mmm
Moord op kasteel Entzberg
De laatste punten.
Het menu van den dag
Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkeheen
ZATERDAG 18 JANUARI 1941'
HA AR ITEM'S DAG BE AD"
VOOR DE VROUW
OPGERUIMD STAAT NETJES!
Van een overgeschoten lapje maken
we een practischen schoenenzak.
Een zeer handig en practisch voorwerp is deze
groote schoenenzak, waarin vier paar schoenen
een plaatsje kunnen vinden en die wordt be
vestigd tegen den binnenkant van de kastdeur.
Vooral voor de kinder of jongemeisjeskamer is dit
zeer geschikt, want we voorkomen hierdoor,
dat de schoenen onder het bed rondslingeren
en stoffig worden. De zak kan van elk mate
riaal gemaakt worden, mits het flink stevig is.
Hebben we een stuk jute tot onze beschikking,
dan kunnen we er mét den kruissteek een paar
aardige motieven op borduren. Op andere,
niet afgedeelde stof gaat dit ook wel, maar
dan moeten we het versieringsmotiefje er eerst
op teekenen, tenzij we beslist gaven' als sier-
kunstenares bezitten. Een bloem of ander mo
tief van dikke wol in felle kleuren zal aller
aardigst staan op gele of naturel jute.
Bij het knippen van de twee langwerpige
zakken, waarvan de onderkant vier schulpen
vertoont, moet u erop letten, dat de bovenkant
veel wijder is dan de onderkant.
We rijgen den eenen zak eerst op de rechthoe
kige lap jute en probeeren or de schoenen er
in passen. Daarna halen we de zak er weer af en
borduren hem. We knippen vervolgens den an
deren zak even groot, borduren die eveneens,
rijgen alles weer op en stikken het op de machine
door. Ook tusschen de afdeelinkjes komen
stiksels.
Een heel eenvoudig werkje, waar u zeker plei-
zier van zult beleven!
Voorzichtig met Uw waschgoed!
Ook netjes strijken
is niet .ieders werk!
Vandaag geven we het slot van onze waschvoor-
safcriften en wel een kleine beschouwing over het
st^fken.
KUNSTZIJDEN GOEDEREN
kunnen even goed als alle andere textielgoederen
worden gestreken. Het is niet noodig, bizondere
maatregelen te nemen. Men moet echter goed strij-.
ken want er kunnen natuurlijk te glanzende plaatsen
of vlekken ontstaan. De beste manier is om met
een matig warm ijzer aan den verkeerden kant te
strijken, zoolang de stukkén nog iets, maar in elk
geval gelijkmatig vochtig zijn.
Staat men er op aan den goeden kant uit te strij
ken, dan is het beter een vochtige lap op het goed
te leggen. Men mag het ijzer niet- te hard aan
drukken, vooral niet bij tricotages en gebreide goe
deren (charmeuse) en bij crêpe-weefsels. Bij ace
taatkunstzijde mag het strijkijzer, evenals bij wol
en naturzijde, in geen geval te warm zijn. Om
aanx-aking met het ijzer te vermijden, kan men het
goed met een dunne gladde katoenen stof bedekken.
Kunstzijden gebreide goederen moeten in de
lengterichting op de strijkplank worden gelegd,
maar mén moet in de breedte strijken. Op deze
wijze kan men ondergoed of overhemden „op maat"
strijken. Als het stuk in dwai-srichting is afge
streken, strijkt men nog eexunaal in de lengterich
ting van onder naar boven.
Hoe men ook strijkt, het goed moet vooral ge
lijkmatig vochtig zijn. Dat is van groot belang en
daarom moet men niet overgaan tot besprenkelen.
Vouwen kunnen in het algemeen gemakkelijk
worden gladgestreken.
FRONTSTUKKEN VAN OVERHEMDEN
moeten gestreken worden met een zachte, eenigs-
zins vochtig gemaakt lap. Deze lap moet zoo goed
'uitgeknepen zijn, dat het ovei-hemd er niet zicht
baar meer door wordt bevochtigd, daar andex-s
kringen kunnen ontstaan. De frontstukken moeten
worden gestreken van het' midden uitgaand naar
links en naar rechts en niet van onder naar boven,
daar anders de bovenkant gaat plooien. Losse stuk-
Ken, zooals manchetten, moeten eex-st met het
strijkijzer worden aangedrukt en pas worden uit
gestreken wanneer men er zeker van is, dat er geen
vouwen meer inzitten.
CRêPE WEEFSELS
moet men, nadat zij geheel zijn gedroogd, met een
niet te zwaar en niet te warm ijzer stx-ijken, daar
anders het ci'êpe-effect verloren gaat. Is het goed
bij het wasschen iets gekrompen, dan kan men het,
met de hand eeix weinig gladtrekken.
GEWEVEN STOFFEN.
die bij het wasschen hun vorm hebben verloren,
moeten in gelijkmatig vochtigen toestand eerst
overdwars en dan in de lengte worden gesti-eken.
Borduursels moeten aan den verkeerden kant wor
den gestreken, het liefst op een plank met een kus
sentje.
Men doet beter
KOUSEN
niet te strijken. Wie het toch doet, mag slechts een
matig warm ijzer gebruiken. De kousen moeten bij 't
strijken vochtig zijn en mén moet goed opletten,
dat er geen vouwen in worden gedrukt.
Over 'f bakken van pannekoeken
Pannekoeken bakken van de bloem, die men op
het oogenblk krijgt gaat neit zoo gemakkelijk
zeker niet als men geen ei door het beslag doen kan.
Men kan op een ons .bloem 2 lepels aardappelmeel
of maizena nemen, en dit met de bloem zeven. Bij
het bakken moet men de parmekoek vooral niet te
vlug willen keeen, maar wachten tot de randen
goed gaar zijn, dus de pan als de vlam niet zoo
groot is, schuin houden boven de vlam, nu en dan
verschuiven, zoodat de randen gaar worden.
Onze puntenkaart loopt met 1 Februari af en nu
zijn wij vrouwen er dus op uit, om de laatste resten
er van zoo voordeelig mogelijk te besteden.
Natuurlijk doen wij dat, zult u zeggen, maar toch
is dit niet zoo gemakkelijk als het lijkt. Want er
komt menig rekensommetje aan te pas, voordat wij
alles vop de beste, de voondieeligste en de zuinigste
manier hebben weten te doen. Om nog maar te
zwijgen van de zeer groote rol die onze portemon-
naiie er bij speelt.
Wij beginnen natuurlijk met na te gaan wat wij
het meest noodig hebben en hoeveel' punten we
daarvoor zullen moeten missen .Dat is niet moei
lijk, maar dan blijft de vraag: wat doen wij met de
enkele overgeschoten punten, die ons dan nog res
ten en die wij tooh niet graag willen latei-1 verloo-
pen.
Zakdoeken koopen, zegt de eene, maar zij heeft
ze niet nooddg. Kousen aanschaffen, meent de an
der, maar dat bedrag aan punten is niet klein ge
noeg om alles op te maken.
Zoo zijn er meer kleine textielgoederen, die best
gebruikt kunnen worden, maar die nu juist op dit
oogenblik niet direct noodig zijn, en dus tot een on-
noodige geldsuitgave aanleiding geven.
Veel beter is het om de laatste punten te ge
bruiken voor stof aan het stuk. waarvan men ver
scheidene diingen kar maken, die in het huishouden
binnen afzienbaren tijd noodig zullen blijken te zijn.
Heeft u binnenkort keukendoeken noodig, koop
dan halflinnen of katoen aan het stuk; komen ex-
gauw grovere keukendoeken als dweiltjes, zeep-
doekjes en dergelijk aan de orde, neem dan eer
paar knotten ongebleekt katoen waar u gemakke
lijk allerlei van haken of breien kunt.
Bent u gewend zachte wollen lappen te gebrui
ken, schaf dan een lap dun flanel aan en werkt u
veel met linnen doekjes neem dan een stukje linnen
in huis, dat voor de vei-schillende doeleinden ge
bruikt kan worden.
Heeft u dit alles ndet direct noodig, maar natuur
lijk toch wel binnenkort, pak het dan ongewas-
sohen op en leg het in blauw papier: wit heeft op
die manier miinder kans om geel te worden.
Deel verder den tijd die het aanschaffen van deze
huishoudelijke artikelen kost, op een goede marter
in: loop niet van den eenen winkel naar den an
dere om xx van alles te laten vooi-leggen, waarna
het u zeker en vast al spoedig begint te duizeler,
zoodat u prijzen en punten door elkaar haspelt en
nexgens meer kop of staai-t aan weet.
Voelt u zich onzeker: wat zal ik - koopen, neem
dan eerst eens een paar uur om de étalages te
gaan kijken, of er iets van uw gad:cig bij is. No
teer puaxtenaantal en prijs, ga thuis dan rustig een
berekening maken en ti-ek er daarna met .uw lijstje
op uit om de gewensehte goederen aan te schaffen.
Men kan toch ook wel rekening houden met de
verkoopster, die prijzen en punten moet bereke
nen, en van wie het wel wat al teveel is gevergd,
wanneer de koopster ook nog de noodige adviezen
wil hebben om'tenslotte zonder inkoop te vertrek
ken „ik zal eerst oog wel eens zien".
Besteedt ze goed, die laatste punten van de kaart,
maar maak de becijfering thuis en laat u niet van
uw stuk bx-engen door iets aardigs of iets practisoh,
dat u zeker niet noodig heeft; dan zouden de laatste
punten, die wij zoo graag goed willen besteden,
wel eers een rouwkoop je kunnen worden.
E. E. J.-P.
Peterseliesoep
Gro e n te pan.neko e k
Aardappelen in de schil.
Boter.
Kwark met jam.
RECEPTEN.
Peterseliesoep.
•VJL. water en 1/4 L. melk
1 flink bosje peterselie.
40 gr. bloem.
40 gr. boter.
zout.
Maggi-aroma.
I-Iak de helft van de peterselie zeer fijn, en Iaat
de rest, goed gewasschen, in de boter langdurig
trekken. Neem de blaadjes eruit, druk ze zoo
droog mógelijk uit en maak van deze boter met
de bloem en liet water en de melk een gebonden
soep. Maak ze af met wat zout en aroma, als het
er op over kan schieten een ei, en voeg er in de
soepterrien de Fijngehakte peterselie bijHet is
van belang om deze soep zoo kort mogelijk vóór
het opdoen te bereiden.
Groentepannckoek.
Allerlei fijngesneden rauwe groente kan men
er voor gebruiken, evenals een rest gaargekookte
groente, b.v. savoyekool, andijvie enz.
Benoodigdheden voor 4 pers.: pl.m. 500 gr. ge
kookte aardappelen, pl.m. 200 gr. rauwe groente
of een flinke rest gekookte, 1 ei. melk, zout, peper,
nootmuskaat, bloem.
Van de fijngemaakte aardappelen met de
groente, het ei, kruiden, en zooveel melk en bloem
als noodig is om een stevige massa te vei-krïjgen,
een goed smakend mengsel maken, dat niet te
slap moet zijn. In de koekepan een lepel boter of
vet heet laten worden, het mengsel erin doen en
NAT ZOUT
Neemt U voortaan maar liever JOZO of NEZO!
Altijd droog! Blank als sneeuw: het fijnste
keukenzout!
(Adv. Ingez. Med.)
VOOR DE KINDEREN
Naast den agent is Prik een dwerg!
De man vertrouwt de zaak niet erg.
Hij kijkt Prik onderzoekend aan
En twijfelt of hij hem na zal gaan.
Zijn blikken schijnen Prik te villen,
De arme kan haast niet van 't rillen.
Naar A Caov^naur.
.n avonturen van Mllnhecr PrlU.fc
Teebentng van Aarl uan Ewtjk,
De angst doet Prik welhaast bezwijken.
De man staat hem nog na te kijken!
Sneller en sneller wordt Prlk's pas,
Aan 't eind der straat is hij alras.
Verschrikkelijk was dit moment,
Het norsch gelaat van dien agentl
PETER PAUL BERTRAM.
14)
„Dat is allemaal goed en wel", zei Buschroitner
bij een adempauze van den professor, „maar dat zijn
slechts vei-moedens. Kunt u uw veiuioedens ook be
wijzen? Ik bedoel: „gelooft u of beweert u?"
„Ik ben er van overtuigd, dt Duschinsky de moor
denaar is".
„Ik zal u iets zeggen, professor. Eerst als iemand
door een rechtbank schuldig bevonden is, mag men
hem een moordenaar noemen. In andere gevallen
moet men voorzichtig zijn met zijn beweringen.
Mijnheer Duschinsky is onsympathiek. Maar gelooft
u niet, dat uw oordeel zeer subjectief is?"
Professor Pribram zweeg.
„Professor', ging Buschroitner rustxg voort, „hebt
u vannacht tusschen negen en twaalf of misschien
half een, iets bemerkt, dat met de misdaad m
verband zou kunnen staan?"
",Dat is dan alles voor het oogenblik. Misschien
zou uw vrouw zoo vriendelijk willen zijn nog
even hier te blijven".
„Mijn vrouw kan haar verklaring ook in mi.m
aanwezigheid afleggen", merkte professor Pribram
Buschroitner verloor zijn geduld. „Luistex-t u eens
professor, hoe u uw leerlingen onderricht geeft gaat
mij niets aan en ik zou me er wel voor wach
ten mij er mee te bemoeien. Ik verzoek u alleen
om mij' het onderzoek te laten leiden, zooals ik dat
geleerd heb".
„Het is werkelijk beter als je me even alleen
laat, Helmuth", zei mevrouw Pribram.
„Als jij dat wilt", antwoordde haar echtgenoot
beïeedigd en vex-liet de kamer.
„Dank u mevrouw", zei Buschroitner glimlachend
„En vertelt u me nu eens wat u van de. geschie
denis weet. U ziet er uit als een verstandige vrouw,
die haar oogen en ooren de kost weet te geven".
Mevrouw Pribram lachte gevleid.
„Ik heb niet dezelfe meening als mijn man", zei
ze. „Want er is mij gisteravond bij het diner iets
opgevallen. Mijnheer Duschinsky was minder
zenuwachtig dan anders. En ik kan mij niet voor
stellen dat een man, die van plan is een moord
te begaan, zoo rustig is, of althans ustiger is dan hij
geweest is".
„Daar is iets van waar", zei Buschroitner. „Heeft
u verder nog iets opgemerkt?"
„Neen, commissaris".
„Dan dank ik u zeer".
Hij bracht haar naar de dexxr en gaf opdracht
een van de zusters Grabner te roepen.
„Welke commissaris?"
„Blijft mij gelijk". Buschroitner keek op zijn hor
loge. Het was over elven. „Niet om door te komen",
zuchtte de commissaris. Hij geeuwde hevig.
Voor de deur hoorde hij een woordenwisseling.
Twee opgewonden vrouwenstemmen en de goed
moedige bas van Zeilmoser di-ongen in de kamer
door. Buschroitner ging naar de deur en maakte die
open.
„Commissaris", meldde Zeilmoser ongelukkig, „de
dames willen alleen tegelijk naar binnen".
„Konx dan maar allebei", bromde Buschroitner
glimlachend. „Maar denk er om, alleen wie wat
gevraagd wordt, spreekt.
De zusters Grabner betraden aarzelend de biblio
theek.
Buschroitner begon vragen te stellen. Zijn stem
klonk streng en ambtelijk. Het gelukte hem op deze
wijze de woordenstroom van de beide oude
vrijsters binnen de perken te houden.
„Hebt u gisteren iets bemerkt, dat in verband
zou kunnen staan tot den moord?", vroeg hij aan
Melitta Grabner.
De beide zusters keken elkaar weifelend aan.
„Neen", zei Melitta.
„Ja", riep Daisy.
Buschroitner wachtte zwijgend.
„Ik bedoel", zei Melitta, „ik heb niets gemerkt,
maar mijn zuster wel".
„En wat heeft u gisteren bemerkt?", wendde
Buschroitner zich tot de andere.
„Gisteren heb ik heelemaal niets bemerkt", zei ze
en pas toen Buschroitner haar verwonderd aan
keek, ging ze voort: „maar vandaag. Vanmor
gen".
„Ja, jxxist, gaat u verder". Hij klopte met het
vouwbeen op de tafel.
„Weet u, commissaris, toen ik gehoord had, dat
mijnheer Von Ghetaldi vermoord was, is de schrik
me in mijn beenen geslagen. Ik' was er ziek van.
Het was zoo'n knappe man, mijnheer Von Ghetaldi
en ik had er echt verdriet van. Het liefst had ik
gehuild. En Melitta ook. En toen heb ik tegen mijn
zuster gezegd: „Melitta", zei ik, „dat is een moord
uit jaloezie!" En ik heb gelijk gehad".
Hoe dan?" vroeg Buschroitner.
„Wacht commissaris, dat komt nu. Ik heb dus
getrild als een blad en het is dan ook geen kleinig
heid, onder'één dak te zijn met iemand die ver
moord is. En de anderen hebben over niets anders
gesproken, dan wie den moord_ begaan heeft. En
toen was ik zoo overstuur, dat ik naar boven ben
gegaan naar mijn kamer. En omdat ik zoo zenuw
achtig was, ben ik op het balcon gaan liggen en
heb valeriaan genomen. Dat maakt rustig. Ik zeg
u, commissaris, als u eens heelemaal overstuur is.
dan moe u valeriaan nemen. Het ruikt heelemaal
niet en men voelt zich direct beter".
„Heel vriendelijk van u, ik zal het onthoiiden",
zei Buschroitner, die met engelexigednld geluistex-d
had.
„En toen ik daar zoo lag en dacht daar schijnt
de zon en beneden ligt die arme mijnheer Voxx
Ghetaldi. dood en ve.rmoord, toexx hoorde ik opeens
een stem naast me.". Daisy Gx-abner hield een
dramatische pauze. „U hoeft niet te gelooven com
missaris, dat ik geluisterd heb. Zooiets doe ik niet.
Ik bekommer me principieel niet om zaken die me
niet aangaan. Neen, dat doe ik niet. Maar toen ik
zoo lag, moest ik onwillekeurig luisteren, of ik
wilde of niet. U begrijpt me toch, niet waar?"
„Zeker, natuurlijk, juffrouw Grabner". zei Busch
roitner. „Er zijn soms situaties in het leven
„Dat is het", zei Daisy Grabner dankbaar. „Si
tuaties! Nooit van mijn leven zal ik die situatie
vergeten". Ze haalde diep adem .„En wat ik toen
gehooi-d heb. commissaris! Ik ben er wit van ge
worden en ik ben ddelïjk naai- mijn zuster ge-
loopen. En sedert dien tijd ben ik steeds bij haar
gebleven, ik durfde niet meer alleen te zijn. Je
kunt nooit weten".
„Waarom is u dan niet direct gekomen?", vroeg
Burohroitner. „Als dat wat u weet zoo belangrijk
„Belangrijk!" riep Daisy Grabner. „Ik ben bang
geweest. Ik wilde niemand laten merken dat ik
wat wist. Misschien had men mij anders ook ver
moord. Trouw li- rev. wat er nog gebeuren
lean dp zoo'n kasteel, waar overal moordwapens
hangen. We zim verschrikkelijk zenuwachtig ge
worden, mijn zuster en ik, toen we steeds maar
moesten wachten en wachten Steeds weer werden
anderen -"n-oepen".
„Dat spijt me", zei Buschroitner. „Maar nu u ein
delijk hier is„ zegt u me nu tenminste dan wat u
gehooi-d heeft".
„Ja", begon Daisy Grabner weer, .toen ik daar
zoo lag hoorde ik opeens, hoe in de kamer naast
me de deur opengerukt werd en toen riep iemand,
het was een dame. „Angela!"! Ja, „Angela" heeft
ze geroepen".
„Heeft u de stem herkend!?"
„Zeker ben ik er niet van, maar ik geloof dat
het de gravin was, want freule Angela antwoordde-
„Beate, wat is er?"
„Dat was dus de gravin", constateerde Busch
roitner.
„Ziet u, commissaris, dat heb ik direct gedacht"
„Verder, alstublieft", zei Buschroitner, nu toch
eindelijk ongeduldig.
„De gravin was verschrikkelijk opgewonden. Ze
snikte en haar stem trilde. „Ik weet niet wat ik
doen moet", heeft ze gezegd. „Ik ben wanhopig. Tk
word nog gek", heeft ze geroepen.
„Ik kan het me niet voorstellen! Adalbert heefj
en toen begon ze te huilen, zoodat ik niet
kon hooren wat ze zei. En toen riep de freule
heel hard: „Neen, je bent niet gek gewoi-den! Ik
geloof het niet!" En de gravin snikte verder en riep
steeds weer: „Geloof me toch!" En de freule
schreeuwde: „Je liegt!" En de gravin zei: „Neen
dat is juist het verschrikkelijke! Tk heb het hem
gezegd en hij heeft het niet ontkend. Ik ben zoo
ongelukkig!" en toen begon ze weer te huilen. En
toen heeft de freule plotseling het raam gesloten
en toen kon ik niets meer hooren".
„Hm", zei Buschroitner nadenkend. „Wat was
naar uw meenihg de beteekenls vaix dit gesprek?"
„De beteekenis", vroeg Daisy verbaasd. „Natuur
Hier is een eenvoudi
hoestsiroop-recept vo
kinderen en volwassen
Dit ï-eceptje dat U ze;
klaarmaken is uits
tegen verkoudheid, t
kinkhoest. Een kind
van nature een hei
medicijnen. Daarom
blij zijn met dit reci
een goedsmakep.de
siroop: In een kwat
heet water lost U ee
lepel suiker op. Na afkoeling voegt U hiera
30 gram Vervus (dubbel geconcentreerd),
bij eiken apotheker of drogist kunt veri
Even goed roeren en Uw hoestsiroop is;
Dosis: voor kinderen van 3 tot 8 jaar: eet
lepel; 8 tot 12 jaar: een dessertlepel; vt*
wassenen: een eetlepel. Na de drie voorn
maaltijden en voor het naar bed gaan,
niet een 30 grams-fleschje Vervus (dub)
concentreerd) in huis te halen en be«i
receptje goed.
(Adv. Ingez.
op een niet te fel vuur bruin bakken. Met
van een deksel keeren en den anderen kan
bakken. In punten gesneden opdienen.
K\v,ark met jam.
250 gr. kwark. liter melk, 4 afgestreb
lepels van de een of andere jam. Klop e
garde geleidelijk de melk door de kwark
het dan gelijkmatig door de zoo noodig ve
lam. Presenteer er beschuitjes bij.
WANDELEN IN DEN WIN
Niets is zoo goed om fit te bl
Als 't zomer is en prachtig zonnig, toch
te warm weer, dan is wandelen geen kxjns
s winters en in 't vroege vooi-jaar, als 't zot
kil en guur kanizijn, als stormvlagen en hat
afwisselen met de armoedige straaltjes v
bleekzuchtig zonnetje, danis wande;
kunst op zichzelf Een kunst evenwel, die-
tegenstelling met de meeste kunstuitingen
eens goed betaald wordt!
Want wandelen in den winter geeft gezc
levenslust en energie. Mits we het goed
Neem deze wenken li
Uw wandeling moet in de eerste plaats t
tabel zijn. U moet zich. ook als in den
Wandelt echt prettig voelen. En dus geen t
wandelingen. Het optornen tegen de element
inspanning, die geen ovei'spanning mag wo:
Ten tweede: zorgt u er voor, geen kou te
Ga nooit in den kouden wind zitten, al
de zon voor 't' oogenblik nog zoo heerlijk,
een dikke waterdichte jas onder u uit te s;
Langen tijd zitten mag nooit
Ten derde: wanneer we van plan zijn t.
een heel loffelijk voornemen! om lange v;
wandelingen te maken, mogen we de dagel
kortere tochtjes daartusschen niet vergefe
Een lange wndeling „zóó van de warmei
maakt veel vatbaarder voor vex-koudheid daxl
lijksche training.
Ten vierde: we zorgen natuurlijk goed n
huid, want schilferige wangen en springes
pen zijn lastig en leelijk. We gebruiken eet
vette huidcrême, niet alleen als laatste rc
voor de wandeling, maar steevast iedere
voor het naar bed gaan.
Ten vijfde: voor winter- en voox-jaarsvr
gen kiezen we lichte, doch warme kleedin?
onderkleeding en wollen kousen vormen
geschikte dracht. Een kort leéren of peau
of dik duffel jasje is voor de wandeling
Ten zesde: wij letten speciaal op onze si
Deze moeten goed zitten, mogen niet te gro:
vooral ook niet te klein zijn. Het best void
paartje, dat we eerst een tijdlang in huis
gedx-agen, zooda we ons schoeisel niet bij
stap voelen. De schoenen-molières moeten
waterdicht zijn, dus met een stevige tong,
ook door de veter gaatjes geen voclit naar
kan dringen. Warme, droge voeten zijn
voorwaarde voor echte wandelvx-eugde
Ook letten we bizonder op onze handsc)
Een oud. doch warm paar, losjes aangetrokki
doet het best.
Koude handen, die voortdurend waraif
of door vriendelijke begeleiders gewreven
wox-den, mogen een factor van romantiek
prettig is anders.
Ten zevende: we nemen voor langere wane
in onze trouwe thei-mosflesch een flinke t
heid heete drank liefst melk met een „ss
koffie of chocolade mee. Dit verkwikt vo
nattig weer!
FELICITAS
'N VAJjE VLEKKEBIGK HUID en de vormt
van vetwormpjes en puistjes is een bewijs re
verstopte poriën. Zoo'n huid kwijnt, 'n Radoi
zuurstof-behandeling, dagelijks toegepast,
wonderen. Bovendien spaart het zeep,
ge wat Radox in Uw waschwater doet.
Bij apoth. en drog. 41 ct. en 15ct. incl. verh.0.5
(Adv. Ingez.
lijk, dat de graaf mijnheer Von Ghetaldi
heeft".
„Is u daar heel zeker van?"
Daisy Grabner knikte ijverig. „Omdat i
Von Ghetaldi de gravin gisteravond aan N
hof gemaakt heeft. Jaloersch was de graai
ook oud en zij een jonge mooie vruuw,
heer Von Ghetaldi kan een vrouw het hoi
Dat hebben we bij mevrouw Fechner geé
is overigens uit haar vel gesprongen, om
geen notitie meer van haar nam".
Buschroitner zweeg een oogenblik. „Uw
ring was heel belangwekkend dames", zei'
slotte. „Ik dank u zeer". Hij stond op.
gezusters Grabner bleven aarzelend staan,
u nog iets zeggen?", informeerde Ba
ner.
„Neen, eigenlijk niet", stamelde Melitta
„Het is alleen maar", meende Daisy, „of
dat we rustig kunnen gaan slapen?"
Buschroitner begreep het en onderdruk?
glimlach.
„U kunt er van vei-zekerd zijn, dat u
vaar dreigt. Ik zal er bovendien voor zorge:
niets ovex-komt. U kunt rustig gaan slapen,
nacht".
Toen de zusters Grabner weg waren, zei
roitner tegen Haberler: „Zoo, nu nog a
Feldmann en dan zijn we klaar, Zeilmoser)
mijnheer Feldmann hier te komen".
Feldmann trok een lijdend gezicht en r;
zijn persoonlijke gegevens opgesomd had
hij uitvoerig te vertellen over het ernstig®1
dat ontstaat wanneer iemand die aan gal lijd',
een lekkerbek is.
„Toen dr. Muir mij een poeder gegew
voelde ik me wat beter", zei hij klagend.,
een paar minuten ben ik ingeslapen. Mi
kwam de bediende met de warme kruik er.
het met slapen".
„U hebt waarschijnlijk niets gehoord?",
„Niets wat met den moord in verbaK
Mijxxheer Duschinksy heeft me gevraagd d
hoord heb dat hij uit de donkere kamer
komen is; ik heb hem gezegd, dat ik omstr
uur iemand gehoord heb, maar of hij het 1
is, weet ik natuurlijk niet".
Wordt ver«