anderen, die voor extra hulp
in aanmerking komen. Daarbij zijn vele menschen
die steun.- uit de openbare kassen ontvangen. Maar
gij weet dat vele levensmiddelen duurder zijn ge
worden, dat het nog veel moeilijker voor hen is
rond te komen dan in vorige jaren, dat die steun
hen slechts in staat stelt met hun gezin in leven
te blijven. Er was in vroeger tijden een woord in
gebruik dat later in onbruik is geraakt maar dat
ik op hen weer zo-u willen toepassen. Het woord
minimumlijders. Lijders zijn zij vooral in dien zin,
dat hun materieele omstandigheden zoo benard zijn
dat zij geen gelegenheid laten tot het eenvoudigste,
dat wat glans, wat levensvreugde, wat afwisseling
in de monotonie der dagelijksche uiterste soberheid
brengt. En dan spreek ik nog niet eens van een
viering van het St. Nicolaasfeest, dat gij wel met
uw kinderen vieren zult. Ik spreek over iets beter
voeding, over wat warmer kleeding en dekking,
over de vreugde die het brengt als de man, de
vrouw, het kind niet meer in een versleten pakje,
een dun jasje waarin hij of zij klappertandt en zich
armelijk en uitgestooten voelt, dagelijks het kille
leven in moet gaan. Ik doe een beroep op uw hart.
Uw hart, uw gevoel moet spreken als Vrijdag en
Zaterdag de eerste collectes voor de Winterhulp
worden gehouden. Geloof het, want het spreekt de
waarheid. Het uit zich. het best en het zuiverst; het
verwerpt allerlei geruchten die onzin behelzen en
die opwellen uit de onrust en onzekerheid van den
tijd.
Wat wil de Winterhulp bereiken? De hulpverlee
ning ki het geheele land centraliseeren instede van
haar versnipperd te houden over tallooze instellin
gen die im de eene plaats wel, in de andere niet be
staan, deels veel succes behalen en deels te weinig.
In ee« tijd van extra nood wordt de extra orga
nisatie ontwikkeld. Dat is logisch en noodig. Het
is bijvoorbeeld ook noodig omdat er welgestelde en
arme gemeenten zijn. Men kan deze laatste niet het
slachtoffer daarvan laten worden. Daarom moet
een distributie over het geheelp land toegepast wor
den en daarom kunnen niet alle giften, in uw eigen
woongemeente gegeven, geheel voor die gemeente
bestemd worden als zij in welvaren boven de mid
delmaat ligt. Is dat goed bekeken of niet? Welnu
dan. Wij moeten ons niet blind staren op onze eigen
onmiddellijke omgeving, want dat dient de goede
zaak niet. Wij zijn één volk, het Nederlandsch volk
en wij moeten allen elkaar bijstaan.
Het werk wordt uitsluitend door Nederlanders
gedaan. In de aanbevelende en adviseerende com
missies vindt gij namen die gij persoonlijk kent
en die uw vertrouwen wekken. Gij ziet, bijvoor
beeld in deze omgeving, den Commissaris der Pro
vincie voor de zaak optreden, gij bemerkt vandaag
dat mr. A. J. Backer, dien ik wel als zijn rechter
hand mag aanduiden, als Provinciaal Directeur op
treedt, gij ontwaart uw burgemeesters als plaatse
lijke directeuren en andere mannen, wier namen gij
kent, als leden der adviescommissies. Maar van het
hoogste belang is dat uw hart spreekt. Luistert gij
niet naar die stem dan onthoudt gij steun aan land-
genooten die hem behoeven en die op u hopen.
Ik schrijf deze dingen uit volle overtuiging, zoo
als gij wel merkt. Gij weet dat op deze plaats al
sinds jaren voor zulke hulp aan getroffenen geijverd
is. Het gebeurt nu opnieuw en het werk dat onder
nomen is wordt uitgevoerd op grooter schaal dan
ooit tevoren, in samenwerking met de bestaande in
stellingen door en voor Nederlanders. Al zijn de
Nederlanders het dan politiek in veel niet eens, hier
in kunnen en moeten zij het zijn. Zij kunnen en
moeten elkaar helpen in dit kleine land temidden
van den oorlogsstrijd. Laat ons dat elkaar en ook
anderen toonen! i
De tijd van de verzending der St. Nicolaas-pakketten is weer aangebroken. De
post zal in de komende dagen zwaar belast worden en door een zeer deugdelijke
verpakking en volledige, duidelijke adresseering kan men haar taak verlichten.
(Foto Pax Holland.)
R. P.
Het is gevaarlijk te generaliseeren. En toch
doen wij het allemaal op onzen tijd, sommigen
zelfs heel vaak. En daarmee worden dan ettelijke
onjuistheden ten beste gegeven. Het is bijvoorbeeld
ook onjuist in algemeenheden over den ouderdom
te spreken en te beweren dat in oude menschen
de geestdrift en het initiatief gedaald zijn, dat zij
sceptisch staan tegenover jeugdig idealisme, dat
kortom de scheppingskracht hun ontvallen is. Want
er zijn oude menschen die heel anders zijn. Daar
ben ik Zondagmiddag aan herinnerd, in de groote
concertzaal van het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen in Den Haag. Het Residentie Orkest
onder leiding van Frits Schuurman opende zijn
programma met Elverhöi, symphonisch gedicht
naar een oud-Deensche sage van Johan Wagenaar.
Het hield dit nieuwe werk van den nestor der
Nederlandsche componisten ten doop.... of, zooals
men het in de laatste jaren met een nogal luid
ruchtige term pleegt te noemen: het gaf er de
„wereldpremière" van.
De zaal was vol. Beneden zoowel als op de drie
galerijen, die haar omgeven, zag men een dichte
menigte, zag men rijen gezichten die gespannen
aandacht toonden toen de dirigent het teeken gaf
en de hoorns zacht inzetten: een bekorend, geheim
zinnig motief. En in een loge dicht bij' het
podium zag ik, wat voorovergebogen in een-
houding van intense aandacht, die bekende lange
slanke figuur, dat scherpgeteekende profiel met het
witte puntbaardjeden componist.
Dat was maar een oogenblik: die waarneming
van de omgeving. Want toen vergat ik haar al
omdat hij, de achtenzeventigjarige, mij evenals de
anderen meevoerde in de bekoring van zijn schep
ping. Hij verhaalde een oud^ Deensche sage van
Elverhöi, den Elzenheuvel, maar hij verhaalde
van de jeugd en sprak in zijn frissche, tintelende
poëzie, in zijn voortdurend boeiend coloriet van
rythmen en klanken, de taal der jeugd.
Het is een droom, deze sage. Een jonge ridder
valt in slaap op den Elzenheuvel. In zijn droom
komen elfen tot hem, die hem verleidelijk ten
dans nooden. Hij weerstaat haar verlokkingen,
maar steeds wilder wordt haar dans. Dan wekt
hanengekraai hem. Het droombeeld verdwijnt, hij
denkt eraan en voelt zijn kracht. In het bewustzijn
daarvan, sterk en trotsch, zet hij zijn reis door het
leven voort.
Dit teere moment in een menschenleven, deze
belevenis „in twee acten" die in droom en be
zinning misschien een enkele minuut zouden duren,
heeft den componist bezield. En bezield in een rag
fijne zuiverheid waarin elfen spelend lokken, waar
in de muziek zwevend danst, waarin de afweer
van den jongen ridder strak en vastberaden maar
steeds voornaam blijft, waarin een groote melodie
zich ontwikkelt zonder een enkel accent dat te
ruw of te zeer op effect berekend zou klinken en
dus de betoovering verstoren. De muziek rijst in
een climax.... dan kraait de haan en het ont
waken komt, het hoornmotief uit den aanvang
keert weer.
En toen de laatste noot was weggestorven brak
een spanning en uitte zich in een storm van geest
drift, wendde Schuurman die deze poëzie zoo aan
stonds tot ons had weten te doen spreken zich met
een gebaar tot die loge, boog stil glimlachend de
schepper van deze nieuwe schoonheid in een tijd
van woesten strijd en vernieling op aarde, ver
rezen wij van onze zetels om hem onzen eerbied te
betuigen, werd hij naar het podium gevoerd om een
ware ovatie in ontvangst te nemen.
Het is zelden dat een nieuwe muzikale schepping
zoo aanstonds verstaan wordt. En ik verwonderde
mij hoe zij tot wording kon komen in zulk een tijd.
Na het concert vertelde de componist mij daarvan
in erfcele rustige zinnen. „Ik heb haar wel ontwor
pen in het begin van dit jaar, voor den lOden Mei",
hij. Maar van den zomer heb ik alles uitgewerkt
voor de instrumentale partijenEn het is ge
gaan. Het is heel mooi gespeeld en zooals ik het
bedoelde
,U bent een gelukkig menschdacht ik hard
op en hij glimlachte en zei: „Ik héb wel eens eer
der gedacht dat het nu toch mijn laatste werk zou
zijn, dat het de laatste maal zou wezen. Maar
neen
Zoo viel een triomf als waarvan jonge kunste
naars droomeai nog aan dezen begenadigde ten deel.
En later greep de dirigent mijn mouw en zei vol
geestdrift: „Wat een prachtige winst voor ons re
pertoire" en ik antwoordde iets over een rythme
dat mij zoo getroffen had en hij snelde naar een
piano en gaf het aan: „Dit! Natuurlijk! Interes
sant
En zoo weet ge het dan dat de wereld
steeds opnieuw met schoonheid verrijkt wordt, ook
en zelfs in dezen tijd en dat dit pas weer geschied
is ito een geval dat ik u noem, door een ouden
man in wiens ziel de frischheid en de tinteling der
jeugd zijn blijven leven en die dankbaar is dat hem
dit is gegeven. Straks, als deze nieuwe schepping ook
u bereikt, zult gij, met mij. hem dankbaar zijn.
BERLIJN, 25 November (D.N.B.) Het op
perbevel der weermacht deelt mede:
„In den nacht van 24 op 25 November heb
ben talrijke eskaders bommenwerpers haven
en industrie-installaties in Bristol aangevallen.
Onafgebroken achter elkaar vlogen de Duit-
sche gevechtstoestellen boven hun doel en wier
pen bommen neer van zoo zwaar kaliber dat
naar de bemanningen in den vuurgloed, die de
stad als bij dag verlichtte, konden waarnemen
heele blokken huizen instortten. Bij een
gasfabriek ontploften verscheidene gashouders
met geweldige steekvlammen. Lange rijen pak
huizen stonden in brand. De bemanningen der
teruggekeerde vliegtuigen rapporteerden eens
gezind, dat het effect van den aanval verras
send groot was. Het luchtafweervuur was in
den aanvang goed, maar werd spoedig minder
tref zeker".
Nader meldde het D.N.B.
Duitsche verkenningsvliegtuigen, die Maandag
den geheel en dag het werk der vernieling in
Bristol konden waarnemen, hebben gemeld, dat de
geheele stad nog steeds in zware zwarte rookwol
ken is gehuld, die moeizaam door den nevel en
de vochtige lucht opstijgen, af en toe onderbroken
door de schrille vlammen wan nog niet gebluschte
branden.
Minstens 45 groote branden konden worden ge
teld. Daartusschen woedde een aantal kleine en
middelgroote branden, die heele straatblokken en
huizengroepen hebben aangetast. Het zuidelijk deel
van de haven schijnt bijzonder zwaar te zijn ge
troffen.
In de fabrieken en industrieele installaties zag
men tien loodsen van 150 tot 200 M. lengte in brand
staan. In het noordwestelijk deel der stad werden
vijftien uitgestrekte branden geteld. Een 400 meter
hooge steekvlam sloeg op uit de door brisantbom
men getroffen gasfabriek van de „Bristol Compa
ny and Floating Harbour", een gashouder is na het
bombardement met een reusachtige ontploffing in
de lucht gevlogen en volkomen verpulverd. De in
deze stad bijzonder talrijke groote maalderijen en
graanpakhuizen brandden, mede door den krachti-
gen wind, als stroo, waardoor ontzaglijk groote
schade is toegebracht aan de ravitailleering van
stad en omgeving. Kortom een verwoestend ver
nielingswerk.
Bristol met zijn 380.000 inwoners en met een
jaarlijkschen omslag van omstreeks 3.1 millioen
ton ter waarde van bijna veertig millioen pond,
is evenals Southampton, op het gebied van den
buitenlandschen handel voor Engeland van de al
lergrootste beteekenis.
Nog belangrijker dan Southampton is Bristol
vooral voor de voorziening van Londen met in
voerartikelen van allerlei slag.
Speciaal levensmiddelen, die in convooien aan
de Westkust aangevoerd worden en dan per spoor
via Swindon en Reading naar Londen gaan.
Uit een oogpunt van handelspolitiek heeft ge
noemde haven vooral beteekenis voor den in
voer van graan en meel, dat in reusachtige silo's in
de haven opgeslagen wordt. Tien procent van den
Britschen graaninvoer kwam in vredestijd via
Bristol binnen.
De kade-installaties van het havenbekken zijn
ook dicht bezet met loodsen voor het opslaan van
groote hoeveelheden hout en tanks voor petroleum
De vernieling van deze installaties is opnieuw een
zware slag voor het Britsche economische leven in
zijn geheel.
De havens van het Portishead Dock met hun
uitgestrektheid van omstreeks anderhalven kilo
meter omvatten o.a. de groote electrische centrale,
waarvan de stroomvoorziening van het geheele
disrict van Bristol afhangt. De vernieling van deze
centrale leidt tot ernstige storingen in het haven
en andere verkeer, alsmede voor de industrie en
het leven der bevolking in het geheele gebied van
Bristol. Door de ontploffingen van de gashouders
en gasfabrieken is Bristol bijna geheel zonder gas-
toevoer.
Japansch profest te Batavia.
Wegens mishandeling van een
Japansch echtpaar.
TOKIO, 25 November (D.N.B.) De Japansche
consul-generaal te Batavia heeft vanochtend een
officieel protest ingediend bij de Nederlandsch-In-
dische autoriteiten tegen de mishandeling van een
Japansch» echtpaar door de Nederlandsch-Indische
politie. In officieele kringen in Tokio hecht men
volgens Domei ernstige beteekenis aan het voorval.
(De Nederlandsche tuinbouw
zal waarschijnlijk voor 1941
eenige verruiming van de teelt
onder glas verkrijgen, o.a. voor
groenten in druivenkassen.)
Sinds alweer een aantal jaren
Hebben telers onder glas,
Tot hun scha moeten ervaren,
Wat 't begrip beperking was.
Zij moesten als vogels leven,
In eeil glazen kooi gedaan,
Waarin 't hun niet was gegeven,
Flink de vleugels uit te slaan.
Zij verdienden er wel mede,
Maar, zoover 'k vermoeden kan,
Weinig kas-geld, eer instede,
Meer dat geldt als kas-sian.
Nu wordt dit opnieuw geregeld,
Voor de broeikas uitgebroeid.
Als dat strakjes wordt bezegeld.
Zijn ze niet meer zoo besnoeid.
Dan breken tot hun verblijden
Betere kas-tijden aan,
Wat bevrijd van het kastijden,
Dat hun kas eerst moest doorstaan.
Dus de brave telers hopen,
Dat een prachtig kas-stuk speelt,
Ais ze grif kunnen verkoopen,
Wat hun kas weer ruimer teelt.
Aan
de ingezetenen de
provincie Noordholland
De ondergeteekenden, tezamen vormende de
Eerecommissie voor de provincie Noordholland
van de Stichting „Winterhulp Nederland", doen
een beroep op hunne mede-ingezetenen in het
gewest, om het doel der Stichting aan behoef
tige Nederlandsche staatsburgers zonder aanziens
des persoons hulp en ondersteuning te verschaf
fen te helpen verwezenlijken.
Reeds aanstonds kunnen zij hiertoe medewer
ken door hun krachtigen steun te verleenen aan
de Nationale Collecte, welke op 29 en 30 Novem
ber e.k. in alle gemeenten zal worden gehouden.
Niet alleen door het betoonen van milddadigheid
maar ook door het aan den dag leggen van of
fervaardigheid.
Elke gift is nog geen offer.
En offers zijn noodig, zal niet slechts worden
voorzien in de dringendste behoeften van velen,
maar zal ook eenige vreugde worden gebracht in
de gezinnen van talrijke medeburgers, wier leven
van alle licht en glans is ontbloot.
De tijden zijn moeilijk en de eischen zijn vele.
Brengt niettemin uw offer met dezelfde blij
moedigheid als waarmede het zal worden ontvan
gen door allen, voor wie de Winterhulp een uit
komst zal zijn.
Een betere toekomst, als de vrede is hersteld en
de welvaart herleeft, moge U voor Uw weldadig
heidszin beloonen!
Mr. Dr. A. baron Röell, Commissaris der provin
cie Noordholland, Voorzitter. Mr. A. A. Aberson,
Bentveld: D. Blankevoort, Bloemendaal; Mr. Dr.
J. A. E. Buiskool. Schagen; Mr. Dr F. A. Bijvoet,
Haarlem; W. van Dok. Beverwijk; W. J. R. Drees-
mann, Amsterdam;Dr. M. D. Dijt, Haarlem; J.
Groen Azn.. Alkmaar; Mevr. J. M. van Kinschot
Dorhout Mees, Alkmaar; Dr Th. Koot, Haarlem;
P. A. de Lange, Alkmaar; M. A. van Leeuwen,
Enkhuizen; G. H. de Marez Oyens JCzn.. Amster
dam (Z.l; A. C. Metzelaar, Amsterdam; A. W.
Michels, Haarlem; Mr. A. Moens. Beverwijk; Mevr.
J. van Nispenvan Wely. Heemstede: R. W. P.
Peereboom, Heemstede; S. Plekker Heemstede, S.
Prins Azn., Bloemendaal, J. W. de Ruiter, Am
sterdam (Z.); Mej. A. C. Schippers, Amsterdam;
K. H. Tusenius, IJmuiden; C. F. J. Verbeek. Hil
versum; J. J. Verfaille. Den Helder; J. Versteeg,
Monnikendam.
Het Bureau van den Provincialen Directeur, Mr.
A. J. Backer, is gevestigd aan het Kenaupark 1,
te Haarlem, telefoon nr 11916 Gironummer
395800.
Bankier: Incassobank Haarlem (Girono. 20060).
De aanmelding van Joodsche
ondernemingen.
Van bevoegde zijde wordt er nogmaals de
aandacht op gevestigd, dat de aanmeldingster
mijn op 30 November 1940 afloópt en dat de
genen, die op dat tijdstip hun aanmeldingsplicht
niet vervuld hebben, op de in de verordening voor
ziene straffen moeten rekenen.
De daartoe noodige invulformulieren zijn bij de
Kamers van Koophandel verkrijgbaar.
De Engelsche luchtaanvallen in
Nederland.
's-GRAVENHAGE, 26 Nov. In den nacht van
Maandag op Dinsdag hebben Engelsche vliegers
eenige bommen op Nederlandsch gebied neerge
worpen. De schade is gering. Vier woonhuizen
zijn beschadigd, een meisje is gewond.
Verbetering in de Japansch-
Amerikaansche betrekkingen
TOKIO, 26 November. (D.N.B.) Volgens
Domei koestert men in Tokio groote verwachtingen
van een verbetering in de gespannen betrekkingen
tusschen Japan en de Ver. Staten, in verband met
de verandering in den post van Japanschen ambas
sadeur te Washington. Dezer dagen wordt de of
ficieele benoeming van den nieuwen ambassadeur
Nomoera, verwacht. Men wijst er op dat men met
het oog op het kritieke stadium van de verhouding
tusschen Japan en de Vereenigde Staten als op
volger van Horinoetsji een man van groot kaliber
heeft uitgezocht. Daarom heeft men Nomoera be
noemd.
De 150.000ste inwoner eind 1942,
begin 1943!
Trek naar buitengemeenten
verminderd.
Haarlem blijft groeien!
Van 1 Januari tot 30 September 1940 steeg
het aantal inwoners van 140468 tot 142.789.
Een vermeerdering dus van 2321 in 9 maan
den. Als dit tempo zoo blijft is het aan te ne
men dat de 150.000ste Haarlemmer eind 1942,
begin 1943 begroet kan worden.
Het geboortecijfer is vrij hoog, het varieerde in
de maanden van dit jaar van 15.3 tot 20.1. In de
laatste jaren was het cijfer gemiddeld lager, over
1938 was het 17.3, over 1939 17.0.
De sterfte is in de wintermaanden altijd hooger
dan 's zomers. De cijfers zijn: Januari 13.0, Fe
bruari 11.6, Maart 9.9, April 10.7, Mei 9.2, Juni 8.2,
Juli 8.5, Augustus 6.6 en September 7.2.
De bevolking van Haarlem wast dus aan door een
vrij belangrijk verschil tusschen geboorte en sterf
te. De toeneming door het verschil tussöhen vesti
ging en vertrek is evenwel nog belangrijker. In de
eerste 9 maanden van dit jaar vestigden zich te
Haarlem 7886 personen terwijl 6429 Haarlemmers
naar elders vertrokken. Een vestigingsoverschot
dus van niet minder dan 1457.
Er is een tijd geweest dat de omliggende ge
meenten Haarlem veel concurrentie aandeden en
veel meer Haarlemmers naar zich toetrokken dan
zij verhuizende inwoners aan Haarlem moesten af
staan.
Nu blijkt de toestand veranderd te zijn in het
voordeel van Haarlem.
Nu vertrokken in de eerste 9 maanden van
dit jaar 455 Haarlemmers naar Bloemendaal,
terwijl 468 Bloemendalers zich te Haarlem
vestigden,
478 Hecmstcdenaars kozen Haarlem als w-oon-
plaats, 458 Haarlemmers verhuisden naar Heem
stede.
Heemstede en Bloemendaal leverden dus nu elk
een klein surplus voor Haarlem op.
Voor Bennebroek zijn de cijfers: naar Benne-
broek vertrokken 17, uit Bennebroek gekomen 21.
Gunstig verschil 4,
Voor Haarlemmerliede: gekomen 55, vertrokken
33; gunstig verschil 22.
Voor Velsen: gekomen 399, vertrokken 219; gun
stig verschil 180.
Haarlem heeft altijd veel aantrekkingskracht ge
had voor Amsterdammers, ook al is het eep feit,
dat daarnaast veel Haarlemmers naar de hoofdstad:
vertrokken.
Nu zijn de cijfers over de eerste 3 kwartalen
van 1940:
Uit Amsterdam gekomen 1271 personen, naar
Amsterdam vertrokken 976. Gunstig verschil 295.
De Haarlemmers betoonden zich nog steeds
trouwlustig. In de eerste 9 maanden van dit jaar
werden 846 huwelijken gesloten. Dit is wel minder
dan in 1939, toen er in dien zelfden tijd 961 parea
naar het Stadhuis trokken, maar 1939 stond be
kend als een recordjaar, doordat veel mobilisatie-
huwelijken werden gesloten. 1940 wordt in elk ge
val veel hooger dan 1938, want toen kwamen in het
geheele jaar slechts 1018 huwelijken tot stand.
Het aantal echtscheidingen blijft vrijwel op een
hoogte, nu zijn er in 9 maanden 50, over het jaar
1938 waren er 75 en over 1939 88.
Rijksmaarschalk Hermann Göring bezocht dezer
dagen een verdedigingsposf aan de Kanaalkust.
(Foto Weltbild.)
HEDEN: 10 PAGINA'S.
R. P.: Elkaar helpen.
Elverhöi
pag. 1 jj
pag. 1 S
H
De groei van Haarlem; trek naar de g
buitengemeenten vermindert, pag. 1 g
De vermindering van het aantal B
werkloozen te Haarlem. pag. 9 g
De post en de duisternis. pag. 9 jl
Langs de Straat: Mislukt bezoek van j§
St. Nicolaas. pag. 3 g
Joh. Chr. W.: Bij de honderdjarige jj
herdenking van prof. Hugo Verriest. g
pag. 3 g
Flitsen: Gezelschap. pag3 g
Voor lange avonden. pag. 5 B
Laatste Berichten op pagina 6