AB'S AVONTUREN
De Torenwachter
MAANDAG 2 DECEMBER 194Ö
if
A. K. U. wil twee nieuwe fabrieken
bowwen.
Voor productie van celvezel.
In de ci" der voorzitterschap van dr. F. H. Fen
tener van Vlissingen gehouden buitengewone alge-
meene vergadering van aandeelhouders van de
Alg. Kunstzijde Unie kwamen als punten van be
handeling, de voorstellen aan de orde omtrent fa
bricage van textielvezel (celvezel en melkwol) als
mede de financiering daarvan en vervolgens de be*
noeming van commissarissen.
De vergadering werd geopend door den voorzit
ter met een uiteenzetting omtrent den stand, en den
gang van zaken var. de tot het aku-concem in Ne
derland behoorende fabrieken.
Zooals bekend, aldus spreker, produceeren de
aku-fabrieken hoofdzakelijk uit houtcellulose ver
vaardigde kunstzijde-garens. In de fabriek te Am-
hem wordt bovendien sedert eer.igen tijd op be
scheiden schaal uit caseïne de z.g. melkwol vervaar
digd.
Directie en commissarissen achten thans het
oogenblik gekomen, tot uitbreiding van de produc
tie van melkwol over te gaan.
Afgezien hiervan achter directie en commissa
rissen het gewenscht, in Nederland de vervaardi
ging van celvezel ter hand te nemen, een product,
dat in de laatste jaren een steeds belangrijker
plaats onder de grondstoffen der textielindustrie is
gaan innemen. Daar deze fabricage, wil zij kans op
succes hebben, slechts op grooie schaal ter hand
kan worden genomen, zullen wij voor de financie
ring van den bouw der ontworpen fabriek nieuwe
geldmiddelen noodig hebben, aldus zette spreker
uiteen.
Alvorens de voorzitter op dit punt nader kwam
te spreken, verleerde hij eerst het woord aan den
directeur prof. dr. ir. Is. P. de Vooys.
Onze plannen, zoo zeice prof. de Vooys, omvatten
zoowel de stichting eener stroo-cellulose-fabriek,
d e de grondstof leveren zal, alsmede een celvezel-
fabriek, het een en ander te bouwen naar de nieuw
ste inzichten en uitvoeringen.
Voor den bouw der celvezelfabriek zal naar be
rekening inclusief aankoop terrein crgeveer f 12
millioen noodig zijn, voor dien van beide fabrieken
f 20 millioen.
Van deze f 20 millioen kan volgers dr. Fentener
van Vlissingen f 5 millioen uit beschikbare kasmid
delen worden genomen. De overige f 7 millioen
resp. f 15 millioen zouden geheel gevonden kunnen
worden door verkoop van aandeelen in portefeuille.
Zulks te meer, waar een consortium zich bereid
heeft verklaard, ten hoogste f 14 millioen nominaal
van deze aandeelen tegen een koers van netto 112%
procent van ons te koopen.
Daar het landsbelang volgens dr. Fentener van Vlis
singen ten zeerste gediend zou zijn indien tot den
bouw der beide fabrieken kon worden besloten, en
met name die van de stroo-cellulose-fabriek niet
achterwege bleef, is in overleg getreden met de de
partementen die bij een overleg daartoe in aan
merking kwamen. Deze instanties hebben zich be
reid verklaard, om de voorstellen te overwegen,
welke er toe strekken, om den staat het tot stand
komen der stroocellulose-fabriek te doen bevorde
ren door zijnerzijds aan de financiering van dit
object in een, daartoe geëigenden vorm, deel te ne
men.
In verband hiermede verzocht dr. Fentener van
Vlissingen de vergadering om machtiging te ver
leenen aan het voornoemde consortium, zooveel
portefeuille-aandeel en te verkoopen, als voor de
verwezenlijking van de vermelde plannen noodig
is, doch ten hoogste voor f 14 millioen nominaal,
en tegen een koers van 11214 procent.
Bij opening der discussie vroeg een aandeelhou
der nog inlichtingen omtrent de benutting van
aardappelloof voor de vervaardiging van cellulose.
Door prof. de Vooys werd op deze vraag ten ant
woord gegeven dat zeer groote hoeveelheden water
hiervoor benoodigd zijn. Waar het nog niet mogelijk
gebleken is om dit probleem op te lossen zal voor
hands een productie hiervan nog niet ter hand
kunnen worden genomen. De proefnemingen in
deze richting gaan evenwel voort
Tenslotte werd nog door een aandeelhouder de
belangrijke vraag gesteld in hoeverre voldoende
caseïne beschikbaar is om in deze tijdsomstandig
heden de zgn. melkwol te fabriceeren.
Prof. de Vooys zette hieromtrent het volgende
uiteen. De vervaardiging van caseïne geschiedt met
magere melk, d.w.z. uit afgeroomde melk. Het is
mogelijk dat een tijdelijke stagnatie zal intreden,
maar de verwachting is toch, dat de productie
vooral in het komende voorjaar groot zal kunnen
zijn. Natuurlijk dienen in dit verband de belangen
van voeding eenerzijds en van kleeding anderzijds
nauwkeurig tegen elkander te worden afgewogen.
Omtrent dit vraagstuk wordt zorgvuldig contact
met de bevoegde instanties gepleegd.
Vervolgens werd de machtiging zooals deze door
directie en commissarissen was gevraagd, door de
vergadering met algemeene stemmen gegeven.
Tenslotte werd nog overgegaan tot het laatste
punt der agenda uitbreiding van het aantal com
missarissen van vijf tot acht. Als zoodanig werden
gekozen ae heeren: Freiherr von Schroder, dr. E.
A. Vits en H. J. Abs.
BESCHOUWINGEN OMTRENT
DEN GANG VAN ZAKEN" BIJ
DE AKU.
Door den voorzitter van den Raad van Commis
sarissen, dr. F. H. Fentener van Vlissingen, werd
nog een uiteenzetting gegeven omtrent den gang
van zaken bij de maatschappij. De financieele resul
Bij de begrafenis van den heer M. van Gent. minister-primus van den Senaat van
het Utrechtsch Studentencorps, bewezen de leden van het corps aan de groeve
de laatste eer.
(Foto Pax Holland.)
taten van het concern zijn ondanks de ups downs
gunstiger dan verleden jaar. Gunstige verwachtin
gen koesterde spr. omtrent het overmaken van gel
den uit Duiischland, afkomstig uit hoofde van deel
nemingen bij het Glanzstoff-concem. In ieder ge
val zuilen deze hooger blijken te zijn dan een jaar
geleden.
Omtrent den gang van zaken der aangesloten
ondernemingen en dochtermaatschappijen in het
buitenland, ontbreken geheel en al de gegevens uit
Engeland. Uit de Vereenigde Staten komen slechts
sporadisch berichten b:r.nen. Door de American
Enka is aanzienlijke schade geleden ten gevolge
van overstroomingen. In dit verband maakt spr.
gewag van naar voren komende arbeidsmoeilijkhe-
den. Ten aanzien van het dollar-tegoed in de Ver
eenigde Staten deelde spr. mede, dat geen transfer
mogelijk was.
Door een der aandeelhouders werd nog de vraag
gesteld, hoe het staat met de uitkeering van de
toegezegde 2 procent dividend.
Op deze vraag gaf de heer Fentener van Vlissin
gen ten antwoord, dat men helaas niet de beschik
king heeft over het dollar-tegoed in /merika. Was
dit wel mogelijk, dan zou uitkeering onmiddellijk
kunnen plaats hebben. Op het oogenblik dient men
rekening te houden met den stand van de kas
middelen. Spr. gaf evenwel de toezegging, dat de
belangen van aandeelhouders in het oog zullen wor
den gehouden.
ALG. NED. BOND VAN GEPENSIONNEERDEN.
Op den te Utrecht gehouden Bondsraad, waarin
alle 22 afdeelingen waren vertegenwoordigd, zijn
o.a. de volgende besluiten genomen:
tot lid van het dagelijksch bestuur in de vacature
S. Baarda, werd gekozen de heer J. H. Groen, secre
taris van de afd. Amsterdam.
Het voorstel van het dag. bestuur om een ver-
zoek te richten tot het Departement van Financiën
om de wet op de Rijksinkomstenbelasting te wijzi
gen in dien zin, dat ook de vrijwillige premies ter
verzekering van het behoud van het recht op gezins
pensioen in mindering van het inkomen mogen wor
den gebracht, werd aangenomen.
Het voorstel der afd. Amsterdam om een com
missie te benoemen voor het instellen van een on
derzoek naar de mogelijkheid om het orgaan van
den bond „De Wachter" maandelijks te doen ver
schijnen, werd verworpen.
Het voorstel van de afd. Amsterdam om wijziging
te verzoeken van art. 161, 3e lid der Pensioenwet
1922 werd aangenomen.
Het voorstel van de Afd. Noord-Brabant-West
tot splitsing der afd. en vorming van een zelfstan
dige afd. Roosendaal e. o. werd aangenomen.
Het voorstel van het dag. best. om uit het Reser
vefonds een bedrag van 500.ter beschikking te
stellen van het dag. bestuur om met de bijdragen
van afdeelingen en leden een tegemoetkoming te
verleenen aan de leden van den bond, die oorlogs
schade hebben geleden, werd aangenomen.
Regelen voor de
etalage-verlichting
Alleen zeer donkere
uitstal kasten mogen verlicht worden
De rijksinspectie voor de bescherming van
de bevolking tegen luchtaanvallen heeft de vol
gende voorschriften betreffende de verlichting
met kunstlicht van uitstalkasten en daarmede ge
lijk te stellen ruimten voor de periode tusschen
zonsopgang en zonsondergang uitgevaardigd:
Ontheffing van het verbod om bij dag (tusschen
zonsopgang en zonsondergang) in uitstalkasten
verlichting ont^ken te hebben kan slechts door
den burgemeester worden verleend in die gevallen,
waar in de uitstalkasten aanwezige voorwerpen bij
helder daglicht niet te onderscheiden zijn, zooals
bijv. bij winkels in donkere overdekte passages en
diepe donkere portieken het geval kan zijn.
Winkels en bedrijven welker uitstalkasten aan
open straten of pleinen liggen komen voor een
dergelijke ontheffing niet in aanmerking. Slechts
indien zulks met inachtneming van de bovenstaan
de voorwaarden gerechtvaardigd is te achten kan
een naar de straatzijde afgeschermde verlichting
met kunstlicht, welke overigens geheel voldoet aan
de in punt 3 nader omschreven eischen, worden
toegelaten in dat gedeelte der uitstalkast of daar
mede gelijk te stellen ruimte, welke tenminste 6
meter binnen de rooilijn gelegen is.
Ontheffing van meerbedoeld verbod kan slechts
worden verleend met inachtneming der volgende
voorwaarden:
a. De toegepaste lichtbronnen en armaturen mo
gen geen direct licht buiten het gebouw werpen en
moeten naar buiten zijn afgeschermd.
b. het totaal aantal decalumen van de voor de
verlichting te gebruiken lampen mag niet meer
bedragen dan 15 maal het grondoppervlak (in vier
kante meters) van de uitstalkast.
c. De verlichting van de uitstalkast mag niet zoo
onregelmatig zijn, dat plaatselijk een te groote ver
lichtingssterkte van het grondvlak ontstaat (maxi
mum waarde 200 lux.) Ook overigens mag de ver
lichting uit een oogpunt van de luchtbescherming
geen gebreken vertoonen.
d. De verlichting moet worden gedoofd wanneer
de winkel gesloten wordt en in elk geval bij zons
ondergang, terwijl onmiddellijke dooving moet
plaats hebben bij luchtalarm.
De verleende ontheffing kan onmiddellijk wor
den ingetrokken, zoodra mocht blijken, dat de aan
deze ontheffing verbonden voorwaarden worden
overtreden, dan wel de algemeen geldende ver
duisteringsvoorschriften onvoldoende worden na
geleefd.
WEEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
VOOR DE KINDEREN
Maar toen Ab zoo heerlijk aan het
glijden was, gebeurde er plotseling iets
heel vreemds. De vloer van de lange
gang helde plotseling schuin naar be
neden. Ab behoefde niet meer aan het
touwtje te trekken; al zou hij dat ge
wild hebben, dan had hij het niet ge
kund, want zijn slee vloog nu letterlijk
met een sneltreinvaart over den naar
beneden hellenden en met zeep besmeer
den vloer. Maar wat nog het ergste was
van alles, was, dat de ijzeren deuren
aan het einde van de gang openstonden.
Ab had dat eerder nog niet ontdekt.
Neen. maar, dat is vreeselijk, dacht
Ab. Wie laat er nu in zoo'n gang van
een luchtschip de deuren openstaan?
Maar Ab dacht er op dat moment na
tuurlijk niet aan dat hij in een verboden
gang was en dat de timmerman de deu
ren aan het repareeren was. Wel zag
hij het groote gat, waardoor hij de bui
tenwereld kon zien. met groote snelheid
op zich toevliegen. En toen gebeurde het
vreeselijke......
Floep! daar schoot hij met een snel
treinvaart door het groote gat naar bui
ten. Als een echte luchtacrobaat suisde
hij met zijn slee in zijn beide armen
gekneld door het luchtruim. Eerst viel
hij eenlge honderden meters als een
steen loodrecht naar beneden, dan ineens
beschreef hij met zijn slee een prachtige
spiraal. Maar daar? wat was dat! Daar
hoorde hij vlak boven zijn hoofd iets
kraken, vervolgens hoorde hij een tik
en tegelijkertijd rukte er iets aan zijn
rug. Voorzichtig probeerde hij omhoog
te kijken. Dan ineens zag hij het met
verwondering. Het was zijn parachute,
die door den val automatisch was los
geschoten en zich nu begon te ontplooien.
Op hetzelfde oogenblik voelde Ab nog
eens een flinken ruk aan zijn rug. Haast
was hij zijn slee kwijt geraakt. Nu be
merkte hij ook dat hij niet langer meer
viel. gij zweefde door de koude, Ijle
lucht," veilig hangende aan een reusach
tig groot valscherm, dat bol uitgespreid
boven zijn hoofd stond. Een zucht van
verlichting ontsnapte aan Ab's keel,
maar lang dacht hij er niet over na, dat
hem haast een groot ongeluk was over
komen Hij keek omhoog en zag heel
hoog boven zich het luchtschip, dat een
grooten cirkel beschreef boven zijn val
scherm. Nu pas zag Ab ook dat beneden
hem in een berglandschap eenige kleine
houten huisjes stonden.
Landbouworganisaties richten zicK
tot de veehouders.
Oproep den aanvoer van slachtvee normaal
voort te zetten.
Het A.N.P. meldt d.d. 30 Nov. uit Den Haag:
Ons bereikt een reeds eenige dagen geleden
opgestelde oproep van de drie centrale landbouw
organisaties, welke als volgt luidt:
De besturen der drie centrale landbouworga
nisaties wenden zich langs dezen weg tot de
veehouders in Nederland en dringen er bij hen
op aan, in het belang van de regelmatige
vleeschvoorziening van het Nederlandsche volk,
den aanvoer van slachtvee voor de binnenland-
sche consumptie op de normale wijze voort te
zetten.
Al is het een jaarlijks terugkeerend ver
schijnsel, dat in het begin van den staltijd de
afzet van slachtvee tijdelijk vermindert, thans
is gebleken, dat het aanbod daarvan zoo sterk
teruggaat, dat de vleeschvoorziening van de be
volking, op een wijze zooals die gewenscht
wordt en gelet op de omstandigheden ook
mogelijk zou zijn, in gevaar dreigt te worden
gebracht.
De Centrale landbouworganisaties zijn van
meening, dat verstoring van de regelmatige
vleeschvoorziening niet behoeft voor te komen
indien de veehouders daartoe hun medewerking
verleenen..
Weliswaar kan het aanhouden van vee in
bepaalde gevallen wenschelijk zijn met het oog
op het bedrijfsbelang, maar er moge op gewezen
worden, dat er mede rekening dient te worden
gehouden dat de ongunstige veevoederpositie aan
leiding kan zijn, dat niet alle dieren, die de vee
houders zouden wenschen aan te houden,
zoodanige conditie gebracht of gehouden kunnen
worden, dat zij zoowel voor het bedrijf als voor
de vleeschvoorziening de hoogste waarte verte
genwoordigen. Het zal dan. zoowel in het alge
meen belang als in het belang der veehouders,
beter zijn een deel van die dieren eerder op te
ruimen.
Ondergeteekenden vertrouwen, dat de veehou
ders aan dezen oproep gehoor zullen geven. Zij
dienen daarmede ook hun eigen belang, omdat
dan voorkomen kan worden, dat de overheid
noodgedwongen ingrijpt en tot vordering van
slachtvee overgaat, hetgeen onafwendbaar vele
moeilijkheden en onaangenaamheden voor de
veehouders met zich medebrengt. Er moge in
verband hiermede aan herinnerd worden, dat
blijkens een officieel persbericht, indien onver
hoopt toch tot verplichte levering van rundvee
zou moeten worden overgegaan, er daarbij re
kening gehouden zal worden met de runderen,
welke van 25 November j.l. af zijn geleverd.
Honden- en Kattenbrood.
- Van 1 tot en met 31 December 1940 wordt op
bon no. 11 van de voederkaart voor honden be
schikbaar gesteld voor: groep 1: 10 kg. honden-
brood; groep 2: 10 kg. hondenbrood: groep 3:
8 kg. hondenbrood; groep 4: 5 kg hondenbrood;
groep 5: 4 kg hondenbrood; groep 6 3 kg. honden
brood.
Op bon 11 van de voederkaart voor katten wordt
over dezelfde periode 1V2 kg kattebrood beschik
baar gesteld.
Na 31 December 1940 is bon no. 11 van bedoelde
kaarten ongeldig en mag deze niet meer worden
aangenomen.
COMMISSrE VAN BESTUUR PROV.
ZIEKENHUIZEN.
Als leden der commissie van de Provinciale Zie
kenhuizen in Noord-Holland zijn met ingang van
1 Januari a.s. aan de beurt van periodiek aftreden
de heeren P. P. Hartendorf te Haarlem en dr. A.
Melchior te Haarlem.
Op grond van het bepaalde in artikel 2, vierde
lid, van het Algemeen Reglement, zal in ten min-
te één dei- beide vacatur moeten worden voor
zien door de verkiezing van een lid van Prov,
Staten. In verband daarmede kan ook slechts één
der beide genoemde leden voor een herbenoeming
in aanmerking worden gebracht.
Ged Staten hebben de volgende aanbeveling op
gemaakt:
Vacature P. P. Hartendorf: 1. de heer P. P. Har
tendorf, te Haarlem; 2. de heer M. de Braai, te
Haarlem.
Vacature dr. A. Melchior: 1. de heer A. J. van
Leusen, te Velsen; 2. mr. H. Westermann, te Am
sterdam.
GEEN PROVINCIAAL SUBSIDIE AAN
DE NED. OPERA-STICHTING.
Ged. Staten van de provincie Noord-Holland,
stellen Prov. Staten voor afwijzend te beschikken
op het adres van het bestuur van de Nederlandsche
Opera-Stichting te Amsterdam, waarbij voor hel
boekjaar, loopende van 1 September 1939 tot en
met 31 Augustus 1940, een subsidie uit de provin
ciale kas, ten bedrage van 2.500, is gewaagd.
In haar prae-advies zeggen Ged. Staten o.a dat
het hun in huidige omstandigheden niet wensche
lijk voorkomt dat de Provincie financieelen steun
verleent aan een nieuwe instelling welker voort
bestaan slechts mogelijk is, indien regelmatig be-
angrijke overheidsbedragen te harer beschikking
orden gesteld.
EEN VERHAAL VAN DE ZEE.
bewerkt door
ADRIAAN J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
10)
Kunnen we dan niets doen, schreeuwde Con-
Bie, half krankzinnig van ontzetting bij de gedach
te, dat het schip daar voor hun oogen verbrijzeld
zou worden.
Niets, klor.k het somber. Zij zijn in Gods hand.
Zij konden hun oogen niet afhouden van het schip,
dat zijn verderf tegemoet ging. De stoomfluit zweeg.
Hadden de opvarenden de hoop opgegeven? Plotse
ling schoot *n vreeselijke gedachte door Brand's
hoofd. Rol Ier d en stampend kwam het schip recht
op hen aan. De vuurtoren stond op het hoogste deel
van de rots, die van het zuidwesten naar het
Noordoosten liep. Bij laag water echter kwam een
groot deel van de grondvesten van den granieten
kolos bloot. Wat, als dit groote schip, dat toch zeker
tienduizend ton groot was, tegen den toren aan
botste? Het hing er maar van af. of het op het laat
ste oogenblik opgetild zou worden of neergedrukt.
Werd de voorsteven op het laatste moment omlaag
gedrukt, dan zou het schip tegen de rots loopen,
daar een stuk afslaan en waarschijnlijk zelf in
tweeën breken: in het andere geval zou het met
2Ün volle gewicht tegen den vuurtoren oploopen en
deze vernielen. Zoodat èn schip èn toren van dit
aardijk zouden verdwijnen, met al de opvarenden
en bewoners!
Brand staarde naar het op en neer dan
sende schip met halfversufte oogen. Hij zag als in
een droom, dat de officieren en bemanning al hun
krachten inspanden om een botsing met de rots te
voorkomen. Maar het gelukte hun niet het schip
ook maar een centimeter naar stuurboord te laten
draaien, daar juist van dien kant getij en water
hun vereenigden aanval op 't hulpelooze vaartuig
richtten. Toen het schip misschien nog maar twee
scheepslengten van den toren verwijderd was, meen
de Brand een donkere gedaante op de brug een
signaal naar het kaarter huis te zien geven. Het
volgend oogenblik draaide het schip om, maar was
nu tevens een volkomen-machtelooze speelbal van
de golven geworden, van de golven, die er vermaak
in schenen te vinden het schip op de rotsen te plet
ter te werpen.
Het schip werd opgenomen en op eer hooge punt
neergesmakt en alsof dat nog niet voldoende was,
werd nogmaals het achterschip opgeheven. Zoo
kwam de mailboot, op zij liggend, eindelijk tot rust.
Brand vond zijn stem terug, want hij wilde
uiting geven aan den eerbied, dien hij voor dien
onbekenden kapitein voelde, die. toen hij merkte
dat zijn schip verloren was, het liever op een on
gunstiger plaats van de rots had gezet, dan gevaar
te loopen den vuurtoren te beschadigen of te ver
nielen.
Daar gaat een mooi schip, riep hij uit, onder
bevel van een nobelen kerel!
HOOFDSTUK VII.
Een moedig man.
Nauwelijks hadden de woorden Brand's lippen
verlaten, toen een groote golf over het schip sloeg
en het voor een oogenblik geheel aan het oog ont
trok. Het was zeker, dat deze golf een aantal op
varenden het leven zou kosten, ever. zeker als het
feit, dat het schip voor hun oogen in tweeën zou
breken. De wind, die nog steeds hevig was, het
gedonder van het stijgende water tegen de rotsen
en de wolken schuim, die alles ir. een waas hulden,
maakten, dat men niets nauwkeurig kon onder
scheiden.
Maar toen de donkere watermassa zich terugtrok,
gebeurde het vreeselijke, wat Brand zeker voorzien
zou hebben, als zijn geest niet reeds met zooveel
andere dinger vervuld was geweest. Nu het ach
terschip niet meer door water ondersteund werd,
moest het schip óf van de rots afglijden óf in tweeën
breken. Het laatste was wel zoo waarschijnlijk als
het eerste. En zelfs als het schip nu aan de vernie
ling ortkwam, zou dat slechts uitstel van executie
beteekenen.
De laatste golf had ook de positie van het voor
stuk van het schip iets gewijzigd; het lag nu met
één zijde naar zee gekeerd en de hooge voormast
bevond zich op betrekkelijke geringen afstand van
den omloop waarop Brand met zijn beide dochters
sterd te kijken.
Doordat de machinekamer vernield was, beschik
te de boot niet langer over stoom en kon ook de
dynamo niet meer werken, zoodat alles aan boord
in het duister gehuld was, wat aan de beide meis
jes een afgrijselijk schouwspel bespaarde. De meeste
eerste klas passagiers hadden zich in de salons ver
zameld, terwijl een ander deel zich voor de deu
ren en in de gangen verdrong, daar de toegang tot
het dek hun op last van den eersten officier ont
zegd was.
Eindelijk brak de romp als een lucifershoutje in
tweeën en met der derend geweld stortte de achter
ste helft in de diepte, meer dan de helft van de
opvarenden meesleepend. Gelukkig voor de overi
gen en de toeschouwers op den torenomloop werden
de doodskreten van al die menschen overstemd
door het geraas van den storm en de woedende zee.
Constance en Enid schreeuwden het uit van ont
zetting. Brand, die vreesde, dat het overgebleven
deel van het schip nu tegen den toren geworpen
kor worden, trok hen achteruit.
Toen het schip doormidden brak, werd ook een
wand van de salons afgerukt en de zee, die hier
een nieuwe gelegenheid vond onheil te stichten,
haalde met lange grijparmen tallooze slachtoffers
naar zich toe.
Toen de passagiers merkten, dat zij in de salons
niet meer veilig waren, bestormden zij de deuren
om tenminste ruimte te hebben en niet als ratten
in een val te moeten omkomen.
Brand, die door jarenlarge training ook in het
donker meer kon zien dan de meeste andere men
schen, meende den kapitein en eenige officieren
achter de overeindstaarde wanden van de biblio
theek te zien vluchten. Een langer verblijf op de
brug zou een onnoodig spelen met den dood ge
weest zijn.
De passagiers bereikten het dek, doordat een
hunner de sloten var de deuren met zijn revolver
kapot schoot. Op hetzelfde oogenblik wierp zich
weer een huizenhooge golf over het schip en sleep
te behalve een aantal passagiers het zeil van het
promenadedek mee. Daardoor zagen de opvarenden
den granieten kolos plotselirg en spookachtig in
zijn volle lengte voor zich oprijzen.
Veel hoop gaf hun dit echter niet. daar er tus
schen het schip en den toren een maalstroom van
eer meter of vijftien was. En zelfs als ze hier over
heen zouden komen, wat zou het dan nog baten?
De ijzeren deur van den vuurtoren was op het
oogenblik ruim tien meter boven den zeespiegel en
de ijzeren klinker, die als trap fungeerden, wer
den telkens met zoo'n kracht door het water over
spoeld, dat het niet mogelijk was zich daar aan
vast te houden.
Er was nog maar één middel om de opvarenden
te redden en het was geen zeeman, die het pro
beerde. Het eerste wat Brand var deze poging zag,
was. dat een jonge man den voormast inklom.
De dappere jonge kerel, die nu het middelpunt
van alle belangstelling was. had een lijn met zich
mee genomen. Largzamerhand begreep Brand, wat
zijn bedoeling was. Hij wilde niets meer of niets
mindere dan den top van den voormast bereiken
en vandaar een lijn naar der omloop van den vuur
toren werpen.
Er bestond werkelijk een groote kans. dat dit hem
zou lukken, want er waren oogenblikken. dat de top
van de mast niet meer dan eer vijftal meters van
den rand van den omloop verwijderd was en de
wind zou zeker de lijn in de goede richting sturen
Het kwam er dus slechts op aan haar goed te wer
pen. Enkele sterke mannen zouden zich zeker wel
langs deze lijn weten te redden. In elk geval waren
er dan een paar minder, die door deze ramp om
het leven kwamen.
Hooger en hooger kwam de jonge man. Eindelijk
bereikte hij den top var den mast en een zwak
gejuich van beneden vermengde zich met de opge
wonden kreten van Enid en Constance. De onver
schrokken klimmer legde zijn armen over dei" top
en bleef zoo een kort oogenblik zitten, voor hij zijn
worp waagde.
Hij werd net door de onderste stralen van den
vuurtoren beschenen en de drie hadden dus de ge
legenheid te zien. dat het een jongeman was met
flinke trekken, zwart haar, dat door den wind in
wanorde was gebracht en met een" bijna vierkante
wilskrachtige kin.
Pas op de lijn hoorden ze hem duidelijk roe
pen, want zijn stem werd door den wind naar hen
toegedragen, maar het was duidelijk, dat hij niets
verstond van Brand's antwoord:
Zal haar vastmaken!
Ik kan geen woord verstaan, riep hij, nadat!
Brand nog tweemaal eer poging gedaan had denj
afstand te overschreeuwenAls u mij verstaat, steek
dan uw hand op.
Brand gaf onmiddellijk aan dit verzoek gehoor.
Vang de lijn, riep de ander weer. Er zit een'
blok aan. Haal in en maakt vast.
De scheepsroeper! riep Brand tegen Constance,
die oogenblikkelijk het verlangde ging halen en
toen de man in den mast met goed gevolg een lijn
overgeworpen had, kwam zij met het instrument
terug.
Waarom komt u hier niet langs? riep Brand
er door.
Er zijn vrouwen en kinderen, die eerst ge
red moeten worden, was het antwoord.
In orde, maar stuur mij een paar zeelui, we
komen hier menschen te kort.
Goed, riep de ander opgewekt, ofschoon hij
niet begreep hoe het mogelijk was, dat drie vuur
torenwachters het werk riet af konden.
Terwijl de moedige jongen zich liet zakken, haal
den Brand en de meisjes het touw naar binnen.
Het was geen licht werk om een zwaar blok en
bijna honderd meter kabel op te hijschen. Meer
dan eers vreesden zij. dat de eerste dunne lijn zou
breken, maar gelukkig was deze van goed materiaal
en na eenigen tijd hadden zij het blok aan de zware
ijzeren leuning van den omloop bevestigd. Voor de
zekerheid liet Brand Constance het overgebleven
touw om het oog van het blok en de klinken, waar
mee de leuning aan het lichaam van den toren be
vestigd zat. vastmaken.
Ondertusschen zagen Enid en hij tot hun verba
zing, dat het touw. zonder dat zij er aan kwamen,
door het blok liep. Uit de duisternis zagen zij een
lichaam naar den toren komen. Ze grepen hem en
brachten hem zoo in veiligheid. Het was een van
de jongere scheepsofficieren en Constance voelde
een vage spijt bij zich opkomen, dat het niet de
dappere jongeman was. die straks in den mast ge
klommen was.
De nieuwaangekomene was het type van den
zeeman.
(Wordt vervolgd )j