Op Ontdekkingsreis
FLITSEN
ra
LANGS DE STRAAT.
INDERDAG 16 JANUARI 1941
H A' AECE M'S DAGBLAD
in de arbeidssfeer van...
eft
-r» ENSCHEN zonder geld alstublieft"
FN I raagt de mensch met acht centen,
Vy I die zoo juist de winkeldeur achter
- v -1*- zich heeft gesloten en daardoor
„..e male het belletje heeft doen rinkelen,
i de mevrouw achter de toonbank kan zich
jaal de mceite besparen om de catalogus
te bladeren, want het nummer van dit
kent ze uit haar hoofd! Ze loopt langs de
tien-boeken-hooge-rekken, en het geluid
de voetstappen is dol want het wordt da-
k geabsorbeerd door de vrachten papier,
lier in den vorm van gebonden bundeltjes
zijden, waarop lichtende schrijversgeesten
schaduw de lettermassa geworpen
jen, in lange rijen keurig in het gelid,
n. Langs een ladder klimt mevrouw hooger
[rijpt uit het geestelijke leger een recruut
finer 13383, die gedurende een week tegen
soldij van acht centen zijn dienstplicht zal
ten vervullen ten huize van den mensch,
voor de toonbank staat te wachten, een laat-
trek aan zijn sigaretje doet, en nadat de
rrouw hem de gewenschte „Menschen zon-
geld" heeft overhandigd de bibliotheek
een vriendelijk goedenmiddag verlaat,
och het publiek in een bibliotheek is bijtij
precies een Hydra, de slang, die wanneer
er een kop afsloeg er prompt twee koppen
[kreeg. Wanneer de eene klant in de biblio-
iek geholpen* is staan er twee of meer gereed
een beroep te doen op het geduld van me
i
want geduld en tact, dat zijn twee dingen
jeer op na moet houden wil je de klantjes
eden stellen" zoo vertelt de mevrouw den
oeker. die niet is gekomen om het boek num-
zooveel, handelende over lotgevallen van
imde menschen, te vragen, maar die eigenlijk
eens wat wil neuzen in de bladzijden van
boek over het werken van mevrouw zelf,
de sfeer van den arbeid in een bibliotheek-
•-iedereen.
ïhttien jaren zit mevrouw al hier in het vak,
ze kan er van meepraten. Menschenkennis,
doe je op in zoo'n bibliotheek, en dat is een
chil met andere winkels. "Hier kent men de
iten bij naam, en bovendien, onwillekeurig
it de klant hier hoe het in zijn binnenste
teld isImmers Zeg me welke
:en u leest fen ik zal u zeggen wie ge zijt!
het algemeen is het een heksentoer om de
schen ertoe te brengen zelf een keus uit de
lugus te doen.
komen binnen in den winkel, en dikwijls
it zij al heel spoedig door dat het
zoo vlot met die uitzoekerij. Ja, 't is soms
zoo dat iemand, die op een pikant boek uit
et zoo lang zoekt tot hij een pikanten titel
lakken heeft, maar hoe dikwijls komt hij
bedrogen uit! De menschen, dien het ver-
d is in" de potjes van een uitgever te kijken,
len dezen onnoozelen hals (waarmede niets
onstigs bedoeld wordt) vlug uit den droom
hen helpen, want wat het gezicht is voor
mensch is de titel lang niet voor het boek!
ir meestal komen ze na eenig heen en weer
leren in de catalogus om je een houding te
'•en noemen ze dat reeds spoedig tot de
ag: ..Weet u iets goeds voor me. mevrouw?"
ja, dan is het voor haar uitkijken. Even
paar'steekproeven nemen: Houdt u van
pikants?" „Moet u een boek hebben, waar
vj&t van bij blijft?" Enfin, zal het ernst of
herts zijn, amusant of wat beters, een ro-
annetje of een historische geschiedenis? Wan-
er zij dan uitgevischt heeft wat het zoo
géveer moet zijn (wanneer de klanten
Oige keeren geweest zijn krijgt men daar
uw hoogte van) wordt een omschreven voor-
[1 gedaan in den vorm van den titel van een
èk en den naam van den schrijver. Dan komt
kort daarop wel tot een accoord. Na een
of daaromtrent komt de klant weerom.
!n hoe vond u het?" is dan de vraag. En
antwoord daarop vormt voor haar weer
:riaal om zich een beeld van de persoonlijk
en den smaak van den bezoeker te vormen,
moet zij wel honderden leeren kennen.
Ie wordt op die manier eigenlijk goede ken
en, dat is het aardjge van dit beroep. Mijn
iten blijven geen vreemden, die den winkel
en uitgaan, zij worden goede bekenden. Dat
kt ook hieruit, dat wanneer ze gaan verhui-
dikwijls een heel eind uit de buurt, ze toch
sas bij hun oude bibliotheek komen. Doch-
van moeders, die regelmatig van ons lezen,
nen. wanneer ze lust krijgen om te lezen, ook
moeder's bibliotheek om er de droomen van
prille jeugd en later van den bakvischtijd
rspiegeld te zien in boekvorm. Zoo komt het
voor dat ik moeder, dochter en kleindochter
ien, drie generaties dus!
fevrouw, u bent dus in staat om grooten in-
l~' uit te oefenen op de geestelijke ontwikke-
van het groote publiek; zegt de bezoeker,
een bladzijde uit 't levensboek van de biblio-
caresse omslaat.
Jar en daar ben ik me ook van bewust. Ik
u dit wel zeggen. De menschen lezen te-
Woordig veel betere boeken dan vroeger. Ik
beer mijn klanten ook te bewegen tot het
m van het betere boek. Menschen, die al
en eeuwig maar lichte romannetjes komen
gen stel ik voor „Probeert u dit boek eens
ezen, heusch, wanneer u het niet mooi vindt
at u het niet te betalen Voor zoo'n zakelijk
ffstel zijn ze wel te vinden. En meestal vin-
ze het wèl mooi, en gaan ze er werkelijk
over om goede boeken te lezen en de lichte
I te laten varen. Daar kan ik u vele voor-
Wen van opnoemen! Maar ik heb ook geval-
die met geen mogelijkheid van het onbe-
pijke romannetje zijn af te brengen. Oh,
p. alstublieft geen zware kost, zeggen zij
ze blijven zweren bij Wild-West-verhalen,
ective-geschiedenissen, en oppervlakkige
des-affaires. „Geen inspanning in mijn vrijen
is hun devies en zij begrijpen nooit dat
eenig ware ontspanning de inspanning is. De
«neeslijken zijn echter verre in de minder-
d. Ik mag u met blijdschap zeggen, dat ik
mijn achttienjarige practijk heel wat men-
«n heb kunnen bewegen om betere boe
te gaan lezen,
fct, geduld, en menschenkennis zijn echter
t de eenige kenmerken van de arbeids
kan den mensch. die in een leesbibliotheek
1st. Een ander kenmerk is meer prozaïsch,
ar daarom wel zeer van belang!
wn moet namelijk flink kunnen sjouwen,
i de toonbank langs alle rekken en terug,
(bovendien: trap op trap af. dikwijls voor
mi klant, die zich in den winkel vertoont. Dat
t zoo'n heelen dag lang niet mee. dat kan ik
vertellen. Menig meisje, dat mij geholpen
pft, moest het afleggen. Maar degene, die ik
[nou in heb staan,doet veel aan sport, en
Sis een goed ding. Want het geestelijke moet
p hier aan het lichamelijke paren."
wzen de menschen des winters meer dan des
lers?"
'een. vroeger was dat wel het geval, maar
inwoordig weegt dat tegen elkaar op. Vroe-
nadden we nog een apart soort „winter
ts"; ik herinner me bijvoorbeeld een ijsco-
i- die des winters niet veel om handen had.
die elke week een paar boeken bij me kwam
In den zomer zagen we hem niet!
Weet u wie ik de laatste jaren wel in de bi
bliotheek mis? Dat zijn de jongens, die echte
jongensboeken als Pietje Bel en zoo lezen. Vroe
ger kwamen die bij bosjes. Waar of 'm dat aan
ligt? Misschien voelen de jongelui zich vlugger
man dan vroeger....... (wie den schoen past
trekke hem aan!) Meisjes, die speciale meisjes
boeken lezen, komen daarentegen altijd nog
trouw, en eigenlijk is die liefhebberij voor
meisjesboeken den laatsten tijd sterker gewor
den. Zelfs oudere dames verdiepen zich in de
bakvischavonturen! Welaan, dat klopt! De
vrouw wil immers steeds jong blijven. De man
wil, kind nog, man reeds zijn!"
Zoo kom je er achter de toonbank van de
bibliotheek toe, levenswijsheid in practischen
vorm op te doen.
v. H.
Veel verdrinkingsgevallen
in 1940.
Maar ook zeer veel reddingen.
In 1940 zijn in ons land 843 menschen door
verdrinking om het leven gekomen, een totaal,
veel hooger dan dat van 1939 544) en van 1938
(461). De hoofdoorzaken, waardoor het afge-
loopen jaar zoo droef-ongunstig boven zijn
voorgangers uitsteekt zijn drie in het geheel:
een ijsperiode aan het begin en het eind van
het jaar, diepe duisternis en veel dronken
schap.
Naast deze droeve statistiek staan de cijfers
van de geredden. Hun aantal was in 1940 ook
veel hooger dan in de beide voorgaande jaren.
Er verdronken 515 mannen, 75 vrouwen, 176
jongens beneden 16 jaar, 55 meisjes. In auto's
die te water reden vonden 22 personen den dood.
Door den oorlogstoestand ontbreken de gege
vens van 10 tot 20 Mei. Gered werden of zich zelf
wisten te redden 253 jongens. 108 meisjes, 773
mannen en 136 vrouwen. Bovendien werden 111
personen uit te water geraakte auto's gered. Het
aantal geredden bedraagt 1381 (in 1939: 933, in
1938: 749).
Vijf en zeventig auto's, bussen en vrachtauto's"
reden te water (in 1939: 164, in 1938: 148 wagens).
De Duitsche vliegers, die aan het Italiaansche
front dienst doen, hebben al spoedig vriend
schap gesloten niet hun Zuidelijke kameraden.
Een avantgardist begroet een Duitschen collega.
(Foto Weltbild).
ZITTING VAN HET DUITSCHE
LANDGERECHT.
Luisteren naar de Britsche radio en
beleed i ging.
JACHTGEWEER NIET INGELEVERD.
Het A. N. P. meldt:
Het Duitsche Landsgerecht heeft te Almelo zit
ting gehouden ter behandeling van een aantal ge
vallen.
Een caféhouder uit Enschedé werd beschuldigd
naar den Engelschen radiozender te hebben ge
luisterd en hierover te hebben gesproken. Hij gaf
toe drie of vier keer te hebben geluisterd en dit in
gesprekken te hebben doen uitkomen. De rechter
achtte niet bewezen dat beklaagde Duitsch-vijandig
gezind is. Deze weet evenwel zeer goed dat niet
naar de Britsche radio mag worden geluisterd. Dit
verbod is op ernstige militaire en politieke gronden
uitgevaardigd en moet volledig worden gehand
haafd.
Rekening houdend met het feit dat beklaagde heeft
bekend en dat hij niet heeft gehandeld uit Duitsch
vijandige overwegingen, eischte de officier van
justitie vijf maanden gevangenisstraf met aftrek
van voorarrest.
Het vonnis luidde vijf maanden gevangenisstraf
met aftrek van voorarrest en betaling van de kos
ten van het proces.
Vervolgens stond een inwoner uit Hellendoovn
terecht wegens het niet inleveren van een jachtge
weer. Uit het verhoor bleek dat beklaagde het wa
pen reeds 20 jaar in zijn bezit had. Sedert 1931
heeft hij het niet meer gebruikt. Hij verklaarde het
wapen niet te hebben ingeleverd uit vrees voor de
politie, aangezien hij geen vergunning voor het be
zit van een vuurwapen meer had.
De eisch luidde acht maanden gevangenisstraf.
De rechter veroordeelde beklaagde tot zes maanden
gevangenisstraf met aftrek van voorarrest en be
taling van de kosten van het proces. Tevens ge
lastte hij het in beslag nemen van het wapen.
Tenslotte stonden twee jongelieden terecht die te
Ommen voor Duitschland en den Führer beleedi-
gende liedjes hebben gezongen.
De officier van Justitie verklaarde rekening er
mede te willen houden dat de jongelieden onder in
vloed van sterken drank hebben gehandeld. De be-
leediging van den Führer is evenwel buitengewoon
ernstig. De eisch luidde derhalve vijf maanden ge
vangenis met aftrek van voorarrest.
Het vonnis luidde vier maanden gevangenisstraf
met aftrek van voorarrest en betaling van de kosten
van het proces.
Bevroren bieten en aardappelen als
veevoeder.
Het Noord-Hollandsch Veevoederbureau schrijft
Bevroren aardappelen kan men nog voor vee
voer gebruiken, mits men ze zoo gauw mogelijk
fijn maakt en inkuilt. j
Het fijnmaken kan het best geschieden met een
bietensnijder. desnoods kan men ze ook zoo goed
mogelijk fijn steken met een scherpe schop. De
kuil 'kan men 1 a 2 M. breed maken en zoo diep
als mogelijk is met het oog op het grondwater.
De lengte der kuil maakt men zoo lang als noodig
is in verband met de hoeveelheid, die ingekuild
moet worden. De bodem der kuil dient men eerst
te toedekken, waarvoor karton ziich goed leent. Het
met de bieten-snijder fijngemaakte product komt
laagsgewijze in de kuil. Het is noodzakelijk ook
laagsgewijs goed aan te trappen. Men dient dan
söboone klompen aan te hebben, waaronder men
zeer geschikt kleine plankjes kan bevestigen. Men
werkt zoo vlug mogelijk.
Fijn-gemaakte aardappelen, bieten, pastina-ken,
koolrapen, enz. kunnen desgewensoht zonder be
zwaar dooreen gemengd worden. Het afdekken
kan dan met karton geschieden, waar men 80
c.M. grond op gooit.
De in te kuilen massa krimpt tot op de helft of
nog meer.
Na 4 a 6 weken is het product dan geschikt om
Ruzie om zitplaatsen in de kerk.
Het mes kwam er bij te pas.
Voor den Zwolschen politierechter hebben zich
ter verantwoorden gehad H. M. en A. H. uit Stap
horst. Beide mannen hadden oneeniglieid gekregen
over de verhuring van zitplaatsen in de kerk Zij
hadden dat op Staphorster manier uitgevochten.
D.w.z. met het mes. H. had bij die vechtpartij M.
een flinke jaap over zijn voorhoofd gegeven. Hij
werd daarvoor veroordeeld tot een maand gevan
genisstraf. M. kreeg een geldboete van twintig
gulden subs, tien dagen hechtenis.
Geschenken van huis. -
Italiaansche soldaten
beleven aan het front
in Albanië gelukkige
«ogenblikken, als een
zending pakketten uit
het vaderland voor de
manschappen arriveert
(Foto Weltbild-
NIEUWE SERIE No. 204
Juist als je langs het nieuwe buurmeisje loopt
in de hoop dat je nieuwe voetbalcostuum indruk
op haar zal maken hoor je twee dames met
luider stem zeggen: wat een grappige dreumes
Gebitsverzorging nog lang niet op
tien goeden neg.
VI at enquête van de Vereeniging voor Sociale
Tandheelkunde onthulde.
Dezer dagen hield de Nederlandsche Ver
eeniging voor sociale tandheelkunde te Utrecht
haar zevende jaarvergadering. Deze was in de eer
ste plaats bestemd voor een wijziging der statuten,
welke ten doel had een verandering te brengen in
de structuur van de vereeniging. Zij zal voortaan
bestaan uit vereenigingen, diep ractisch werkzaam
zijn op het gebied der sociale tandverzorging, be
langstellende vereenigingen en personeele leden.
In overeenstemming daarmede werd ook in de
samenstelling van het bestuur een zoodanige ver
andering gebracht, dat die drie groepen daarin be
hoorlijk zijn ver tegen woordiged. Ook de contri
butieregeling werd gewijzigd. Tensotte werd de mo
gelijkheid geschapen afdeelingen te vormen voor elk
der groepen van sociale tandheelkunde: kleuter
school- en voortgezette tandverzorging.
In de huishoudelijke vergadering werden in
vacatures en tot uitbreiding als bestuurslid be
noemd de heeren Scherphuis tandarts te Zaandam,
dr. ten Bruggencate, provinciaal kinderarts in
Noord-Holland, dr. van Dongen, directeur van den
G.G.D. te Bussum en Weder, secretaris van de
vereeniging voor schooltandverzorging in Holland's
midden.
Het wetenschappelijke gedeelte der vergadering
was gewijd aan een mededeeling door den secre
taris van de resultaten van een in 1939 bij de
gemeenten met meer dan 10.900 inwoners gehouden
enquête naar den toestand der gebitsvoorziening
in him gebied.
Over niet minder dan 138 van de 146 in aan
merking komende gemeenten waren inlichtingen
verkregen. Daaruit blijkt dat de toestand zeer
droevig is. In die gemeenten zijn werkzaam 1170
tandartsen, d.i. één op 4700 inwoners, terwijl een
tandarts zeker niet meer dan 1200 personen kan
helpen en er één huisarts is op 2400 personen. Het
blijkt verder, dat het aantal beschikbare tandartsen
afhangt van de welvaart der gemeente: hoe grooter
welvaart, hoe meer tandartsen.
Wat de verschillende soorten van tandenzorg be
treft: het blijkt dat er in ons land slechts 5 ge
meenten boven 10.000 inwoners zijn, waar syste
matische gebïtszorg voor kleuters bestaat,en dat ook
daar nog slechts een zeer klein deel Yz pet. der
kleuters wordt behandeld Voorts zijn er slechts
15 gemeenten waar schooltandverzorging is en
wel in een afdalend percentage naar hun grootte
Slechts in 9 van deze 15 werkt zij op een groot
deel dier scholen; in de overige bestaat een vereeni
ging of stichting, die op een deel der scholen in
enkele klassen begonnen is en het werk geleidelijk
uitbreidt
Ten aanzien van het werk der ziekenfondsen voor
de gebitsverzorging blijkt, dat in 90 van de 138
gemeenten, met 87 pet. van het aantal inwoners,
een of meer ziekenondsen zijn gevestigd en wel
in alle gemeenten met meer dan 50.000, in 92 pet.
der gemeenten met 29.000 tot 50.000 en in 50 pet.
in die met 10.000 tot 20.0000 inwoners. Doch slechts
in 62 dier gemeenten zijn er ziekenfondsen (nog
niet eens alle) die de gelegenheid openstellen voor
geregelde preventieve behandeling, dus meer dan
tandentrekken en verschaffing van een kunstgebit
tegen betaling, n.l. halfjaarlijksch onderzoek en
behandeling. Maar slechts 4 a 10 pet. der leden
van de desbetreffende fondsen maken van deze
gelegenheiod gebruik, zoodat in het geheele land
zeker niet meer dan 150.000 fondslcden van de 3l/z
millioen inwoners der gemeenten waar de gelegen
heid bestaat daarvan profiteeren, natuurlijk be
halve diegenen die naar een particulieren tandarts
gaan. Daar de gebitszorg voor de leden van de
ziekenfondsen nog zoo slecht is, spreekt1 het van
zelf, dat het daarmee voor de onvermogenden niet
beter gesteld is Slechts enkele gemeenten vermeld
den. dat er voor deze categorie gelegenheid tot pre
ventieve behandeling door een gemeentetandarts is
en overigens wordt hier en daar wel financieele
hulp verleend voor de aanschaffing van een kunst
gebit. als dat bijv. voor het verkrijgen van een be
trekking of voorkoming van ziekte noodig is.
Een uitvoerige discussie ontspon zich naar aan
leiding van deze mededeeling over hetgeen te doen
is om in den slechten toestand te voorzien. Men was
van oordeel, dat daarvoor twee maatregelen noodig
zijn: voorlichting over de noodzakelijkheid van ge
regelde verzorging van het gebit en algemecne in
voering van schooltandheelkunde, omdat op school
zoowel kinderen als ouders in massa worden voor
gelicht en de kinderen aan de zorg voor het gebit
worden gewend en omdat een dergelijke voorziening
financieel bereikbaar is en vandaar uit ook een
verdere voorziening na den schooltijd op socialen
grondslag door de ziekenfondsen en andere instel
lingen mogelijk is. (A.N.P.)
WEEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avends
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
Kou-impressie
Meeuwen scheren krijschend over het hobbelige
ijs van de Amsterdamsehe singels. De Noordooster
snijdt messcherp in de roode gezichten van de
hoofdstedelingen. De vorst, die zoo plotseling was
verdwenen is even plotseling weer verschenen.
Het ijs, dat nog eenige dagen geleden moest ca-
pituleeren voor den dooi, heeft thans het verloren
terrein, pardon, water, weer heroverd.
Het onverwachte van deze nieuwe koudo
maakt haar nog minder aantrekkelijk clan de
vorige. De vorige kortstondige doch felle regee
ring van de vorst is door schaatsenrijders met
vreugde begroet; over de periode die thans schijnt
aan te breken is men minder enthousiast. Vooral
de stadsmensch, niet zoo ingesteld op de snelle
klimaatswisselingen waaraan ons goede vader
land zoo rijk is, voelt zich bij deze onbegeerde
koudegolf minder behaaglijk. Dat is 'hem aan te
zien. De tranende oogen, de roode neuzen en de
hoog opgestoken kragen spreken een duidelijke
taal De Amsterdammer is op deze koude-inivasie
niet voorbereid. Het kost hem moeite zich voor den
derden keer dezen winter aan te passen. De stem
ming is gemelijk. Men kijkt ternauwernood op of
om. Iedereen heeft haast. Ook de provinciaal, die
toevallig in de hoofdstad is verdwaald, wordt door
de koudepsychose aangestoken. Liep hij in eigen
omgeving nog fier met den kraag van zijn overjas
naar beneden en zijn das losjes omgeslagen, thans
wordt de kraag hoog-op en de das strak aange
trokken. Het is of de wind op de grachten feller
is dan ergens anders. De groote hoogc huizen met
de breede stoepen en de naambordjes met dd
groote en breede namen vernietigen het laatste
restje provinciaalsche gemoedelijkheid. Alles ver
strakt ook de lucht. Zoo koud is het echter nog
niet of een Amsterdamsehe jongen van een jaar
of vijftien heeft de gladde ijzens al weer onder
gebonden en zwiert met brutalen slag over het ijs
dat zich moeite geeft om niet te kreunen. Hoog
in de lucht ronkt een vliegtuig. De schaatsenrijder
laat zich echter niet afleiden. Hij probeert ach
teruit te rijden en dat lukt hem al aardig. Toe
schouwers trekt hy echter niet. Zelfs de slagers
jongen. dit puikje van het „Amsterdamsehe jon-
gens-genus" laat zich niet tot een enkelen blik
verleiden.
Ook hij is triest.
B. K.
Verbod lot verwerking van eieren.
Het rijksbureau voor de voedselvoorziening in
oorlogstijd deelt mede, dat het eier-inventarisatie-
besluit 1940, hetwelk het in voorraad hebben en af
leveren van geconserveerde eieren zonder goed
keuring van de Nederlandsche centrale voor eieren
en pluimvee te Beekbergen verbiedt, thans is aan
gevuld met een verbod tot verwerking van eieren.
Genoemde centrale is bevoegd van dit verbod ont
heffing te verleenen, eventueel onder door haar te
stellen voorwaarden.
PROF. GEORG KULENKAMPFF IN ONS LAND.
De beroemde violist prof. Georg Kulenkampff
maakt deze week een tournee in ons land. O.a.
treedt de kunstenaar heden te Amsterdam op met
het Contcergebouw-orkest, vervolgens nog met
het Fhilharmonisch Orkest te Rotterdam, met het
Concertgebouw-orkest in clen Haag en met het
Utrechtsch Stedelijk Orkest.
van de Winterhulp Nederland
Winterhulp Nederland, den Haag.
No. 5553. Als bank der Winterhulp
Nederland is aangewezen de KasveT-
eeniging N.V. Amsterdam No. 877.
Stort op 5553 of 877
H. D. Louwes:
„Het betrachten van naastenliefde is
aan geen tijd van oorlog of vrededoch
aan den heerschenden staats- of maat-
schappijvorm gebonden. Zij rust in een
der meest elementaire menschenplichten:
de verantwoordelijkheid van den een jftor
den ander, steunt daarom dc Winter
hulp".