kaasenbrood
VULPENHOUDERS
FLITSEN
Op dm Siaotyscheit Jiikketmidet
De Hoogeschool der Acrobatiek
Een prima
RADIO
Jiimst
WOENSDAG 27 NOVEMBER 1940
H AAREEM'S DA"
'GBLAB
3
Hef paroo! luidt hier:
oefenen,
oefenen,
oefenen!
Ergens in het groote Den Haag is een nauw
straatje, stil en verlaten geklemd tussohen de
drukte van groote verkeerswegen. Daar vind
ik een gammele deur, schuin hangend in roes
tige hengsels, een kale, steile houten trap. Er
komt een duw in het donker ergens boven
mijn hoofd tegen een harde zoldering. Een
luik opent zich knarsend en ik sta in een fan
tastisch milieu: den Haagschen „Kikkerzol
der'', een soort „Hoogeschool?" der acrobatiek,
uniek in Nederland, waar artisten voor geza
menlijke rekening oefenen en repeteeren en
waar aspirant-artisten worden opgeleid.
Heel toevallig was ik er achter gekomen, dat ons
deftige Den Haag een dergelijke gelegenheid rijk
was en al spoedig had ik den eigenaar of beter:
den directeur van deze uitzonderlijke onder
wijsinrichting gevonden en van hem de toestem
ming tot een bezoek weten te verkrijgen. Die di
recteur was niemand minder dan Bob Steffin. in
de Variété-wereld een zeer bekend persoon. Trou
wens ook zélf een artist van ras en naam! Wie
het kleine, gemoedelijk-gezette manneke hier ziet,
in hemdsmouwen en met een voor zijn postuur
veel te gx'oote pijp in den mond, zou zeker niet op
het idee komen dat hij staat tevenover een all
round goochelaar, buikspreker, hondendresseur,
marionetten-theater-artist, leeraar acrobatiek, en
nog heel wat meer. Alleen zijn guitig-glïnsterende
oogjes zouden iets kunnen verradenMaar ge
moet hem dan ook eigenlijk 's avonds op de
„Bühne" zien: waardig en deftig in zijn zwarte
rokcostuum! Ja, dan zoudt ge het wel weten na
tuurlijk!
Toen ik met mijn hoofd boven het luik opdook
was hij juist aan het „lessen": er stond „iets"
voorovergebogen, met de handen steunend tegen
den muur, één been loodrecht ja eerlijk waar:
loodrecht! omhoog gestoken, waartegen Stef
fin verwoed stond te duwen, omdat hij een rech
ten hoek blijkbaar nog niet mooi genoeg vond en
er daarom een stompen van trachtte te maken!
En met succes zelfs! Onze veronderstelling, dat hij
zich tot onze komst onledig hield met een elastie
ken pop, werd zwaar gelogenstraft, toen wij even
later tot de ontstellende ontdekking kwamen, dat
de pop een echt mensch was: een achttienjarige
acrobate, die „lenig" gehouden moest worden. Op
verzoek nog welEn een heimelijke vrees bekroop
ons, dat wij straks zouden worden uitgenoodigd
„het ook eens te probeeren"Gelukkig is het
zoover niet gekomen!
Bob Steffin heette ons allerhartelijkst welkom
op den gewijden grond van zijn „Kikkerzolder"
(om te voorkomen, dat oud-Hagenaars ontdekken
zouden, waar deze illustere school gelegen is, kun
nen wij den oorsprong van dezen naam helaas niet
nader toelichten), waar nu reeds vijftien jaren
lang tallooze artisten uit het Variété-bedrijf, wier
namen mooie gefingeerde namen natuurlijk,
want naar „Jan Jansen" of „Piet Dekker;' zou im
mers geen rasechte Hollander gaan kijken!
thans met vette letters op reclamebiljetten prij
ken, werden opgeleid of hun training bijhielden.
Want op dit laatste komt het aan. In dit vak
geldt het parool: oefenen, weer oefenen en nog
eens oefenen! Zoo wij hiervan al niet voldoende
doordrongen waren, dan heeft deze morgen op
den Kikkerzolder ons er wel levenslang van over
tuigd. In circus, cabaret, bioscoop of variété heb
ben u en ik ons wel eens vergaapt aan een
acrobaten-"nummeren we begrepen natuurlijk
wel, dat zooiets niet feilloos op een achtermiddag
werd geleerd. Maar wist u, dat een jaar van dage-
lijksche oefening voor men het nummer op de
planken kan brengen heel gewoon is? De beroem
de Rastelli heeft wel eens 15 jaar lang geoefend
op één trucGeduld is hier inderdaad een schoone
zaak. Wij kunnen ons nu de verzuchting van den
acrobatischen clown Halley, dien wij ook op den
zolder aangetroffen en aan wien wij straks een
beurt zullen geven voor een „nummertje", dan
ook beter begrijpen: „Meneer, je wordt heel wat
gemakkelijker advocaat dan acrobaat!"
Ondertusschen is een zoon van Steffin. die ook
al lang in het vak is en reeds de halve wereld met
zijn repertoire heeft bereisd (op zijn 15e jaar
maakte hij reeds alleen een tournée door Luxem
burg) aan. het jongleeren geslagen. Ook dat vak
Is: oefenen, weer oefenen, en nog eens oefenen!
Hij rent, staande op een grooten bal, dien hij met
Zijn voeten voortrolt, over den zolder technisch
heet het: dansen op den kogel terwijl hij on
dertusschen nog kans ziet, met een aantal ringen
of knotsen te jongleeren. Even later maakt hij
doodleuk een fraaien hoogstand op de leuningen
van twee op een tafel geplaatste stoelen, en dan
laat hij langzaam zijn eene hand los en balanceert
wijdbeens op één hand boven op die, voor ons ge
voel: wankele stelling.
Ook een nieuwen truc, die nog „in training" is,
hebben wij van Steffin Jr. gezien, een unicum in
de wereld der acrobatiek: drie leeren voetballen
boven op elkaar op de hand balanceeren, en dan
ondertusschen nog één op de wreef van den voet
'en één op het hoofd in evenwicht houden! 't Lijkt
heel eenvoudig; probeert u het echter maar
eens! 't Kan geen kwaad! Voorloopig is alleen
drie op een hand voldoende. Als wij het- goed ont
houden hebben, is er, behalve Steffin Jr. nog
slechts één jongleur op de geheele wereld, die
dezen truc product van eindeloos geduld en
hardnekkig doorzetten machtig is. Misschien
kunt ge dus wel de derde worden
Halley had het ook geprobeerd met sinaas
appels. Maar om te voorkomen, dat deze kostelijke
vruchten al te droog zouden worden, had hij ze
ha eenige dagen maar opgepeuzeld.
Twee andere zoons van Steffin 15 en 16 j aal
oud beoefenen de muziekkunst. Met treffende
muzikaliteit en verbluffende vaardigheid bespelen
.j ieder een groote accordeon. Voor de vuist weg
spelen ze voor ons een marsch en zelfs een fan
tasie van Verdi's „Traviata". Binnen een jaar wa
ren zij de kunst machtig en speelden reeds op de
„Bühne". En goed ook! Want pa Steffin heeft in
zijn wereldje een reputatie op te houden en levert
niets af, wat niet in de puntjes in orde is. „Dat
is mijn eerezaak", zegt hij ons met rechtmatigen
trots.
Morgen vertrekken deze beide jeugdige Steffins
weer, samen naar Nijmegen, waar zij in een va
riété-programma zullen optreden.
Ten slotte de acrobatische clown Halley, met
Zijn 16-jarigen zoon. Hij is al 35 jaar in het vak
en trad meermalen o.a. in Rusland, Polen, Oosten
rijk en Duitschland op. En nog niet lang geleden
hield hij in het Scheveningsche Kurhaus, voor
een uitgelezen publiek, een lezing over zijn kunst.
Hij heeft een prachtigen, karakteristieken kop,
deze Halley.
Een nummertje „clownerie" kon hij natuurlijk
op dien zolder niet weggeven. Daar is een zaal voor
noodig. En ook een tooneef, schmink, voetlicht,
publiek en de noodige attributen. Maar hij wilde
ons wel een voorbeeld van een andere „spécialité"
van zich en zijn zoon laten zien: acrobatiek
zonder gebruikmaking van de handen; uitslui
tend dus voeten- en beenenwerk. Eenig in Neder
land!
Wij kunnen het nummer, dat wij zagen, moeilijk
beschrijven; men moet het eigenlijk zien.en
bewonderen. Halley Sr. gaat op zijn rug op den
grond liggen, in de schouders gesteund door een
bankje en met de voeten omhoog gestoken; dan
springt. Halley Jr. bovenop die voeten, die hem
kunstig opvangen, en gaat erop zitten. Halley Sr.
zet vervolgens af, de jongen maakt een verbluf-
fenden salto in de lucht en komt weer op de voe
ten van pa terecht; wéér zet Sr. af en met een
nieuwen salto belandt Jr. weer op den grond!
Halley Jr. munt nog op een ander terrein uit:
de mnemo-techniek, de kunst van het overbren
gen van gedachten. Hij heeft mij b.v. keurig ver
teld, wanneer en waar ik geboren ben, hoeveel
knoopen ik aan mijn jas heb, welk nummer de
krant, die ik in mijn zak heb. draagt; enz. enz. Ik
heb werkelijk paf gestaan! Er was geen bedrog
bij en ook zonder de nadrukkelijke ontkenning
van Halley Sr. was ik bereid dit aan te nemen
Het is niet alleen een gave, maar vooral het re
sultaat van eindelooze oefening van het concen
tratievermogen tusschen vader en zoon.
Dit alles en nog véél meerhebben wij op
dien merkwaardigen Kikkerzolder, ergens in
groot-Den Haag, gezien. Met verbazing en bewon
dering. En ook: met respect!
Het beroep van den acrobaat, den variété- of
circus-artist lijkt zoo romantisch en zoo gemak
kelijk. Maar het is een hard en zwaar leven. Het
optreden-zelf een paar „nummertjes" van ieder
slechts enkele minuten is, ofschoon natuurlijk
een hoogtepunt, eigenlijk slechts bijzaak. Het kale
leeren en het levenslang experimenteeren en trai
nen, en wéér experimenteeren en trainen, is de
niet-geziene werkelijkheid van dit door schmink,
licht en klatergoud „gekleurde" beroep. Het is een
vak van ongeëvenaarde „Ausdauer". En groot is
het aantal dergenen dié, verlokt door den lich
tenden buitenkant, het wel beginnen, maar het
niet tot een goed einde weten te brengen. Zij
bleken niet opgewassen tegen de vele en groote
moeilijkheden van dit wonderlijke vak; en zij
deinsden terug voor de „pijn". Want om iets te
bereiken moet men, althans ten aanzien van de
acrobatiek „de hoogeschool der gymnastiek"
eerst door het stadium van „pijn doen" heen. Om
over „geduld" nog te zwijgen!
Die morgen op den Kikkerzolder, vol met een
eindelooze hoeveelheid attributen voor lucht- en
voor „parterre"-acrobatiek, waar de jeugd het
„vak" leert van de ervaren ouderen, heeft ook
mij veel geleerd. En werkelijk onder den indruk
daal ik de zondertrap af.
De beurs te Batavia wordt heropend.
Op 1 Januari ^..s.
AMSTERDAM, 26 November. Naar het A.N.P.
verneemt zal de beurs te Batavia'op 1 Januari a.s.
weer worden heropend, nadat zij sedert Mei jl. ge
sloten is geweest.
Het beursbestuur te Batavia heeft zich volgens
het A.N.P. bij zijn besluit tot heropec.ing van de
beurs laten leiden door de gedachte, dat de na-
deelen der beurssluiting overwegen boven een te
verwachten scherpe koersdaling.
Naar het A.N.P. voorts van welingelichte zijde
wordt verzekerd, zouden Engelsche belangen gedu
rende den tijd der beurssluiting van de gelegenheid
gebruik hebben gemaakt tegen voordeelige koersen
groote aandeelenpaketten over te nemen, ten einde
zich invloed in Ned.-Indische ondernemingen te
verschaffen.
ontvangst heeft U met een
der drie Nederlandsche mer
ken: Philips, Erres, Waldorp
VRAAGT DEMONSTRATIE.
Desgew. bet. in overleg.
Gr. Houtstr. 131, hk. Cornelisst., Tel. 10271
(Adv. Ingez. Med.)
Mondelinge pachtovereenkomsten.
Ieder van beide partijen zou eischen dat zij op
schrift worden gesteld.
Het Dinsdag uitgegeven verordeningenblad
bevat een besluit van de secretarissen-generaal van
de departementen van justitie en van landbouw en
visscherij ten aanzien van mondelinge pachtover
eenkomsten.
Hierin wordt bepaald ten aanzien van pachtover
eenkomsten, welke vóór 1 November 1938 zijn aan
gegaan: indien vóór 1 November 1938 een pachtr
overeenkomst is gesloten, welke niet schriftelijk
is aangegaan, heeft iedere partij het recht van de
wederpartij te verlangen, dat een schriftelijk con
tract wordt opgemaakt.
Wanneer partijen niet binnen een maand nadat
het verlangen daartoe bij exploit aan de weder
partij is kenbaar gemaakt, een schriftelijk contract
hebben opgemaakt, geschiedt de schriftelijke vast
legging der overeenkomst door den in pachtzaken
bevoegden rechter, op vordering van de moestge-
reede partij. De rechter roept beide partijen op en
legt, zooveel mogelijk in overleg met haar, de over
eenkomst schriftelijk vast.
Een vordering, als hierboven bedoeld, kan niet
worden ingesteld, indien het gepachte in zijn gehee!
op regelmatige wijze door een ander dan den pach
ter is in gebruik genomen.
Een verzoek tot schriftelijke vastlegging van de
overeenkomsten gesloten na 31 October 1938 doch
vóór de inwerking treding van dit besluit kan uit
sluitend vóór 1 Mei 1941 worden gedaan. De rech
ter roept beide partijen op en legt de overeenkomst
zooveel mogelijk in overleg met haar, schriftelijk
vast, tenzij de belangen van één der partijen daar
door aanzienlijk zouden worden geschaad. Gaat dè
rechter niet tot schriftelijke vastlegging van de
overeenkomst over, zoo spreekt hij de nietigheid
daarvan uit. Indien daartoe aanleiding bestaat,
regelt hij bovendien de gevolgen van deze nietig
verklaring voor beide partijen.
Dit besluit treedt in werking op den dag zijner
afkondiging met terugwerkende kracht tot 31 Oc
tober 1940.
Storm vernielde 18.000 dennen in
Bredasche houtvesterij.
Uit het door den houtvester in de houtveste
rij Breda uitgebrachte rapport blijkt, dat door den
storm van 14 November 1.1. in genoemde hout
vesterij meer dan 18.000 grove dennen geveld zijn,
met een inhoud van 3.350 M3. De helft van deze
boomen viel in het Ulvenhoutsche bosch, de rest
was gelijkmatig verdeeld over Liesbosch, Mast-
bosch, Dorst en Chaam.
Opmerkelijk is, dat bij den vorigen beruchten
storm, dien van 6 November 1921, alleen het
Mastbosch werd geteisterd. Daar werd toen niet
minder dan 7.800 M3. hout gestreken, dus bijna
twee maal zooveel als thans in alle bosschen der
houtvesterij tezamen.
Andere boomsoorten zijn in vergelijking met de
grove dennen slechts in zeer geringe mate ge
troffen. Het gros der gevelde boomen was gezond.
Landhouwcomité verbreekt samen
werking met L. en M.
Te Utrecht is dezer dagen de maandelijksche
vergadering der eerste afdeeling van het Land-
bouw-comité gehouden onder voorzitterschap van
den heer H. D. Louwes uit Ulrum.
Besproken werd de vraag of het Landbouw-
Comit-é zich nader moet beraden op zijn positie,
in verband met de samenwerking tusschen den
nationalen bond „Landbouw en Maatschappij" en
het boerenfront van de N.S.B. Na eenige gedach-
tenwisseling werd besloten dienaangaande de
volgende verklaring te publiceeren:
„Het bestuur van het Landbouw-comité, ken
nis genomen hebbende van de besluiten, welke
zijn genomen op een te Meppel op 11 Nov. j.l.
gehouden vergadering van den ledenraad van den
nationalen bond „Landbouw en Maatschappij",
welke inhouden een samenwerking van genoemde
organisatie met het boerenfront vair de N.S.B. om
te komen tot den opbouw van een Nederlandsch
Agrarisch Front, oordeelt, dat het karakter van
den nationalen bond „Landbouw en Maatschap
pij" daardoor is gewijzigd en besluit op grond
daarvan de samenwerking met dien bond niet te
bestendigen.
PERSONALIA.
De heer C. Zwart te Haarlem-Noord is te
Amsterdam geslaagd voor het examen Midden
standsdiploma.
NIEUWE SERIE
Moppen
De echtgenoot, die niets bijdraagt om een vervelen
den avond wat gezelliger te maken, tot de gasten
zeggen, dat ze nu maar zullen gaan, waarop hij zich
plotseling verschillende lange en weinig onderhou
dende verhalen herinnert, die hij per se nog moet
vertellen.
IJsvereeniging Haarlem en
Omstreken.
De IJsvereeniging Haarlem en Omstreken (af
deeling Ijsbond Hollands Noorderkwartier) houdt
Donderdagavond 28 November een ledenvergade
ring in Café-Rest. „Het Bolwerk" te Haarlem.
HET SPREEKUUR VAN WETHOUDER
WE STER VELD.
Het wekelijksch spreekuur van den Haarlem-
schen wethouder van onderwijs, den heer D. J. A.
Westerveld, ten Stadhuize zal tot nader bericht ge
houden worden op Zaterdag van 1011 uur.
Mr. G. JANSEN.
Zooals wij reeds in ons vorig nummer mede
deelden, is Mr. G. Jansen, secretaris der Alg.
Werkgeversvereeniging, gevestigd te Haarlem, be
noemd tot lid van het Bestuur der Rijksverzeke
ringsbank.
De heer Jansen, die te Heemstede woonachtig
is, studeerde te Leiden en Amsterdam en was ge
ruimen tijd burgemeester van Hengelo, welke
functie hij eenige jaren geleden verwisselde voor
de tegenwoordige. Het Bestuur der Rijksverzeke
ringsbank is, onder supervisie van den Raad van
Toezicht, belast met het beheer en de dagelijk-
sche leiding van dit belangrijk instituut van so
ciale verzekering. Het bestaat uit een drietal leden,
waarvan één tevens voorzitter is een plaatsver
vangend lid en een wiskundig adviseur.
Tot dusver trad als voorzitter van dit college
op Dr. H. L. van Duyl, die thans afgetreden is en
vervangen wordt door het lid Mr. H. Bijleveld. In
diens plaats is thans Mr. G. Jansen benoemd.
Naar wij vernemen blijft hij te Heemstede wonen.
in Haarlem
9 en daarbuiten.
Een weinig bekend portret van
een geestelijke. Bezit van de
Oud-Katholieke gemeente.
In één der vertrekken van het nieuwe kerkge
bouw der Oud-Katholieke gemeente te Haar
lem hing een niet groot, maar mooi geschilderd
portret van een geestelijke, dat om die qualiteit
onze aandacht trok, toen wij den vriendelijken
herder dier gemeente, pastoor Nieuwenhuyzen,
uit anderen hoofde een bezoek brachten. De
schilder ervan noch de herkomst waren bekend
en het was dan ook niet onaardig dat wij, toen
het paneeltje van den wand genomen en in het
niet-sterke Novemberlicht bij het raam beke
ken was, konden vaststellen dat er linksonder-
aan nog voldoende sporen van een echte, oude
signatuur te zien waren, zoodat althans de ma
ker kon worden vastgesteld. Tenminste, dat
hoopten wij. Maar dat zit'nog niet altijd zoo
glad, als het op het eerste gezicht lijkt, omdat
het niet altijd direct duidelijk is. „wat" er nu
Een weinig bekend portret.
(Foto De Haas.)
eigenlijk staat. Men kan daar dan lang op zitten
turen en allerlei mogelijkheden met het zichtba
re restant letters in contact brengen, zonder
dat men opschiet: integendeel, men wordt hoe
langer hoe onzekerder van zijn vermoedens. En
die vermoedens waren toch in dit geval nog al
ruimte latend aan vele mogelijkheden. Immers
al kon, toen het portretje nog aan den wand
hing de naam van Gerard Terborgh even zijn
opgekomen, dichterbij bekeken was er te veel
zwaks in, om aan dien eersterangs meester te
blijven denken. Typisch voor Terborgh was
wel die doorlichte, zilveriggrijze achtergrond met
de zuil, en. het werkelijk prachtige stilleventje
met de boeken en het crusifix, doch in de linker
helft van de schilderij zaten, nog afgezien van
zwakheden in de schildering van de handen, veel
meer elementen, die aan de Haarlemsche School
dan aan Terborgh deden denken. Want, belang
rijker dan de signatuur blijft toch altijd de
schilderij zelf, die per slot den weg naar den
maker wijzen moet. Van Terborgh was het dus
zeker niet: uit zijn omgeving kon de schilder
gekomen zijn. Vele leerlingen heeft Terborgh
niet gehad, doch van één ervan is bekend dat hij
niet langen tijd bij den meester in,Deventer
heeft gewerkt, daarna naar Amsterdam gé-
trokken is en er onder invloed van den Haar
lemmer De Bray, ja zelfs van Frans Hals ge
komen is. Die leerling was Pieter van Anraath.
Verblijd u niet met een doode musch. Want al
zit er in den kop en de draperie daarboven op
ons portret veel wat aan De Bray doet denken,
al heeft het forsch geboetseerde icopje iets van
den grooten Halsals we met de loupe weer
over de signatuur gebogen zitten, schijnt het on
mogelijk daar iets van Anraath uit te distillee-
ren. Jammer, want het zou zoo mooi geklopt
hebben. Want zelfs in den nuchtersten onder
zoeker sluimert steeds het gevaar dat hij gaat
zien wat hij verwacht te zienal is het er
niet. Hij behoeft daar nog niet eens zoo naief
voor te zijn als de leden van den uitgebreiden
stam dier ontdekkers die in ieder prulletje bij
den uitdrager voor een paar kwartjes verworven
een Rembrandt zien, omdat zij in
iedere craquelure, in ieder berstje een R mee-
nen te vinden.
En toen, behalvé de naam van Van Anraath,
ook de namen van andere schilders uit Ter-
borgh's omgeving niet met het letterschrift op
het paneel in overeenstemming te brengen wa
ren, leek het verstandig de veronderstelling
dat het kunstwerk uit dien hoek moest ko
men, voorloopig op te geven.
De heer Gratama, die het portret bij ons
gezien had. was toen zoo vriendelijk aan te bie
den de schilderij op het museum onder een sterk
licht gevende electrische lamp te plaatsen, en
daar het onderzoek voort te zetten. Inderdaad
werden daar de letterteekens der signatuur, voor
zoover aanwezig, duidelijker zichtbaar. De heer
Gratama zag er zonder verder twijfelen den
naam van J. Vaillant in en op dien grond is nu
de aardige schilderij, aldus benaamd, naar de
pastorie teruggekeerd. Onder het sterke licht
der electrische lamp is die benaming wel verde
digbaar, met het bloote oog zal er weinig van
te zien zijn.
In geval wij als schilde,r J. Vaillant accep
teeren, dan moet die het portret in zijn sterf
jaar, 1670, geschilderd hebben. Behalve dat J.
Vaillant meer graveur dan schilder was, lijkt het
feit, dat op de schilderij in de dateering 1670,
maar ook 73 of 78 te lezen is, tot eenige voor
zichtigheid aan te sporen. Nemen wij den schil-
dersnaam Vaillant in dit geval als ondiscutabel
aan dan zou het nog van zijn broer, Wallerus
Vaillant kunnen zijn, die in zijn tijd een zeer
gezocht portretschilder was en de vriendelijk
heid had pas in '78 te sterven, zoodat iedere le
zing van het jaartal verantwoord zou zijn.
Maar dan zou de J. V. aan het begin, die voor
den heer Gratama indiscutabel waren. weer
niet kloppen.
Enfin de lezer heeft nu een kleinen kijk
kunnen krijgen op de moeilijkheden die een
rechtvaardigen doop van een oud kunstwerk in
den weg kunnen staan. En per slot doet de be
naming er niet zoo erg veel toe of af. Misschien
wordt in het kerkarchief of voor vergelijking
met analoge portretten of door vondst van een
document dat op den voorgestelde betrek
king heeft, de juistheid onzer veronderstellin
gen bewezen. De geldswaarde der schilderij
staat hier gelukkig buiten ieder geding en daar
om kan het hier voldoende zijn te constateeren,
dat het op een enkele slijtage na, een zeer mooi
klein kunstwerk is, dat de Oud-Kath. Ge
meente in dit portret bezit en wij zijn pastoor
Nieuwenhuyzen dank verschuldigd dat hij het
ons zoo rustig liet onderzoeken en den heer
Gratama evenzeer voor zijn welwillende as
sistentie daarbij.
De schilder Leo Visser, van wien wij het vo
rige jaar een mooi werk op de Onafhankelijken
signaleerden en over wiens leven en arbeid wij
toen eenige bijzonderheden konden mededeelen,
zond ons een door hem in kleuren gelithogra-
feerden kalender voor 1940, die in zes bladen
een reeks van bloem- en dierstudies laat zien,
die door een geestige, onschoolsche en uiterst
smakelijke teekening en kleurencombinatie een
prettig effect maakt en door menschen met een
gevoelig oog voor die zaken, wel gewaardeerd zal
worden. Leo Visser heeft in die dingen de zui
vere naïveteit van het jeugdige oog weten te
bewaren, doch op een wijze die ook ons oude
ren kan blijven bekoren, omdat het niets gewild-
kinderlijks heeft, doch speelsch, den gerijpten
geest verraadt, Hij is dan op z'n aardigst en
verwant met naturen ais Van Hoytcma en Lioh
Cachet, zonder die na te volgen. De kalender is
een uitgaaf van „De Moderne Boekhandel" te
Amsterdam, die er denkelijk wel plezier van be
leven zal.
J. H. DE BOIS.
Wij hebben een ENORME
sorteering van ALLE merken
ZIJLSTRAAT 90 - Telef. 11161
Doet Uw inkoopen tijdig!
Wij sluiten 6 uur.
(Adv. ingez. Med.)
Rijksbureau voor verwerkende
industrieën.
Sectie voor keramische, electro-technische en
grafische industrie.
In de Staatscourant van Dinsdag is een be
schikking van den secretaris-generaal van handel,
nijverheid en scheepvaart gepubliceerd, waarbij
wordt ingesteld het rijksbureau voor verwerkende
industrieën, waaronder ressorteeren een sectie voor
de keramische, voor de electrotechnische en voor
de grafische industrie. Inschrijving bij de onder
scheiden secties is thans verplicht gesteld.
Een verzoek tot inschrijving zal vóór 7 Decem
ber a.s. bij den directeur van de desbetreffende
sectie moeten worden ingediend.
De beschikking bevat o.m .een verbod tot het
koopen, voorhanden, of in voorraad houden, ge
bruiken, verbruiken, bewerken, verwerken, te
koop aanbieden, verkoopen of afleveren van alle
in de beschikking vermelde artikelen zonder ver
gunning, waarvan ten aanzien van de keramische
en de electrotechnische industrie voorloopig alge-
meene dispensatie wordt verleend. De grafische
industrie zal van Dinsdag af over een vergunning
van - den directeur der betrokken sectie moeten
beschikken om haar bedrijf te kunnen voortzet
ten.
De sectie voor de keramische industrie is ge
vestigd: Bezuiden houtscheweg 123, 's Graven-
hage.
De sectie voor de electrotechnische industrie is
gevestigd: Bezuidenhoutscheweg 78b, 's Graven-
hage.
De sectie voor de grafische industrie is geves
tigd: N.Z. Voorburgwal 326328, Amsterdam.
Begrafenis dr. L. Talsma.
HAARLEM. Woensdag.
Onder zeer veel belangstelling heeft gistermid
dag op de begraafplaats Westerveld te Velsen de
teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk
overschot van dr. L. Talsma, arts te Krommenie,
bestuurslid van het Tehuis voor ouden van dagen
Wildhoef te BloemendaaL
Van het bestuur van Huize Wildhoef waren aan
wezig dr. W. J. Talsma, alhier, J. de Jong Czn.,
directeur van publieke werken te Bloemendaal en
W. H. van Drunen Littel te Overveen. Verder waren
er de oud-bui'gemeester van Krommenie, ie heer
H. Klerk, deputaties der afd. Zaanland van de
Nederl. Mij. tot bevordering der geneeskunst, vaa
het Witte Kruis en het verpleeghuis te Kromme
nie enz., de heer Ja van Luinenburg namens de
Ver. Blikfabrieken, vele notabelen uit Krommenie,
de heeren J. H. Drijver en F. Broersma uit Aerden-
hout, J. A. C. Clay uit Vijfhuizen, J. E. Backer,
chirurg te Amsterdam e.a.
Dr. Talsma alhier, broeder van den overledene,
zeide dat de overledene zijn werk lief had en dat
hij zijn gaven en kundigheden ter beschikking van
de menschheid stelde. In den loop der jaren heeft
hij mede eenige groote industrieën gesticht, welke
thans met eere worden genoemd. Namens directie,
commissarissen en personeel van de Hollar.dsche
Caseïne werken bracht spr. zijn broeder dank voor
alles, wat hij daarvoor was geweest.
Spr. herdacht daarna, hoe zijn broeder en hij
samen een ideaal koesterden, n.l. het stichten van
een rusthuis voor ouden van dagen, in het dorp
Bloemendaal. Als voorzitter van het bestuur dezer
stichting zeide spr. dankbaar te zijn voor alles wat
zijn broer daarvoor gedaan heeft. Met hem :s in zoo
korten tijd reeds het tweede bestuurslid heenge
gaan. Wij allen zullen hem zeer missen.
Verder hebben gesproken Ds. P. Cannegieter
Ned. Herv. predikant te Krommenie, G. C. A. Mul
der Sr., dr. C. van Dam namens de afd. Zaanland
van de Ned. Mij. tot bevordering der geneeskunst
dr. Lubberte te Krommenie als collega en namens'
het verpleeghuis, de heer P. Walig, namens het
Witte Kruis.
De organist speelde het gezang „Rust, mijn zï*l
uw God is Koning" en Psalm 23. Bij de groeve bad
ds. Cannegieter het „Onze Vader" en danUe dm
oudste zoon voor de belangstelling.