Moord op kasteel Entzberg
Uit de Pers.
Reizen en avonturen van
MAIKT
life EIKICKTIN
WOK N S D A G 15" JA N U AR T 1941'
TT A" A R CE M'S D A G B KA 15
Verdeeling van arbeidsopbrengst.
Het weekblad van De Nederlandsche Unie,
DeUnie, schrijft dat wij er naar moeten stre
ven de opbrengst van allen arbeid rechtvaar
dig over de menschen te verdeelen.
„Rechtvaardig is nu zoo een verdeeling niet, als
sommige menschen boven hun verdienste en
behoeften uit worden bevoorrecht, en anderen
ondanks moeizamen arbeid nauwelijks het wei
nige verkrijgen dat voor een karig levensonder
houd van hen en de hunnen noodzakelijk is.
Onjuist is de toestand, dat bijv. Indische ge-
pensionneerden met een zeer behoorlijk inko
men nog eens betrekkingen waarnemen, waar
Nederlandsche werkkrachten, die niet over an
dere inkomsten beschikken, een passenden
werkkring zouden kunnen vinden.
Nu is het verre van ons, in het bizonder op ge-
pensionneerde Indische landsdienaren in dit
opzicht een blaam te willen werpen. Het zou na
tuurlijk zeer toe te juichen zijn, als personen, die
reeds over voldoende inkomsten beschikken, zich
ervan onthielden, medé te dingen naar vacante
betrekkingen. De gemeenschapszin, waarover wij
zoo vaak schrijven, zou hier een uitstekend ar
beidsterrein kunnen vinden. Wat toch is schoo
ner dan den medemensch aan het werk te hel
pen, zeker als wij er onszelf geen al te groote of
fers voor hoeven te getroosten?
Maar wij kunnen in dit opzicht niet alles
verwachten van den gemeenschapszin van den
enkeling. Voor ieder afzonderlijk is het ook dik
wijls moeilijk, van de kans op een betrekking
af te zien, zeker als hij weet dat anderen, die
misschien evengoed reeds over een inkomen be
schikken, zich niet zullen laten weerhouden
door gevoelens van gemeenschapszin.
Neen, méér dan individueele gezindheid is
hier noodig. De gezindheid behoort voorop te
staan, maar zij moet haar weerslag vinden in
een juiste politiek van de benoemende instan
ties, dit zijn dus in de eerste plaats de ge
meentelijke en rijksautoriteiten".
Eisch van den toestand.
Het Vaderland, den eisch van de tegen
woordige situatie formuleerende, schrijft dat
deze in de eerste plaats inhoudt samenwerking
met de bezettende Overheid tot instandhouding
van het sociale leven hier te lande. Verder
schrijft het blad o.m.:
„Er is geen enkel verstandig Nederlander en
er is in het heele volk hoogstens een uiterst
kleine minderheid, die niet inziet, dat een
nieuw Versailles een nieuwe ramp zou zijn,
ditmaal niet voor Europa in zijn geheel, maar
nog zeer in het bizonder voor ons eigen land.
Ook vele Nederlanders, - die met hun gevoel
thans fel anti-Duitsch zijn, hebben toch hun
hoop op een vrede door compromis gesteld. Als
ze zich dit compromis concreet gaan voorstel
len. dan zullen ze zien, dat het compromis in de
wereld slechts mogelijk is door de Duitsche he
gemonie hegemonie is' geen onderdrukking
met knechtschap! op het "Europeesche vaste
land. Zonder de Duitsche hegemonie op het
continent kan er geen compromis in de wereld
tot stand komen. Men kan zich de beide dingen
niet reëel voorstellen zonder tevens hun inner
lijke verbondenheid te erkennen; het compro
mis zal gemakkelijker tot stand komen, wanneer
de hegemonie eerst goed erkend is; de hegemo
nie zal minder hard drukken, ja tenslotte als een
weldaad gevoeld worden, naarmate het com
promis tot betere samenwerking in de. wereld
leidt.
Dat is trouwens niets anders dan de gedachte
van Hitier en de Duitsche nationaal-socialisti-
sche opvatting inzake de internationale politiek.
Geen wereldheerschappij, maar Duitschland,
machtig en gelijkberechtigd naast andere groo
te mogendheden en dit is slechts mogelijk als
Duitschland in volle vrijheid de ordenende en
representeerende functie vervult op het Euro-
peesche continent.
Naarmate het zich daarbij zelf vrijer voelt,
zal het de verschillende deelen van Europa ook
vrijer kunnen laten".
Keuze van den tijd.
„Zoo af en toe keert in de pers de vraag terug
hoe het Nederlandsche Volk tegenover de toe
komst staat, wat het verlangt, wat het hoopt,
wat het verwacht", aldus schrijft „De Stan
daard" en het blad vervolgt' dan:
„Eerlijk gezegd, begrijpen we niet heel goed
het nut van de discussies hierov.er.
Is er nu in den grond der zaak een diep
gaand verschil in hoop en in wensch bij de
overweldigende meerderheid van het Nederland
sche volk? Wij zijn niet onbekend met den
hartklop van dat volk in zijn breede massa en
op grond daarvan duiwen we zeggen, dat het
volk met diepe begeerte verlangt naar herstel
van onze vrijheid en onafhankelijkheid.
Als het aankomt op de verwachtingen, zijn er
nuances, gelijk die er ook zijn nopens de
methode die te volgen zij om het beoogde doel
te bereiken. Daardoor wordt intusschen het nut
van discussies niet bewezen, want op de uit
komst van den oorlog kunnen wij in geen en
kel opzicht invloed uitoefenen. Alles hangt af
van de uitkomst van de gigantische worsteling
tusschen Duitschland en Engeland en van de
wijze waarop de strijd zal worden geëindigd.
Ook kan de duur van den oorlog hier in meer
dan één opzicht van invloed zijn".
Het blad is van oordeel, dat Nederlandsche
organen die nu vernieuwing in zuiver Neder-
landschen zin begeeren, met hun activiteit zul
len moeten wachten tot het oogenblik, dat
Duitschland den tijd gekomen acht het bestuur
weer in zijn vollen omvang aan Nederlandsche
handen toe te vertrouwen, maar dit beteekent
niet, dat men in dien tusschentijd met de
handen over elkaar zou moeten gaan zitten.
.Integendeel, deze toestand verplicht tot zorg
vuldige voorbereiding en tot zoo ruim mogelijke
samenwerking met anderen, die hetzelfde stand
punt innemen. In de eerste plaats denken we
daarbij ook aan de bewerking van de volksmas
sa. die voorbereid dient te worden op komende
wijzigingen: staatkundig, economisch en so
ciaal. Gemakkelijk is dat gedurende den bezet
tingstijd niet, omdat staatkundige vergade
ringen niet zijn toegestaan en het directe
contact met de volksmassa dus ontbreekt. Ook
zou het, ware dit anders, moeilijk vallen de lij
nen voor de toekomst met de noodige scherpte te
trekken. Er is nog zooveel, dat in wording is en
waarvan de eindontwikkeling nog niet is te
zien.
Men denke slechts aan de wijze waarop de sa
menwerking der naties na den oorlog zal worden
geregeld."
„Er is verschil .(tusschen groepen der bevol
king) maar dat verschil ligt veel minder in de
waardeering der feiten dan in de vraag wanneer
het geschikte tijdstip is aangebroken om als
Nederlanders actief deel te nemen aan het nood
zakelijke vernieuwingswerk. Immers, eerst
aan het einde van den oorlog kan men vast
stellen welke eischen de overwinnaar stellen
zal of wat de beide grootmachten zullen overeen
komen".
Kettinghandel.
Het Volk schrijft:
„Niemand zal er rouwig om zijn als menschen,
die buiten hun eerlijke portie om hun voorraden
aanvullen met smokkelwaar, daarvoor dubbel
en dwars betalen. Plet zal de gemeenschap geen
zorg zijn of zij het kind van de rekening wor
den, maar het is de gemeenschap wel een zorg,
dat belangrijke hoeveelheden levensmiddelen
aan de normale verdeeling onttrokken worden.
Iedere partij smokkelwaar maakt de distributie
weer moeilijker, iedere kettinghandelaar is
een zandkorrel in de ingewikkelde machinerie
van het verdeelingssysteem en daarom kan de
strijd tegen den kettinghandel niet hard ge
noeg gevoerd worden."
Filmcauserie van
G. de Josselin de Jong.
Voor de Ned. Ver. v. Huisvrouwen, afd. Haarlem
en omstreken, hield de bekende dierencauseur De
Josselin de Jong in Hotel de Leeuwerik een voor
dracht met film over het vraagstuk of en in hoe
verre er bij de dieren-mentaliteit van „verstand"
gesproken mag worden. Voor een welbezette zaal
gaf spr. een definitie van dierlijk vernuft. De die
renwereld, aldus spr. beschikt niet over geestesver-
mogens in onzen menschelijken, hoogeren zin. Im
mers de door Wilsbeschikking aan het menschdom
gegeven gave oorzaak-en-gevolg te overzien, staat
kwalitatief te hoog boven de eenvoudige verband-
De nieuwe Nederlandsche kampioen hardrijden op de schaats. Herman Buyen,
is door het personeel van het bijkantoor der Rijksverzekeringsbank aan de
Lutmastraat te Amsterdam, waar hij werkzaam is, hartelijk gehuldigd wegens
zijn overwinning.
(Foto Pax Holland.)
leggingen of „associaties" van het dier, dat hoe
schrander sommige soorten ook zijn mogen een
en dezelfde woordkeus hier gerechtvaardigd zou
zijn: „verstand" is een specifiek menschelijke eigen
schap. De oud-Hollandsche zegswijze van den
ezel, die zich niet 2 maal aan denzelfden steen
stoot d.w.z. dien hinderlijken kei telkens weer
op inderdaadintelligente wijze herkent als den
sta-in-den-weg waaraan hij zich heel vroeger eens
bezeerd heeft teekent en test de ezellijke en alle
dierlijke hersenwerking misschien wel raker dan
de scherpzinnigste formules vanachter de studeer
tafel van den dierenpsycholoog. Immers de ezel zal
wel „verstandig" voortaan dien steen vermijden,
maar hij zal nooit op de (menschen)-gedacnte ko
men dien steen dan ook maar, zooals wij dat zou
den doen, te verwijderen! Evenwel is geen enkele
diersoort dóm en evenmin een bijzondere soort
knap te noemen; immers de Natuur heeft elk wezen
afgepast met zooveel onderscheidingsvermogen uit
gerust als noodzakelijk voor zijn bestaansstrijd
Daarom heeft het roofdier een ander sooit, een
scherper associatievermogen dan de herkauwers: de
een is een jager metjagerstalent, de ander een
grasgrazer. Vervolgens vertoonde spr. eenige cul-
tuur-éénacters, zijnde gefilmde tests op apen
beren, visschen, waarbij de experimenten om den
reukzin der bijen te meten uiterst interessant te
noemen waren.
Ergerlijke kwajongensstreek.
Brievenbus in brand gestoken.
GRONINGEN, 14 Januari (A.N.P.) Eenige
jongens hebben hedenmiddag kans gezien een
brandend voorwerp in de brievenbus der P.T.T.
aan het Zuiderdiep te werpen. De inhoud van de
bus is voor het grootste gedeelte veldbrand, waar
door begrijpelijkerwijze verscheidene personen ge
dupeerd zijn.
De baldadige jongens zijn door de recherche aan
gehouden en ter beschikking van den officier van
justitie gesteld.
CONTACTCOMMISSIE VOOR DIEREN
BESCHERMING.
DEN HAAG, 15 Januari. De organisaties op
het gebied van dierenbescherming hebben besloten
èen centrale contactcommissie voor dierenbescher
ming in te stellen welke tot taak zal hebben de be
staande vereenigingen nader tot elkaar te brengen
en de samenwerking, welke in het verleden slechts
gevalsgewijze tot stand kwam, in vaste banen te
leiden. De dagelïjksche leiding werd opgedragen
aan een zevental personen, die tezamen het uitge
strekte terrein van de dierenbescherming beheer-
schen.
VOOR DE KINDEREN
.Voor I A Gout'ffrneur
*n oronluffn n., MKr./,.-, PnU.be.n
Ttattning van Aart von Euii/t.
Zuster Ursul's kleur verschiet....
Prikkie als een trillend riet
Was nog nooit zóó erg ontdaan,
Al zijn plannen naar de maan!
Neen, hij is toch echt geen boffer,
Groote Griet, alweer de stoffer!
Bedaard zegt Zuster Ursula,
„Als 'k nu eens koffie zetten ga?
Je hebt het heusch zoo goed bij mij".
Zoo probeert ze 't met gevlei.
Maar Prik is in een droeve bui.
Aan alles geeft hij nu de brui.
oan de Winterhulp Nederland
Winterhulp Nederland, den Haag,
No. 5553. Als bank der Winterhulp j
Nederland is aangewezen de Kasver-;
eeniging N.V. Amsterdam No. 877,
Stort op 5553 of 877
Dr. E. Heldring:
„Er is geen twijfel aan, dat deze win
ter grooter ontberingen dan gewoonlijk
voor ons land zal brengen. Wie den nood
lijdenden landgenooten daarin door een
gave aan Winterhulp tegemoet komen kan,
dóe dit naar zijn vermogen."
Uitbreiding buiten-Europeesch
lucbtpostverkeer.
's GRAVENHAGE 14 Januari (A.N.P.)
de verzending van luchtpostcorrespondentie
Nederland uit wordt tot nog toe van twee bui
Europeesche luchtpostverbindingen gebruik
maakt n.l. LissabonNew York (men adress,
„per Transa.tlantischen Luchtdienst Lissabon-i
York") en RomaRio de Janeiro (adresseer
Italiaanschen Luchtdienst"). Zij geschiedt dus at'n'
naar Amerikaansche bestemmingen.
Aan dit buiten-Europeesch luchtpostveri
wordt met ingang van 13 Januari a.s. eenige
breiding gegeven, en wel naar de volgende bes: or
mingen: Angola, Mozambique en Portugejj
Guinea (tot Lissabon door de lucht, verder i
boot), de Canarische eianden (luchtvervoer tusst>[c
Madrid en Las Palmas), Italiaansch Oost-Aiin
en Libië (Tripolis en Cyrenaica), Marokko (Sp-m
sche zóne) en tenslotte naar Iran en het Aziat of
gedeelte der Sovjet-republieken (tot Moskou m*
de lucht)
Luchtpostcorrespondentie voor deze bestemen
gen moet gefrankeerd zijn met het hiervoor vasirt
stelde extra luchtrecht en voorzien zijn van ïe
aanduiding „per luchtpost, par avion". Deze corn
pondentie wordt dagelijks door Nederland j-
Duitschland uitgewisseld. Over den overkomstó rr
naar de verschillende bestemmingen kan eten
niets worden medegedeeld. Inlichtingen inzake lil
luchtrechten geven de postkantoren.
EXPRESSEBESTELLINGEN VOOR BELGIë
HET NEUTRALE BUITENLAND TOEGEST#
's GRAVENHAGE, 14 Januari (A.N.P.) of'
ingang van heden is tusschen Nederland en Be
alsmede tusschen Nederland en het neutrale bui:
land, bij gewone en aangeteekende briefzendic
van eiken aard, behalve postpakketten ook
expressebestelling toegelaten.
DE HEER J. J. VAN BORK t
Ir den .ouderdom van 78 jaar is te dezer si j?
overleden de heer J. J. van Berk.
De heer v. Bork was in het begin van deze
een bekenid industrieel in verlichtingsartikelen j
Amsterdam. Omstreeks 1912 verplaatste hij zijr
ken naar Haarlem, waar hij een fabriek opr;: r
aan den Spaarndammerweg.
De begrafenis vindt plaats op de Algemeeneu^
graafplaats aan de Kleverlaan, 16 Januari om lfot
ut
n,
HAMSTERAAR WERD VOOR f 100 OPGELICp
De Amsterdamsóbe politie heeft vier marmenog
verzekerde bewaring gèsteld wegens oplichtii#
medeplichtigheid daaraan van eer bedrag van tk
De mannen een kist, waar z.g. thee in zat voorSHi
bedrag verkocht aan een hamsteraar. Toen dez'jei
kist opende, bleek ze waardelooze rommel teM
vatten.
PUHMEREND 14 Januari
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 6 partijen, weiLf
6000 K G. Handel vlug. Hoogste prijs f 35,25.
Kaasmarkt, gewicht 171 K.G. Handel vlug. Kleine
ren f 35 per 50 K.G.
Runderen, totaal 588 stuks. Vette koelen 444 v„*
levering. Gelde koeien 78 300—410 per stuk, matig.
koeien 60 325—480 per stuk, matig. Stieren 6 voor de!
ring. Vette kalveren voor de levering. Gras kalO
150—210 per stuk. matig. Nuchtere kalveren-voor de' f,
162 voor de levering Nuchtere kalveren voor de f-1
25—52 per stuk, goed. Magere varkens 26 28—40 pe,
matig. Biggen 225 22—32 per stuk. matig. Schapet
20-40 per stuk, matig. Bokken 43 25-45 per stuk
Kipeieren i,07 per K.G. Oude kippen e" hanen (i? C
rood) 1600 2-3 per stuk. Oude kippen en hanen (li 1
- 3 per stuk Konijnen 24 per stuk. Eenden
per stuk Duiven 0,40 per paar.
PETER PAUL BERTRAM.
11)
„In de biljartzaal hebben twee heeren gespeeld.
Weet u ook hoe lang de partij geduurd heeft?"
„Ik weet niet hoe ang ze gespeeld hebben, maar
om half elf was de zaal weer leeg".
„Uitstekend. Maar hoe weet u dat?"
„Ik heb in de garderobekamer op mijnheer de
graaf gewacht. Toen deze zich kort na kwart voor
elf in zijn vertrekken terug trok, stuurde hij mij
weg. Mijnheer vond, dat het een zware dag geweest
was met al die gasten en ik moest maar zorgen
dat ik in bed kwam. Mijnheer is altijd zeer wel
willend".
Buschroitner knikte.
„Ik ben toen naar het souterrain gegaan, om te
zien of alle vensters afgesloten waren en de deur
gegrendeld was. Daarbij ben ik ook door de bil
jartzaal gekomen".
„En toen?"
„Toen heb ik het personeel naar bed gestuurd en
ben zelf ook naar mijn kamer gegaan".
„Wie bedient op de eerste verdieping?"
„Ook Sebastian Kriegler, voor zoover er heeren
wonen. In de kamer van de dames dienen de kamer
meisjes van de gravin en de freule".
„Hoe heeten die twee?"
„Het meisje van mevrouw heet Elise, Elise Füt-
ter'er en van de freule Minna Strachek".
Buschroitner noteerde.
„Prachtig, Schweizer. Wees nu zoo goed naar de
gravin te gaan en te vragen, of zij even bij mij
zou willen komen".
„Zeker, commissaris". De oude bediende ging
heen. T, J
Het duurde een poosje voor gravin Beate in de
bibliotheek verscheen.
„Het spijt me dat ik u moest laten wachten,
commissaris", zeide zy, „maar ik was juist bezig
giij te yerkleeden",
„Ik zou graag willen, mevrouw", begon Busch
roitner, „dat u mij eenige inlichtingen gaf over
mijnheer Von Ghetaldi. De graaf heeft mij verteld,
dat u hem reeds lang kent of gekend heeft, zooals
we helaas moeten zeggen".
„Mijnheer Von Ghetaldi en ik waren jeugdvrien
den. Ook later, na den dood van mijn vader, toen
mijn moeder naar Weenen verhuisde, kwam hij
vaak bij ons aan huis. Een tijdlang zijn we zelfs
verloofd geweest. Toen ik trouwde en Weenen ver
liet we wonen bijna het heele jaar hier op het
kasteel hebben wij elkaar uit het oog ver
loren".
„Ik begrijp het", zei Buschroitner. „U hebt
zeker geen vermoeden, wie er belang bij gehad
kon hebben den heer Von Ghetaldi te dooden?"
„Als die Duschinsky het niet gedaan heeft, zou
ik geen verklaring weten".
„Heeft u gisteren iets opgemerkt, dat mij mis
schien een spoor zou kunnen brengen?"
Gravin Beate schudde het hoofd. „Neen, com-
rfiissaris. Ik heb mij dadelijk na het diner terug
getrokken".
„Wanneer heeft u mijnheer Von Ghetaldi het
laatst gezien?"
„In de hall, bij de koffie. Ik zeide hem, dat ik
mij wilde terugtrekken, waarna ik zonder afscheid
te nemen van de andere gasten weggegaan ben."
„Dan weet u dus ook niet wat mijnheer von
Ghetaldi later gedaan heeft?"
„Ik heb u toch al gezegd, dat ik naar mijn
slaapkamer gegaan ben?"
„Zeker, zeker", zei Buschroitner. „De inlichtingen
die ik krijg zijn mager, heel mager, maar ja, dat is
uw schuld niet. Maar ik moet uitzoeken, wie den
armen heer Von Ghetaldi omgebracht heeft en
niemand weet iets. Maar, niet waar. als u nog iets
mocht invallen dan hoor ik het van u?"
„Natuurlijk, commissaris. Heeft u mij nog
noodig?"
„Neen neen, ik dank u zeer mevrouw".
Buschroitner keek op de klok. „Tien voor
zeven, dan heb ik nog een half uur, Zeilmoser'
Roep de freule bij me".
Terwijl hij op Angela wachtte, ging de telefoon.
„Ja Buschroitner Dag dokter! Weet u het al?
Wat? Zoo vroeg? Tusschen elf ei) twaalf? Zoo,
en hij had een slaapmiddel ingenomen?, Vero
nal! Hm. Nee, ik heb nog niets gevonden.
Ben nog net zoo wijs als ik in het begin was.
Zal wel zoo wijs blijven? "Mooie meening hebt u
over mij! Enfin, bedankt. Tot ziens, dokter!"
Hij wendde zich tot den inspecteur. „Haberler,
schrijf op. Dé sectie heeft uitgewezen, dat de mis
daad tusschen elf en twaalf uur gepleegd moet zijn.
In de maag van het lijk werden sporen van een
als Veronal bekend staand slaapmiddel aangetrof
fen. De ingenomen dosis was van de normale samen
stelling. De door het middel opgeroepen diepe slaap
kan de oorzaak zijn. dat de vermoorde door den
dader verrast is. Haberler, kijk eens in de inven
tarislijst of je Veronal vindt".
De griffier nam de lijst en zocht.
„Ja. mijnheer. Hier staat: een buisje met op
schrift Veronal, inhoudende vier tabeletten".
„Ren naar de kamer, Haberler en haal het buisje".
De inspecteur wilde juist de deur uitgaan, toen
freule Angela binnentrad. Haberler keek den com
missaris vragend aan.
„Ga maar", zei Buschroitner, „ik heb je op het
oogenblik niet noodig". En tot Angela: „Ik moet u
helaas een paar onaangename vragen stellen, maar
het moet. Tenslotte gaat het om een moord".
Angela knikte. „Gaat uw gang, commissaris".
„Die mijnheer Von Ghetaldi"..begon Buschroitner
langzaam, „was toch een laten we zeggen
Don Junn niet waar, een man die alle knappe
vrouwen het hof maakte?"
„Van dien kant heb ik hem niet leeren kennen",
antwoordde Angela ontwijkend.
„Maar?" Buschroitner's vraag kwam snel.
„Hij was als iedere andere man, ik heb nooit iets
bijzonders aan hem gemerkt".
„Maar hij was toch met de gravin verloofd, met
uw stiefmoeder".
„Heeft ze u dat verteld? Dan zal het zoo wel
geweest zijn".
„Zou ik u om een iets nauwkeuriger antwoord
mogen vragen?"
„Beate en mijnheer von Ghetaldi waren verloofd,
al was die verloving nog niet bekend gemaakt".
„Wanneer is dat geweest?"
„Ongeveer vier jaar geleden".
„U ging in dier. tijd met de gravin om, als ik
goed ingelicht ben?"
„Ja, Beate en ik zijn kostschoolvriendinnen"»
„Dan kunt u mij ook wel zeggen, waarom de
verloving destijds afgeraakt is".
„Ik weet werkelijk niet, waar u met die vraag
heen wilt, commissaris. Angela's stem klonk opge
wonden. „Maar ik denk dat het was, omdat mijn
heer Von Ghetaldi niet in staat was, een positie
te bemachtigen, die voldeed aan de eischen van
Beate".
„En was mijnheer Von Ghetaldi, toen de ver
loving uitraakte, zeer onder den indruk.
„Hij heeft zich tegenover mij daarover niet
uitgelaten".
„En welken indruk kreeg u?'
„In het geheel geen. Mijn vader en Beate besloten
spoedig t'e trouwen. Omdat de situatie, een school
vriendin als stiefmoeder te hebben, wat ongewoon
was, ben ik indertijd op. reis gegaan. Ik heb een half
jaar in Engeland gelogeerd".
Buschroitner knikte. „Dan heeft u inderdaad
geen gelegenheid gehad persoonlijke waarnemingen
te doen". Hij las zijn aanteekeningen door. „Ik had
eigenlijk gehoopt", ging hij voort, zonder op te
zien, ..dat u mij een aanwijzing had kunnen geven,
maar ik heb helaas weer pech gehad".
Angela stond op. „Dan kan ik zeker wel gaan?"
„Zeker freule". Hij stond op er. maakte een bui
ging. Angela knikte hem nauw merkbaar toe en
ging naar de deur. Toen zij de hand op de deur
knop legde, klonk plotseling de stem van den com
missaris zacht aan haar oor:
„Wist uw vader van de verloving met Von
Ghetaldi?"
Buschroitner was zacht achter haar aan ge
komen. Een oogenblik bleef Angela onbewegelijk
staan. Toen draaide zij zich om en nam den com
missaris met een koelen blik op.
„U hebt een wonderlijke manier om vragen
te tellen", zei ze. „Beatse heeft natuurlijk
geen aanleiding gehad, deze omstandigheid voor
mijn vader geheim te houden".
Buschroitner antwoordde niet. Pas toen Angela
wilde gaan, schrok hij op uit zijn overpeinzing.
„Weet u, freule", zei hij ploseling goedmoedig
glimlachend. „Een onderzoek als dit maakt iemand
doodmoe. Vragen, vragen, niets dan vragen. En van
louter vragen had ik bijna nog de belangrijkste
vergeten. Hebt u nog een oogenblik?"
„Zeker"»
Buschroitner liep met groote stappen de kami
en neer.
„Freule, wanneer hebt u mijnheer Von Ghe
het laatst gezien?"
„Na het diner in de hall".
Buschroitner maakte een geërgerde bewegi
„Na het diner in de hall", herhaalde hij
„U is nu al de negende getiuge. En niemand
wat Gethaldi na het diner gedaan heeft of
hij geweest is".
Angela zweeg.
„Houdt u mij ten goede, freule, maar hÉ
om uit je vel te springen. Werkelijk". Hij 1m
een sigaret te voorschijn en begon gejaagd te ro.
„En nu, freule, wilt u zoo goed zijn mij te verft
waar U zelf 's avonds geweest bent? Niet d:
denk dat u den heer Von Ghetaldi vermoord!
maar ik wil de verklaringen van anderen col
leeren".
Angela verklaarde, dat zij met dr. Muir nas
kamer van Feldmann gegaan was, daarna nas
hadkamer van haar vader en toen dr. Muir
Feldmann teruggegaan was, had zij zich in n
kamer teruggetrokken.
„Hebt u iets gehoord?"
Angela schudde het hoofd.
„Goed. dan zijn we nu klaar. Re dank u
al heeft het niet veel geholpen".
Angela glimlachte en sring heen Inspecteur Hi
Ier kwam binnen juist toen Angela de deiii
was.
„Hier is de Veronal, commissaris".
Buschroitner nam het buisje aan. „ApotheeS
Heilige Drievuldigheid. Dölsach", las hij. „Hafe i
kijk.eens in de lijst of er in de portefeuille
recept voor Veronal was".
„Neen. mijnheer"., zei de inspecteur een
blik later! Buschroitner antwoordde niet. Naderen
liep hij de kamer op en neer. Uit de hall kis lr
de plechtige klanken van de gongslagen, dit
diner aankondigden.
0:
(.Wordt vervol