Waterleiding en vorstschade
U VOELT U
PJSET PRETTIG
C A R T E R S
AB'S AVONTUREN
De Torenwachter
WOFA'SDSG 4 DKCK5IKER 194Ö
TT A RLE M'S D A GEE A D
Maatregelen tegen bevriezen.
Goede sluiting van hoofdkranen.
Voorkomen
van w;
aterverlies.
Met het oog op den naderenden winter brengt de
Directeur van het Gemeentelijk Waterbedrijf
Haarlem het navolgende onder aandacht.
Tijdens de periode van hevige vorst in den vori
gen winter is gebleken, dat in vele gevallen niet
wordt voldaan aan de desbetreffende voorschriften
van het waterbedrijf. Zoo is o.m. het navolgende
bepaald:
Iedere gebruiker is verplicht te zorgen voor
het vorstvrij houden van den watermeter en
de binnenleiding.
Schade toegebracht aan den watermeter door
vorst of anderszins is voor rekening van den
gebruiker.
Water dat verloren is gegaan uit door vorst
veroorzaakte lekkage of door openstaande leeg
loopkranen moet worden betaald.
Door thans de onderstaande maatregelen te ne
men, kunt U zich vrijwaren tegen groote schade en
veel ongemak in den komenden winter, want tij
dens de vorst zal het waterbedrijf weinig hulp
kunnen bieden.
Ie. Watermeter.
Er moet onderscheid gemaakt worden tusschcn
watermeters geplaatst buitenshuis in een metcrput
en watermeters geplaatst binnenshuis.
Voor de watermeters geplaatst buitenshuis in
een viotcrput geldt het navolgende.
Bescherm den watermeter en de hoofdkraan in
den meterput door het aanbrengen van een goed
aansluitend houten tusschendeksel. voorzien
een handvat, waardoor rondom den watermeter en
de hoofdkraan een isoleerende luchtlaag wordt
opgesloten.
Een tusschendeksel kan men eiken winter op
nieuw gebruiken.
Andere' afdekkingen geven veelal spoedig tot
vervuiling aanleiding en moeten op verlangen var
den meteropnenier door den gebruiker worden ver
wijderd.
Men kan het tusschendeksel bovendien afdekken
met een zak. gevuld met stroo, hooi of dergelijk
materiaal. Men bedenke hierbij dat deze opvulling
geen warmte geeft, doch alleen de afkoeling van
den watermeter c.a. tegengaat en dat deze opvul
ling en het tusschendeksel direct na het ver
strijken van den winter uit den meterput verwij
derd moeten worden.
Verder moet er op gelet worden, dat het boven
deksel den meterput goed afsluit tegen den wind,
want meestal wordt de bevriezing van den water
meter veroorzaakt door tocht.
Watermeters, welke binnenshuis zijn geplaatst
onder den vloer, moeten worden voorzien van een
overal goed sluitende omtimmering.
Voorkomt in dit geval onnoodige afkoeling en
tocht onder de vloeren door het dichtmaken van
kieren en luchtroosters, in het bijzonder bij dor
pels van deuren waar de wind op staat.
Voorbeelden van goede bescherming van water
meters zijn te zien aan het bureau Kampersingel
No. 4.
Watermeters, die bevriezen omdat zij onvoldoen
de beschermd waren, zullen niet vervangen worden.
2e. Hoofdkraan bij den watermeter.
Overtuig U reeds nu of de hoofdkraan wel goed
afsluit. Indien dit niet het geval is. geeft daarvan
dan onmiddellijk schriftelijk of telefonisch no.
10279 of 11834 kennis aan het kantoor van het
waterbedrijf, Kampersingel no. 4. Thans heeft het
waterbedrijf nog gelegenheid uw hoofdkraan te
herstellen, doch tijdens een vorstperiode zal hier
voor vermoedelijk geen gelegenheid meer zijn
Voorts dient men te bedenken, dat het blijven
druppelen van de leegloopkraan verlies beteekent
van water, dat betaald moet worden.
3e. Leegloopen binnenleiding.
Laat. waar de toestand dit noodig maakt, tijdens
vorst de geheele binnenleiding zoo vroeg mogelijk
avonds leegloopen. (Water in voorraad nemen!)
Dit laten leegloopen dient als volgt te geschieden:
a. sluit de hoofdkraan;
b. opent de leegloopkraan en alle tapkranen en
trekt de closetbakken door (indien eventueel zak
ken in de leiding aanwezig zijn. zal meestal het
water hieruit zoo goed mogelijk door doorblazen
van de leiding dienen te worden verwijderd);
c. overtuigt U daarna of de leegloopkraan geen
water blijft geven en dus de hoofdkraan goed afsluit.
Is dit laatste niet het geval (zie onder 2), dan zal
in vele gevallen de leegloopkraan gesloten moeten
worden tot dat de hoofdkraan door het waterbe
drijf hersteld is;
d bij het weder in gebruik nemen van de bin
nenleiding is het eerste werk de leegloopkraan
goed te sluiten, daarna moeten de openstaande tap
kranen worden gesloten en dan pas moet de hoofd
kraan worden geopend.
Het is absoluut noodzakelijk, ter vermijding van
onnoodige moeilijkheden, om direct hierna de in
de binnenleiding opgesloten lucht gelegenheid te
geven om te ontwijken, door de hoogstgelegen tap
kranen enkele minuten te openen.
Mocht vlak achter den watermeter geen leegloop-
kraan aanwezig zijn, dan is men verplicht deze
terstond door een particulieren waterfitter (lood
gieter) te laten aanbrengen.
4e. Ligging van binnenleidingen.
Aangaande de binnenleidingen is in de verorde-
Ti bepaald, dat deze zoodanig gelegd en onder-
ALS uw lever niet voldoende
LEVER-GAL afscheidt.
lederen dag moei uw lever een liter lever-gal In uw
ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom van
lever-gal onvoldoende is, verteert uw voedsel niet. het
bederlt. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uw
lichaam is vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig,
u ziet alles zwart.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen.
U moet. CARTER S I,EVER-PILLETJES nemen om
deze liter lever-gal vru te doen vloeien en u zu.'t u een
geheel ander menseli voelen. Onschadelijk, plantaardig,
zacht, onovertroffen om de .'ever-gal te doen vloeien.
Eiseht Carter s Lever-Pilletjes bjj apothekers en
drogisten f 0.75 13
LEVE RP I L LETJES
(Adv. Ingez. Med.)
houden moeten worden, dat zij niet aan vorst zijn
blootgesteld en geheel geledigd kunnen worden.
Om een vorstvrijc ligging van de leidingen te
verkrijgen moeten deze niet. tegen en vooral niet
buitenmuren gelegd worden.
Het wegwerken van de leidingen in de muren
is verkeerd, want een lekkage is dan moeilijk te
vinden en zal veelal groote reparatiekosten ver
oorzaken.
Aan het begin van leidinggedeelten (aftakkin
gen), welke weinig gebruikt worden of in onver
warmde gedeelten van het huis liggen, behoort een
gemakkelijk bereikbare slopkraan met leegloop-
kraan te worden aangebracht, opdat bij vorst deze
leidingen buiten gebruik gesteld en geheel gele
digd kunnen worden.
Veranderingen in de binnenleidingen moeten
door particuliere waterfitters verricht worden.
Vooraf dient echter goedkeuring te worden ge
vraagd aan het waterbedrijf, Kampersingel no. 4,
telefoon 10279.
Men kan onnoodige afkoeling in de ruimten, waar
leidingen liggen, voorkomen, door het dichtmaken
van kieren bij ramen en deuren, in het bijzonder
bij dorpels van deuren waarop de wind staat.
Brengt tijdens vorst van eenige beteekenis ruim
ten, waarin leidingen aanwezig zijn, behoorlijk in
verbinding met plaatsen, waar regelmatig gestookt
wordt, in liet bijzonder gedurende den nacht, of
erwarmt deze rechtstreeks.
De gebruiker dient er aan te denken, dat in den
komenden winter bij bevriezing van de binnen
leiding of den watermeter, het waterbedrijf, voor
zoover daartoe overigens verplicht, zoolang de
vorst duurt praktisch geen hulp zal kunnen bie
den om weer over water de beschikking te ver
krijgen en dat na de vorst spoedige hulp zeer af
hankelijk is van het aantal te behandelen gevallen.
Het nemen van de hiervoor vermelde maatregelen
is dus geheel in het eigen belang van iederen ge
bruiker.
Gasolie als motorbrandstof vrijwel
uitgeschakeld.
Motorrijtuigen zullen moeten worden
omgebouwd.
De secretarissen-generaal, waarnemende hoof
den van de departementen van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart en van Waterstaat deelen
het volgende mede:
Zij, die gebruik maken van dieselautomobielen,
zullen er rekening mede te houden hebben, dat
slechts bij hooge uitzondering gasolie zal kunnen
worden toegewezen als motorbrandstof.
De huidige gasolie-situatie maakt het zelfs
noodig, er op te rekenen, dat binnen afzienbaren
tijd slechts zeer weinig gasolie voor het motor-
wegverkeer verkrijgbaar zal zijn. Belanghebbenden
wordt derhalve aangeraden motorrijtuigen, waar
voor gasolie als motorbrandstof moet worden ge
bruikt, zoo spoedig mogelijk te vervangen door
materiaal, waarvoor een andere motorbrandstof
geschikt is, of hun materiaal tot dit doel om te
bouwen.
De benzine-situatie maakt het ongewenscht de
vervanging te doen geschieden door motorrijtuigen,
waarvoor benzine als motorbrandstof moet wor
den gebruikt.
In dit verband wordt de aandacht gevestigd
op de mogelijkheid tot het geschikt maken van de
betrokken motorrijtuigen voor het gebruik en de
montage van gasgeneratoren (hout-, kolen- en
tur(generatoren, alsmede lichtgasinstallaties). De
rijksinspecteurs van het verkeer staan ten dienste
van belanghebbenden voor het verstrekken van
inlichtingen.
FAILLISSEMENTEN.
De arrondissements-rechtbank te Haarlem heeft
op 3 December de faillissementen uitgesproken
Mevr. A. C. van OpbergenPaulsen, wonende te
IJmuiden, gemeente Velsen, Breesaapstraat 52.
De curator is mr. A. Beets te Haarlem.
Johannes Wesselius, kantoorbediende, wonende
te Aalsmeer, Zijdstraat no. 10.
De curatrice is mevr. mr. L. M. I. L. van Taa
lingenDols te Haarlem.
Dc nalatenschap van wijlen jhr. J. J. Plóns van
Amstel, gewoond hebbende te Aerdenhout, ge
meente Bloemendaal, Dahlialaan 28.
De curator is mr. H. J. M. Tonino te Haarlem.
De rechter-commissaris in al deze faillissementen
is mr. E. H. F. W. van Schaeck Mathon te Haar
lem.
Wegens gebrek aan actief werden opgeheven de
faillissementen van:
J. J. Schoorl, sigarenwinkelier, wonende te IJmui
den, gem. Velsen, Acaciastraat no. 41.
Surator is mr. J. A. B. Sanders te Beverwijk.
van Bemeveld, schilder, wonende te Heem
stede. Abr. Kuijperstraat no. 11.
Curator is mr. H. E. Prinsen Geerligs te Haarlem
Door het verbindend worden der uïtdeelingslijst
is geëindigd het faillissement van:
Arie van den Berg, slager, wonende te Haarlem
mermeer.
Curator is mr. D. Matzer van Bloois te Haarlem
In deze dagen staat het „scheuren" van grasland met het oog op de voedsel
voorziening in het middelpunt der belangstelling. Terwijl de eerste perceelen
„zwart" gemaakt worden, laten ook de vogels zich niet onbetuigd.
(Foto Pax Holland.)
Verdachte uit rechtbankgebouw
ontsnapt.
Opsporing bleef zonder resultaat.
Dinsdagmorgen moest voor de rechtbank te
Arnhem de 51-jarige los-arbeider A. D. K. terecht
staan. Hij was enkele oogenblikken voor den aan
vang van de zitting in de wachtzaal gebracht om zijn
beurt af te wachten, toen zijn zaak werd afgeroe
pen, deed de veldwachter de verrassende ontdek
king, dat de zaal leeg was. De man had een - uit stuk
geslagen en was door de tralies naar buiten ge
klommen. Opsporing bleef zonder resultaat. De
strafzaak is voor onbepaalden tijd aangehouden.
Zeepost naar Amerika.
's-GRAVENHAGE. 3 December (A.N.P.1
Volgens een mededeeling van de Portugeesche
postadministratie bestaat op het oogenblik geen
mogelijkheid briefpost per schip naar Noord-,
Midden- of Zuid-Amerika te verzenden. Zen
dingen naar die landen worden thans zonder uit
zondering over Siberië en Japan doorgezonden.
De postzending met de Clipper-vliegtui
gen wordt niet. door deze regeling getroffen.
VOOR DE KINDEREN
Toen Ab van zijn verbazing weer wat
was bekomen, begon hij het vertrek wat
meer op te nemen. En toen hij zag dat
de man bij het vuur rustig bleef door
snurken, begon hij de kamer wat meer
op zijn gemak en wat meer van nabij te
bekijken. Plotseling bleef hij stilstaan
voor een kleerenstandaard. Aan de ha
ken hiervan hing een mooie, lange ge-
ruiten jas en zoowaar een prachtige,
glimmende hooge zwarte hoed. Verbaasd
bekeek Ab de belde kleedingstukken en
dacht: Van wie zal dit nu wel zijn?
Maar dan ineens kreeg hij een pracht
plan in zijn hoofd. Met houtskool van
het houtvuur begon hij nu zijn gezicht
en handen nog zwarter in te wrijven
dan ze al reeds waren.
Toen dat werkje naar zijn voldoening
geheel gereed was, nam hij de jas van
den haak en gooide die over zijn hoofd.
Daarna nam hij een stok. die in den
hoek van de kamer stond en hing hierop
de prachtige, zwarte zijden hooge hoed.
De jas, die voor Ab veel te groot was,
hing met groote plooien voor zijn voe
ten. Toen alles gereed was. keek hij nog
eens om naar den schoorsteen en zag
dat de man nog steeds sliep. Een ge
heimzinnig en guitig lachje kwam nu op
Ab's gezicht.
Hij knoopte de lange Jas zorgvuldig
dicht, stak den stok, waarop de hooge
hoed bengelde, een eindje uit de jas en
stapte zoo voorzichtig de kamer op en
neer. Ab was den slapenden man al
weer geheel vergeten. Hij dacht een
oogenblik dat hij hier aan het spelen
was met zijn vrienden. Luidkeels riep
hij tegen zijn gewaande vrienden: „Ha,
ha, komen jullie nou allemaal maar opl
Hier Is de rooverhoofdinan!" Het was
een koddig gezicht om Ab zoo -te zien
loopen. net alsof hij geen hoofd had.
Doch lang duurde dit spelletje niet.
want toen hij weer luidkeels begon te
roepen, sprong plotseling de slapende
man verschrikt overeind.
Met angstige blikken in zijn nog sla
perige gezicht stond professor Zoeker
verbaasd naar die spookachtige figuur
te kijken. Maar Ab was zoo verdiept in
zijn reuzenspel, dat hij riep: „Hier is de
rooverhoofdman. Wee hem, die mij aan
raakt!" De professor deinsde een stap
terug, doch daarna nam hij het houten
kistje op en deelde hiermede rake klap
pen uit op den armen hoogen hoed, die
onnoozel op den houten stok bengelde.
EEN VERHAAL VAN DE ZEE.
bewerkt door
ADRIAAN J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
12)
Ja, zei hij,, daar heb ik me ook al bezorgd over
gemaakt; er is een dame bij. waar ik bijzonder be
lang in stel: mevrouw Vansittart.
Ik wil mevrouw Vansittart wel vragen of ze
even naar builen wil komen, dan kunt u haar spre
ken antwoordde Constance.
Nee, nee, dat hoeft heelemaal niet. Zegt u
haar maar, dat ik gezond en wel ben. Dat is alles
en mag ik misschien nog iets voorstellen?
Heel graag.
Het zal allemaal best gaan, als de vrouwen
na elkaar in bed gaar en hun kleeren dan onderwijl
gedroogd worden. Als u het goed vindt, zal ik voor
hei drogen zorgen. Ik ben bang, dat sommigen het
anders niet zullen overleven.
De meisjes moesten toestemmer., dat dit acv heel
goed idee was. Constance ging naar boven en in de
eerste kamer waar zij vroeg of mevrouw Vansit
tart daar ook was, kwam uit een hoek een toe
stemmend antwoord van een ietwat hooge maar
riet onvriendelijke stem. Een dame, die al op de
onderste kooi beslag gelegd had, richtte zich op
haar elleboog op.
Als in alle vertrekken, behalve die, welke op
Brand's bevel gereserveerd waren, was de atmos
feer hier door het groote aar tal menschen, die
ieder lang geen drie vierkante meter tot hun be
schikking hadden, om te stikken. Het eenige voor
deel van de aanwezigheid van al die menschen in
zoo'n kleine ruimte was, dat het er door de men
sehei ijk o lichaamswarmte niet zoo erg koud was,
Connie, r iot vrij van nieuwsgierigheid, hield haar
lantaarn zoo, dót het volle licht op het gezicht van
mevr. Vansittart viel.
Constance zag een mooi gezicht, maar met een
harden trek om den mond, een trek, die echter on
middellijk voor eei: glimlach plaats maakte toen
mevrouw Vansittart vroeg: Zoekt u mij?
Connie had geen tijd om zich van 't gevoel re
kenschap te geven, dat zioh van haar meester
maakte, toen ze het gezicht van de dame zag. Zij
kon nauwelijks de gedachte van zich afzetten, dat
zij mevrouw Vansittart eerder gezien had, ofschoon
de naam haar volkomen onbekend was.
Ik kwam alleen maar zeggen, dat meneer
Payne.begon zij.
Charlie, is hij gered?
O ja, zei het meisje opgewekt. Weet u
niet, dat u allemaal uw leven aan zijn moed te
denken heeft? Hij heeft mij gevraagd u te zeggen,
dat hij volkomen in orde was.
Ik weet niets, zuchtte zij. Het was allemaal
zoo verschrikkelijk. Het waren geen menschen meer
in de salons; bet waren tijgers, erger dan tijgers.
Connie boog zich over haar en legde zacht een
hand op haar voorhoofd.
U moet dat allemaal zoo gauw mogelijk ver
geten, zei zij kalmeerend.
Zij hield de lantaarn iets lager en zag nu weer
denzelfden harden trek om den mond van mevrouw
Vansittard, die zoo'n vreemd contrast met haar
glimlach vormde. Haar kleur van opwinding
maakte plaats voor een doodelijke bleekheid.
Wie ben je? fluisterde zij gejaagd: kind, wie
ben je?
Mijn vader is de vuurtorenwachter hier, zei
Connie, ik ben hier maar toevallig, ik....
Maar je naam?
Constance Brand.
Brand, zei jeen hoe heet je vader?
Stephen Brand; maar u moet probeeren kalm
te blijven.
De vreemde blik in de oogen van de andere
vrouw beangstigde Constance. Met een diepen
zucht zakte mevrouw Vansittart opeens in elkaar
en verloor haar bewustzijn.
Connie was werkelijk bang gewonden. Er scheen
alle kans te zijn, dat er ir de gegeven omstandig
heden gevaar voor de gezondheid van mevr. Van
sittart bestond. Tot haar groote opluchting kwam
een van de andere dames, die alles gehoord had,
haar te hulp. Maak je maar niet ongerust, zei deze,
mevrouw Vansittart is erg overstuur. Ik zal wel op
haar passen. U heeft denkelijk wel wat anders te
doen.
Connie voelde dadelijk, dat dit een goede raad
was. Ze vertelde de dames, hoe zij hun goed het
best konden laten drogen door achtereenvolgens
van de kooien gebruik te maken. Toer ging zij
naar o"e andere slaapkamer en deed daar dezelfde
mededeeling. Met de gewonden in het ziekenhuis
ging het lastiger. De kleine meisjes kleedde zij zelf
uit en trok haar een van Brand's flarellen hem
den aan.
Kleeren van Brand stelden de gewonde dames
in staat zich van droge kleeren te voorzien, terwijl
de man, die ir het veldhospitaal dienst gedaan
had. aan de beide ergste gewonden kleeren van
Jackson en Bates aantrok.
Constance vloog de trappen op en af, terwijl
Enid uit alle macht werkte om allen wat warms
te bezorgen
Ook Payne werkte als een paard. Als de door
weekte kleeren hem werden gegeven om te dro
gen, wrong hij ze eerst uit en bewerkte ze dan heel
handig met het gevolg, dat de keuken spoedig in
een soort Turksch bad veranderd was. Na een uur
had hij de voldoening, dat het grootste deel van
de dames in warme en bijna droge onderkleeren
gekleed was. Met de zwaardere bovenkleeren kon hij
natuurlijk weinig beginnen.
Eens hield Erid Constance op de trap tegen.
Mevrouw Vansittart doet zoo vreemd, zei ze.
Connie, die zooveel aan haar hoofd had, had
.deze dame heelemaal vergeten.
O, :k heb haar heelemaal vergeten: hoe gaat
het met haar?
O, wel goed, maar toen ik haar kleeren kwam
brengen, zei zij: Bent u een zuster van Constance
Brand? Ik had geen tijd om haar alles uit te leggen
en heb dus maar „ja" gezed. Ze keek mij toen zoo
vreemd aan en toen maakte zij glimlachend haar
excuus, dat zij mij lastig gevallen had.
Misschien heeft, zil vader vroeger wel ge
kend. antwoordde Connie.
Het wrak was nu geheel en al uit elkaar ge-
slagen. De eerste groote golf van het nieuwe getij
beukte den toren en deed de dames in de slaap
kamers in angstig gejammer uitbarsten.
Och, ga jij er even naar toe, Enid, zei Connie.
Zeg maar, dat ze heelemaal riet bang hoeven te
zijn!
Hooger op verzorgde Brand de lamp en praatte
met den eersten stuurman Emmett. De zeeman
had hem met weinig woorden, zooals men dat
meestal bij menschen van zijn beroep aantreft,
verteld, dat de „Chinook" een heel voorspoedige
reis van New-York had gehad, tot ze ongeveer
vierhonderd mijl van Lizard in een cycloon terecht
kwam.
Ik geloof, dat die stonn omgebogen is om ons
naderhand nog eens te komen opzoeken, tenminste
bij Bishop Light zaten we er weer midden in.
Brand knikte. Deze mededeeling bevestigde vol
komen de voorstelling, die hij zich van den weg
var den storm gemaakt had.
Stuurman Emmett schudde zijn vuist tegen den
omgekomen kapitein.
Ik zou riets zeggen, als hij niet mee naar den
kelder gegaan was, maar hij heeft de schuit te
hard laten loopen. Hij wou niet naar mij luisteren
Hij wou maar met alle geweld een nieuw record
met de schuit maken. De schuit heeft nu al bijna
vier-en-twintig jaar elk jaar een veertig keer den
Oceaan heer en terug overgestoken; bij de laatste
veranderingen is ze wel een tien meter langer ge
worden, maar de kracht van de machines werd
haast niet vergroot.
U zegt daar, dat de „Chinook" bijna net zoo
oud is als de vuurtoren en ik heb der naam nog
nooit gehoord.
U kent ze anders wel. Dit Is de eerste reis na
de verbouwing en de verdooping. Het is bekend,
dat het verdoopen van een schip ongeluk aanbrengt.
Het is de „Princess Royal". Wat is er? vroeg hij,
toen Brand een uitroep niet kon onderdrukken.
Wat is er eigenlijk gebeurd? vroeg deze. de
vraag van den stuurman negeerend.
Net wat ik u zei; de oude heeft er te veel
vaart achter gezet, alleen maar om de post twaalf
ittkr eerder in Southampton te hebben.
Meer dan 20 millioen crediet van
de Stichting Rotterdam 1940.
In de Dinsdagmiddag gehouden vergade
ring van de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken te Rotterdam heeft de voorzitter, mr. K. P.
van der Mandele, medegedeeld, dat de werkzaam
heden. welke door de Kamer en met haar samen
werkende instellingen in het belang van de oor
logsslachtoffers worden verricht, in de afgeloo-
pen maand goeden voortgang hebben gemaakt.
De credieten van de stichting Rotterdam 1940
beloopen thans rond f 20.250.000, verdeeld over
4374 bedrijfscredieten en 18 bouwcredieten af
gezien van de kosten voor het bouwen van nood-
winkels, waarvoor rond f 500.000 beschikbaar is
gesteld.
Spr. zegt thans goede hoop te hebben, dat
de verordening met betrekking tot de regeling
van de oorlogsschade op zeer korten termijn
tegemoet kan worden gezien. Reeds wordt hard
gewerkt aan de voorbereiding van depractische
uitvoering.
NUTS-SPAARBANK TE HAARLEM.
Vergelijkend Overzicht over November 19401939.
Aantal behandelde posten 12745 v. j. 15398.
Aantal Inlagen 6815 v. j. 10058.
Aantal Terugbetalingen 5930 v. j. 5340.
Ingelegd f 344.798.45 v. j. f 415.126.80.
Terugbetaald f 624.585.48 v.j. f 470.769.69.
Minder Ingelegd f 279.787.03 v. j. minder
f 55.642.89.
Aantal nieuwe boekjes: 120 v. j. 157.
Aantal afbetaalde boekjes: 210 v. j. 199.
Spaarbusjes op 30 November 1940 in omloop:
3294.
Geledigd in November 1940: 163 busjes met
totaal inhoud van f 2.527.13.
Aantal verhuurde kluisloketten op 30 Novem
ber 1940: 670.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij besluit van den waarnemend secretaris
generaal van het departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen is dr. A. J. M. Oidt-
mann, thans assistent bij de tandheelkunde, met
ingang van den dag, waarop hij zijn ambt zal aan
vaarden, benoemd tot lector in de faculteit der
geneeskunde aan de rijksuniversiteit te Utrecht,
om onderwijs te geven in de orthodontie.
Bij besluit van den waarnemend secretaris
generaal, waarnemend hoofd van het departement
van Sociale Zaken van 2 December 1940 is met
ingang van 1 Juni 1940 opnieuw voor den tijd van
vijf jaren benoemd tot Kringcommïssaris van het
Nederlandsche Roode Kruis in den kring Noord-
Holland-noord jhr.mr. F. H. van Kinschot, bur
gemeester van Alkmaar.
PAKETTEN MET AANGEGEVEN WAARDE
NAAR DUITSCHLAND.
's-GRAVENHAGE. 3 December. Van 5 De
cember af worden in het verkeer tusschen Ne-
Nederland en Duitschland paketten met aan
gegeven waarde toegelaten.
Het maximum van de aan te geven waarde is
1600 mark.
MENGVOEDERBESCHIKKING 1939.
Bij beschikking van den secretaris- generaal
van het departement van landbouw en visscherij
van 3 December zijn de bevoegdheden, welke krach
tens de mengvoederbeschikking 1939 door de pro
vinciale voedselcommissarissen worden uitgeoefend,
overgedragen op de land bouwer is isorgani sa' ies.
Stephen Brand stapte van het onderwerp af en
vroeg:
Ik heb u laten roeper om te spreken over een
nieuwe moeilijkheid, die wij onder de oogen moe
ten zien. Er is hier op zijn hoogst voedsel en wa
ter voor drie mannen gedurende twee maanden. Als
u een kleine som maakt, zult u tot de ccrcltisie
komen, dat er voor ongeveer tachtig menschen
maar gedurende ruim twee dagen voldoende is.
Maar we zijn hier toch vlak bij de kust?
Emmett had de beteekenis van Brand's mede
deeling nog riet ten volle begrepen.
Ik ben hier meer dan eens zes weken achter
elkaar geweest, zonder dat het. mogelijk was ver
binding met den vasten wal te krijgen.
Zes weken! riep Emmett uit.
Nu ja, zes weken is ook wel het uiterste,
maar een week zou ers ook al leelijk in verlegen
heid brengen.
Emmet floot zachtjes voor zich heen en rilde,
maar niet van koude.
Wat moeten we doen? zei hij eindelijk.
In de eerste plaats moet u mij helpen bij het
handhaven van de strengste discipline. Het zal de
eerste dagen onmogelijk zijn om hier vandaan te
gaan. Op zijn vroegst over twee dagen kunnen we
hier voorrade>- krijgen. Ik verzoek uw officieren
hiervan op de hoogte te brengen. En dan wil u
misschien ook wel een paar menschen aanwijzen
om mij te helpen. Mijn dochters hebben het toe
zicht. over de voorraden en als we heel zuimdg zijn,
kunnen wij het een weekje uithouden.
U kunt natuurlijk op mij rekenen, was het
antwoord van den eersten stuurman, die zich dezen
nacht nog niet zoo onbehagelijk gevoeld had. Ik
zie. dat u gelijk hebt. maar ik weet niet wat er
gebeuren moet als die tijd verstrijkt zonder dat er
hulp opdaagt.
Brand wist wat er gebeuren zou, maar hij hield
het voor zich. In zijn hersens stond één ding als in
steen gegrift: dat hij moest blijven leven om zijn
plicht te doen tot het laatst.
Zóó stond het in zijn instructie en zij, die de
voorschriften hadden opgesteld, wisten wat zij
ieden!
.(Wordt vervolgd), j