mmm Moord op kasteel Entzberg De laatste punten. Het menu van den dag Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkeheen ZATERDAG 18 JANUARI 1941' HA AR ITEM'S DAG BE AD" VOOR DE VROUW OPGERUIMD STAAT NETJES! Van een overgeschoten lapje maken we een practischen schoenenzak. Een zeer handig en practisch voorwerp is deze groote schoenenzak, waarin vier paar schoenen een plaatsje kunnen vinden en die wordt be vestigd tegen den binnenkant van de kastdeur. Vooral voor de kinder of jongemeisjeskamer is dit zeer geschikt, want we voorkomen hierdoor, dat de schoenen onder het bed rondslingeren en stoffig worden. De zak kan van elk mate riaal gemaakt worden, mits het flink stevig is. Hebben we een stuk jute tot onze beschikking, dan kunnen we er mét den kruissteek een paar aardige motieven op borduren. Op andere, niet afgedeelde stof gaat dit ook wel, maar dan moeten we het versieringsmotiefje er eerst op teekenen, tenzij we beslist gaven' als sier- kunstenares bezitten. Een bloem of ander mo tief van dikke wol in felle kleuren zal aller aardigst staan op gele of naturel jute. Bij het knippen van de twee langwerpige zakken, waarvan de onderkant vier schulpen vertoont, moet u erop letten, dat de bovenkant veel wijder is dan de onderkant. We rijgen den eenen zak eerst op de rechthoe kige lap jute en probeeren or de schoenen er in passen. Daarna halen we de zak er weer af en borduren hem. We knippen vervolgens den an deren zak even groot, borduren die eveneens, rijgen alles weer op en stikken het op de machine door. Ook tusschen de afdeelinkjes komen stiksels. Een heel eenvoudig werkje, waar u zeker plei- zier van zult beleven! Voorzichtig met Uw waschgoed! Ook netjes strijken is niet .ieders werk! Vandaag geven we het slot van onze waschvoor- safcriften en wel een kleine beschouwing over het st^fken. KUNSTZIJDEN GOEDEREN kunnen even goed als alle andere textielgoederen worden gestreken. Het is niet noodig, bizondere maatregelen te nemen. Men moet echter goed strij-. ken want er kunnen natuurlijk te glanzende plaatsen of vlekken ontstaan. De beste manier is om met een matig warm ijzer aan den verkeerden kant te strijken, zoolang de stukkén nog iets, maar in elk geval gelijkmatig vochtig zijn. Staat men er op aan den goeden kant uit te strij ken, dan is het beter een vochtige lap op het goed te leggen. Men mag het ijzer niet- te hard aan drukken, vooral niet bij tricotages en gebreide goe deren (charmeuse) en bij crêpe-weefsels. Bij ace taatkunstzijde mag het strijkijzer, evenals bij wol en naturzijde, in geen geval te warm zijn. Om aanx-aking met het ijzer te vermijden, kan men het goed met een dunne gladde katoenen stof bedekken. Kunstzijden gebreide goederen moeten in de lengterichting op de strijkplank worden gelegd, maar mén moet in de breedte strijken. Op deze wijze kan men ondergoed of overhemden „op maat" strijken. Als het stuk in dwai-srichting is afge streken, strijkt men nog eexunaal in de lengterich ting van onder naar boven. Hoe men ook strijkt, het goed moet vooral ge lijkmatig vochtig zijn. Dat is van groot belang en daarom moet men niet overgaan tot besprenkelen. Vouwen kunnen in het algemeen gemakkelijk worden gladgestreken. FRONTSTUKKEN VAN OVERHEMDEN moeten gestreken worden met een zachte, eenigs- zins vochtig gemaakt lap. Deze lap moet zoo goed 'uitgeknepen zijn, dat het ovei-hemd er niet zicht baar meer door wordt bevochtigd, daar andex-s kringen kunnen ontstaan. De frontstukken moeten worden gestreken van het' midden uitgaand naar links en naar rechts en niet van onder naar boven, daar anders de bovenkant gaat plooien. Losse stuk- Ken, zooals manchetten, moeten eex-st met het strijkijzer worden aangedrukt en pas worden uit gestreken wanneer men er zeker van is, dat er geen vouwen meer inzitten. CRêPE WEEFSELS moet men, nadat zij geheel zijn gedroogd, met een niet te zwaar en niet te warm ijzer stx-ijken, daar anders het ci'êpe-effect verloren gaat. Is het goed bij het wasschen iets gekrompen, dan kan men het, met de hand eeix weinig gladtrekken. GEWEVEN STOFFEN. die bij het wasschen hun vorm hebben verloren, moeten in gelijkmatig vochtigen toestand eerst overdwars en dan in de lengte worden gesti-eken. Borduursels moeten aan den verkeerden kant wor den gestreken, het liefst op een plank met een kus sentje. Men doet beter KOUSEN niet te strijken. Wie het toch doet, mag slechts een matig warm ijzer gebruiken. De kousen moeten bij 't strijken vochtig zijn en mén moet goed opletten, dat er geen vouwen in worden gedrukt. Over 'f bakken van pannekoeken Pannekoeken bakken van de bloem, die men op het oogenblk krijgt gaat neit zoo gemakkelijk zeker niet als men geen ei door het beslag doen kan. Men kan op een ons .bloem 2 lepels aardappelmeel of maizena nemen, en dit met de bloem zeven. Bij het bakken moet men de parmekoek vooral niet te vlug willen keeen, maar wachten tot de randen goed gaar zijn, dus de pan als de vlam niet zoo groot is, schuin houden boven de vlam, nu en dan verschuiven, zoodat de randen gaar worden. Onze puntenkaart loopt met 1 Februari af en nu zijn wij vrouwen er dus op uit, om de laatste resten er van zoo voordeelig mogelijk te besteden. Natuurlijk doen wij dat, zult u zeggen, maar toch is dit niet zoo gemakkelijk als het lijkt. Want er komt menig rekensommetje aan te pas, voordat wij alles vop de beste, de voondieeligste en de zuinigste manier hebben weten te doen. Om nog maar te zwijgen van de zeer groote rol die onze portemon- naiie er bij speelt. Wij beginnen natuurlijk met na te gaan wat wij het meest noodig hebben en hoeveel' punten we daarvoor zullen moeten missen .Dat is niet moei lijk, maar dan blijft de vraag: wat doen wij met de enkele overgeschoten punten, die ons dan nog res ten en die wij tooh niet graag willen latei-1 verloo- pen. Zakdoeken koopen, zegt de eene, maar zij heeft ze niet nooddg. Kousen aanschaffen, meent de an der, maar dat bedrag aan punten is niet klein ge noeg om alles op te maken. Zoo zijn er meer kleine textielgoederen, die best gebruikt kunnen worden, maar die nu juist op dit oogenblik niet direct noodig zijn, en dus tot een on- noodige geldsuitgave aanleiding geven. Veel beter is het om de laatste punten te ge bruiken voor stof aan het stuk. waarvan men ver scheidene diingen kar maken, die in het huishouden binnen afzienbaren tijd noodig zullen blijken te zijn. Heeft u binnenkort keukendoeken noodig, koop dan halflinnen of katoen aan het stuk; komen ex- gauw grovere keukendoeken als dweiltjes, zeep- doekjes en dergelijk aan de orde, neem dan eer paar knotten ongebleekt katoen waar u gemakke lijk allerlei van haken of breien kunt. Bent u gewend zachte wollen lappen te gebrui ken, schaf dan een lap dun flanel aan en werkt u veel met linnen doekjes neem dan een stukje linnen in huis, dat voor de vei-schillende doeleinden ge bruikt kan worden. Heeft u dit alles ndet direct noodig, maar natuur lijk toch wel binnenkort, pak het dan ongewas- sohen op en leg het in blauw papier: wit heeft op die manier miinder kans om geel te worden. Deel verder den tijd die het aanschaffen van deze huishoudelijke artikelen kost, op een goede marter in: loop niet van den eenen winkel naar den an dere om xx van alles te laten vooi-leggen, waarna het u zeker en vast al spoedig begint te duizeler, zoodat u prijzen en punten door elkaar haspelt en nexgens meer kop of staai-t aan weet. Voelt u zich onzeker: wat zal ik - koopen, neem dan eerst eens een paar uur om de étalages te gaan kijken, of er iets van uw gad:cig bij is. No teer puaxtenaantal en prijs, ga thuis dan rustig een berekening maken en ti-ek er daarna met .uw lijstje op uit om de gewensehte goederen aan te schaffen. Men kan toch ook wel rekening houden met de verkoopster, die prijzen en punten moet bereke nen, en van wie het wel wat al teveel is gevergd, wanneer de koopster ook nog de noodige adviezen wil hebben om'tenslotte zonder inkoop te vertrek ken „ik zal eerst oog wel eens zien". Besteedt ze goed, die laatste punten van de kaart, maar maak de becijfering thuis en laat u niet van uw stuk bx-engen door iets aardigs of iets practisoh, dat u zeker niet noodig heeft; dan zouden de laatste punten, die wij zoo graag goed willen besteden, wel eers een rouwkoop je kunnen worden. E. E. J.-P. Peterseliesoep Gro e n te pan.neko e k Aardappelen in de schil. Boter. Kwark met jam. RECEPTEN. Peterseliesoep. •VJL. water en 1/4 L. melk 1 flink bosje peterselie. 40 gr. bloem. 40 gr. boter. zout. Maggi-aroma. I-Iak de helft van de peterselie zeer fijn, en Iaat de rest, goed gewasschen, in de boter langdurig trekken. Neem de blaadjes eruit, druk ze zoo droog mógelijk uit en maak van deze boter met de bloem en liet water en de melk een gebonden soep. Maak ze af met wat zout en aroma, als het er op over kan schieten een ei, en voeg er in de soepterrien de Fijngehakte peterselie bijHet is van belang om deze soep zoo kort mogelijk vóór het opdoen te bereiden. Groentepannckoek. Allerlei fijngesneden rauwe groente kan men er voor gebruiken, evenals een rest gaargekookte groente, b.v. savoyekool, andijvie enz. Benoodigdheden voor 4 pers.: pl.m. 500 gr. ge kookte aardappelen, pl.m. 200 gr. rauwe groente of een flinke rest gekookte, 1 ei. melk, zout, peper, nootmuskaat, bloem. Van de fijngemaakte aardappelen met de groente, het ei, kruiden, en zooveel melk en bloem als noodig is om een stevige massa te vei-krïjgen, een goed smakend mengsel maken, dat niet te slap moet zijn. In de koekepan een lepel boter of vet heet laten worden, het mengsel erin doen en NAT ZOUT Neemt U voortaan maar liever JOZO of NEZO! Altijd droog! Blank als sneeuw: het fijnste keukenzout! (Adv. Ingez. Med.) VOOR DE KINDEREN Naast den agent is Prik een dwerg! De man vertrouwt de zaak niet erg. Hij kijkt Prik onderzoekend aan En twijfelt of hij hem na zal gaan. Zijn blikken schijnen Prik te villen, De arme kan haast niet van 't rillen. Naar A Caov^naur. .n avonturen van Mllnhecr PrlU.fc Teebentng van Aarl uan Ewtjk, De angst doet Prik welhaast bezwijken. De man staat hem nog na te kijken! Sneller en sneller wordt Prlk's pas, Aan 't eind der straat is hij alras. Verschrikkelijk was dit moment, Het norsch gelaat van dien agentl PETER PAUL BERTRAM. 14) „Dat is allemaal goed en wel", zei Buschroitner bij een adempauze van den professor, „maar dat zijn slechts vei-moedens. Kunt u uw veiuioedens ook be wijzen? Ik bedoel: „gelooft u of beweert u?" „Ik ben er van overtuigd, dt Duschinsky de moor denaar is". „Ik zal u iets zeggen, professor. Eerst als iemand door een rechtbank schuldig bevonden is, mag men hem een moordenaar noemen. In andere gevallen moet men voorzichtig zijn met zijn beweringen. Mijnheer Duschinsky is onsympathiek. Maar gelooft u niet, dat uw oordeel zeer subjectief is?" Professor Pribram zweeg. „Professor', ging Buschroitner rustxg voort, „hebt u vannacht tusschen negen en twaalf of misschien half een, iets bemerkt, dat met de misdaad m verband zou kunnen staan?" ",Dat is dan alles voor het oogenblik. Misschien zou uw vrouw zoo vriendelijk willen zijn nog even hier te blijven". „Mijn vrouw kan haar verklaring ook in mi.m aanwezigheid afleggen", merkte professor Pribram Buschroitner verloor zijn geduld. „Luistex-t u eens professor, hoe u uw leerlingen onderricht geeft gaat mij niets aan en ik zou me er wel voor wach ten mij er mee te bemoeien. Ik verzoek u alleen om mij' het onderzoek te laten leiden, zooals ik dat geleerd heb". „Het is werkelijk beter als je me even alleen laat, Helmuth", zei mevrouw Pribram. „Als jij dat wilt", antwoordde haar echtgenoot beïeedigd en vex-liet de kamer. „Dank u mevrouw", zei Buschroitner glimlachend „En vertelt u me nu eens wat u van de. geschie denis weet. U ziet er uit als een verstandige vrouw, die haar oogen en ooren de kost weet te geven". Mevrouw Pribram lachte gevleid. „Ik heb niet dezelfe meening als mijn man", zei ze. „Want er is mij gisteravond bij het diner iets opgevallen. Mijnheer Duschinsky was minder zenuwachtig dan anders. En ik kan mij niet voor stellen dat een man, die van plan is een moord te begaan, zoo rustig is, of althans ustiger is dan hij geweest is". „Daar is iets van waar", zei Buschroitner. „Heeft u verder nog iets opgemerkt?" „Neen, commissaris". „Dan dank ik u zeer". Hij bracht haar naar de dexxr en gaf opdracht een van de zusters Grabner te roepen. „Welke commissaris?" „Blijft mij gelijk". Buschroitner keek op zijn hor loge. Het was over elven. „Niet om door te komen", zuchtte de commissaris. Hij geeuwde hevig. Voor de deur hoorde hij een woordenwisseling. Twee opgewonden vrouwenstemmen en de goed moedige bas van Zeilmoser di-ongen in de kamer door. Buschroitner ging naar de deur en maakte die open. „Commissaris", meldde Zeilmoser ongelukkig, „de dames willen alleen tegelijk naar binnen". „Konx dan maar allebei", bromde Buschroitner glimlachend. „Maar denk er om, alleen wie wat gevraagd wordt, spreekt. De zusters Grabner betraden aarzelend de biblio theek. Buschroitner begon vragen te stellen. Zijn stem klonk streng en ambtelijk. Het gelukte hem op deze wijze de woordenstroom van de beide oude vrijsters binnen de perken te houden. „Hebt u gisteren iets bemerkt, dat in verband zou kunnen staan tot den moord?", vroeg hij aan Melitta Grabner. De beide zusters keken elkaar weifelend aan. „Neen", zei Melitta. „Ja", riep Daisy. Buschroitner wachtte zwijgend. „Ik bedoel", zei Melitta, „ik heb niets gemerkt, maar mijn zuster wel". „En wat heeft u gisteren bemerkt?", wendde Buschroitner zich tot de andere. „Gisteren heb ik heelemaal niets bemerkt", zei ze en pas toen Buschroitner haar verwonderd aan keek, ging ze voort: „maar vandaag. Vanmor gen". „Ja, jxxist, gaat u verder". Hij klopte met het vouwbeen op de tafel. „Weet u, commissaris, toen ik gehoord had, dat mijnheer Von Ghetaldi vermoord was, is de schrik me in mijn beenen geslagen. Ik' was er ziek van. Het was zoo'n knappe man, mijnheer Von Ghetaldi en ik had er echt verdriet van. Het liefst had ik gehuild. En Melitta ook. En toen heb ik tegen mijn zuster gezegd: „Melitta", zei ik, „dat is een moord uit jaloezie!" En ik heb gelijk gehad". Hoe dan?" vroeg Buschroitner. „Wacht commissaris, dat komt nu. Ik heb dus getrild als een blad en het is dan ook geen kleinig heid, onder'één dak te zijn met iemand die ver moord is. En de anderen hebben over niets anders gesproken, dan wie den moord_ begaan heeft. En toen was ik zoo overstuur, dat ik naar boven ben gegaan naar mijn kamer. En omdat ik zoo zenuw achtig was, ben ik op het balcon gaan liggen en heb valeriaan genomen. Dat maakt rustig. Ik zeg u, commissaris, als u eens heelemaal overstuur is. dan moe u valeriaan nemen. Het ruikt heelemaal niet en men voelt zich direct beter". „Heel vriendelijk van u, ik zal het onthoiiden", zei Buschroitner, die met engelexigednld geluistex-d had. „En toen ik daar zoo lag en dacht daar schijnt de zon en beneden ligt die arme mijnheer Voxx Ghetaldi. dood en ve.rmoord, toexx hoorde ik opeens een stem naast me.". Daisy Gx-abner hield een dramatische pauze. „U hoeft niet te gelooven com missaris, dat ik geluisterd heb. Zooiets doe ik niet. Ik bekommer me principieel niet om zaken die me niet aangaan. Neen, dat doe ik niet. Maar toen ik zoo lag, moest ik onwillekeurig luisteren, of ik wilde of niet. U begrijpt me toch, niet waar?" „Zeker, natuurlijk, juffrouw Grabner". zei Busch roitner. „Er zijn soms situaties in het leven „Dat is het", zei Daisy Grabner dankbaar. „Si tuaties! Nooit van mijn leven zal ik die situatie vergeten". Ze haalde diep adem .„En wat ik toen gehooi-d heb. commissaris! Ik ben er wit van ge worden en ik ben ddelïjk naai- mijn zuster ge- loopen. En sedert dien tijd ben ik steeds bij haar gebleven, ik durfde niet meer alleen te zijn. Je kunt nooit weten". „Waarom is u dan niet direct gekomen?", vroeg Burohroitner. „Als dat wat u weet zoo belangrijk „Belangrijk!" riep Daisy Grabner. „Ik ben bang geweest. Ik wilde niemand laten merken dat ik wat wist. Misschien had men mij anders ook ver moord. Trouw li- rev. wat er nog gebeuren lean dp zoo'n kasteel, waar overal moordwapens hangen. We zim verschrikkelijk zenuwachtig ge worden, mijn zuster en ik, toen we steeds maar moesten wachten en wachten Steeds weer werden anderen -"n-oepen". „Dat spijt me", zei Buschroitner. „Maar nu u ein delijk hier is„ zegt u me nu tenminste dan wat u gehooi-d heeft". „Ja", begon Daisy Grabner weer, .toen ik daar zoo lag hoorde ik opeens, hoe in de kamer naast me de deur opengerukt werd en toen riep iemand, het was een dame. „Angela!"! Ja, „Angela" heeft ze geroepen". „Heeft u de stem herkend!?" „Zeker ben ik er niet van, maar ik geloof dat het de gravin was, want freule Angela antwoordde- „Beate, wat is er?" „Dat was dus de gravin", constateerde Busch roitner. „Ziet u, commissaris, dat heb ik direct gedacht" „Verder, alstublieft", zei Buschroitner, nu toch eindelijk ongeduldig. „De gravin was verschrikkelijk opgewonden. Ze snikte en haar stem trilde. „Ik weet niet wat ik doen moet", heeft ze gezegd. „Ik ben wanhopig. Tk word nog gek", heeft ze geroepen. „Ik kan het me niet voorstellen! Adalbert heefj en toen begon ze te huilen, zoodat ik niet kon hooren wat ze zei. En toen riep de freule heel hard: „Neen, je bent niet gek gewoi-den! Ik geloof het niet!" En de gravin snikte verder en riep steeds weer: „Geloof me toch!" En de freule schreeuwde: „Je liegt!" En de gravin zei: „Neen dat is juist het verschrikkelijke! Tk heb het hem gezegd en hij heeft het niet ontkend. Ik ben zoo ongelukkig!" en toen begon ze weer te huilen. En toen heeft de freule plotseling het raam gesloten en toen kon ik niets meer hooren". „Hm", zei Buschroitner nadenkend. „Wat was naar uw meenihg de beteekenls vaix dit gesprek?" „De beteekenis", vroeg Daisy verbaasd. „Natuur Hier is een eenvoudi hoestsiroop-recept vo kinderen en volwassen Dit ï-eceptje dat U ze; klaarmaken is uits tegen verkoudheid, t kinkhoest. Een kind van nature een hei medicijnen. Daarom blij zijn met dit reci een goedsmakep.de siroop: In een kwat heet water lost U ee lepel suiker op. Na afkoeling voegt U hiera 30 gram Vervus (dubbel geconcentreerd), bij eiken apotheker of drogist kunt veri Even goed roeren en Uw hoestsiroop is; Dosis: voor kinderen van 3 tot 8 jaar: eet lepel; 8 tot 12 jaar: een dessertlepel; vt* wassenen: een eetlepel. Na de drie voorn maaltijden en voor het naar bed gaan, niet een 30 grams-fleschje Vervus (dub) concentreerd) in huis te halen en be«i receptje goed. (Adv. Ingez. op een niet te fel vuur bruin bakken. Met van een deksel keeren en den anderen kan bakken. In punten gesneden opdienen. K\v,ark met jam. 250 gr. kwark. liter melk, 4 afgestreb lepels van de een of andere jam. Klop e garde geleidelijk de melk door de kwark het dan gelijkmatig door de zoo noodig ve lam. Presenteer er beschuitjes bij. WANDELEN IN DEN WIN Niets is zoo goed om fit te bl Als 't zomer is en prachtig zonnig, toch te warm weer, dan is wandelen geen kxjns s winters en in 't vroege vooi-jaar, als 't zot kil en guur kanizijn, als stormvlagen en hat afwisselen met de armoedige straaltjes v bleekzuchtig zonnetje, danis wande; kunst op zichzelf Een kunst evenwel, die- tegenstelling met de meeste kunstuitingen eens goed betaald wordt! Want wandelen in den winter geeft gezc levenslust en energie. Mits we het goed Neem deze wenken li Uw wandeling moet in de eerste plaats t tabel zijn. U moet zich. ook als in den Wandelt echt prettig voelen. En dus geen t wandelingen. Het optornen tegen de element inspanning, die geen ovei'spanning mag wo: Ten tweede: zorgt u er voor, geen kou te Ga nooit in den kouden wind zitten, al de zon voor 't' oogenblik nog zoo heerlijk, een dikke waterdichte jas onder u uit te s; Langen tijd zitten mag nooit Ten derde: wanneer we van plan zijn t. een heel loffelijk voornemen! om lange v; wandelingen te maken, mogen we de dagel kortere tochtjes daartusschen niet vergefe Een lange wndeling „zóó van de warmei maakt veel vatbaarder voor vex-koudheid daxl lijksche training. Ten vierde: we zorgen natuurlijk goed n huid, want schilferige wangen en springes pen zijn lastig en leelijk. We gebruiken eet vette huidcrême, niet alleen als laatste rc voor de wandeling, maar steevast iedere voor het naar bed gaan. Ten vijfde: voor winter- en voox-jaarsvr gen kiezen we lichte, doch warme kleedin? onderkleeding en wollen kousen vormen geschikte dracht. Een kort leéren of peau of dik duffel jasje is voor de wandeling Ten zesde: wij letten speciaal op onze si Deze moeten goed zitten, mogen niet te gro: vooral ook niet te klein zijn. Het best void paartje, dat we eerst een tijdlang in huis gedx-agen, zooda we ons schoeisel niet bij stap voelen. De schoenen-molières moeten waterdicht zijn, dus met een stevige tong, ook door de veter gaatjes geen voclit naar kan dringen. Warme, droge voeten zijn voorwaarde voor echte wandelvx-eugde Ook letten we bizonder op onze handsc) Een oud. doch warm paar, losjes aangetrokki doet het best. Koude handen, die voortdurend waraif of door vriendelijke begeleiders gewreven wox-den, mogen een factor van romantiek prettig is anders. Ten zevende: we nemen voor langere wane in onze trouwe thei-mosflesch een flinke t heid heete drank liefst melk met een „ss koffie of chocolade mee. Dit verkwikt vo nattig weer! FELICITAS 'N VAJjE VLEKKEBIGK HUID en de vormt van vetwormpjes en puistjes is een bewijs re verstopte poriën. Zoo'n huid kwijnt, 'n Radoi zuurstof-behandeling, dagelijks toegepast, wonderen. Bovendien spaart het zeep, ge wat Radox in Uw waschwater doet. Bij apoth. en drog. 41 ct. en 15ct. incl. verh.0.5 (Adv. Ingez. lijk, dat de graaf mijnheer Von Ghetaldi heeft". „Is u daar heel zeker van?" Daisy Grabner knikte ijverig. „Omdat i Von Ghetaldi de gravin gisteravond aan N hof gemaakt heeft. Jaloersch was de graai ook oud en zij een jonge mooie vruuw, heer Von Ghetaldi kan een vrouw het hoi Dat hebben we bij mevrouw Fechner geé is overigens uit haar vel gesprongen, om geen notitie meer van haar nam". Buschroitner zweeg een oogenblik. „Uw ring was heel belangwekkend dames", zei' slotte. „Ik dank u zeer". Hij stond op. gezusters Grabner bleven aarzelend staan, u nog iets zeggen?", informeerde Ba ner. „Neen, eigenlijk niet", stamelde Melitta „Het is alleen maar", meende Daisy, „of dat we rustig kunnen gaan slapen?" Buschroitner begreep het en onderdruk? glimlach. „U kunt er van vei-zekerd zijn, dat u vaar dreigt. Ik zal er bovendien voor zorge: niets ovex-komt. U kunt rustig gaan slapen, nacht". Toen de zusters Grabner weg waren, zei roitner tegen Haberler: „Zoo, nu nog a Feldmann en dan zijn we klaar, Zeilmoser) mijnheer Feldmann hier te komen". Feldmann trok een lijdend gezicht en r; zijn persoonlijke gegevens opgesomd had hij uitvoerig te vertellen over het ernstig®1 dat ontstaat wanneer iemand die aan gal lijd', een lekkerbek is. „Toen dr. Muir mij een poeder gegew voelde ik me wat beter", zei hij klagend., een paar minuten ben ik ingeslapen. Mi kwam de bediende met de warme kruik er. het met slapen". „U hebt waarschijnlijk niets gehoord?", „Niets wat met den moord in verbaK Mijxxheer Duschinksy heeft me gevraagd d hoord heb dat hij uit de donkere kamer komen is; ik heb hem gezegd, dat ik omstr uur iemand gehoord heb, maar of hij het 1 is, weet ik natuurlijk niet". Wordt ver«

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6