AB'S AVONTUREN
De Torenwachter
WOENSDAG 27 NOVEMBER '1940
HAAKTESTS DAG15EA1S
Rooversfamilie voor tic Utrecktsche
rechtbank.
Karrevrachten goederen gestolen.
Men herinnert zich wellicht nog dat eenigen
tijd geleden te Jutphaas een 54-jarige bedrijfs
leider. diens vrouw en diens zoon werden gearres
teerd, omdat zij zich zoozeer aan diefstal van
goederen en levensmiddelen hadden schuldig ge
maakt, dat het bij huiszoeking bij het gezin meer
op een roofhol leek dan op een huis, waar een
normaal familieleven wordt geleid. Overal trof de
politie goederen aan. welke van diefstal afkom
stig waren en aan ontkennen viel dan ook niet te
denken. Met karrevrachten vol werden de gestolen
goederen naar het politiebureau overgebracht en
eerst daar kon men eens gaan inventariseeren.
Het bleek toen. dat de meeste goederen gestolen
waren uit de Galeries Modernes en de Hema. Daar
hadden man, vrouw en zoon voor honderden gul
dens weten te ontvreemden en er was bijna geen
voorwerp of kleedingstuk of de rechrche trof het
onder den voorraad aan. Zoonlief bekende boven
dien nog zich schuldig gemaakt te hebben aan
diefstal van niet minder dan acht rijwielen. Dins
dag stond het gezin terecht voor de meervoudige
strafkamer van de Utrechtsche rechtbank. Man
en vrouw werden gelijk gehoord.
Op een vraag van den president of de man. de
54-jarige bedrijfsleider uit Jutfaas, inderdaad al
deze goederen had weggenomen, bekende ver
dachte onder een stortvloed van tranen en ook
zijn 48-jarige vrouw kon moeilijk anders dan het
haar ten laste gelegde bekennen.
Over beide verdachten is een rapport uitge
bracht. waaruit blijkt, dat de man uit een groot,
net gezin komt. waar men hem echter al vroeg
aan zijn lot overliet. Nadat hij dan ook getrouwd
was. nam al spoedig zijn vrouw de leiding van het
gezin op zich. Aanvankelijk ging alles goed en het
gezin kende jaren van voorspoed en geluk, doch
na den oorlog sloeg het geheele gezin uit zijn
evenwicht. Man en vrouw, die een blanco straf
register hebben, gingen stelen. Eerst kleine voor
werpen. later werd men steeds brutaler, totdat
deze onervaren lieden tenslotte tegen de lamp
liepen.
De officier van justitie mr. Camphuis. merkte
ln zijn requisitoir op, dat deze menschen zoo
enorm hebben gestolen, dat er aanvankelijk bijna
geen overzicht te verkrijgen was. Er mogen dan
eenige verzachtende omstandigheden zijn, ten
slotte is hetgeen verdachten hebben misdaan, een
ernstig geval, waartegen streng moet worden op
getreden Hij eischte tegen den man een onvoor
waardelijke gevangenisstraf voor den tijd van tien
maanden, tegen de vrouw, die thuis nog twee
jonge kinderen moet verzorgen, zes maanden
voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
De verdediger verzocht de rechtbank met klem
om clementie.
Nadat man en vrouw waren weggevoerd alleen
de man is gedetineerd), komt de zoon in de ver-
dac.htenbank. Ook over hem is een rapport uit
gebracht waaruit is komen vast te staan, dat deze
verdachte tot voor enkele maanden een onbespro
ken levenswandel heeft gehad.
Verdachte erkende zich in enkele maanden tijds
te hebben schuldig gemaakt aan diefstal van
acht rijwielen. Verder wordt hem nog ten laste
gelegd diefstal van doozen schoenen, een acte-
tasch en een koffertje. En tenslotte is uitgekomen,
dat verdachte, die 23 jaar oud is en kapper van
beroep, op een keer 75 gulden heeft opgenomen
ten name van zijn vader, zonder dat deze wist.
dat er geld werd geleend.
President: waar had u die 75 gulden voor noo
dig?
Verdachte: ik wilde een verlovingsring koopen
en had daarvoor geen geld.
De officier van justitie eischte een gevangenis
straf voor den tijd van een jaar met aftrek van
de preventieve hechtenis.
VERZENDT GAARNE UW
ST. NICOLAASPAKKETTEN
MAAR VERZOEKT U:
DADELIJK TE BEGINNEN
STEVIG TE VERPAKKEN
VOLLEDIG TE ADRESSEEREN
NOG DEZE WEEK TE POSTEN
(Adv. Ingez. Med.)
mwr
jlM CEIICtlTfA'
PURMERENDER MARKTBERICHT.
(Dindag).
PURMEREND, 26 November 1940.
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 13 partijen.
^c]g_ende 26000 K.G. Handel vlug. Hoogste prijs
Aanvoer artikelen:
Kaasmarkt.
953 K.G. Handel matig. Kleine Boeren f 33
per 50 kilo.
Boter 305 Kilo f 2.04—f 2.10 per kilo.
Runderen, totaal 284 stuks.
Vette koeien 60 st. voor de levering. Gelde
koeien 131 st. f 200—f 275 per stuk matig:
Melkkoeien 85 st., f 280—f 290 per stuk, matig.
Stieren 8 st. voor de levering. Paarden 10 st. f 275
f 400 per stuk. stug. Vette kalveren 52 st. voor de
levering; Nuchtere kalveren voor de slacht 160 st.
voor de levering. Nuchtere kalveren voor de fok
kerij f 18f 24 per stuk. matig. Magere varkens
84 st. f 25f 29 per stuk, matig. Biggen 116 st.
f 10—f 19 per stuk, goed. Schdpen 284 st. f 25—
f 40 per stuk, matig. Bokken 77 st. f 8—f 40 per
stuk, goed.
Kipeieren f 1.07 per 100 st. Noord-Hollandsche
Blauwen (kuikens) 3800 s.t. f 1—f 1.20 per kilo.
Oude kippen en hanen (wit en rood) f 1f 1 20
per kilo. Eenden 1600 st. f 0.80—f 1 per stuk.
Duiven 40 ct. per paar. Ganzen 162 st. f 10f 12
per stuk.
De distributie van vaste brand
stoffen.
Het is gebleken, dat in enkele gevallen op
het aanvraagformulier voor vaste brandstoffen
de aanvragers slechts diè vertrekken hebben ver
meld, welke inderdaad verwarmd kunnen worden,
of die, welke zij in vorige jaren hebben verwarmd.
Het was echter de bedoeling, dat voor de vast
stelling van het aantal uit te reiken brandstoffen-
bonnen het totaal aantal vertrekken werd op
gegeven.
Ten gevolge van dit misverstand zijn sommige
brandstofverbruikers in de groepen van 1 tot en
met 4 vertrekken (voor haarden en kachels of in
de groep 1 tot en met 6 vertrekken ivoor cen
trale verwarming) gerangschikt, terwijl zij in de
betreffende hoogere groep thuis behooren.
Aan hen wordt nog tot uiterlijk 7 December a.s.
de gelegenheid gegeven een nieuw z.g. A-formulier
bij den plaatselijken distributiedienst aan te vra
gen en na invulling bij dezen dienst in te leveren.
Natuurlijk zullen de distributiediensten slechts
overgaan tot uitreiking van het aanvullend aantal
brandstoffenbonnen, nadat zij van de juistheid
van de opgave overtuigd zijn.
De oorlogsinvaliden worden
geholpen.
De A. V. O. brengt hen weer in het sociale leven.
Gelijk men eenigen tijd geleden heeft Kunnen
lezen, is de zorg voor het medisch en sociaal herstel
der oorlogsin va lieden (gewonden, verminkten en
zieken) tot een onderwerp gemaakt van staatszorg.
Op instigatie van den Rijks-Commissaris is een
groot bedrag op de begrooting van Sociale Zaken
gebracht, waaruit alle kosten van dit herstelwerk
Jiunnen worden bestreden, terwijl daarnaast het
Afwikkelingsbureau van het departement van de
fensie zorgt voor de pensioenvoorzieningen der mili
taire oorlogsinvaliden en voor andere eventueele
noodzakelijke hulp Hun medisch herstel wordt ver
zorgd door den militairen geneeskundigen dienst.
Na het medisch herstel en als regel zelfs reeds te
voren wordt de vereeniging A.V.O. ingeschakeld
om te zorgen voor het sociale herstel, het terug
brengen der oorlogsslachtoffers in de maatschappij.
De vereeniging heeft daarvoor een apart bureau
ingericht, het arbeidsbureau voor oorlogsinvaliden
(AVO) en zal 'n aantal amployés aanstellen om over
het geheele land de belangen onzer oud-strijders te
kunnen behartigen en wel in den meest ruimen zin
des woords, omdat de rijksoverheid in beginsel
tot elke practische hulp bereid is.
Men is van deskundige zijde de meening toege
daan, dat het in weerwil van de ongunst der tijden
geen onoverkomelijke moeilijkheden zal kosten
de invaliden weer in de maatschappij onder de
brengen. In de eerste plaats is het aantal ver
minkten, voor wie aanpassing en omscholing noodig
zijn, gering. Het overgroote deel der gewonden en
getroffenen is er met een gering blijvend letsel af
gekomen en kon met een weinig goeden wil van
beide zijden wel in het eigen of een verwant be
roep tewerk worden gesteld.
Voorts is in de afgeloopen. weken gebleken, dat
de bedrijfswereld zich bewust is van de in dezen
op haar rustende taak tot groote medewerking. De
ondubbelzinnige blijken zijn daarvan ontvangen van
individueele werkgevers, maar ook de werkgevers
organisaties stellen zich achter deze zaak. Vermeld
moge nog worden dat de overheidsdiensten- en be
drijven hun aandeel in de tewerkstelling van oor
logsinvaliden te dragen zullen krijgen.
Het arbeidsbureau voor oorlogsinvaliden, dat
reeds een aantal voormalige oorlogsgewonden heeft
geplaatst of herplaatst, zal gaarne verdere aanvra
gen van werkgevers om oorlogsinvaliden of voor
malige oorlogsgewonden in dienst te nemen ont
vangen. Anderzijds kunnen zij, die reeds uit de hos
pitalen, ziekenhuizen en herstellingsoorden ontsla
gen zijn en nog niet geslaagd zijn in het vinden
werk, zich bij dit bureau aanmelden. Het ar
beidsbureau voor oorlogsinvaliden is gevestigd Ni-
colaas Maesstraat 52, Amsterdam Zd., telefoon
23833.
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
Voor het komende Kerstfeest. In Den Haag is men begonnen met het kappen van
denneboomen achter de Boschjes van Poot. De toekomstige Kerstboomen worden
naar de plaats van verzending gebracht.
(Foto Schimmelpenning!!.)
Haagsch arts voor Duitsch land-
gerecht.
Wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.
Het Duitsche Landgerecht te 's-Gravenhage
heeft Dinsdag de behandeling voortgezet van de
zaak tegen een Haagschen arts. die door een pa
tiënte was aangeklaagd op grond, dat hij voor
Duitschland beleedigende uitdrukkingen zou heb
ben gebezigd.
De beklaagde ontkende en beriep zich voorts op
het feit, dat zijn patiënte morphiniste is en dat
haar beweringen gefantaseerd waren.
Als getuige werd Dinsdag gehoord een dokter
die de patiënte heeft onderzocht en daarbij tot
de conclusie is gekomen, dat de aanklaagster in
derdaad lijdt aan chronisch morphinisme en dat
met het oog daarop haar verklaringen met de
grootste voorzichtigheid moeten worden bezien.
In zijn requisitoir wees Staatsanwalt dr. Koblitz
er op, dat hij de overtuiging heeft, dat beklaagde
zeer zeker uitlatingen heeft gebezigd, welke tegen
het Duitsche rijk zijn gericht, doch aangezien het
bewijs daartoe niet uit de verklaring van de aan
klaagster kan worden geput, zal hij geen straf
oplegging vragen.
VOOR DE KINDEREN
Toen eindelijk de ochtend aanbrak,
zat Speurneus nog in zijn hut en dacht
diep na. Hij dacht na over de list van
Siki, die zoodoende van boord had wil
len komen en over Simpa. die zweeg op
alle vragen en nooit Ab en ook nooit
Dib had gezienPlotseling vernam hij
een luid hoera-geroep op het dek.
Sperneus snelde zijn hut uit en zag ka
pitein Flink met beide armen staan
zwaaien en wees naar de zee. Daar, op
eenigen afstand van hun schip, kwamen
twee motorbooten aan. Ja, hij zag het
duidelijk: in de eene zat Ab en in de
andere was Dib.
De motorbooten schoten met groote
snelheid over het water. Beide booten
waren bezet met de matrozen van de
D. III. Ab, die in een der booten zat,
kon haast niet stil zitten van de pret.
Telkens sprong hij op en zwaaide met
zijn zakdoek naar de bemanning van het
politlevaartuig. Hun redding was dan
ook maar op het nippertje af geweest.
Want toen hun sloep, waarin Ab en Dib
en de twee piraten waren gezeten, naar
de kust roeide, was in den donkeren
nacht plotseling de politiesloep langszij
gekomen. Doch de twee piraten waren
in zee gesprongen en waarschijnlijk
naar de kust gezwommen.
Het was feest op de D. ni. De kok had
een extra lekker potje gekookt en kapi
tein Flink had de bemanning toege
sproken voor hun moedig gedrag in den
afgeloopen nacht. Doch allen waren niet
in een feeststemming. Het schip voer in
de richting van de kust en wilde in de
eerste de beste haven de honderd en
vijftig piraten aan de landpolitie over
leveren. Dit gebeurde nog dienzelfden
middag, toen kapitein Flink in den ha
ven van een groote stad gemeerd lag.
In een lange rij stonden de piraten ge
boeid achter elkaar op het dek. Ab
stond erbij te kijken met zijn vriend
Dib. Plotseling gaf hij een schreeuw,
want daar liep ln de lange rij van pira
ten niemand minder dan Klikko. En ter
wijl hij de trap afging, keek hij nog
éénmaal heel kwaad naar Ab.
De dagen gingen nu op het politle
vaartuig voorbij, zonder dat er iets bij
zonders gebeurde. Ab had ln lang niet
zoo'n rustigem tijd gehad. Het eenige wat
er gebeurde was, dat de marconist ziek
was geworden en dat Dib aan kapitein
Flink gevraagd had of hij voor een
tijdje de werkzaamheden van den mar
conist zou mogen waarnemenOp een
dag stond Ab belangstellend bulten de
radiahut door de ruiten te kijken naar
Dib, die daar zat met de koptelefoon om
zijn hoofd. Toen Ineens zag hij dat Dib
zijn rechterwijsvinger omhoog stak en
met open mond zat te luisteren.
De rechter dr. Trier was het met deze opvattin
eens, omdat de verklaringen van iemand, die reed
sinds eenige jaren aan morphine is verslaafd, i:
het algemeen ongeloofwaardig moeten worden ge
acht.
Het gerecht kan derhalve, hoewel het ook zij
nerzijds overtuigd is, dat beklaagde wel Duitsch
vijandige uitlatingen heeft gebezigd, niet vast
stellen, in welke mate de verklaringen van d
aanklaagster al of niet juist zijn. Het gerech
heeft daarop den arts vrijgesproken, aan welk
uitspraak dr. Trier in zijn motiveering toevoegde
dat dit niet geschiedde, omdat beklaagde oil
schuldig zou zijn, doch omdat het bewijs niet vol
ledig geleverd kan worden.
Dr. Trier gaf ten slotte den arts de vermaninj
mede. dat dit geval voor hem een waarschuwini
moge zijn voor de toekomst. (A.N.P.)
FAILLISSEMENTEN.
Door de Haarlemsche Rechtbank is op 23 No
vember uitgesproken het faillissement van J,
A. Putman Sr., reiziger, wonende te Aerdenhout,
gemeente Bloemendaal. Veldlaan no. 57.
Curator is Mr. H. O. Drilsma te Haarlem.
Rechter-commissaris: mr. E. J. W. Top te Haar
lem.
Door het verbindend worden der eenige uit-
deelingslijst zijn geëindigd de navolgende faillis
sementen:
J. W. Raatgever, pensionhouder, wonende tl
Haarlem; Curator Mr. A. W. Hellema ta
IJmuiden.
C. J. W. van der Schoot, wonende te Hillegom.
Curator mr. J. G. Bettink.
Regelen voor de internationale
binnenvaart.
Aansluiting bij bepaalde centrale vereischt.
Het Verordenirgenblad van Dinsdag bevat een
besluit van den secretaris-generaal van het depar
tement van Waterstaat betreffende de internatio
nale binnenvaart.
Hierin wordt bepaald, dat het vervoeren van per
sonen of goederen en het verrichten van sleepdien
sten met een in Nederland thuisbehoorend schip,
respectievelijk het tegen betaling opslaan van goe
deren in zoodanig schip op de binnenwateren in
Europa buiten de grenzen van Nederland, slechts
dar geoorloofd is, indien de eigenaar van het schip
is aangesloten bij de stichting Nederlandsche Par
ticuliere Rijnvaartcentrale of de Vereeniging Cen
traal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart en de
verrichtingen geschieden in overeenstemming met
de door den secretaris-generaal van het departe
ment van Waterstaat of door genoemde organisa
ties, dan wel door beide gezamenlijk gegeven voor
schriften en richtlijnen.
De eigeraars der bovengenoemde schepen ziin
er voor verantwoordelijk, dat de transporten, wel
ke hun schepen door de genoemde organisaties wor
den toegewezen, ten uitvoer worden gebracht.
Bovenstaande bepalingen zijn riet van toepassing
op Nederlandsche kustvaartuigen, welke de vaart
uitoefenen op de binnenwateren in Europa buiten
de grenzer van Nederland en uitsluitend beladen
zijn met rechtstreeks van overzee aangevoerde of
rechtstreeks naar overzee bestemde moederen.
Ter behartiging van aangelegenheden, de inter
nationale binner vaart betreffende, wordt een com
missie ingesteld.
Dit besluit treedt in werking met ingang van
den zevenden dag na dier ziVer afkondiging.
EEN VERHAAL VAN DE ZEE.
bewerkt door
ADRIAAN J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
6)
Het geval van Jackson, die zich gebrand had,
kostte niet veel hoofdbrekers; op den vuurtoren
bevond zich een zelfde model verbandkist als aan
boord van alle zeeschepen. De kist bevatte alles
wat voor dit geval noodig was en het zou niet zoo
heel veel moeite kosten om den patiënt in de boot
te brengen.
Maar met Bates was het anders. Hij was zoo
ongeveer blijven liggen, waar hij neergevallen was.
Brand had hem alleen een kussen onder het hoofd
geschoven om hem een beetje gemakkelijker hou
ding te geven. Daarna was hij naar buiten gegaan
om de signalen te geven.
Hij stond nu voor een lastige vraag: moest hij
Bates laten vervoeren of zou hij de komst van den
dokter afwachten?
Hij besloot Ben nog eens om raad te vragen.
Denk je, dat het harder gaat waaien^als het
getij verloopt? vroeg hij den schipper.
Je kunt op het oogenblik van alles verwach
ten, meneer.
Geloof je ook niet, dat er alle kans bestaat,
dat de cokter niet op den toren zal kunnen komen?
Het zal wel harder gaan waaien en we hebben
ka-ns, dat er nog meer sneeuw komt.
Dan heb ik hulp noodig: het is dan maar het
beste, dat de meisjes hier blijven, jij kan de boot
zeker wel alleen terugbrengen.
Ben glimlachte geruststellend.
Met dezen wind kan je de boot haast aan zich
zelf overlaten, zei hij.
Op dat oogenblik vloog het bericht van een tra
gedie langs een groot doel van de aarde door mid
del van die wonderbaarlijke uitvinding, die de
menschheid, als zooveel andere uitvindingen, als
heel gewoon heeft leeren beschouwen: de
draadlooze telegrafie. Maar Brand en Ben waren
er volkomen onbewust van.
De beide gewonden werden in de boot neerge
laten en de „Daisy" schoot vooruit, alsof ze blij
was uit deze gevaarlijke omgeving weg te komen.
De achtergeblevenen zagen hoe Ben de plaats aan
het stuur innam en een paar kussens in den rug
van zijn passagiers legde.
Toen Brand de deur sloot stonden zij in het half
duister en na een honderdtal treden opgeklommen
te zijn. kwamen zij in het bovenvertrek van den
toren, de lampenkamer.
Brand's eerste werk was het uurwerk, dat de
mistklok in beweging hield, stil te zetten. Daarna
kreeg hij zijn verrekijker en volgde de boot.
AUes wel aan boord. Ik geloof, dat het zoo
toch maar het beste is. Om half drie kunnen ze
in Penzance zijn.
Hierna keek hij in de richting van Landsend,
waaf- een rij vlaggen wapperde.
Signaal opgemerkt en doorgezonden, vertaal
de hij het voor de beide meisjes.
Het was hier boven bitter koud, zoodat Enid
spoedig naar binnen ging. waar de beide anderen
haar volgden. Terwijl de meisjes de bewegingen
van de boot volgden hield Brand zich bezig met
den barometer, die in het laatste uur beangstigend
gedaald was en hij keek bezorgd naar een nieuwe
wolkbank, die. niet veel goeds voorspellend, in de
verte naderde. Er bestond groote kans op eer storm
uit het Zuid-Westen. En als de wind uit dien hoek
komt, vallen er in het Kanaal bijna steeds slacht
offers.
Maar het zag er aan den anderen kant ook weer
niet naar uit, dat het slechte weer lang zou duren.
Hoogstens zou het voor de beide meisjes noodig zijn
om den nacht op den vuurtoren door te brengen.
Brand wist dat de sleepboot, die de» plaatsvervan-
vangers voor de beide gewonden moest brengen,
alle pogirgen in het werk zou stellen om de rots
te bereiken. Als de mannen kwamen, zouden de
meisjes kunnen terugkeeren. Deze zouden zich. als
ze geen medelijden met de beide gewonden had
den gehad, uitbundig hebben vermaakt met het
avontuurlijke van het geval.
Connie en Enid gingen al spoedig voor de koffie
zorgen en toen ze met hun toebereidselen klaar wa
ren, riepen ze Brand door middel van een electri-
sche bel, die deze in den toren had laten aanleg
gen. Ze hadden tot hun groot vermaak in de kamer
een heele code gevonden en seinden: „Eten klaar!"
De maaltijd moest vlug verloopen, daar Brand
niet lang van zijn post kon wegblijven, maar ze
genoten alle drie buitengewoon van het romanti
sche samenzijn. Toen Stephen weer naar boven
ging, riep hij ze van de trap toe, dat de „Daisy" de
kust bijna bereikt had en dus veilig was.
Even later meldde hy hun nog, dat de boot uit
het gezicht verdwenen was. Maan wat hij niet koe
vertellen, was, dat Ben alle mogelijke moeite deed
om luitenant Stanhope te beduiden, dat hij den
koers van het schip, waarmee hij, zoodra hij ge
hoond had. dat'de vuurtoren een noodsignaal ge
geven had, vertrokken was, wel weer veranderen
kon.
In Penzance wist men niet, dat Brand door den
sneeuwstorm gedwongen was geweest van vuur
pijlen gebruik te maken. Men had het bericht zon
der meer van Lar-dsend ontvangen.
Jack Stanhope had een erg benauwd gezicht ge
zet, daar hy uitgerekend had. dat het sein juist ge
geven was op het oogenblik, dat de „Daisey" bij den
vuurtoren moest aankomen. Zonder aan een andere
mogelijkheid dan dat de beide meisjes en den ouden
schipper een ongeluk overkomen was te denken,
holde hij naar de haven, waar het stoomjacht
„Lawping" gemeerd lag. Hij wist eenige matrozen
bij elkaar te krijgen, stookte de vuren op en was
in minder dan de helft van den tijd, dien ieder
ander er voor noodig zou hebben gehad, vertrok
ken.
Men begrijpt zijn verbazing, toen het eerste
vaartuig, dat hij tegenkwam, de .Daisy" was! Toen
hij de boot gepraaid had en hoorde wat er ge
beurd was, keerde hij oogenblikkelijk terug om de
manner, die de plaatsen van de gewonden zouden
moeten innemen mee te nemen en zoo tijd te spa
ren.
In één woord, nu hij wist, dat Enid Trevillion in
veiligheid was. stelde hij zich tevreden met het
vooruitzicht haar dien avond terug te mogen bren
gen. Hij hoefde zich nu niet te haasten. Als hij o<m
een uur of drie vertrok konden zij den vuurtoren
nog bij daglicht bereiken. Ben Pollard was hier
n.iet zoo zeker van, want hij was maar een eenvou
dige schipper, die alleen wat ondervinding had.
terwijl meneer Stanhope op geleerde scheepvaart-
Kundige boeken en instrumenten afging.
Toen Connie en Enid het menu voor het diner op
gesteld hadden, nadat zfj den koffieboel afgewas-
schen en de verblijfplaats van het theeservies ont
dekt hadden, kwamen zij tot de conclusie, dat de
kamer in den top van den toren toch veel gezelli
ger was. dan de kleine ruimte waar zij zich op het
oogenblik bevonden.
Terwijl ze de steile trap opliepen, waar Bates
straks afgevallen was, zei Enid:
Ik zou toch niet graag altijd in een vuurtoren
wonen, ik vind het hier eng.
Nu, spoken zullen hier wel niet zijn, het is
alles even modern gebouwd, zei Connie een beetje
minachtend, maar zij vond het toch ook allesbe
halve behagelijk.
Bij de slaapkamer van hun vader bleven ze even
staan om naar binnen te kijken.
Daar hebben ze my het eerst naar toe ge
bracht, zei Enid. Toen was het de kamer van me
neer Jones.vader heeft het mij eers verteld.
Je bent er sindsdien wel knapper op gewor
den, merkte haar pleegzuster complimenteus op.
Ja, wat zal ik er vreeselijk uitgezien hebben;
ik wou toch wel weten, wie ik eigenlijk ben.
Ik geloof, dat ik je wel kan vertellen, wie je
binnc» kort zijn zal.
Enid kreeg een kleur. Ik geloof ook, dat Jack
mij zal vragen, mompelde zij.
En wat zal je antwoorden?
Enid opende haar mond, maar zonder iets te zeg
gen verborg ze haar gezicht tegen den boezem van
haar pleegzuster.
Connie, zeide ze, ik vind het verschrikkelijk,
jou en papa te moeten verlaten. Waarom heeft
Jack niet nog een broer, die even aardig is als hy'
Constance's hartelijke lach verbrak de spanning.
Maak je maar niet ongerust, zei Constance
eindelijk; trouw jij maar met Jack en noodig dan
alle officieren uit, dan kan ik uitzoeken, misschièn
is de admiraal wel weduwnaar
Ze bereikten het dienstvertrek boven in den to
ren, waar Brand aan een ruwhouten tafeltje zat te
schrijver.
Waarover lachten jullie zoo? vroeg hij opkij
kend.
O. Connie gaat met den admiraal trouwen.
Welken admiraal?
Dien ze kry'gen kan.
Ja, maar een ouden neem ik niet.
Dan zou ik je aanraden hem te remen, ter
wijl hij nog luitenant is, was de raad van haar
vader.
Enid heeft den luitenant al ingepalmd, zei zij,
daar zij deze schoone gelegenheid om haar vader
op de hoogte te brengen niet voorbij wilde laten
gaan.
Brand keek verbaasd op.
Drommels, riep hij uit, als mijn gelukwenschen
niet te laat komen
Enid had weer een hoogroode kleur gekregen en
viel haar vader nu om zijn hals met de woorden:
Gelooft u haar maar niet, papa. zij is jaloersch.
Constancp had een boek gevonden, waarop in
keurig handschrift stond: ..Reglement voor den
vuur to rend in st".
Ze wou op eens zooveel inlichtingen van haar
vader hebben, dat deze haar met Enid wegstuurde
om te gaan kijken of ze iets van de „Lancelot"
het oorlogschip van Stanhope te zien konden
krijgen of dat er soms seinen werden gegeven.
Maar hoe de meisjes hun oogen ook inspanden, zij
zagen niets anJers. dan een paar visschersschepen
en een grooten transatlantisehen stoomer, dien mid
dag uit L-i den vertrokken.
Oogenschijnlyk zag de zee er rustig uit, maar bij
nadere beschouwing en toen zij er op letten hoe de
golven tegen de rots sloegen, waar zij zich bevon
den, werd het him duidelijk, dat de schijn ook hier
bedroog.
Ze staarden met ingehouden adem naar het wa
ter, dat zich terugtrok. De zee was wilder geworden
en bet gedonder der golven veel heviger, dan toen
zij een uurtje tevoren er met de „Daisy" midden
in waren. De zee leek een geketende reus, die aan
zijn boeien trok. Af en toe richtte het water zich
tientallen nieters hoog op.
.(Wordt vervolgd).