AB'S AVONTUREN De Torenwachter MAANDAG 2 DECEMBER 194Ö if A. K. U. wil twee nieuwe fabrieken bowwen. Voor productie van celvezel. In de ci" der voorzitterschap van dr. F. H. Fen tener van Vlissingen gehouden buitengewone alge- meene vergadering van aandeelhouders van de Alg. Kunstzijde Unie kwamen als punten van be handeling, de voorstellen aan de orde omtrent fa bricage van textielvezel (celvezel en melkwol) als mede de financiering daarvan en vervolgens de be* noeming van commissarissen. De vergadering werd geopend door den voorzit ter met een uiteenzetting omtrent den stand, en den gang van zaken var. de tot het aku-concem in Ne derland behoorende fabrieken. Zooals bekend, aldus spreker, produceeren de aku-fabrieken hoofdzakelijk uit houtcellulose ver vaardigde kunstzijde-garens. In de fabriek te Am- hem wordt bovendien sedert eer.igen tijd op be scheiden schaal uit caseïne de z.g. melkwol vervaar digd. Directie en commissarissen achten thans het oogenblik gekomen, tot uitbreiding van de produc tie van melkwol over te gaan. Afgezien hiervan achter directie en commissa rissen het gewenscht, in Nederland de vervaardi ging van celvezel ter hand te nemen, een product, dat in de laatste jaren een steeds belangrijker plaats onder de grondstoffen der textielindustrie is gaan innemen. Daar deze fabricage, wil zij kans op succes hebben, slechts op grooie schaal ter hand kan worden genomen, zullen wij voor de financie ring van den bouw der ontworpen fabriek nieuwe geldmiddelen noodig hebben, aldus zette spreker uiteen. Alvorens de voorzitter op dit punt nader kwam te spreken, verleerde hij eerst het woord aan den directeur prof. dr. ir. Is. P. de Vooys. Onze plannen, zoo zeice prof. de Vooys, omvatten zoowel de stichting eener stroo-cellulose-fabriek, d e de grondstof leveren zal, alsmede een celvezel- fabriek, het een en ander te bouwen naar de nieuw ste inzichten en uitvoeringen. Voor den bouw der celvezelfabriek zal naar be rekening inclusief aankoop terrein crgeveer f 12 millioen noodig zijn, voor dien van beide fabrieken f 20 millioen. Van deze f 20 millioen kan volgers dr. Fentener van Vlissingen f 5 millioen uit beschikbare kasmid delen worden genomen. De overige f 7 millioen resp. f 15 millioen zouden geheel gevonden kunnen worden door verkoop van aandeelen in portefeuille. Zulks te meer, waar een consortium zich bereid heeft verklaard, ten hoogste f 14 millioen nominaal van deze aandeelen tegen een koers van netto 112% procent van ons te koopen. Daar het landsbelang volgens dr. Fentener van Vlis singen ten zeerste gediend zou zijn indien tot den bouw der beide fabrieken kon worden besloten, en met name die van de stroo-cellulose-fabriek niet achterwege bleef, is in overleg getreden met de de partementen die bij een overleg daartoe in aan merking kwamen. Deze instanties hebben zich be reid verklaard, om de voorstellen te overwegen, welke er toe strekken, om den staat het tot stand komen der stroocellulose-fabriek te doen bevorde ren door zijnerzijds aan de financiering van dit object in een, daartoe geëigenden vorm, deel te ne men. In verband hiermede verzocht dr. Fentener van Vlissingen de vergadering om machtiging te ver leenen aan het voornoemde consortium, zooveel portefeuille-aandeel en te verkoopen, als voor de verwezenlijking van de vermelde plannen noodig is, doch ten hoogste voor f 14 millioen nominaal, en tegen een koers van 11214 procent. Bij opening der discussie vroeg een aandeelhou der nog inlichtingen omtrent de benutting van aardappelloof voor de vervaardiging van cellulose. Door prof. de Vooys werd op deze vraag ten ant woord gegeven dat zeer groote hoeveelheden water hiervoor benoodigd zijn. Waar het nog niet mogelijk gebleken is om dit probleem op te lossen zal voor hands een productie hiervan nog niet ter hand kunnen worden genomen. De proefnemingen in deze richting gaan evenwel voort Tenslotte werd nog door een aandeelhouder de belangrijke vraag gesteld in hoeverre voldoende caseïne beschikbaar is om in deze tijdsomstandig heden de zgn. melkwol te fabriceeren. Prof. de Vooys zette hieromtrent het volgende uiteen. De vervaardiging van caseïne geschiedt met magere melk, d.w.z. uit afgeroomde melk. Het is mogelijk dat een tijdelijke stagnatie zal intreden, maar de verwachting is toch, dat de productie vooral in het komende voorjaar groot zal kunnen zijn. Natuurlijk dienen in dit verband de belangen van voeding eenerzijds en van kleeding anderzijds nauwkeurig tegen elkander te worden afgewogen. Omtrent dit vraagstuk wordt zorgvuldig contact met de bevoegde instanties gepleegd. Vervolgens werd de machtiging zooals deze door directie en commissarissen was gevraagd, door de vergadering met algemeene stemmen gegeven. Tenslotte werd nog overgegaan tot het laatste punt der agenda uitbreiding van het aantal com missarissen van vijf tot acht. Als zoodanig werden gekozen ae heeren: Freiherr von Schroder, dr. E. A. Vits en H. J. Abs. BESCHOUWINGEN OMTRENT DEN GANG VAN ZAKEN" BIJ DE AKU. Door den voorzitter van den Raad van Commis sarissen, dr. F. H. Fentener van Vlissingen, werd nog een uiteenzetting gegeven omtrent den gang van zaken bij de maatschappij. De financieele resul Bij de begrafenis van den heer M. van Gent. minister-primus van den Senaat van het Utrechtsch Studentencorps, bewezen de leden van het corps aan de groeve de laatste eer. (Foto Pax Holland.) taten van het concern zijn ondanks de ups downs gunstiger dan verleden jaar. Gunstige verwachtin gen koesterde spr. omtrent het overmaken van gel den uit Duiischland, afkomstig uit hoofde van deel nemingen bij het Glanzstoff-concem. In ieder ge val zuilen deze hooger blijken te zijn dan een jaar geleden. Omtrent den gang van zaken der aangesloten ondernemingen en dochtermaatschappijen in het buitenland, ontbreken geheel en al de gegevens uit Engeland. Uit de Vereenigde Staten komen slechts sporadisch berichten b:r.nen. Door de American Enka is aanzienlijke schade geleden ten gevolge van overstroomingen. In dit verband maakt spr. gewag van naar voren komende arbeidsmoeilijkhe- den. Ten aanzien van het dollar-tegoed in de Ver eenigde Staten deelde spr. mede, dat geen transfer mogelijk was. Door een der aandeelhouders werd nog de vraag gesteld, hoe het staat met de uitkeering van de toegezegde 2 procent dividend. Op deze vraag gaf de heer Fentener van Vlissin gen ten antwoord, dat men helaas niet de beschik king heeft over het dollar-tegoed in /merika. Was dit wel mogelijk, dan zou uitkeering onmiddellijk kunnen plaats hebben. Op het oogenblik dient men rekening te houden met den stand van de kas middelen. Spr. gaf evenwel de toezegging, dat de belangen van aandeelhouders in het oog zullen wor den gehouden. ALG. NED. BOND VAN GEPENSIONNEERDEN. Op den te Utrecht gehouden Bondsraad, waarin alle 22 afdeelingen waren vertegenwoordigd, zijn o.a. de volgende besluiten genomen: tot lid van het dagelijksch bestuur in de vacature S. Baarda, werd gekozen de heer J. H. Groen, secre taris van de afd. Amsterdam. Het voorstel van het dag. bestuur om een ver- zoek te richten tot het Departement van Financiën om de wet op de Rijksinkomstenbelasting te wijzi gen in dien zin, dat ook de vrijwillige premies ter verzekering van het behoud van het recht op gezins pensioen in mindering van het inkomen mogen wor den gebracht, werd aangenomen. Het voorstel der afd. Amsterdam om een com missie te benoemen voor het instellen van een on derzoek naar de mogelijkheid om het orgaan van den bond „De Wachter" maandelijks te doen ver schijnen, werd verworpen. Het voorstel van de afd. Amsterdam om wijziging te verzoeken van art. 161, 3e lid der Pensioenwet 1922 werd aangenomen. Het voorstel van de Afd. Noord-Brabant-West tot splitsing der afd. en vorming van een zelfstan dige afd. Roosendaal e. o. werd aangenomen. Het voorstel van het dag. best. om uit het Reser vefonds een bedrag van 500.ter beschikking te stellen van het dag. bestuur om met de bijdragen van afdeelingen en leden een tegemoetkoming te verleenen aan de leden van den bond, die oorlogs schade hebben geleden, werd aangenomen. Regelen voor de etalage-verlichting Alleen zeer donkere uitstal kasten mogen verlicht worden De rijksinspectie voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen heeft de vol gende voorschriften betreffende de verlichting met kunstlicht van uitstalkasten en daarmede ge lijk te stellen ruimten voor de periode tusschen zonsopgang en zonsondergang uitgevaardigd: Ontheffing van het verbod om bij dag (tusschen zonsopgang en zonsondergang) in uitstalkasten verlichting ont^ken te hebben kan slechts door den burgemeester worden verleend in die gevallen, waar in de uitstalkasten aanwezige voorwerpen bij helder daglicht niet te onderscheiden zijn, zooals bijv. bij winkels in donkere overdekte passages en diepe donkere portieken het geval kan zijn. Winkels en bedrijven welker uitstalkasten aan open straten of pleinen liggen komen voor een dergelijke ontheffing niet in aanmerking. Slechts indien zulks met inachtneming van de bovenstaan de voorwaarden gerechtvaardigd is te achten kan een naar de straatzijde afgeschermde verlichting met kunstlicht, welke overigens geheel voldoet aan de in punt 3 nader omschreven eischen, worden toegelaten in dat gedeelte der uitstalkast of daar mede gelijk te stellen ruimte, welke tenminste 6 meter binnen de rooilijn gelegen is. Ontheffing van meerbedoeld verbod kan slechts worden verleend met inachtneming der volgende voorwaarden: a. De toegepaste lichtbronnen en armaturen mo gen geen direct licht buiten het gebouw werpen en moeten naar buiten zijn afgeschermd. b. het totaal aantal decalumen van de voor de verlichting te gebruiken lampen mag niet meer bedragen dan 15 maal het grondoppervlak (in vier kante meters) van de uitstalkast. c. De verlichting van de uitstalkast mag niet zoo onregelmatig zijn, dat plaatselijk een te groote ver lichtingssterkte van het grondvlak ontstaat (maxi mum waarde 200 lux.) Ook overigens mag de ver lichting uit een oogpunt van de luchtbescherming geen gebreken vertoonen. d. De verlichting moet worden gedoofd wanneer de winkel gesloten wordt en in elk geval bij zons ondergang, terwijl onmiddellijke dooving moet plaats hebben bij luchtalarm. De verleende ontheffing kan onmiddellijk wor den ingetrokken, zoodra mocht blijken, dat de aan deze ontheffing verbonden voorwaarden worden overtreden, dan wel de algemeen geldende ver duisteringsvoorschriften onvoldoende worden na geleefd. WEEK-ABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdags avonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE. VOOR DE KINDEREN Maar toen Ab zoo heerlijk aan het glijden was, gebeurde er plotseling iets heel vreemds. De vloer van de lange gang helde plotseling schuin naar be neden. Ab behoefde niet meer aan het touwtje te trekken; al zou hij dat ge wild hebben, dan had hij het niet ge kund, want zijn slee vloog nu letterlijk met een sneltreinvaart over den naar beneden hellenden en met zeep besmeer den vloer. Maar wat nog het ergste was van alles, was, dat de ijzeren deuren aan het einde van de gang openstonden. Ab had dat eerder nog niet ontdekt. Neen. maar, dat is vreeselijk, dacht Ab. Wie laat er nu in zoo'n gang van een luchtschip de deuren openstaan? Maar Ab dacht er op dat moment na tuurlijk niet aan dat hij in een verboden gang was en dat de timmerman de deu ren aan het repareeren was. Wel zag hij het groote gat, waardoor hij de bui tenwereld kon zien. met groote snelheid op zich toevliegen. En toen gebeurde het vreeselijke...... Floep! daar schoot hij met een snel treinvaart door het groote gat naar bui ten. Als een echte luchtacrobaat suisde hij met zijn slee in zijn beide armen gekneld door het luchtruim. Eerst viel hij eenlge honderden meters als een steen loodrecht naar beneden, dan ineens beschreef hij met zijn slee een prachtige spiraal. Maar daar? wat was dat! Daar hoorde hij vlak boven zijn hoofd iets kraken, vervolgens hoorde hij een tik en tegelijkertijd rukte er iets aan zijn rug. Voorzichtig probeerde hij omhoog te kijken. Dan ineens zag hij het met verwondering. Het was zijn parachute, die door den val automatisch was los geschoten en zich nu begon te ontplooien. Op hetzelfde oogenblik voelde Ab nog eens een flinken ruk aan zijn rug. Haast was hij zijn slee kwijt geraakt. Nu be merkte hij ook dat hij niet langer meer viel. gij zweefde door de koude, Ijle lucht," veilig hangende aan een reusach tig groot valscherm, dat bol uitgespreid boven zijn hoofd stond. Een zucht van verlichting ontsnapte aan Ab's keel, maar lang dacht hij er niet over na, dat hem haast een groot ongeluk was over komen Hij keek omhoog en zag heel hoog boven zich het luchtschip, dat een grooten cirkel beschreef boven zijn val scherm. Nu pas zag Ab ook dat beneden hem in een berglandschap eenige kleine houten huisjes stonden. Landbouworganisaties richten zicK tot de veehouders. Oproep den aanvoer van slachtvee normaal voort te zetten. Het A.N.P. meldt d.d. 30 Nov. uit Den Haag: Ons bereikt een reeds eenige dagen geleden opgestelde oproep van de drie centrale landbouw organisaties, welke als volgt luidt: De besturen der drie centrale landbouworga nisaties wenden zich langs dezen weg tot de veehouders in Nederland en dringen er bij hen op aan, in het belang van de regelmatige vleeschvoorziening van het Nederlandsche volk, den aanvoer van slachtvee voor de binnenland- sche consumptie op de normale wijze voort te zetten. Al is het een jaarlijks terugkeerend ver schijnsel, dat in het begin van den staltijd de afzet van slachtvee tijdelijk vermindert, thans is gebleken, dat het aanbod daarvan zoo sterk teruggaat, dat de vleeschvoorziening van de be volking, op een wijze zooals die gewenscht wordt en gelet op de omstandigheden ook mogelijk zou zijn, in gevaar dreigt te worden gebracht. De Centrale landbouworganisaties zijn van meening, dat verstoring van de regelmatige vleeschvoorziening niet behoeft voor te komen indien de veehouders daartoe hun medewerking verleenen.. Weliswaar kan het aanhouden van vee in bepaalde gevallen wenschelijk zijn met het oog op het bedrijfsbelang, maar er moge op gewezen worden, dat er mede rekening dient te worden gehouden dat de ongunstige veevoederpositie aan leiding kan zijn, dat niet alle dieren, die de vee houders zouden wenschen aan te houden, zoodanige conditie gebracht of gehouden kunnen worden, dat zij zoowel voor het bedrijf als voor de vleeschvoorziening de hoogste waarte verte genwoordigen. Het zal dan. zoowel in het alge meen belang als in het belang der veehouders, beter zijn een deel van die dieren eerder op te ruimen. Ondergeteekenden vertrouwen, dat de veehou ders aan dezen oproep gehoor zullen geven. Zij dienen daarmede ook hun eigen belang, omdat dan voorkomen kan worden, dat de overheid noodgedwongen ingrijpt en tot vordering van slachtvee overgaat, hetgeen onafwendbaar vele moeilijkheden en onaangenaamheden voor de veehouders met zich medebrengt. Er moge in verband hiermede aan herinnerd worden, dat blijkens een officieel persbericht, indien onver hoopt toch tot verplichte levering van rundvee zou moeten worden overgegaan, er daarbij re kening gehouden zal worden met de runderen, welke van 25 November j.l. af zijn geleverd. Honden- en Kattenbrood. - Van 1 tot en met 31 December 1940 wordt op bon no. 11 van de voederkaart voor honden be schikbaar gesteld voor: groep 1: 10 kg. honden- brood; groep 2: 10 kg. hondenbrood: groep 3: 8 kg. hondenbrood; groep 4: 5 kg hondenbrood; groep 5: 4 kg hondenbrood; groep 6 3 kg. honden brood. Op bon 11 van de voederkaart voor katten wordt over dezelfde periode 1V2 kg kattebrood beschik baar gesteld. Na 31 December 1940 is bon no. 11 van bedoelde kaarten ongeldig en mag deze niet meer worden aangenomen. COMMISSrE VAN BESTUUR PROV. ZIEKENHUIZEN. Als leden der commissie van de Provinciale Zie kenhuizen in Noord-Holland zijn met ingang van 1 Januari a.s. aan de beurt van periodiek aftreden de heeren P. P. Hartendorf te Haarlem en dr. A. Melchior te Haarlem. Op grond van het bepaalde in artikel 2, vierde lid, van het Algemeen Reglement, zal in ten min- te één dei- beide vacatur moeten worden voor zien door de verkiezing van een lid van Prov, Staten. In verband daarmede kan ook slechts één der beide genoemde leden voor een herbenoeming in aanmerking worden gebracht. Ged Staten hebben de volgende aanbeveling op gemaakt: Vacature P. P. Hartendorf: 1. de heer P. P. Har tendorf, te Haarlem; 2. de heer M. de Braai, te Haarlem. Vacature dr. A. Melchior: 1. de heer A. J. van Leusen, te Velsen; 2. mr. H. Westermann, te Am sterdam. GEEN PROVINCIAAL SUBSIDIE AAN DE NED. OPERA-STICHTING. Ged. Staten van de provincie Noord-Holland, stellen Prov. Staten voor afwijzend te beschikken op het adres van het bestuur van de Nederlandsche Opera-Stichting te Amsterdam, waarbij voor hel boekjaar, loopende van 1 September 1939 tot en met 31 Augustus 1940, een subsidie uit de provin ciale kas, ten bedrage van 2.500, is gewaagd. In haar prae-advies zeggen Ged. Staten o.a dat het hun in huidige omstandigheden niet wensche lijk voorkomt dat de Provincie financieelen steun verleent aan een nieuwe instelling welker voort bestaan slechts mogelijk is, indien regelmatig be- angrijke overheidsbedragen te harer beschikking orden gesteld. EEN VERHAAL VAN DE ZEE. bewerkt door ADRIAAN J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 10) Kunnen we dan niets doen, schreeuwde Con- Bie, half krankzinnig van ontzetting bij de gedach te, dat het schip daar voor hun oogen verbrijzeld zou worden. Niets, klor.k het somber. Zij zijn in Gods hand. Zij konden hun oogen niet afhouden van het schip, dat zijn verderf tegemoet ging. De stoomfluit zweeg. Hadden de opvarenden de hoop opgegeven? Plotse ling schoot *n vreeselijke gedachte door Brand's hoofd. Rol Ier d en stampend kwam het schip recht op hen aan. De vuurtoren stond op het hoogste deel van de rots, die van het zuidwesten naar het Noordoosten liep. Bij laag water echter kwam een groot deel van de grondvesten van den granieten kolos bloot. Wat, als dit groote schip, dat toch zeker tienduizend ton groot was, tegen den toren aan botste? Het hing er maar van af. of het op het laat ste oogenblik opgetild zou worden of neergedrukt. Werd de voorsteven op het laatste moment omlaag gedrukt, dan zou het schip tegen de rots loopen, daar een stuk afslaan en waarschijnlijk zelf in tweeën breken: in het andere geval zou het met 2Ün volle gewicht tegen den vuurtoren oploopen en deze vernielen. Zoodat èn schip èn toren van dit aardijk zouden verdwijnen, met al de opvarenden en bewoners! Brand staarde naar het op en neer dan sende schip met halfversufte oogen. Hij zag als in een droom, dat de officieren en bemanning al hun krachten inspanden om een botsing met de rots te voorkomen. Maar het gelukte hun niet het schip ook maar een centimeter naar stuurboord te laten draaien, daar juist van dien kant getij en water hun vereenigden aanval op 't hulpelooze vaartuig richtten. Toen het schip misschien nog maar twee scheepslengten van den toren verwijderd was, meen de Brand een donkere gedaante op de brug een signaal naar het kaarter huis te zien geven. Het volgend oogenblik draaide het schip om, maar was nu tevens een volkomen-machtelooze speelbal van de golven geworden, van de golven, die er vermaak in schenen te vinden het schip op de rotsen te plet ter te werpen. Het schip werd opgenomen en op eer hooge punt neergesmakt en alsof dat nog niet voldoende was, werd nogmaals het achterschip opgeheven. Zoo kwam de mailboot, op zij liggend, eindelijk tot rust. Brand vond zijn stem terug, want hij wilde uiting geven aan den eerbied, dien hij voor dien onbekenden kapitein voelde, die. toen hij merkte dat zijn schip verloren was, het liever op een on gunstiger plaats van de rots had gezet, dan gevaar te loopen den vuurtoren te beschadigen of te ver nielen. Daar gaat een mooi schip, riep hij uit, onder bevel van een nobelen kerel! HOOFDSTUK VII. Een moedig man. Nauwelijks hadden de woorden Brand's lippen verlaten, toen een groote golf over het schip sloeg en het voor een oogenblik geheel aan het oog ont trok. Het was zeker, dat deze golf een aantal op varenden het leven zou kosten, ever. zeker als het feit, dat het schip voor hun oogen in tweeën zou breken. De wind, die nog steeds hevig was, het gedonder van het stijgende water tegen de rotsen en de wolken schuim, die alles ir. een waas hulden, maakten, dat men niets nauwkeurig kon onder scheiden. Maar toen de donkere watermassa zich terugtrok, gebeurde het vreeselijke, wat Brand zeker voorzien zou hebben, als zijn geest niet reeds met zooveel andere dinger vervuld was geweest. Nu het ach terschip niet meer door water ondersteund werd, moest het schip óf van de rots afglijden óf in tweeën breken. Het laatste was wel zoo waarschijnlijk als het eerste. En zelfs als het schip nu aan de vernie ling ortkwam, zou dat slechts uitstel van executie beteekenen. De laatste golf had ook de positie van het voor stuk van het schip iets gewijzigd; het lag nu met één zijde naar zee gekeerd en de hooge voormast bevond zich op betrekkelijke geringen afstand van den omloop waarop Brand met zijn beide dochters sterd te kijken. Doordat de machinekamer vernield was, beschik te de boot niet langer over stoom en kon ook de dynamo niet meer werken, zoodat alles aan boord in het duister gehuld was, wat aan de beide meis jes een afgrijselijk schouwspel bespaarde. De meeste eerste klas passagiers hadden zich in de salons ver zameld, terwijl een ander deel zich voor de deu ren en in de gangen verdrong, daar de toegang tot het dek hun op last van den eersten officier ont zegd was. Eindelijk brak de romp als een lucifershoutje in tweeën en met der derend geweld stortte de achter ste helft in de diepte, meer dan de helft van de opvarenden meesleepend. Gelukkig voor de overi gen en de toeschouwers op den torenomloop werden de doodskreten van al die menschen overstemd door het geraas van den storm en de woedende zee. Constance en Enid schreeuwden het uit van ont zetting. Brand, die vreesde, dat het overgebleven deel van het schip nu tegen den toren geworpen kor worden, trok hen achteruit. Toen het schip doormidden brak, werd ook een wand van de salons afgerukt en de zee, die hier een nieuwe gelegenheid vond onheil te stichten, haalde met lange grijparmen tallooze slachtoffers naar zich toe. Toen de passagiers merkten, dat zij in de salons niet meer veilig waren, bestormden zij de deuren om tenminste ruimte te hebben en niet als ratten in een val te moeten omkomen. Brand, die door jarenlarge training ook in het donker meer kon zien dan de meeste andere men schen, meende den kapitein en eenige officieren achter de overeindstaarde wanden van de biblio theek te zien vluchten. Een langer verblijf op de brug zou een onnoodig spelen met den dood ge weest zijn. De passagiers bereikten het dek, doordat een hunner de sloten var de deuren met zijn revolver kapot schoot. Op hetzelfde oogenblik wierp zich weer een huizenhooge golf over het schip en sleep te behalve een aantal passagiers het zeil van het promenadedek mee. Daardoor zagen de opvarenden den granieten kolos plotselirg en spookachtig in zijn volle lengte voor zich oprijzen. Veel hoop gaf hun dit echter niet. daar er tus schen het schip en den toren een maalstroom van eer meter of vijftien was. En zelfs als ze hier over heen zouden komen, wat zou het dan nog baten? De ijzeren deur van den vuurtoren was op het oogenblik ruim tien meter boven den zeespiegel en de ijzeren klinker, die als trap fungeerden, wer den telkens met zoo'n kracht door het water over spoeld, dat het niet mogelijk was zich daar aan vast te houden. Er was nog maar één middel om de opvarenden te redden en het was geen zeeman, die het pro beerde. Het eerste wat Brand var deze poging zag, was. dat een jonge man den voormast inklom. De dappere jonge kerel, die nu het middelpunt van alle belangstelling was. had een lijn met zich mee genomen. Largzamerhand begreep Brand, wat zijn bedoeling was. Hij wilde niets meer of niets mindere dan den top van den voormast bereiken en vandaar een lijn naar der omloop van den vuur toren werpen. Er bestond werkelijk een groote kans. dat dit hem zou lukken, want er waren oogenblikken. dat de top van de mast niet meer dan eer vijftal meters van den rand van den omloop verwijderd was en de wind zou zeker de lijn in de goede richting sturen Het kwam er dus slechts op aan haar goed te wer pen. Enkele sterke mannen zouden zich zeker wel langs deze lijn weten te redden. In elk geval waren er dan een paar minder, die door deze ramp om het leven kwamen. Hooger en hooger kwam de jonge man. Eindelijk bereikte hij den top var den mast en een zwak gejuich van beneden vermengde zich met de opge wonden kreten van Enid en Constance. De onver schrokken klimmer legde zijn armen over dei" top en bleef zoo een kort oogenblik zitten, voor hij zijn worp waagde. Hij werd net door de onderste stralen van den vuurtoren beschenen en de drie hadden dus de ge legenheid te zien. dat het een jongeman was met flinke trekken, zwart haar, dat door den wind in wanorde was gebracht en met een" bijna vierkante wilskrachtige kin. Pas op de lijn hoorden ze hem duidelijk roe pen, want zijn stem werd door den wind naar hen toegedragen, maar het was duidelijk, dat hij niets verstond van Brand's antwoord: Zal haar vastmaken! Ik kan geen woord verstaan, riep hij, nadat! Brand nog tweemaal eer poging gedaan had denj afstand te overschreeuwenAls u mij verstaat, steek dan uw hand op. Brand gaf onmiddellijk aan dit verzoek gehoor. Vang de lijn, riep de ander weer. Er zit een' blok aan. Haal in en maakt vast. De scheepsroeper! riep Brand tegen Constance, die oogenblikkelijk het verlangde ging halen en toen de man in den mast met goed gevolg een lijn overgeworpen had, kwam zij met het instrument terug. Waarom komt u hier niet langs? riep Brand er door. Er zijn vrouwen en kinderen, die eerst ge red moeten worden, was het antwoord. In orde, maar stuur mij een paar zeelui, we komen hier menschen te kort. Goed, riep de ander opgewekt, ofschoon hij niet begreep hoe het mogelijk was, dat drie vuur torenwachters het werk riet af konden. Terwijl de moedige jongen zich liet zakken, haal den Brand en de meisjes het touw naar binnen. Het was geen licht werk om een zwaar blok en bijna honderd meter kabel op te hijschen. Meer dan eers vreesden zij. dat de eerste dunne lijn zou breken, maar gelukkig was deze van goed materiaal en na eenigen tijd hadden zij het blok aan de zware ijzeren leuning van den omloop bevestigd. Voor de zekerheid liet Brand Constance het overgebleven touw om het oog van het blok en de klinken, waar mee de leuning aan het lichaam van den toren be vestigd zat. vastmaken. Ondertusschen zagen Enid en hij tot hun verba zing, dat het touw. zonder dat zij er aan kwamen, door het blok liep. Uit de duisternis zagen zij een lichaam naar den toren komen. Ze grepen hem en brachten hem zoo in veiligheid. Het was een van de jongere scheepsofficieren en Constance voelde een vage spijt bij zich opkomen, dat het niet de dappere jongeman was. die straks in den mast ge klommen was. De nieuwaangekomene was het type van den zeeman. (Wordt vervolgd )j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6