kaasenbrood VULPENHOUDERS FLITSEN Op dm Siaotyscheit Jiikketmidet De Hoogeschool der Acrobatiek Een prima RADIO Jiimst WOENSDAG 27 NOVEMBER 1940 H AAREEM'S DA" 'GBLAB 3 Hef paroo! luidt hier: oefenen, oefenen, oefenen! Ergens in het groote Den Haag is een nauw straatje, stil en verlaten geklemd tussohen de drukte van groote verkeerswegen. Daar vind ik een gammele deur, schuin hangend in roes tige hengsels, een kale, steile houten trap. Er komt een duw in het donker ergens boven mijn hoofd tegen een harde zoldering. Een luik opent zich knarsend en ik sta in een fan tastisch milieu: den Haagschen „Kikkerzol der'', een soort „Hoogeschool?" der acrobatiek, uniek in Nederland, waar artisten voor geza menlijke rekening oefenen en repeteeren en waar aspirant-artisten worden opgeleid. Heel toevallig was ik er achter gekomen, dat ons deftige Den Haag een dergelijke gelegenheid rijk was en al spoedig had ik den eigenaar of beter: den directeur van deze uitzonderlijke onder wijsinrichting gevonden en van hem de toestem ming tot een bezoek weten te verkrijgen. Die di recteur was niemand minder dan Bob Steffin. in de Variété-wereld een zeer bekend persoon. Trou wens ook zélf een artist van ras en naam! Wie het kleine, gemoedelijk-gezette manneke hier ziet, in hemdsmouwen en met een voor zijn postuur veel te gx'oote pijp in den mond, zou zeker niet op het idee komen dat hij staat tevenover een all round goochelaar, buikspreker, hondendresseur, marionetten-theater-artist, leeraar acrobatiek, en nog heel wat meer. Alleen zijn guitig-glïnsterende oogjes zouden iets kunnen verradenMaar ge moet hem dan ook eigenlijk 's avonds op de „Bühne" zien: waardig en deftig in zijn zwarte rokcostuum! Ja, dan zoudt ge het wel weten na tuurlijk! Toen ik met mijn hoofd boven het luik opdook was hij juist aan het „lessen": er stond „iets" voorovergebogen, met de handen steunend tegen den muur, één been loodrecht ja eerlijk waar: loodrecht! omhoog gestoken, waartegen Stef fin verwoed stond te duwen, omdat hij een rech ten hoek blijkbaar nog niet mooi genoeg vond en er daarom een stompen van trachtte te maken! En met succes zelfs! Onze veronderstelling, dat hij zich tot onze komst onledig hield met een elastie ken pop, werd zwaar gelogenstraft, toen wij even later tot de ontstellende ontdekking kwamen, dat de pop een echt mensch was: een achttienjarige acrobate, die „lenig" gehouden moest worden. Op verzoek nog welEn een heimelijke vrees bekroop ons, dat wij straks zouden worden uitgenoodigd „het ook eens te probeeren"Gelukkig is het zoover niet gekomen! Bob Steffin heette ons allerhartelijkst welkom op den gewijden grond van zijn „Kikkerzolder" (om te voorkomen, dat oud-Hagenaars ontdekken zouden, waar deze illustere school gelegen is, kun nen wij den oorsprong van dezen naam helaas niet nader toelichten), waar nu reeds vijftien jaren lang tallooze artisten uit het Variété-bedrijf, wier namen mooie gefingeerde namen natuurlijk, want naar „Jan Jansen" of „Piet Dekker;' zou im mers geen rasechte Hollander gaan kijken! thans met vette letters op reclamebiljetten prij ken, werden opgeleid of hun training bijhielden. Want op dit laatste komt het aan. In dit vak geldt het parool: oefenen, weer oefenen en nog eens oefenen! Zoo wij hiervan al niet voldoende doordrongen waren, dan heeft deze morgen op den Kikkerzolder ons er wel levenslang van over tuigd. In circus, cabaret, bioscoop of variété heb ben u en ik ons wel eens vergaapt aan een acrobaten-"nummeren we begrepen natuurlijk wel, dat zooiets niet feilloos op een achtermiddag werd geleerd. Maar wist u, dat een jaar van dage- lijksche oefening voor men het nummer op de planken kan brengen heel gewoon is? De beroem de Rastelli heeft wel eens 15 jaar lang geoefend op één trucGeduld is hier inderdaad een schoone zaak. Wij kunnen ons nu de verzuchting van den acrobatischen clown Halley, dien wij ook op den zolder aangetroffen en aan wien wij straks een beurt zullen geven voor een „nummertje", dan ook beter begrijpen: „Meneer, je wordt heel wat gemakkelijker advocaat dan acrobaat!" Ondertusschen is een zoon van Steffin. die ook al lang in het vak is en reeds de halve wereld met zijn repertoire heeft bereisd (op zijn 15e jaar maakte hij reeds alleen een tournée door Luxem burg) aan. het jongleeren geslagen. Ook dat vak Is: oefenen, weer oefenen, en nog eens oefenen! Hij rent, staande op een grooten bal, dien hij met Zijn voeten voortrolt, over den zolder technisch heet het: dansen op den kogel terwijl hij on dertusschen nog kans ziet, met een aantal ringen of knotsen te jongleeren. Even later maakt hij doodleuk een fraaien hoogstand op de leuningen van twee op een tafel geplaatste stoelen, en dan laat hij langzaam zijn eene hand los en balanceert wijdbeens op één hand boven op die, voor ons ge voel: wankele stelling. Ook een nieuwen truc, die nog „in training" is, hebben wij van Steffin Jr. gezien, een unicum in de wereld der acrobatiek: drie leeren voetballen boven op elkaar op de hand balanceeren, en dan ondertusschen nog één op de wreef van den voet 'en één op het hoofd in evenwicht houden! 't Lijkt heel eenvoudig; probeert u het echter maar eens! 't Kan geen kwaad! Voorloopig is alleen drie op een hand voldoende. Als wij het- goed ont houden hebben, is er, behalve Steffin Jr. nog slechts één jongleur op de geheele wereld, die dezen truc product van eindeloos geduld en hardnekkig doorzetten machtig is. Misschien kunt ge dus wel de derde worden Halley had het ook geprobeerd met sinaas appels. Maar om te voorkomen, dat deze kostelijke vruchten al te droog zouden worden, had hij ze ha eenige dagen maar opgepeuzeld. Twee andere zoons van Steffin 15 en 16 j aal oud beoefenen de muziekkunst. Met treffende muzikaliteit en verbluffende vaardigheid bespelen .j ieder een groote accordeon. Voor de vuist weg spelen ze voor ons een marsch en zelfs een fan tasie van Verdi's „Traviata". Binnen een jaar wa ren zij de kunst machtig en speelden reeds op de „Bühne". En goed ook! Want pa Steffin heeft in zijn wereldje een reputatie op te houden en levert niets af, wat niet in de puntjes in orde is. „Dat is mijn eerezaak", zegt hij ons met rechtmatigen trots. Morgen vertrekken deze beide jeugdige Steffins weer, samen naar Nijmegen, waar zij in een va riété-programma zullen optreden. Ten slotte de acrobatische clown Halley, met Zijn 16-jarigen zoon. Hij is al 35 jaar in het vak en trad meermalen o.a. in Rusland, Polen, Oosten rijk en Duitschland op. En nog niet lang geleden hield hij in het Scheveningsche Kurhaus, voor een uitgelezen publiek, een lezing over zijn kunst. Hij heeft een prachtigen, karakteristieken kop, deze Halley. Een nummertje „clownerie" kon hij natuurlijk op dien zolder niet weggeven. Daar is een zaal voor noodig. En ook een tooneef, schmink, voetlicht, publiek en de noodige attributen. Maar hij wilde ons wel een voorbeeld van een andere „spécialité" van zich en zijn zoon laten zien: acrobatiek zonder gebruikmaking van de handen; uitslui tend dus voeten- en beenenwerk. Eenig in Neder land! Wij kunnen het nummer, dat wij zagen, moeilijk beschrijven; men moet het eigenlijk zien.en bewonderen. Halley Sr. gaat op zijn rug op den grond liggen, in de schouders gesteund door een bankje en met de voeten omhoog gestoken; dan springt. Halley Jr. bovenop die voeten, die hem kunstig opvangen, en gaat erop zitten. Halley Sr. zet vervolgens af, de jongen maakt een verbluf- fenden salto in de lucht en komt weer op de voe ten van pa terecht; wéér zet Sr. af en met een nieuwen salto belandt Jr. weer op den grond! Halley Jr. munt nog op een ander terrein uit: de mnemo-techniek, de kunst van het overbren gen van gedachten. Hij heeft mij b.v. keurig ver teld, wanneer en waar ik geboren ben, hoeveel knoopen ik aan mijn jas heb, welk nummer de krant, die ik in mijn zak heb. draagt; enz. enz. Ik heb werkelijk paf gestaan! Er was geen bedrog bij en ook zonder de nadrukkelijke ontkenning van Halley Sr. was ik bereid dit aan te nemen Het is niet alleen een gave, maar vooral het re sultaat van eindelooze oefening van het concen tratievermogen tusschen vader en zoon. Dit alles en nog véél meerhebben wij op dien merkwaardigen Kikkerzolder, ergens in groot-Den Haag, gezien. Met verbazing en bewon dering. En ook: met respect! Het beroep van den acrobaat, den variété- of circus-artist lijkt zoo romantisch en zoo gemak kelijk. Maar het is een hard en zwaar leven. Het optreden-zelf een paar „nummertjes" van ieder slechts enkele minuten is, ofschoon natuurlijk een hoogtepunt, eigenlijk slechts bijzaak. Het kale leeren en het levenslang experimenteeren en trai nen, en wéér experimenteeren en trainen, is de niet-geziene werkelijkheid van dit door schmink, licht en klatergoud „gekleurde" beroep. Het is een vak van ongeëvenaarde „Ausdauer". En groot is het aantal dergenen dié, verlokt door den lich tenden buitenkant, het wel beginnen, maar het niet tot een goed einde weten te brengen. Zij bleken niet opgewassen tegen de vele en groote moeilijkheden van dit wonderlijke vak; en zij deinsden terug voor de „pijn". Want om iets te bereiken moet men, althans ten aanzien van de acrobatiek „de hoogeschool der gymnastiek" eerst door het stadium van „pijn doen" heen. Om over „geduld" nog te zwijgen! Die morgen op den Kikkerzolder, vol met een eindelooze hoeveelheid attributen voor lucht- en voor „parterre"-acrobatiek, waar de jeugd het „vak" leert van de ervaren ouderen, heeft ook mij veel geleerd. En werkelijk onder den indruk daal ik de zondertrap af. De beurs te Batavia wordt heropend. Op 1 Januari ^..s. AMSTERDAM, 26 November. Naar het A.N.P. verneemt zal de beurs te Batavia'op 1 Januari a.s. weer worden heropend, nadat zij sedert Mei jl. ge sloten is geweest. Het beursbestuur te Batavia heeft zich volgens het A.N.P. bij zijn besluit tot heropec.ing van de beurs laten leiden door de gedachte, dat de na- deelen der beurssluiting overwegen boven een te verwachten scherpe koersdaling. Naar het A.N.P. voorts van welingelichte zijde wordt verzekerd, zouden Engelsche belangen gedu rende den tijd der beurssluiting van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt tegen voordeelige koersen groote aandeelenpaketten over te nemen, ten einde zich invloed in Ned.-Indische ondernemingen te verschaffen. ontvangst heeft U met een der drie Nederlandsche mer ken: Philips, Erres, Waldorp VRAAGT DEMONSTRATIE. Desgew. bet. in overleg. Gr. Houtstr. 131, hk. Cornelisst., Tel. 10271 (Adv. Ingez. Med.) Mondelinge pachtovereenkomsten. Ieder van beide partijen zou eischen dat zij op schrift worden gesteld. Het Dinsdag uitgegeven verordeningenblad bevat een besluit van de secretarissen-generaal van de departementen van justitie en van landbouw en visscherij ten aanzien van mondelinge pachtover eenkomsten. Hierin wordt bepaald ten aanzien van pachtover eenkomsten, welke vóór 1 November 1938 zijn aan gegaan: indien vóór 1 November 1938 een pachtr overeenkomst is gesloten, welke niet schriftelijk is aangegaan, heeft iedere partij het recht van de wederpartij te verlangen, dat een schriftelijk con tract wordt opgemaakt. Wanneer partijen niet binnen een maand nadat het verlangen daartoe bij exploit aan de weder partij is kenbaar gemaakt, een schriftelijk contract hebben opgemaakt, geschiedt de schriftelijke vast legging der overeenkomst door den in pachtzaken bevoegden rechter, op vordering van de moestge- reede partij. De rechter roept beide partijen op en legt, zooveel mogelijk in overleg met haar, de over eenkomst schriftelijk vast. Een vordering, als hierboven bedoeld, kan niet worden ingesteld, indien het gepachte in zijn gehee! op regelmatige wijze door een ander dan den pach ter is in gebruik genomen. Een verzoek tot schriftelijke vastlegging van de overeenkomsten gesloten na 31 October 1938 doch vóór de inwerking treding van dit besluit kan uit sluitend vóór 1 Mei 1941 worden gedaan. De rech ter roept beide partijen op en legt de overeenkomst zooveel mogelijk in overleg met haar, schriftelijk vast, tenzij de belangen van één der partijen daar door aanzienlijk zouden worden geschaad. Gaat dè rechter niet tot schriftelijke vastlegging van de overeenkomst over, zoo spreekt hij de nietigheid daarvan uit. Indien daartoe aanleiding bestaat, regelt hij bovendien de gevolgen van deze nietig verklaring voor beide partijen. Dit besluit treedt in werking op den dag zijner afkondiging met terugwerkende kracht tot 31 Oc tober 1940. Storm vernielde 18.000 dennen in Bredasche houtvesterij. Uit het door den houtvester in de houtveste rij Breda uitgebrachte rapport blijkt, dat door den storm van 14 November 1.1. in genoemde hout vesterij meer dan 18.000 grove dennen geveld zijn, met een inhoud van 3.350 M3. De helft van deze boomen viel in het Ulvenhoutsche bosch, de rest was gelijkmatig verdeeld over Liesbosch, Mast- bosch, Dorst en Chaam. Opmerkelijk is, dat bij den vorigen beruchten storm, dien van 6 November 1921, alleen het Mastbosch werd geteisterd. Daar werd toen niet minder dan 7.800 M3. hout gestreken, dus bijna twee maal zooveel als thans in alle bosschen der houtvesterij tezamen. Andere boomsoorten zijn in vergelijking met de grove dennen slechts in zeer geringe mate ge troffen. Het gros der gevelde boomen was gezond. Landhouwcomité verbreekt samen werking met L. en M. Te Utrecht is dezer dagen de maandelijksche vergadering der eerste afdeeling van het Land- bouw-comité gehouden onder voorzitterschap van den heer H. D. Louwes uit Ulrum. Besproken werd de vraag of het Landbouw- Comit-é zich nader moet beraden op zijn positie, in verband met de samenwerking tusschen den nationalen bond „Landbouw en Maatschappij" en het boerenfront van de N.S.B. Na eenige gedach- tenwisseling werd besloten dienaangaande de volgende verklaring te publiceeren: „Het bestuur van het Landbouw-comité, ken nis genomen hebbende van de besluiten, welke zijn genomen op een te Meppel op 11 Nov. j.l. gehouden vergadering van den ledenraad van den nationalen bond „Landbouw en Maatschappij", welke inhouden een samenwerking van genoemde organisatie met het boerenfront vair de N.S.B. om te komen tot den opbouw van een Nederlandsch Agrarisch Front, oordeelt, dat het karakter van den nationalen bond „Landbouw en Maatschap pij" daardoor is gewijzigd en besluit op grond daarvan de samenwerking met dien bond niet te bestendigen. PERSONALIA. De heer C. Zwart te Haarlem-Noord is te Amsterdam geslaagd voor het examen Midden standsdiploma. NIEUWE SERIE Moppen De echtgenoot, die niets bijdraagt om een vervelen den avond wat gezelliger te maken, tot de gasten zeggen, dat ze nu maar zullen gaan, waarop hij zich plotseling verschillende lange en weinig onderhou dende verhalen herinnert, die hij per se nog moet vertellen. IJsvereeniging Haarlem en Omstreken. De IJsvereeniging Haarlem en Omstreken (af deeling Ijsbond Hollands Noorderkwartier) houdt Donderdagavond 28 November een ledenvergade ring in Café-Rest. „Het Bolwerk" te Haarlem. HET SPREEKUUR VAN WETHOUDER WE STER VELD. Het wekelijksch spreekuur van den Haarlem- schen wethouder van onderwijs, den heer D. J. A. Westerveld, ten Stadhuize zal tot nader bericht ge houden worden op Zaterdag van 1011 uur. Mr. G. JANSEN. Zooals wij reeds in ons vorig nummer mede deelden, is Mr. G. Jansen, secretaris der Alg. Werkgeversvereeniging, gevestigd te Haarlem, be noemd tot lid van het Bestuur der Rijksverzeke ringsbank. De heer Jansen, die te Heemstede woonachtig is, studeerde te Leiden en Amsterdam en was ge ruimen tijd burgemeester van Hengelo, welke functie hij eenige jaren geleden verwisselde voor de tegenwoordige. Het Bestuur der Rijksverzeke ringsbank is, onder supervisie van den Raad van Toezicht, belast met het beheer en de dagelijk- sche leiding van dit belangrijk instituut van so ciale verzekering. Het bestaat uit een drietal leden, waarvan één tevens voorzitter is een plaatsver vangend lid en een wiskundig adviseur. Tot dusver trad als voorzitter van dit college op Dr. H. L. van Duyl, die thans afgetreden is en vervangen wordt door het lid Mr. H. Bijleveld. In diens plaats is thans Mr. G. Jansen benoemd. Naar wij vernemen blijft hij te Heemstede wonen. in Haarlem 9 en daarbuiten. Een weinig bekend portret van een geestelijke. Bezit van de Oud-Katholieke gemeente. In één der vertrekken van het nieuwe kerkge bouw der Oud-Katholieke gemeente te Haar lem hing een niet groot, maar mooi geschilderd portret van een geestelijke, dat om die qualiteit onze aandacht trok, toen wij den vriendelijken herder dier gemeente, pastoor Nieuwenhuyzen, uit anderen hoofde een bezoek brachten. De schilder ervan noch de herkomst waren bekend en het was dan ook niet onaardig dat wij, toen het paneeltje van den wand genomen en in het niet-sterke Novemberlicht bij het raam beke ken was, konden vaststellen dat er linksonder- aan nog voldoende sporen van een echte, oude signatuur te zien waren, zoodat althans de ma ker kon worden vastgesteld. Tenminste, dat hoopten wij. Maar dat zit'nog niet altijd zoo glad, als het op het eerste gezicht lijkt, omdat het niet altijd direct duidelijk is. „wat" er nu Een weinig bekend portret. (Foto De Haas.) eigenlijk staat. Men kan daar dan lang op zitten turen en allerlei mogelijkheden met het zichtba re restant letters in contact brengen, zonder dat men opschiet: integendeel, men wordt hoe langer hoe onzekerder van zijn vermoedens. En die vermoedens waren toch in dit geval nog al ruimte latend aan vele mogelijkheden. Immers al kon, toen het portretje nog aan den wand hing de naam van Gerard Terborgh even zijn opgekomen, dichterbij bekeken was er te veel zwaks in, om aan dien eersterangs meester te blijven denken. Typisch voor Terborgh was wel die doorlichte, zilveriggrijze achtergrond met de zuil, en. het werkelijk prachtige stilleventje met de boeken en het crusifix, doch in de linker helft van de schilderij zaten, nog afgezien van zwakheden in de schildering van de handen, veel meer elementen, die aan de Haarlemsche School dan aan Terborgh deden denken. Want, belang rijker dan de signatuur blijft toch altijd de schilderij zelf, die per slot den weg naar den maker wijzen moet. Van Terborgh was het dus zeker niet: uit zijn omgeving kon de schilder gekomen zijn. Vele leerlingen heeft Terborgh niet gehad, doch van één ervan is bekend dat hij niet langen tijd bij den meester in,Deventer heeft gewerkt, daarna naar Amsterdam gé- trokken is en er onder invloed van den Haar lemmer De Bray, ja zelfs van Frans Hals ge komen is. Die leerling was Pieter van Anraath. Verblijd u niet met een doode musch. Want al zit er in den kop en de draperie daarboven op ons portret veel wat aan De Bray doet denken, al heeft het forsch geboetseerde icopje iets van den grooten Halsals we met de loupe weer over de signatuur gebogen zitten, schijnt het on mogelijk daar iets van Anraath uit te distillee- ren. Jammer, want het zou zoo mooi geklopt hebben. Want zelfs in den nuchtersten onder zoeker sluimert steeds het gevaar dat hij gaat zien wat hij verwacht te zienal is het er niet. Hij behoeft daar nog niet eens zoo naief voor te zijn als de leden van den uitgebreiden stam dier ontdekkers die in ieder prulletje bij den uitdrager voor een paar kwartjes verworven een Rembrandt zien, omdat zij in iedere craquelure, in ieder berstje een R mee- nen te vinden. En toen, behalvé de naam van Van Anraath, ook de namen van andere schilders uit Ter- borgh's omgeving niet met het letterschrift op het paneel in overeenstemming te brengen wa ren, leek het verstandig de veronderstelling dat het kunstwerk uit dien hoek moest ko men, voorloopig op te geven. De heer Gratama, die het portret bij ons gezien had. was toen zoo vriendelijk aan te bie den de schilderij op het museum onder een sterk licht gevende electrische lamp te plaatsen, en daar het onderzoek voort te zetten. Inderdaad werden daar de letterteekens der signatuur, voor zoover aanwezig, duidelijker zichtbaar. De heer Gratama zag er zonder verder twijfelen den naam van J. Vaillant in en op dien grond is nu de aardige schilderij, aldus benaamd, naar de pastorie teruggekeerd. Onder het sterke licht der electrische lamp is die benaming wel verde digbaar, met het bloote oog zal er weinig van te zien zijn. In geval wij als schilde,r J. Vaillant accep teeren, dan moet die het portret in zijn sterf jaar, 1670, geschilderd hebben. Behalve dat J. Vaillant meer graveur dan schilder was, lijkt het feit, dat op de schilderij in de dateering 1670, maar ook 73 of 78 te lezen is, tot eenige voor zichtigheid aan te sporen. Nemen wij den schil- dersnaam Vaillant in dit geval als ondiscutabel aan dan zou het nog van zijn broer, Wallerus Vaillant kunnen zijn, die in zijn tijd een zeer gezocht portretschilder was en de vriendelijk heid had pas in '78 te sterven, zoodat iedere le zing van het jaartal verantwoord zou zijn. Maar dan zou de J. V. aan het begin, die voor den heer Gratama indiscutabel waren. weer niet kloppen. Enfin de lezer heeft nu een kleinen kijk kunnen krijgen op de moeilijkheden die een rechtvaardigen doop van een oud kunstwerk in den weg kunnen staan. En per slot doet de be naming er niet zoo erg veel toe of af. Misschien wordt in het kerkarchief of voor vergelijking met analoge portretten of door vondst van een document dat op den voorgestelde betrek king heeft, de juistheid onzer veronderstellin gen bewezen. De geldswaarde der schilderij staat hier gelukkig buiten ieder geding en daar om kan het hier voldoende zijn te constateeren, dat het op een enkele slijtage na, een zeer mooi klein kunstwerk is, dat de Oud-Kath. Ge meente in dit portret bezit en wij zijn pastoor Nieuwenhuyzen dank verschuldigd dat hij het ons zoo rustig liet onderzoeken en den heer Gratama evenzeer voor zijn welwillende as sistentie daarbij. De schilder Leo Visser, van wien wij het vo rige jaar een mooi werk op de Onafhankelijken signaleerden en over wiens leven en arbeid wij toen eenige bijzonderheden konden mededeelen, zond ons een door hem in kleuren gelithogra- feerden kalender voor 1940, die in zes bladen een reeks van bloem- en dierstudies laat zien, die door een geestige, onschoolsche en uiterst smakelijke teekening en kleurencombinatie een prettig effect maakt en door menschen met een gevoelig oog voor die zaken, wel gewaardeerd zal worden. Leo Visser heeft in die dingen de zui vere naïveteit van het jeugdige oog weten te bewaren, doch op een wijze die ook ons oude ren kan blijven bekoren, omdat het niets gewild- kinderlijks heeft, doch speelsch, den gerijpten geest verraadt, Hij is dan op z'n aardigst en verwant met naturen ais Van Hoytcma en Lioh Cachet, zonder die na te volgen. De kalender is een uitgaaf van „De Moderne Boekhandel" te Amsterdam, die er denkelijk wel plezier van be leven zal. J. H. DE BOIS. Wij hebben een ENORME sorteering van ALLE merken ZIJLSTRAAT 90 - Telef. 11161 Doet Uw inkoopen tijdig! Wij sluiten 6 uur. (Adv. ingez. Med.) Rijksbureau voor verwerkende industrieën. Sectie voor keramische, electro-technische en grafische industrie. In de Staatscourant van Dinsdag is een be schikking van den secretaris-generaal van handel, nijverheid en scheepvaart gepubliceerd, waarbij wordt ingesteld het rijksbureau voor verwerkende industrieën, waaronder ressorteeren een sectie voor de keramische, voor de electrotechnische en voor de grafische industrie. Inschrijving bij de onder scheiden secties is thans verplicht gesteld. Een verzoek tot inschrijving zal vóór 7 Decem ber a.s. bij den directeur van de desbetreffende sectie moeten worden ingediend. De beschikking bevat o.m .een verbod tot het koopen, voorhanden, of in voorraad houden, ge bruiken, verbruiken, bewerken, verwerken, te koop aanbieden, verkoopen of afleveren van alle in de beschikking vermelde artikelen zonder ver gunning, waarvan ten aanzien van de keramische en de electrotechnische industrie voorloopig alge- meene dispensatie wordt verleend. De grafische industrie zal van Dinsdag af over een vergunning van - den directeur der betrokken sectie moeten beschikken om haar bedrijf te kunnen voortzet ten. De sectie voor de keramische industrie is ge vestigd: Bezuiden houtscheweg 123, 's Graven- hage. De sectie voor de electrotechnische industrie is gevestigd: Bezuidenhoutscheweg 78b, 's Graven- hage. De sectie voor de grafische industrie is geves tigd: N.Z. Voorburgwal 326328, Amsterdam. Begrafenis dr. L. Talsma. HAARLEM. Woensdag. Onder zeer veel belangstelling heeft gistermid dag op de begraafplaats Westerveld te Velsen de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschot van dr. L. Talsma, arts te Krommenie, bestuurslid van het Tehuis voor ouden van dagen Wildhoef te BloemendaaL Van het bestuur van Huize Wildhoef waren aan wezig dr. W. J. Talsma, alhier, J. de Jong Czn., directeur van publieke werken te Bloemendaal en W. H. van Drunen Littel te Overveen. Verder waren er de oud-bui'gemeester van Krommenie, ie heer H. Klerk, deputaties der afd. Zaanland van de Nederl. Mij. tot bevordering der geneeskunst, vaa het Witte Kruis en het verpleeghuis te Kromme nie enz., de heer Ja van Luinenburg namens de Ver. Blikfabrieken, vele notabelen uit Krommenie, de heeren J. H. Drijver en F. Broersma uit Aerden- hout, J. A. C. Clay uit Vijfhuizen, J. E. Backer, chirurg te Amsterdam e.a. Dr. Talsma alhier, broeder van den overledene, zeide dat de overledene zijn werk lief had en dat hij zijn gaven en kundigheden ter beschikking van de menschheid stelde. In den loop der jaren heeft hij mede eenige groote industrieën gesticht, welke thans met eere worden genoemd. Namens directie, commissarissen en personeel van de Hollar.dsche Caseïne werken bracht spr. zijn broeder dank voor alles, wat hij daarvoor was geweest. Spr. herdacht daarna, hoe zijn broeder en hij samen een ideaal koesterden, n.l. het stichten van een rusthuis voor ouden van dagen, in het dorp Bloemendaal. Als voorzitter van het bestuur dezer stichting zeide spr. dankbaar te zijn voor alles wat zijn broer daarvoor gedaan heeft. Met hem :s in zoo korten tijd reeds het tweede bestuurslid heenge gaan. Wij allen zullen hem zeer missen. Verder hebben gesproken Ds. P. Cannegieter Ned. Herv. predikant te Krommenie, G. C. A. Mul der Sr., dr. C. van Dam namens de afd. Zaanland van de Ned. Mij. tot bevordering der geneeskunst dr. Lubberte te Krommenie als collega en namens' het verpleeghuis, de heer P. Walig, namens het Witte Kruis. De organist speelde het gezang „Rust, mijn zï*l uw God is Koning" en Psalm 23. Bij de groeve bad ds. Cannegieter het „Onze Vader" en danUe dm oudste zoon voor de belangstelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5