KORT NIEUWS. Uit Wilde Gewesten Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkelbeen WOENSDAG 12 FEBRUARI 1941" TT A A R T' EM'S DAGBEAD VOOR DE KINDEREN OP BEZOEK BIJ DEN SCHOOLTANDARTS. De kleine patiënte ondergaat gewillig de medische behandeling, die voor de leerlingen der 48 scholen te Arnhem is ingesteld. (Foto Pax Holland) INVALIDITEITSRENTEN. 's-GRAVENHAGE, 11 Februari (A.N.P.) Op 1 Januari 1941 werden 47614 weduwen-renten en 15438 weézenrenten krachtens de invaliditeitswet genoten, terwijl op genoemden datum krachtens art. 373 dier wet 109840 personen in het genot waren van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 84339 personen een invaliditeits- rente, als bedoeld in artikel 71 dier wet. Krachtens artikel 24 der Ouderdomswet 1919 waren op vorengenoemden datum 96742 personen in het genot van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Het aantal renten voortvloeiende uit krachtens artikel 10 van genoemde wet gesloten verzekeringen (self-supporting verzekeuingen) met rentebedragen van drie tot twintig gulden per week bedroeg 7013. Zondag is het echtpaar KesselaarJosten te Maastricht verblijd met de geboorte van een drie ling, n.l. twee jongens en een meisje. (A.N.P.) GEVONDEN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Sme- destraat te Haarlem, uitsluitend tussohen 11 en 13 uur. Horloge, Kok, Zaanhof 53 I, Amsterdam. Me daille, de Man, Dr. Schaepmanstraat 49. Regen pijpen, Gerrits. Jan L/uykenstraat 11. Damespara- pluie, v. d. Meij, KI. Heiligland 65 rd. Rijwielplaat je. v. d. Heide, van Rechterenstraat 3. Gedeelte van Mob. Kruis, Merens, lor densstraat 10. Dames schoen, Klabou, Saenredams'traat 38 zw. Zwem broek en handdoek, de Vogel, Bloemertstraat 16. Het Algem. Handelsblad verneemt dat binnen afzienbaren tijd van de zijde van burgemeester en Webhouders van Amsterdam bij den Raad een voordracht zal worden ingediend, inzake de drink watervoorziening van de hoofdstad, gebaseerd op het rapport van W. G. Biemond. In dit rapport wordt als grondslag voor de toe komstige taak van het waterleidingbedrijf geno men het vastgestelde algemeene uitbreidingsplan van Amsterdam, dat rekening houdt met een in woneraantal van 985.000, en waarbij veronder steld wordt dat de aangegeven stadsuitbreiding bereikt zal zijn tegen het jaar 2000. Tegenover het verbruik in het jaar 1938 van totaal 38.260.000 M3. wordt in het jaar 2090 de totale behoefte be paald op rond 80.000.000 M3. Als leverancier van water komt in aanmerking de Boven Rijn, met zijn Nederlandsohé takken Waal, Neder Rijn, Lek en Geldersohe IJsel. Gemiddeld komt in ons land bij Lobith een hoeveelheid van 73.000.000.000 M3. water per jaar. Bij nadere beschouwing blijkt echter dat de onregelmatigheden in den afvoer van de rivieren ooi-zaak zijn dat voor een regel matige onttrekking van 200.000 M3. niet steeds de mogelijkheid bestaat. Het rapport komt tot de conclusie dat deze rivierwaterleiding gecombineerd moet worden met een voorraadvorming om de slechte tijden te 'kunnen overbruggen. Deze voorraad moet ki een natuurlijk reservoir worden geborgen t. w. het complex van de Loos- dreohtsche plassen, en de Amsterdamsche duin- waterwinplaats. Een tweede plan, dat in het rap port wordt uitgewerkt, houdt eveneens in dat als regel rivierwater wordt verwerkt, ondersteund echter door verwerking van water dat in de duin water win plaats wordt opgespaard. Volgens dit ulan zou de bestaande plassenwaterleiding na mo derniseering gehandhaafd kunnen blijven en van de behoefte dus 65.000.000 M3. per jaar door de werken van de rivierduinwaterleiding gedekt moe ten worden. Uit berekeningen blijkt dat in een normaal toekomstjaar ongeveer 10.000.000 M3. aan den voorraad moet worden ontleend en dat deze voorraad jaarlijks kan worden gevormd door het opsparen van 6.000.000 M3. duinwater en 4.000.000 M3. rivierwater, dat in gunstige perioden in het duinterrein wordt geborgen. Sleutel weg? Tel. 11493 DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO (Adv. Ingez. Med.) Een zeeman van de „Winterswijk" vertelt. Op de Azoren van het schip ontsnapt. De matroos ouder de gage" D. H., van het stoom schip „Winterswijk", van de reederij Ehrhard en Deckers te Rotterdam, is hier te lande terugge keerd, na op de Azoren heimelijk van zijn schip te zijn afgestapt. In een persconferentie te 's-Gra- venhage, geleid door den Pressedezernent den heer Janke, heeft hij van zijn ervaringen verteld. De „Winterswijk" was op 10 Mei midden op den Oceaan, toen er een Engelsch radiotelegram kwam, waarin bevolen werd naar een geallieerde haven op te stoomen. Aanvankelijk werd hieraan niet vol daan, totdat er een Nederla-ndsche order kwam. Het seh-ip voel* toen naar Hallfax, waar het grijs werd geschilderd. Daarna heeft D. H. nog vijf heen- en weer-reizen Canada-Engeland gemaakt, totdat ihij bij de Azoren ontcnapte. Gemonsterd als hij was voor de reis RotterdamRotterdam kon hij niet dan steelsgewijze verdwijnen, daar elk afstap pen als 'desertie werd beschouwd. De Nederland- sche consul op Horta bezorgde hem passage voor Lissabon, waar hij zich bij den Nederlandschen consul-generaal, zou moeten melden. Hij vervoegde Zich te Lissabon echter bij den DUitsehen consul- generaal, die hem met een vliegtuig naar Nederland liet gaan. Gedurende zijn reizen heeft hij steeds in convooi gevaren. Het convooi was telkens om en om de vijftig schepen groot. De bescherming bestond aan vankelijk uit een kruiser, later uit twee torpedo- bootjagers. De laatste drie dagen voor de Engel- sche kust kwamen er dan vliegtuigen en acht ja gers bij. De verliezen onderweg bedroegert gemid deld vijf schepen, vooral sinds ook bij de Can-a- deesche kust getorpedeerd werd. Bij "de uitvaart werd geloot over de positie in het convooi. Maar als de Engelsche kust nabij kwam, aldus vertelde D. H., moesten de Nederland. sche. Deensche en Grieksche schepen aan den bui tenkant varen. Dit was des te onaangenamer, om dat het geleide zwak was en-de „Winterswijk" de eerste reizen niet gewapend was. Later kwamen er een kanon en een oude mitrailleur aan boord met twee Engelsche kanonniers. De verhouding tusschen hen en de bemanning was goed, evenals met den Canadeeschen marconist. Laatstgenoemde was aan boord omdat de Nederlandsche bemanning niet naar de radio mocht luisteren. Uitgezonderd de kapitein, 'die zich zelf een En gelsche uniform had laten aanmeten, moesten de schepelingen van het varen in Engelschen dienst niet veel hebben. Zij verlangden naar huis en de geest was slecht. In de havens waren er dikwijls vechtpartijen in kroegen. In Canada zijn er vier, op de Azoren twee mannen, waaronder D. H. ont snapt. In Engeland moest het schip telkens lang wach ten en alle mogelijke havens aanloopen om een los plaats te vinden. De vernielingen van de havens veroorzaakten gemiddeld drie weken stagnatie bij het lossen. De „Winterswijk" voer met levensmiddelen. De reddingsmiddelen aan boord waren voldoende. Het eten was goed. De vakbond van de Nederlandsche zeelieden in Londen heeft op eenige klachten ver beteringen weten te krijgen. Het heimwee en het gevaar echter bleven. Het heimwee was des te er ger. daar men in Engeland vertelde, dat de be volking in Nederland honger leed. (A.N.P.) FAILLISSEMENTEN De Haarlemsche Rechtbank sprak Dinsdag de volgende faillissementen uit: 1 Frederik Jacobus van Rooyen, hoef- en kachel- Smid. wonende te Lisse, Kanaalstraat no. 55. Curator: Mr. J. O. Baron te Beverwijk. 2 N. Hoogerwerf. markiezen maker, wonende te IJmuiden, gem. Velsen, Frogerstraat no. 33. Curator: Mr. .J. E. Goudsmit te Hoofddorp, gem. Haarlemmermeer. Rechter-Commissaris in beide faillissementen Mr. C. E. Muller te Haarlem. Door het verbindend wóröjen der Uitdeelingslijst zijn geëindigd de faillissementen van: 1 P. A. van Dam, kapper en koopman, wonende te Haarlem. Curator: Mr. L. Ali Cohen te Haarlem. 2 M. van Tol, manufacturier, wonende te Abbe- nes. gem. Haarlemmermeer. Curator: Mr. A. W. Hellema, te IJmuiden, gem. Velsen. Op grond van verzet werd vernietigd het faillis sement van Franciscus Aloysius Gerardus Speet, wonende te Haarlem en aldaar handelende onder den naam of firma C. Speet, uitgesproken d.d. 7 Januari 1941; Curator: Mr. A. van Leyenhorst te "Haarlem. HERHALING VAN ..PEER GYNT" TE HAARLEM OP DINSDAG 18 FEBRUARI. Daar de Stadsschouwburg te Haarlem voor de eerste opvoering van Ibsen's meesterwerk „Peer Gynt" door Het Nederlandsch Tooneel, directeur Cor van der Lugt Melsert, uitverkocht was, zoodat velen teleurgesteld moesten worden, zal een her haling van deze grootsche voorstelling worden ge geven op Dinsdag 18 Februari. Met het oog op de zeer groote belangstelling, wordt men aangeraden intijds plaatsen te bespreken. Naar het Amerikaansch van W. Mc. LEOD RAINE. (Nadruk verboden.) 3) Ja, beroofd, aangehouden. Stuur dit tele gram direct naar, Sabin! ik kan niet op ant woord wachten, maar sein er bij dat ik in Apache zal stoppen om verdere Instructies te ver nemen. De conducteur was het kantoor alweer uit, met zijn lantaarn het vertreksein gevend. Doch sheriff Collins en majoor Mackenzie waren hem op den voet gevolgd en boden beiden eveneens haastig een telegram aan. Maar pas toen de trein al weer weggestoomd was, las de stationsbeambte de gele papiertjes en ontdekte dat beiden aan eenzelfden persoon waren geadresseerd. Luitenant Buckey O'Connor, Douglas, Ari zona, duidde het adres, dat hij boven aan beide telegrammen las. Jullie zijn alle twee nog eens verstandige menschen, want dit is met recht een gevalletje voor den luitenant. Ik zal zoo gauw mogelijk om onzen Buckey seinen, grinnikte hij zacht. Hij vroeg Tucson, om het bericht van den treinconducteur aan den afdeelingschef door te geven, doch juist hadden zijn vingers de eerste toetsen beroerd, toen een zoetsappige stem hem deed ophouden. Wacht een oogenblïk, beste vriend, het is niet noodig zoo'n haast te maken. De'beambte keek om en viel haast van zijn stoel van schrik. Hij keek recht in den loop van een revolver, die door een gemaskerd man werd vastgehouden. Waar.waar komt u opeens vandaan? bracht hij. naar adem snakkend, uit. Ik had u niet hooren komen. Ik had u evenmin hooren komen, hoonde de ander. Maar terwijl hij sprak, veranderde zijn Rotterdamsche literatuurprijs 1941, Drie stukken door Keuzecommissie gekozen. Door de kunstcommissie van de Stichting Rotterdam 1939 is een jaarlijksche literatuurprijs ingesteld. Voor 1941 waren gevraagd drie stukken of voordrachten, elk den tijdsduur van een uur niet te boven gaand. Er werden 70 stukken ingezonden waaruit de keuzecommissie, bestaande uit de hee- ren Anton van Duinkerken, dr. K. Heeroma, Johan de Meester, Jan Prins en* mr. F. J. Brevet, drie stukken heeft gekozen. Die dragen de titels: „Proza en poëzie van een brievenbus", „Help ze toch een beetje, vaders' en „Meneer Verksken". Ze zullen doc£ het „Centraal Tooneel" onder leiding van Cees Laseur en regie van Eduard Verkade op Maandag 17 en Dinsdag 18 Februari in de Kleine Comedie te Rotterdam opgevoerd worden. De daartoe gevormde jury zal terstond na deOo voorstellingen uitspraak doen. Voor ontginning steengroeven vergunning noodig. 's-GRAVENHAGE, 11 Februari (A.N.P.) Dej Secretaris-Generaal van het Departement van Waterstaat heeft vastgesteld een groevenreglement. Ondergrondsche steengroeven mogen krachtens dit reglement niet dan met vergunning van den Inspecteur-Generaal der mijnen worden ontgon nen of voor andere doeleinden dan ontginning in gebruik worden genomen. De vergunning wordt slechts geweigerd op gron den, verband houdende met de veiligheid. Aan de vergunning kunnen ter verzekering van de veiligheid voorwaarden worden verbonden. AGENT SCHOOT ONTVLUCHTEN ARRESTANT DOOD. ROTTERDAM, 11 Februari. De Rotterdamsche rechtbank heelt vandaag uitspraak gedaan in de zaak tegen den 39-jarïgen agent van politie D. H. te Rotterdam, die op 28 September een gearresteer- den puinruimer bij diens poging tot ontvluchten met zijn dienstrevolver doodschoot, na den man te hebben gesommeerd om te blijven staan en na eerst een waarschuwingsschot te hebben gelost. De recht bank veroordeelde hem tot een hechtenisstraf van twee maanden. Het O.M. had zijn veroordeeling ge- eischt tot een geldboete van veertig gulden subs. 20 dagen hechtenis. (A.N.P.) Ita FAILLISSEMENTEN. (Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. Graaf en Co., N.V. Amsterdam). Surséance-Mr. M. S. Kalm a Ter Griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden is door Mr. M. S. Kalma, wonende te Assen een ontwerp van accoord neöergelegd. Dd. 7 Februari 1941 is bepaald: 1 Schuldvorderingen, ten aanzien waarvan de surséance werkt, moeten uiterlijk 15 Februari 1941 bij den bewindvoerder Mr. J. G. Nijsingh, Koe straat 10, Zwolle worden ingediend. 2 De raadpleging en beslissing over het aangebo den accoord zal plaats vinden in raadkamer van genoemd Gerechtshof op Maandag 3 Maart 1941, des n.m. om 1.30 uur. Uitgesproken: 7 Febr.: Jan Doornheijn koopman, Mellisant, Achterweg. R.-C.: Mr. G. R. W. Kymmell, Cur.! Mr. C. J. den Hollander, Middelharnis. 7 Febr.: J. M. Marges, Rotterdam, Spangensche- kade 54 c. R.-C.: Mr. G. R. W. Kymmell, Cur.: Mr. H. J. Kreulen, Rotterdam. Opgeheven wegens gebrek aan actief: 6 Febr. I. Schuitevoerder, Amsterdam. (Uitge sproken 11-1-28). 6 Febr.: F. J. Andre, Amsterdam. (Uitgesproken^ 19-1-1927). 6 Febr.: M. Munnik, Scheveningen. 7 Febr.: S, Smit, bakker, Termunten, Gedeponeerde uitdeelingslijsten: 30 Jan.: B. M. Leegstra, veehouder, Broek o.d. Akkerwoude. Geëindigd door het verbindend wor den der eenige uitdeelingslijst. Uitlc nihil aan eonc, crediteuren. jje 3 Febr.: Han-delsvenn. K.A.L.B.A.S., Groningen L Idem. Uitlc. nihil aan conc. crediteuren. ft. 5 Febr.: F. H. Ettema, meubelmaker, Leeuwarden, Idem. Uitk. 1.61 pot. 7 Febr.: A. A. van de Panne, bakker, Bruinisse. Geëindigd door het verbindend worden der slot- uitdeelingslijst. Uitk. 6.4 pet. aan conc. crediteuren, Totaal uitgekeerd 36.4 pet. J. Duivenvoorde, Valkenburg. Geëindigd door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst. A. Zandbergen Wzn., Rijnsburg. Idem. A. B. van Vliet, Heinenoord. Idem. H. Gijbeis, Dordrecht. Idem. dedeeling. Ik wacht nog steeds op de betere reden die ge zoudt opgeven, miss! Ze bezat een zekere brutale vrijmoedigheid, nog grooter en aantrekkelijker dan haar eigen lijke schoonheid en vroeg lachend: Zullen we zeggen dat ge uw vrienden niet wilde laten verwonden? Mijn vriérfden? Kies ik een verkeerd woord? vroeg ze met een lachje, dat haar heel goed stond. Ge hebt stellig een levendige verbeelding, miss, zei hij droog. Bent u er zeker van, dat u hen nooit te vor.en hebt gezien? Hij lachte. Neen, dat kan ik niet bezwe ren. Bent u er niet van overtuigd dat ge hen eerder hebt ontmoet? U bent striemend als een zweep, nisi Wainwright, en ik neem mijn hoed af vooi zoo'n knappe dame. Ik geloof zelfs dat u ge lijk hebt; een der gemaskerde heeren kan tenminste heel goed thuis brengen. Ze haalde diep adem. Dat dacht ik wel. Ja, ik heb hem eens gemerkt, ging hi voort, zoodat ik hem kon herkennen, als iï hem ooit weer ontmoette. Pardon.u hebt hem wat Ik merkte hem; bij manier van spreke! dan altijd, miss. U hebt er misschien niet zcx op gelet, maar de man met het krullend haai met de twee revolvers miste een vinger aan d< rechterhand. We hadden een klein meenings- verschil, toen hij er zich tegen verzette gear resteerd te worden en toevallig schoot mijn re volver den vinger weg, dien hij juist aan dei trekker had. Hij wachtte even en vervolgde toen: beste kerel was Neil eens; we werkten vroege! samen op de Hasknife. Een flink ruiter was hi en een soort man, dien men graag om en bij ziel heeft, als er moeilijkheden zijn. Maar ja nu is hij een schurk geworden. Ze kenden u ook; twee van hen in elk ge val. (Wordt vervolgd). toon en scherp vroeg hij: Heb je die tele grammen al verzonden? Wel welke telegrammen? Die op je lessenaar liggen. Zeg op, zijn ze al doorgeseind? Nog niet. Geef ze dan direct hier. Zonder aarzelen reikte de beambte de tele grammen door het loket. En nu handen omhoog. Dadelijk gingen de handen in de hoogte en de bandiet doorliep snel den inhoud der tele grammen. Aha, een van den conducteur en een van Mackenzie, zooals ik verwacht had, zei hij hardop. Maar dit, andere van Collins is een verrassing. Ik wist heelemaal niet dat hij in den trein was en het is voor hem een geluk dat ik het niet heb geweten. Anders zou ik zijn lamp hebben uitgeblazen voor eeuwig! Vriend ik geloof dat we deze telegrammetjes zullen onder scheppen, dat is militaire noodzakelijkheid, vat je? De conducteur zal telegrafeeren als hij in Apache is, merkte de beambte op. De bandiet rolde bedaard een cigaret en streek een lucifer aan. Dat zal hij zeker doen. Maar Apache ls zeventig mijl hier vandaan, dus wat geeft ons een voorsprong van anderhalf uur. Als je soms dien Buckey O'Connor ziet, mag je hem vertellen dat die anderhalf uur ons behoud zijn en dat we geen van allen bang voor hem zijn. Het mag waar zijn, dat voor den treinroover tijd nog meer waard was dan geld, momenteel scheen de bandiet deze uitspraak vergeten, want hij ging op zijn gemak zitten op het plankje van het loke, met zijn rug tegen den muur en de beenen lang uitgestrekt, terwijl hij op zijn dooie gemak de „Tucson Star" ging lezen, ter wijl Pat nog steeds met zijn armen omhoog zat Hij scheen volkomen op zijn gemak en zeker van zichzelf. Mijn verplichtingen roepen me zuidelijker, zeide bandiet na een poosje. Ik wil een bood schap voor mijn vriend Buckey O'Connor ach terlaten; dus zeg hem dat we Zuidelijk zijn getrokken. En ook aan den cheriff Collins, dat het ons een buitengewoon genoegen zal zijn, hem op onzen weg te ontmoeten. Buiten klonk opeens een schel gefluit, dat door den man bij het loket beantwoord werd, ter wijl hij meteen op den grond sprong. De deur ging open en een tweede gemaskerde kwam bin nen, een magere jongenachtige figuur; de ma nier waarop hij rondkeek was schuw en angstig. Zijn de telegraafdraden doorgesneden?, vroeg de hoofdman streng. Ja, meneer. Aan beide kanten? Ja. De bandiet eischte daarna den revolver van den beambte, die deze in zijn lessenaar had, deed hem open, haalde de kogels er uit en gaf het wapen aan den eigenaar terug. Nu kan je je zelf niet per ongeluk van kant maken, zei hij, en volgde den jongen in de duisternis. De stationsbeambte hoorde het gaioppeeren van paarden, dat zich hoe langer hoe verder verwijderde en even later was het doodstil. Hij ging snel naar de deur, grendelde die, deed de blinden voor de ramen en laadde in koorts achtige haast opnieuw zijn revolver. Toen hij dat gedaan had ging hij voor zijn toestel zitten, met de revolver in de hand en trachtte Tucson op te roepen, herhaalde malen Maar er kwam geen antwoord; ook niet van de andere zijde der lijn, hoe hij ook probeerde. Alle telegraafdraden waren doorgesneden en de beambte was volkomen van de wereld afgeslo ten. De man begreep nu, waarom de roover zoo kalm had kunnen zitten lezen en waarom hij hem zoo aardig gezelschap had gehouden; hij had alleen gewacht tot de draden waren door gesneden. Hoofdstuk III. DE SHERIF IN ACTIE. Berenval Collins ging naast de ondoorgronde lijke miss Wainwright zitten. Het spijt me dat u zooveel hebt moeten offeren, miss Wainwright. begon hij. Maar u hebt zelf veel meer verloren. Daar hebt u gelijk in; mijn reputatie heeft bedenkelijk geleden. Maar ik vond dit paleis op wielen niet bepaald een geschikte plaats om een schietoefening te houden. Bovendien zour den mijn medereizigers kans hebben geloopen om gedood te worden, als .het spel goed aan den gang was. Haar mond vertrok smadelijk. Ik denk dat u wel een goede reden zult hebben gehad om niet in te grijpen. Zeker had ik die. Ik houd er niet van, een zeef van mezelf te laten maken. Was u bang? Dat zijn de meesten. als ze de bende van Wolf Leroy op het oorlogspad ontmoeten. Wolf Leroy? Ja, dat was Wolf Leroy, die binnenkwam om te zien of het zaakje naar wensch mar cheerde. Hij is de gevaarlijkste roofridder uit deze streek. Juist. U was dus bang voor hem? Heel bang. Met half-gesloten oogen bekeek zij zijn ma ger gezicht met de sprekende, forsche trek ken en was niet overtuigd. Ik denk dat u een andere en betere reden had! Hij wendde zich naar haar toe, zichtbaar ver baasd. Ik wilde dat u ronduit zeide wat u precies bedoelt. Doch tegelijkertijd merkte hij dat haar aan dacht afgeleid was. Majoor Mackenzie was het rijtuig binnengekomen en zijn oogen vroegen duidelijk iets, waar- zij met de bare op ant woordde. Lachend hield de sheriff hem staande. Een klap gehad, majoor? Mackenzie fronste de wenkbrauwen. De schobbejakken stalen dertigduizend dollar uit den postwagen en twintigduizend daarvan be hoorden aan onze Maatschappij; ik was juist van plan om Dinsdag het volk uit te betalen. Ik hoop dat we in staat zijn ze allen in te rekenen, antwoordde de sheriff opgewekt. Ik veronderstel dat ook u de schuld aan de bende van Wolf Leroy geeft? Natuurlijk, het werk werd te volleerd ge daan om eenigen twijfel te laten. De majoor nam zijn plaats achter miss Wain- wringht weer in. De sheriff herhaalde zijn i vraag aan haar, thans in den vorm van een me- Voordracht van B. en W. verwacht. Gelukkig ook uit 't klotsend water: Maar nu ontbreekt de hengelaar En Prikkebeen wat vrees'lijk naar 62. Terwijl de and'ren buiten zijn, Steunt Prikkebeen in bitt're pijn: „Mijn Pieternel heeft mij verlaten, I Ik kan van droefenis niet praten I Vriend hengelaar, geef mij toch raad, I Ik moet haar vinden, vroeg of laat." drinkwatervoorziening Amsterdam. van De

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6