AB'S AVONTUREN De Torenwachter WOENSDAG 27 NOVEMBER '1940 HAAKTESTS DAG15EA1S Rooversfamilie voor tic Utrecktsche rechtbank. Karrevrachten goederen gestolen. Men herinnert zich wellicht nog dat eenigen tijd geleden te Jutphaas een 54-jarige bedrijfs leider. diens vrouw en diens zoon werden gearres teerd, omdat zij zich zoozeer aan diefstal van goederen en levensmiddelen hadden schuldig ge maakt, dat het bij huiszoeking bij het gezin meer op een roofhol leek dan op een huis, waar een normaal familieleven wordt geleid. Overal trof de politie goederen aan. welke van diefstal afkom stig waren en aan ontkennen viel dan ook niet te denken. Met karrevrachten vol werden de gestolen goederen naar het politiebureau overgebracht en eerst daar kon men eens gaan inventariseeren. Het bleek toen. dat de meeste goederen gestolen waren uit de Galeries Modernes en de Hema. Daar hadden man, vrouw en zoon voor honderden gul dens weten te ontvreemden en er was bijna geen voorwerp of kleedingstuk of de rechrche trof het onder den voorraad aan. Zoonlief bekende boven dien nog zich schuldig gemaakt te hebben aan diefstal van niet minder dan acht rijwielen. Dins dag stond het gezin terecht voor de meervoudige strafkamer van de Utrechtsche rechtbank. Man en vrouw werden gelijk gehoord. Op een vraag van den president of de man. de 54-jarige bedrijfsleider uit Jutfaas, inderdaad al deze goederen had weggenomen, bekende ver dachte onder een stortvloed van tranen en ook zijn 48-jarige vrouw kon moeilijk anders dan het haar ten laste gelegde bekennen. Over beide verdachten is een rapport uitge bracht. waaruit blijkt, dat de man uit een groot, net gezin komt. waar men hem echter al vroeg aan zijn lot overliet. Nadat hij dan ook getrouwd was. nam al spoedig zijn vrouw de leiding van het gezin op zich. Aanvankelijk ging alles goed en het gezin kende jaren van voorspoed en geluk, doch na den oorlog sloeg het geheele gezin uit zijn evenwicht. Man en vrouw, die een blanco straf register hebben, gingen stelen. Eerst kleine voor werpen. later werd men steeds brutaler, totdat deze onervaren lieden tenslotte tegen de lamp liepen. De officier van justitie mr. Camphuis. merkte ln zijn requisitoir op, dat deze menschen zoo enorm hebben gestolen, dat er aanvankelijk bijna geen overzicht te verkrijgen was. Er mogen dan eenige verzachtende omstandigheden zijn, ten slotte is hetgeen verdachten hebben misdaan, een ernstig geval, waartegen streng moet worden op getreden Hij eischte tegen den man een onvoor waardelijke gevangenisstraf voor den tijd van tien maanden, tegen de vrouw, die thuis nog twee jonge kinderen moet verzorgen, zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De verdediger verzocht de rechtbank met klem om clementie. Nadat man en vrouw waren weggevoerd alleen de man is gedetineerd), komt de zoon in de ver- dac.htenbank. Ook over hem is een rapport uit gebracht waaruit is komen vast te staan, dat deze verdachte tot voor enkele maanden een onbespro ken levenswandel heeft gehad. Verdachte erkende zich in enkele maanden tijds te hebben schuldig gemaakt aan diefstal van acht rijwielen. Verder wordt hem nog ten laste gelegd diefstal van doozen schoenen, een acte- tasch en een koffertje. En tenslotte is uitgekomen, dat verdachte, die 23 jaar oud is en kapper van beroep, op een keer 75 gulden heeft opgenomen ten name van zijn vader, zonder dat deze wist. dat er geld werd geleend. President: waar had u die 75 gulden voor noo dig? Verdachte: ik wilde een verlovingsring koopen en had daarvoor geen geld. De officier van justitie eischte een gevangenis straf voor den tijd van een jaar met aftrek van de preventieve hechtenis. VERZENDT GAARNE UW ST. NICOLAASPAKKETTEN MAAR VERZOEKT U: DADELIJK TE BEGINNEN STEVIG TE VERPAKKEN VOLLEDIG TE ADRESSEEREN NOG DEZE WEEK TE POSTEN (Adv. Ingez. Med.) mwr jlM CEIICtlTfA' PURMERENDER MARKTBERICHT. (Dindag). PURMEREND, 26 November 1940. Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 13 partijen. ^c]g_ende 26000 K.G. Handel vlug. Hoogste prijs Aanvoer artikelen: Kaasmarkt. 953 K.G. Handel matig. Kleine Boeren f 33 per 50 kilo. Boter 305 Kilo f 2.04—f 2.10 per kilo. Runderen, totaal 284 stuks. Vette koeien 60 st. voor de levering. Gelde koeien 131 st. f 200—f 275 per stuk matig: Melkkoeien 85 st., f 280—f 290 per stuk, matig. Stieren 8 st. voor de levering. Paarden 10 st. f 275 f 400 per stuk. stug. Vette kalveren 52 st. voor de levering; Nuchtere kalveren voor de slacht 160 st. voor de levering. Nuchtere kalveren voor de fok kerij f 18f 24 per stuk. matig. Magere varkens 84 st. f 25f 29 per stuk, matig. Biggen 116 st. f 10—f 19 per stuk, goed. Schdpen 284 st. f 25— f 40 per stuk, matig. Bokken 77 st. f 8—f 40 per stuk, goed. Kipeieren f 1.07 per 100 st. Noord-Hollandsche Blauwen (kuikens) 3800 s.t. f 1—f 1.20 per kilo. Oude kippen en hanen (wit en rood) f 1f 1 20 per kilo. Eenden 1600 st. f 0.80—f 1 per stuk. Duiven 40 ct. per paar. Ganzen 162 st. f 10f 12 per stuk. De distributie van vaste brand stoffen. Het is gebleken, dat in enkele gevallen op het aanvraagformulier voor vaste brandstoffen de aanvragers slechts diè vertrekken hebben ver meld, welke inderdaad verwarmd kunnen worden, of die, welke zij in vorige jaren hebben verwarmd. Het was echter de bedoeling, dat voor de vast stelling van het aantal uit te reiken brandstoffen- bonnen het totaal aantal vertrekken werd op gegeven. Ten gevolge van dit misverstand zijn sommige brandstofverbruikers in de groepen van 1 tot en met 4 vertrekken (voor haarden en kachels of in de groep 1 tot en met 6 vertrekken ivoor cen trale verwarming) gerangschikt, terwijl zij in de betreffende hoogere groep thuis behooren. Aan hen wordt nog tot uiterlijk 7 December a.s. de gelegenheid gegeven een nieuw z.g. A-formulier bij den plaatselijken distributiedienst aan te vra gen en na invulling bij dezen dienst in te leveren. Natuurlijk zullen de distributiediensten slechts overgaan tot uitreiking van het aanvullend aantal brandstoffenbonnen, nadat zij van de juistheid van de opgave overtuigd zijn. De oorlogsinvaliden worden geholpen. De A. V. O. brengt hen weer in het sociale leven. Gelijk men eenigen tijd geleden heeft Kunnen lezen, is de zorg voor het medisch en sociaal herstel der oorlogsin va lieden (gewonden, verminkten en zieken) tot een onderwerp gemaakt van staatszorg. Op instigatie van den Rijks-Commissaris is een groot bedrag op de begrooting van Sociale Zaken gebracht, waaruit alle kosten van dit herstelwerk Jiunnen worden bestreden, terwijl daarnaast het Afwikkelingsbureau van het departement van de fensie zorgt voor de pensioenvoorzieningen der mili taire oorlogsinvaliden en voor andere eventueele noodzakelijke hulp Hun medisch herstel wordt ver zorgd door den militairen geneeskundigen dienst. Na het medisch herstel en als regel zelfs reeds te voren wordt de vereeniging A.V.O. ingeschakeld om te zorgen voor het sociale herstel, het terug brengen der oorlogsslachtoffers in de maatschappij. De vereeniging heeft daarvoor een apart bureau ingericht, het arbeidsbureau voor oorlogsinvaliden (AVO) en zal 'n aantal amployés aanstellen om over het geheele land de belangen onzer oud-strijders te kunnen behartigen en wel in den meest ruimen zin des woords, omdat de rijksoverheid in beginsel tot elke practische hulp bereid is. Men is van deskundige zijde de meening toege daan, dat het in weerwil van de ongunst der tijden geen onoverkomelijke moeilijkheden zal kosten de invaliden weer in de maatschappij onder de brengen. In de eerste plaats is het aantal ver minkten, voor wie aanpassing en omscholing noodig zijn, gering. Het overgroote deel der gewonden en getroffenen is er met een gering blijvend letsel af gekomen en kon met een weinig goeden wil van beide zijden wel in het eigen of een verwant be roep tewerk worden gesteld. Voorts is in de afgeloopen. weken gebleken, dat de bedrijfswereld zich bewust is van de in dezen op haar rustende taak tot groote medewerking. De ondubbelzinnige blijken zijn daarvan ontvangen van individueele werkgevers, maar ook de werkgevers organisaties stellen zich achter deze zaak. Vermeld moge nog worden dat de overheidsdiensten- en be drijven hun aandeel in de tewerkstelling van oor logsinvaliden te dragen zullen krijgen. Het arbeidsbureau voor oorlogsinvaliden, dat reeds een aantal voormalige oorlogsgewonden heeft geplaatst of herplaatst, zal gaarne verdere aanvra gen van werkgevers om oorlogsinvaliden of voor malige oorlogsgewonden in dienst te nemen ont vangen. Anderzijds kunnen zij, die reeds uit de hos pitalen, ziekenhuizen en herstellingsoorden ontsla gen zijn en nog niet geslaagd zijn in het vinden werk, zich bij dit bureau aanmelden. Het ar beidsbureau voor oorlogsinvaliden is gevestigd Ni- colaas Maesstraat 52, Amsterdam Zd., telefoon 23833. WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdags avonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE. Voor het komende Kerstfeest. In Den Haag is men begonnen met het kappen van denneboomen achter de Boschjes van Poot. De toekomstige Kerstboomen worden naar de plaats van verzending gebracht. (Foto Schimmelpenning!!.) Haagsch arts voor Duitsch land- gerecht. Wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken. Het Duitsche Landgerecht te 's-Gravenhage heeft Dinsdag de behandeling voortgezet van de zaak tegen een Haagschen arts. die door een pa tiënte was aangeklaagd op grond, dat hij voor Duitschland beleedigende uitdrukkingen zou heb ben gebezigd. De beklaagde ontkende en beriep zich voorts op het feit, dat zijn patiënte morphiniste is en dat haar beweringen gefantaseerd waren. Als getuige werd Dinsdag gehoord een dokter die de patiënte heeft onderzocht en daarbij tot de conclusie is gekomen, dat de aanklaagster in derdaad lijdt aan chronisch morphinisme en dat met het oog daarop haar verklaringen met de grootste voorzichtigheid moeten worden bezien. In zijn requisitoir wees Staatsanwalt dr. Koblitz er op, dat hij de overtuiging heeft, dat beklaagde zeer zeker uitlatingen heeft gebezigd, welke tegen het Duitsche rijk zijn gericht, doch aangezien het bewijs daartoe niet uit de verklaring van de aan klaagster kan worden geput, zal hij geen straf oplegging vragen. VOOR DE KINDEREN Toen eindelijk de ochtend aanbrak, zat Speurneus nog in zijn hut en dacht diep na. Hij dacht na over de list van Siki, die zoodoende van boord had wil len komen en over Simpa. die zweeg op alle vragen en nooit Ab en ook nooit Dib had gezienPlotseling vernam hij een luid hoera-geroep op het dek. Sperneus snelde zijn hut uit en zag ka pitein Flink met beide armen staan zwaaien en wees naar de zee. Daar, op eenigen afstand van hun schip, kwamen twee motorbooten aan. Ja, hij zag het duidelijk: in de eene zat Ab en in de andere was Dib. De motorbooten schoten met groote snelheid over het water. Beide booten waren bezet met de matrozen van de D. III. Ab, die in een der booten zat, kon haast niet stil zitten van de pret. Telkens sprong hij op en zwaaide met zijn zakdoek naar de bemanning van het politlevaartuig. Hun redding was dan ook maar op het nippertje af geweest. Want toen hun sloep, waarin Ab en Dib en de twee piraten waren gezeten, naar de kust roeide, was in den donkeren nacht plotseling de politiesloep langszij gekomen. Doch de twee piraten waren in zee gesprongen en waarschijnlijk naar de kust gezwommen. Het was feest op de D. ni. De kok had een extra lekker potje gekookt en kapi tein Flink had de bemanning toege sproken voor hun moedig gedrag in den afgeloopen nacht. Doch allen waren niet in een feeststemming. Het schip voer in de richting van de kust en wilde in de eerste de beste haven de honderd en vijftig piraten aan de landpolitie over leveren. Dit gebeurde nog dienzelfden middag, toen kapitein Flink in den ha ven van een groote stad gemeerd lag. In een lange rij stonden de piraten ge boeid achter elkaar op het dek. Ab stond erbij te kijken met zijn vriend Dib. Plotseling gaf hij een schreeuw, want daar liep ln de lange rij van pira ten niemand minder dan Klikko. En ter wijl hij de trap afging, keek hij nog éénmaal heel kwaad naar Ab. De dagen gingen nu op het politle vaartuig voorbij, zonder dat er iets bij zonders gebeurde. Ab had ln lang niet zoo'n rustigem tijd gehad. Het eenige wat er gebeurde was, dat de marconist ziek was geworden en dat Dib aan kapitein Flink gevraagd had of hij voor een tijdje de werkzaamheden van den mar conist zou mogen waarnemenOp een dag stond Ab belangstellend bulten de radiahut door de ruiten te kijken naar Dib, die daar zat met de koptelefoon om zijn hoofd. Toen Ineens zag hij dat Dib zijn rechterwijsvinger omhoog stak en met open mond zat te luisteren. De rechter dr. Trier was het met deze opvattin eens, omdat de verklaringen van iemand, die reed sinds eenige jaren aan morphine is verslaafd, i: het algemeen ongeloofwaardig moeten worden ge acht. Het gerecht kan derhalve, hoewel het ook zij nerzijds overtuigd is, dat beklaagde wel Duitsch vijandige uitlatingen heeft gebezigd, niet vast stellen, in welke mate de verklaringen van d aanklaagster al of niet juist zijn. Het gerech heeft daarop den arts vrijgesproken, aan welk uitspraak dr. Trier in zijn motiveering toevoegde dat dit niet geschiedde, omdat beklaagde oil schuldig zou zijn, doch omdat het bewijs niet vol ledig geleverd kan worden. Dr. Trier gaf ten slotte den arts de vermaninj mede. dat dit geval voor hem een waarschuwini moge zijn voor de toekomst. (A.N.P.) FAILLISSEMENTEN. Door de Haarlemsche Rechtbank is op 23 No vember uitgesproken het faillissement van J, A. Putman Sr., reiziger, wonende te Aerdenhout, gemeente Bloemendaal. Veldlaan no. 57. Curator is Mr. H. O. Drilsma te Haarlem. Rechter-commissaris: mr. E. J. W. Top te Haar lem. Door het verbindend worden der eenige uit- deelingslijst zijn geëindigd de navolgende faillis sementen: J. W. Raatgever, pensionhouder, wonende tl Haarlem; Curator Mr. A. W. Hellema ta IJmuiden. C. J. W. van der Schoot, wonende te Hillegom. Curator mr. J. G. Bettink. Regelen voor de internationale binnenvaart. Aansluiting bij bepaalde centrale vereischt. Het Verordenirgenblad van Dinsdag bevat een besluit van den secretaris-generaal van het depar tement van Waterstaat betreffende de internatio nale binnenvaart. Hierin wordt bepaald, dat het vervoeren van per sonen of goederen en het verrichten van sleepdien sten met een in Nederland thuisbehoorend schip, respectievelijk het tegen betaling opslaan van goe deren in zoodanig schip op de binnenwateren in Europa buiten de grenzen van Nederland, slechts dar geoorloofd is, indien de eigenaar van het schip is aangesloten bij de stichting Nederlandsche Par ticuliere Rijnvaartcentrale of de Vereeniging Cen traal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart en de verrichtingen geschieden in overeenstemming met de door den secretaris-generaal van het departe ment van Waterstaat of door genoemde organisa ties, dan wel door beide gezamenlijk gegeven voor schriften en richtlijnen. De eigeraars der bovengenoemde schepen ziin er voor verantwoordelijk, dat de transporten, wel ke hun schepen door de genoemde organisaties wor den toegewezen, ten uitvoer worden gebracht. Bovenstaande bepalingen zijn riet van toepassing op Nederlandsche kustvaartuigen, welke de vaart uitoefenen op de binnenwateren in Europa buiten de grenzer van Nederland en uitsluitend beladen zijn met rechtstreeks van overzee aangevoerde of rechtstreeks naar overzee bestemde moederen. Ter behartiging van aangelegenheden, de inter nationale binner vaart betreffende, wordt een com missie ingesteld. Dit besluit treedt in werking met ingang van den zevenden dag na dier ziVer afkondiging. EEN VERHAAL VAN DE ZEE. bewerkt door ADRIAAN J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 6) Het geval van Jackson, die zich gebrand had, kostte niet veel hoofdbrekers; op den vuurtoren bevond zich een zelfde model verbandkist als aan boord van alle zeeschepen. De kist bevatte alles wat voor dit geval noodig was en het zou niet zoo heel veel moeite kosten om den patiënt in de boot te brengen. Maar met Bates was het anders. Hij was zoo ongeveer blijven liggen, waar hij neergevallen was. Brand had hem alleen een kussen onder het hoofd geschoven om hem een beetje gemakkelijker hou ding te geven. Daarna was hij naar buiten gegaan om de signalen te geven. Hij stond nu voor een lastige vraag: moest hij Bates laten vervoeren of zou hij de komst van den dokter afwachten? Hij besloot Ben nog eens om raad te vragen. Denk je, dat het harder gaat waaien^als het getij verloopt? vroeg hij den schipper. Je kunt op het oogenblik van alles verwach ten, meneer. Geloof je ook niet, dat er alle kans bestaat, dat de cokter niet op den toren zal kunnen komen? Het zal wel harder gaan waaien en we hebben ka-ns, dat er nog meer sneeuw komt. Dan heb ik hulp noodig: het is dan maar het beste, dat de meisjes hier blijven, jij kan de boot zeker wel alleen terugbrengen. Ben glimlachte geruststellend. Met dezen wind kan je de boot haast aan zich zelf overlaten, zei hij. Op dat oogenblik vloog het bericht van een tra gedie langs een groot doel van de aarde door mid del van die wonderbaarlijke uitvinding, die de menschheid, als zooveel andere uitvindingen, als heel gewoon heeft leeren beschouwen: de draadlooze telegrafie. Maar Brand en Ben waren er volkomen onbewust van. De beide gewonden werden in de boot neerge laten en de „Daisy" schoot vooruit, alsof ze blij was uit deze gevaarlijke omgeving weg te komen. De achtergeblevenen zagen hoe Ben de plaats aan het stuur innam en een paar kussens in den rug van zijn passagiers legde. Toen Brand de deur sloot stonden zij in het half duister en na een honderdtal treden opgeklommen te zijn. kwamen zij in het bovenvertrek van den toren, de lampenkamer. Brand's eerste werk was het uurwerk, dat de mistklok in beweging hield, stil te zetten. Daarna kreeg hij zijn verrekijker en volgde de boot. AUes wel aan boord. Ik geloof, dat het zoo toch maar het beste is. Om half drie kunnen ze in Penzance zijn. Hierna keek hij in de richting van Landsend, waaf- een rij vlaggen wapperde. Signaal opgemerkt en doorgezonden, vertaal de hij het voor de beide meisjes. Het was hier boven bitter koud, zoodat Enid spoedig naar binnen ging. waar de beide anderen haar volgden. Terwijl de meisjes de bewegingen van de boot volgden hield Brand zich bezig met den barometer, die in het laatste uur beangstigend gedaald was en hij keek bezorgd naar een nieuwe wolkbank, die. niet veel goeds voorspellend, in de verte naderde. Er bestond groote kans op eer storm uit het Zuid-Westen. En als de wind uit dien hoek komt, vallen er in het Kanaal bijna steeds slacht offers. Maar het zag er aan den anderen kant ook weer niet naar uit, dat het slechte weer lang zou duren. Hoogstens zou het voor de beide meisjes noodig zijn om den nacht op den vuurtoren door te brengen. Brand wist dat de sleepboot, die de» plaatsvervan- vangers voor de beide gewonden moest brengen, alle pogirgen in het werk zou stellen om de rots te bereiken. Als de mannen kwamen, zouden de meisjes kunnen terugkeeren. Deze zouden zich. als ze geen medelijden met de beide gewonden had den gehad, uitbundig hebben vermaakt met het avontuurlijke van het geval. Connie en Enid gingen al spoedig voor de koffie zorgen en toen ze met hun toebereidselen klaar wa ren, riepen ze Brand door middel van een electri- sche bel, die deze in den toren had laten aanleg gen. Ze hadden tot hun groot vermaak in de kamer een heele code gevonden en seinden: „Eten klaar!" De maaltijd moest vlug verloopen, daar Brand niet lang van zijn post kon wegblijven, maar ze genoten alle drie buitengewoon van het romanti sche samenzijn. Toen Stephen weer naar boven ging, riep hij ze van de trap toe, dat de „Daisy" de kust bijna bereikt had en dus veilig was. Even later meldde hy hun nog, dat de boot uit het gezicht verdwenen was. Maan wat hij niet koe vertellen, was, dat Ben alle mogelijke moeite deed om luitenant Stanhope te beduiden, dat hij den koers van het schip, waarmee hij, zoodra hij ge hoond had. dat'de vuurtoren een noodsignaal ge geven had, vertrokken was, wel weer veranderen kon. In Penzance wist men niet, dat Brand door den sneeuwstorm gedwongen was geweest van vuur pijlen gebruik te maken. Men had het bericht zon der meer van Lar-dsend ontvangen. Jack Stanhope had een erg benauwd gezicht ge zet, daar hy uitgerekend had. dat het sein juist ge geven was op het oogenblik, dat de „Daisey" bij den vuurtoren moest aankomen. Zonder aan een andere mogelijkheid dan dat de beide meisjes en den ouden schipper een ongeluk overkomen was te denken, holde hij naar de haven, waar het stoomjacht „Lawping" gemeerd lag. Hij wist eenige matrozen bij elkaar te krijgen, stookte de vuren op en was in minder dan de helft van den tijd, dien ieder ander er voor noodig zou hebben gehad, vertrok ken. Men begrijpt zijn verbazing, toen het eerste vaartuig, dat hij tegenkwam, de .Daisy" was! Toen hij de boot gepraaid had en hoorde wat er ge beurd was, keerde hij oogenblikkelijk terug om de manner, die de plaatsen van de gewonden zouden moeten innemen mee te nemen en zoo tijd te spa ren. In één woord, nu hij wist, dat Enid Trevillion in veiligheid was. stelde hij zich tevreden met het vooruitzicht haar dien avond terug te mogen bren gen. Hij hoefde zich nu niet te haasten. Als hij o<m een uur of drie vertrok konden zij den vuurtoren nog bij daglicht bereiken. Ben Pollard was hier n.iet zoo zeker van, want hij was maar een eenvou dige schipper, die alleen wat ondervinding had. terwijl meneer Stanhope op geleerde scheepvaart- Kundige boeken en instrumenten afging. Toen Connie en Enid het menu voor het diner op gesteld hadden, nadat zfj den koffieboel afgewas- schen en de verblijfplaats van het theeservies ont dekt hadden, kwamen zij tot de conclusie, dat de kamer in den top van den toren toch veel gezelli ger was. dan de kleine ruimte waar zij zich op het oogenblik bevonden. Terwijl ze de steile trap opliepen, waar Bates straks afgevallen was, zei Enid: Ik zou toch niet graag altijd in een vuurtoren wonen, ik vind het hier eng. Nu, spoken zullen hier wel niet zijn, het is alles even modern gebouwd, zei Connie een beetje minachtend, maar zij vond het toch ook allesbe halve behagelijk. Bij de slaapkamer van hun vader bleven ze even staan om naar binnen te kijken. Daar hebben ze my het eerst naar toe ge bracht, zei Enid. Toen was het de kamer van me neer Jones.vader heeft het mij eers verteld. Je bent er sindsdien wel knapper op gewor den, merkte haar pleegzuster complimenteus op. Ja, wat zal ik er vreeselijk uitgezien hebben; ik wou toch wel weten, wie ik eigenlijk ben. Ik geloof, dat ik je wel kan vertellen, wie je binnc» kort zijn zal. Enid kreeg een kleur. Ik geloof ook, dat Jack mij zal vragen, mompelde zij. En wat zal je antwoorden? Enid opende haar mond, maar zonder iets te zeg gen verborg ze haar gezicht tegen den boezem van haar pleegzuster. Connie, zeide ze, ik vind het verschrikkelijk, jou en papa te moeten verlaten. Waarom heeft Jack niet nog een broer, die even aardig is als hy' Constance's hartelijke lach verbrak de spanning. Maak je maar niet ongerust, zei Constance eindelijk; trouw jij maar met Jack en noodig dan alle officieren uit, dan kan ik uitzoeken, misschièn is de admiraal wel weduwnaar Ze bereikten het dienstvertrek boven in den to ren, waar Brand aan een ruwhouten tafeltje zat te schrijver. Waarover lachten jullie zoo? vroeg hij opkij kend. O. Connie gaat met den admiraal trouwen. Welken admiraal? Dien ze kry'gen kan. Ja, maar een ouden neem ik niet. Dan zou ik je aanraden hem te remen, ter wijl hij nog luitenant is, was de raad van haar vader. Enid heeft den luitenant al ingepalmd, zei zij, daar zij deze schoone gelegenheid om haar vader op de hoogte te brengen niet voorbij wilde laten gaan. Brand keek verbaasd op. Drommels, riep hij uit, als mijn gelukwenschen niet te laat komen Enid had weer een hoogroode kleur gekregen en viel haar vader nu om zijn hals met de woorden: Gelooft u haar maar niet, papa. zij is jaloersch. Constancp had een boek gevonden, waarop in keurig handschrift stond: ..Reglement voor den vuur to rend in st". Ze wou op eens zooveel inlichtingen van haar vader hebben, dat deze haar met Enid wegstuurde om te gaan kijken of ze iets van de „Lancelot" het oorlogschip van Stanhope te zien konden krijgen of dat er soms seinen werden gegeven. Maar hoe de meisjes hun oogen ook inspanden, zij zagen niets anJers. dan een paar visschersschepen en een grooten transatlantisehen stoomer, dien mid dag uit L-i den vertrokken. Oogenschijnlyk zag de zee er rustig uit, maar bij nadere beschouwing en toen zij er op letten hoe de golven tegen de rots sloegen, waar zij zich bevon den, werd het him duidelijk, dat de schijn ook hier bedroog. Ze staarden met ingehouden adem naar het wa ter, dat zich terugtrok. De zee was wilder geworden en bet gedonder der golven veel heviger, dan toen zij een uurtje tevoren er met de „Daisy" midden in waren. De zee leek een geketende reus, die aan zijn boeien trok. Af en toe richtte het water zich tientallen nieters hoog op. .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6