BOUVY-KRiSTALBADZO£/r.4r üaa flacon, eengeu&ó? \l
Spoct en Spei
AGENDA.
VR TT DAG 29 NO V F. M F. F R 1940
TT A" A R Ti E M'S D A G B F A D
6
V
Hoeveel verdient een wereld
kampioen op de fiets?
Koppelrijders konden
f,er wel van leven".
Het publiek, dat wielerwedstrijden pleegt te bezoeken,
ziet na verloop van tijd den eenen na den anderen veel-
belovenden amateur tot de rijen der beroepsrenners toe
treden en het komt tot de conclusie, dat het wielrijden
als een vak toch zeker de moeite waard moet zijn. Het
krijgt zoo nu en dan verhalen ..uit den ouden tijd" te hoo-
ren, uit de dagen, dat Piet van Kempen zijn triomfen als
Zesdagen-konlng veirde en het vraagt zich af, of het nu
werkelijk waar is, dat deze bekende pedaalridder op het
toppunt van zijn roem voor een dergelijke monsterrace
tot 800 gulden per dag kon bedingen.
Het antwoord op deze ^-aag luidt bevestigend; het is
Inderdaad voorgekomen, dat dit bedrag in het contract
van Zwarte Piet niet te verwarren met zijn Spaanschen
naamgenoot vermeld stond. Dit waren echter uitzon
deringen en men meene niet, dat Van Kempen na afloop
van den wedstrijd dan 6 maal 800 oftewel 4800 gulden als
zuivere winst kon opstrijken. Een goede manager is voor
een zesdagen-koppel een eerste vereischte en het spreekt
vanzelf, dat zulk een persoon die taak niet op zich neeqit
om vliegen te vangen. Als hij zijn vak goed verstaat
en dat zijn er betrekkelijk maar weinigen kan hij op
een niet gering percentage der verdiensten van de ren
ners onder zijn hoede aanspraak maken. Voorts moet het
koppel voor voldoende materiaal zorgen; hun niet te
stillen eetlust vergt van den kok uiterste bekwaamheid
in het bereiden van kippetjes, omeletten, enz., waarvoor
deze functionaris zich eveneens goed laat betalen. Dan
zijn er nog de soigneurs, van wie goed vakmanschap op
het gebied van rijwielbouw en -onderhoud wordt ver-
eischt en ten slotte zijn er nog de honderd en één bijko
mende dingen, zooals verbandmiddelen, embrocation,
e. d.. dte bekostigd moeten woiden.
Daarmede is zeker de helft van de dagelijksche ver
diensten gemoeid, waar tegenover natuurlijk de premies
staan, die voor de beste koppels gedurende de zes dagen
meer dan duizend gulden kunnen geloopen. Dergelijke
monsterraces zijn echter gedurende de laatste jaren in
vele landen van Europa in ongenade geraak! en het zijn
thans hoofdzakelijk de sprinters en koppelrijders, dte de
aandacht vragen.
De sprinters van wereldklasse zijn klein in getal; meestal
waren het Van Vliet, Scherens, Gérardin en Richter, die
die elkaar de eer van den wereldtitel betwistten. In de
plaats van den veteraan Michard is thans Derksen ge
komen en wellicht zal de Italiaan Astoli na den oorlog
ook nog van zich doen spreken. Het aantal is echter te
klein om steeds weer het publiek te kunnen trekken,
want niet zelden stond het resultaat van den wedstrijd
van te voren vast. Dit was voor de managers der Parijsche
banen aanleiding de gages dezer renners terdege te ver
lagen. wat tot gevolg had, dat deze het bijltje er bij neer
legden en tenslotte de betrokken banen boycotten.
De sprint is echter de zuiverste uiting van de wieler
sport, omdat daarbij naast de lichamelijke factoren
snelheid, kracht en souplesse ook de geestelijke tac
tiek, inzicht en maatgevoel een belangrijke rol spelen.
Dat vele sportliefhebbers de sprint als zoodanig waar-
deeren. blijkt wel uit het feit, dat er voor dit onderdeel
van de wereldkampioenschappen, alsmede voor de Grand
Prix van Parijs en Kopenhagen zeer groote belangstelling
bestaat.
Wat den duur betreft, verhoudt zich de sprint tot de
zesdagenrace als een korreltje zand tot de woestijn, maar
dat wil niet zeggen, dat een sprinter van naam geen be
hoorlijke gage zou kunnen bedingen. Plet Moeskops,
wiens reputatie nog geenszins vergeten is, ontving ln zijn
glorietijd dikwijls 300 gulden per wedstrijd, doch sinds
dien zijn de tijden ietwat veranderd. Maar een baan-
dlrecteur. die zijn pappenheimers kende, schroomde vóór
het uitbreken van dezen oorlog niet Arie Van Vliet 150
gulden voor zijn medewerking aan het programma te be
talen. terwijl de wereldkampioen na een wedstrijd ln
het Amsierdamsohe Stadion meestal met 200 gulden naar
huls ging.
Gezien het bovenstaande Is het begrijpelijk, dal op den
voorgrond tredende amateurs de verleiding om naai de
beroepsklasse over te gaan. niet kunnen weerstaan, al
blijkt ook hier. dat velen geroepen, doch weinigen uit
verkoren zijn. Er is echter minstens één zéér groot
amateur geweest. die het wielrennen steeds als
liefhebberij is blijven beschouwen. Dat was Maurice
Peeters, de Haagsche sprinter, die pas op lateien leeftijd
dezen tak van sport ging beoefenen, maar die er des
ondanks in slaagde om, 38 Jaar oud, in één zomer de
Grand Prix van Parijs, het Olympisch- en hel wereld
kampioenschap te veroveren.
Ons dameshockey en de
selectiewedstrijden te
Bloemendaal.
Snelheid maar geen tempo.
Eenlge weken geleden organiseerde het als steeds
actieve bestuur van den Dameshockeybond op het B. M.
H. C. -terrein te Bloemendaal selectiewedstrijden tus-
schen drie elftallen, gekozen uit speelsters van clubs uit
Haarlem, uit Den Haag en uit Amsterdam en 't Gooi. Het
doel dezer matches was klaarblijkelijk zooveel mogelijk
jongere krachten naar voren te brengen, een voornemen,
waarin men uitstekend is geslaagd. Vorig jaar leidden
deze pogingen reeds tot eenige „ontdekkingen", die sinds
dien getoond hebben haar plaats in een vertegenwoor
digend team in vele opzichten waard te zijn. Naast en
tegen de meer bekende speelsters wisten sommigen van
hen zich uitstekend te handhaven en we noemen ln dit
verband mej De Jong. de doelverdedigster van B. M.
H. C., mej..Piel (H. H. Y. C.), de gezusters Loeb (Rood
Wit), mej. Leven (Hilversum) en mej. Versluys.
Natuurlijk zijn er ln andere plaatsen en districten van
ons land eveneens „coming-women", die men in dergelijke
elftallen met succes een kans zou kunnen geven, maar
we willen ons thans bepalen tot de speelsters, die op het
B. M. H. C.-terreln haar kunst toonden. Het is dan
merkwaardig te moeten constateeren, dat, ofschoon de
deelneemsters over het algemeen zich veel gemakkelijker
verplaatsen en veel beter en sneller loopen dan eenige
jaren geleden het geval was, het tempo van het spel daar
door niet in gelijke mate is verhoogd. De voornaamste
oorzaak daarvan is het zeer onzuivere plaatsen, gepaard
aan te kort spel van het binnentrio in den aanval en het
te weinig daarin betrekken van de vleugelspeelsters,
waarvan er juist vele zooals de dames E. Exalto en B.
Bruigom zeer snel ter been zijn. Een andere tekort
koming. waarbij zoowel de techniek als de tactiek zijn
betrokken, is de wijze, waarop de strafcorners worden
genomen en meestal niet benut. Deze fout springt te
meer in het oog, omdat de speelsters in den loop van
eenige seizoenen voldoende gelegenheid gehad hebben
om te leeren, hoe ervaren krachten als mevr. Van Baas-
bank—Roos en mej. Roilin Couquerque ln dit opzicht met
succes te werk gaan.
Er was echter ook veel goeds en wel ln de eerste plaats
het enthousiasme, waarmede wordt gespeeld. Verder
het uithoudingsvermogen, waaruit een doelmatige voor
bereiding blijkt.
Intusschen is het wel eens aardig hier een poging te
wagen tot het samenstellen van een elftal uit de speelsters,
die onlangs aan de bovenbedoelde selectie-wedstrijden
hebben deelgenomen. We komen dan tot de volgende
conclusie:
Ubbink (Gooi); Smithuyzen (Amsterdam) en Kerkhoven
(B. D. H. C.); De Vletter (B. D. H. C.). J. Goeting (Rood
Wit) en Wijnstroom (B. D. H. C-); Bruigom (H- H. Y. C.),
Tellegen (H. H. Y. C.), Kok (Hilversum), Kruize (H. H.
Y. C.) en Exalto (H. H. Y. C.).
Bij deze keuze behooren dan de volgende aanteekenin-
gen: mej. T. Goeting is momenteel de beste linksbuiten
en als zoodanig verre te verkiezen boven mej. Exalto.
Daar eerstgenoemde in Rood Wit met mej. L. Jongeneel
een zeer succesvollen vleugel vormt en laatstgenoemde
weinig voor mej. Kruize onderdoet, zou het wellicht aan
beveling verdienen, de twee Heemsteedsché speelsters
samen op te stellen. Voorts komt in plaats van mej. Kerk
hoven zeker ook me). Versluys in aanmerking, waarbij
we van de veronderstelling uitgaan dat zoowel mevr.
van Baasbank als me) Couquerque op haar lauweren, in
vroegere vertegenwoordigende teams behaald, wenschen
te blijven rusten. En tenslotte geven we de keuze-com-
misie ln overweging, uit de „eerste- en tweedejaars" eens
een soort „prille jeugd-elftal" te kiezen, dat in den strijd
tegen een meer ervaren team veel routine zou kunnen
opdoen.
Voetbal
Ninaber naar Stormvogels.
Geducht verlies voor de roodbroeken.
Naar we vernemen, heeft de
bekende Haarlem-speler Ni
naber overschrijving naar
Stormvogels aangevraagd. Dit
beteekent dus een geducht
verlies voor de roodbroeken,
want een goede linksbuiten is
In ons land altijd nog een
kostbaar bezit. Intusschen zal
dus de Stormvogels-voorhoede
het volgend jaar een flinke
versterking ondergaan.
NEDERL. VOETBALBOND.
(onderafdeellng Haarlem)
ZATERDAGMIDDAG-COMPETITIE.
Afd. A: Tweede Jeugd—ZSV, 3 uur, Chr. Klerk: RCH—
Kennemerland 1, 3 uur, J. A. G. Krouwels Jr.
Afd. B: Kennemerland 3—VEW 2, 3 uur. J. Steffens;
Johez 2—VVRA. 3 uur, A. Zomer Jr.; VVB—ETO. 3 uur!
G. H. Hesseltnk Jr.;SIZO 2—Kennemerland 4, 3 uur, M
Bloemink Jr.
ADSPIR ANTEN COMPETITIES.
Afd. A: Geen wedstrijden.
Afd, B: DeCeO bHFC b 3 uur.
Afd. C: Geen wedstrijden.
(Adv. Lngez. Med.)
Afd. D: Haarlem eBloemendaal, 3 uur; EDO c—ETO
3 uur; RCH cTHB a, 3 uur.
Afd. E; RCH eSTZO, 3 uur; ZeemeeuwenEDO d,
3 uur; Hlilegom—Hillinen, 3 uur; THB b—WH, 3 uur,
Halfweg bDOA, 3 uur
Afd. G: HBC b—DEK, 3 uur; HBC cTYBB b, 3 uur,
DSS b—O Gezellen b, 3 uur; DSS aO. Gezellen c. 3 uur
NOORDELIJKE ADSPIR ANTEN COMPETITIES.
Afd, A: Beverwijk a—VVB a, 3 uur, W. de Boer.
Afd. B: Kennemers b—Stormvogels c, 3 uur; Beverwijk b
-VSV c, 3 uur; Kinheim b—VVB b, 3 uur; VSV d—Ken-
nemers c, 3 uur.
(Adv. lngez. Med.)
Wielrijden
Om den Grooten Prijs van Noord-
Holland.
Wedstrijd op home-trainers.
Zondag 15 December wordt door de R.K. Wiel-
renvereeniging „Achilles" den Grooten Prijs van
Noord-Holland op home-trainers georganiseerd
Zoowel profs, onafhankelijken en nieuwelingen
namen vorig jaar aan deze wedstrijden deel.
De inschrijving is wederom opengesteld voor
alle categorieën. Zij worden in twee groepen ge
splitst n.l.: onafhankelijken en amateurs en de
rest. Allen rijden lxl K.M. en 1 x 3 K.M. De
tijden der beide afstanden worden tezamen geteld
Hij die de korste totaal-tijd maakt is wannaar enz
De inschrijving kan geschieden bij den secretaris
der R.K. W. V. „Achilles", den heer J. Engel, Die-
pcnbrockstraat 51, Haarlem en sluit 12 Decembei
laatste post.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Inlichtingen aan het Bureau van Polllie, Smedestraat
te Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur.
Terug te bekomen bij; Gorter, Kloppersingel 155, beurs;
Voskuil, lordenstraat 26, ceintuur; v. d. Linden, N. Tuin
dorplaan 66. das; Sander. N. Tuindorplaan 25. das; Gebr.
Brederode, Gr. Markt 21, geldstuk; Kennel, Soendaplein.
hond (fox); Schultheix. Kleverlaan 144, hondje; Gem.
Geneesk. en Gezondheidsdienst. Nwe Gracht, hondje; v.
d. Bregge, Kenaupark 4, herdershond; Asyl, Ridderstraat
11. honden (6 st.); Fauna. Friesche Var'kensmarkt 24,
kat: Kennel. Ridderstraat 11, kater; v. Duuren. Emostraat
7. horlogeketting; Jordens. Gauwstraat 26. loterijbriefje:
Kok. Velserstraat 91, damesportemonnaie m. inh.; v. d.
Berg. Thomsonlaan 63. damesportemonnaie m. inh.; Bu
reau van Politie. Smedestraat, damesportemonnaie m.
inh.; Wijninx. Obistraat 10, po/temonnale m. inh.; Zijlstra,
Paul Krugerkade. jongensschoenen; Gebr. Brederode, Gr.
Markt 21. sigarenaansteker; Cornetke, Kleverlaan 157.
sloop; Van Tessen. Zaanenstraat 81. t.ischje; Timmer
mans. Joh. Verhulstlaan 29, Heemstede, tasch (vilt); Bu
reau van Politie, Smedestraat. kindertaschje; Klingers,
Gen. Joubertstraat 42 zw„ vulpotlood; Homick. Lange-
hrug (brugwachter), zak met lijfgoed; Wendse. Korte
Houtstraat 7. zak met waschgoed; Bureau van Politie.
Smedestraat, sleutel.
(Adv. lngez. Med.)
Tama Mori krijgt een broertje.
De geschiedenis van een klein meisje in Japan.
Er was een klein meisje en dat woonde heel,
héél ver hier vandaan, in Japan. Heb je weieens
geho.ord van dat vreemde land waar de mensen
in lange zijden kimono's op straat lopen en waar
huizen zijn met papieren vensterruiten?
't Is prettig, iets meer te weten over Japan en
zijn bewoners en daarop wil ik je vertellen van
Tama Mori en haar broërtje.
O, wat had- Tama lang naar dat kleine broertje
verlangd! Lange tijd was ze alleen met haar vader
en moeder, en eindelijk toen ze zes jaar was en al
naar school ging, werd de kleine Yajima geboren.
Nooit had Tama zo'n heerlijke, gelukkige dag be
leefd als die, waarop ze voor het eerst het klagelijk
schreien van haar broertje hoorde.
Niet, dat Tama zich verveelde, toen ze alleen
was. O nee. er was altijd genoeg te zien en te be
leven in huis en in de tuin. Hun prachtig wit huis
lag aan het eind van een straat, waarlangs twee
rijen wilde kersebomen stonden en als die bloeiden
dan zaten er zoveel zacht wuivende bloesems aan.
dat jc de blauwe lucht boven je hoofd door al die
fijn geurende bloemetjes niet zien kon. Als Tama
aan moeders hand uit was geweest, b.v. naar de
markt of gewoon maar om een wandeling te ma
ken. dan liep ze door die kersebloesemstraat altijd
omhoog te kijken en de heerlijke geuren op te
snuiven. En eens had zó strak'naar boven gekeken,
dal ze gestruikeld en gevallen was en er een grote
scheur was gekomen in haar mooie kimono. Tama
herinnerde zich nog best, hoe verdrietig moeder
daarom geweest was, want Japanse moeders zijn
heel erg netjes op de kleren van haar kinderen
en een gescheurde kimono is bedorven. Die is
niet nieuw meer en kan heus niet meer worden
gebruikt; er moet gauw een andere voor worden
gekocht.
Als je de kersebloesemstraat door was, kwam je
in de tuin van Tama's ouders. Daar was de oude
knecht met zijn korte blauwe broek en zijn hoofd
doek de hele dag bezig met vegen en harken en
opruimen. Zorgvuldig voegde hij de afgevallen
bladeren voor de poort van het huis weg, want alles
moest schoon en netjes zijn.
De tuin was mooi en stil; daar waren zacht rui
sende bamboebosjes en een kleine vijver, waarin
prachtige goudvissen zwommen. Dat waren Tama's
vriendjes; iedere dag mocht zij ze voeren.
En het huis was ook mooi. Er waren vele kamers
in. maar wij als Europese kinderen, zouden ze erg
leeg gevonden hebben. Er stonden geen stoelen;
alleen lagen er veel mooi gekleurde kussens op de
grond. De Japanners zitten altijd op kussens, ook
bij de maaltijden.
Toen Tama vier jaar oud was. kreeg ze ook haar
eigen slaapkamertje, 't Was niet moeilijk om dat
kamertje te maken: er werd eenvoudig een moo:
scherm in de huiskamer gezet van stevig beschil
derd papier en daarachter mocht Tama slapen.
Daarachternee, dat stond niet haar bedje
zoals je misschien gedacht had. In geen enkel Ja
pans huis zul je een bed vinden. Maar 's avonds
vóór Tama ging slapen, kwam het dienstmeisje in
het kamertje en die haalde dan uit de kast twee
dikke zijden dekens, die tot matras dienden Als
dek had Tama een dik gewatteerde zijden deken,
die ver over haar bedje heen viel. En het kussen
tje van Tamanee, daar zul je van schrikken;
toen ze heel klein was, mocht ze nog een gewoon
kussen hebben, maar toen ze wat groter werd,
kreeg ze een klein gelakt doosje, bekleed met een
heel klein, dun kussentje. Dit „slaapdoosje" gebrui
ken alle Japanse vrouwen en meisjes; ze schuiven
het onder haar hals, zodat het hoofd vrijligt. Dat
is bij de vrouwen om het mooie kapsel niet te be
derven en de kleine meisjes moeten er vast maai
aan wennen!
En over het „bedje" van Tama hing een prach
tig lichtgroen muskietengordijn. Als het 's avonds
was neergelaten, lag Tama daar veilig als in een
echt sprookjeshuisje
Tama was heel gelukkig en tevreden toen ze mei
vader en moeder alleen was. 's Morgens, als ze
jakker werd door het geratel van de houten blin
den, die werden opengeschoven, kwam moeder, die
in de huiskamer sliep, zelf voor haar bedje staan
om haar te roepen. En dan gingen ze samen naar
de houten veranda waar de koperen waskommen
van vader en moeder al klaar stonden, met er
tussen in een kleinere kom voor Tama. Naast elke
kom lag een stukje zeep, een handdoek, een tan
denborstel en een beetje zout om de tanden te poet
sen. Toen Tama nog niet eens al haar tandjes had.
kon ze al wat keurig poetsen. En vader en moeder,
die alleen maar Tama hadden waren erg blij, dat
ze zo'n flink meisje was. Ja, eigenlijk werd Tama
wel een beetje verwend, al werd haar ook al heel
jong geleerd beleefd te zijn en driemaal diep te
buigen als ze haar ouders begroette.
Tama had een prettig leventje vol spel en
vreugde, vol uitstapjes met moeder en partijtjes
met haar kleine vriendinnetjes. Ze was dan ook
altijd vrolijk en blij: haar lach schalde door al
de kamers van het grote huis.
Maarsoms dacht Tama weieens, dat moeder
niet altijd zo blij was. Ja, 't was zo: moeder kon
vaak treurig kijken en dan liep ze te dromen en gal
helemaal geen antwoord op Tama's ongeduldige
vragen, als het meisje aan de mouw van haar
kimono trok.
Moeder en Tama waren altijd samen. Toen Tama
nog heel klein was, mocht ze op moeders rug zitten
en werd zo overal naar toe meegedragen: naar de
markt, naar de grote, prachtige winkels en ook
weieens naar de tempel.
En daar in die tempel, die eigenlijk een Japanse
kerk is, waar de mensen bidden tot Boeddha, hun
groten profeet, daar hjfd Tama eigenlijk voor het
eerst gezien, dat moeder niet altijd vrolijk was,
zoals zij. Want als moeder neerknielde om te bid
den, druppelden er vaak tranen langs haar bruine
wangen, die ze dan vlug afveegde met de mouw
van haar kimono, opdat Tama 't niet zien zou.
Maar Tama had het toch gezien en eens, toen
moeder haar voor de macht gereed maakte
duwde ze haar zwart hoofdje tegen moeders schou
der en fluisterde: „Moeder, waarom hebt u ge
schreid?"
En toen vertelde moeder haar, dat ze toch zo
heel, héél graag nog een kindje wilde hebben: een
klein jongetje. Vader en moeder hadden dat al zo
lang gewenst en iedere week ging moeder naar de
tempel om wierook te branden en te bidden om
een zoon. Dit alles begreep Tama heel best: ze wist
allang al was ze nog klein dat alle mensen
in Japan naar zoons verlangen en dat ze daar
eigenlijk veel blijer mee zijn dan met meisjes.
En toen, ongeveer een jaar nadat Tama's moeder
van haar grote verdriet verteld had, werd werkelijk
haar wens vervuld. Kleine Tama kreeg een broer
tje.
Op een morgen, toen ze wakker werd, begreep
Tama opeens, dat er iets bizonders was. De zon
stond al hoog aan de hemel en inplaats van moeder
stond Hana, de oude dienstbode, voor het bedje
en wenste haar diep buigend goedenmorgen.
Tama, nog half in slaap, wreef haar ogen uit en
fluisterde: „Waar is moeder?"
En toen vertelde Hana het. „Ga je vlug wassen
en aankleden", zei ze. „Als je stil en zoet beni mag
je mee om je broertje te zien".
„Je broertje!" Tama werd bleek en rood van ver
Nu kwam er een heerlijke tijd voor Tama aan.
rassing. Nu was het tóch gebeurd, waar ze zo lang
naar verlangd hadden!
En vijf minuten later kwam ze aan de hand van
Hana het voorvertrek binnen, waar het een drukte
van belang was. Alle ooms en tantes, neven en
nichten waren daar bijeengekomen om het Kindje
te zien. En na een klein poosje werd een scherm
'.er zijde geschoven. Tama werd stil en hoorde haar
eigen hartje kloppen, toen broertje werd binnen
gebracht op de arm van de baker.
Een lief, zachtbruin lijfje had Yajima, enkel ge
kleed in een luier. En zijn haar was dicht en pik
zwart. Ze streelde heel voorzichtig met haar vingen
langs zijn kromme bruine beentjes.
Nu kwam er een heerlijke tijd voor Tama aan
Eerst het grote feest van de naamgeving, toen Yaji
ma zes dagen oud was, en toen de tocht naar de
tempel op de één en dertigste dag van oroertjes
leven. Wat een ooms en tantes waren daar wee'
bij en wat kreeg broertje veel prachtige geschen
ken!
Weet je wat hij ook kreeg? Dat zul je nooit raden'
Hij kreeg een reuzegrote witte hond met wijd-
opengesperde ogen, grote oren en een prachtige
kruilstaart: geen levende natuurlijk maar een speel
goedhond.
Tama was eerst erg bang voor het griezelige bees'
en ze kon niet begrijpen, dat broertje daar nu mee
moest spelen. Maar moeder legde haar uit, dat he*
ook eigenlijk geen speelgoed was maar een waak
hond, die 's nachts naast Yajima's hoofdkussen
moest zitten om zijn boze dromen te verjagen Dal
doen zulke witte honden graag in Japan: als ei
een boze droom aankomt, zeggen ze hap en eter-
hem op. Gemakkelijk hè9
„Leuk", zei Tama, „en dan droomt u ook nooi
meer akelig, hè moeder?. Want broertje slaapt im
mers bij u in bed?"
„O", zei moeder. ..de hond hoeft op mij niet te
passen. Ik ben zó blij met mijn zoontje, dat ;k nooit
meer akelig dromen zal".
En dus waren er drie blij: vader, moeder en
Tama. Het meisje verheugde zich er al op. dar
Yajima zó groot zou zijn, dat zij hem op haar rug
mocht dragen. Dat zou eerst een vrolijk leventje
worden!
R. DE RUIJTER—v. d. VEER.
WAT IS MISTLETOE?
De misteltwijg (ook maretak of vogellijen
genoemd, om de Engelse naam mistletoe nu eens
buiten beschouwing te laten) Ls een heel bijzon
der plantje. Het heeft smalle lancetvormige
blaadjes en witte bessen, 't Is een parasiet op
verschillende bomen, zoals appels, lijsterbessen,
populieren, enz. In ons land vindt men de mis
teltwijg- in Zuid-Limburg, Veel sagen, sprookjes
en bijgelovigheden zweven om dit eigenaardige
plantje, dat op zo'n geheimzinnige wijze zonder
wortels op een andere boom groeit.
Reeds in de oude Germaanse godensagen ko
men mythen voor over de mistel twijg.
Bij de oude Druïden stond het plantje in hoog
aanzien. Het werd „de Algenezende" genoemd
en men was er stellig van overtuigd da» het
een geneesmiddel 'cgen a'ierlet ziekten en ver
giften bevatte. Werd er nu een misteltwijg in 't
bos ontdekt, dan werd zodra het nieuwe maan
was, alles onder de boom voor een offer in ge-
EXAMENS.
Academische opleiding.
Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Amster
dam tot doctor in de geneeskunde op proef
schrift getiteld: „Moederschapszorg in het Markie-
zaat van Bergen op Zoom", de heer H. J. Ensink,
geboren te Antwerpen.
Geslagad voor het doet. ex. rechten de heer
K. J. Denijs.
JUBILEUM BIJ DE POSTERIJEN.
Op Zondag 1 December a.s. zal de heer F. W.
d. Broek, brievenbesteller te Haarlem, zijn
zilveren ambtsjubileum
vieren. Door zijn opge
wekt humeur en hulp
vaardigheid heeft de a.s.
jubilaris vele vrienden
verworven. Zoowel bij
zijn superieuren, colle
ga's en het publiek is
de heer v. d. Broek zeer
gezien.
Hoewel de tijdsomstan
digheden zich niet
leenen voor feestelijk
heden, zal het den
jubilaris dien dag zeker
niet aan belangstelling
ontbreken.
Van 11 t.m. 17 uur dien dag is er receptie te
zijnen huize, Rollandstraat 84.
(Foto archief H.D.)
Heden:
VRIJDAG 29 NOVEMBER.
Gemeentelijke Concertzaal: Ledenconcert H.O.V„
7 uur.
Frans Hals Museum. Tentoonstelling „Kunst zij
ons doel", 104 uur.
Luxor Theater: „Op stap", 2.30, 6.30 en 8.45 uur.
Palace: „Moordzaak Holm", 2, 6.30 en 8.45 uur.
Frans Hals Theater: „Verbannen", 2.30, 6.30 en
8.45 uur.
Rembrandt Theater: „De Postmeester", 2.30, 6.30
en 8.45 uur.
ZATERDAG 30 NOVEMBER.
Stadsschouwburg: „Familiefeest" door „Het Mas
ker", 7.30 uur.
Frans Hals Museum. Tentoonstelling „Kunst zij
ons doel", 104 uur.
Bioscooptheaters. Voorstellingen des middags en
des avonds.
POSTZECELRUBRIEK
1938 Herd. Marconi
1938 Herd, marschen n. Rome
10c.
20c.
25c.
30c.
50c.
75c.
IL.25
IL.75
2L.75
5L.
ITALIë. Aanvulling VU.
In 1938 verscheen een herdenkingsuitgave voor Gugliel-
mo Marconi, die ln 1937 overleed Zo je wel weet is dit
de uitvinder van verschillende electrische- en radia-
apparaten. Zijn portret komt op alle zegels voor terwijl
de uitgegeven waarden zijn 20 e. (rose), 50 c. (violet),
1 L. 25 (blauw), grootte 32x35 m.m.
In October 1938 verscheen een gedenkuitgave ter her
innering aan de marschen naar Rome met beelden uit de
Romeinsche geschiedenis, n.m.l. de 10 c. (d. bruin - Romu
lus). 20 c. (karmijn - Keizer Augustus). 25 c. (groen -
Dante dichter), 30 c. (olijfbr. - Columbus), 50 c. (violet -
Leonardo da Vinei), 75 c. (rood - Victor Emanuel II en
Garibaldi). 1 L. 25 (blauw - Graf v. d. Onbekende Soldaat
te Rome), 1 L. 75 (violetzwart - allegorische voorstelling
der marschen naar Rome). 2 L. 75 (d. blauwgr. - Keizers
kroon voor Vic. Em III van Etiopië), 5 Lire (rd. bruin -
Koning-Keizer Victor Emanuel III). Grootte 32x38 m.m.
Zie voor de indeling het schetsje.
Rustenburgerlaan 23.
reedheid gebracht. Twee witte stieren werden
onder de boom geleid vervolgens sneed de pries
ter met zijn gouden sikkel de misteltwijg af en
ving het plantje op in zijn witte mantel, ter
wijl hij de zegen der goden afsmeekte over het
genezend werk dal de plant zou verrichten. Ver
volgens werden dan de stieren geslacht.
In onze tijd speelt de misteltwijg alleen nog
maar een bescheiden i*ol bij de Kerstmisviering
vooral in Engeland.
GELD VERZENDEN IN DE OUDE TIJD.
Wie geld wil verzenden, heeft het tegenwoordig al heel
gemakkelijk! Je loopt maar eventjes naar 't dichtst
bijzijnde postkantoor, geeft hei geld aan 't loket af. vult
een postwissel formulier in en klaar is Kees! En als ie een
girorekening hebt. is 't nog eenvoudiger: je vult een giro
biljet of een cheque In en doet ze in de brievenbus.
Vroeger was dit alles echter heel wat ingewikkelder.
Vijfhonderd laar geleden, toen er nog geen treinen waren
en men dus per postkoets reisde, kon men alleen geld
verzenden als men het In een sterke eikenhouten kist
verpakte, tenminste als het boven de vijfhonderd gulden
was Voo' kleinere sommen gebruikte men leren buidels,
die dan mei een gezegeide brief erbij aan den dlligence-
koetsiei weiden overhandigd En dan liep de afzender
nog altijd hel grote risico, dal de postkoets onderweg
door rovers aangevallen werd en deze zich met de kist
of buidel uit de voeten maakten.
Honderd Jaar geleden kwam er een grote verbetering
in het geld verzenden, doordat het toen mogelijk werd
dit per post te doen Men stelde het geld met een dikke
brief erbij persoonlijk aan de bode ter hand en schreef
op de envelop, .honderd gulden uil. te betalen aan ge-
adresseet de".
De postbode moest dus altijd heel eerlijk zijn en was
dit meestal ook wel Ei kwam overigens bij. dat hij zijn
loon pas uitbetaald kreeg ais de brief met het geld goed
en wel bezorgd was.
Voor sommige mensen, die wel eens kort bij kas waren,
was 't erg prettig, dat men dat bodeloon een hele tijd!
desnoods een paar Jaar kon laten oplopen Aan 't eind
van het Jaar kreeg de postbode dan b.v, van Iedere gulden
die bi' had overcebrarh» een ceni
roe.- aiei -4. <.,.(>|c werdr-. uitgevonden was dit
meieei afgelopen In de laatste Helft van de vorige eeuw
werden loen de postwissels in gevoerd, waardoor leder
zonder moeite geld kan verzenden. Je mag wel eens goed
bedenken wat een gemak dit is, vergeleken bij vroegejJ