Moord op kasteel Entzberg Uit de Pers. Reizen en avonturen van MAIKT life EIKICKTIN WOK N S D A G 15" JA N U AR T 1941' TT A" A R CE M'S D A G B KA 15 Verdeeling van arbeidsopbrengst. Het weekblad van De Nederlandsche Unie, DeUnie, schrijft dat wij er naar moeten stre ven de opbrengst van allen arbeid rechtvaar dig over de menschen te verdeelen. „Rechtvaardig is nu zoo een verdeeling niet, als sommige menschen boven hun verdienste en behoeften uit worden bevoorrecht, en anderen ondanks moeizamen arbeid nauwelijks het wei nige verkrijgen dat voor een karig levensonder houd van hen en de hunnen noodzakelijk is. Onjuist is de toestand, dat bijv. Indische ge- pensionneerden met een zeer behoorlijk inko men nog eens betrekkingen waarnemen, waar Nederlandsche werkkrachten, die niet over an dere inkomsten beschikken, een passenden werkkring zouden kunnen vinden. Nu is het verre van ons, in het bizonder op ge- pensionneerde Indische landsdienaren in dit opzicht een blaam te willen werpen. Het zou na tuurlijk zeer toe te juichen zijn, als personen, die reeds over voldoende inkomsten beschikken, zich ervan onthielden, medé te dingen naar vacante betrekkingen. De gemeenschapszin, waarover wij zoo vaak schrijven, zou hier een uitstekend ar beidsterrein kunnen vinden. Wat toch is schoo ner dan den medemensch aan het werk te hel pen, zeker als wij er onszelf geen al te groote of fers voor hoeven te getroosten? Maar wij kunnen in dit opzicht niet alles verwachten van den gemeenschapszin van den enkeling. Voor ieder afzonderlijk is het ook dik wijls moeilijk, van de kans op een betrekking af te zien, zeker als hij weet dat anderen, die misschien evengoed reeds over een inkomen be schikken, zich niet zullen laten weerhouden door gevoelens van gemeenschapszin. Neen, méér dan individueele gezindheid is hier noodig. De gezindheid behoort voorop te staan, maar zij moet haar weerslag vinden in een juiste politiek van de benoemende instan ties, dit zijn dus in de eerste plaats de ge meentelijke en rijksautoriteiten". Eisch van den toestand. Het Vaderland, den eisch van de tegen woordige situatie formuleerende, schrijft dat deze in de eerste plaats inhoudt samenwerking met de bezettende Overheid tot instandhouding van het sociale leven hier te lande. Verder schrijft het blad o.m.: „Er is geen enkel verstandig Nederlander en er is in het heele volk hoogstens een uiterst kleine minderheid, die niet inziet, dat een nieuw Versailles een nieuwe ramp zou zijn, ditmaal niet voor Europa in zijn geheel, maar nog zeer in het bizonder voor ons eigen land. Ook vele Nederlanders, - die met hun gevoel thans fel anti-Duitsch zijn, hebben toch hun hoop op een vrede door compromis gesteld. Als ze zich dit compromis concreet gaan voorstel len. dan zullen ze zien, dat het compromis in de wereld slechts mogelijk is door de Duitsche he gemonie hegemonie is' geen onderdrukking met knechtschap! op het "Europeesche vaste land. Zonder de Duitsche hegemonie op het continent kan er geen compromis in de wereld tot stand komen. Men kan zich de beide dingen niet reëel voorstellen zonder tevens hun inner lijke verbondenheid te erkennen; het compro mis zal gemakkelijker tot stand komen, wanneer de hegemonie eerst goed erkend is; de hegemo nie zal minder hard drukken, ja tenslotte als een weldaad gevoeld worden, naarmate het com promis tot betere samenwerking in de. wereld leidt. Dat is trouwens niets anders dan de gedachte van Hitier en de Duitsche nationaal-socialisti- sche opvatting inzake de internationale politiek. Geen wereldheerschappij, maar Duitschland, machtig en gelijkberechtigd naast andere groo te mogendheden en dit is slechts mogelijk als Duitschland in volle vrijheid de ordenende en representeerende functie vervult op het Euro- peesche continent. Naarmate het zich daarbij zelf vrijer voelt, zal het de verschillende deelen van Europa ook vrijer kunnen laten". Keuze van den tijd. „Zoo af en toe keert in de pers de vraag terug hoe het Nederlandsche Volk tegenover de toe komst staat, wat het verlangt, wat het hoopt, wat het verwacht", aldus schrijft „De Stan daard" en het blad vervolgt' dan: „Eerlijk gezegd, begrijpen we niet heel goed het nut van de discussies hierov.er. Is er nu in den grond der zaak een diep gaand verschil in hoop en in wensch bij de overweldigende meerderheid van het Nederland sche volk? Wij zijn niet onbekend met den hartklop van dat volk in zijn breede massa en op grond daarvan duiwen we zeggen, dat het volk met diepe begeerte verlangt naar herstel van onze vrijheid en onafhankelijkheid. Als het aankomt op de verwachtingen, zijn er nuances, gelijk die er ook zijn nopens de methode die te volgen zij om het beoogde doel te bereiken. Daardoor wordt intusschen het nut van discussies niet bewezen, want op de uit komst van den oorlog kunnen wij in geen en kel opzicht invloed uitoefenen. Alles hangt af van de uitkomst van de gigantische worsteling tusschen Duitschland en Engeland en van de wijze waarop de strijd zal worden geëindigd. Ook kan de duur van den oorlog hier in meer dan één opzicht van invloed zijn". Het blad is van oordeel, dat Nederlandsche organen die nu vernieuwing in zuiver Neder- landschen zin begeeren, met hun activiteit zul len moeten wachten tot het oogenblik, dat Duitschland den tijd gekomen acht het bestuur weer in zijn vollen omvang aan Nederlandsche handen toe te vertrouwen, maar dit beteekent niet, dat men in dien tusschentijd met de handen over elkaar zou moeten gaan zitten. .Integendeel, deze toestand verplicht tot zorg vuldige voorbereiding en tot zoo ruim mogelijke samenwerking met anderen, die hetzelfde stand punt innemen. In de eerste plaats denken we daarbij ook aan de bewerking van de volksmas sa. die voorbereid dient te worden op komende wijzigingen: staatkundig, economisch en so ciaal. Gemakkelijk is dat gedurende den bezet tingstijd niet, omdat staatkundige vergade ringen niet zijn toegestaan en het directe contact met de volksmassa dus ontbreekt. Ook zou het, ware dit anders, moeilijk vallen de lij nen voor de toekomst met de noodige scherpte te trekken. Er is nog zooveel, dat in wording is en waarvan de eindontwikkeling nog niet is te zien. Men denke slechts aan de wijze waarop de sa menwerking der naties na den oorlog zal worden geregeld." „Er is verschil .(tusschen groepen der bevol king) maar dat verschil ligt veel minder in de waardeering der feiten dan in de vraag wanneer het geschikte tijdstip is aangebroken om als Nederlanders actief deel te nemen aan het nood zakelijke vernieuwingswerk. Immers, eerst aan het einde van den oorlog kan men vast stellen welke eischen de overwinnaar stellen zal of wat de beide grootmachten zullen overeen komen". Kettinghandel. Het Volk schrijft: „Niemand zal er rouwig om zijn als menschen, die buiten hun eerlijke portie om hun voorraden aanvullen met smokkelwaar, daarvoor dubbel en dwars betalen. Plet zal de gemeenschap geen zorg zijn of zij het kind van de rekening wor den, maar het is de gemeenschap wel een zorg, dat belangrijke hoeveelheden levensmiddelen aan de normale verdeeling onttrokken worden. Iedere partij smokkelwaar maakt de distributie weer moeilijker, iedere kettinghandelaar is een zandkorrel in de ingewikkelde machinerie van het verdeelingssysteem en daarom kan de strijd tegen den kettinghandel niet hard ge noeg gevoerd worden." Filmcauserie van G. de Josselin de Jong. Voor de Ned. Ver. v. Huisvrouwen, afd. Haarlem en omstreken, hield de bekende dierencauseur De Josselin de Jong in Hotel de Leeuwerik een voor dracht met film over het vraagstuk of en in hoe verre er bij de dieren-mentaliteit van „verstand" gesproken mag worden. Voor een welbezette zaal gaf spr. een definitie van dierlijk vernuft. De die renwereld, aldus spr. beschikt niet over geestesver- mogens in onzen menschelijken, hoogeren zin. Im mers de door Wilsbeschikking aan het menschdom gegeven gave oorzaak-en-gevolg te overzien, staat kwalitatief te hoog boven de eenvoudige verband- De nieuwe Nederlandsche kampioen hardrijden op de schaats. Herman Buyen, is door het personeel van het bijkantoor der Rijksverzekeringsbank aan de Lutmastraat te Amsterdam, waar hij werkzaam is, hartelijk gehuldigd wegens zijn overwinning. (Foto Pax Holland.) leggingen of „associaties" van het dier, dat hoe schrander sommige soorten ook zijn mogen een en dezelfde woordkeus hier gerechtvaardigd zou zijn: „verstand" is een specifiek menschelijke eigen schap. De oud-Hollandsche zegswijze van den ezel, die zich niet 2 maal aan denzelfden steen stoot d.w.z. dien hinderlijken kei telkens weer op inderdaadintelligente wijze herkent als den sta-in-den-weg waaraan hij zich heel vroeger eens bezeerd heeft teekent en test de ezellijke en alle dierlijke hersenwerking misschien wel raker dan de scherpzinnigste formules vanachter de studeer tafel van den dierenpsycholoog. Immers de ezel zal wel „verstandig" voortaan dien steen vermijden, maar hij zal nooit op de (menschen)-gedacnte ko men dien steen dan ook maar, zooals wij dat zou den doen, te verwijderen! Evenwel is geen enkele diersoort dóm en evenmin een bijzondere soort knap te noemen; immers de Natuur heeft elk wezen afgepast met zooveel onderscheidingsvermogen uit gerust als noodzakelijk voor zijn bestaansstrijd Daarom heeft het roofdier een ander sooit, een scherper associatievermogen dan de herkauwers: de een is een jager metjagerstalent, de ander een grasgrazer. Vervolgens vertoonde spr. eenige cul- tuur-éénacters, zijnde gefilmde tests op apen beren, visschen, waarbij de experimenten om den reukzin der bijen te meten uiterst interessant te noemen waren. Ergerlijke kwajongensstreek. Brievenbus in brand gestoken. GRONINGEN, 14 Januari (A.N.P.) Eenige jongens hebben hedenmiddag kans gezien een brandend voorwerp in de brievenbus der P.T.T. aan het Zuiderdiep te werpen. De inhoud van de bus is voor het grootste gedeelte veldbrand, waar door begrijpelijkerwijze verscheidene personen ge dupeerd zijn. De baldadige jongens zijn door de recherche aan gehouden en ter beschikking van den officier van justitie gesteld. CONTACTCOMMISSIE VOOR DIEREN BESCHERMING. DEN HAAG, 15 Januari. De organisaties op het gebied van dierenbescherming hebben besloten èen centrale contactcommissie voor dierenbescher ming in te stellen welke tot taak zal hebben de be staande vereenigingen nader tot elkaar te brengen en de samenwerking, welke in het verleden slechts gevalsgewijze tot stand kwam, in vaste banen te leiden. De dagelïjksche leiding werd opgedragen aan een zevental personen, die tezamen het uitge strekte terrein van de dierenbescherming beheer- schen. VOOR DE KINDEREN .Voor I A Gout'ffrneur *n oronluffn n., MKr./,.-, PnU.be.n Ttattning van Aart von Euii/t. Zuster Ursul's kleur verschiet.... Prikkie als een trillend riet Was nog nooit zóó erg ontdaan, Al zijn plannen naar de maan! Neen, hij is toch echt geen boffer, Groote Griet, alweer de stoffer! Bedaard zegt Zuster Ursula, „Als 'k nu eens koffie zetten ga? Je hebt het heusch zoo goed bij mij". Zoo probeert ze 't met gevlei. Maar Prik is in een droeve bui. Aan alles geeft hij nu de brui. oan de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, den Haag, No. 5553. Als bank der Winterhulp j Nederland is aangewezen de Kasver-; eeniging N.V. Amsterdam No. 877, Stort op 5553 of 877 Dr. E. Heldring: „Er is geen twijfel aan, dat deze win ter grooter ontberingen dan gewoonlijk voor ons land zal brengen. Wie den nood lijdenden landgenooten daarin door een gave aan Winterhulp tegemoet komen kan, dóe dit naar zijn vermogen." Uitbreiding buiten-Europeesch lucbtpostverkeer. 's GRAVENHAGE 14 Januari (A.N.P.) de verzending van luchtpostcorrespondentie Nederland uit wordt tot nog toe van twee bui Europeesche luchtpostverbindingen gebruik maakt n.l. LissabonNew York (men adress, „per Transa.tlantischen Luchtdienst Lissabon-i York") en RomaRio de Janeiro (adresseer Italiaanschen Luchtdienst"). Zij geschiedt dus at'n' naar Amerikaansche bestemmingen. Aan dit buiten-Europeesch luchtpostveri wordt met ingang van 13 Januari a.s. eenige breiding gegeven, en wel naar de volgende bes: or mingen: Angola, Mozambique en Portugejj Guinea (tot Lissabon door de lucht, verder i boot), de Canarische eianden (luchtvervoer tusst>[c Madrid en Las Palmas), Italiaansch Oost-Aiin en Libië (Tripolis en Cyrenaica), Marokko (Sp-m sche zóne) en tenslotte naar Iran en het Aziat of gedeelte der Sovjet-republieken (tot Moskou m* de lucht) Luchtpostcorrespondentie voor deze bestemen gen moet gefrankeerd zijn met het hiervoor vasirt stelde extra luchtrecht en voorzien zijn van ïe aanduiding „per luchtpost, par avion". Deze corn pondentie wordt dagelijks door Nederland j- Duitschland uitgewisseld. Over den overkomstó rr naar de verschillende bestemmingen kan eten niets worden medegedeeld. Inlichtingen inzake lil luchtrechten geven de postkantoren. EXPRESSEBESTELLINGEN VOOR BELGIë HET NEUTRALE BUITENLAND TOEGEST# 's GRAVENHAGE, 14 Januari (A.N.P.) of' ingang van heden is tusschen Nederland en Be alsmede tusschen Nederland en het neutrale bui: land, bij gewone en aangeteekende briefzendic van eiken aard, behalve postpakketten ook expressebestelling toegelaten. DE HEER J. J. VAN BORK t Ir den .ouderdom van 78 jaar is te dezer si j? overleden de heer J. J. van Berk. De heer v. Bork was in het begin van deze een bekenid industrieel in verlichtingsartikelen j Amsterdam. Omstreeks 1912 verplaatste hij zijr ken naar Haarlem, waar hij een fabriek opr;: r aan den Spaarndammerweg. De begrafenis vindt plaats op de Algemeeneu^ graafplaats aan de Kleverlaan, 16 Januari om lfot ut n, HAMSTERAAR WERD VOOR f 100 OPGELICp De Amsterdamsóbe politie heeft vier marmenog verzekerde bewaring gèsteld wegens oplichtii# medeplichtigheid daaraan van eer bedrag van tk De mannen een kist, waar z.g. thee in zat voorSHi bedrag verkocht aan een hamsteraar. Toen dez'jei kist opende, bleek ze waardelooze rommel teM vatten. PUHMEREND 14 Januari Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 6 partijen, weiLf 6000 K G. Handel vlug. Hoogste prijs f 35,25. Kaasmarkt, gewicht 171 K.G. Handel vlug. Kleine ren f 35 per 50 K.G. Runderen, totaal 588 stuks. Vette koelen 444 v„* levering. Gelde koeien 78 300—410 per stuk, matig. koeien 60 325—480 per stuk, matig. Stieren 6 voor de! ring. Vette kalveren voor de levering. Gras kalO 150—210 per stuk. matig. Nuchtere kalveren-voor de' f, 162 voor de levering Nuchtere kalveren voor de f-1 25—52 per stuk, goed. Magere varkens 26 28—40 pe, matig. Biggen 225 22—32 per stuk. matig. Schapet 20-40 per stuk, matig. Bokken 43 25-45 per stuk Kipeieren i,07 per K.G. Oude kippen e" hanen (i? C rood) 1600 2-3 per stuk. Oude kippen en hanen (li 1 - 3 per stuk Konijnen 24 per stuk. Eenden per stuk Duiven 0,40 per paar. PETER PAUL BERTRAM. 11) „In de biljartzaal hebben twee heeren gespeeld. Weet u ook hoe lang de partij geduurd heeft?" „Ik weet niet hoe ang ze gespeeld hebben, maar om half elf was de zaal weer leeg". „Uitstekend. Maar hoe weet u dat?" „Ik heb in de garderobekamer op mijnheer de graaf gewacht. Toen deze zich kort na kwart voor elf in zijn vertrekken terug trok, stuurde hij mij weg. Mijnheer vond, dat het een zware dag geweest was met al die gasten en ik moest maar zorgen dat ik in bed kwam. Mijnheer is altijd zeer wel willend". Buschroitner knikte. „Ik ben toen naar het souterrain gegaan, om te zien of alle vensters afgesloten waren en de deur gegrendeld was. Daarbij ben ik ook door de bil jartzaal gekomen". „En toen?" „Toen heb ik het personeel naar bed gestuurd en ben zelf ook naar mijn kamer gegaan". „Wie bedient op de eerste verdieping?" „Ook Sebastian Kriegler, voor zoover er heeren wonen. In de kamer van de dames dienen de kamer meisjes van de gravin en de freule". „Hoe heeten die twee?" „Het meisje van mevrouw heet Elise, Elise Füt- ter'er en van de freule Minna Strachek". Buschroitner noteerde. „Prachtig, Schweizer. Wees nu zoo goed naar de gravin te gaan en te vragen, of zij even bij mij zou willen komen". „Zeker, commissaris". De oude bediende ging heen. T, J Het duurde een poosje voor gravin Beate in de bibliotheek verscheen. „Het spijt me dat ik u moest laten wachten, commissaris", zeide zy, „maar ik was juist bezig giij te yerkleeden", „Ik zou graag willen, mevrouw", begon Busch roitner, „dat u mij eenige inlichtingen gaf over mijnheer Von Ghetaldi. De graaf heeft mij verteld, dat u hem reeds lang kent of gekend heeft, zooals we helaas moeten zeggen". „Mijnheer Von Ghetaldi en ik waren jeugdvrien den. Ook later, na den dood van mijn vader, toen mijn moeder naar Weenen verhuisde, kwam hij vaak bij ons aan huis. Een tijdlang zijn we zelfs verloofd geweest. Toen ik trouwde en Weenen ver liet we wonen bijna het heele jaar hier op het kasteel hebben wij elkaar uit het oog ver loren". „Ik begrijp het", zei Buschroitner. „U hebt zeker geen vermoeden, wie er belang bij gehad kon hebben den heer Von Ghetaldi te dooden?" „Als die Duschinsky het niet gedaan heeft, zou ik geen verklaring weten". „Heeft u gisteren iets opgemerkt, dat mij mis schien een spoor zou kunnen brengen?" Gravin Beate schudde het hoofd. „Neen, com- rfiissaris. Ik heb mij dadelijk na het diner terug getrokken". „Wanneer heeft u mijnheer Von Ghetaldi het laatst gezien?" „In de hall, bij de koffie. Ik zeide hem, dat ik mij wilde terugtrekken, waarna ik zonder afscheid te nemen van de andere gasten weggegaan ben." „Dan weet u dus ook niet wat mijnheer von Ghetaldi later gedaan heeft?" „Ik heb u toch al gezegd, dat ik naar mijn slaapkamer gegaan ben?" „Zeker, zeker", zei Buschroitner. „De inlichtingen die ik krijg zijn mager, heel mager, maar ja, dat is uw schuld niet. Maar ik moet uitzoeken, wie den armen heer Von Ghetaldi omgebracht heeft en niemand weet iets. Maar, niet waar. als u nog iets mocht invallen dan hoor ik het van u?" „Natuurlijk, commissaris. Heeft u mij nog noodig?" „Neen neen, ik dank u zeer mevrouw". Buschroitner keek op de klok. „Tien voor zeven, dan heb ik nog een half uur, Zeilmoser' Roep de freule bij me". Terwijl hij op Angela wachtte, ging de telefoon. „Ja Buschroitner Dag dokter! Weet u het al? Wat? Zoo vroeg? Tusschen elf ei) twaalf? Zoo, en hij had een slaapmiddel ingenomen?, Vero nal! Hm. Nee, ik heb nog niets gevonden. Ben nog net zoo wijs als ik in het begin was. Zal wel zoo wijs blijven? "Mooie meening hebt u over mij! Enfin, bedankt. Tot ziens, dokter!" Hij wendde zich tot den inspecteur. „Haberler, schrijf op. Dé sectie heeft uitgewezen, dat de mis daad tusschen elf en twaalf uur gepleegd moet zijn. In de maag van het lijk werden sporen van een als Veronal bekend staand slaapmiddel aangetrof fen. De ingenomen dosis was van de normale samen stelling. De door het middel opgeroepen diepe slaap kan de oorzaak zijn. dat de vermoorde door den dader verrast is. Haberler, kijk eens in de inven tarislijst of je Veronal vindt". De griffier nam de lijst en zocht. „Ja. mijnheer. Hier staat: een buisje met op schrift Veronal, inhoudende vier tabeletten". „Ren naar de kamer, Haberler en haal het buisje". De inspecteur wilde juist de deur uitgaan, toen freule Angela binnentrad. Haberler keek den com missaris vragend aan. „Ga maar", zei Buschroitner, „ik heb je op het oogenblik niet noodig". En tot Angela: „Ik moet u helaas een paar onaangename vragen stellen, maar het moet. Tenslotte gaat het om een moord". Angela knikte. „Gaat uw gang, commissaris". „Die mijnheer Von Ghetaldi"..begon Buschroitner langzaam, „was toch een laten we zeggen Don Junn niet waar, een man die alle knappe vrouwen het hof maakte?" „Van dien kant heb ik hem niet leeren kennen", antwoordde Angela ontwijkend. „Maar?" Buschroitner's vraag kwam snel. „Hij was als iedere andere man, ik heb nooit iets bijzonders aan hem gemerkt". „Maar hij was toch met de gravin verloofd, met uw stiefmoeder". „Heeft ze u dat verteld? Dan zal het zoo wel geweest zijn". „Zou ik u om een iets nauwkeuriger antwoord mogen vragen?" „Beate en mijnheer von Ghetaldi waren verloofd, al was die verloving nog niet bekend gemaakt". „Wanneer is dat geweest?" „Ongeveer vier jaar geleden". „U ging in dier. tijd met de gravin om, als ik goed ingelicht ben?" „Ja, Beate en ik zijn kostschoolvriendinnen"» „Dan kunt u mij ook wel zeggen, waarom de verloving destijds afgeraakt is". „Ik weet werkelijk niet, waar u met die vraag heen wilt, commissaris. Angela's stem klonk opge wonden. „Maar ik denk dat het was, omdat mijn heer Von Ghetaldi niet in staat was, een positie te bemachtigen, die voldeed aan de eischen van Beate". „En was mijnheer Von Ghetaldi, toen de ver loving uitraakte, zeer onder den indruk. „Hij heeft zich tegenover mij daarover niet uitgelaten". „En welken indruk kreeg u?' „In het geheel geen. Mijn vader en Beate besloten spoedig t'e trouwen. Omdat de situatie, een school vriendin als stiefmoeder te hebben, wat ongewoon was, ben ik indertijd op. reis gegaan. Ik heb een half jaar in Engeland gelogeerd". Buschroitner knikte. „Dan heeft u inderdaad geen gelegenheid gehad persoonlijke waarnemingen te doen". Hij las zijn aanteekeningen door. „Ik had eigenlijk gehoopt", ging hij voort, zonder op te zien, ..dat u mij een aanwijzing had kunnen geven, maar ik heb helaas weer pech gehad". Angela stond op. „Dan kan ik zeker wel gaan?" „Zeker freule". Hij stond op er. maakte een bui ging. Angela knikte hem nauw merkbaar toe en ging naar de deur. Toen zij de hand op de deur knop legde, klonk plotseling de stem van den com missaris zacht aan haar oor: „Wist uw vader van de verloving met Von Ghetaldi?" Buschroitner was zacht achter haar aan ge komen. Een oogenblik bleef Angela onbewegelijk staan. Toen draaide zij zich om en nam den com missaris met een koelen blik op. „U hebt een wonderlijke manier om vragen te tellen", zei ze. „Beatse heeft natuurlijk geen aanleiding gehad, deze omstandigheid voor mijn vader geheim te houden". Buschroitner antwoordde niet. Pas toen Angela wilde gaan, schrok hij op uit zijn overpeinzing. „Weet u, freule", zei hij ploseling goedmoedig glimlachend. „Een onderzoek als dit maakt iemand doodmoe. Vragen, vragen, niets dan vragen. En van louter vragen had ik bijna nog de belangrijkste vergeten. Hebt u nog een oogenblik?" „Zeker"» Buschroitner liep met groote stappen de kami en neer. „Freule, wanneer hebt u mijnheer Von Ghe het laatst gezien?" „Na het diner in de hall". Buschroitner maakte een geërgerde bewegi „Na het diner in de hall", herhaalde hij „U is nu al de negende getiuge. En niemand wat Gethaldi na het diner gedaan heeft of hij geweest is". Angela zweeg. „Houdt u mij ten goede, freule, maar hÉ om uit je vel te springen. Werkelijk". Hij 1m een sigaret te voorschijn en begon gejaagd te ro. „En nu, freule, wilt u zoo goed zijn mij te verft waar U zelf 's avonds geweest bent? Niet d: denk dat u den heer Von Ghetaldi vermoord! maar ik wil de verklaringen van anderen col leeren". Angela verklaarde, dat zij met dr. Muir nas kamer van Feldmann gegaan was, daarna nas hadkamer van haar vader en toen dr. Muir Feldmann teruggegaan was, had zij zich in n kamer teruggetrokken. „Hebt u iets gehoord?" Angela schudde het hoofd. „Goed. dan zijn we nu klaar. Re dank u al heeft het niet veel geholpen". Angela glimlachte en sring heen Inspecteur Hi Ier kwam binnen juist toen Angela de deiii was. „Hier is de Veronal, commissaris". Buschroitner nam het buisje aan. „ApotheeS Heilige Drievuldigheid. Dölsach", las hij. „Hafe i kijk.eens in de lijst of er in de portefeuille recept voor Veronal was". „Neen. mijnheer"., zei de inspecteur een blik later! Buschroitner antwoordde niet. Naderen liep hij de kamer op en neer. Uit de hall kis lr de plechtige klanken van de gongslagen, dit diner aankondigden. 0: (.Wordt vervol

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6