Als wij gasten ontvangen ONS KNIPPATROON AB'S AVONTUREN (J 0 0 De Torenwachter Het menu van den dag zaterdag 30 NOVEMBER 1940 HAXREEMT DXGBCAD I11 den laatsten tüd hebben wij ons allen verdiept in de voedingswaarde van onze dagelijksche maal tijden en wij hebben, met recht, het belang leeren inzien van goede en smakelijke voedingsmiddelen, of van nieuwe, totnutoe onbekende combinaties. Maar velen van ons willen toch ook nog weieens gasten ontvangen, „eters" vragen zooals dat huise- lijkweg heet, en dan doen zich moeilijkheden voor. Misschien vraagt u ze op een koffiemaaltijd, prachtig, dat ïs heel wat eenvoudiger dan een war me maaltijd. Maar de meeste mannelijke gasten hebben geen tijd om in de week uit koffiedrinken te gaan; nu de kantoren zoo laat beginnen gaan ve len zelfs tusschenlijds heelemaal niet meer naar huis, wat met de forensen natuurlijk altijd al het geval was. Dus blijft de Zondag over, die voor sommigen om principieele redenen niet geschikt is, voor anderen omdat zij dien dag geen hulp hebben, en weer an deren vinden een koffiemaaltijd in den winter maar een mager surrogaat voor een gezellig eterijtje bij avondlicht. Alleen om een kinderpartijtje te geven, is het koffiedrinken erg geschikt: de kinderen komen en gaan als het nog volop daglicht is, en of zij nu een feestelijke boterham of een dito vleesch-groenten- aardappelen-portie verorberen maakt voor hen geen verschil. Dus wij blijven erbij: wij willen zoo erg graag eens eetgasten vragen, maar hoe kleeden wij dat nu in om toch een goed en feestelijk etentje op tafel te brengen. De grootste moeilijkheid hierbij is het vleesch. want bij eiken wat. meer uitgebreiden maaltijd dient dit toch als de hoofdschotel, en hoe kunnen wij daarin nu voorzien als er n'ets te krijgen is. Om te beginnen moet de maaltijd met meer zwier worden opgediend, dan waarvoor de gastvrouw ge woon dagelijks den tijd heeft. Denkt u maar aan de hapjes in een caféteria, die er allemaal even keurig en feestelijk verzorgd uitzien; daar is immers voor een groot deel hun succes aan te danken. Aan den anderen kant willen wij onzen gasten geen liflafjes voorzetten die maken dat zij na een uur of wat weer honger hebben: ook een stevige stamppot, of een zware soep willen wij niet opdie nen bij zoo'n huiselijk feestje, tenzij wij onze gasten speciaal op een dergelijk maal hebben uitgenoodigd. Maar wie vrienden of familieleden ten eten vraagt, moet zich wat moeite getroosten om een, zij het ook zeer eenvoudig, dineetje op tafel te brengen. Zooals ik al zei vormt daarbïi de hoofdschotel de groote moeilijkheid, een eenvoudig voorgerecht zoo als een zalmschoteltje of een garnalenslaatje, mis schien een geheel plantaardige hors d'oeuvre of een groentensla of een haring-dito zijn nog goed te ma ken. en als daarop dan een goed bereide magere soep volgt, zal de gast zich niet eens bewust kunnen ma ken. dat zijn maaltijd er anders uitziet dan vroeger Wat doen wij nu met het vleesch-aardappelen- grnente-gerecht. of. als wij niet met dezen geijkfen schotel voor den dag wilden komen, met den plaats vervanger daarvan, die toch altijd wel het vleesch als middelpunt had. Daarvoor is toch nog menige zeer smakelijke mo gelijkheid, ierwij! een geroutineerde kookster ei meestal nog een en ander bij kan bedenken. Om te beginnen doen wij zulk een vleeschlons gerecht niet in dekschalen op, want dan leggen wij nog eens extra den nadruk 00 het ontbreken van het vleesch, maar wij dienen het heet op op een platte verwarmde schaal, in zijn geheel. Wanneer wij clan van de veronderstelling uitgaan dat er nog vleeschwaren te krijgen zijn. denken wij aan een schotel Brusselsch lof. waarbii ieder struik je in een plakje ham is gerold, terwijl een gebon den kaassaus dit bedekt, en er een rand van ge kookte aardappelen omheen ligt. De rest van de kaassaus, vei-dund, doet dienst als jus. Dit gerecht kan ook in een vuurvasten schotel worden opgedaan, die in den oven verwarmd is; de aardappelen worden er dan apart bij gepresenteerd, maar het resultaat op tafel is natuurlijk niet zoo feestelijk. Op deze laatste manier kan ook bloemkool met ham worden verwerkt, terwijl daartusschen de plakjes aardappel nog worden meegestoofd, zoochit dit één vuurvaste schotel voor het heele gerecht wordt. Zeer smakelijk zijn ook schotels van andijvie te maken: andijvie met spiegeleieren, omgeven door een rand aardappelpuree; andijvie met. gebakken aardappelen, gegarneei-d met kleine gebakken to maatjes en uitjes; andijvie met pommes frites (waarvoor natuurlijk frituurvet noodig is) en toma tensaus. Kaaslapjes bieden ook nog genoeg mogelijkheden bijvoorbeeld bij groene kool, bij Rrnsselsch lof, bij gebakken tomaten en meer dergelijke groenten. Al leen moeten wij ze direct na het bakken opdoen daar ze anders taai worden. Een schotel spruitjes met kastanjes en warme pe- terselie-aardapnelen is evenmin te versmaden, en dan mogen wij ook niet de vervanging van aard appelen vergeten door rijst, spaghetti of macaroni, welke weer eens een heel ander aanzien aan een schotel kunnen geven. Roode kool en rijst met ker riesaus zijn een uitstekende hoofdschotel, en wie haar gasten niet op roode kool wil tracteeren, kan op dezelfde manier een smakelijk gerecht maken met lof of andijvie. Gekookte blokjes selderieknol zijn heel geschikt om een schotel groenten en aardappelen aan te vul len, terwijl een klein restantje vleesch of wat ge hakt heel goed gebruikt kan worden als vulsel voor koolbladeren, voor tomaten of voor aardappelen Heeft u kleine tomaatjes weieens met pikante aardappelpuree gevuld? Probeer flït dan eens. door' ze om een bergje blikgroenten te schikken en maak den schotel smakelijk op met peterselie en augurk jes in 't zuur. Na dezen hoofdschotel bedenken wij een dessert dat niet al te licht is, al te veel een nietsje. omdat er misschien nog een paar laatste gaatjes gevuld moeten worden. Wij mogen dit „uit eten gaan" niet teveel beschou wen als een onnoodige overdaad die alleen in goede tijden mogelijk is: een gezellige maaltijd is een rustpunt in den dag, en gasten die ons na aan het hart liggen geven daaraan nog een speciaal warme sfeer die wij in moeilijke tijden nog extra noodig hebben. Zoo'n intiem etentje kan een vreugde be- teekenen die van groot belang is, wij komen eikaar nader dan ooit, niet door het eten. maar door de gebondenheid van de intieme tafel. E. E. J.—P. Hoe we van oud nieuw maken. Wat te doen, wanneer baby zijn komst in den winter gemeld heeft, met het moeilijkste stuk van onze garderobe, n.l. den mantel? Indien het moge lijk is een jas te koopen, is het a.s. moedertje ge dwongen een zeer ruim model te kiezen, dat haar later misschien niet zoo goed flatteert en wellicht levert de kleerenkast nog een goede winterjas op. die met wat handigheid en een bescheiden aantai punten van onze textielkaar^ heel geschikt ver anderd kan worden. Ons „oudje" is een degelijke sportjas, 'ets ge tailleerd, van een zware tweed of heerenstof. De „nieuwe" heeft een voorpand van imitatie astrakan, dat het figuur ten goede komt en een platte kraag van de mantelstof, eveneens bezet mei astrakan. We koopen 30 c.M. astrakan van 140 c.M. breed, dat nu reeds te krijgen is, evenals andere imitatie bontsoorten, en een lapje voering. Men zal u hier voor van 7 punten van uw textïelkaart berooven. Voorts zoeken we twee aparte knoopen. Kraag, revers en een gedeelte van het voorpand worden nu van de oude jas afgenomen. Het astra kan pand wordt aan den linkerkant vastgenaaid, van boven op den mantel geknoopt met de beide sierknoopen en verder onzichtbaar met groote druk kers gesloten. Het model kan later gemakkelijk weer vernauwd worden, terwijl een smal leeren ceintuurtje er heel goed op zal staan. Op deze wijze kunt u er nog heel lang plezier van hebben. Ook koolraap kan lekker zijn. door MART INE WITTOP KONING. De koolraap behoort in de meeste gezinnen nu niet juist tot de meest geliefde groenten, en tochde koolraap-zelf heeft daaraan min der schuld dan haar bereiding. Wordt ze opgezet met veel water zoogenaamd om haar den „sterken" smaak te doen verliezen, dan staat ze aan dat water een groot gedeel te van haar vrij aanzienlijk suikergehalte af; het gevolg is, dat het zoete van de rauwe kool raap verloren' gaat en we op tafel een product krijgen, dat alleen door de toegevoegde stoffen boter, nootmuskaat suiker eenigszins op smaak is gebracht. Dat kan anders. We zetten de geschilde, in reepjes gesneden koolraap op met slechts een bodempje water zon der zout; we brengen de groente op een flink vuur aan de kook en laten ze op een zacht vuur gaar en tegelijkertijd droog koken niet langer dan V2 uur. Schudden we er dan zooals we 't ook bij worteltjes gewend zijn even de boter door om de groente daarna in de schaal over te bren gen, dan zal er geen sprake zijn van een „ster ken smaak", omdat de thans in de koolraap bewaarde suiker in het geheel den niet ge- wenschten rapensmaak overheerscht en de op het laatste toegevoegde boter het aroma aanmer kelijk verhoogt. Wie de koolraap liever met een melksausje op dient, kan in hoofdzaak de hier beschreven be reidingswijze volgen. Wil men voor het gerecht niet meer dan één pan gebruiken, dan wordt op den bodem van de drooggekookte pan met gare koolraap vlug wat melk aan de kook ge bracht (ongeveer 1/s dL. of 3 eetlepels per per soon) de melk wordt gebonden met wat aange mengd aardappelmeel, terwijl tot slot de. boter door het gerecht wordt geroerd. Toevoeging van een ietsje zout (of suiker) is hier misschien gewenscht, omdat de melk het geheel Iets flau wer maakt. Heeft men een twee gaspit ter beschikking, dan wordt het melksausje smakelijker op de volgende wijze (voor 4 personen) 20 gr. geraspte jonge kaas. 20 gr. bloem. 2 dL. melk. Roer op een zacht vuur de kaas met de bloem en y2 d.L. (3 eetlepels) melk tot een gelijk mengsel; verdun dit geleidelijk met de rest van de melk en roer de saus door de koolraap. •LAAT UW HUID VRIJ ADEMEN, andera wordt ze vlekkerig. Radox-zuurstof zal U daarbij helpen. Die houdt de poriën open en rein en juist ddt maakt Uw teint bloeiend gezond, jeugdig en frisch. - Bovendien spaart"t zeep, als ge wat Radox in Uw waschwater doet. Bij apoth. en drog. 41 ct. en loet. incl. verh.O.B. (Adv. Lngez. Med.) Voor weinig punten. Vlotte jurk voor slanke figuurtjes. Ieder wordt in de gelegenheid gesteld deze leuke eenvoudige jurk zelf te maken; men spaart hierdoor namelijk zooveel punten. Benoodigde stof 2 M. 1.30 M. breed. Men legt de voor en rugpanden tegen elkaar in, op de stof. Het kraagje kan men ook van een afstekende kleur maken, en met groote steken in de halsope ning naaien. Voor heel weinig geld dus deze ge zellige warme jurk. Patronen verkrijgbaar in maat 40, prijs 26 cent. Het patroon is van Maandag af gedurende een v/eek verkrijgbaar bij de bureaux van dit blad Groote Houtstraat 93 en Soendaplein 37. VOOR DE KINDEREN Ab stond in de timmerwerkplaats van het luchtschip. Baas Spijker was Juist even weggegaan om enkele kleine repa raties hier en daar te verrichten. Dit oogenblik vond Ab nu een prachtige gelegenheid om wat rond te snuffelen. Op den vloer stond tusschen de krullen een prachtige slee. die baas Spijker zoo juist geheel gereed had gekregen. De mooie gelakte plankjes van de slee glom men als een spiegel cn de Ijzeren glijders daaronder waren prachtig rond gesmeed. Ab's handfen begonnen te jeuken. Hé, om daar op te zitten en dan te glijden van een hoogen sneeuwbergl Ab was altijd erg vindingrijk geweest en zoo was het ook nu weer gegaan. Hij had de slede in een der lange gangen getrokken, waar eigenlijk alleen maar het personeel van het luchtschip mocht komen. Hij was er even op gaan zitten, maar dat was toch niet wat Ab bedoel de. Hij moest er mee glijden. Vlug haal de hij een lang touw en leende verder een mooie pet, die hem veel te groot was. Toen haalde hij zijn parachute en be vestigde deze op zijn rug. Vervolgens bond hij het eene einde van het touw aan een grooten Ijzeren knop en ging daarna op de slee zitten. Nu begon hij te trekken. Doch het ging niet naar zijn zin. De IJzeren glijders sleepten hard over de Ijzeren platen van den vloer van den gang. Wacht, dacht Ab, ik weet watl Vlug holde hij weg en kwam terug, In de eene hand een groot blik met groene zeep en in de andere hand een reuzen- kwast. Als een bekwaam klodderaar smeerde hij nu de zeep zoo gauw als hij kon over den vloer uit. Dat was nog een heel werkl Maar eindelijk was Ab dan toch klaar en keek hij met een voldaan gezicht naar de prachtige zeepglijbaan Opnieuw bond hij het touw aan den ijzeren knop en begon hij, toeD hij op de slee zat, te trekken. Eerst ging het heel voorzichtig aan, maar met elke nieuwe rit werd Ab overmoediger. Hij suisde op het laatst met een reuzen- vaart er van door. JongeI juichte Ab wat gaat dat fijn! En opnieuw trok hij weer aan het touw en voort vloog het ding over de glibberige zeep. EEN VERHAAL VAN DE ZEE, bewerkt door ADRIAAN J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 9) Maar vader, wat bent u bleek! En uw voor hoofd is kletsnat, wat heeft u gedaan? Brand veegde vlug zijn gezicht met zijn zak doek af. Ja, ik moest even buiten zijn en toen sloeg er juist een groote hoop schuim tegen den toren. Ze keek hem onderzoekend aan en het deed hem genoegen te merken, dat zijn dochter zich niet zoo gemakkelijk liet beetnemen. Is werkelijk alles in orde? vroeg zij nog. Hij ging naar haar toe, en haar tegen zich aan drukkend, kuste hij haar onstuimig. Sinds wanneer geloof jij je vader niet meer? vroeg hij half-schertsend. Neemt u mij riet kwalijk, vader, stamelde zij, maar ik dacht, dat we in groot gevaar verkeer den en om u de waarheid te zeggen, geloof ik, dat het nog niet geweken is. Op datzelfde oogenblik sloeg een huizenhooge golf met donderend geweld tegen de ramen van den vuurtoren. De beide meisjes korden hun oogen en ooren niet gelooven. Hier werd de zee tot op een hoogte van bijna veertig meter opgezweept Nog sloeg een golf over den top van den toren en Brand moest weer aan het werk om ongelukken te voor- komor. maar zijn gedachten hielden zich onderwijl steeds bezig met de vraag, hoe hij zijn dochters ge rust kon stellen. Hij begreep maar al te goed. dat ceze ontzaglijke golven op hen veel en veel meer indruk maakten, dan de veel gevaarlijker fluitende wervelwind van zooeven. Maar hij wist ook. dat hij niet meer hoefde te vreezen, daar hij dit al zoo vaak had meegemaakt. Het was nutteloos om te probeerer hen weer naar bed te krijgen: ze moesten hier blijven en hij moest hen gerust stellen. Daar zij allebei een helder verstand hadden en niet voor een kleintje vervaard waren, was het maar het best, dat zij volkomen op de hoogte gebracht werden. En hij slaagde er in hun duidelijk te maken, dat er werkelijk geen gevaar van beteekenis meer was. Op je gezondheid, Enid. We leven nog, ein digde hij en hij dronk zijn kop cacao tot den laat sten druppel leeg. Br zal je wat zeggen, ging Brand vertrouwe lijk verder, in die la daar liggen leeren jassen Trek die aan. Ik kan jullie er nu toch niet toe krijgen om hier weg te gaan en het is hier verre van warm. En voor het eerst in de een-en-twintig jaar, sedert ik in dienst ben, zal ik hier boven eens roo- ken, ik heb wel wat verdiend. Ik geloof niet, dat je dezen nacht betreuren zalals alles voorbij is. Jullie moeten maar den ken, dat je een paar recruten bent in den eersten slag. Ik ben er zeker van.begon Enid. Een hooge golf sloeg weer over den top van den toren, die niet bezweek, maar toch op zijn grond vesten schudde, zoodat de leege kopjes op hun schoteltjes rinkelden. Dat kwam juist op tijd om mijn woorden te onderstrepen, ging Brand opgewekt voort. Dat is jullie vuurdoop, om bij mijn beeld te blijven. Hadden wij werkelijk kans om te sneuvelen? vroeg Constance dadelijk. Zooiets. Je hebt een orkaan meegemaakt, zoo als er in jaren niet boven Engeland gewoed heeft. Maar die is nu voorbij; het ergst wat ons nog over komen kan is, dat een ruit stuk geslagen wordt. Buiten hoorden zij het water met groote kracht tegen den omloop aanslaan en met donderend ge weld naar beneden vallen, maar toch kwam er even later weer een nieuwe golf over den toren. Dit gaat maar riet steeds zoo door. hoor! zei hij geruststellend anders zouden we geen twee woorden rustig kunnen praten. Zoodra de zee weer wat gestegen is en den heelen voet van de rots be dekt, houdt het op. Tegen een uur of vier krijgen wij misschien weer zoo iets. Ik geloof, dat een voorstel om naar bed te gaan. Met groote meerderheid verworpen zal wor den. vulde Enia aan. Opeens \-estigde Connie zijn aandacht op de auriscoop. Heeft u een schip gehoord? vroeg zij, toen zij zag, dat de wijzer naar het Zuid-Westen wees, ter wijl het geluid van de laatste sirene, dat zij ge hoord hadden, juist uit tegenovergestelde richting kwam. Hij nam een klein model autohoorn uit een lade. Zoodra hij er op blies, draaide de wijzer in de richting van zijn hand. Het is al heel onwaarschijnlijk, dat bij zulk weer een schip dicht genoeg in de buurt is om in vloed op de auriscoop uit te oefenèn. Bij zulk een weer houden zij meestal het ruime sop. Hij liet ze bij de auriscoop achter om naar de oliepomp te gaan kijken. Driemaalhoorde hij hen het toetertje gebruiken en toen riep Connie: Vader, komt u toch eens kijken, de wijzer gaat. aldoor maar weer naar het Z.W. Toen hij zich weer bij hen voegde zag hij tot zijn verbazing, dat de mededeeling van zijn doch ter maar al te waar was. Hij blies nogmaals op zijn autohoorn tie en onmiddellijk draaide de naald naar het Noorden, reageerend op het geluid, dat het dichtst bij was, maar het volgend oogenblik wees de naald alweer naar het Zuid-Westen. Stil, zei hij en alle drie spanden zij hun ooren in, maar door het geweld van den storm en het water konden zij niets hooren. Hii ging raar den Zuid-Westelijken hoek van het vertrek en probeerde naar buiten te kijken, maar het water stroomde langs de ramen en maakte het onmoge lijk een blik in der duisteren nacht te werpen. Om toch heel zeker te zijn. keerde hii weer naar zijn toestel terug en probeerde nogmaals de naald een anderen stand te geven, maar steeds keerde deze weer naar het Zuid-Westen terug. Er komt een schip uit het 7'ïid-Westen, zei hij terslotte op emstigen toon. zoodat de beide meisjes hem verschrikt aankeken Tk denk. dat het om hulp seint en aldoor maar zijn stoomfluit laaf werken. Ik hoop maar. dat ze niet zullen probee- ren c'e rots te naderen. Ik moet even gaan kijken. Hij trok een olieias aan en berd de banden van Zn'd-Wester stevig onder zijn kin vast De kleine deur van de lantaarnkamer was aan den kant van de baai, zoodat het hem niet zoo heel veel moeite kostte naar buiter te komen. De meis jes zagen hem langs de ramen zijn weg tegen den wind in naar het Zuidwestelijke punt van den om loop banen. Er komt een groot schip dezen kant opik zeloof een mailboot, hijgde hij, toen hij met schuim overdekt terugkwam. Ut geloof, dat er iets niet in orde is, want er worden maar steeds vuurpijlen af- ïeschoten en naar de auriscoop te oordeelen laten 'ij de stoomfluit aanhoudend werken. Hij liep direct door naar de voorraadkamer. Toen hij weer terug kwam stonden de beide meisjes met opgewonden gezichten in oliejassen op hem te wachten. Onder zijn arm droeg hij een viertal vuur pijlen. Jullie moeten niet naar buiten komen, voor ik deze afgeschoten heb, zei hij. En denk er voor al om je jassen goed om je knieën vast te maken. Ze hoorden het gesis van de vuurpijlen en vier sterren schoten het luchtruim in. Drie witte pijler en een roode moesten de wachters op Landsend ervan op de hoogte brengen, dat er iets niet in orde was. Brand twijfelde er wel niet aan, dat zij zelf het schip en de signalen, die men aan boord gaf. gezien hadden, maar een bevestiging van zijn kant zou toch nooit kwaad kunnen. Met moeite tornden de meisjes tegen den wind op. om zich bij hun vader te voegen. Brand was al weer naar de windzijde van den toren gegaan en ofschoon de eerste vlaag hun den adem bcromen had. hielden zij aan en bereikten zij hun doel. Ze werden door een hooge golf begroet, maar Brand drukte hen beiden naar beneden, zoo dat het water over hen heensloeg en achter hun ruggen langs den toren oaar beneden vloeide Hii wist, dat er geen gevaar voor hen was. Eerst zagen zij niets dan een massa schuim, dat met een ongeloofelijke snelheid over de rots schoot Boven hun hoofden verdweeer de top van den vuurtoren in de duisternis van den nacht En daar tusschen vocht het licht met zijn vijanden en over won. Constarce zag alleen het lichtschip Seven Stones en een geflikker in de verte, maar dat was de vuurtoren St. Agnes: verder kon zij niets onder scheiden. Terwijl Brand hun de richting waarin zij kijken moester trachtte aan te wijzen, moesten zij nog tweemaal voor een golf bukken Maar na de tweede maal zagen zij werkelijk een kleinen lich ten stip, die uit de zee scheen op te duiken. Na Dames-Sportfrui. Deze extra dikke sporttrui is gebreid op pennen no. 4, van 4-draads donkerblauwe wol in maat 44. Den boord breien we op pennen No. 3. We zetten voor den r u g 80 steken op en breien de eerste pen 2 r, l a. verdraaid 2 r. 1 a. verdraaid enz. De 2de pen breien we 2 a. 1 recht verdraaid enz. Na 20 pennen is de boord af. Nu beginnen we op pennen No. 4; het patroon is aan den rechcen kant als volgt: 8 a. 2 r. 20 a. 2 r. 20 a. 2 r. 20 a. 2 r. 8 a. De 2 rechten worden aldoor uit één steek gemaakt;we meerderen in deze pen dus 4 st. en hebben nu 84 st. op de pen. Aan den averechten kant breien we de averech ten recht en de 2 rechten halen we averecht af. Deze 2 st. worden dus telkens alleen aan den rech ten kant gebreid. Hebben we 24 c.M. boven den boord gebreid, dan zijn we aan het armsgat. Hiervoor kanten we aan weerskanten 14 st. af, eerst 8. dan 4 st. en dan nog 2 st. We maken er in den eersten toer van het arms gat nog een streep bij9 st. van de vorige af. Het patroon is dan dus 9 a. 2 r. 9 a. 2 r. enz. Het armsgat is 17 c.M. hoog. nu breien we het werk heen, en laten aan het eind van de pen 510—15 —20 st. staan. Als we een schouder van 20 st. heb ben, kanten we deze af. De 20 st. van den hals zetten we op een draad. Voorpand. Op pennen No. 3 zetten we voor het halve voor pand 41 st. op. We breien den boord 20 toeren hoog en dan het patroon op pennen no. 4; 3 r. 8 a. 2 r. 20 a. 2 r. 6 a. aan den rechten kant; aan den averechten kant 6 r. 2 a. afhalen, 20 r. 2 a. af halen, 8 r. 2 a. afhalen, 1 r. Aan den kant van de 6 a. meerderen we 4 x om de 4 c.M. 1 st. Zijn we bij het armsgat, dan kanten we aan dezen kant eerst 8 st. af; de volgende toer nog 4 en daarna nog 2 st. We breien in de 20 averechten nog 2 rechten, dus 9 a. 2 r. 9a., waardoor we ter hoogte van het armsgat nog een streep in het werk krij gen. Na het afkanten van het armsgat hebben we nog 31 st. over. Is het armsgat 14 c.M. hoog, dan zetten we achtereenvolgens 6, 2, 2, 1 st. voor den hals op een draad; de 20 overige steken breien we op voor den schouder tot het armsgat 17 c.M. is. Dan breien we den schouder op, 15, 10, 5 st. en kanten af. Het tweede voorpand is het spiegelbeeld van het eerste. Het boordje voor den hals is gebreid op pennen No. 3 en is 59 st. We nemen de steken, die op een draad zitten, op de pen en meerderen er in de weggevallen steken zóóveel bij tot we 59 st. hebben. We breien het 6 toeren hoog in het pa troon van den boord van onderen. Mouw. We zetten 24 steken op, breien aan den rechten kant het patroon 6 a. 2 r. 8 a. 2 r. 6 a. We meerderen om de 2 pennen aan weerskan ten 1 steek bij, tot we 50 steken hebben en zetten dan nog aan weerskanten 6 steken er bij op. Deze 62 steken breien we 4 toeren en minderen dan om de 4 toeren tot 48 st. en als de mouw 44 c.M. is, breien we op dunne pennen een boord van 10 toe ren. De deelen worden op de machine in elkaar ge stikt. Bij het aannaaien van de patentsluiting zorgen we er voor, dat deze goed strak wordt ge trokken en het breiwerk vooral niet wordt uitge rekt. Hutspot met groene erwten. Chocoladevla. Hutspot met groene erwten (4 personen) 2 K.G. winterwortelen. 2V2 d.L. groene erwten. l'/s K.G. aardappelen. V2 pond uien. 100 gr. boter of vet. Zet de groene erwten den avond te voren in ruim water te weeken en zet ze met dat week- water op; kook ze gaar. schil intusschen de wor telen en snijdt ze in reepjes, schil de aardappe len. snijdt ze in vieren en schil en snipper de uien niet te fijn. OORRAABVORMING van Jozo en Nezo is verstandig, in verband met stagnatie in aflevering bij eventueele vervoers- ■noeilijkheden. (Ado lngez. Med - veel moeite lukte het hun, de bakboord- en stuur- boordlichten te onderscheiden, waardoor ze de richting van het schip konden bepalen. Maar tel kens werden de lichten door hooge golven aan hun oog onttrokken. Aldoor maar vervolgde het schip zijn weg, een noodlottig .einde tegemoet Het was niet zoo heel moeilijk de vaart van het schip te schatten. Daar het niet gemakkelijk was zich in den storm verstaanbaar te maken, kroop Enid naar Brand en schreeuwde hem uit alle macht in zijn oor: „Loopt het op de rots af? Ik ben er bang voor, schreeuwde hy terug. Maar dan zijn zij verloren. Ja, tenzij zij er in slagen in het Zuidwesten er om heen te loopen. Brand n^gest de meisjes een oogenblik alleen la ten om naar hef licht te kijken, dat echter nog vol komen in orde bleek, zoodat hij even later weer terug was. Hij vond de beide meisjes dicht teger» elkaar aangedrukt, om zoo weinig mogelijk aan grijpingspunten aan den wind te geven. Ze doen hun best om niet op de rots te loopen, ^•ep hij na eenigen tijd het schip aardachtig ga degeslagen te hebben. Maar ze zijn al twee keer met hun voorsteven dezen kant opgeslagen; 'k ben erg bang. dat ze verloren zyn. En het was misschien maar om een uur te doen! Dan zou het getij veranderen en het schip te hulp 'temen, terwijl nu reeds een sleepboot met wak- tere mannen aan boord op het punt stond uit de taven van Penzarce te vertrekken om een poging te wagen tot redding van hef tot ondergang veroor deelde schip. Maar er was geen uur leven meer aan het schip ''«schorem On den toren hoorden zij nu duidelijk "•«t loeiei van de stoomfluit en zagen zij de vuur- oiilen. die onophoudelijk afgevuurd werden, zon der dat zii in staat waren ook maar iets te doen. Het schip was nu in een nog slech'eren toestand, dan toen zij het \'oor het eerst zagen Het was veel dichter bij de rots gekomer. terwijl de wind nog maar steeds uit het Zuidwesten bleef razen en het getii landwaarts gericht was. Eén uur en het schip zou gered zyn, maar dit uur werd het niet toe gestaan. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6