BOUVY-KRiSTALBADZO£/r.4r üaa flacon, eengeu&ó? \l Spoct en Spei AGENDA. VR TT DAG 29 NO V F. M F. F R 1940 TT A" A R Ti E M'S D A G B F A D 6 V Hoeveel verdient een wereld kampioen op de fiets? Koppelrijders konden f,er wel van leven". Het publiek, dat wielerwedstrijden pleegt te bezoeken, ziet na verloop van tijd den eenen na den anderen veel- belovenden amateur tot de rijen der beroepsrenners toe treden en het komt tot de conclusie, dat het wielrijden als een vak toch zeker de moeite waard moet zijn. Het krijgt zoo nu en dan verhalen ..uit den ouden tijd" te hoo- ren, uit de dagen, dat Piet van Kempen zijn triomfen als Zesdagen-konlng veirde en het vraagt zich af, of het nu werkelijk waar is, dat deze bekende pedaalridder op het toppunt van zijn roem voor een dergelijke monsterrace tot 800 gulden per dag kon bedingen. Het antwoord op deze ^-aag luidt bevestigend; het is Inderdaad voorgekomen, dat dit bedrag in het contract van Zwarte Piet niet te verwarren met zijn Spaanschen naamgenoot vermeld stond. Dit waren echter uitzon deringen en men meene niet, dat Van Kempen na afloop van den wedstrijd dan 6 maal 800 oftewel 4800 gulden als zuivere winst kon opstrijken. Een goede manager is voor een zesdagen-koppel een eerste vereischte en het spreekt vanzelf, dat zulk een persoon die taak niet op zich neeqit om vliegen te vangen. Als hij zijn vak goed verstaat en dat zijn er betrekkelijk maar weinigen kan hij op een niet gering percentage der verdiensten van de ren ners onder zijn hoede aanspraak maken. Voorts moet het koppel voor voldoende materiaal zorgen; hun niet te stillen eetlust vergt van den kok uiterste bekwaamheid in het bereiden van kippetjes, omeletten, enz., waarvoor deze functionaris zich eveneens goed laat betalen. Dan zijn er nog de soigneurs, van wie goed vakmanschap op het gebied van rijwielbouw en -onderhoud wordt ver- eischt en ten slotte zijn er nog de honderd en één bijko mende dingen, zooals verbandmiddelen, embrocation, e. d.. dte bekostigd moeten woiden. Daarmede is zeker de helft van de dagelijksche ver diensten gemoeid, waar tegenover natuurlijk de premies staan, die voor de beste koppels gedurende de zes dagen meer dan duizend gulden kunnen geloopen. Dergelijke monsterraces zijn echter gedurende de laatste jaren in vele landen van Europa in ongenade geraak! en het zijn thans hoofdzakelijk de sprinters en koppelrijders, dte de aandacht vragen. De sprinters van wereldklasse zijn klein in getal; meestal waren het Van Vliet, Scherens, Gérardin en Richter, die die elkaar de eer van den wereldtitel betwistten. In de plaats van den veteraan Michard is thans Derksen ge komen en wellicht zal de Italiaan Astoli na den oorlog ook nog van zich doen spreken. Het aantal is echter te klein om steeds weer het publiek te kunnen trekken, want niet zelden stond het resultaat van den wedstrijd van te voren vast. Dit was voor de managers der Parijsche banen aanleiding de gages dezer renners terdege te ver lagen. wat tot gevolg had, dat deze het bijltje er bij neer legden en tenslotte de betrokken banen boycotten. De sprint is echter de zuiverste uiting van de wieler sport, omdat daarbij naast de lichamelijke factoren snelheid, kracht en souplesse ook de geestelijke tac tiek, inzicht en maatgevoel een belangrijke rol spelen. Dat vele sportliefhebbers de sprint als zoodanig waar- deeren. blijkt wel uit het feit, dat er voor dit onderdeel van de wereldkampioenschappen, alsmede voor de Grand Prix van Parijs en Kopenhagen zeer groote belangstelling bestaat. Wat den duur betreft, verhoudt zich de sprint tot de zesdagenrace als een korreltje zand tot de woestijn, maar dat wil niet zeggen, dat een sprinter van naam geen be hoorlijke gage zou kunnen bedingen. Plet Moeskops, wiens reputatie nog geenszins vergeten is, ontving ln zijn glorietijd dikwijls 300 gulden per wedstrijd, doch sinds dien zijn de tijden ietwat veranderd. Maar een baan- dlrecteur. die zijn pappenheimers kende, schroomde vóór het uitbreken van dezen oorlog niet Arie Van Vliet 150 gulden voor zijn medewerking aan het programma te be talen. terwijl de wereldkampioen na een wedstrijd ln het Amsierdamsohe Stadion meestal met 200 gulden naar huls ging. Gezien het bovenstaande Is het begrijpelijk, dal op den voorgrond tredende amateurs de verleiding om naai de beroepsklasse over te gaan. niet kunnen weerstaan, al blijkt ook hier. dat velen geroepen, doch weinigen uit verkoren zijn. Er is echter minstens één zéér groot amateur geweest. die het wielrennen steeds als liefhebberij is blijven beschouwen. Dat was Maurice Peeters, de Haagsche sprinter, die pas op lateien leeftijd dezen tak van sport ging beoefenen, maar die er des ondanks in slaagde om, 38 Jaar oud, in één zomer de Grand Prix van Parijs, het Olympisch- en hel wereld kampioenschap te veroveren. Ons dameshockey en de selectiewedstrijden te Bloemendaal. Snelheid maar geen tempo. Eenlge weken geleden organiseerde het als steeds actieve bestuur van den Dameshockeybond op het B. M. H. C. -terrein te Bloemendaal selectiewedstrijden tus- schen drie elftallen, gekozen uit speelsters van clubs uit Haarlem, uit Den Haag en uit Amsterdam en 't Gooi. Het doel dezer matches was klaarblijkelijk zooveel mogelijk jongere krachten naar voren te brengen, een voornemen, waarin men uitstekend is geslaagd. Vorig jaar leidden deze pogingen reeds tot eenige „ontdekkingen", die sinds dien getoond hebben haar plaats in een vertegenwoor digend team in vele opzichten waard te zijn. Naast en tegen de meer bekende speelsters wisten sommigen van hen zich uitstekend te handhaven en we noemen ln dit verband mej De Jong. de doelverdedigster van B. M. H. C., mej..Piel (H. H. Y. C.), de gezusters Loeb (Rood Wit), mej. Leven (Hilversum) en mej. Versluys. Natuurlijk zijn er ln andere plaatsen en districten van ons land eveneens „coming-women", die men in dergelijke elftallen met succes een kans zou kunnen geven, maar we willen ons thans bepalen tot de speelsters, die op het B. M. H. C.-terreln haar kunst toonden. Het is dan merkwaardig te moeten constateeren, dat, ofschoon de deelneemsters over het algemeen zich veel gemakkelijker verplaatsen en veel beter en sneller loopen dan eenige jaren geleden het geval was, het tempo van het spel daar door niet in gelijke mate is verhoogd. De voornaamste oorzaak daarvan is het zeer onzuivere plaatsen, gepaard aan te kort spel van het binnentrio in den aanval en het te weinig daarin betrekken van de vleugelspeelsters, waarvan er juist vele zooals de dames E. Exalto en B. Bruigom zeer snel ter been zijn. Een andere tekort koming. waarbij zoowel de techniek als de tactiek zijn betrokken, is de wijze, waarop de strafcorners worden genomen en meestal niet benut. Deze fout springt te meer in het oog, omdat de speelsters in den loop van eenige seizoenen voldoende gelegenheid gehad hebben om te leeren, hoe ervaren krachten als mevr. Van Baas- bank—Roos en mej. Roilin Couquerque ln dit opzicht met succes te werk gaan. Er was echter ook veel goeds en wel ln de eerste plaats het enthousiasme, waarmede wordt gespeeld. Verder het uithoudingsvermogen, waaruit een doelmatige voor bereiding blijkt. Intusschen is het wel eens aardig hier een poging te wagen tot het samenstellen van een elftal uit de speelsters, die onlangs aan de bovenbedoelde selectie-wedstrijden hebben deelgenomen. We komen dan tot de volgende conclusie: Ubbink (Gooi); Smithuyzen (Amsterdam) en Kerkhoven (B. D. H. C.); De Vletter (B. D. H. C.). J. Goeting (Rood Wit) en Wijnstroom (B. D. H. C-); Bruigom (H- H. Y. C.), Tellegen (H. H. Y. C.), Kok (Hilversum), Kruize (H. H. Y. C.) en Exalto (H. H. Y. C.). Bij deze keuze behooren dan de volgende aanteekenin- gen: mej. T. Goeting is momenteel de beste linksbuiten en als zoodanig verre te verkiezen boven mej. Exalto. Daar eerstgenoemde in Rood Wit met mej. L. Jongeneel een zeer succesvollen vleugel vormt en laatstgenoemde weinig voor mej. Kruize onderdoet, zou het wellicht aan beveling verdienen, de twee Heemsteedsché speelsters samen op te stellen. Voorts komt in plaats van mej. Kerk hoven zeker ook me). Versluys in aanmerking, waarbij we van de veronderstelling uitgaan dat zoowel mevr. van Baasbank als me) Couquerque op haar lauweren, in vroegere vertegenwoordigende teams behaald, wenschen te blijven rusten. En tenslotte geven we de keuze-com- misie ln overweging, uit de „eerste- en tweedejaars" eens een soort „prille jeugd-elftal" te kiezen, dat in den strijd tegen een meer ervaren team veel routine zou kunnen opdoen. Voetbal Ninaber naar Stormvogels. Geducht verlies voor de roodbroeken. Naar we vernemen, heeft de bekende Haarlem-speler Ni naber overschrijving naar Stormvogels aangevraagd. Dit beteekent dus een geducht verlies voor de roodbroeken, want een goede linksbuiten is In ons land altijd nog een kostbaar bezit. Intusschen zal dus de Stormvogels-voorhoede het volgend jaar een flinke versterking ondergaan. NEDERL. VOETBALBOND. (onderafdeellng Haarlem) ZATERDAGMIDDAG-COMPETITIE. Afd. A: Tweede Jeugd—ZSV, 3 uur, Chr. Klerk: RCH— Kennemerland 1, 3 uur, J. A. G. Krouwels Jr. Afd. B: Kennemerland 3—VEW 2, 3 uur. J. Steffens; Johez 2—VVRA. 3 uur, A. Zomer Jr.; VVB—ETO. 3 uur! G. H. Hesseltnk Jr.;SIZO 2—Kennemerland 4, 3 uur, M Bloemink Jr. ADSPIR ANTEN COMPETITIES. Afd. A: Geen wedstrijden. Afd, B: DeCeO bHFC b 3 uur. Afd. C: Geen wedstrijden. (Adv. Lngez. Med.) Afd. D: Haarlem eBloemendaal, 3 uur; EDO c—ETO 3 uur; RCH cTHB a, 3 uur. Afd. E; RCH eSTZO, 3 uur; ZeemeeuwenEDO d, 3 uur; Hlilegom—Hillinen, 3 uur; THB b—WH, 3 uur, Halfweg bDOA, 3 uur Afd. G: HBC b—DEK, 3 uur; HBC cTYBB b, 3 uur, DSS b—O Gezellen b, 3 uur; DSS aO. Gezellen c. 3 uur NOORDELIJKE ADSPIR ANTEN COMPETITIES. Afd, A: Beverwijk a—VVB a, 3 uur, W. de Boer. Afd. B: Kennemers b—Stormvogels c, 3 uur; Beverwijk b -VSV c, 3 uur; Kinheim b—VVB b, 3 uur; VSV d—Ken- nemers c, 3 uur. (Adv. lngez. Med.) Wielrijden Om den Grooten Prijs van Noord- Holland. Wedstrijd op home-trainers. Zondag 15 December wordt door de R.K. Wiel- renvereeniging „Achilles" den Grooten Prijs van Noord-Holland op home-trainers georganiseerd Zoowel profs, onafhankelijken en nieuwelingen namen vorig jaar aan deze wedstrijden deel. De inschrijving is wederom opengesteld voor alle categorieën. Zij worden in twee groepen ge splitst n.l.: onafhankelijken en amateurs en de rest. Allen rijden lxl K.M. en 1 x 3 K.M. De tijden der beide afstanden worden tezamen geteld Hij die de korste totaal-tijd maakt is wannaar enz De inschrijving kan geschieden bij den secretaris der R.K. W. V. „Achilles", den heer J. Engel, Die- pcnbrockstraat 51, Haarlem en sluit 12 Decembei laatste post. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het Bureau van Polllie, Smedestraat te Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur. Terug te bekomen bij; Gorter, Kloppersingel 155, beurs; Voskuil, lordenstraat 26, ceintuur; v. d. Linden, N. Tuin dorplaan 66. das; Sander. N. Tuindorplaan 25. das; Gebr. Brederode, Gr. Markt 21, geldstuk; Kennel, Soendaplein. hond (fox); Schultheix. Kleverlaan 144, hondje; Gem. Geneesk. en Gezondheidsdienst. Nwe Gracht, hondje; v. d. Bregge, Kenaupark 4, herdershond; Asyl, Ridderstraat 11. honden (6 st.); Fauna. Friesche Var'kensmarkt 24, kat: Kennel. Ridderstraat 11, kater; v. Duuren. Emostraat 7. horlogeketting; Jordens. Gauwstraat 26. loterijbriefje: Kok. Velserstraat 91, damesportemonnaie m. inh.; v. d. Berg. Thomsonlaan 63. damesportemonnaie m. inh.; Bu reau van Politie. Smedestraat, damesportemonnaie m. inh.; Wijninx. Obistraat 10, po/temonnale m. inh.; Zijlstra, Paul Krugerkade. jongensschoenen; Gebr. Brederode, Gr. Markt 21. sigarenaansteker; Cornetke, Kleverlaan 157. sloop; Van Tessen. Zaanenstraat 81. t.ischje; Timmer mans. Joh. Verhulstlaan 29, Heemstede, tasch (vilt); Bu reau van Politie, Smedestraat. kindertaschje; Klingers, Gen. Joubertstraat 42 zw„ vulpotlood; Homick. Lange- hrug (brugwachter), zak met lijfgoed; Wendse. Korte Houtstraat 7. zak met waschgoed; Bureau van Politie. Smedestraat, sleutel. (Adv. lngez. Med.) Tama Mori krijgt een broertje. De geschiedenis van een klein meisje in Japan. Er was een klein meisje en dat woonde heel, héél ver hier vandaan, in Japan. Heb je weieens geho.ord van dat vreemde land waar de mensen in lange zijden kimono's op straat lopen en waar huizen zijn met papieren vensterruiten? 't Is prettig, iets meer te weten over Japan en zijn bewoners en daarop wil ik je vertellen van Tama Mori en haar broërtje. O, wat had- Tama lang naar dat kleine broertje verlangd! Lange tijd was ze alleen met haar vader en moeder, en eindelijk toen ze zes jaar was en al naar school ging, werd de kleine Yajima geboren. Nooit had Tama zo'n heerlijke, gelukkige dag be leefd als die, waarop ze voor het eerst het klagelijk schreien van haar broertje hoorde. Niet, dat Tama zich verveelde, toen ze alleen was. O nee. er was altijd genoeg te zien en te be leven in huis en in de tuin. Hun prachtig wit huis lag aan het eind van een straat, waarlangs twee rijen wilde kersebomen stonden en als die bloeiden dan zaten er zoveel zacht wuivende bloesems aan. dat jc de blauwe lucht boven je hoofd door al die fijn geurende bloemetjes niet zien kon. Als Tama aan moeders hand uit was geweest, b.v. naar de markt of gewoon maar om een wandeling te ma ken. dan liep ze door die kersebloesemstraat altijd omhoog te kijken en de heerlijke geuren op te snuiven. En eens had zó strak'naar boven gekeken, dal ze gestruikeld en gevallen was en er een grote scheur was gekomen in haar mooie kimono. Tama herinnerde zich nog best, hoe verdrietig moeder daarom geweest was, want Japanse moeders zijn heel erg netjes op de kleren van haar kinderen en een gescheurde kimono is bedorven. Die is niet nieuw meer en kan heus niet meer worden gebruikt; er moet gauw een andere voor worden gekocht. Als je de kersebloesemstraat door was, kwam je in de tuin van Tama's ouders. Daar was de oude knecht met zijn korte blauwe broek en zijn hoofd doek de hele dag bezig met vegen en harken en opruimen. Zorgvuldig voegde hij de afgevallen bladeren voor de poort van het huis weg, want alles moest schoon en netjes zijn. De tuin was mooi en stil; daar waren zacht rui sende bamboebosjes en een kleine vijver, waarin prachtige goudvissen zwommen. Dat waren Tama's vriendjes; iedere dag mocht zij ze voeren. En het huis was ook mooi. Er waren vele kamers in. maar wij als Europese kinderen, zouden ze erg leeg gevonden hebben. Er stonden geen stoelen; alleen lagen er veel mooi gekleurde kussens op de grond. De Japanners zitten altijd op kussens, ook bij de maaltijden. Toen Tama vier jaar oud was. kreeg ze ook haar eigen slaapkamertje, 't Was niet moeilijk om dat kamertje te maken: er werd eenvoudig een moo: scherm in de huiskamer gezet van stevig beschil derd papier en daarachter mocht Tama slapen. Daarachternee, dat stond niet haar bedje zoals je misschien gedacht had. In geen enkel Ja pans huis zul je een bed vinden. Maar 's avonds vóór Tama ging slapen, kwam het dienstmeisje in het kamertje en die haalde dan uit de kast twee dikke zijden dekens, die tot matras dienden Als dek had Tama een dik gewatteerde zijden deken, die ver over haar bedje heen viel. En het kussen tje van Tamanee, daar zul je van schrikken; toen ze heel klein was, mocht ze nog een gewoon kussen hebben, maar toen ze wat groter werd, kreeg ze een klein gelakt doosje, bekleed met een heel klein, dun kussentje. Dit „slaapdoosje" gebrui ken alle Japanse vrouwen en meisjes; ze schuiven het onder haar hals, zodat het hoofd vrijligt. Dat is bij de vrouwen om het mooie kapsel niet te be derven en de kleine meisjes moeten er vast maai aan wennen! En over het „bedje" van Tama hing een prach tig lichtgroen muskietengordijn. Als het 's avonds was neergelaten, lag Tama daar veilig als in een echt sprookjeshuisje Tama was heel gelukkig en tevreden toen ze mei vader en moeder alleen was. 's Morgens, als ze jakker werd door het geratel van de houten blin den, die werden opengeschoven, kwam moeder, die in de huiskamer sliep, zelf voor haar bedje staan om haar te roepen. En dan gingen ze samen naar de houten veranda waar de koperen waskommen van vader en moeder al klaar stonden, met er tussen in een kleinere kom voor Tama. Naast elke kom lag een stukje zeep, een handdoek, een tan denborstel en een beetje zout om de tanden te poet sen. Toen Tama nog niet eens al haar tandjes had. kon ze al wat keurig poetsen. En vader en moeder, die alleen maar Tama hadden waren erg blij, dat ze zo'n flink meisje was. Ja, eigenlijk werd Tama wel een beetje verwend, al werd haar ook al heel jong geleerd beleefd te zijn en driemaal diep te buigen als ze haar ouders begroette. Tama had een prettig leventje vol spel en vreugde, vol uitstapjes met moeder en partijtjes met haar kleine vriendinnetjes. Ze was dan ook altijd vrolijk en blij: haar lach schalde door al de kamers van het grote huis. Maarsoms dacht Tama weieens, dat moeder niet altijd zo blij was. Ja, 't was zo: moeder kon vaak treurig kijken en dan liep ze te dromen en gal helemaal geen antwoord op Tama's ongeduldige vragen, als het meisje aan de mouw van haar kimono trok. Moeder en Tama waren altijd samen. Toen Tama nog heel klein was, mocht ze op moeders rug zitten en werd zo overal naar toe meegedragen: naar de markt, naar de grote, prachtige winkels en ook weieens naar de tempel. En daar in die tempel, die eigenlijk een Japanse kerk is, waar de mensen bidden tot Boeddha, hun groten profeet, daar hjfd Tama eigenlijk voor het eerst gezien, dat moeder niet altijd vrolijk was, zoals zij. Want als moeder neerknielde om te bid den, druppelden er vaak tranen langs haar bruine wangen, die ze dan vlug afveegde met de mouw van haar kimono, opdat Tama 't niet zien zou. Maar Tama had het toch gezien en eens, toen moeder haar voor de macht gereed maakte duwde ze haar zwart hoofdje tegen moeders schou der en fluisterde: „Moeder, waarom hebt u ge schreid?" En toen vertelde moeder haar, dat ze toch zo heel, héél graag nog een kindje wilde hebben: een klein jongetje. Vader en moeder hadden dat al zo lang gewenst en iedere week ging moeder naar de tempel om wierook te branden en te bidden om een zoon. Dit alles begreep Tama heel best: ze wist allang al was ze nog klein dat alle mensen in Japan naar zoons verlangen en dat ze daar eigenlijk veel blijer mee zijn dan met meisjes. En toen, ongeveer een jaar nadat Tama's moeder van haar grote verdriet verteld had, werd werkelijk haar wens vervuld. Kleine Tama kreeg een broer tje. Op een morgen, toen ze wakker werd, begreep Tama opeens, dat er iets bizonders was. De zon stond al hoog aan de hemel en inplaats van moeder stond Hana, de oude dienstbode, voor het bedje en wenste haar diep buigend goedenmorgen. Tama, nog half in slaap, wreef haar ogen uit en fluisterde: „Waar is moeder?" En toen vertelde Hana het. „Ga je vlug wassen en aankleden", zei ze. „Als je stil en zoet beni mag je mee om je broertje te zien". „Je broertje!" Tama werd bleek en rood van ver Nu kwam er een heerlijke tijd voor Tama aan. rassing. Nu was het tóch gebeurd, waar ze zo lang naar verlangd hadden! En vijf minuten later kwam ze aan de hand van Hana het voorvertrek binnen, waar het een drukte van belang was. Alle ooms en tantes, neven en nichten waren daar bijeengekomen om het Kindje te zien. En na een klein poosje werd een scherm '.er zijde geschoven. Tama werd stil en hoorde haar eigen hartje kloppen, toen broertje werd binnen gebracht op de arm van de baker. Een lief, zachtbruin lijfje had Yajima, enkel ge kleed in een luier. En zijn haar was dicht en pik zwart. Ze streelde heel voorzichtig met haar vingen langs zijn kromme bruine beentjes. Nu kwam er een heerlijke tijd voor Tama aan Eerst het grote feest van de naamgeving, toen Yaji ma zes dagen oud was, en toen de tocht naar de tempel op de één en dertigste dag van oroertjes leven. Wat een ooms en tantes waren daar wee' bij en wat kreeg broertje veel prachtige geschen ken! Weet je wat hij ook kreeg? Dat zul je nooit raden' Hij kreeg een reuzegrote witte hond met wijd- opengesperde ogen, grote oren en een prachtige kruilstaart: geen levende natuurlijk maar een speel goedhond. Tama was eerst erg bang voor het griezelige bees' en ze kon niet begrijpen, dat broertje daar nu mee moest spelen. Maar moeder legde haar uit, dat he* ook eigenlijk geen speelgoed was maar een waak hond, die 's nachts naast Yajima's hoofdkussen moest zitten om zijn boze dromen te verjagen Dal doen zulke witte honden graag in Japan: als ei een boze droom aankomt, zeggen ze hap en eter- hem op. Gemakkelijk hè9 „Leuk", zei Tama, „en dan droomt u ook nooi meer akelig, hè moeder?. Want broertje slaapt im mers bij u in bed?" „O", zei moeder. ..de hond hoeft op mij niet te passen. Ik ben zó blij met mijn zoontje, dat ;k nooit meer akelig dromen zal". En dus waren er drie blij: vader, moeder en Tama. Het meisje verheugde zich er al op. dar Yajima zó groot zou zijn, dat zij hem op haar rug mocht dragen. Dat zou eerst een vrolijk leventje worden! R. DE RUIJTER—v. d. VEER. WAT IS MISTLETOE? De misteltwijg (ook maretak of vogellijen genoemd, om de Engelse naam mistletoe nu eens buiten beschouwing te laten) Ls een heel bijzon der plantje. Het heeft smalle lancetvormige blaadjes en witte bessen, 't Is een parasiet op verschillende bomen, zoals appels, lijsterbessen, populieren, enz. In ons land vindt men de mis teltwijg- in Zuid-Limburg, Veel sagen, sprookjes en bijgelovigheden zweven om dit eigenaardige plantje, dat op zo'n geheimzinnige wijze zonder wortels op een andere boom groeit. Reeds in de oude Germaanse godensagen ko men mythen voor over de mistel twijg. Bij de oude Druïden stond het plantje in hoog aanzien. Het werd „de Algenezende" genoemd en men was er stellig van overtuigd da» het een geneesmiddel 'cgen a'ierlet ziekten en ver giften bevatte. Werd er nu een misteltwijg in 't bos ontdekt, dan werd zodra het nieuwe maan was, alles onder de boom voor een offer in ge- EXAMENS. Academische opleiding. Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Amster dam tot doctor in de geneeskunde op proef schrift getiteld: „Moederschapszorg in het Markie- zaat van Bergen op Zoom", de heer H. J. Ensink, geboren te Antwerpen. Geslagad voor het doet. ex. rechten de heer K. J. Denijs. JUBILEUM BIJ DE POSTERIJEN. Op Zondag 1 December a.s. zal de heer F. W. d. Broek, brievenbesteller te Haarlem, zijn zilveren ambtsjubileum vieren. Door zijn opge wekt humeur en hulp vaardigheid heeft de a.s. jubilaris vele vrienden verworven. Zoowel bij zijn superieuren, colle ga's en het publiek is de heer v. d. Broek zeer gezien. Hoewel de tijdsomstan digheden zich niet leenen voor feestelijk heden, zal het den jubilaris dien dag zeker niet aan belangstelling ontbreken. Van 11 t.m. 17 uur dien dag is er receptie te zijnen huize, Rollandstraat 84. (Foto archief H.D.) Heden: VRIJDAG 29 NOVEMBER. Gemeentelijke Concertzaal: Ledenconcert H.O.V„ 7 uur. Frans Hals Museum. Tentoonstelling „Kunst zij ons doel", 104 uur. Luxor Theater: „Op stap", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Palace: „Moordzaak Holm", 2, 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Theater: „Verbannen", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „De Postmeester", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. ZATERDAG 30 NOVEMBER. Stadsschouwburg: „Familiefeest" door „Het Mas ker", 7.30 uur. Frans Hals Museum. Tentoonstelling „Kunst zij ons doel", 104 uur. Bioscooptheaters. Voorstellingen des middags en des avonds. POSTZECELRUBRIEK 1938 Herd. Marconi 1938 Herd, marschen n. Rome 10c. 20c. 25c. 30c. 50c. 75c. IL.25 IL.75 2L.75 5L. ITALIë. Aanvulling VU. In 1938 verscheen een herdenkingsuitgave voor Gugliel- mo Marconi, die ln 1937 overleed Zo je wel weet is dit de uitvinder van verschillende electrische- en radia- apparaten. Zijn portret komt op alle zegels voor terwijl de uitgegeven waarden zijn 20 e. (rose), 50 c. (violet), 1 L. 25 (blauw), grootte 32x35 m.m. In October 1938 verscheen een gedenkuitgave ter her innering aan de marschen naar Rome met beelden uit de Romeinsche geschiedenis, n.m.l. de 10 c. (d. bruin - Romu lus). 20 c. (karmijn - Keizer Augustus). 25 c. (groen - Dante dichter), 30 c. (olijfbr. - Columbus), 50 c. (violet - Leonardo da Vinei), 75 c. (rood - Victor Emanuel II en Garibaldi). 1 L. 25 (blauw - Graf v. d. Onbekende Soldaat te Rome), 1 L. 75 (violetzwart - allegorische voorstelling der marschen naar Rome). 2 L. 75 (d. blauwgr. - Keizers kroon voor Vic. Em III van Etiopië), 5 Lire (rd. bruin - Koning-Keizer Victor Emanuel III). Grootte 32x38 m.m. Zie voor de indeling het schetsje. Rustenburgerlaan 23. reedheid gebracht. Twee witte stieren werden onder de boom geleid vervolgens sneed de pries ter met zijn gouden sikkel de misteltwijg af en ving het plantje op in zijn witte mantel, ter wijl hij de zegen der goden afsmeekte over het genezend werk dal de plant zou verrichten. Ver volgens werden dan de stieren geslacht. In onze tijd speelt de misteltwijg alleen nog maar een bescheiden i*ol bij de Kerstmisviering vooral in Engeland. GELD VERZENDEN IN DE OUDE TIJD. Wie geld wil verzenden, heeft het tegenwoordig al heel gemakkelijk! Je loopt maar eventjes naar 't dichtst bijzijnde postkantoor, geeft hei geld aan 't loket af. vult een postwissel formulier in en klaar is Kees! En als ie een girorekening hebt. is 't nog eenvoudiger: je vult een giro biljet of een cheque In en doet ze in de brievenbus. Vroeger was dit alles echter heel wat ingewikkelder. Vijfhonderd laar geleden, toen er nog geen treinen waren en men dus per postkoets reisde, kon men alleen geld verzenden als men het In een sterke eikenhouten kist verpakte, tenminste als het boven de vijfhonderd gulden was Voo' kleinere sommen gebruikte men leren buidels, die dan mei een gezegeide brief erbij aan den dlligence- koetsiei weiden overhandigd En dan liep de afzender nog altijd hel grote risico, dal de postkoets onderweg door rovers aangevallen werd en deze zich met de kist of buidel uit de voeten maakten. Honderd Jaar geleden kwam er een grote verbetering in het geld verzenden, doordat het toen mogelijk werd dit per post te doen Men stelde het geld met een dikke brief erbij persoonlijk aan de bode ter hand en schreef op de envelop, .honderd gulden uil. te betalen aan ge- adresseet de". De postbode moest dus altijd heel eerlijk zijn en was dit meestal ook wel Ei kwam overigens bij. dat hij zijn loon pas uitbetaald kreeg ais de brief met het geld goed en wel bezorgd was. Voor sommige mensen, die wel eens kort bij kas waren, was 't erg prettig, dat men dat bodeloon een hele tijd! desnoods een paar Jaar kon laten oplopen Aan 't eind van het Jaar kreeg de postbode dan b.v, van Iedere gulden die bi' had overcebrarh» een ceni roe.- aiei -4. <.,.(>|c werdr-. uitgevonden was dit meieei afgelopen In de laatste Helft van de vorige eeuw werden loen de postwissels in gevoerd, waardoor leder zonder moeite geld kan verzenden. Je mag wel eens goed bedenken wat een gemak dit is, vergeleken bij vroegejJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 10