ra P Nieuwe Uitqaven. AB'S AVONTUREN De Torenwachter DONDERDAG 2S NOVEMBER 1940 h a a r t: e m's D a 'g b e a' D' PROVINCIALE STATEN. Behandeling der begrooting. De beraadslagingen over de begrooting der pro vincie Noord-Holland en die «der ziekenhuizen en bedrijven werden Woensdag voortgezet. VOORSTELLEN-HOOGLAND c.s. VERWORPEN. Het voorstel van de heeren Hoogland c.s., aan het Instituut voor Volkshuisvesting en Stedenbouw een jaarlijksche bijdrage van f 1000 te verleenen, werd verworpen met 31 tegen 28 stemmen. Het voorstel van dezelfde leden, ce jaarlijksche bijdrage aan het Museum van den Arbeid te Am sterdam te verhoogen van f 450 tot f 900, werd eveneens verworpen met 35 tegen 24 stemmen. De begrootingen der ziekenhuizen en van het Weger fonds werden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. REPLIEKEN. Bij de replieken stelde de heer Van Dok (Soc. Werkgem.) eenige vragen over de tumderscredie- ten, namelijk of Ged. Staten willen onderzoeken, in hoever kwijtschelding ran onder garantie der pro- vircie verleende akkerbouwers, en tuinderscredie- ten kan leiden tot verhoogde productiecapaciteit der betrokken bedrijven. Indien dit mogelijk blijkt te zijn, een voorstel tot schulddelging aan de Staten te doen toekomen en te bevorderen, dat ten aan zien van de Rijkscredieten voor akkerbouwers de zelfde maatregelen zullen worden genomen als waartoe eventileel de Staten van Noord-Holland zouder. besluiten. De heer Mich els (Ged. Staten) antwoordde, dat dit tot het werk van het instituut der Vaste Lastencommissie behoort. Daar worden de Rijkscre dieten bekeken. Spreker achtte het ook onbillijk ten behoeve van hen, die betaald hebben. Daarom acht te hij het voorstel niet noodig. DE BEDRIJVEN. De heer Honig (Chr.-Hist.) merkte op, dat er tegenwoordig eenige bezorgdheid heerscht over de watervoorziening in Noord-Holland wat de toe komst betreft. Men bestudeert, hoe de watervoor raad voldoende kan worden gemaakt voor het toe komstige verbruik, mede in verband met den te verwachten bevolkingsaanwas. Onze huidige voor raad is beperkt, zei spreker. Daarom wordt uitge zien naar middelen om tot vergrooting van den wa tervoorraad te komen. Vandaar de proefnemingen, die met het water van het IJselmeer wbrden ge nomen. Het kwam aan den heer Honig gewenscht voor, niet alleen te zoeken naar vermeerdering van den watervoorraad, maar ook te overwegen of de mogelijkheid bestaat, het verbruik per hoofd te ver minderen, zonder aan de hygiëne tekort te doen. Spreker vroeg of nu niet de tijd gekomen is, om watermeters aan te schaffen, teneinde waterver- spilling tegen te gaan. De vrees, dat daardoor de hygiëne in het gedrang zou komen, behoeft niet te bestaan, want daarvan levert de gemeente Haarlem het bewijs. De inwoners van die gemeente zijn er immers, wat de hygiëne betreft, niet slechter aan toe, dan van Amsterdam, waar geen watermeters zijn. Misschien is hier het instellen van een vast rechttarief met een voor de hygiëne voldoende hoe veelheid waterverbruik een oplossing. Het geen meer verbruikt zal worden, zal moeten worden bij betaald. Spreker vroeg, of Ged. Staten deze denk beelden in overweging willen nemen. De heer Keulemans (A.-R.) was Van oor deel, dat de Nederlandsche taal in het verslag der bedrijven wordt mishandeld. Konijnen kunnen toch geen bakens verzetten. De heer De Vos van Steen wij k (lib.) merkte op, dat, wat het waterverbruik betreft, geen vergelijking tusschen verschillende gemeenten ge maakt kan worden, omdat immers het verbruik niet overal eender is. In gemeenten, waarin groote industrieën gevestigd zijn, is het verbruik grooter dan in gemeenten waar die niet zijn. Volgens spre ker behoeft geen probleem van de watervoorzie ning te bestaan, als men het voorbeeld van Haar lem volgt. De heer Kuyper (R.-K.) uitte bezwaren te gen het door het P. E. N. ten geschenke geven van electrische strijkijzers, omdat daardoor de belan gen van de installateurs geschaad worden. De heer Korf f (lib.) sprak in denzelfden geest. Mr. Bruch (A.-R.) (Ged. Staten) zei. dat ten opzichte van de hygiëne belangrijke studies wor den gemaakt. Haarlem heeft het verbruik door de watermeters geremd, ook door den hoogen prijs van 36 cent per kub. M. Het water van het P. W. N. kost slechts 13 cent. Het aanbrengen van meters door de provincie stuit op te groote bezwaren ook wegens de groote inningskosten en de dun be volkte gebieden. Ged. Staten wijden hun aandacht aan de waterverspilling. Wat het mishandelen der Nederlandsche taal in het verslag betreft merkte spreker op, dat er weliswaar soms rare dingen in staan, maar Ged. Staten zijn daar niet verant woordelijk voor. Zij kunnen alleen de klachten overbrengen. Prof. Mr. Romme acht het ook in strijd met elke goede bedrijfsvoering om voor groote gezinnen een ander tarief vast te stellen. Van Ged. Staten is te dien aanzien geen voorstel te verwachten. Ook kon spreker er geen bezwaar in zien. aan jonggehuwden een strijkijzer ten ge schenke te geven. De begrooting der bedrijven en die van de pro vincie werden zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. De provinciale begrooting sluit met een bedrag van 54.937.900; er is een post onvoorziene uitgaven van 527.865.10. Het aantal opcenten bleef op 18 gehandhaafd. GELDLEENINGEN. De volgende leeningen werden aangegaan: 56.000 wegens bijdrage voor den bouw van een nieuwe sluis te IJmulden met bijkomende werken en verbeteringen van het Noordzeekanaal; 3.210.000 wegens kosten van uitbreidingswerken ten behoeve van het Provinciaal Electricileitsbe- ririjf; 203.000 wegens kosten van uitbreidingswer ken ten behoeve van het Provinciaal Waterbedrijf; 6000 voor buitengewone werken aan het Provin ciaal Ziekenhuis te Bakkum, en 15.000 voor on voorziene werken van buitengewonen aard aan de Provinciale Ziekenhuizen. De zitting werd verdaagd tot Dinsdag 3 Decem ber, des morgens half twaalf. EXAMENS. ACADEMISCHE OPLEIDING. Universiteit van Amsterdam. Doctoraal wijsbe geerte (cum laude), de heer J. H. A. Hollak. Candi- daats wis- en natuurkunde, de heeren F. de Wilde, H. J. Vos, A. J. Theelen en E. Overbosch. Bevor derd tot arts de heeren T. T. Qua (Tegal) en W. Kox (Zaandam), Artsexamen le ged. de heeren R. C. Posthuma (Alkmaar), A. W. G. R. Daumiller (Keulen Delbrück), A. Th. T. van Thiel (Beek en Donk) en G. Bosman (Alkmaar)! VERZENDT GAARNE UW ST. NICOLAASPAKKETTEN MAAR VERZOEKT UI DADELIJK TE BEGINNEN STEVIG TE VERPAKKEN VOLLEDIG TE ADRESSEEREN NOG DEZE WEEK TE POSTEN (Adv. Tngez. Med.) MEISJESBOEKEN. Voor den leeftijd van 1014 jaar verschenen van de bekende schrijfster J. H. BrinkgreveEntrop bij de Gebr. Kluitman te Alkmaar „De club in de kampeertrein" en „Ineke eigenwijs", beide voor dien leeftijd aardige boeken, zonder schokkende gebeurtenissen, boeken die „echt gebeurd" zouden kunnen zijn. Romantischer en ongewoner is het ver taalde boek van den Zwitser Niklaus Bolt. „Daisy's Bergvacantie". Het geeft de Zwitsersche sfeer goed weer, en is een boek waar veel meisjes van zullen genieten. Voor oudere meisjes verscheen bij denzelfden uitgever van mevrouw Nachen Roegholt in de serie Meisjes-romans: Julie wil niet achterblijven cn Toos houdt moed. Vooral het laatste is een bij zonder aardig boek, en we leven mee met het jonge meisje dat zooveel voor anderen over heeft, en verheugen ons als er een verandering ten goede komt in haar verhouding met Michiel, den vriend van haar broer. De Julie in het andere boek heeft het als leerling-apothekers-assistente niet zoo heel gemakkelijk bij haar veeleischenden en hu- meurigen oom, en als haar ouders verhuizen en zij zelf bij Oom en Tante gaat wonen komen er soms moeilijke oogenblikken. Ook hier eindigt het boek met een verloving, ook al weer na eenige strubbelingen en misverstanden. Eveneens in deze serie verscheen van Nanny Franken: Met vallen en opstaan, waarin we dezelfde personen terugvinden die we al kenden uit „Tehuis voor meisjes". De hoofdpersoon, Lonnie, heeft ver schillende vrienden, de ijverig werkende Wim en de vroolijke Paul van de Sande. Ze mag hen beide graag, maar vindt tenslotte het ware geluk bij Paul's neef, en zijn kleine dochtertje. A. WasOsinga schreef: „Als het stormt in dc lente", een in in Drente spelend verhaal van een moederloos gezin, waarin de verschillende karakters van de meisjes buitengewoon goed geteekend zijn. Wanneer de vader weer hertrouwt met de aardige Tante Jos kan Han haar hartewensch, te mogen studeeren, vervuld zien. Later, als er veel zorgen komen in het gezin, ziet ze in dat er nog andere wijzen zijn waarop ze een taak kan vervullen in haar leven. Bij Kluitman verschen in de serie: „De nieuwe Leeskring" bestemd voor 14- tot 17-jarigen, van A. P. Schelling: ,,'n Zomervacantie in Oosterzeel". Door bijzondere omstandigheden brengt een troepje jongelui, broers, zusters en een neef zonder ouders hun vacantie door in een gezellig buitenhotel, waar bij ze dan ook nog de zorg hebben voor de zesjarige eigenwijze maar vermakelijke Madelon. Het wordt een heerlijke vacantie, ze beleven zelfs avonturen en het loopt allemaal weer af met een verloving. Al deze boeken werden geïllustreerd door Hans Borrebach, een beetje vlak. Men krijgt den indruk of deze illustrator het wel beter zou kunnen. „Marianne's verlangen" is de titel van een boek door Rona Lentinck, dat grootendeels in Indië speelt. Marianne heeft daar werk gezocht, omdat ze wat van de wereld wilde zien, zich vrij en on afhankelijk wilde voelen. Ze verlooft zich met een „snob", ziet gelukkig bijtijds in dat hij de ware Jozef niet is en dank zij de hulp van haar chef en vriend verlooft ze zich aan het eind van het boek met den sympathieken Roel Berends. Voor 1518 jarigen. In „Het licht aan de kim", door Amy Groskamp MEESTERS ONDER DEN HAMER. Op de veiling bij Fdereik Muller te Am sterdam ging deze week „Interieur met soldaten en vrouwen" van Jacob Duck voor een bedrag van ƒ8600.van de hand. (Foto Pax Holland.) ten Have, herkent men onmiddellijk de gerouti neerde schrijfster. Boeiend, vlot geschreven, en beter dan het gros van de boeken voor jonge meisjes. De hoofdpersoon Puck Kerber trekt zich eerst niet zoo heel veel van de zaak aan en ziet rustig toe hoe hard anderen, in de eerste plaats haar moeder, voor haar werken. Later begrijpt ze dat ze zelf ook aan den slag moet en als haar illusie om mannequin te worden, niet kan worden ver wezenlijkt, neemt ze een baantje aan als hoeden- verkoopster in een groot magazijn. Het valt haar moeilijk zich aan te passen en de onderlinge jalou- zien van de verkoopsters is daar niet vreemd aan. Het boek eindigt met de vervulling van andere illusies, na de zorgelijke dagen in Mei 1940. De oudere meisjes voor wie dit boek bedoeld is, zullen er van smullen. Het werd uitgegeven bij de Gebr. Kluitman. Leni Saris schreef ..Het kindertehuis De Toe komst", hier en daar een beetje sentimenteel en geëxalteerd, maar vol van een vertrouwen in het goede, dat ons met mogelijke tekortkomingen weer verzoent. Domini Ferguson, die op haar dertiende jaar al het plan heeft om een kindertehuis te stich ten, ziet dat plan werkelijk verwezenlijkt. Ze wordt geholpen door haar vader, door haar aanstaanden man en door zuster Van Denen, en, zooals ze zelf op de laatste bladzijde zegt, „als vier mefischen pal staan voor een doel, met al hun krachten, kan het dan nog mislukken?" Het boek verscheen in de serie: „De Opbloei", uitgegeven bij Van Holkema en Warendorf, en aan het begin van ieder hootdstuk prijkt een illustratie van Karei Hoekendijk. VOOR DE KINDEREN Haastig schoof hij het raam naar be neden en gaf aan Ab een stukje papier met de woorden: „Hier, breng dit brief je onmiddellijk aan den kapitein. Er komt dadelijk een luchtschip over ons heen, dat een postzak wil neergooien." Ab rende met het briefje naar de com mandobrug en gaf zonder een woord te zeggen het briefje over aan kapitein Flink en holde weer weg- Eenige minu ten later zat hij weer in het kraaiennest. Hier kon hij beter het luchtschip zien aankomenHoor, daar had je het ge ronk al en ja, daar schoot achter een wolk een groot, zilvergrijs luchtschip vandaan. Met groot snelheid kwam het lucht schip naderbij. Kijk, daar werd een touwladder uitgeworpen en een matroos liet zich snel zakken. In zijn hand had hij een klein rond pakje. Dat was zeker de postzak. Ab zwaaide en zwaaide met zijn arm. De touwladder kwam precies in zijn richting. En als het lukken zou, dan kon Ab den postzak haast zoo van den man aannemen. Maar alles zou heel anders gebeuren. Hoor maart Toen de matroos aan de touwladder vlak bij was, liet deze het kleine post- zakje precies boven het kraaiennest vallen. Ab ving het in zijn armen op. maar o wee. De touwladder sleepte over den rand van Ab's uitkijkpost en het volgend oogenbllk zweefde Ab met postzak en al aan het touw door de lucht. Wat was er gebeurd? De opening tus schen de houten sporten was als een lus over het hoofd en schouders ge slagen en had hem zoo uit het kraaien nest getrokken. De matroos, die hooger stond, had eerst van dit voorval niets gemerkt. Toch toen luide kreten in zijn ooren klonken, zag hij tot zijn verbazing be neden zich een jongen staan. Terug kon Ab niet meer. want hij was zeker al meer dan tweehonderd meter van de D. Ill verwijderd. En door de snelheid, waarmede het schip vloog, werd de af stand elke seconde veel en veel grooter. En ongevaarlijk was de heele geschiede nis ook niet, want door de sterke lucht- strooming moest hij zich goed vast houden. In „Goeden morgen, melkboer", geschreven door Ine van Etten en uitgegeven bij Valkhoff te Amers foort vinden we veel oude kennissen terug uit „Jenny Merkel" van dezelfde schrijfster. In dit ple zierige boek maken we de zorgen en pretjes mee van een troepje vroolijke jongelui, ieder met zijn en haar eigenaardigheden. De titel ontleent het boek aan den werkloozen jurist Theo van den Berge, die, omdat hij niet wil leeg-loopen, knecht bij een melk handel wordt. Later ziet Iet Reuver kans hem aan een baantje op een bankierskantoor te helpen. Het is een opgewekt verhaal, alweer geïllustreerd door Hans Borrebach. De omslag is heel geslaagd en steekt gunstig af bij de meeste anderen. Het boek geschikt voor meisje van 1417 jaar. Van Co Kars, die men zich nog zal herinneren als schrijfster van de boeken Jop's groote avontuur, en Spriet vliegt uit, die beide zeer gunstig beoordeeld werden, verscheen bij de Kern te 's-Gravenhage; Do's horizon, een humoristisch, boeiend verhaal van een jong ding dat na den dood van haar ouders liefderijk wordt opgenomen in het gezin van haar zeer gefortuneerde Oom en Tante. Bij alle weelde heerscHl er een gebrek aan hartelijkheid, en de botsingen tusschen de vroolijke Do en de stijve, def tige tante Isabel kunnen niet uitblijven. Voor oudere meisjes een amusant en goed boek, geïllustreerd roet vlotte krabbels van Alfred Mazure. Bij Valkhoff te Amersfoort verscheen van Sanny Ladan: „Probeer te overwinnen, de geschiedenis van een jong schilderesje. Het verhaal is vrij on benullig en stuntelig geschreven, en lijkt soms meer op een schoolopstel dan op een meisjesboek. Kari van Noord vertaalde uit het Noorsch een zeer opmerkelijk boek van Annik Saxegaard: „Een uur met de autobus". Deze titel slaat niet, zooals men zou kunnen denken,op een reisje, maar op de afstand, die het door eenige vriendinnen gehuurde buitenhuisje van de stad afligt. Het is een boek vol warmte, de verhouding tusschcu Bente, die op een kantoor werkt, Tordis, die vof dokter studeert, Helle, het huishoudstertje en de „Ik" die het boek schrijft, en ten slotte het jonge vrouwtje Ingjerd, wier man, Frederik, stuurman op een Indiëvaarder Het huisje blijkt bij nadere kennismaking veel gebreken te hebben, maar hun enthousiasme helpt hen over alle bezwaren heen, en het wordt een gelukkige tijd die zij met elkaar beleven. Voor meisjes boven de veertien jaar een der beste boeken van dit jaar. De teekeningetjes van G. Pesman zijn niet altijd even goed, maar over het algemeen wel vlot en aardig. Een uitstekend boek, ditmaal weer oorsDr onkel ijk Nederlandsch, is „Toen de lente kwam", geschreven door Emmy Vosma, van wie we al kennen Een schip vaart weg, en Ineke Holsteins overwinning. Van alle meisjesboeken van dit jaar is dit misschien wel het allerbeste. Zonder sentimentaliteit behan delt de schrijfster het leven van Marjan Meersma, die in het gezin van „dokter" op een Drentsch dorpje komt. Tante Els, de vrouw van „Dokter", moet een jaar liggen en Marjan zal in dien tijd voor het huishouden zorgen. Ze raakt heelemaal thuis in het dorpsleven, en vindt er tenslotte ook het geluk voor de toekomst. Hier wordt een meis- jersleven beschreven dat nu eens niet voor drie kwart bestaat uit feestjes en afspraakjes voor nieuwe feestjes, zooals dat in veel meisjesboeken voorkomt. Een goed boek, voor 14 jaar en ouder. Het is een uitgave van Thieme te Zutphen. KINDERBOEKEN. Van den bekenden schrijver voor kinderen S. Franke verscheen bij jen uitgever Kluitman te Alkmaar: „Ronkevaar de Tovenaar", een fantas tisch verhaal over het land van Jinglejoclito, den toovenaar Ronkevaar, koning Knibberknobber, Rib bel-in-de-kous, die huishoudster in het paleis is, en Oehoe de uil, die de geschiedenis van het land te boek zal stellen. Ook bekende figuren treden in het verhaal op. zooals dokter Faustus en vrouw Holle. De teekeningen van Nans van Leeuwen zijn goed, kinderen van 710 jaar zullen er van genieten EEN VERHAAL VAN DE ZEE. bewerkt door ADRIAAN J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 1 7) Terwijl zij sprakeloos naar het imposante schouw spel keken, zat Brand kalm zijn dagrapporten in te vullen en toen hij klaar was, voegde hij zich bij ce beide meisjes. De baai was bijna verlaten; de duisternis viel snel. Brand lette op het slaan van de zee tegen het rif; hij had dat angstaanjagende geluid reeds te vaak gehoord om er nog bijzondere aandacht aan te besteden. Toen hij tot de conclu sie kwam, dat er geen sleepboot in aantocht was, zei hij een beetje spottend. Ik geloof, dat ik jullie allebei mag gelukwen- schen; als ik mij niet heel sterk vergis zullen jullie een nacht hier moeten doorbrengen, een onder scheiding, die nog niet veel dames te beurt ge vallen is. Enid klapte in haar handen en riep opgewekt: O, wat vind ik dat prettig. Komt er storm, vader? vroeg Constance. Ik zou het wel zeggen; in elk geval zou de sleepboot ons alleen door een wonder vóór morgen kunnen bereiken. En op zee gebeuren niet zoo vaak wonderen-. Ik weet er één, zei Enid en Brand, die be greep. wat zij bedoelde, zei peinzend: Ja, maar toen was ik nog jonger; ik ben nu al vijftig. HOOFDSTUK V. De storm. Ze zaten met hun drieëo in het dienstvertrek. Laat eens kijken, zei Enid, 30 Juli is 't ne gentien jaar geleden, dat ik hier aanspoelde, niet waar? i er Ja, dat is de datum. i En ze hebben mij toen op een jaar „geschat"? Is het niet vreemd, dat een kind van een jaar aan spoelt, zonder dat er ooit naar geïnformeerd wordt? Ik geloof, dat ik toen niet erg op prijs gesteld werd. Mijn lieve kind, ik heb je altijd verteld, dat de boot in de mist op een andere geloopen is en dat al degenen die zich om jou zouden hebben moeten bekommeren, bij de ramp omgekomen zijn. Maar alleen, heelemaal alleen! Dat vind ik zoo vreemd. Ik zal wel een Amerikaansche zijn en Amerikanen zorgen allemaal al vroeg voor zich zelf, hè? Nu, dan zal jij toch wel alle records op dat gebied gebroken hebben! Ja; en ik moest mijn nuttig en werkzaam le ven maar zonder eenige romantiek beginnen, zei Connie. Ik ben in Brighton geboren en moeder stierf een jaar na mijn geboorte, nietwaar, vader! Ja, toen je dertien maarden was, hebben wij haar verloren, zei Brand en hij boog zich over een van zijn instrumenten om een onzichtbare vlek weg te wisschen. Ze is in Brighton begraven, hè? Wat gek, dat we rooit naar haar graf zijn geweest, peinsde Connie. Dat zou maar verkeerde sentimentaliteit kweeken. meende Brand stroef. Je moeder, Connie, kan voor jou niet méér beteekenen, dan die van Enid voor haar; jullie hebt geen van beide je moeder gekend. Als orn van het droeve onderwerp af te stappen, legde Stephen zijn hand op een instrument, dat op een tafeltje apart stond. Het was de vinding waar aan Brand zijn leven gewijd had. Het was ongeveer zoo groot als een aneroïde barometer en de schaal was als die van een kompas verdeeld, echter zon der letters. Door louter toeval was het gesprek op een on derwerp gekomen, waar Brand nooit over sprak: Constance's moeder. Wat hiervan de reden was, waren zij nooit te weten gekomen, daar de eenige, die het hun buiten hun vader zou hebben kunnen vertellen, juffrouw Sheppard, al even zwijgzaam was. Constance had er spijt van, dat zij onwillekeu rig dit voor haar vader merkbaar pijnlyke onder werp had aangeroerd. Maar Brand ging al weer op in zijn uitvinding. Het kostte mij niet heel veel moeite een dia- phragma te oorstrueeren, dat gevoelig was voor ge luiden, maar het was de kunst er een te maken, dat slechts op een bepaald sóórt geluiden reageer de, onverschillig of dat geluid afzonderlijk of met andere vermengd was, legde hij uit. Nu ben ik zoo ver, dat ik een instrument geconstrueerd heb, dat net als het oor van Ben Pollard ongevoelig is voor schoone gedichten en lieflijk gezang, maar alle stoomfluiten en misthoorns van elkaar kan onder scheiden; dat ook niet reageert op het razen van de zee, maar niets dan mistklokken en stoomfluiten registreert. Be denk niet, dat jullie hier mist zullen meemaken: maar anders zouden jullie zien, hoe het, lang vóór wij iets hooren, met zijn wijzer de rich ting van het schip, waar het geluid vandaan komt, aanwijst en het aardige is, dat je de heele route van het schip volgen kunt. Zou het voorgoed een eind aan botsingen op zee maken? Daartoe is geen instrument in staat, omdat er altijd scheepsofficieren zijn, die het niet noodig vinden bij mist steeds op hun uiterste hoede te zijn. Maar als mijn instrument aan boord is van de beide schepen, die in aanvaring komen en dan nog een registreerwerk aan de misthoorns, dan zou het on derzoek voor de Raden van Scheepvaart heel wat gemakkelijker worden, omdat er dan nooit strijd kon zijn over de vraag of de juiste signalen gege ven zijn. Het zal in elk geval voor de meeste ka piteins een groote zegen zijn. Wat bent u toch knap riep Enid verrukt uit. Is het zeker, dat het vannacht niet gaat mis ten? vroeg ze nog, op een toon, alsof er niets pret- tigers te bedenken was. Ze moesten alle drie glim lachen. Vast en zeker. Maar al zou het ook al gaan misten, jullie zouden er niets van merken, want om tien uur slapen jullie. Nee, riep Constance uit. Om tien uur naar bed! En dat op onzen eersten en eenigen nacht op een vuurtoren! Dat zeg je omdat je niet weet, hoe langzaam de tijd in zoo'n kleine ruimte gaat. Alleen door werken kan je de verveling verdry ven, anders zou den de meeste wachters na een maand uit den dienst gaan. Schip, ahoei riep Enid uit alle macht. Daar komt de „Lapwing" om kaap Carndu. Meneer Lawton heeft het zeker gestuurd om uw assisten ten te brengen. Dat vind ik aardig van hem. De „Lapwing" kan «"mogelijk bij ons komen, zei Brand, ik zal seinen „Landing onmogelijk", dat bespaart hun een vergeefsche reis. Uit een kastje nam hij de vlaggen, die hij noodig had om de „Lapwing" op de hoogte te brenger. Toen ze naar het schip keken, zagen ze door hun kijkers drie witte wolkjes uit de stoomfluit komen, die als signaal dienden dat zij begrepen waren. Maar door den wind hadden zij var de fluit niets gehoord. Toevallig keek Constance in de richting van het tafeltje, waarop haar vaders uitvinding stond. Kijk, uw instrument reageert werkelijk op de stoomfluit, riep zij verbaasd uit. Wat heeft de „Lapwing" voor een sirene? vroeg Brard. O. dat is het grootste stuk op het heele schip en de trots van meneer Lawn ton. Ze zegger wel, dat hij net zooveel stoom gebruikt voor zijn stoom fluit als voor zijn machines. Haar vader lachte. Ze vervolgen hun koers toch, merkte hij op. Ze hebben mijn seinen toch gezien. Langzaam maar zeker kwam de „Lapwing" na derbij; de wind was wel tegen, maar het tij had den zij mee en als de wind niet weer plotseling omliep zouden zij ook op de thuisreis niet tegen wind en water hoeven te kampen. Maar in elk geval zou het nog wel een uur du ren voor de „Lapwirg" bij den vuurtoren was en Brand ging dus naar beneden om voorraden naar boven te halen, zoodat hij op alle gebeurlijkheden voorbereid zou zijn, want bij dezen wind was hij genoodzaakt het licht onder hoogen druk te laten branden en door het ongeluk van dien middag had hij nog geen tijd gehad iets uit de voorraadkamer naar boven te brengen Dc beide meisjes, die niéts anders hadden om zich mee bezig te houden tuurden naar het schip en vonden, dat het verbazend langzaam opschoot. Toen Brand zich weer bij hen voegde kwam er wat meer afwisseling, want daar hij beter met zee kijkers kon omgaan dan zij, kon hij hun allerlei vertellen, wat zij zelf nog niet ontdekt hadden e» anders pas veel later opgemerkt zouden hebben. Mijn twee nieuwe assistenten zijn aan boord, zei hij, maar Lawton zie ik niet. Voor zoover ik zien kan, zou ik zeggen, dat Stanhope aan het stuurwiel staat in de oheias van Ben Pollard. O. dan heeft hij Lady Stanhope alleen gela ten, riep Constence uit. Hij zal wel heelemaal niet naar haar toege gaan zijn, vulde Enid aan. De arme jongen! Morgen zou hy met ons uit gegaan zijn. Het is erg aardig van hem, dat hij doorzet om ons even te begroeten, want er is geen sprake van, dat hij hier kan komen en we zullen ook wel niet veel tegen elkaar kunnen zeggen; we hebben hier maar een kleinen scheepsroeper. De ..Lapwing" bleef inderdaad op eerbiedigen af stand van den vuurtoren. Toen het onmogelijk bleek voor het schip om dichterbij te komen kwa men de drie bewoners var den toren in oliejassen en zuidwesters naar buiten. Stanhope, die het roir aan een matroos overgegeven had. liep naar de voormast, waar hij zich stevig aan vastklemde, ter wijl hij met zijn hoofd en den eenen arm, dien hij vrij had. heftige gebaren maakte. Waarom doet hij zoo gek? riep Enid tegen wind in. Een schitterend systeem semaphoor ja die Jack is een slimme jongen, schreeuwde Brand terug, waarop Enid beschaamd haar mond hield. Jack gebruikte het gewone Morsestelsel; voor de punten gaf hij een knik met zijn hoofd, voor de strepen zwaaide hij met zijn arm. Nadat Brand ge seind had. dat hij de bedoeling begreep, werd de vraag geformuleerd: Alles wel? Ja, was het antwoord. Bates en Jackson bereikten ziekenhuis, was het volgende bericht. Bates gecompliceerde breuk. Bij beter weer komen wij morgen terug. Tr orde, seinde Brand, waarop de ander weer doorging. Groeten aan Enid en Constance. (Wordt vervolgd).,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6