HET VLEESCH Vicks beproefde Nederland en Duitschland. Dienstbetoon de kracht van den middenstander. FLITSEN uitkijkpost VRIJDAG 6 DECEMBER 194Ö H A A R E E M'S D "X 'GBL'A Ned. Bond tot het redden van omdat het het ruimst is en omdat het een logische vortzetting van een eeuwenlange ontwikkeling is. Wij hebben voor de eerste maal overigens in onze gescheidenis nu eens met onzen Duit- schen broer gevochten. De strijd is voorbij en wij staan nog tegenover elkaar. Maar wij kunnen het daarbij niet laten en wij weten ook, dat wij tenslotte broers zijn en met elkaar verder moeten. Het komt er nu op aan, dat het Nederlandsche ën het Duitsche broedervolk weer den weg tot elkaar vinden. Daar ligt de keus, waarvoor wij thans staan. En wie ons Nederlandsche volk met opzet of door onverstand er toe brengt, te volharden in een bevroren starheid en stijfkoppigheid, draagt tegenover zijn eigen volk een zeer groote verant woordelijkheid. Want laat hij wel bedenken, dat wij nu staan tegenover de „vredesvoorwaarden". Ook deze zijn weer ongehoord in hun evenoud, want in den grond van de zaak kan ik ze samen vatten in enkele woorden: „zullen wij als goede kameraden samenwerken, ja of neen?" Dat is de vraag, die de rijkscommissaris ons telkens weer stelt, en het is zaak, dat wij dit ver staan. Een vraag, die de keuze behelst. En wanneer ik u verzekerd heb, dat wij van den Nederlandschen Kuituur Kring en vele anderen met ons in het land hier „geen haast" meer hebben, omdat wij al gekozen hebben dan wil ik daar alleen nog aan toevoegen, dat zij, die nog steeds niet hebben wil len of kunnen kiezen, wel haast hebben! Wie dan thans kiest, dient daarbij niet te ver geten, dat het niet om zijn persoonlijke neiginkjes of voorkeurjes gaat, maar dat hij verantwoordelijk is tegenover ons Nederlandsche volk, niet alleen nu, maar ook en vooral in de toekomst. (A.N.P.) Stoomvaartmaatschappij „Zeeland" Nadeelig saldo over 1939 41.286. Aan het jaarverslag van de Stoomvaart Maat schappij „Zeeland" over 1939 ontleenen wij, dat de exploitatie-ontvangsten f 1.575.376 belie pen tegen f 2.080.085 in 1938. De exploitatie kosten bedroegen f 1.307.753 in 1939, tegen over f 1.514.223 in 1938. Het overschot van de exploitatie der schepen bedroeg dus in li f 267.622 tegenover f 565.802 in 1938. Blijkens de winst- en verliesrekening moeten van dit overschot der exploitatie-rekening de volgende lasten in mindering komen: Intei-est (waaronder begrepen de interest gedurende het afgeloopen boekjaar verschul digd op de 4 pet. eerste hyp. obligatieleening ad f 80.000) met eeen bedrag van f 72.974 (54.898) Afschrijvingen, waarvoor is aangewend f 245.000 (f 254.786 plus buiteng. lyasten f 41.560). Het nadeelig saldo is f 41.286 (v.j. winst f 193.141). 3 minuten-massage irnGmMlM Voor bedtijd: 1. Flink Vicks VapoRub op keel en borst wrijven. 2. Ook de rug inwrijven "en 3. dikke laag op de borst wrijven en met warm flanel bedekken. Deze beproefde massage werkt direct, als pappleister en door inademen der geneeskrachtige Vicks-dampen. Uren lange werking en als gevolg ver kwikkende slaap en spoedig herstel. cent (Adv. Ingez. Med.) Radiorede van prof. dr. G. A. S. Snijder Prof. dr. G. A. S. Snijder, voorzitter van den Ne derlandschen Kuituur Kring, heeft Dinsdagavond een rede voor de Nederlandsche radiozenders uit gesproken, naar wij gisteren reeds in het kort in een deel onzer oplaag hebben gemeld. Daarin heeft hij gewezen op het werken van dezen Kring. Er is reeds veel gedaan, hoewel de resultaten daarvan nog niet zichtbaar zijn. Binnenkort .;ullen plannen voor een nauwer persoonlijk contact tus- schen de leden, wier aantal zeer is uitgebreid, wor den voorgelegd. Als belangrijk resultaat van den arbeid van den Kring kan thans reeds genoemd worden de splitsing van het vroegere departement van Onderwijs, aan welke splitsing de Cultuurkring alles be'".ilve vreemd is. Er is eel zeer veel te doen en alles kan nu een maal niet tegelijkertijd gebeuren. Wie ongeduldig wordt, zou ik willen vragen dit te bedenken, en ook, dat naast het vraagstuk dat zijn bijzondere belang stelling heeft, tientallen andere staan, die in on derling verband beschouwd moeten worden. Daar om moeten wij ons voorbehouden de volgorde, ik zou haast zeggen: de organische volgorde van den opbouw zelf te bepalen, niet uit voorkeur of zelfs uit willekeur, maar om de simpele reden, dat wij nooit het geheel uit het oog willen en mogen ver liezen. Samenwerking. Wij, leden van den Nederlandschen Kuituur Kring, behoeven ons niet meer te haasten, want om de woorden van den Rijkscommissaris te gebruiken „wij hebben de richting van den weg bij het begin van onzen marsch reeds gekozen". Dat is in Septem ber geschied. Toen hebben wij tot uiting gebracht, dat wij voor ons Nederlandsche volk streven naar een eervolle plaats aan de zijde van het Duitsche volk, dat wij bereid waren in eerlijke kameraad schap samen te werken aan een groote toekomst, een toekomst, die daar zal nu wel niemand meer aan twijfelen voor het Duitsche volk groot zal zijn, een toekomst die voor ons eigen volk groot k a n zijn Of dit inderdaad óok het geval zal zijn ligt aan ons, aan het Nederlandsche volk zelf. De Rijkscom missaris heeft het onlangs in Maastricht nog eens weer gezegd: de beslissing is onze taak. Maar daarmede is geenszins gezegd, dat het Duit sche volk deze beslissing, hoe die ook uitvalt, zon der meer zal aanvaarden, of zelfs accepteeren. Want, zoo voegde de Rijkscommissaris daaraan onmiddel lijk toe: „Toestanden, die opnieuw tot een lOen Mei zouden kunnen leiden, kan en zal het Duitsche volk hier niet dulden." Wat wil dit zeggen? Het lijkt u misschien vreemd, dat ik hier de woorden van den Rijkscommissaris ga verklaren en toch schijnt dat noodig te zijn ge tuige de'zonderlinge conclusies, die een deel van de pers uit zijn vroeger gesproken woorden getrok ken heeft. Welnu, dit beteekent, Nederlanders, voor zoover gij u er niet toe beperkt slechts te luisteren naar wat u aangenaam is en uit uw eigen kringetje wilt tre den en even wilt nadenken dat wij de keus heb ben, om of als kameraden van Duitschland het einde van den strijd te beleven, of wel afwachtend, maar dan uit eigen wil als vijanden van het Duitsche volk nog bij het eind van den strijd terzijde te staan. Het Duitsche volle heeft ons die kameraadschap aangeboden. Ik weet. het is hard als overwonnene dit aanbod te aanvaarden, ik weet ook, dat het voor den overwinnaar gemakkelijker valt. Maar dat neemt niet weg. dat het zelfs voor een overwinnaar een ongewoon aanbod is. Wie meent, dat dr. Seyss- Inquart hier staat als gouverneur van 'n onderwor pen gebied, weet nog niet, wat dat beteekent. Laat hij den Rijnlanders, die de Fransche bezetting mee maakten, of desnoods den Polen maar eens om in lichtingen vragen. Dat ziet er anders uit. Neen, de Rijkscommissaris is veeleer een gezant Van den Führer van het. Duitsche volk, die met ons volk als geheel over den vrede spreekt en onder handelt. Het klinkt u misschien zonderling in de ooren, Wanneer ik zeg. dat de vredesonderhandelingen op het oogenblik in vollen gang zijn. Maar er zijn meer dingen in dezen tijd die, gemeten aan den normalen gang van zaken, in de laatste paar eeuwen „zonderling" zijn. Deze heele oorlog is „zonderling", is een gebeuren. Zooals het misschien iedere 500 of 1000 jaar plaats grijpt en deze „vrede" die midden onder het krijgsbedrijf, midden in den eindstrijd al voor onze oogen (en zonder maandenlange genoeglijke conferenties) wordt opgebouwd, is minstens even „zonderling" evenzeer „op zich zelf staand". De dingen die gebeuren, zijn zoo groot en zoo eenvoudig, dat wij, gewend als wij nog zijn aan ingewikkeldheid en gecompliceerdheid, gewend als wij zijn om kortzichtig naar kleinigheden te zoeken, nauwelijks in staat zijn, den afstand te winnen om de dingen in hun grootheid en eenvoud te herkennen. Het is ook moeilijk. Maar dat ontslaat ons niet van den plicht er naar te streven de gebeurtenissen in hun ware ver houding te zien. Maar voor de overgroote meerderheid van ons volk is dat in den grond van de zaak heelemaal niet moeilijk, omdat zij in het diepst van hun hart wel weten dat het bewustzijn, dat zij echte Nederlanders zijn, hun bewustzijn, dat zij echte waar zij thuis behooren. Ook dat is weer een zoo simpele waarheid, dat velen haar juist om haar groote eenvoudigheid en natuurlijkheid over het hoofd zien. Als wij echter eenmaal dat bewust zijn herwonnen hebben, dan is al het andere even eenvoudig. Dan begrijpen wij (zooals de Scandi- naviërs en. daarvan ben ik overtuigd, zooals ten slotte, na oneindig veel meer ellende en lijden dan wij, het Engelsche volk het zal inzien) alleen daardoor reeds, dat onze plaats aan de zijde van het Duitsche volk is. Dat inzicht zal het winnen, (Foto Pax Holland.) drenkelingen. De droeve maandlijst. Het aantal verdrinkingsgevallen is door diepe, langdurige duisternis en helaas door drankgebruik van velen, weer ontzettend hoog geweest. Er verdronken niet minder dan 6 jongens be neden 16 jaar, 1 meisje, 94 mannen en 18 vrouwen, tezamen 119; bovendien verdronken in auto's 6 per sonen; in totaal in één maand: 125 dooden. (No vember 1939: 40). Ten gevolge van duisternis verdronken niet minder dan 70 mannen en 18 vrouwen, in totaal 88. Waarschijnlijk is dit getal nog hooger, omdat van eenige opgehaalde lijken, het tijdstip van te water raken niet kon worden vastgesteld. Onder de omgekomenen behoorden 3 jongens en 1 meisje be neden 6 jaar. De Bond blijft aandringen bij autoriteiten om, zoo noodig en mogelijk, nog betere voorzorgsmaat regelen te treffen tegen het groote verdrinkingsge vaar in deze duistere tijden. We mogen gelukkig ook een ander geluid laten hooren: „Velen zijn gered". Er werden in Novem ber gered of wisten zich te redden: 6 jongens, be neden 16 jaar, 7 meisjes, 120 mannen en 18 vrouwen, tezamen: 151; bovendien werden uit auto's gered 12 personen, in totaal gered: 163 (November 1939: 75). Bij duisternis rakten te water: 2 meis jes, beneden 16 jaar, 104 mannen en 15 vrouwen, in totaal 121. November telde dus tezamen 125 dooden en 121 geredden; 246 waterslachtoffers. On der de geredden behoorden 2 jongens en 3 meisjes, beneden 6 jaar. Zwemmend werden gered: 6 jongens 3 meisjes, 8 mannen en 6 vrouwen, totaal: 23. Zwemmend wisten zich in veiligheid te stellen: 2 jongens, 16 mannen en 4 vrouwen, totaal: 24. Door middel van handreiking kwamen weer op den be houden grond: 68, met boothulp 11, met reddings haken 17 (deze hebben weer hun bestaansrecht bewezen), met reddingsgordel 2, met een dregboom 1, met ladders 3, met een touw 1 en nog 1 met een ketting. Voor hen die nog niet kunnen zwemmen in ons waterrijke land, dit advies: „Leert zwemmen", zwemmers en zwemsters: „leert zwemmend red den voor u zelf en voor uw medemensch". Er reden in November 9 auto's te water, waarbij 6 dooden te betreuren waren en 12 menschen wer den gered. In de meeste gevallen was weer diepe duisternis oorzaak van te water rijden. (Adv. Ingez. Med.) BELANGEN VAN DEN CLIENT GAAN VOOR. Men beginne niet met nemen, maar met geven. „VOOR HET KIND". De verkoop van de nieuwe weldadigheidszegels voor het kind is weer begonnen. De speciale stand in het hoofdpostkantoor te Amsterdam. tijds noodig oorrieelen en het moge soms noodza kelijk zijn, dat hij dezen gedachtengang eenige leiding geeft, steeds moet het belang van den cliënt het doel zijn. waarop het stuur gewend moet blijven. Zoo dient hij eveneens zijn eigen belang. Het op deze manier diensten bewijzen werpt rijke vruchten af, omdat aldus langzamerhand een band van vertrouwen wordt gekweekt. Dit vertrouwen is de basis voor den bloei van een zaak. Het kweekt klanten, die naar geen anderen zakenman voor het doen van inkoopen zullen gaan. Deze zorgen voor het vaste inkomen. Op hen kan gerekend worden en zij zijn de voortdurende gratis reclame voor de zaak. Het dienstbetoon kan in elk deel van de zaak bewezen worden: in de goede verzorging der ar tikelen, in de verlichting, in de reclame, in de etalages enz., maar vooral bij het persoonlijk con tact tusschen verkooper en kooper. Op dit laatste terrein kan de middenstander wonderen verrichten en elk denkbaar succes be halen. Mits hij zijn heele persoonlijkheid wil in zetten. Want alleen het inzetten van den geheelen persoon kan hier voldoende genoemd worden. De klant mag eischen, dat gedurende den tijd dat hij zijn wenschen kenbaar maakt en aan de vervul ling daarvan wordt gearbeid aan de andere zijde van de toonbank volledige overgave bestaat. Ha pert aan die overgave iets. dan ontstaat er een. belemmering voor het vlotte tot stand komen van een transactie.En steeds zal in wezen bij één der beide partijen, in dit geval bij den kooper. geen volle bevrediging bestaan. Welke gevaren dit laatste in zich bergt, weet iedere zakenman. Alleen een volledige bevrediging van den kooper waarborgt hem. dat hij dezen cliënt nog eens in zijn winkel zal terugzien. En op dit laatste moet toch voortdurend het streven van den zakenman gericht zijn. Voor de uitbrei ding van een zaak zijn nieuwe klanten noodig. Maar vooruitgang is onmogelijk als er geen schare trouwe cliënten is. De aan een nieuwen klant te besteden zorg mag derhalve nimmer ten gevolge hebben, dat een ouden cliënt minder diensten worden b.toond dan gewoonlijk. Want anders loopt de zakenman groot risico, dat tegenover de winst van een klant ook het verlies van een klant zal staan. De mogelijkheden van het dienstbetoon zijn zoovele en zoo afhankelijk van de omstandig heden, dat ze bij lange na niet opgesomd kunnen worden. Deze mogelijkheden moeten gezien en ge zocht worden. Ze vinden is een groote persoonlijke voldoening voor hem. die ze ontdekt. En zijn be looning is de versterking, welke zijn levenswerk, zijn zaak. van zijn vondst ondervindt. Deze ontzaglijk vele mogelijkheden vormen ook de groote kracht van den middenstander. In de eerste plaats heeft hij elk uur van den dag de stimulans, dat hij arbeidt aan een zaak, waaraan hij ziin heele leven wijdt. Elke uitbrei ding van dienstbetoon, door hem zelf bedacht of toegenast. moet dus voor den zakenman levens verrijking zijn. Hij heeft zijn leven gewijd aan het dienen, en het beter beoefenen van die taak is een beter besteden van zijn leven. In de tweede plaats is hij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in zijn zaak. maand in. maand uil., jaar in jaar uit. Hij wordt een bekende per soonlijkheid in zijn omgeving. Zorgt hij ook een vertrouwde persoonlijkheid te worden, dan is hij in zijn dienstbetoon geslaagd. Dan is hij van dienaar geworden tot raadgever, tot een man, wiens raad op prijs wordt gesteld en wiens advies wordt opgevolgd omdat men weet, dat het onbaat zuchtig gegeven wordt. Zaken doen is dienstbetoon. Deze reeds hier boven aangehaalde regel houdt in, dat alleen winst gemaakt kan worden door beter dienaar te zijn. Deze winst zal bijna altijd van materieelen aard zijn, zij kan ook van niet-stoffelijken aard zijn. doordat men zich beter zakenman gaat weten. Daardoor kan men extra-winst behalen en dient men niet alleen zijn clien4en maar ook zichzelf. Bovendien dient men zijn volk dat slechts gebaat kan zijn door het bezit van een groot aantal goede zakenmenschen, die weten, dat men behoort te beginnen met te geven, al vorens te nemen. Dienstbetoon zal meehelpen moeilijke tijden te boven tc komen en zal sterk doen staan in betere dagen. G. I* NIEUWE SERIE No. 172 Toen hun eigen bal kapot was, hebben de kleine broertjes dien van de „grooten" „geleend" en zij moeten telkens haastig vluchten als de uitkijk post signaleert dat de grooten nog steeds op zoek zijn naar hun eigendom. Voor Zaterdag vermoedelijk 20 pCt. van het normaal verbruik beschikbaar Slagertje hoe staan we er mee Ik krijg er grijze haren van, mevrouw! We hebben een paar dagen de zaak al gesloten. Dan kunnen de men schen van buiten al zien, dat er binnen niets te krijgen is. 'n Gekke boel. En van morgen heeft u zeker wel gehoord, dat het met de paardjes ook al afgeloopen is. Werd er dan zooveel paardenvleesch gegeten? Daar moet ik mijn schouders bij ophalen. Veel aardigheid was er voor de slagers niet aan. De paarden liepen geweldig naai- boven. Nu ja, u be grijpt me wel. Den laatsten tijd moesten wij voor een slachtpaard zestig cents per pond betalen en als u nu weet, wat wij voor de minste soort ook al niet meer dan twaalf stuivers mochten vragen kijk maar op 't lijstje dan begrijpt u wel, dat wij hier in HaaiTem nu niet zoo heel happig waren op handel, die ons hoogstens evenveel inbracht als wij moesten uitleggen. Het slachten van paarden liep hier in Haarlem dus nogal los, maar het schijnt dat er in andere plaatsen nogal wat consumptie in paardenvleesch is geweest. En de schapen? Uitgesloten. Dat blijft bij een schaap, dat een poot gebroken heeft of in de sloot heeft gezeten of op andere wijze zijn eindje verhaast heeft, maar normaal slachtrijp goedho maar. Tot zoover de slager, lid van de veel-geplaagde kaste die op het eindeloos gevraag het antwoord al maar moet schuldig blijven en er \verkelijk toch ook niets aan doen kan. dat er niet is. Onder deze troostelooze omstandigheden hebben we nog maar eens geïnformeerd bij menschen, die het weten kunnen. Naar men ons aan het Openbaar Slachthuis kon mededeelen, laat het zich aanzien, dat er Zaterdag een 20 pet. van de normale behoef te beschikbaar zal zijn, grootendeels bevroren rundvleesch en misschien een beetje varkensvleesch En nu zal het dus aan het wijs beleid van de sla gers zijn, ieder het zijne te verschaffen. Dat zal het spreekt vanzelf mondjesmaat gaan. De meer en meer gebruikelijke methode schijnt te zijn, dat een slager zijn geheelen voox-raad tot gehakt ver maalt tot billijker distributie. Gehakt zal Zondag nogal veel op 't menu staan. Elders maken de sla gers er worst van. Twintig procent. Ja, veel is het niet, maar beter wat dan niets. Dan maar gehakt inplaats van erw tensoep met worst en kluif. Ach, waarom is een varken geen duizend poot. Levensverrijking. De zorgen van den middenstand zijn vele, maar stellig toch niet zooveel, dat een goede zakenman ze niet te boven weet te komen. In feite heeft de middenstander steeds een bestaan gehad, dat vele moeilijkheden kende. Doch de winkelier, die zijn vak kende en er plezier in had, heeft ten allen tijde de kans gehad het hoofd boven water te houden en vooruit te komen. Nu mogen de eischen, welke aan ieder gesteld worden, zwaar der zijn, de lust en de kracht tot strijden is bij vrijwel elkeen in gelijke mate toegenomen, zoodat de strijd zwaar is, maar voor zeer velen niet te zwaar. En stellig is dat zoo voor allen, die zich met ziel en lichaam aan de behartiging van de belangen van hun zaak geven, die zichzelf geen minuut rust schenken. Deze slaagden, als zij al thans over de capaciteiten van den zakenman beschikten, in de tijden die voorbij zijn, en zij zullen ook nu slagen. Want zij zullen de wegen weten te vinden, welke zij zullen moeten bewan delen. Moeilijke wegen zullen het zijn, maar zij zullen ook beschikken over die harde Holland- sche koppen, die in vorige eeuwen in jaren van veranderingen zich door niets uit het veld lieten slaan, die èn door vakmanschap èn door volhar ding een aanvankelijk welhaast hopeloos lijkende zaak tot een succesvol einde wisten te brengen. Volharding en vakmanschap. Feitelijk moet nog een derde toegevoegd wor den: hoop op de toekomst. Deze drie moeten leidende factoren zijn voor allen, die een zaak drijven. Eén van de voornaamste onderdeelen van het vakmanschap van den middenstander is dienst betoon. In wezen is alle zaken doen: het betoo- nen van diensten. Bij eiken verkoop, bij eiken ruil wordt een dienst bewezen. Welk een ruim terrein kan hier veroverd wor den door hem, die zich de moeite wil getroosten zich op dit dienstbetoon in te stellen! Dienstbetoon vooronderstelt eerlijkheid en ac curatesse. Zonder deze beide laatste is het eerste niet bestaanbaar. En er volgt uit, dat de kooper vertrouwen stelt in datgene, dat de zakenman hem verkoopt. De kooper mag nimmer den indruk krijgen, dat hij iets moet geven. De zakenman moet door zijn dienstbetoon beginnen met wat te geven. Hij be hoort de belangen van den cliënt te dienen. Rond uit, volkomen eerlijk. De gedachtengang van den kooper moet de zijne worden. Hij moge het som- yINTERSLAAP. Gemeerd tegen het oude bastion brengen de be- De groote silo's en opslagplaatsen van „Landbouwbelang" te Maas- kende Maastrichtsche plcizicrbooten de-komende maanden door. tricht vorderen snel. Een overzicht van den enormen bouw in de TT betonbekisting. (Foto Het Zuiden.). (Foto Het Zuiden.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5