Een luchtbeschermings-
ongevallenfonds
Moord op kasteel Entzberg
KORT NIEUWS.
Vergeetachtig Nederl
DINSDAG T4 JANUARI 1941
HÏSEEËM'S DA'GBE'AÖ
Verzekering van hen die bij den
luchtbeschermingsdienst werkzaam zijn
In het Verordeningenblad is opgenomen een
besluit van de secretarissen-generaal van de de
partementen van Sociale Zaken en van Binnen-
landsche Zaken betreffende de instelling van een
laichtbeschermingsongevallenfonds.
In dit besluit is o.m. bepaald:
Artikel 1. (1) Zij, die al of niet tegen loon werk
zaamheden verrichten bij den Luchtbescher
mingsdienst, met inbegrip van hen, die krachtens
artikel 12 van de wet betreffende bescherming
tegen luchtaanvallen tot het verrichten van werk
zaamheden gevorderd zijn, zijn verzekerd tegen
geldelijke gevolgen van ongevallen, hun in ver
band met die werkzaamheden overkomen, voor
zoover zij niet reeds krachtens de bepalingen der
Ongevallenwet 1921 of der Land- en Tuinbouw-
ongevallenwet 1922 verzekerd zijn. (2) Op de in
het eerste lid bedoelde verzekering zijn van toe
passing de bepalingen der Ongevallenwet 1921 en
de bepalingen der Beroepswet. alsmede de in
gevolge deze wetten uitgevaardigde Koninklijke
Besluiten en ministerieele beschikkingen, voor
zoover daarvan bij dit besluit niet wordt afgewe
ken.
Artikel 2. Voor de in artikel 1 bedoelde personen
wordt als werkgeefster beschouwd de gemeente in
welker bevolkingsregister zij zijn ingeschreven.
Artikel 3. Alle geldelijke schadeloosstellingen
worden naar een door den burgemeester vastge
steld dagloon berekend. Deze vaststelling ge
schiedt tegelijk met de inschrijving bij den Lucht
beschermingsdienst, dan wel op het tijdstip van
vordering krachtens artikel 12 van de wet be
treffende bescherming tegen luchtaanvallen. Voor
Schadeloosstellingen vastgesteld
Cumulatie van weduwen- en
weezenpensioeu.
In de Staatscourant is opgenomen een be
schikking van den secretaris-generaal van het de-
paa-fcement van Binnenlandsche Zaken betreffende
cumulatie vaai weduwen- en weezen pensioen
Hierin wordt bepaald, dat, indien de weduwe en
weezen van een ambtenaar of gewezen ambtenaar
in den zin der Pensioenwet 1922 zoowel als zooda
nig ten laste van het Algemeen Burgerlijk Pen
sioenfonds als uit hoofde van den militairen dienst
van haar echtgenoot of van htm vader ten laste
van het rijk recht hebben op pensioen, het pensioen
•ten laste van dat fonds slechts wordt verleend, in
geval het gelijk is aan of hooger is dan het pen
sioen ten laste van het rijk.
Met weezen worden gelijkgesteld pleegkinderen
in den zin der Pensioenwet 1922.
Pensioenen, welke in strijd met het voorgaande
zijn toegekend tussehen 10 Mei 1940 en heden, wor
den door den Pensioenraad ingetrokken met in
gang van den- eersten dag van het volgende kwar
taal (dus met 1 April a.s.)
DE NEERBOSCH-CENT.
In overleg met de bevoegde instanties kan
worden meegedeeld, dat de zoogenaamde Neer
bosch-cent-actie ten bate van de bekende weesin
richting te Neerbosch bij Nijmegen niet door de be
palingen op openbare collecten wordt belet.
De procureur-generaal te Arnhem, onder wiens
ressort Neerbosch valt, deelde aan de directie der
weesinrichting mede, dat tegen deze actie geen be
zwaar behoeft te worden ingebracht, mits men zich
houdt aan den regel, dat de betreffende bedragen
alleen aan de vaste adresseri worden geïnd van
hen, die zich daartoe hebben verbonden en men
voorts momenteel afziet van pogingen om het
getal contribuanten te verhoogen.
Bij een botsing tussehen een motorrijder en
een auto in de Sarphatistraat te Amsterdam liep de
motorrijder een onderbeenfractuur op.
De Amsterdamsche politie heeft een 23-jarige
vrouw en een 14-jarig meisje aangehouden terzake
van winkeldiefstal.
Te Haren bij Groningen is overleden de heer
J. van Hemmen, oud-landbouwer, die op 30 Sep
tember 1940 zijn honderdsten verjaardag in goeden
welstand had gevierd.
Te Steenderen is de 20-jarige P. door een
vrachtauto aangereden, waardoor hij tegen den
grond werd gesmakt. Hevig bloedend liep hij nog
een woning binnen, waar bleek, dat zijn linkerarm
totaal was afgerukt. Deze arm die aan de auto is
blijven hangen, werd ruim 600 M. verder op den
weg gevonden. P. is naar het ziekenhuis te Zutphen
vervoerd. Zijn toestand is naar omstandigheden
redelijk wel. De bestuurder heeft blijkbaar niets
van het ongeluk gemerkt, want hij is doorgereden.
hen, die bij het in werking treden van dit besluit
reedis aan den dienst verbonden of gevorderd, wa
ren, wordt het dagloon binnen een maand na den
dag van toet in werking treden van dit toesluit
vastgesteld. Bij de vaststelling wordt rekening
gehouden met door den verzekerde uit anderen
hoofde genoten loon of inkomsten. Met inacht
neming van het vorenstaande wordt het loon be
paald op f 2.50, f 3, f 3.50, f 4, f 4.50, t' 5, f 5.50,
f 6, f 6.50, f 7, f 7.50 of f 8 per dag.
Artikel 4. Van het vastgestelde dagloon wordt
aanteekening gehouden in een daarvoor bestemd
register, dat door of namens de Raden van Arbeid
wordt gecontroleerd. Een gewaarmerkt uittreksel
uit deze registers moet door den burgemeester op
eerste aanvrage aan het toestuur der Rijksverzeke
ringsbank en de Raden van Arbeid verstrekt
worden.
Artikel 5. Er wordt ingesteld een bijzonder fonds,
dat den naam van „Iuchtbeschermingsongevallen-
fonds" draagt en door het bestuur der Rijksver
zekeringsbank beheerd wordt.
Artikel 7. De gezamenlijke lasten van het
luchtbeschermingsongevallenfonds worden jaar
lijks omgeslagen over alle gemeenten, naar
verhouding tot het aantal inwoners van elke
gemeente op 31 December van het boekjaar, ver
menigvuldigd met het gemiddelde dagloon, dat
voor de in de gemeente bij den luchtbescher
mingsdienst werkzame personeel is vastgesteld.
Artikel 10. De gemeente is niet bevoegd het
risico dezer verzekering hetzij zelf te dragen,
hetzij over te dragen aan een naamlooze ven
nootschap of rechtspersoonlijkheid bezittende
vereeniging.
Artikel 11. Een gemeente, welke bij het in
werking treden' van dit besluit krachtens een
overeenkomst met een verzekeringsmaatschappij
personen, werkzaam bij den gemeentelijken
Luchtbeschermingsdienst, heeft verzekerd te
gen geldelijke gevolgen van ongevallen, als
bedoeld in dit besluit, is bevoegd binnen een
maand na het in werking treden van dit be
sluit de overeenkomst op te zeggen met ingang
van den datum waarop dit besluit in werking
treedt.
Artikel 13. Dit besluit treedt in werking op
den dag zijner afkondiging. (Dit is dus Maan
dag 13 Januari. Red.)
Politiemannen op de schaats.
Successen voor De Boer en Nijdam.
Maandagmorgen, toen de plassen reeds op het ijs ston
den, kwamen de Haarlemsche politie agenten tezamen om
elkaar te bekampen op de schaats. Weliswaar was het
verre van ideaal wedstrijd weer. maar niettemin bonden
de Haarlemsche dienaren de schaatsen onder, om elkaar
te bestrijden op de 160 meter en de 500 meter.
De Boer toonde zich op zijn Frtesche schaatsen de
snelste sprinter, door de 160 meter in 16.4 sec. af te leggen.
Met zijn stevigen slag en zijn snellen start liet hij de
anderen ver achter zich. Braafhart, Zwart, Nijdam en
Bruinenberg plaatsten zich met denzelfden tijd van 17.4
sec. op de tweede plaats.
Op de 500 meter leverde Nijdam de beste prestatie, door
in zijn rit tegen De Boer een tijd te maken van 1 min.
10.4 sec. De Boer. die ook hier weer den kop had genomen,
kwam in de tweede bocht te vallen, waardoor hij ln het
algemeen klassement van de 500 meter op de vierde
plaats kwam te staan. Nijdam maakte een tijd van 1 min.
10.4 sec., gevolgd door Bruinenberg met 1 min. 11.2 sec.
en Zwart met 1 min. 12.2 sec.
Doordat er steeds meer water op het ijs kwam, moest
de beslissingsrit over de 160 meter door loting beslist
worden. Nijdam was bij deze loting de gelukkige, waar
door hij met een eerste en een tweede plaats den eersten
prijs kreeg. Tweede werd De Boer en derde Zwart. Brui-
nenberg. die weliswaar twee maal de tweede plaats be
zette, lootte, ongelukkig, waardoor hem nu de vierde
prijs in handen viel.
Zondag hadden reeds een zestal agenten van het Haar
lemsche politiecorps een keurige prestatie geleverd, door
in de 100 kilometer toeristen tocht als een van de eerste
ploegen de eindstreep in Alkmaar te passeeren. De deel
nemers aan dezen tocht waren Nijdam, Dijkstra. Wie-
ringa, Braafhart, Rode en de veteraan Siemers. Dat de
stijfheid bij enkele deelnemers van dezen tocht bij de
wedstrijden een roi speelde, behoeft geen betoog.
DE SPEELWEIDE BIJ DE LORENTZKADE.
Aanknoopend aan een bericht in Haarlem's
Dagblad inzake het inrichten van een speelweide
bij de Lorentzkade, Ohmstraat en Prof. Van
der Waalsstraat te Haarlem schrijft „De Speel
tuin", het orgaan van den Bond van Haarlem
sche Speeltuinvereenigingen o.m.:
Wij apprecieeren het in hooge mate datf B.
en W. niet aarzelen maatregelen te nemen
voor de jeugd, als het geldt de kinderen van de
straat te houden en ze een afzonderlijke ruimte
geeft om zich daar te kunnen uitleven.
Het neemt niet wèg, dat wij het middel speel
weide erger vinden dan de kwaal. Hier wordt
geen afdoend middel aan de hand gedaan. De
kinderen kunnen en zullen hiervan naar har
telust gebruik maken. Maar een van de belang
rijkste factoren ontbreekt daarbij, nl. leiding.
Hier zal niet het geordende spel onder goede
leiding worden gespeeld, maar zal het kind ge
heel aan zichzelf worden overgelaten. Wij we
ten allen wel wat dit zeggen wil als er veel
kinderen bij elkaar worden gebracht, zonder dat
er behoorlijk toezicht is."
Tenslotte richt het blad een oproep aan de
buurtbewoners een speeltuinvereeniging "op te
richten.
De voedering van het vee in wintertijd. De schapen op de proefboerderij „De 1
Schothorst" bij Amersfoort, ontvangen thans voor het eeirst krachtvoeder.
(Foto Pax Holland.)
DUITSCHE POLITIE SPIJZIGT TILBURGSCHE
KINDEREN.
TILBURG, 13 Januari. Gisteren heeft de Duit-
sdhe Ordnungspolizei ook in Tilburg arme Neder
landsche kinderen een maaltijd verstrekt. In den
schouwburg zijn hiertoe 350 kinderen bijeenge
bracht.
„HET SCHEMERLAMPJE".
In het jaarverslag van het weldadigheidsfotnds
„Het Schemerlampje" te Haarlem lezen wij dat het
aantal leden steeds stijgt.
Men heeft 180 gezinnen blij kunnen maken met
een gave van vijf gulden.
UITVOER VAN WILD.
Blijkens een besluit van den secretaris-gene
raal van het departement van landbouw en vis-
scherij is de uitvoer van levend en geslacht wild
tot een nader te bepalen tijdstip slechts aan de
stichting Nederlandsche Centrale voor eieren eh
pluimvee, gevestigd te Beekbergen, als monopolie
houdster, toegestaan.
VOOR DE KINDEREN
Na or I. 1 A Cou^neur
R*l:»n co oi'onfurcn van Mljnhvcr Prlkktbtaij
Tnkinlnt van Aart won Ewl/t.
Een opklapbed in den frej
laten liggen.
Wat in de spoorwagons in ej
jaar tijd werd gevondej.
Degene, die op den kijkdag, voorafgf
de openbare verkooping van gevonden vl
door de Nederlandsche Spoorwegen r
gebouw Achter Sint Pieter te UtrJ
rondneust, ondergaat telkens weer een wf
sensatie. In deze groote zaal liggen en h|
voorwerpen, welke in den tijd van een h|
den trein zijn achtergelaten en waarnaa;
meer navraag werd gedaan. Dat men nul!
een wandelstok of parapluie vergeet eq
achteraf niet de moeite waard vind bij |i
wegen te informeeren of het ding wellief
den is, laat zich nog wel begrijpen, mal
zeggen van twee vergeten fietsen of, e|
waardiger, een.opklapbed, om maar
te spreken van een invalidekruk.
Deze verkooping herinnert aan de oi
en aan de dagen van de evacuatie; er
verkooping ooit zulk een groote berg
beschikking geweest en zijn er nimmer a
litair^ uniformen op een rijtje gehangen a
regen- en winterjassen is ook dit keer
In de verzameling boeken en tijdschrif;
treffende verschuiving gekomen, waren
vorige verkooping meer tijdschriften dl
thans hebben de romans het van de
gewonnen.
De goudsmid kan zijn oogen de kost geve
catalogus vermeldt niet minder dan 92
en zilver en onder de armbanden en keft
er zelfs zeer kostbare.
De afdeeling wandelstokken en parapl
een schril beeld van de vergeetachtigheid
schen. Ruim 200 wandelstokken en para
gen op een kooper te wachten. Daarm
op lange tafels ongeveer 150 koffers, rie
jes en actetasschen. De dassen en shawls
altijd, in groote keuze voorradig en wis
handschoenen aanschouwt, zou wel kunnl
dat iedere treinreiziger er een eer in stelt
één keer per half jaar zijn handschoenen
aan de Spoorwegen cadeau te doen. In
ders is men dit keer schaarsch gesorteerd
stuks liggen broederlijk naast twee
nimmer teruggevraagde brillen en
Voorts kan men zich het hoofd pijnige
vraag de vraag dat er 88 colbertcostuui
achtergelaten. In de rubriek „diversen"
zich nog 350 stol kleeren en 23 stuks blik-
plaatwerk. Van het aantal gevonden ho
in de verste verte geen aantal op te 0.
tallen doozen liggen vol met hoofddekse
lerlei soort en kwaliteit.
Degenen, die zich op deze verkoopinj
hun gading willen aanschaffen, stonden
voor de moeilijkheid, dat zij niets m
raken. Voor passen bestond geen
Blijft dus het risico, welke maat van
men bij aankoop in handen krijgt. Maar
kan een prima Stetson-hoed oplever
paar kwartjes
Een stoffer daalt héél onverwacht
Op Prik zijn hoofd met groote kracht.
„Nu is het uit met malle kuren!"
Roept Zuster,
In plaats van
Slechts louter
die heeft staan te gluren,
letters ziet nu Prik
sterren van den schrik!
De klap is héél hard aangekomen,
En Prikkie zit nog zacht te droomen,
Als door een waas hoort hij de preek,
Zijn hersens zijn geheel van streek.
Slechts vaag ziet hij zijn zuster staan
En hoort, dat hij niet weg mag gaan!
LEDENVERGADERING R.-K. VOLKS
De afdeeling Haarlem van den Ned. R
bond houdt Zaterdagmiddag 18 Januari!
vergadering.
DOOR
PETER PAUL BERTRAM.
ioy
„Was u toen alleen met hem?"
„Neen. Ik geloof dat het heele gezelschap toen in
Öe hall bijeen was".
„Waarom heeft u zich niet direct tot den gastheer
gewend?"
„Omdat mijnheer Von Ghetaldi met den graaf
bevriend was".
„Nou ja, dat is ook niet belangrijk. Ik dacht
alleen maar zoo, omdat u met den heer Von Ghe
taldi op voet van oorlog was".
„Och, hij was toch de reisleider".
Buschroitner zweeg een oogenblik.
„En hoe is het ongenoegen met den heer Von
Ghetaldi ontstaan?"
„Ja, kijk eens", zei Duschinsky. „ik kende me
vrouw Fechner reeds geruimen tijd. Deze dame
stond mij zeer na en ik heb haar zelfs herhaaldelijk
gevraagd mijn vrouw te worden. Ja. Ik was be
sloten deze reis met haar te maken, om baar toe
stemming te krijgen. Ik verwachtte, dat deze reis
onze toekomstige verhouding ten goede zou beïn
vloeden".
„Ik begrijp het", knikte Buschroitner,
Duschinsky aarzelde voor hij verder ging. ..Helaas
heb ik mij vergist. Want mijnheer Ghetaldi begon
mevrouw Fechner op onbeschaamde wijze het hof
te maken en mevrouw Fechner scheen hem daarin
aan te moedigen. U kunt zich voorstellen dat mij
dat geërgerd heeft. Ik ben een ernstig zakenman en
heb de dame met eerbare bedoelingen genaderd
Ut heb mevrouw Fechner er voor gewaarschuwd,
dat zij zich met dingen inliet, die'haar later zouden
berouwen. En dat heb ik niet uit egoïstische beweeg
redenen gedaan. Want wat kon Von Ghetaldi haar
aanbieden? Hij was slechts een employé van een
resbureau, een gewezen officier weliswaar, maar
hij had toch geen positie om mevrouw Fechner te
onderhouden"..
„Hm. Maar mevrouw Fechner wilde niet luiste
ren".
Het is me in ieder geval gelukt den omgang tus
sehen hen beiden te beperken".
„En heeft de dood van mijnheer Von Ghetaldi
iets aan uw betrekkingen tot de daane veran
derd?"
„In zeker opzicht wel. U zult begrijpen dat de
volkomen uit de lucht gegrepen beschuldiging van
mevrouw Fechner mij niet alleen beleedigd, doch
ook ontnuchterd heeft".
„Dat is alles voor het moment, mijnheer Duschins
ky. Misschien zal ik u later nog eenige vragen moe
ten stellen".
„Uitstekend. Ik sta natuurlijk te allen tijde tot
uw beschikking".
Duschinsky stond op en verliet de bibliotheek.
Enkele oogenblikken later verscheen Untermoser.
„Wat gevonden?", informeerde Buschroitner.
De beambte overhandigde hem een vloeiblad. „Hij
heeft iets geschreven, maar ik kan het niet lezen".
Buschroitner bekeek het vloeiblad, dat blijkbaar
uit een schrijfmap kwam. Hij zag onduidelijke inkt-
sporen en verder fijne,nauwelijks waarneembare
groeven, zooals iemand die maakt met een pen op
iets zachts, dat onder zijn papier ligt.
„Zou een telegram kunnen zijn", dacht hij hard
op. „Bewaar het goed en vraag den graaf bij me te
komen".
„Wel, commissaris", informeerde graag Vestic-
Falkenberg. „Is u al iets te weten gekomen?"
Buschroitner schudde het hoofd.
„Het is een ingewikkeld geval. Maar misschien
kunt u ons helpen. Heeft mijnheer Von Ghetaldi
gisteren gevraagd of mijnheer Duschinsky uw don
kere kamer mocht gebruiken?'
„Ja. Ik heb mijnheer Duschinsky alleen laten
zeggen, dat ik de kamer al jaren niet meer gebruikte
en geen chemicaliën meer had".
„Dat schijnt dus te kloppen", merkte Buschroitner
op. „U kende mijnheer Von Ghetaldi nog van vroe
ger. niet waar? Wat was hij voor iemand?"
„Tja", zei graaf Vestic-Falkenberg peinzend, „ik
heb hem wel gekend, maar oppervlakkig. Hij was
een jeugdvriend van mijn vrouw. Zijn vader was
een hooge marine-officier, goede familie,' militaire
adel. Woonden in Pola. Mijn vrouw is daar ook op
gegroeid. Die zou u meer inlichtingen kunnen
geven. Ook mijn dochter, die gedurende mijn dienst
tijd in China veel met de familie van mijn vrouw
is omgegaan. Zij waren schoolvriendinhen, die op
dezelfde kostschool zijn geweest. Ik zelf heb hem
slechts een paar maal gesproken. Hij was bij mijn
huwelijk mijn tweede natuurlijk. Sedert dien heb
ik hem nooit weer gezien".
„Tja", meende Buschroitner, „dan zal ik me tot
uw vrouw en uw dochter moeten wenden". Hij
zweeg een oogenblik en dacht na.
„Ik zal ze even voor u halen", zei graaf Vestic-
Falkenberg en stond op.
„Dat kan nog wel even wachten", weerde de
commissaris af' „Ik zou u graag eerst nog een paar
vragen stellen. Weet u. het is zoo moeilijk om vast
te stellen, waar de menschen geweest zijn. Daar
kunt u mij bij helpen".
„Natuurlijk, graag commissaris. Vraagt u maar".
„In de eerste plaats dan, wat u na het eten ge
daan heeft".
Graaf Vestic-Falkenberg keek den commissaris
glimlachend aan. „Eerst zijn we in de hall gaan
koffiedrinken. En toen heb ik mijn gasten mijn
verzameling laten zien".
Buschroitner knikte. „Ziet u, daar hebben wij
een belangrijk punt. Wie waren daarbij, toen u uw
verzameling liet zien?"
„Het is misschien gemakkelijker te zeggen, wie
er niet bij waren. Mijn vrouw en dochter niet, want
die kennen alles al. Ook mijnheer Feldmann niet,
want die was ziek. En de Amerikaansche dokter
kwam pas tegen het ende. Die had den heer
Feldmann geholpen. Weet u, commissaris, bij zoo
veel menschen is het moeilijk vast te stellen wie er
was en wie niet. Ja, mijnheer Maxwell is ook niet
meegegaan, die heeft met iemand biljart gespeeld."
„Weet u met wien?"
„Neen. De deur was half open, ik heb hem niet
gezien".
Buschroitner keek op zijn lijst. „Dus alle andere
gasten waren er wel. De zes Hollanders?"
„Ja, de familie De Jongh was er, dat herinner
ik me".
„Mevrouw Fechner, het echtpaar Pribram, mijn
heer Vahoda?"
Graaf Vestic-Falkenberg knikte. „Die waren er
ook bij".
„En hoe stond het met de Chineesche heeren?"
„Ook die waren er".
„Prachtig. En mijnheer Von Ghetaldi?"
„Von Ghetaldi", herhaalde de graaf. „Von Ghe
taldi? Merkwaardig! Nu weet ik toch absoluut niet
of hij er bij was!"
Buschroitner scheen dat heel belangrijk te vin
den. „Hebt u hem misschien later nog gezien?"
„Neen. Mijn gasten namen afscheid van me en
gingen naar hun kamers." Ook ik heb me terug
getrokken".
„Enfin, ik ontdek nog wel waar mijnheer Von
Ghetaldi gisteravond geweest is".
Een oogenblik heerschte er stilzwijgen.
„Ik zou toch nog graag iets weten, alleen voor
den vorm", zei Buschroitner ten slotte. „Is u iets
bekend, dat licht zou kunnen werpen op dezen
moord?"
„U begrijpt, dat ik mij na de treurige gebeurte
nis deze vraag reeds zelf voorgelegd heb", antwoord
de de graaf. Maar ik weet niets, dat met den
moord in verband zou kunnen staan".
Buschroitner knikte ..Het is een moeilijk ge
val". De graaf stond op.
„Wie is chef over uw personeel?", vroeg Busch
roitner nog.
„Jean, mijn bediende. Hij is zoo'n soort major
domus".
„Wilt u hem mij even sturen?", verzocht de com
missaris.
Graaf Vestic-Falkenberg knikte en ging heen.
De telefoon naast Buschroitner rinkelde. Hij
luisterde.
„Ja, hier commissaris Buschroitner. Goeden
middag mijnheer. Hoe zegt u? Neen mijnheer,
ik weet nog niets. Ben net met de verhooren be
gonnen. Het lijkt me een ingewikkeld gevaL
Dokter Geier denkt tegen middernacht, ja. Ik
wacht zelf nog op zijn rapport. Neen mijnheer
er is nog niets van te zeggen. Ja, sporen heb ik
wel, maar ik heb nog geen idee waarheen ze
leiden. Ik ben nog niet eens klaar met het eerste
verhoor. Waarom ik zoo laat was? Maar mijnheer
de officier! De brug is toch weg! We hebben uren
moeten omrijden. We waren hier pas tegen vier
uur. En dan het verhoor. Stelt u zich eens voor
mijnheer: drie Chineezen, een Engelschrnan, een
Amerikaan, zes Nederlanders, een Tsjech, dan
zeven andere reizigers, de grafelijke fair.
heele personeel. Ik zal blij zijn als ik va
het verhoor klaar kom. Natuurlijk
met alle genoegen. Op uw eigen numme;
zal u opbellen. Ja. ook als het laat wo
we blijven hier, de graaf heeft ons- onds
geboden. Ja, mijnheer, ik zal het hem
gen. Mijnheer de officier". Hij belde af.
„De officier van justitie denkt dat
kunnen", bromde hij tegen Haberler.
Is Jean daar? Goed, breng hem binnen
Jean trad binnen. Hij wees de uitnooi
den commmissaris om te gaan zitten a;'
in afwachtende houding voor de tafel
„Vertelt u mij eerst eens, wie van de
vannacht mijnheer Feldmann warme ki
bracht heeft", begon Buschroitner.
..Hij heet Sebastian Kriegler en wor(
noemd", antwoordde Jean.
„En u wordt Jean genoemd, maar u li
„Ferdinand Schweizer, commissaris'
„Prachtig, Schweizer. Is Kriegler
het oogenblik?"
„Neen commissaris. Hij en een ander!
zijn vanmorgen vroeg door mii naar tel
stuurd onf inkoopen te doen. Ze zullen
komen, want zooals u weet is de brui
„Denkt u eens na, Schweizer. Weet
den moord?"
„Neen, commissaris".
„Wat heeft u gisteravond gedaan?"
„Ik heb aan tafel op de bediening
gehouden, daarna likeur, sigaren
gepresenteerd. Terwijl mijnheer de graai
zijn verzameling liet zien, heb ik de lik'
rookgerei weer weggesloten. Toen heb
wegbrengen van het zilver gelet en ml
schikking van mijnheer de graaf gehouói
„Wanneer beeft u mijnheer Von GbI
laatst gezien?"
„In de hall na het diner. Ik had het F
den overledene een glas Cördial Medoc iel
schenken".
„Weet u wat mijnheer Von Ghetaldi él
daan heeft?"
„Neen, commissaris".
(Wordt vt