De Torenwachter
AB'S AVONTUREN
De Winterhulp
Nederland.
VRIJDAG 29 NOVEMBER 1940
HA ART: EM'S DAGBEAD
'4
Als voorbereiding voor de collecte ten bate van de stichting; Winterhulp Neder
land werden Donderdag in Bellevue te Amsterdam de collectebussen aan de
collectanten en collectrices der hoofdstad uitgereikt.
(Foto Pax Holland.)
HAARLEMSCHE RECHTBANK.
Doodelijk ongeval in de
Haarlem mermeer
De chauffeur v. d. H. uit Uithoorn reed op 23
September met zijn vrachtwagen op den Sloterweg
in de Haarlemmermeer. Het was nog vroeg, en dus
schemerde 't. Op een afstand van ongeveer 7 M.
voor dezen vrachtwagen reed een andere auto. v.
d. II. zag het remsignaal van dezen wagen, en rem
de toen ook. Zijn wagen slipte en kwam dwars over
den weg te staan.
Later werd ter plaatse, in de sloot terzijde van
den weg, eén gewonde wielrijder gevonden.
v. d. H. stond gistermiddag voer de Arr.-Recht-
bank te Haarlem terecht, aangezien hij er van ver
dacht wordt dezen wielrijder te hebben aangere
den. De wielrijder overleed naderhand aan de be
komen verwondingen.
Een Rijksveldwachter, die ter terechtzitting als
getuige verscheen, verklaarde de auto van den
verd. beproefd te hebben. De remmen bleken uit-
kend in orde te zijn.
De verd. zei met een snelheid van 40 K,M. te
hebben gereden. Dit werd door een getuige beves
tigd.
Uit de getuigenverklaringen bleek voorts dat het
wegdek rond liep en door den regen nat was. Bo
vendien was er klei op den weg gevallen de bie
tencampagne was juist aan den gang en daar
door was de weg hier en daar glibberig.
Verd.: „Ik heb geremd voor de auto voor mij. Ik
kwam daardoor dwars te staan. Toen >k mijn wa
gen achteruit manoeuvreerde waarschuwde een
meisje me dat er een man in de sloot lag. Ik ging
onmiddellijk helpen".
Pres.: „Heeft u toen niet dadelijk gedacht dat u
dien man moest hebben aangered en?"
Verd.: Neen. Ik heb geen wielrijder gezien.
De chauffeur van de auto voor verd. had, nadat
v. d. H.'s wagen geslipt was met verd. gesproken.
Ook toen heeft hij het heelemaal niet over een
aanrijding gehad.
Een Rijksveldwachter, ingedeeld bij de Verkeers-
brigade te Amsterdam, verklaarde dat het van
verd. onder de gegeven omstandigheden hoogst on
verantwoordelijk was om op 7 M. afstand van de
auto voor hem te rijden met een vaart van 40 K.M.
De verdediger mr. Deenik betwistte dat verd.
hierdoor schuld zou hebben aan het ongeval.
De Officier achtte de schuld van verd. aan den
dood van den wielrijder bewezen. Verd. heeft ech
ter niet zoo gereden, dat hij voortaan van den weg
geweerd moet worden. Hij heeft een onvoorzichtig
heid begaan zooals velen dat doen, doch door den
toevalligen same»-loop van omstandigheden is hij
't kina van de rekening geworden.
De eisch luidde f 30 subs. 18 dagen.
Mr. Deenik concludeerde op grond van gebrek
aan bewijs tot vrijspraak.
Uitspraak over 14 dagen.
Het Nederlandsch Agrarisch Front.
Nadat op 11 November j.l. de leden-raadver
gadering van den nationalen bond „Landbouw
en Maatschappij" het dagelijksch bestuur had
gemachtigd tot het doen van de noodige stappen
tot het aangaan van een fusie met het boeren-
front van de N.S.B., werd op 20 November 1940
in Den Haag in een samenkomst van de lei
ders dezer beide organisaties onder voorzitter
schap van dr. F. E. Posthuma- deze fusie tot
stand gebracht.
Beide organisaties zullen samensmelten tot
het Nederlandsch Agrarisch Front onder lei
ding van den heer E. J. Roskam, bijgestaan
door een raad van advies en een raad van bij
stand. Plaatsvervangend leider voor technisch-
economische aangelegenheden zal zijn de
heer G- J. Ruiter: plaatsvervangend leider voor
landbouw-wetenschappelijke aangelegenheden
de heer Ir. Rispens.
Het agrarisch front zal voorts op drie pijlers
worden opgebouwd, nl. op den corporaitieven
raad, den organisatorischen raad en den cultu-
reelen raad.
Als leiders hiervan zullen resp. optreden de
heeren G. J. Ruiter te Knype (Fr.), W. Slob,
Hoofddorp en L. Weyer te Meppel.
De leiders van deze raden hebben zitting in
een raad van bestuur, waarvan voorzitter is de
leider van het Agrarisch Front en plaatsver
vangend voorzitter, de heer E. Z. Oldenbanning
te de Wyk.
De deelnemers van het N.AF. zullen gelijke
rechten en plichten hebben, ongeacht hun
lidmaatschap van de N5R.
De Agrarische jeugdbeweging van „Land
bouw en Maatschappij" zal een onderdeel vor
men van het agrarisch front onder de huidige
leiding.
De positie van de N.V., „De Agrarische Pers"
te Meppel blijft als voorheen, eveneens die van
het dagblad „Het Agrarisch Nieuwsblad", de
weekbladen ..Landbouw en Maatschappij" en
„Het Boeren front", zullen worden onderge
bracht in een nieuw weekblad „Het Agrarisch
Front", evenals het voornoemde dagblad, staande
onder redactioneele leiding van den heer Jac.
ter Haar Ezn. te Ruinerwold.
Met kracht zal thans met den op- en uitbouw
van het Nederlandsch Agrarisch Front worden
aangevangen, ten einde op die wijze den Ne-
derlandschen rijksopvoedingsstand voor te be
reiden. (A.N.P.)
EEN VERHAAL VAN DE ZEE.
bewerkt door
ADRLAAN J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
8)
Het weer ziet er slecht uit Weinig hoop op uit
stapje met de „Lancelot" morgen. Zal mijn best
doen. Adieu!
Adieu! seinde de toren terug.
De boot koerste naar open zee om de gevaar
lijke branding te vermijden.
Toen ze weer met hun drieën in de torenkamer
waren, zorgden de meisjes voor thee en even later
zaten Connie en Enid met Stephen Brand te con
verseeren over het nieuws.van den laatste twee
maanden. Over een week was zijn diensttijd weer
om en voorgoed; het waren zijn laatste dagen op
den vurutoren en dat maakte Stephen stil. Hij zou
met zijn dochters naar het vasteland gaan, als ten
minste Enid en Stanhope spoedig wenschte te
trouwen.
Hij had het al lang zien aankomen, dat Stanhope
Enid zou vragen zijn vrouw te worden. Hij had den
jongen van kinds af aan gekend en mocht hem
érg graag lijden. De eventueele tegenstand van Lady
Stanhope vond hij hoogst onbelangrijk. Hij moest
inwendig lachen, hoe het haar verrassen zou als
hij de belangen van zijn aangenomen dochter zou
komen verdedigen; zij zou dan merken, dat hij nog
iets anders was dan een vuurtorenwachter.
Natuurlijk wist heel Penzance, dat hij van goede
familie was, niet onbemiddeld en min of meer een
geleerde. De erste twee dingen bleken voldoende
uit de opvoeding, die hij Enid en Connie had ge
geven. Al was hij maar vuurtorenwachter, zijn
dochters werden overal ontvangen; men beschouw
de hem als een ongevaarlijken droomer. Alleen
iemand als Lady Stanhope, die opgeblazen en laat
dunkend was en hoopte door een gefortuneerd hu
welijk van haar zoon de ontredderde familiefinan-
Serie korte films van „Profilti".
Om in het voorprogramma van de bioscopen
te gebruiken.
's-GRAVENHAGE, 28 Nov. De directie van
de N.V. Filmfabriek „Profilti" heeft de goede
gedachte gehad een serie korte films te ver
vaardigen, in de overtuiging, dat daaraan
met het oog op de voorprogramma's in de bios
copen behoefte zou bestaan. Het resultaat van
dezen nuttigen arbeid, dat vanmorgen in
's-Gravenhage voor een kring van genoodigden
is vertoond, is het werk van Nederlandsche vak-
menschen. Zij zorgden niet alleen voor opne
mingen, maar ook voor regie en montage. Ne
derlandsche artisten vertolkten de diverse rollen.
Al deze medewerkers mogen met groote te
vredenheid op hun werk terugzien. Vertoond
werden van ochtend drie speelfilms, drie kleu
renfilms en een documentaire film. De laatste is
gevat in het kader van de Profilti-serie „Pro
blemen van dezen tijd" en is gewijd aan de
Nederlandsche bouwkunst. De titel luidt: „Ont
wikkelt zich een nieuwe stijl in de Nederland
sche bouwkunst?" Deze werkelijk voortreffe
lijk opgenomen en gemonteerde film geeft een
zeer goed historisch overzicht van de ontwik
keling der Nederlandsche bouwkunst van de
grijze oudheid af tot op dit oogenblik. Een in-
VOOR DE KINDEREN
Het volgend oogenblik voelde Ab een
sterk gespierde arm om zich heengesla
gen en werd hij opgetrokken naar den
ingang van het reusachtige luchtschip.
Voor hij goed en wel wist, wat met hem
was gebeurd, liep hij op een ijzeren trap
de groote stuurcabinc In.... en stond
hij plotseling tegenover zijn oom Eduard.
Oom Eduard was niet minder verbaasd
dan Ab. „Hé!" riep de goede man ont
hutst uit, „waar kom jij zoo gauw van
daan?"
1 ciën weer te herstellen, haalde den neus voor de
fïissche en aardige meisjes op.
Zonder dat zij eenig idee hadden van de ge
dachten., die hun vader bezig hielden, zaten de
beide meisjes het morse-alphabet te leeren uit een
handboekje, dat Brand voor hen opgezocht had.
Toen de stormige nacht donker en onheilspellend
viel, brandde als gewoonlijk de lamp in het boven
ste vertrek. Brand hield de meisjes met allerlei
uitleggingen bezig om hun aandacht af te leiden
van de woedende zee en den storm buiten.
Na eenigen tijd joeg hij ze naar de keuken om
voor het eten te zorgen. Daar hij de lamp niet kon
verlaten en de meisjes er niets voor voelden alleen
te eten, droegen zij het diner van drie gerechten,
bij het flauwe schijnsel van een soort stallantaarn
vijf trappen op. Maar hun goed humeur had daar
niet er der te lijden integendeel.
Na het eten keek Connie toevallig op haar hor
loge en riep verbaasd:
Het is pas acht uur; wat gaat die tijd hier
langzaam!
Ja, jullie moeten maar vroeg naar bed gaan,
nemen jullie mijn kamer; allebei de banken zijn
heel goed om op te slapen. Nu moeten jullie even
op het licht passen, terwijl ik ga sluiten.
Uit angst voor inbrekers? riep Enid lachend.
Ja, en wat voor inbrekers: wind, regen en
hagel! Ik moet alles vastzetten. Gaan jullie straks
maar rustig slapen tot ik je morgen kom roepen.
Toen Brand weer aan zijn verslag zat te schrij
ven, vroeg Constance.
Om half twee is het hoog water, hè vader?
Hij knikte, alsof het een heel onbelangrijke zaak
betrof.
Ik zou zoo zeggen, dat we heel boos weer krij
gen.
Och, het zal wel losloopen, zei hij luchtig.
Komen de golven hoog? hield zij aan.
Brand, die nu begreep, dat zij zekerheid wilde
hebben, besloot haar gerust te stellen door zoo vol
ledig mogelijke inlichtingen te geven en slaagde
daarin vrijwel.
Even na negeren kuste hij de beide meisjes voor
het eerst na twee maanden weer goeden nacht. Ze
beloofden niet te blijven praten en Enid zei, dat ze
t-eressant en leerrijk werk, dat een speciale ver
melding waard is.
Ook de kleurenfilms zijn van een zeer goed
gehalte. De schoonheid van het eigen land is
op den voorgrond gesteld en wie hiervan nog
niet doordrongen mocht zijn, verzuime niet deze
aardige filmpjes met hun landelijken, poëtischen
inhoud te aanschouwen. Ongetwijfeld zullen
zijn oogen voor die schoonheid dan eindelijk ge
opend worden. De titels zijn: „Vischvangst op
de Loosdrechtsche plassen", „Van Wilgenstam
tot klomp" en „een dag op de boerderij".
De drie speelfilms tenslotte zijn een licht
beschouwend genre. Bij de vervaardiging er
van heeft men af willen wijken van het soort
speelfilmpjes, dat gewoonlijk de voorpro
gramma's vult en het welk in den regel meer van
kluchtigen dollen aard is. De titels zijn: „Van
de kleine vreugden des levens". „Rooken is een
kuflst" en „Zooals u het bekijkt". (A.NP.)
KENNEMER FOTOKRING.
De Kennemer Fotokring Haarlem houdt een
ledenvergadering op Woensdagavond 11 De
cember in het gebouw der Soc. Vereeniging
aan den Zijlweg. Behandeld wordt het antwoord
van de H. A. F. V. op den brief van den Kenne
mer Fotokring inzake fusie der beide vereeni-
gingen. Verder komt er een demonstratie met
kleurenkaarten uit het laboratorium van „Fo
cus" door den heer Dick Boer.
Smaad gepleegd?
Tegen directeur van modemagazijn 1000.
boete gecischt.
Het A.N.P. meldt d.d. 27 Nov. ifit Amsterdam:
Gisteren had zich de directeur van een mode
magazijn hier ter stede te verantwoorden voor de
vierde kamer der rechtbank, verdacht van smaad.
In de oorlogsdagen zou hij, optredend als leider
van de luchtbescherming, waarvan de blokpost in
zijn magazijn was gevestigd, in het bijzijn van
anderen hebben gezegd, dat een bewoner uit Zuid
van zijn tuin uit of van het dak af op Nederland
sche soldaten zou hebben geschoten. Dit zou ge
schied zijn op 13 Mei. Drie dagen later, de capi
tulatie was toen reeds een feit. had een der om
standers, die de beschuldiging had gehoord, den
betrokkene van de woorden in kennis gesteld. Deze
was direct met zijn vrouw naar de woning van
den directeur gegaan. Over hetgeen zich daar af
speelde loopen de lezingen uiteen. De beschuldig
de heer beweert, dat de directeur toegaf, dat hij
de geïncrimineerde woorden heeft gebruikt. De
directeur echter zegt. dat hij het gerucht had ver
nomen, maar dat er geen sprake van was geweest,
dat hij met dat gerucht naar het politiebureau
was geloopen.
De beleedigde partij was van meening. dat verd.
gezegd had gezien te hebben, dat hij op Neder
landsche soldaten schoot en dat hij daarover een
klacht oo het bureau Leidscheplein had ingediend.
Ter zitting hield de directeur echter vol. dat hij
slechts gepraat had over een gerucht, echter niet
met de politie, maar met de mannen van de lucht
bescherming. Hij had hiervoor aan den beleedig
de zijn excuses aangeboden.
Een lid van den Luchtbeschermingsdienst echter
wist met stelligheid tijdens het uitvoerige getui-
geverhoor te verklaren, dat de directeur gezegd
had. dat hij op het bureau was geweest om de na
men van 29 N.S.B.'ers op te geven. o.w. den naam
van den beleedigde, die op Nederlandsche soldaten
had geschoten.
Andere getuigen waren veel minder pertinent,
en één toehoorder bij het gesprek had van de
woorden niets gehoord.
Requisitoir.
De officier van justitie achtte het tenlaste ge
legde bewezen. Een hoogst ernstige aantijging,
die, in gewone omstandigheden begaan, zeker met
gevangenisstraf diende te worden gestraft. Reke
ning houdende met het feit, dat de gemoederen
zeer bewogen waren, wilde spr. zich beperken tot
het requireeeren van een geldboete. Spr. vorderde
een geldboete van f 1000 subs. één maand hech
tenis.
NIEUWE JAPANSCHE CONSUL-GENERAAL
TE BATAVIA AANGEKOMEN.
BATAVIA, 28 Nov. (Domei). De nieuwe
Japansche consul-generaal Joetaka Isjizawa,
is van ochtend uit Soerabaja hier aangekomen.
Bij het station werd hij door een duizendtal
Japanneezen verwelkomd. De vroegere consul-
generaal Otali Saito, die benoemd is tot direc
teur van het bureau voor Zuidzee-aangelegen-
heden in het ministerie van buitenlandsche za
ken, vertrekt Zaterdag per vliegtuig van Ba
tavia. Hij wordt op 5 December te Tokio ver
wacht.
Aantal speldjes misschien onvoldoende
Men late zich daardoor niet weer-
houden een gift te schenken.
Omtrent de komende collecte voor Winter
hulp Nederland kan nog het volgende worden
medegedeeld
De leverings- en vervoersmoeilijkheden hebben
hun invloed uitgeoefend op de organisatie van de
collecte, welke moeilijkheden nog grooter zijn ge
worden tengevo^e van het feit, dat bij de vervaar
diging der sneldies een aantal kleine fabrieken is
ingeschakeld, heteeen is geschied uit een oogpunt
van werkverschaffing. De fabrieken hebben echter
al haar best gedaan, doch indien mocht blijken,
dat op een of andere plaats niet voldoende speld
jes beschikbaar zijn. en het derhalve mocht voor
komen dat een collectant is uitverkocht, wordt het
publiek verzocht, ten einde de collecte zoo goed
mogelijk te doen slagen, hem toch een gift te doen
toekomen.
De prijs der speldjes is vastgesteld op 20 cent
per stuk. Wanneer iemand echter niet in staat
is dit bedrag te betalen, dan mag dit voor de
collectanten die hierbij met tact zullen moeten
optreden geen reden zijn een kleinere gift te
weigeren, waarvoor dan toch een speldje zal wor
den gegeven. Ten einde dit mogelijk te maken,
wordt daartegenover een beroep op de beter ge
situeerden gedaan om een hoogér bedrag te
schenken.
Aangezien het werk van de Winterhulp uitgaat
boven iedere verdeeldheid onder het Nederland
sche volk, terwijl mede de uitkeeringen zullen ge
schieden zonder aanzien des persoons, wordt een
beroep gedaan op ieders volledige medewerking,
opdat door het resultaat kan worden getoond,
dat het Nederlandsche volk in staat is eensge
zind een hulp-actie voor behoeftige landgenooten
uit te voeren.
Ten slotte kan worden medegedeeld, dat zoo
spoedig mogelijk na de collecte een begin met de
steunverleening zal worden gemaakt, zoodat de
uitkeeringen in ieder geval gedurende de maand
December zullen plaats hebben. Bij de steunver
leening zal in de eerste plaats rekening worden
gehouden met de groote gezinnen.
Verzoeken om steunverleening moeten worden
ingediend bij de plaatselijke directeuren. Als zoo
danig treden veelal op de burgemeesters der ge
meenten. Slechts in enkele gevallen, waar dit noo-
dig was, zijn speciale vertegenwoordigers van de
Winterhulp Nederland aangesteld.
N.V. HOLLANDIA FABRIEKEN KATTENBURG
EN CO. N.V.
Donderdag werd te Amsterdam een buiten
gewone aigemeene vergadering van aandeelhou
ders gehouden der N.V. Hollandia fabrieken Kat
tenburg en Co.. gevestigd te Amsterdam. In deze
vergadering is aan den heer H. Lazard, commis
saris der vennootschap, alsmede aan de heeren
J. N. Kattenburg, S. W. Kattenburg en A. Kat
tenburg, leden der directie, op hun verzoek met
ingang van 29 November a.s. eervol ontslag ah
zoodanig verleend.
Tot commissaris der vennootschap werd be
noemd de heer L. Proos Hoogendijk. directeur der
Rotterdamsche Bankvereeniging N.V. Amsterdam,
terwijl met ingang van 29 November 1940 tot di
recteuren der vennootschap werden benoemd de
heeren J. Scheffer te Blaricum en G. E. van Dalen
te Amsterdam.
EEN KWART EEUW BIJ DE SPOORWEGEN.
Zaterdag a.s. hoopt de heer A. Kemp te Haarlem
het feit te herdenken dat hij 25 jaar geleden als
wagenmaker in dienst kwam bij de Ned. Spoot*
wegen.
TEYLER'S GODGELEERD GENOOTSCHAP.
Teyler's Godgeleerd Genootschap te Haarlem deelt
mede dat vóór 1 Januari 1940 op de prijsvraag:
„Herkomst en ontwikkeling van de offerge
dachte in de Eucharistie", één antwoord is inge
komen, dat niet voor een bekroning in aanmerking
kwam.
Uitgeschreven blijven de volgende" prijsvragen:
Om beantwoord te worden vóór 1 Januari 1941:
„De leer van het kerkrecht van Rudolf Sohm".
Om beantwoord te worden vóór 1 Januari 1942:
„Een onderzoek naar de beteekenis van de
maagdelijke geboorte in de antieke godsdiensten en
in het oudste Christendom".
Nieuw uitgeschreven wordt de volgende prijs
vraag vóór 1 Januari 1943:
„Gevraagd wordt een beschrijving van die ver
schijnselen in het Nederlandsch protestantisme in de
16e en 17e eeuw. waarop in Engeland de naam
independentisme is toegepast.
De antwoorden, die ten hoogste dertig duizend
woorden mogen bevatten, moeten worden ingezon
den vóór 1 Januari, opdat zij vóór 1 November daar
aanvolgend beoordeeld kunnen zijn.
De prijs voor het beste antwoord, mits dat ook
op zichzelf voldoende gekeurd wordt, bestaat uit een
gouden eerepenning, op den stempel des Genoot-
schaps geslagen, ter innerlijke waarde van vierhon
derd gulden, of, zoo men daaraan de voorkeur mocht
geven, in vierhonderd gulden. De prijs wordt uit
gekeerd, zoodra de bekroonde verhandeling voor
de pers gereed is.
was, zou hij naar buiten gaan en zich aan de ijzeren
leuning, die aan het granieten lichaam van den to
ren was vastgeklonken, vastklemmen en zoo pro-
beeren zijn leven te redden en andersanders
zou hij met de lamp het Kanaal ingeslingerd wor-
der! Maar in elk geval moesten de meisjes weer
naar beneden voor zij iets van het gevaar, dat hen
bedreigde, merkten.
Ik moest jullie eigenlijk een standje maken,
begon hij. maar ik zal het maar niet doen. Kunnen
iullie riet even naar de keuken gaan en wat cacao
klaar maken; ik heb wel zin in een hartverster
king.
Wat het Brand kostte om op dezen luchtigen
toon te spreken, is eenvoudig niet te beschrijven.
Maar zijn verzoek had gelukkig de beoogde uit
werking.
Even voor zij de kamer uitgingen, draaide Brand
zich nog eenmaal om en wierp een blik op de beide
meisjes, misschien zijn laatsten in dit leven! Drie
maal nog schudde de top van den toren zoo, dat
Brand meende, dat het einde gekomen was en een
maal stond hij reeds op het punt zijn leven aan de
leuning toe te vertrouwen.
Plotseling verminderde het schijnsel van de lamp
en terwijl hij zich daarmee bezig hield, hoorde hij
weer het veel luidere en voor iemand, die het voor
het eerst, hoort veel angstaanjagender geluid van
hooge golven, die tegen den toren werden gesla
gen. Maar het fluitende geluid van de tornado was
verdwenen. Goddank, het gevaar was geweken! De
orkaan had iets langer dan een half uur geduurd,
Naderhand hoorde hij, dat deze wervelstorm langs
de zuidkust van Ierland gekomen was, een vloed
golf bij de Scilly-eilanden veroorzaakt had, die veel
schade aanrichtte en tenslotte zijn woede ergens in
de Noordzee had botgevierd.
Reeds kwamen Enid en Connie met de chocolade
naar boven.
Ik geloof, dat het nog veel erger geworden is,
was het eerste, wat Enid zei. Dat zij dit meende
was een gevolg van het feit, dat het gehuil van
den wind het zcegeruisch niet meer overheerschte
en men het oorverdoovend geraas van ae golven
hoorde.
„(Wordt vervolgd^.
Beneden het groote luchtschip kliefde
de D. ni met de grootste snelheid de
zee. Dib had een bericht van den mar
conist van het luchtschip opgevangen,
dat het touwladder een jongen van de
D. Hl had meegesleept, uit het kraaien
nest, doch dat deze gelukkig zonder
eenig ongeluk behouden aan boord van
het luchtschip was. Direct daarop kwam
weer een bericht dat de bevelvoerder
van het luchtschip Ir. Ab zijn elger. neet
had herkend. Speurneus nam plaats
achter het seinbord en nu vlogen de be
richten tusschen de D. III en het lucht
schip heen en weer. Dan kwam er weer
een bericht van boven, dat Ab aan
boord wilde blijven, als ook zijn vriend
Dib wilde meereizen.
Dib^was spoedig besloten mee te rei
zen met het luchtschip, toen hij vernam,
dat het luchtschip een expeditietocht
ging maken van Pool tot Pool. Toen op
het luchtschip het besluit van Dib was
binnengekomen liet de bemanning hier
van aan vier lange staalkabels een rood
geschilderde motorsloep zakken. Hierin
zaten Oom Eduard. Ab en nog een stuur
man. Van de D. Ill was ook een motor
sloep gestreken en korten tijd daarna
dreven beide vaartuigjes naast elkaar.
Het afscheid was hartelijk. Oom Eduard
beloofde aan Speurneus goed op zijn
neef Ab en Dib te passen.
Statig verhief het zilveren luchtschip
zich weer naar grootere hoogte. Ab en
Dib stonden voor de raampjes te kijken
naar het steeds kleiner wordend politie-
schip. Driemaal cirkelde het luchtschip
boven de D. III en als groet liet kapi
tein Flink eenige paffers knallen en drie
maal de stoomfluit gillen. Opgewonden
zwaaiden Ab en Dib met hun zakdoeken
naar beneden. Toen vervolgde de politie-
boot zijn weg en het luchtschip vloog
met het windje mee in Noordelijke rich
ting. Terzelfder tijd ontvingen beide
marconisten een zelfde soort bericht,
dat luidde: „Goede reis!"
als bewijs op de electrisehe schel zou drukken vlak
voor zij in haar kooi kroop.
Hij hoefde niet lar.g op het signaal te wachten.
Het gedrag van den barometer den ther
mometer was hem eenigszins een raadsel.
Terwijl de barometer maar steeds daalde, ging het
kwik in den thermometer steeds meer omhoog.
Lage druk en hooge temperatuur is in Januari in
deze streken geen bijster gunstig voorteeken. Hij
had nog hoop, dat bij het omgaan van het getij ook
het weer zou veranderen. Maar spoedig moest hij
die hoop opgeven. Steeds heviger sloeg de zee te
gen de rots en dit was nog maar een voorbode van
wat hij venvachten kon. Hij begreep, dat een storm
een zeer or. regelmatige baan over den Atlantischen
Oceaan beschreven had en nu de Engelsche kust na
derde. Het rumoer van het tegen de rots slaande
water verontrustte hem op zich zelf niet in het
minst Hoogstens zou de rots in enkele dager, niet te
bereiken zijn; dan moesten de meisjes overdag maar
de wacht op zich nemen en leeren uitkijken en het
eentonige leven verdragen.
Hoogstens zouden ze wat zenuwachtig zijn! Hij
peinsde er over, hoe wonderlijk 't was, dat zij jxu'st
dezen dag hadden moeten uitkiezen om hem te ko
men opzoeken.
Een trilling voer door den toren. Brand hoopte
maar, dat de meisjes niet door het lawaai gewekt
zouden worden en als dit onverhoopt toch het geval
zou zijn, dan verwachtte hij, dat zij het trillen van
't gebouw aan den wind zouden toeschrijven en daar
in niets bijzonder onrustbarends zouden zien.
Maar plotseling mengde zich een nieuw geluid
tusschen de andere geluiden, die hij al zoo menig
maal had gehoord, als een woedende storm om den
toren gierde. Hij keek op de klok het was even
na middernacht.
Het was een gillende klank, die hij als iets
vreemds onderscheidde en dien hij zich niet herin
nerde ooit eerder gehoord te hebben. Langzamer
hand werd hem de beteekenis er van duidelijk: hij
bevond zich midden in een orkaan; alleen de dikke
glazen wanden beschutten hem.
De wind had een snelheid van meer dan 80 Kilo
ter per uur. Nog nooit had Stephen Brand zoo'n
ontstellenden orkaan beleefd. Het was erger dan
een orkaan.... het was een tornado!
Hij probeerde naar buiten te kijken. De lucht
was vol schuim, maar de zee zag er betrekkelijk
rustig uit, door dat al het water, dat opgezweept
werd, direct tot schuim verpoederde. Maar zoo nu
en dan werden er enorme watermassa's opgenomen
en met een kracht, veel grooter dan van een ka
nonskogel, tegen den vuurtoren aangeworpen.
Als Brand ooit zou weten wat angst was, dan zou
hij het nu leeren, want hij wist, dat de toren wel
als een blok graniet zou blijven staan, maar dat er
groote kans bestond, dat de glazen lantaarn afge
rukt zou worden en hij zou worden meegevoerd.
Zijn adem bleef in zijn keel stokken, toen hij aan
de twee meisjes in het kamertje beneden dacht.
Maar zijn plicht riep hem, de hevige druk had in
vloed op de lamp, die nu bijgesteld moest worden
en Brand besloot bij het verstellen der schroeven
aan deze levenlooze dingen een voorbeeld te ne
men en onbewogen door gevaren tot het bittere
eind zijn plicht te blijven doen! En als hij op zijn
post den dood vond: het licht zou in zijn laatste
flikkering misschien nog een schip voor den onder
gang behoeden.
Hij hoorde het tikken van ijzer tegen ijzer en
omkijken, zag hij de beide meisjes in de deur
opening staan.
Is dit weer normaal of heeft u het speciaal
ter eere van ons besteld? vroeg zijn dochter met
een bewonderenswaardige poging tot scherts. Maar
Enid, die moeit had haar traren te bedwingen,
zei hulpeloos: O papa, ik ben zoo bang.
HOOFDSTUK VI.
De hondenwacht.
Brand was zich bewust van het groote gevaar,
waarin zij zich bevonden. Even voor de meisjes bo
vengekomen waren, had hij een eigenaardige be
weging van de lantaarn waargenomen; het heele
hecht en kunstig geconstrueerde bovendeel van
den vuurtoren had angstaanjagend geschud.
Brand, in de overtuiging, dat elk oogt»-blik het
laatste kon zijn. besloot een poging te doen om de
meisjes in veiligheid te brengen zonder haar te
verontrusten. Zelf kon hij het licht niet in den
steek laten. Als hij meende, dat het einde gekomen