W\ Moord op kasteel Entzberg KORT NIEUWS MAANDAG 3 FEBRUARI '1941' H'A" "ARE EM'S DA'G BE X15 Afscheid dr. H. Wissmann. In de Zaterdag in paleis Kneuterdijk 20 te 's-Gravenhage onder leiding van den Pres- sedezernent den heer W. Janke gehouden pers conferentie nam de legatie-secretaris voor bui- tenlandsche aangelegenheden dr. H. Wissmann wegens zijn overplaatsing naar Parijs, op harte lijke wijze van de Nederlandsche journalisten afscheid. Namens de Nederlandsche journlistiek werd het woord gevoerd door dr. H. W. van der Vaart Smit hoofd van het Haagsche kantoor van het A. N. P. Vervolgens voegde de heer W. A. Kramers, Haagsoh correspondent van het Alg. Hdbld., nog eenige persoonlijke woorden hieraan toe. Dr. Wissmann dankte de beide sprekers en zeide dat hij bij het aanvaarden zijner taak niet na gelaten had terug te denken aan de zware tijden die zijn eigen vaderland eenmaal doormaakte en dat hij getracht had zich in de gevoelens der genen die hij ontmoette in te leven, om dan tot goede samenwerking te komen, die dank zij de open, eerlijke en te waardeeren tegemoetko mendheid der Nederlandsche journalistiek tot wederzijds zeer goede woorden bij dit af scheid leiden kon. Spr. huldigde den heer Janke voor zijn collegiale samenwerking. De heer Janke beantwoordde dr. Wissmann hartelijk en wenschte hem ook van de zijde der Presseabteijung een gelukkige loopbaan. De heer von Petter is in de Nederlandsche ver houdingen geen onbekende; hij vertoefde o.m. ook geruimen tijd op Sumatra en is een zeer bereisd man. (A.N.P.) Goederentreinen in botsing. Aanzienlijke materieele schade. Op het spoorwegemplacement te Arnhem is een goederentrein uit Zevenaar die op een verkeerd spoor was gereden in botsing gekomen met een stilstaanden goederentrein. Door de hevige botsing liepen verscheidene wagens uit het spoor. Eenige wagens kantelden, verscheidene werden vernield De materieele schade is aanzienlijk. Het treinver keer ondervindt echter geen vertraging. Persoon lijke ongelukken deden zich niet voor. (A.N.P.) F. C. W. VAN DER WOORD OVERLEDEN. Op 40-jarigen leeftijd is te Hilversum over leden de heer F. C. W. van der Woord, admini strateur-van de A.V.R.O. NIEUW LEVEN IN EEN HISTORISCH GEBOUW. De paarden van circus Mikke- nie-Strassburger zijn reeds in de stallen van het gebouw Carré aan den Amstcl te' Amsterdam gearriveerd in afwachting van het oogenblik waarop het circus zijn voostellingen aanvangt. (Foto Pax-Holland) De gehuwde landbouwer W. uit Gulpen Is onder een wagen welke met een paard gespannen was geraakt. De man in enkele uren later overleden. De 31-jarige P. Weyenberg uit Zaltbommel, die op de reeds in beweging zijnde pont aldaar wilde 'springen, sprong mis en kwam. in de rivier terecht. Hij werd door den sterken stroom meegesleurd en kon niet gered wor den. Zijn lijk is nog niet gevonden. Naar aanleiding van een serie Inbraken te Wagenin- gen en omgeving heeft de politie te Velsen gearresteerd L. v. d. B. en P. C. O., beiden woonachtig te Utrecht, die bekenden over het geheele land strooptochten te hebben gemaakt en niet minder dan veertig inbraken te hebben gepleegd. Zij zijn thans Ingesloten in het huis van be waring. De Soester politie heeft op heeterdaad betrapt G. W. 't B etaleur in een modemagazijn, die zich verschillende winkelgoederen toeeigende. Bij hem thuis trof de politie Slot defect? Tel. 11493 DeSleutelspecialist.L.Veerstr. 10 (Adv. Ingez. Wied.) die hij aan vrienden HET VLAGINCIDENT VAN BANDOENG. TOKIO, 1 Februari (D.N.B.) Het bestuur van Nederl anclsch - In d i heeft in een officieel schrijven zijn leedwezen betuigd aan den Japansohen consul- generaal in Batavia over het vlagincident, dat zich op 24 November 1940 in Bandoeng heeft voorge daan. - VOOR DE KINDEREN Noor I I A Gouverneur Reizen en avonturen uan Mlinkeer PrlHoi««n Teekenlng van Aarl van Eml/it. Nu is dan onze held alleen: Het schip met Ursula verdween. En kijk, daar ginder ziet hij drijven zijn vreugde is niet te beschrijven - Iets, dat hij na een poos bereikt. En dat wat op een eiland lijkt. Vriend Prikkebeen klimt snel „aan land' Hij denkt „Een eigenaardig strand" En 'k kreeg heusch heel wat water binne Wat moet ik met zóó'n buik beginnenT' Want Prikkebeen bemerkt met schrik: Hij is nu vrees'lljk, vrees'lijk dik. Openbare vergadering'der N.S.B, te Amsterdam. Redevoeringen van de heer en C«. F. Vlekkc en E. Voorhoeve. De Nation aal-Socialistische beweging hield Za ter-dagmiddag in de groote zaal van het Concert geb.ouw te Amsterdam een openbare vergadering waarin de heerén G. F. Vlekke (in de plaats va den heer. Van Geelkerken, die wegens ziekte ver hinderd was) en E. Voorhoeve het woord hebbe gevoerd. De heer. Vlekke hield een beschouwing over d periode die aan de komst van het nationaal-so cialisme was voorafgegaan en waarin met het ka pitalisme de vrijmetselarij en het Jodendom onge hinderd heerschten, welke duivelsche machten aldus spreker steun vonden in de kerkelijke p tijen. Het Nederlandsche volk heeft in 1568 onder lef ding van den Val "'er'des Vaderlands een vrijheids strijd ondernomen, die na tachtig jaren met volledj succes is geëindigd. Het zal zich ook in dezen tijd niet blijvend la. ten misleiden door duistere krachten, die than haar exponent vinden aan de overzijde van ht Kanaal. Spr. uitte tenslotte woorden van scherpe afkeu- ring over het optreden van de Nederlandsche bis. sehopoen, die om politieke redenen het katholiek» volksdeel van de N.S.B. trachten af te houden, we), ke poging echter naar zijn overtuiging volkome zal mislukken. De "tweede spreker de heer Ernst Voorhoeve richtte zich in de eerste plaats tegen diegenen, dn voor d»en tienden Mei dag en nacht haat hebbe gezaaid tegen Duitschland en -het nationaal socia lisme en die nog steeds hopen op een Engelscb overwinning om dan op hun eigen volksgenoot? moord te kunnen plegen, voor zoover deze t rer. tot de N.S.B Aan de misdadige actie van de kerk, die het nationaal-socialisme ophitst en haar nationaal socialistische geloovigen verdacht tracht te make in de oogen van hun eigen bloedverwanten, voor altijd een einde worden gemaakt, want dea actie wordt met bewuste kwaadwilligheid bedre ven, in strijd met het welbegrepen belang van vol'k. De natkxnaal-socialistisChe gemeenschap berus op het levensrecht van het volk. Alleen op wijze kan de mensoh tot volle ontplooiing komen Hitler, die thans de leiding in Europa heeft, erken! dit levensrecht voor ieder volk en daarom zal ooi het Nederlandsche volk, indien het zijn plaats za weten, id'e toekomst met vertrouwen kunnen tege moet gaan. In eensgezindheid, onder Musserts- leiding, dit volk in ware vrijheid zijn plaats in het nieuw Europa verkrijgen. De samenkomst werd met gemeenschappelijke zang besloten. (A.N.P.) FAILLISSEMENTEN. (Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf Co. N.V., Amsterdam) SURSEANCE VAN BETALING: Door de Naamlooze Vennootschap Textielgroothanii v.h. H. H. Cromme en Co. In liquidatie, gevestigd en kat toorhoudende te Zwolle ls bij de Arrondissementi Rechtbank aldaar een verzoekschrift Ingediend tot séance, van betaling. Dd. 29 Januari 1941 voorloopïg verleend. Bewindvoerda Mr. J. G. Nïjsingh, Zwolle, Koestraat 10. Bij het verzoekschrift is een ontwerp van akkoord gt vnegd. UITGESPROKEN: 29 Jan. J. Benjamins, Enschede, Popullerenstraat 11 Recht. Comm. Mr. I. Dufour, Cur. Mr. M. C. Schlingf mann, Enschedé. 29 Jan. G. J. ter Hedde, Wierden, Rijssenschestraat t B. K. 288. Recht. Comm. Mr. I. Dufour, Cur. Mr. H. W. !i Vrind, Almelo. 29 Jan. J. S. Kareis, Enschedé, Herman van de Hoevè Straat 6. Recht. Comm. Mr. I. Dufour, Cur. Mr. J. Me:- link, Enschedé. 29 Jan. A. Weyschede, Hengelo (O.), Spoorstraat no. II Recht. Comm. Mr. I. Dufour, Cur. Mr. H. J. F. ten Call Hengelo (O.). 29 Jan. A. H. Hurkmans, kleermaker, Dordrecht, Raait* straat 34. Recht. Comm. Jhr. Mr. D. J. P. Hoeufft, Cur. I. J, Dutilh, Dordrecht. 29 Jan. A. J. Mentink, handelaar In meel en graan, Waalre, Prins Bernardweg 4. Recht. Comm. Mr. C. W* Vollgraff, Cur. Mr. G. v. d. Dungen, Eindhoven. 29 Jan. Jan Gerardus Daniel van der Leek, schilder, Rotterdam. Putschebocht 133 a. Recht. Comm. Mr. G, 8* W. Kymmell, Cur. Mr. H. J. M. Cokart, Rotterdam. 29 Jan N.V. Reisbureau „Nova", Oostzeedijk 45, Rotter dam, Recht. Comm. G. R. W. Kymmell, Cur. Mr. A. di Mooy, Rotterdam. 29 Jan. J. A. F Pel, wonende te Utrecht aan de Tee- lingstraat 9 bis. Recht'. Comm. Jhr. Mr. D. Rutgers via Rozenburg, Cur. Jhr. Mr. J. C. Greven, Utrecht. 29 Jan. P. G. Karsdorp, wonende te Woerden aan i< Leïdschestraatweg 24 Recht. Comm. Jhr. Mr. D. Rutgen van Rozenburg, Cur. Mr. A. F. van den Bosch, Woerder 30 Jan. Cornells Marinus Harteman, expediteur, Fabrlekslaantje 29, Recht. Comm. Jhr. M. M. J. M. vu Nispen tot Sevenabr, Cur. Jhr. Mr. E. J. J. van Lldth 4i Jeude, Tiel. 30 Jan.' J. M. Roelofs, smid, Halle, gemeente Zelherai Recht. Comm. Jhr Mr. F. J. M,.van Nispen tot Sevenaer, Cur. Mr. J. Coops, Laag-Keppeï. OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF: 29 Jan. W. Veldhuyzen, kapper, Baarn. GEDEPONEERDE UITDEELINGSLIJSTEN: 3 Jgn. Jacob Jacobs, magazijnbediende, Amsterdam. Gt eindigd door het verbindend worden der eenige uitdee lingslijst. Uitk. 100 'h pref. en 6.74 "/n aan conc. crediteuren 15 Jan. F. de Voeght, Amsterdam. Idem 100 aan prei en 5 aan conc. crediteuren. 20 Jan. G. Snijder, meiksiijter, Naarden. Idem. Uitk 100 V» pref. en 0.14 'la aan conc. crediteuren. 20 Jan F. Spoelstra, Amsterdam. Idem. Uitk. 2 pre! too 3 pret 64,74 conc. crediteuren nihil. 24 Jan C. Janvier, Vught. Idem. Uitk. 5,177 Het reizend uitoefenen van bedrijf. Nadere omschrijving van de betreffende verordening. Van het. departement van Binnenlandsche Zaken is de volgende circulaire uitgegaan aan de bur- gemeestevs: De verordening 129 van den Rijkscommissaris behelst regelen betreffende beperking van het al reizende uitfoenen van een bedrijf voor een be paaldelijk in de verordening aangeduide zöne van het bezette Nederlandsche gebied. Diegene wordt geacht al reizende een bedrijf uit te oefenen die in eigen persoon buiten de ge meente, waarin hij woonachtig is, anders dan in geval van vestiging van een bedrijf buiten die gemeente, of anders dan op voorafgaande aanvraag beoogt: 1. Waren te venten. 2. Orders te verkrijgen, of bij personen die niet koopman zijn, of anders dan in openbare verkoop gelegenheden waren ten wederverkoop in te koopen. 3. Prestaties aan te bieden, met het oogmerk om winst te maken. 4. Muziekuitvoeringen, tentoonstellingen, tooneel- voorstellingen, of andere vermakelijkheden te doen plaatshebben, zonder dat een en ander geschiedt om kiinst en wetenschap te dienen. Degene die onder deze bepalingen valt kan het bedrijf voortzetten in zijn woonplaats of in de- plaats waar hij bij het in werking treden van deze verordening feitelijk verblijf, hield. Aangezien bovenvermelde bepalingen op bepaalde punten aanleiding hebben gegeven tot- eenig mis verstand, is hieromtrent van bevoegde Duitsche zijde de navolgende verduidelijking verstrekt: 1. Markten. Handelaren in producten van land en tuinbouw, van fruit, vee-, pluimvee- en bijen teelt, alsmede in die van jacht en vischvangst, mogen deze producten op de weekmarkten verkoopen mits: a. de producten onbewerkt zijn of door hem zelf gewonnen zijn; b. de producten uitsluitend dienen voor de levensmiddelenvoorziening der be volking; c. de handelaar een vaste plaats op de markt heeft en zich tot de markt beperkt, hij mag niet na afloop daarvan buiten de markt uit gaan venten. 2. Gevestigde zaken. Ook is het bestaande bedrij ven, zooals vooral groote zaken met filialep, die hun afzet tot dusverre hoofdzakelijk op het land hadden, in het vervolg verder toegestaan om door middel van employés, die op grond van een con tract bij hen in vasten dienst zijn en die niet voor eigen rekening werken, de clientèle die ze tot nog toe hadden, te bedienen, wanneer ook de. kooper ervan overtuigd is dat hij inderdaad uitsluitend door de vertegenwoordigers van het centrale, be staande bedrijf bediend wordt en er van venten geen sprake is. Aankoopen ten behoeve van gevestigde zaken kunnen onbeperkt geschieden, onverschillig van welken aard de gekochte goederen zijn. 3. Vaste klanten (van niet-gevestigde personen). De handelaar diè op grond van een voorafgaande directe of indirecte afspraak zijn klanten opzoekt valt niet onder de bepalingen van de verordening; hij moet derhalve weten naar welke klanten hij zioh moet begeven. Hieronder valt ook het bezoeken van vaste klanten. 4. Landbouwwerktuigen e.d. De handel in deze artikelen op weekmarkten is niet geoorloofd in den zin der verordening, aangezien de gevestigde zaken in de behoefte kunnen voorzien. 5. Filmvertooningen e.d. Het vertoonen van films e.d. waarmede geen hooger belang van kunst en wetenschap is gediend valt onder de bepalingen van de verordening. 6. Handelsreizigers. De in het kustgebied wonende personen mogen al reizende hun bedrijf uitoefenen buiten het kustgebied. Dit is bijv. van belang voor in hef kustgebied wonende handelsreizigers. Ik meen goed te doen deze nadere aanwijzingen ter uwer kennis te brengen en u te verzoeken hiermede rekening te willen houden. Voor zooveel noodig wordt opgemerkt, dat los' van de bepalingen van de verordening nr. 129 in gevolge de desbetreffende regeling, vergunning van den stafofficier bij den gevolmachtigde van den Rijkscommissaris in de provincie vereischt blijft voor het betreden van gemeenten, welke zijn gelegen op de Zuid-Hollandsche- en Zeeuwsche eilanden en de daarmede gelijkgestelde gebieden. (A.N.P.) Twee jongens zakten door het ijs en verdronken. -Zaterdag waren vier jongens op een onder- igeloopen stuk land aan den Marsweg te Zutfen op het ijs gegaan. Ten gevolge van de sneeuw heb ben zij geen erg gehad in een door een dun laagje ijs bedekt kolkje waar 's zomers vee gedrenkt wordt. Drie jongens zakten door het ijs, van wie zich één wist te redden. De twee anderen, de 12-jarigen J. Cohen en de 10-jarige H. Nijhuis, verdronken. Generatorgas is levensgevaarlijk! De dertigjarige gehuwde chauffeur Hey- nen, Woonachtig te Gulpen, is te Vaals dood achter het stuur van een stilstaande vracht auto gevonden. Bij onderzoek bleek, dat de man vergiftigd was door gas uit de generator. DOOR PETER PAUL BERTRAM. 27) Buschroitner lachte. „Weet u, professor", zei hij, „een leermeester heeft mij eens iets gezegd, dat ik mij mijn leven lang zal herinneren. „Bewijs", zei hij, „is datgene, wat een jury begrijpt". En ziet u, daarom ben ik zoo blij dat mijnheer Vahoda de zaak uitgeknobbeld heeft. Zijn ingrijpen heeft niet alleen 't geval opgehelderd, maar ook geliquideerd/Ik heb 't mijnheer Vahoda al gezegd en de officier is het met mij eens. Als Duschinsky niet, door een panische schrik bevangen, het hoofd verloren had, was hem waarschijnlijk niets gebeurd. Hij had alleen maar hoeven te ontkennen". Er klonken verbaasde stemmen. „Neen, neen", ging Buschroitner voort, „u moet niet denken, dat ik het succes van «mijnheer Vahoda keineeren wil. Maar als Duschinsky was blijven ontkennen, zou er waarschijnlijk niet eens een ver volging tegen hem ingesteld zijn. En als het zoo ver gekomen was, zou het een handigen advocaat gemakkelijk gelukt zijn, hem vrij te krijgen. Mijn heer Vahoda heeft over het geval nagedacht en concluies getrokken. Zijn bewijs berust evenwel op louter hypothesen, die hij niet zou kunnen bewijzen! Hij kan alleen maar bewijzen, dat de afvoer in de donkere kamer geen lawaai maakte en dat Duschinsky drie in plaats van, zooals hij gezegd had, één film ontwikkeld heeft!" „U vergeet de tijdaanduiding", zei professor Pribram. „O neen", zei Buschroitner. „Die vergeet ik niet. Maar ook dat punt is geen absoluut bewijs. Duschinsky zegt, dat hij om elf uur uit de donkere kamer gekomen is. Mijnheer Vahoda meent, dat het vijf minuten voor twaalf was. Omdat in het donker, en mijnheer Feldmann lag in het donker, de lichtge"ende wijzers van zijn horloge bijna niet t.e onderscheiden zijn. En een suggestieve opmerking van Duschinsky zou licht bij den heer Feldmann het geloof hebben kunnen wek ken, dat hij werkelijk om elf uur iemand door de gang heeft hooren komen, terwijl het in werke lijkheid vijf minuten voor twaalf was. Een knappe combinatie is het niet. We weten nu dat Duschinsky de moordenaar was, omdat hij zich zelf gedood heeft, maar voor een proces zou er niet voldoende be wijsmateriaal geweest zijn. En dat, dames en heeren, moest ik u toch zeggen. Niet om mijn schijnbare mislukking te bemantelen, maar alleen om u aan te toonen, welke moeilijkheden wij als autoriteiten te overwinnen hebben. U moet niet gelooven, dat onze politie onbekwaam is"* Busch roitner lachte toen hem verzekerd werd, dat nie mand zoo iets dacht. „Ik weet in ieder geval",' zei hij goedmoedig, „da-t als mijnheer Vahoda niet toevallig hier geweest was, we met een onopgehel derde misdaad gezeten zouden hebben en dan zou de onbedrevenheid van de politie wer eens zou dankbaar onderwerp van gesprek geweest zijn. Maar dank zij mijnheer Vahoda zijn we er met een blauw oog afgekomen. Proost, mijnheer Va hoda!" Hij dronk den kleinen man toe. Vahoda maakte een afwezigen indruk. Hij hoor de. nauwelijks--toe, toen de anderen verder op be wijzen en indirecte bewijzen ingingen. Meeningen voor en tegen een jury werden verdedigd, her inneringen aan.beroemde gevallen werden opge haald en Buschroitner - vertelde van moderne, wetenschappelijke onderzoekingsmethoden en be treurde, het, dat die instrumenten en toestellen zoo schandelijk duur waren en door geleerder^ be diend moesten worden. „Maar wat hebben we daaraan, als het steeds maar heet: bezuinigen, bezuinigen. De heeren in Weenen, die hebben het gemakkelijk. Maar wij in de provincie krijgen de nieuwe dingen altijd het laatst". „Ik vond hem griezelig, dien Duschinsky'', zei Melitta Grabner en zij huiverde bij de herinne ring, dagenlang met een moordenaar samen ge weest te zijn. „En hij was een slecht mensch", viel haar zuster bij. „Als ik er aan denk hoe vergenoegd en opge wekt hij 's morgens vroeg na den moord was..." „Hij was opgewekt?", vroeg Vahoda en knipperde opgewonden naar Daisy Grabner. „Dat zou ik gelooven", zei deze. „Ik heb toen nog gedacht", haar stem daalde, zoodat alleen Va hoda haar kon verstaan, „dat hij mevrouw Fechner eindelijk omgepraat had". „Wonderlijk", mompelde Vahoda, „hij was ver genoegd en opgewekt. Dat ik dat kon verge ten „Griezelig was het," zei Daisy Grabner. Maar Vahoda scheen het niet te hooren. Hij staarde weer volkomen afwezig op zijn bord en gaf geen antwoord. Zijn voorhoofd was gerimpeld. Daisy Grabner was eerst beleedigd, maar daarna troostte zij zich met een stuk vruch tentaart, ofschoon zij wist, dat zoetigheid haar dik maakte. Spoedig daarna gaf graaf Vestic-Falkenberg het sein om op te staan. Hij nam bij het verlaten van de eetkamer commissaris Buschroitner bij den arm. „Ik wilde graag nog een vertrouwelijke ver klaring afleggen, waarde commissaris", zei hij. „Ik heb een' belangrijke omstandigheid voor u ge heim gehouden". En oen Buschroitner hem ver baasd aankeek, voegde hij er snel aan toe: „Ik had u een alibi kunnen noemen, maar ik had een be langrijk motief om dat tot het laatste moment uit te stellen. Ik heb bijna te lang geaarzeld. Als u mij een oogenblik gezelschap wilt houden, zal ik u alles verklaren". „Natuurlijk, met genoegen", zei Buschroitner. „Wel", begon graaf Vestic-Falkenberg, toen de beide mannen eenige oogenblikken later tegenover elkaar in de bibliotheek zaten, „toen mijn vrouw mij op dien onzaligen avond mededeelde, dat ze mij verlaten wilde om met mijnheer Von Gethaldi te trouwen, trof mij dat als een donderslag. Want ik houd van mijn vrouw en het zou voor mij on dragelijk geweest zijn haar te verliezen. Nadat ze mij alleen gelaten had, voelde ik het onbedwing bare verlangen, er met een goeden, verstandigen vriend over te spreken. Ik ben toen naar overste Tsja gegaan, wiens wijze, goedige en oprechte wezen ik kende. Ik stortte bij'hem mijn hart uit en vond bij hem rust, troost en begrijpen. Het was laat, wellicht twee uur, toen ik hem verliet. Toen Beate den volgenden dag van den moord hoorde, was haar eerste, overigens begrijpelijke reactie,, te gelooven, dat ik Von Ghetaldi gedood had. Maar het was geen aanklacht, doch angst, die haar ver- vulde. Angst,, dat ik om harentwille die daad be gaan had en mijn leven' verwoest had. Op dat mo ment toonde Beate een overgroote mate van ver knochtheid en zorg om mij, ze bezwoor me, dat ze alleen van mij hield, dat ze naast me zou staan en me zou helpen, hoe de dingen zich ook zouden ontwikkelen, zoodat ik het nauwelijks kon be grijpen. Ik had toen met één woord haar angs: kunnen wegnemen en mijn volle onschuld kunnen bewijzen, maar ik heb het niet gedaan. Het feit dat Beate bezorgd om mij was, vervulde mij met een geluksgevoel, gelijktijdig echter en ik schaam mij er nu voor was ik wantrouwig. Hei was nog maar twaalf uur geleden, dat mijn vrouw mij wilde verlaten. Was het werkelijke liefde echte angst om mij, of berekening? Wat had zij te verwachten nu Von Ghetaldi dood was? Ik had haar kunnen wegjagen, mij nu kunnen wreken Misschien wilde zij dat in allerijl weer goed maken en haar toekomst zeker stellen? En toer besloot ik, haar op de .proef te stellen. Ik wilde weten hoe ver haar trouw zou gaan. En toen verzocht ik' overste Tsja eveneens t,e zwijgen, to' ik hem zou verzoeken te spreken". Graaf Vestic-Falkenberg zweeg een oogenblik „Ziet u, commissaris, dat wilde ik u zeggen, vooi de goede orde en omdat ik het gevoel heb, dat de oplossing u niet bevredigt". „Bevredigt?", zei Buschroiter. „Liever was he' mij geweest, als ik Duschinsky voor de rechtbank had kunnen brengen, met een goed gefundeerdf aanklacht. Maar ik ben blij, dat het tenminste zon afgeloopen is". „Ik dank u in ieder geval, commissaris, dat u deze kleine nalatigheid door de vingers wilt zien. En nu zullen we weer naar de anderen teruggaan, als het u schikt". Toen Buschroitner in de hall kwam, snelde Vahoda op hem toe. „Kan ik u een oogenblk spreken?", vroeg de kleine man. „Zeker", zei Buschroitner. „U bent toch hoop ik niet boos op me, dat ik aan tafel weer over de juridische ontoereikendheid van uw bewijsvoering begonnen ben? Maar ik moest het doen, dat was ik aan de eer van de politie verschuldigd". „In geen enkel opzicht", haastte Vahoda zich te antwoorden. „Heelemaal niet. Ik wilde u iets hee' anders zeggen. Namelijk", hij haalde diep adem „dat ik twijfel aan de juistheid van de conclusie, dat Duschinsky de moordenaar zou zijn", „Nou breekt mijn Klomp!" riep Buschroitner uit „Nu heb ik u met mijn rechtvaardiging toch nol van streek gemaakt. Duschinsky niet de moorde- naar! Maar hij heeft toch zelfmoord gepleegd? Ja- als hij nog leefde en ontkende, dan was het wal anders, maar nu!" Hij schudde het hoofd. ,.Hoe is u op dat idee gekomen?" Vahoda keek voorzichtig om zich heen. „Latea we ergens heen gaan, waar we niet beluisterd kunnen worden", zei hij zacht. „Dan zal ik het u verklaren". „Goed. gaat u mee naar mijn kamer, daar heb ben we rust". Enkele oogenblikken later zaten de beide man nen tegenover elkaar op Buschroitner's kamer. „Nou, mijnheer Vahoda, legt u me niet lanftf op die foltertafel". zei Buschroitner. „Hoe ia" op dat idee gekomen?" „Door twee omstandigheden", zei Vahoda. opmerking van Daisy Grabner en een verhaal W een magazine, waarvan ik het einde niet ken". „Hm", zei Buschroitner, maar hij glimlachte niet. „En wat gelooft u nu? Wie is dan de moor denaar, 'nu Duschinsky zich toch zelf gedood neeft?" - Vahoda keek den commissaris door zijn dikke brilleglazen ernstig aan. Toén zei hij langzaam op ieder woord klemtoon leggend: „Ik weet nog niet, wie de moordenaar is, maar ik ben er van over tuigd, da» Duschinsky voor ons aller oogen ver moord is!" HOOFDSTUK XII. „Vermoord?" riep Buschroitner en sprong ver baasd op. „Hooi eens, mijnheer Vahoda, als iemani anders me dat op het oogenblik verteld had. dat zou ik gelooven dat hij gek geworden was. Maai dat kan toch niet! Hoe zou dat dan gebeurd moeten zijn? En waarom?" Hij liep opgewonden de kamer op en neer. „Gaat u- zitten, commissaris", verzocht Vahoda, „ik wil niet zoo luid spreken". En toen Buschroitner weer zat ging hij voort: „Stelt u zich eens voor, dat Duschinsky nog leefde en dat u of ik nog niet van. moord beschuldigd hadden". (Wordi vervolgd).. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6