BOLS VULPENHOUDERS SS:».K"sï=5S anton bosse llllllllllllllillllllllllll Zoolang, nog voouadig DONDERDAG 28 NOVEMBER 1940 HAARDE M'S DXGBEA D" HET VERLOREN GAAN VAN I)E „SIMON BOLIVAR". Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart. SCHIP DOOR TWEE MIJNEN GETROFFEN. De raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake het verloren gaan van de „Simon Bolivar" bezuiden het lichtschip „Sunk", op 18 November 1939. De raad is van oordeel, dat de toedracht van deze ramp, de grootste, welke sinds vele jaren de Nedei'landsche koopvaardij vloot heeft getroffen, bij welke ramp helaas tal rijke passagiers en opvarenden het leven hebben verloren, ten duidelijkste aantoont, dat het schip door twee ontploffingen van buitenaf is verloren gegaan. Deze ontploffingen moeten veroorzaakt zijn door mijnen, die zich bevonden in een gebied, waarin tot dusver de aanwezigheid van mijnen niet was vastgesteld. Voor de gevolgde route kan aan schip of reederij geen enkel verwijt worden gemaakt. De uitspraak in deze zaak is ten zeerste ver traagd, omdat de raad het, na de zitting van 23 Februari .1940, absoluut noodzakelijk oordeelde nog eenige getuigen te hooren, waaronder de eer ste stuurman, die inmiddels naar West-Indië was vertrokken. De raad achtte het verhoor van den eersten stuurman vooral daarom noodzakelijk, omdat door het onderzoek geen klaarheid was ver kregen omtrent twee punten van bijzonder ge wicht, te weten: le. Hoe het komt, dat vóór dat op 18 Novem ber 1939 te 10.30 uur voorm. de eerste ontplof fing plaatshad, nog geen sloepenrol met de pas sagiers was gehouden en 2e. wie de leiding aan boord in handen had genomen, toen was gebleken, dat reeds bij de eerste ontploffing de kapitein on middellijk was gedood. Deze beide punten zijn van grooten invloed bij de beoordeeling van het geen na de ramp aan boord van de „Simon Boli var' is geschied, in het bijzonder wat betreft den toestand van de reddingsmiddelen en de wijze waarop deze zijn benut. Daarbij kwam dan nog het niet geheel gesloten zijn van de waterdichte deuren, een punt, dat, naar 's raads oordeel van buitengewoon groot gewicht kan zijn wat het be houd van een door een ontploffing getroffen schip betreft. Op verzoek van 's raads voorzitter verklaarde de directie der Kon. Nederlandsche Stoomboot Mij. zich bereid den eerten stuurman te laten terugkomen uit West-Indië, ten einde door den raad te worden gehoord. Toen deze getuige onderweg was, brak op 10 Mei 1940 de oorlog uit, terwijl sedert 15 Mei Nederland door Duitschland is bezet. Onder deze omstandigheden heeft bedoelde ge tuige ons land niet bereikt en moet de raad van voortzetting van het onderzoek in deze zaak af zien. De raad bepaalt er zich thans toe om in het kort aan te stippen: le. dat van de volgende route aan de scheeps- Ieiding geen enkel verwijt kan worden gemaakt: 2e. dat niet gebleken is dat aan den toestand der reddingsmiddelen iets haperde, terwijl de vraag van het al of niet buitenboord draaien der reddingsbooter. aan het oordeel van den gezag voerder moet worden overgelaten; 3e. dat het te betreuren is, dat, toen de ramp voorviel, nog geen sloepenrol voor de passagiers was gehouden, enz. 4e. dat de beide hiervorenbedoelde waterdichte deuren gesloten hadden moeten zijn en de opvat ting, dat zulks niet uitvoerbaar zou zijn, naar den raad bij het onderzoek van later plaats gehad heb bende scheepsrampen is gebleken, gelukkig ook op de schepen, hoe langer hoe meer is verlaten. Het heefit onder de huidige omstandigheden weinig zin om uitvoerig op deze punten in te gaan. Duitsch Landgerecht. Voorspiegeling om gevangenen vrij te krijgen. 'S-GRAVENHAGE, 26 Nov. (A.N.P.) In de zitting van het Duitsche Landgerecht werd heden behandeld een zaak tegen twee Joden, die wegens bedrog terecht moesten staan. Eenige maanden geleden waren twee Am sterdammers wegens overtreding van de de- viezenvoorscliriften gearresteerd en ingesloten. De eohtgenooten van beide gearresteerden verkeerden natuurlijk in groote ongerustheid en gingen dan ook gretig in op een aanbod, dat haar gewerd om te trachten de mannen weder vrij te krijgen. Het initiatief ging uit van zekeren Israël D. uit Amsterdam, die zich „kunstcriticus" noemde. Hij is Duitscher van geboorte, heeft den oorlog van 1914 meegemaakt, doch werd door de En- gelschen gevangen genomen. Na den oorlog vestigde hij zich in Amsterdam. Deze Israël D. stond in relatie met den schil derijen-restaurateur Max F., eveneens van Duitsche nationaliteit, die sinds 1937 in Amster dam woont en aan wien D. had voorgespiegeld, dat het met behulp van een invloedrijk persoon wel mogelijk zou zijn de mannen vrij te krij gen. Per persoon zou een bedrag van f 2000 be taald moeten worden en Max zou daarover de onderhandelingen voeren. Dit bedrag was voor beide vrouwen echter te bezwaarlijk en na eenig praten kwam men tot overeenstemming voor een lager bedrag, waarvan f 100 als voorloopige kos ten werden betaald, terwijl het restant zou wor den afgedragen, wanneer de mannen in vrijheid zouden zijn gesteld. Max. die van elk geval een „provisie" ontving van f 25 heeft daarna een der echtgenooten op gebeld met de mededeeling dat zijn vriend hem had laten weten dat haar man over eenige da gen zou worden vrijgelaten. Er verliepen echter nog enkele weken en toen heeft zij aan Max de boodschap laten toekomen, dat, als haar man nu niet zou komen, zij het restant van het afgesproken bedrag niet meer zou betalen. Daarop heeft Max een schrijven opgesteld voor deze echtgenoote, mevr. de R., die dit schrij ven heeft onderteekend en in welk schrijven, dat gericht was aan een inspecteur in Am sterdam een zekere vergoeding werd aangebo den voor de vrijlating van haar man. De inspecteur was echter in hooge mate ver ontwaardigd over dit aanbod, waarin hij een voorstel tot omkoopex-ij zag, doch zooals mevr. de R. ter zitting verklaarde, had de opzet daartoe nimmer bij haar voorgezeten en was het slechts de bedoeling geweest, uit blijdschap over de terugkomst van haar man een zeker bedrag beschikbaar te willen stellen, voor een goed doel, bijv. voor de Winterhilfe. Door dit schrijven werden echter de „bemid delaars" opgespoord en gearresteerd, met het gevolg dat zij zich heden voor het Duitsche Landgerecht moesten verantwoorden. Bij het getuigenverhoor bleek, dat beide de- viezenovertredex-s later wel in vrijheid zijn ge steld, doch natuurlijk geheel afgescheiden van de „bemiddeling" van de twee beklaagden. Deze bekenden het hun ten laste gelegde, waar- Max zich beriep op zijn goed vertrou wen in de voorspiegelingen van zijn vriend Israël. In zijn requisitoir noemde Staatsanwalt dr. Koblitz dit bedrog der beide beklaagden een zeer gemeene handeling, waarbij zij misbruik maakten van den nood der twee vrouwen, wier mannen gevangen waren genomen. Aangezien het hier niet om groote bedragen ging, terwijl voorts in een der gevallen een gedeelte van het voorgeschoten geld is terugbetaald, vorderde hij tegen Israël D. een totale gevangenisstraf van 6 maanden, terwijl de Staatsanwalt tegen Max, wiens goede trouw hij wilde aanvaarden, geen strafpleging vroeg. De rechter, dr. Trier, ging met dezen eisch accoord en veroordeelde Israël D. wegens be drog in twee zaken tot een gezamenlijken ge vangenisstraf van 6 maanden, waarvan 1 maand voorarrest in mindering zal worden gebracht, terwijl Max F. wiens goedgeloovig- heid en zijn vaste overtuiging dat Israël inder daad voor de arrestanten hulp zou kunnen bi-en- gen, ook door het gerecht werd aanvaard, werd vrijgesproken. De nieuwe secretarissen-generaal. Prof. dr. J. VAN DAM. Het A.N.P. meldt: Dr. Jan van Dam, die Woens dag als secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescher ming is beëedigd, werd 3 October 1896 te Amster dam geboren. Hij studeerde, na de H.B.S. aldaar te hebben doorloopen en het staatsexamen te hebben afgelegd, aan de Amsterdamsche universiteit in de Nederlandsche en Duitsche letteren en werd in 1923 tot doctor in de Duitsche taal- en letterkunde bevorderd. Intusschen was hij reeds van 1920'22 lector in de Nederlandsche taal en letterkunde aan de universiteit te Bonn en in laatstgenoemd jaar werd hij als leeraar aan de openbare handelsschool te Amsterdam en assistent voor het Duitsche taal onderwijs aan de Amsterdamsche universiteit ver bonden, welke functie dr. Van Dam bleef vervul len tot 1925, toen hij tot lector in de Duitsche taal en letterkunde aan deze universiteit werd benoemd. In 1929 werd dr. Van Dam benoemd tot- hoog leeraar voor het Gotisch en de oudere Duitsche taal en letterkunde aan de Amsterdamsche univer siteit, welk hoogleeraarsehap hij bleef bekleeden tot 1936, toen hij aan dezelfde universiteit werd belast met dat voor de oud-Germaansche philolo- gie, benevens de oudere Duitsche taal- en letter kunde. Als voornaamste werken van zijn hand zijn ver schenen „Zur Vorgeschichte des höfischen Epos: Lamprecht, Eilhart, Veldeke" (dissertatie 1923); „Das Veldeke Problem" (1924); „De letterkundige beteekenis van Veldeke's Servatius" (1928); „Deutsch und Niederlandisch" (1932); „Geschichte der Deutschen Literatur" (1934'35) en tezamen met prof. dr. Th. van Stockium: „Handbuch der deutschen Sprache" (1937). Dr. T. GOEDEWAAGEN. Dr. T. Goedewaagen werd 15 Maart 1895 te Am sterdam geboren, bezocht de gymnasia te Utrecht en te Hilversum, studeerde vervolgens te Utrecht klassieke letteren en wijsbegeerte, waarin hij in 1923 met lof promoveerde. In 1925 werd dr. Goedewaagen privaat-docent in de geschiedenis der philosophie na Kant, aan de universiteit te Utrecht. Van zijn hand verschenen verschillende werken over philosophie, o.a. een inleiding in de philoso phie (summa contra meta-physicos), een werkje over de philosophie in de 20ste eeuw, een over Nietsche en voorts een groot aantal kleine ge schriften en artikelen in wijsgeerige tijdschriften. Dr. Goedewaagen was eenige jaren redactie-se cretaris van het „Tijdschrift voor Wijsbegeerte" en van de „Annalen der critische philosophie". Eenige jaren geleden werd hij lid van het Bol land-genootschap. Hij trad op als spreker voor volksuniversiteiten, voor de A.V.R.O. en voor tal van wijsgeerige vereen!gingen. In 1939 werd hij verbonden aan. het weekblad „De Waag", eerst als leider der Waagkringen, daar ïxa als redacteur en tenslotte als hoofdredacteur. Nadat dr. Goedewaagen vele jaren in „Nieuw Nederland" publicaties had gegeven, benoemde de leider der N.S.B. hem op 1 Augustus 1940 tot hoofd van afd. XIV (perszaken) van het hoofdkwartier, in vei-band waarmede hij al zijn functies bij „De Waag" neerlegde. Gedurende de laatste jaren publiceerde hij vele politieke bijdragen in verschillende bladen en tijd schriften. Kort na den oorlog trad dr. Goedewaagen op als voorzitter van den Raad van Voorlichting der Ne- dei-landsche pers, het lichaam dat ten doel heeft de geheele Nederlandsche pers in een „Perskamer" te ordenen. N.I.Y.A. werkt samen met der Cultuurkring. Besluit tot samenwerking met B. N. A. ingetrokken. Het Nederlandsch Instituut van Architecten N.I.V.A. heeft te 's-Gravenhage een algemeene ver gadering gehouden. Na een inleiding van den voor zitter, prof. ir. R. L. A. Schoemaker, over de wijze waarop de per 1 Januari 1941 vooi'genomen fusie met de Maatschappij tot bevordering der bouw kunst, Bond van Nedei-landsche architecten, door den nieuwen B.N.A. wordt uitgevoerd en eer rede van dr. F. A. J. Vermeulen over het doel, de sa menstelling en de werkwijze Van den Nederland sehen Cultuurkring, heeft de vergadering met na genoeg algemeene stemmer, besloten het in de al gemeene vergadering van 30 Augustus jl. genomen besluit tot samensemlting met de Maatschappij tot bevoi'dering der bouwkunst Bond van Nederland sche Architecten, in te trekken, omdat o.m. bij de statuten van den nieuwen B.N.A. de overeengeko men voorwaarden voor de samensmelting niet ten volle in acht genomen zijn. Voorts werd besloten tot samenwerking met den Nederlandschen Cultuurkring en het lidmaatschap van het N.I.V.A. uitsluitend open te stellen voor ar chitecten, die medewerker zijn van den Nederland schen Cultuurkring. BEGROOTING HAARLEMMERMEER POLDER. De hoofdingelanden van den Haarlemmeimeer- polder keurden Woensdag de begrooting van 1941 goed. De inkomsten en uitgaven voor den gewonen dienst zijn in evenwicht met een bedrag van 791.814, die van den kapitaaldienst met 406.206. Besloten werd, aan alle vaste werklieden en brugwachters in dienst bij het polderbestuur een duurtetoeslag toe te kennen. XET MJËi* U VOOIS? „Oude klare" went - maar BOLS wint het op den duur! Denk aan Uw gezondheid! Drink Bols, het zuivere distillatie, product. Bols is goed voor U! cta^ e&ticf&QSfel Het universeele reclame-middel Coumttteuceclame ünVrUandecd Uwalilcil. iagffa B HHB B w B B m&P mm m kopere merken vanaf 2.25 met gouden pen -\2 BARTELJORISSTRAAT 12 TELEFOON 10163 ONZE MERKEN VANAF/6—GRATIS VERZEKERD TECEN VERLIES EN DIEFSTAL. Voor elke hand, voor iedere beurs, de juiste pen. PROFITEERT VAN ONZE 60-JARICE ERVARING BUIKBAND-CORSET sterke rose stof. breede elas tieken binnenband, 4 jarretelles, maten 70 tot 100 BUIKBAND-CORSET stevige zalmkleurige stof, flinke elastieken buikband, 4 jarretelles, maten 7 O 70 tot 90JL LINKS-KOUSEN mooie qualiteiten kunstzijde, (5 punten) "7 C c 1.25. 1.15, 0.95 O ZIJDEN (TOILE DE SOIE) GARNITUREN (Onderjurk. Hemdje en Pantalon). ONDERBLOUSES, BEDJASJES, enz. enz. in luxecartons. zeer geschikt voor ST. N IC O L A AS G E S CH E N K. De verduistering doet de verkoop-uren inkrimpen. Koopt dus in de morgen-uren, om rustig uitzoeken en vlotte bediening te vergemakkelijken. AMSTERDAM (10 Fll.), HAARLEM, LEIDEN, DEN ItAAG (7 Filialen). ROTTERDAM (2 Fil.l, ARNHEM, APELDOORN, EINDHOVEN, TIL BURG, DEN BOSCH, UTRECHT, AMERSFOORT - HILVERSUM, GRONINGEN Gr. Houtstraat 71 hoek Ged etude Gracht. Teld. 13020 Haarlem. Vier moderne paskamera

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 7