Waterleiding en vorstschade U VOELT U PJSET PRETTIG C A R T E R S AB'S AVONTUREN De Torenwachter WOFA'SDSG 4 DKCK5IKER 194Ö TT A RLE M'S D A GEE A D Maatregelen tegen bevriezen. Goede sluiting van hoofdkranen. Voorkomen van w; aterverlies. Met het oog op den naderenden winter brengt de Directeur van het Gemeentelijk Waterbedrijf Haarlem het navolgende onder aandacht. Tijdens de periode van hevige vorst in den vori gen winter is gebleken, dat in vele gevallen niet wordt voldaan aan de desbetreffende voorschriften van het waterbedrijf. Zoo is o.m. het navolgende bepaald: Iedere gebruiker is verplicht te zorgen voor het vorstvrij houden van den watermeter en de binnenleiding. Schade toegebracht aan den watermeter door vorst of anderszins is voor rekening van den gebruiker. Water dat verloren is gegaan uit door vorst veroorzaakte lekkage of door openstaande leeg loopkranen moet worden betaald. Door thans de onderstaande maatregelen te ne men, kunt U zich vrijwaren tegen groote schade en veel ongemak in den komenden winter, want tij dens de vorst zal het waterbedrijf weinig hulp kunnen bieden. Ie. Watermeter. Er moet onderscheid gemaakt worden tusschcn watermeters geplaatst buitenshuis in een metcrput en watermeters geplaatst binnenshuis. Voor de watermeters geplaatst buitenshuis in een viotcrput geldt het navolgende. Bescherm den watermeter en de hoofdkraan in den meterput door het aanbrengen van een goed aansluitend houten tusschendeksel. voorzien een handvat, waardoor rondom den watermeter en de hoofdkraan een isoleerende luchtlaag wordt opgesloten. Een tusschendeksel kan men eiken winter op nieuw gebruiken. Andere' afdekkingen geven veelal spoedig tot vervuiling aanleiding en moeten op verlangen var den meteropnenier door den gebruiker worden ver wijderd. Men kan het tusschendeksel bovendien afdekken met een zak. gevuld met stroo, hooi of dergelijk materiaal. Men bedenke hierbij dat deze opvulling geen warmte geeft, doch alleen de afkoeling van den watermeter c.a. tegengaat en dat deze opvul ling en het tusschendeksel direct na het ver strijken van den winter uit den meterput verwij derd moeten worden. Verder moet er op gelet worden, dat het boven deksel den meterput goed afsluit tegen den wind, want meestal wordt de bevriezing van den water meter veroorzaakt door tocht. Watermeters, welke binnenshuis zijn geplaatst onder den vloer, moeten worden voorzien van een overal goed sluitende omtimmering. Voorkomt in dit geval onnoodige afkoeling en tocht onder de vloeren door het dichtmaken van kieren en luchtroosters, in het bijzonder bij dor pels van deuren waar de wind op staat. Voorbeelden van goede bescherming van water meters zijn te zien aan het bureau Kampersingel No. 4. Watermeters, die bevriezen omdat zij onvoldoen de beschermd waren, zullen niet vervangen worden. 2e. Hoofdkraan bij den watermeter. Overtuig U reeds nu of de hoofdkraan wel goed afsluit. Indien dit niet het geval is. geeft daarvan dan onmiddellijk schriftelijk of telefonisch no. 10279 of 11834 kennis aan het kantoor van het waterbedrijf, Kampersingel no. 4. Thans heeft het waterbedrijf nog gelegenheid uw hoofdkraan te herstellen, doch tijdens een vorstperiode zal hier voor vermoedelijk geen gelegenheid meer zijn Voorts dient men te bedenken, dat het blijven druppelen van de leegloopkraan verlies beteekent van water, dat betaald moet worden. 3e. Leegloopen binnenleiding. Laat. waar de toestand dit noodig maakt, tijdens vorst de geheele binnenleiding zoo vroeg mogelijk avonds leegloopen. (Water in voorraad nemen!) Dit laten leegloopen dient als volgt te geschieden: a. sluit de hoofdkraan; b. opent de leegloopkraan en alle tapkranen en trekt de closetbakken door (indien eventueel zak ken in de leiding aanwezig zijn. zal meestal het water hieruit zoo goed mogelijk door doorblazen van de leiding dienen te worden verwijderd); c. overtuigt U daarna of de leegloopkraan geen water blijft geven en dus de hoofdkraan goed afsluit. Is dit laatste niet het geval (zie onder 2), dan zal in vele gevallen de leegloopkraan gesloten moeten worden tot dat de hoofdkraan door het waterbe drijf hersteld is; d bij het weder in gebruik nemen van de bin nenleiding is het eerste werk de leegloopkraan goed te sluiten, daarna moeten de openstaande tap kranen worden gesloten en dan pas moet de hoofd kraan worden geopend. Het is absoluut noodzakelijk, ter vermijding van onnoodige moeilijkheden, om direct hierna de in de binnenleiding opgesloten lucht gelegenheid te geven om te ontwijken, door de hoogstgelegen tap kranen enkele minuten te openen. Mocht vlak achter den watermeter geen leegloop- kraan aanwezig zijn, dan is men verplicht deze terstond door een particulieren waterfitter (lood gieter) te laten aanbrengen. 4e. Ligging van binnenleidingen. Aangaande de binnenleidingen is in de verorde- Ti bepaald, dat deze zoodanig gelegd en onder- ALS uw lever niet voldoende LEVER-GAL afscheidt. lederen dag moei uw lever een liter lever-gal In uw ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom van lever-gal onvoldoende is, verteert uw voedsel niet. het bederlt. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig, u ziet alles zwart. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. U moet. CARTER S I,EVER-PILLETJES nemen om deze liter lever-gal vru te doen vloeien en u zu.'t u een geheel ander menseli voelen. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen om de .'ever-gal te doen vloeien. Eiseht Carter s Lever-Pilletjes bjj apothekers en drogisten f 0.75 13 LEVE RP I L LETJES (Adv. Ingez. Med.) houden moeten worden, dat zij niet aan vorst zijn blootgesteld en geheel geledigd kunnen worden. Om een vorstvrijc ligging van de leidingen te verkrijgen moeten deze niet. tegen en vooral niet buitenmuren gelegd worden. Het wegwerken van de leidingen in de muren is verkeerd, want een lekkage is dan moeilijk te vinden en zal veelal groote reparatiekosten ver oorzaken. Aan het begin van leidinggedeelten (aftakkin gen), welke weinig gebruikt worden of in onver warmde gedeelten van het huis liggen, behoort een gemakkelijk bereikbare slopkraan met leegloop- kraan te worden aangebracht, opdat bij vorst deze leidingen buiten gebruik gesteld en geheel gele digd kunnen worden. Veranderingen in de binnenleidingen moeten door particuliere waterfitters verricht worden. Vooraf dient echter goedkeuring te worden ge vraagd aan het waterbedrijf, Kampersingel no. 4, telefoon 10279. Men kan onnoodige afkoeling in de ruimten, waar leidingen liggen, voorkomen, door het dichtmaken van kieren bij ramen en deuren, in het bijzonder bij dorpels van deuren waarop de wind staat. Brengt tijdens vorst van eenige beteekenis ruim ten, waarin leidingen aanwezig zijn, behoorlijk in verbinding met plaatsen, waar regelmatig gestookt wordt, in liet bijzonder gedurende den nacht, of erwarmt deze rechtstreeks. De gebruiker dient er aan te denken, dat in den komenden winter bij bevriezing van de binnen leiding of den watermeter, het waterbedrijf, voor zoover daartoe overigens verplicht, zoolang de vorst duurt praktisch geen hulp zal kunnen bie den om weer over water de beschikking te ver krijgen en dat na de vorst spoedige hulp zeer af hankelijk is van het aantal te behandelen gevallen. Het nemen van de hiervoor vermelde maatregelen is dus geheel in het eigen belang van iederen ge bruiker. Gasolie als motorbrandstof vrijwel uitgeschakeld. Motorrijtuigen zullen moeten worden omgebouwd. De secretarissen-generaal, waarnemende hoof den van de departementen van Handel, Nijver heid en Scheepvaart en van Waterstaat deelen het volgende mede: Zij, die gebruik maken van dieselautomobielen, zullen er rekening mede te houden hebben, dat slechts bij hooge uitzondering gasolie zal kunnen worden toegewezen als motorbrandstof. De huidige gasolie-situatie maakt het zelfs noodig, er op te rekenen, dat binnen afzienbaren tijd slechts zeer weinig gasolie voor het motor- wegverkeer verkrijgbaar zal zijn. Belanghebbenden wordt derhalve aangeraden motorrijtuigen, waar voor gasolie als motorbrandstof moet worden ge bruikt, zoo spoedig mogelijk te vervangen door materiaal, waarvoor een andere motorbrandstof geschikt is, of hun materiaal tot dit doel om te bouwen. De benzine-situatie maakt het ongewenscht de vervanging te doen geschieden door motorrijtuigen, waarvoor benzine als motorbrandstof moet wor den gebruikt. In dit verband wordt de aandacht gevestigd op de mogelijkheid tot het geschikt maken van de betrokken motorrijtuigen voor het gebruik en de montage van gasgeneratoren (hout-, kolen- en tur(generatoren, alsmede lichtgasinstallaties). De rijksinspecteurs van het verkeer staan ten dienste van belanghebbenden voor het verstrekken van inlichtingen. FAILLISSEMENTEN. De arrondissements-rechtbank te Haarlem heeft op 3 December de faillissementen uitgesproken Mevr. A. C. van OpbergenPaulsen, wonende te IJmuiden, gemeente Velsen, Breesaapstraat 52. De curator is mr. A. Beets te Haarlem. Johannes Wesselius, kantoorbediende, wonende te Aalsmeer, Zijdstraat no. 10. De curatrice is mevr. mr. L. M. I. L. van Taa lingenDols te Haarlem. Dc nalatenschap van wijlen jhr. J. J. Plóns van Amstel, gewoond hebbende te Aerdenhout, ge meente Bloemendaal, Dahlialaan 28. De curator is mr. H. J. M. Tonino te Haarlem. De rechter-commissaris in al deze faillissementen is mr. E. H. F. W. van Schaeck Mathon te Haar lem. Wegens gebrek aan actief werden opgeheven de faillissementen van: J. J. Schoorl, sigarenwinkelier, wonende te IJmui den, gem. Velsen, Acaciastraat no. 41. Surator is mr. J. A. B. Sanders te Beverwijk. van Bemeveld, schilder, wonende te Heem stede. Abr. Kuijperstraat no. 11. Curator is mr. H. E. Prinsen Geerligs te Haarlem Door het verbindend worden der uïtdeelingslijst is geëindigd het faillissement van: Arie van den Berg, slager, wonende te Haarlem mermeer. Curator is mr. D. Matzer van Bloois te Haarlem In deze dagen staat het „scheuren" van grasland met het oog op de voedsel voorziening in het middelpunt der belangstelling. Terwijl de eerste perceelen „zwart" gemaakt worden, laten ook de vogels zich niet onbetuigd. (Foto Pax Holland.) Verdachte uit rechtbankgebouw ontsnapt. Opsporing bleef zonder resultaat. Dinsdagmorgen moest voor de rechtbank te Arnhem de 51-jarige los-arbeider A. D. K. terecht staan. Hij was enkele oogenblikken voor den aan vang van de zitting in de wachtzaal gebracht om zijn beurt af te wachten, toen zijn zaak werd afgeroe pen, deed de veldwachter de verrassende ontdek king, dat de zaal leeg was. De man had een - uit stuk geslagen en was door de tralies naar buiten ge klommen. Opsporing bleef zonder resultaat. De strafzaak is voor onbepaalden tijd aangehouden. Zeepost naar Amerika. 's-GRAVENHAGE. 3 December (A.N.P.1 Volgens een mededeeling van de Portugeesche postadministratie bestaat op het oogenblik geen mogelijkheid briefpost per schip naar Noord-, Midden- of Zuid-Amerika te verzenden. Zen dingen naar die landen worden thans zonder uit zondering over Siberië en Japan doorgezonden. De postzending met de Clipper-vliegtui gen wordt niet. door deze regeling getroffen. VOOR DE KINDEREN Toen Ab van zijn verbazing weer wat was bekomen, begon hij het vertrek wat meer op te nemen. En toen hij zag dat de man bij het vuur rustig bleef door snurken, begon hij de kamer wat meer op zijn gemak en wat meer van nabij te bekijken. Plotseling bleef hij stilstaan voor een kleerenstandaard. Aan de ha ken hiervan hing een mooie, lange ge- ruiten jas en zoowaar een prachtige, glimmende hooge zwarte hoed. Verbaasd bekeek Ab de belde kleedingstukken en dacht: Van wie zal dit nu wel zijn? Maar dan ineens kreeg hij een pracht plan in zijn hoofd. Met houtskool van het houtvuur begon hij nu zijn gezicht en handen nog zwarter in te wrijven dan ze al reeds waren. Toen dat werkje naar zijn voldoening geheel gereed was, nam hij de jas van den haak en gooide die over zijn hoofd. Daarna nam hij een stok. die in den hoek van de kamer stond en hing hierop de prachtige, zwarte zijden hooge hoed. De jas, die voor Ab veel te groot was, hing met groote plooien voor zijn voe ten. Toen alles gereed was. keek hij nog eens om naar den schoorsteen en zag dat de man nog steeds sliep. Een ge heimzinnig en guitig lachje kwam nu op Ab's gezicht. Hij knoopte de lange Jas zorgvuldig dicht, stak den stok, waarop de hooge hoed bengelde, een eindje uit de jas en stapte zoo voorzichtig de kamer op en neer. Ab was den slapenden man al weer geheel vergeten. Hij dacht een oogenblik dat hij hier aan het spelen was met zijn vrienden. Luidkeels riep hij tegen zijn gewaande vrienden: „Ha, ha, komen jullie nou allemaal maar opl Hier Is de rooverhoofdinan!" Het was een koddig gezicht om Ab zoo -te zien loopen. net alsof hij geen hoofd had. Doch lang duurde dit spelletje niet. want toen hij weer luidkeels begon te roepen, sprong plotseling de slapende man verschrikt overeind. Met angstige blikken in zijn nog sla perige gezicht stond professor Zoeker verbaasd naar die spookachtige figuur te kijken. Maar Ab was zoo verdiept in zijn reuzenspel, dat hij riep: „Hier is de rooverhoofdman. Wee hem, die mij aan raakt!" De professor deinsde een stap terug, doch daarna nam hij het houten kistje op en deelde hiermede rake klap pen uit op den armen hoogen hoed, die onnoozel op den houten stok bengelde. EEN VERHAAL VAN DE ZEE. bewerkt door ADRIAAN J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 12) Ja, zei hij,, daar heb ik me ook al bezorgd over gemaakt; er is een dame bij. waar ik bijzonder be lang in stel: mevrouw Vansittart. Ik wil mevrouw Vansittart wel vragen of ze even naar builen wil komen, dan kunt u haar spre ken antwoordde Constance. Nee, nee, dat hoeft heelemaal niet. Zegt u haar maar, dat ik gezond en wel ben. Dat is alles en mag ik misschien nog iets voorstellen? Heel graag. Het zal allemaal best gaan, als de vrouwen na elkaar in bed gaar en hun kleeren dan onderwijl gedroogd worden. Als u het goed vindt, zal ik voor hei drogen zorgen. Ik ben bang, dat sommigen het anders niet zullen overleven. De meisjes moesten toestemmer., dat dit acv heel goed idee was. Constance ging naar boven en in de eerste kamer waar zij vroeg of mevrouw Vansit tart daar ook was, kwam uit een hoek een toe stemmend antwoord van een ietwat hooge maar riet onvriendelijke stem. Een dame, die al op de onderste kooi beslag gelegd had, richtte zich op haar elleboog op. Als in alle vertrekken, behalve die, welke op Brand's bevel gereserveerd waren, was de atmos feer hier door het groote aar tal menschen, die ieder lang geen drie vierkante meter tot hun be schikking hadden, om te stikken. Het eenige voor deel van de aanwezigheid van al die menschen in zoo'n kleine ruimte was, dat het er door de men sehei ijk o lichaamswarmte niet zoo erg koud was, Connie, r iot vrij van nieuwsgierigheid, hield haar lantaarn zoo, dót het volle licht op het gezicht van mevr. Vansittart viel. Constance zag een mooi gezicht, maar met een harden trek om den mond, een trek, die echter on middellijk voor eei: glimlach plaats maakte toen mevrouw Vansittart vroeg: Zoekt u mij? Connie had geen tijd om zich van 't gevoel re kenschap te geven, dat zioh van haar meester maakte, toen ze het gezicht van de dame zag. Zij kon nauwelijks de gedachte van zich afzetten, dat zij mevrouw Vansittart eerder gezien had, ofschoon de naam haar volkomen onbekend was. Ik kwam alleen maar zeggen, dat meneer Payne.begon zij. Charlie, is hij gered? O ja, zei het meisje opgewekt. Weet u niet, dat u allemaal uw leven aan zijn moed te denken heeft? Hij heeft mij gevraagd u te zeggen, dat hij volkomen in orde was. Ik weet niets, zuchtte zij. Het was allemaal zoo verschrikkelijk. Het waren geen menschen meer in de salons; bet waren tijgers, erger dan tijgers. Connie boog zich over haar en legde zacht een hand op haar voorhoofd. U moet dat allemaal zoo gauw mogelijk ver geten, zei zij kalmeerend. Zij hield de lantaarn iets lager en zag nu weer denzelfden harden trek om den mond van mevrouw Vansittard, die zoo'n vreemd contrast met haar glimlach vormde. Haar kleur van opwinding maakte plaats voor een doodelijke bleekheid. Wie ben je? fluisterde zij gejaagd: kind, wie ben je? Mijn vader is de vuurtorenwachter hier, zei Connie, ik ben hier maar toevallig, ik.... Maar je naam? Constance Brand. Brand, zei jeen hoe heet je vader? Stephen Brand; maar u moet probeeren kalm te blijven. De vreemde blik in de oogen van de andere vrouw beangstigde Constance. Met een diepen zucht zakte mevrouw Vansittart opeens in elkaar en verloor haar bewustzijn. Connie was werkelijk bang gewonden. Er scheen alle kans te zijn, dat er ir de gegeven omstandig heden gevaar voor de gezondheid van mevr. Van sittart bestond. Tot haar groote opluchting kwam een van de andere dames, die alles gehoord had, haar te hulp. Maak je maar niet ongerust, zei deze, mevrouw Vansittart is erg overstuur. Ik zal wel op haar passen. U heeft denkelijk wel wat anders te doen. Connie voelde dadelijk, dat dit een goede raad was. Ze vertelde de dames, hoe zij hun goed het best konden laten drogen door achtereenvolgens van de kooien gebruik te maken. Toer ging zij naar o"e andere slaapkamer en deed daar dezelfde mededeeling. Met de gewonden in het ziekenhuis ging het lastiger. De kleine meisjes kleedde zij zelf uit en trok haar een van Brand's flarellen hem den aan. Kleeren van Brand stelden de gewonde dames in staat zich van droge kleeren te voorzien, terwijl de man, die ir het veldhospitaal dienst gedaan had. aan de beide ergste gewonden kleeren van Jackson en Bates aantrok. Constance vloog de trappen op en af, terwijl Enid uit alle macht werkte om allen wat warms te bezorgen Ook Payne werkte als een paard. Als de door weekte kleeren hem werden gegeven om te dro gen, wrong hij ze eerst uit en bewerkte ze dan heel handig met het gevolg, dat de keuken spoedig in een soort Turksch bad veranderd was. Na een uur had hij de voldoening, dat het grootste deel van de dames in warme en bijna droge onderkleeren gekleed was. Met de zwaardere bovenkleeren kon hij natuurlijk weinig beginnen. Eens hield Erid Constance op de trap tegen. Mevrouw Vansittart doet zoo vreemd, zei ze. Connie, die zooveel aan haar hoofd had, had .deze dame heelemaal vergeten. O, :k heb haar heelemaal vergeten: hoe gaat het met haar? O, wel goed, maar toen ik haar kleeren kwam brengen, zei zij: Bent u een zuster van Constance Brand? Ik had geen tijd om haar alles uit te leggen en heb dus maar „ja" gezed. Ze keek mij toen zoo vreemd aan en toen maakte zij glimlachend haar excuus, dat zij mij lastig gevallen had. Misschien heeft, zil vader vroeger wel ge kend. antwoordde Connie. Het wrak was nu geheel en al uit elkaar ge- slagen. De eerste groote golf van het nieuwe getij beukte den toren en deed de dames in de slaap kamers in angstig gejammer uitbarsten. Och, ga jij er even naar toe, Enid, zei Connie. Zeg maar, dat ze heelemaal riet bang hoeven te zijn! Hooger op verzorgde Brand de lamp en praatte met den eersten stuurman Emmett. De zeeman had hem met weinig woorden, zooals men dat meestal bij menschen van zijn beroep aantreft, verteld, dat de „Chinook" een heel voorspoedige reis van New-York had gehad, tot ze ongeveer vierhonderd mijl van Lizard in een cycloon terecht kwam. Ik geloof, dat die stonn omgebogen is om ons naderhand nog eens te komen opzoeken, tenminste bij Bishop Light zaten we er weer midden in. Brand knikte. Deze mededeeling bevestigde vol komen de voorstelling, die hij zich van den weg var den storm gemaakt had. Stuurman Emmett schudde zijn vuist tegen den omgekomen kapitein. Ik zou riets zeggen, als hij niet mee naar den kelder gegaan was, maar hij heeft de schuit te hard laten loopen. Hij wou niet naar mij luisteren Hij wou maar met alle geweld een nieuw record met de schuit maken. De schuit heeft nu al bijna vier-en-twintig jaar elk jaar een veertig keer den Oceaan heer en terug overgestoken; bij de laatste veranderingen is ze wel een tien meter langer ge worden, maar de kracht van de machines werd haast niet vergroot. U zegt daar, dat de „Chinook" bijna net zoo oud is als de vuurtoren en ik heb der naam nog nooit gehoord. U kent ze anders wel. Dit Is de eerste reis na de verbouwing en de verdooping. Het is bekend, dat het verdoopen van een schip ongeluk aanbrengt. Het is de „Princess Royal". Wat is er? vroeg hij, toen Brand een uitroep niet kon onderdrukken. Wat is er eigenlijk gebeurd? vroeg deze. de vraag van den stuurman negeerend. Net wat ik u zei; de oude heeft er te veel vaart achter gezet, alleen maar om de post twaalf ittkr eerder in Southampton te hebben. Meer dan 20 millioen crediet van de Stichting Rotterdam 1940. In de Dinsdagmiddag gehouden vergade ring van de Kamer van Koophandel en Fabrie ken te Rotterdam heeft de voorzitter, mr. K. P. van der Mandele, medegedeeld, dat de werkzaam heden. welke door de Kamer en met haar samen werkende instellingen in het belang van de oor logsslachtoffers worden verricht, in de afgeloo- pen maand goeden voortgang hebben gemaakt. De credieten van de stichting Rotterdam 1940 beloopen thans rond f 20.250.000, verdeeld over 4374 bedrijfscredieten en 18 bouwcredieten af gezien van de kosten voor het bouwen van nood- winkels, waarvoor rond f 500.000 beschikbaar is gesteld. Spr. zegt thans goede hoop te hebben, dat de verordening met betrekking tot de regeling van de oorlogsschade op zeer korten termijn tegemoet kan worden gezien. Reeds wordt hard gewerkt aan de voorbereiding van depractische uitvoering. NUTS-SPAARBANK TE HAARLEM. Vergelijkend Overzicht over November 19401939. Aantal behandelde posten 12745 v. j. 15398. Aantal Inlagen 6815 v. j. 10058. Aantal Terugbetalingen 5930 v. j. 5340. Ingelegd f 344.798.45 v. j. f 415.126.80. Terugbetaald f 624.585.48 v.j. f 470.769.69. Minder Ingelegd f 279.787.03 v. j. minder f 55.642.89. Aantal nieuwe boekjes: 120 v. j. 157. Aantal afbetaalde boekjes: 210 v. j. 199. Spaarbusjes op 30 November 1940 in omloop: 3294. Geledigd in November 1940: 163 busjes met totaal inhoud van f 2.527.13. Aantal verhuurde kluisloketten op 30 Novem ber 1940: 670. UIT DE STAATSCOURANT. Bij besluit van den waarnemend secretaris generaal van het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is dr. A. J. M. Oidt- mann, thans assistent bij de tandheelkunde, met ingang van den dag, waarop hij zijn ambt zal aan vaarden, benoemd tot lector in de faculteit der geneeskunde aan de rijksuniversiteit te Utrecht, om onderwijs te geven in de orthodontie. Bij besluit van den waarnemend secretaris generaal, waarnemend hoofd van het departement van Sociale Zaken van 2 December 1940 is met ingang van 1 Juni 1940 opnieuw voor den tijd van vijf jaren benoemd tot Kringcommïssaris van het Nederlandsche Roode Kruis in den kring Noord- Holland-noord jhr.mr. F. H. van Kinschot, bur gemeester van Alkmaar. PAKETTEN MET AANGEGEVEN WAARDE NAAR DUITSCHLAND. 's-GRAVENHAGE. 3 December. Van 5 De cember af worden in het verkeer tusschen Ne- Nederland en Duitschland paketten met aan gegeven waarde toegelaten. Het maximum van de aan te geven waarde is 1600 mark. MENGVOEDERBESCHIKKING 1939. Bij beschikking van den secretaris- generaal van het departement van landbouw en visscherij van 3 December zijn de bevoegdheden, welke krach tens de mengvoederbeschikking 1939 door de pro vinciale voedselcommissarissen worden uitgeoefend, overgedragen op de land bouwer is isorgani sa' ies. Stephen Brand stapte van het onderwerp af en vroeg: Ik heb u laten roeper om te spreken over een nieuwe moeilijkheid, die wij onder de oogen moe ten zien. Er is hier op zijn hoogst voedsel en wa ter voor drie mannen gedurende twee maanden. Als u een kleine som maakt, zult u tot de ccrcltisie komen, dat er voor ongeveer tachtig menschen maar gedurende ruim twee dagen voldoende is. Maar we zijn hier toch vlak bij de kust? Emmett had de beteekenis van Brand's mede deeling nog riet ten volle begrepen. Ik ben hier meer dan eens zes weken achter elkaar geweest, zonder dat het. mogelijk was ver binding met den vasten wal te krijgen. Zes weken! riep Emmett uit. Nu ja, zes weken is ook wel het uiterste, maar een week zou ers ook al leelijk in verlegen heid brengen. Emmet floot zachtjes voor zich heen en rilde, maar niet van koude. Wat moeten we doen? zei hij eindelijk. In de eerste plaats moet u mij helpen bij het handhaven van de strengste discipline. Het zal de eerste dagen onmogelijk zijn om hier vandaan te gaan. Op zijn vroegst over twee dagen kunnen we hier voorrade>- krijgen. Ik verzoek uw officieren hiervan op de hoogte te brengen. En dan wil u misschien ook wel een paar menschen aanwijzen om mij te helpen. Mijn dochters hebben het toe zicht. over de voorraden en als we heel zuimdg zijn, kunnen wij het een weekje uithouden. U kunt natuurlijk op mij rekenen, was het antwoord van den eersten stuurman, die zich dezen nacht nog niet zoo onbehagelijk gevoeld had. Ik zie. dat u gelijk hebt. maar ik weet niet wat er gebeuren moet als die tijd verstrijkt zonder dat er hulp opdaagt. Brand wist wat er gebeuren zou, maar hij hield het voor zich. In zijn hersens stond één ding als in steen gegrift: dat hij moest blijven leven om zijn plicht te doen tot het laatst. Zóó stond het in zijn instructie en zij, die de voorschriften hadden opgesteld, wisten wat zij ieden! .(Wordt vervolgd), j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6