De Torenwachter AB'S AVONTUREN De Winterhulp Nederland. VRIJDAG 29 NOVEMBER 1940 HA ART: EM'S DAGBEAD '4 Als voorbereiding voor de collecte ten bate van de stichting; Winterhulp Neder land werden Donderdag in Bellevue te Amsterdam de collectebussen aan de collectanten en collectrices der hoofdstad uitgereikt. (Foto Pax Holland.) HAARLEMSCHE RECHTBANK. Doodelijk ongeval in de Haarlem mermeer De chauffeur v. d. H. uit Uithoorn reed op 23 September met zijn vrachtwagen op den Sloterweg in de Haarlemmermeer. Het was nog vroeg, en dus schemerde 't. Op een afstand van ongeveer 7 M. voor dezen vrachtwagen reed een andere auto. v. d. II. zag het remsignaal van dezen wagen, en rem de toen ook. Zijn wagen slipte en kwam dwars over den weg te staan. Later werd ter plaatse, in de sloot terzijde van den weg, eén gewonde wielrijder gevonden. v. d. H. stond gistermiddag voer de Arr.-Recht- bank te Haarlem terecht, aangezien hij er van ver dacht wordt dezen wielrijder te hebben aangere den. De wielrijder overleed naderhand aan de be komen verwondingen. Een Rijksveldwachter, die ter terechtzitting als getuige verscheen, verklaarde de auto van den verd. beproefd te hebben. De remmen bleken uit- kend in orde te zijn. De verd. zei met een snelheid van 40 K,M. te hebben gereden. Dit werd door een getuige beves tigd. Uit de getuigenverklaringen bleek voorts dat het wegdek rond liep en door den regen nat was. Bo vendien was er klei op den weg gevallen de bie tencampagne was juist aan den gang en daar door was de weg hier en daar glibberig. Verd.: „Ik heb geremd voor de auto voor mij. Ik kwam daardoor dwars te staan. Toen >k mijn wa gen achteruit manoeuvreerde waarschuwde een meisje me dat er een man in de sloot lag. Ik ging onmiddellijk helpen". Pres.: „Heeft u toen niet dadelijk gedacht dat u dien man moest hebben aangered en?" Verd.: Neen. Ik heb geen wielrijder gezien. De chauffeur van de auto voor verd. had, nadat v. d. H.'s wagen geslipt was met verd. gesproken. Ook toen heeft hij het heelemaal niet over een aanrijding gehad. Een Rijksveldwachter, ingedeeld bij de Verkeers- brigade te Amsterdam, verklaarde dat het van verd. onder de gegeven omstandigheden hoogst on verantwoordelijk was om op 7 M. afstand van de auto voor hem te rijden met een vaart van 40 K.M. De verdediger mr. Deenik betwistte dat verd. hierdoor schuld zou hebben aan het ongeval. De Officier achtte de schuld van verd. aan den dood van den wielrijder bewezen. Verd. heeft ech ter niet zoo gereden, dat hij voortaan van den weg geweerd moet worden. Hij heeft een onvoorzichtig heid begaan zooals velen dat doen, doch door den toevalligen same»-loop van omstandigheden is hij 't kina van de rekening geworden. De eisch luidde f 30 subs. 18 dagen. Mr. Deenik concludeerde op grond van gebrek aan bewijs tot vrijspraak. Uitspraak over 14 dagen. Het Nederlandsch Agrarisch Front. Nadat op 11 November j.l. de leden-raadver gadering van den nationalen bond „Landbouw en Maatschappij" het dagelijksch bestuur had gemachtigd tot het doen van de noodige stappen tot het aangaan van een fusie met het boeren- front van de N.S.B., werd op 20 November 1940 in Den Haag in een samenkomst van de lei ders dezer beide organisaties onder voorzitter schap van dr. F. E. Posthuma- deze fusie tot stand gebracht. Beide organisaties zullen samensmelten tot het Nederlandsch Agrarisch Front onder lei ding van den heer E. J. Roskam, bijgestaan door een raad van advies en een raad van bij stand. Plaatsvervangend leider voor technisch- economische aangelegenheden zal zijn de heer G- J. Ruiter: plaatsvervangend leider voor landbouw-wetenschappelijke aangelegenheden de heer Ir. Rispens. Het agrarisch front zal voorts op drie pijlers worden opgebouwd, nl. op den corporaitieven raad, den organisatorischen raad en den cultu- reelen raad. Als leiders hiervan zullen resp. optreden de heeren G. J. Ruiter te Knype (Fr.), W. Slob, Hoofddorp en L. Weyer te Meppel. De leiders van deze raden hebben zitting in een raad van bestuur, waarvan voorzitter is de leider van het Agrarisch Front en plaatsver vangend voorzitter, de heer E. Z. Oldenbanning te de Wyk. De deelnemers van het N.AF. zullen gelijke rechten en plichten hebben, ongeacht hun lidmaatschap van de N5R. De Agrarische jeugdbeweging van „Land bouw en Maatschappij" zal een onderdeel vor men van het agrarisch front onder de huidige leiding. De positie van de N.V., „De Agrarische Pers" te Meppel blijft als voorheen, eveneens die van het dagblad „Het Agrarisch Nieuwsblad", de weekbladen ..Landbouw en Maatschappij" en „Het Boeren front", zullen worden onderge bracht in een nieuw weekblad „Het Agrarisch Front", evenals het voornoemde dagblad, staande onder redactioneele leiding van den heer Jac. ter Haar Ezn. te Ruinerwold. Met kracht zal thans met den op- en uitbouw van het Nederlandsch Agrarisch Front worden aangevangen, ten einde op die wijze den Ne- derlandschen rijksopvoedingsstand voor te be reiden. (A.N.P.) EEN VERHAAL VAN DE ZEE. bewerkt door ADRLAAN J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 8) Het weer ziet er slecht uit Weinig hoop op uit stapje met de „Lancelot" morgen. Zal mijn best doen. Adieu! Adieu! seinde de toren terug. De boot koerste naar open zee om de gevaar lijke branding te vermijden. Toen ze weer met hun drieën in de torenkamer waren, zorgden de meisjes voor thee en even later zaten Connie en Enid met Stephen Brand te con verseeren over het nieuws.van den laatste twee maanden. Over een week was zijn diensttijd weer om en voorgoed; het waren zijn laatste dagen op den vurutoren en dat maakte Stephen stil. Hij zou met zijn dochters naar het vasteland gaan, als ten minste Enid en Stanhope spoedig wenschte te trouwen. Hij had het al lang zien aankomen, dat Stanhope Enid zou vragen zijn vrouw te worden. Hij had den jongen van kinds af aan gekend en mocht hem érg graag lijden. De eventueele tegenstand van Lady Stanhope vond hij hoogst onbelangrijk. Hij moest inwendig lachen, hoe het haar verrassen zou als hij de belangen van zijn aangenomen dochter zou komen verdedigen; zij zou dan merken, dat hij nog iets anders was dan een vuurtorenwachter. Natuurlijk wist heel Penzance, dat hij van goede familie was, niet onbemiddeld en min of meer een geleerde. De erste twee dingen bleken voldoende uit de opvoeding, die hij Enid en Connie had ge geven. Al was hij maar vuurtorenwachter, zijn dochters werden overal ontvangen; men beschouw de hem als een ongevaarlijken droomer. Alleen iemand als Lady Stanhope, die opgeblazen en laat dunkend was en hoopte door een gefortuneerd hu welijk van haar zoon de ontredderde familiefinan- Serie korte films van „Profilti". Om in het voorprogramma van de bioscopen te gebruiken. 's-GRAVENHAGE, 28 Nov. De directie van de N.V. Filmfabriek „Profilti" heeft de goede gedachte gehad een serie korte films te ver vaardigen, in de overtuiging, dat daaraan met het oog op de voorprogramma's in de bios copen behoefte zou bestaan. Het resultaat van dezen nuttigen arbeid, dat vanmorgen in 's-Gravenhage voor een kring van genoodigden is vertoond, is het werk van Nederlandsche vak- menschen. Zij zorgden niet alleen voor opne mingen, maar ook voor regie en montage. Ne derlandsche artisten vertolkten de diverse rollen. Al deze medewerkers mogen met groote te vredenheid op hun werk terugzien. Vertoond werden van ochtend drie speelfilms, drie kleu renfilms en een documentaire film. De laatste is gevat in het kader van de Profilti-serie „Pro blemen van dezen tijd" en is gewijd aan de Nederlandsche bouwkunst. De titel luidt: „Ont wikkelt zich een nieuwe stijl in de Nederland sche bouwkunst?" Deze werkelijk voortreffe lijk opgenomen en gemonteerde film geeft een zeer goed historisch overzicht van de ontwik keling der Nederlandsche bouwkunst van de grijze oudheid af tot op dit oogenblik. Een in- VOOR DE KINDEREN Het volgend oogenblik voelde Ab een sterk gespierde arm om zich heengesla gen en werd hij opgetrokken naar den ingang van het reusachtige luchtschip. Voor hij goed en wel wist, wat met hem was gebeurd, liep hij op een ijzeren trap de groote stuurcabinc In.... en stond hij plotseling tegenover zijn oom Eduard. Oom Eduard was niet minder verbaasd dan Ab. „Hé!" riep de goede man ont hutst uit, „waar kom jij zoo gauw van daan?" 1 ciën weer te herstellen, haalde den neus voor de fïissche en aardige meisjes op. Zonder dat zij eenig idee hadden van de ge dachten., die hun vader bezig hielden, zaten de beide meisjes het morse-alphabet te leeren uit een handboekje, dat Brand voor hen opgezocht had. Toen de stormige nacht donker en onheilspellend viel, brandde als gewoonlijk de lamp in het boven ste vertrek. Brand hield de meisjes met allerlei uitleggingen bezig om hun aandacht af te leiden van de woedende zee en den storm buiten. Na eenigen tijd joeg hij ze naar de keuken om voor het eten te zorgen. Daar hij de lamp niet kon verlaten en de meisjes er niets voor voelden alleen te eten, droegen zij het diner van drie gerechten, bij het flauwe schijnsel van een soort stallantaarn vijf trappen op. Maar hun goed humeur had daar niet er der te lijden integendeel. Na het eten keek Connie toevallig op haar hor loge en riep verbaasd: Het is pas acht uur; wat gaat die tijd hier langzaam! Ja, jullie moeten maar vroeg naar bed gaan, nemen jullie mijn kamer; allebei de banken zijn heel goed om op te slapen. Nu moeten jullie even op het licht passen, terwijl ik ga sluiten. Uit angst voor inbrekers? riep Enid lachend. Ja, en wat voor inbrekers: wind, regen en hagel! Ik moet alles vastzetten. Gaan jullie straks maar rustig slapen tot ik je morgen kom roepen. Toen Brand weer aan zijn verslag zat te schrij ven, vroeg Constance. Om half twee is het hoog water, hè vader? Hij knikte, alsof het een heel onbelangrijke zaak betrof. Ik zou zoo zeggen, dat we heel boos weer krij gen. Och, het zal wel losloopen, zei hij luchtig. Komen de golven hoog? hield zij aan. Brand, die nu begreep, dat zij zekerheid wilde hebben, besloot haar gerust te stellen door zoo vol ledig mogelijke inlichtingen te geven en slaagde daarin vrijwel. Even na negeren kuste hij de beide meisjes voor het eerst na twee maanden weer goeden nacht. Ze beloofden niet te blijven praten en Enid zei, dat ze t-eressant en leerrijk werk, dat een speciale ver melding waard is. Ook de kleurenfilms zijn van een zeer goed gehalte. De schoonheid van het eigen land is op den voorgrond gesteld en wie hiervan nog niet doordrongen mocht zijn, verzuime niet deze aardige filmpjes met hun landelijken, poëtischen inhoud te aanschouwen. Ongetwijfeld zullen zijn oogen voor die schoonheid dan eindelijk ge opend worden. De titels zijn: „Vischvangst op de Loosdrechtsche plassen", „Van Wilgenstam tot klomp" en „een dag op de boerderij". De drie speelfilms tenslotte zijn een licht beschouwend genre. Bij de vervaardiging er van heeft men af willen wijken van het soort speelfilmpjes, dat gewoonlijk de voorpro gramma's vult en het welk in den regel meer van kluchtigen dollen aard is. De titels zijn: „Van de kleine vreugden des levens". „Rooken is een kuflst" en „Zooals u het bekijkt". (A.NP.) KENNEMER FOTOKRING. De Kennemer Fotokring Haarlem houdt een ledenvergadering op Woensdagavond 11 De cember in het gebouw der Soc. Vereeniging aan den Zijlweg. Behandeld wordt het antwoord van de H. A. F. V. op den brief van den Kenne mer Fotokring inzake fusie der beide vereeni- gingen. Verder komt er een demonstratie met kleurenkaarten uit het laboratorium van „Fo cus" door den heer Dick Boer. Smaad gepleegd? Tegen directeur van modemagazijn 1000. boete gecischt. Het A.N.P. meldt d.d. 27 Nov. ifit Amsterdam: Gisteren had zich de directeur van een mode magazijn hier ter stede te verantwoorden voor de vierde kamer der rechtbank, verdacht van smaad. In de oorlogsdagen zou hij, optredend als leider van de luchtbescherming, waarvan de blokpost in zijn magazijn was gevestigd, in het bijzijn van anderen hebben gezegd, dat een bewoner uit Zuid van zijn tuin uit of van het dak af op Nederland sche soldaten zou hebben geschoten. Dit zou ge schied zijn op 13 Mei. Drie dagen later, de capi tulatie was toen reeds een feit. had een der om standers, die de beschuldiging had gehoord, den betrokkene van de woorden in kennis gesteld. Deze was direct met zijn vrouw naar de woning van den directeur gegaan. Over hetgeen zich daar af speelde loopen de lezingen uiteen. De beschuldig de heer beweert, dat de directeur toegaf, dat hij de geïncrimineerde woorden heeft gebruikt. De directeur echter zegt. dat hij het gerucht had ver nomen, maar dat er geen sprake van was geweest, dat hij met dat gerucht naar het politiebureau was geloopen. De beleedigde partij was van meening. dat verd. gezegd had gezien te hebben, dat hij op Neder landsche soldaten schoot en dat hij daarover een klacht oo het bureau Leidscheplein had ingediend. Ter zitting hield de directeur echter vol. dat hij slechts gepraat had over een gerucht, echter niet met de politie, maar met de mannen van de lucht bescherming. Hij had hiervoor aan den beleedig de zijn excuses aangeboden. Een lid van den Luchtbeschermingsdienst echter wist met stelligheid tijdens het uitvoerige getui- geverhoor te verklaren, dat de directeur gezegd had. dat hij op het bureau was geweest om de na men van 29 N.S.B.'ers op te geven. o.w. den naam van den beleedigde, die op Nederlandsche soldaten had geschoten. Andere getuigen waren veel minder pertinent, en één toehoorder bij het gesprek had van de woorden niets gehoord. Requisitoir. De officier van justitie achtte het tenlaste ge legde bewezen. Een hoogst ernstige aantijging, die, in gewone omstandigheden begaan, zeker met gevangenisstraf diende te worden gestraft. Reke ning houdende met het feit, dat de gemoederen zeer bewogen waren, wilde spr. zich beperken tot het requireeeren van een geldboete. Spr. vorderde een geldboete van f 1000 subs. één maand hech tenis. NIEUWE JAPANSCHE CONSUL-GENERAAL TE BATAVIA AANGEKOMEN. BATAVIA, 28 Nov. (Domei). De nieuwe Japansche consul-generaal Joetaka Isjizawa, is van ochtend uit Soerabaja hier aangekomen. Bij het station werd hij door een duizendtal Japanneezen verwelkomd. De vroegere consul- generaal Otali Saito, die benoemd is tot direc teur van het bureau voor Zuidzee-aangelegen- heden in het ministerie van buitenlandsche za ken, vertrekt Zaterdag per vliegtuig van Ba tavia. Hij wordt op 5 December te Tokio ver wacht. Aantal speldjes misschien onvoldoende Men late zich daardoor niet weer- houden een gift te schenken. Omtrent de komende collecte voor Winter hulp Nederland kan nog het volgende worden medegedeeld De leverings- en vervoersmoeilijkheden hebben hun invloed uitgeoefend op de organisatie van de collecte, welke moeilijkheden nog grooter zijn ge worden tengevo^e van het feit, dat bij de vervaar diging der sneldies een aantal kleine fabrieken is ingeschakeld, heteeen is geschied uit een oogpunt van werkverschaffing. De fabrieken hebben echter al haar best gedaan, doch indien mocht blijken, dat op een of andere plaats niet voldoende speld jes beschikbaar zijn. en het derhalve mocht voor komen dat een collectant is uitverkocht, wordt het publiek verzocht, ten einde de collecte zoo goed mogelijk te doen slagen, hem toch een gift te doen toekomen. De prijs der speldjes is vastgesteld op 20 cent per stuk. Wanneer iemand echter niet in staat is dit bedrag te betalen, dan mag dit voor de collectanten die hierbij met tact zullen moeten optreden geen reden zijn een kleinere gift te weigeren, waarvoor dan toch een speldje zal wor den gegeven. Ten einde dit mogelijk te maken, wordt daartegenover een beroep op de beter ge situeerden gedaan om een hoogér bedrag te schenken. Aangezien het werk van de Winterhulp uitgaat boven iedere verdeeldheid onder het Nederland sche volk, terwijl mede de uitkeeringen zullen ge schieden zonder aanzien des persoons, wordt een beroep gedaan op ieders volledige medewerking, opdat door het resultaat kan worden getoond, dat het Nederlandsche volk in staat is eensge zind een hulp-actie voor behoeftige landgenooten uit te voeren. Ten slotte kan worden medegedeeld, dat zoo spoedig mogelijk na de collecte een begin met de steunverleening zal worden gemaakt, zoodat de uitkeeringen in ieder geval gedurende de maand December zullen plaats hebben. Bij de steunver leening zal in de eerste plaats rekening worden gehouden met de groote gezinnen. Verzoeken om steunverleening moeten worden ingediend bij de plaatselijke directeuren. Als zoo danig treden veelal op de burgemeesters der ge meenten. Slechts in enkele gevallen, waar dit noo- dig was, zijn speciale vertegenwoordigers van de Winterhulp Nederland aangesteld. N.V. HOLLANDIA FABRIEKEN KATTENBURG EN CO. N.V. Donderdag werd te Amsterdam een buiten gewone aigemeene vergadering van aandeelhou ders gehouden der N.V. Hollandia fabrieken Kat tenburg en Co.. gevestigd te Amsterdam. In deze vergadering is aan den heer H. Lazard, commis saris der vennootschap, alsmede aan de heeren J. N. Kattenburg, S. W. Kattenburg en A. Kat tenburg, leden der directie, op hun verzoek met ingang van 29 November a.s. eervol ontslag ah zoodanig verleend. Tot commissaris der vennootschap werd be noemd de heer L. Proos Hoogendijk. directeur der Rotterdamsche Bankvereeniging N.V. Amsterdam, terwijl met ingang van 29 November 1940 tot di recteuren der vennootschap werden benoemd de heeren J. Scheffer te Blaricum en G. E. van Dalen te Amsterdam. EEN KWART EEUW BIJ DE SPOORWEGEN. Zaterdag a.s. hoopt de heer A. Kemp te Haarlem het feit te herdenken dat hij 25 jaar geleden als wagenmaker in dienst kwam bij de Ned. Spoot* wegen. TEYLER'S GODGELEERD GENOOTSCHAP. Teyler's Godgeleerd Genootschap te Haarlem deelt mede dat vóór 1 Januari 1940 op de prijsvraag: „Herkomst en ontwikkeling van de offerge dachte in de Eucharistie", één antwoord is inge komen, dat niet voor een bekroning in aanmerking kwam. Uitgeschreven blijven de volgende" prijsvragen: Om beantwoord te worden vóór 1 Januari 1941: „De leer van het kerkrecht van Rudolf Sohm". Om beantwoord te worden vóór 1 Januari 1942: „Een onderzoek naar de beteekenis van de maagdelijke geboorte in de antieke godsdiensten en in het oudste Christendom". Nieuw uitgeschreven wordt de volgende prijs vraag vóór 1 Januari 1943: „Gevraagd wordt een beschrijving van die ver schijnselen in het Nederlandsch protestantisme in de 16e en 17e eeuw. waarop in Engeland de naam independentisme is toegepast. De antwoorden, die ten hoogste dertig duizend woorden mogen bevatten, moeten worden ingezon den vóór 1 Januari, opdat zij vóór 1 November daar aanvolgend beoordeeld kunnen zijn. De prijs voor het beste antwoord, mits dat ook op zichzelf voldoende gekeurd wordt, bestaat uit een gouden eerepenning, op den stempel des Genoot- schaps geslagen, ter innerlijke waarde van vierhon derd gulden, of, zoo men daaraan de voorkeur mocht geven, in vierhonderd gulden. De prijs wordt uit gekeerd, zoodra de bekroonde verhandeling voor de pers gereed is. was, zou hij naar buiten gaan en zich aan de ijzeren leuning, die aan het granieten lichaam van den to ren was vastgeklonken, vastklemmen en zoo pro- beeren zijn leven te redden en andersanders zou hij met de lamp het Kanaal ingeslingerd wor- der! Maar in elk geval moesten de meisjes weer naar beneden voor zij iets van het gevaar, dat hen bedreigde, merkten. Ik moest jullie eigenlijk een standje maken, begon hij. maar ik zal het maar niet doen. Kunnen iullie riet even naar de keuken gaan en wat cacao klaar maken; ik heb wel zin in een hartverster king. Wat het Brand kostte om op dezen luchtigen toon te spreken, is eenvoudig niet te beschrijven. Maar zijn verzoek had gelukkig de beoogde uit werking. Even voor zij de kamer uitgingen, draaide Brand zich nog eenmaal om en wierp een blik op de beide meisjes, misschien zijn laatsten in dit leven! Drie maal nog schudde de top van den toren zoo, dat Brand meende, dat het einde gekomen was en een maal stond hij reeds op het punt zijn leven aan de leuning toe te vertrouwen. Plotseling verminderde het schijnsel van de lamp en terwijl hij zich daarmee bezig hield, hoorde hij weer het veel luidere en voor iemand, die het voor het eerst, hoort veel angstaanjagender geluid van hooge golven, die tegen den toren werden gesla gen. Maar het fluitende geluid van de tornado was verdwenen. Goddank, het gevaar was geweken! De orkaan had iets langer dan een half uur geduurd, Naderhand hoorde hij, dat deze wervelstorm langs de zuidkust van Ierland gekomen was, een vloed golf bij de Scilly-eilanden veroorzaakt had, die veel schade aanrichtte en tenslotte zijn woede ergens in de Noordzee had botgevierd. Reeds kwamen Enid en Connie met de chocolade naar boven. Ik geloof, dat het nog veel erger geworden is, was het eerste, wat Enid zei. Dat zij dit meende was een gevolg van het feit, dat het gehuil van den wind het zcegeruisch niet meer overheerschte en men het oorverdoovend geraas van ae golven hoorde. „(Wordt vervolgd^. Beneden het groote luchtschip kliefde de D. ni met de grootste snelheid de zee. Dib had een bericht van den mar conist van het luchtschip opgevangen, dat het touwladder een jongen van de D. Hl had meegesleept, uit het kraaien nest, doch dat deze gelukkig zonder eenig ongeluk behouden aan boord van het luchtschip was. Direct daarop kwam weer een bericht dat de bevelvoerder van het luchtschip Ir. Ab zijn elger. neet had herkend. Speurneus nam plaats achter het seinbord en nu vlogen de be richten tusschen de D. III en het lucht schip heen en weer. Dan kwam er weer een bericht van boven, dat Ab aan boord wilde blijven, als ook zijn vriend Dib wilde meereizen. Dib^was spoedig besloten mee te rei zen met het luchtschip, toen hij vernam, dat het luchtschip een expeditietocht ging maken van Pool tot Pool. Toen op het luchtschip het besluit van Dib was binnengekomen liet de bemanning hier van aan vier lange staalkabels een rood geschilderde motorsloep zakken. Hierin zaten Oom Eduard. Ab en nog een stuur man. Van de D. Ill was ook een motor sloep gestreken en korten tijd daarna dreven beide vaartuigjes naast elkaar. Het afscheid was hartelijk. Oom Eduard beloofde aan Speurneus goed op zijn neef Ab en Dib te passen. Statig verhief het zilveren luchtschip zich weer naar grootere hoogte. Ab en Dib stonden voor de raampjes te kijken naar het steeds kleiner wordend politie- schip. Driemaal cirkelde het luchtschip boven de D. III en als groet liet kapi tein Flink eenige paffers knallen en drie maal de stoomfluit gillen. Opgewonden zwaaiden Ab en Dib met hun zakdoeken naar beneden. Toen vervolgde de politie- boot zijn weg en het luchtschip vloog met het windje mee in Noordelijke rich ting. Terzelfder tijd ontvingen beide marconisten een zelfde soort bericht, dat luidde: „Goede reis!" als bewijs op de electrisehe schel zou drukken vlak voor zij in haar kooi kroop. Hij hoefde niet lar.g op het signaal te wachten. Het gedrag van den barometer den ther mometer was hem eenigszins een raadsel. Terwijl de barometer maar steeds daalde, ging het kwik in den thermometer steeds meer omhoog. Lage druk en hooge temperatuur is in Januari in deze streken geen bijster gunstig voorteeken. Hij had nog hoop, dat bij het omgaan van het getij ook het weer zou veranderen. Maar spoedig moest hij die hoop opgeven. Steeds heviger sloeg de zee te gen de rots en dit was nog maar een voorbode van wat hij venvachten kon. Hij begreep, dat een storm een zeer or. regelmatige baan over den Atlantischen Oceaan beschreven had en nu de Engelsche kust na derde. Het rumoer van het tegen de rots slaande water verontrustte hem op zich zelf niet in het minst Hoogstens zou de rots in enkele dager, niet te bereiken zijn; dan moesten de meisjes overdag maar de wacht op zich nemen en leeren uitkijken en het eentonige leven verdragen. Hoogstens zouden ze wat zenuwachtig zijn! Hij peinsde er over, hoe wonderlijk 't was, dat zij jxu'st dezen dag hadden moeten uitkiezen om hem te ko men opzoeken. Een trilling voer door den toren. Brand hoopte maar, dat de meisjes niet door het lawaai gewekt zouden worden en als dit onverhoopt toch het geval zou zijn, dan verwachtte hij, dat zij het trillen van 't gebouw aan den wind zouden toeschrijven en daar in niets bijzonder onrustbarends zouden zien. Maar plotseling mengde zich een nieuw geluid tusschen de andere geluiden, die hij al zoo menig maal had gehoord, als een woedende storm om den toren gierde. Hij keek op de klok het was even na middernacht. Het was een gillende klank, die hij als iets vreemds onderscheidde en dien hij zich niet herin nerde ooit eerder gehoord te hebben. Langzamer hand werd hem de beteekenis er van duidelijk: hij bevond zich midden in een orkaan; alleen de dikke glazen wanden beschutten hem. De wind had een snelheid van meer dan 80 Kilo ter per uur. Nog nooit had Stephen Brand zoo'n ontstellenden orkaan beleefd. Het was erger dan een orkaan.... het was een tornado! Hij probeerde naar buiten te kijken. De lucht was vol schuim, maar de zee zag er betrekkelijk rustig uit, door dat al het water, dat opgezweept werd, direct tot schuim verpoederde. Maar zoo nu en dan werden er enorme watermassa's opgenomen en met een kracht, veel grooter dan van een ka nonskogel, tegen den vuurtoren aangeworpen. Als Brand ooit zou weten wat angst was, dan zou hij het nu leeren, want hij wist, dat de toren wel als een blok graniet zou blijven staan, maar dat er groote kans bestond, dat de glazen lantaarn afge rukt zou worden en hij zou worden meegevoerd. Zijn adem bleef in zijn keel stokken, toen hij aan de twee meisjes in het kamertje beneden dacht. Maar zijn plicht riep hem, de hevige druk had in vloed op de lamp, die nu bijgesteld moest worden en Brand besloot bij het verstellen der schroeven aan deze levenlooze dingen een voorbeeld te ne men en onbewogen door gevaren tot het bittere eind zijn plicht te blijven doen! En als hij op zijn post den dood vond: het licht zou in zijn laatste flikkering misschien nog een schip voor den onder gang behoeden. Hij hoorde het tikken van ijzer tegen ijzer en omkijken, zag hij de beide meisjes in de deur opening staan. Is dit weer normaal of heeft u het speciaal ter eere van ons besteld? vroeg zijn dochter met een bewonderenswaardige poging tot scherts. Maar Enid, die moeit had haar traren te bedwingen, zei hulpeloos: O papa, ik ben zoo bang. HOOFDSTUK VI. De hondenwacht. Brand was zich bewust van het groote gevaar, waarin zij zich bevonden. Even voor de meisjes bo vengekomen waren, had hij een eigenaardige be weging van de lantaarn waargenomen; het heele hecht en kunstig geconstrueerde bovendeel van den vuurtoren had angstaanjagend geschud. Brand, in de overtuiging, dat elk oogt»-blik het laatste kon zijn. besloot een poging te doen om de meisjes in veiligheid te brengen zonder haar te verontrusten. Zelf kon hij het licht niet in den steek laten. Als hij meende, dat het einde gekomen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6