KORT NIEUWS.
Uit Wilde Gewesten
Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkelbeen
WOENSDAG 12 FEBRUARI
1941"
TT A A R T' EM'S DAGBEAD
VOOR DE KINDEREN
OP BEZOEK BIJ DEN SCHOOLTANDARTS. De kleine patiënte ondergaat
gewillig de medische behandeling, die voor de leerlingen der 48 scholen te Arnhem
is ingesteld.
(Foto Pax Holland)
INVALIDITEITSRENTEN.
's-GRAVENHAGE, 11 Februari (A.N.P.) Op
1 Januari 1941 werden 47614 weduwen-renten en
15438 weézenrenten krachtens de invaliditeitswet
genoten, terwijl op genoemden datum krachtens
art. 373 dier wet 109840 personen in het genot waren
van een als vrucht hunner verzekering verkregen
ouderdomsrente van drie gulden per week.
Voorts genoten 84339 personen een invaliditeits-
rente, als bedoeld in artikel 71 dier wet.
Krachtens artikel 24 der Ouderdomswet 1919
waren op vorengenoemden datum 96742 personen
in het genot van een als vrucht hunner verzekering
verkregen ouderdomsrente van drie gulden per
week.
Het aantal renten voortvloeiende uit krachtens
artikel 10 van genoemde wet gesloten verzekeringen
(self-supporting verzekeuingen) met rentebedragen
van drie tot twintig gulden per week bedroeg
7013.
Zondag is het echtpaar KesselaarJosten te
Maastricht verblijd met de geboorte van een drie
ling, n.l. twee jongens en een meisje. (A.N.P.)
GEVONDEN VOORWERPEN.
Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Sme-
destraat te Haarlem, uitsluitend tussohen 11 en
13 uur.
Horloge, Kok, Zaanhof 53 I, Amsterdam. Me
daille, de Man, Dr. Schaepmanstraat 49. Regen
pijpen, Gerrits. Jan L/uykenstraat 11. Damespara-
pluie, v. d. Meij, KI. Heiligland 65 rd. Rijwielplaat
je. v. d. Heide, van Rechterenstraat 3. Gedeelte
van Mob. Kruis, Merens, lor densstraat 10. Dames
schoen, Klabou, Saenredams'traat 38 zw. Zwem
broek en handdoek, de Vogel, Bloemertstraat 16.
Het Algem. Handelsblad verneemt dat binnen
afzienbaren tijd van de zijde van burgemeester en
Webhouders van Amsterdam bij den Raad een
voordracht zal worden ingediend, inzake de drink
watervoorziening van de hoofdstad, gebaseerd op
het rapport van W. G. Biemond.
In dit rapport wordt als grondslag voor de toe
komstige taak van het waterleidingbedrijf geno
men het vastgestelde algemeene uitbreidingsplan
van Amsterdam, dat rekening houdt met een in
woneraantal van 985.000, en waarbij veronder
steld wordt dat de aangegeven stadsuitbreiding
bereikt zal zijn tegen het jaar 2000. Tegenover
het verbruik in het jaar 1938 van totaal 38.260.000
M3. wordt in het jaar 2090 de totale behoefte be
paald op rond 80.000.000 M3. Als leverancier van
water komt in aanmerking de Boven Rijn, met
zijn Nederlandsohé takken Waal, Neder Rijn, Lek
en Geldersohe IJsel. Gemiddeld komt in ons land
bij Lobith een hoeveelheid van 73.000.000.000 M3.
water per jaar. Bij nadere beschouwing blijkt
echter dat de onregelmatigheden in den afvoer
van de rivieren ooi-zaak zijn dat voor een regel
matige onttrekking van 200.000 M3. niet steeds de
mogelijkheid bestaat.
Het rapport komt tot de conclusie dat deze
rivierwaterleiding gecombineerd moet worden
met een voorraadvorming om de slechte tijden
te 'kunnen overbruggen.
Deze voorraad moet ki een natuurlijk reservoir
worden geborgen t. w. het complex van de Loos-
dreohtsche plassen, en de Amsterdamsche duin-
waterwinplaats. Een tweede plan, dat in het rap
port wordt uitgewerkt, houdt eveneens in dat als
regel rivierwater wordt verwerkt, ondersteund
echter door verwerking van water dat in de duin
water win plaats wordt opgespaard. Volgens dit
ulan zou de bestaande plassenwaterleiding na mo
derniseering gehandhaafd kunnen blijven en van
de behoefte dus 65.000.000 M3. per jaar door de
werken van de rivierduinwaterleiding gedekt moe
ten worden. Uit berekeningen blijkt dat in een
normaal toekomstjaar ongeveer 10.000.000 M3.
aan den voorraad moet worden ontleend en dat
deze voorraad jaarlijks kan worden gevormd door
het opsparen van 6.000.000 M3. duinwater en
4.000.000 M3. rivierwater, dat in gunstige perioden
in het duinterrein wordt geborgen.
Sleutel weg? Tel. 11493
DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO
(Adv. Ingez. Med.)
Een zeeman van de „Winterswijk"
vertelt.
Op de Azoren van het schip ontsnapt.
De matroos ouder de gage" D. H., van het stoom
schip „Winterswijk", van de reederij Ehrhard en
Deckers te Rotterdam, is hier te lande terugge
keerd, na op de Azoren heimelijk van zijn schip
te zijn afgestapt. In een persconferentie te 's-Gra-
venhage, geleid door den Pressedezernent den heer
Janke, heeft hij van zijn ervaringen verteld.
De „Winterswijk" was op 10 Mei midden op den
Oceaan, toen er een Engelsch radiotelegram kwam,
waarin bevolen werd naar een geallieerde haven
op te stoomen. Aanvankelijk werd hieraan niet vol
daan, totdat er een Nederla-ndsche order kwam.
Het seh-ip voel* toen naar Hallfax, waar het grijs
werd geschilderd. Daarna heeft D. H. nog vijf heen-
en weer-reizen Canada-Engeland gemaakt, totdat
ihij bij de Azoren ontcnapte. Gemonsterd als hij
was voor de reis RotterdamRotterdam kon hij
niet dan steelsgewijze verdwijnen, daar elk afstap
pen als 'desertie werd beschouwd. De Nederland-
sche consul op Horta bezorgde hem passage voor
Lissabon, waar hij zich bij den Nederlandschen
consul-generaal, zou moeten melden. Hij vervoegde
Zich te Lissabon echter bij den DUitsehen consul-
generaal, die hem met een vliegtuig naar Nederland
liet gaan.
Gedurende zijn reizen heeft hij steeds in convooi
gevaren. Het convooi was telkens om en om de
vijftig schepen groot. De bescherming bestond aan
vankelijk uit een kruiser, later uit twee torpedo-
bootjagers. De laatste drie dagen voor de Engel-
sche kust kwamen er dan vliegtuigen en acht ja
gers bij. De verliezen onderweg bedroegert gemid
deld vijf schepen, vooral sinds ook bij de Can-a-
deesche kust getorpedeerd werd.
Bij "de uitvaart werd geloot over de positie in
het convooi. Maar als de Engelsche kust nabij
kwam, aldus vertelde D. H., moesten de Nederland.
sche. Deensche en Grieksche schepen aan den bui
tenkant varen. Dit was des te onaangenamer, om
dat het geleide zwak was en-de „Winterswijk" de
eerste reizen niet gewapend was. Later kwamen er
een kanon en een oude mitrailleur aan boord met
twee Engelsche kanonniers. De verhouding tusschen
hen en de bemanning was goed, evenals met den
Canadeeschen marconist. Laatstgenoemde was aan
boord omdat de Nederlandsche bemanning niet
naar de radio mocht luisteren.
Uitgezonderd de kapitein, 'die zich zelf een En
gelsche uniform had laten aanmeten, moesten de
schepelingen van het varen in Engelschen dienst
niet veel hebben. Zij verlangden naar huis en de
geest was slecht. In de havens waren er dikwijls
vechtpartijen in kroegen. In Canada zijn er vier,
op de Azoren twee mannen, waaronder D. H. ont
snapt.
In Engeland moest het schip telkens lang wach
ten en alle mogelijke havens aanloopen om een los
plaats te vinden. De vernielingen van de havens
veroorzaakten gemiddeld drie weken stagnatie bij
het lossen.
De „Winterswijk" voer met levensmiddelen. De
reddingsmiddelen aan boord waren voldoende. Het
eten was goed. De vakbond van de Nederlandsche
zeelieden in Londen heeft op eenige klachten ver
beteringen weten te krijgen. Het heimwee en het
gevaar echter bleven. Het heimwee was des te er
ger. daar men in Engeland vertelde, dat de be
volking in Nederland honger leed.
(A.N.P.)
FAILLISSEMENTEN
De Haarlemsche Rechtbank sprak Dinsdag de
volgende faillissementen uit:
1 Frederik Jacobus van Rooyen, hoef- en kachel-
Smid. wonende te Lisse, Kanaalstraat no. 55.
Curator: Mr. J. O. Baron te Beverwijk.
2 N. Hoogerwerf. markiezen maker, wonende te
IJmuiden, gem. Velsen, Frogerstraat no. 33.
Curator: Mr. .J. E. Goudsmit te Hoofddorp, gem.
Haarlemmermeer.
Rechter-Commissaris in beide faillissementen
Mr. C. E. Muller te Haarlem.
Door het verbindend wóröjen der Uitdeelingslijst
zijn geëindigd de faillissementen van:
1 P. A. van Dam, kapper en koopman, wonende
te Haarlem.
Curator: Mr. L. Ali Cohen te Haarlem.
2 M. van Tol, manufacturier, wonende te Abbe-
nes. gem. Haarlemmermeer.
Curator: Mr. A. W. Hellema, te IJmuiden, gem.
Velsen.
Op grond van verzet werd vernietigd het faillis
sement van Franciscus Aloysius Gerardus Speet,
wonende te Haarlem en aldaar handelende onder
den naam of firma C. Speet, uitgesproken d.d. 7
Januari 1941; Curator: Mr. A. van Leyenhorst te
"Haarlem.
HERHALING VAN ..PEER GYNT" TE HAARLEM
OP DINSDAG 18 FEBRUARI.
Daar de Stadsschouwburg te Haarlem voor de
eerste opvoering van Ibsen's meesterwerk „Peer
Gynt" door Het Nederlandsch Tooneel, directeur
Cor van der Lugt Melsert, uitverkocht was, zoodat
velen teleurgesteld moesten worden, zal een her
haling van deze grootsche voorstelling worden ge
geven op Dinsdag 18 Februari. Met het oog op de
zeer groote belangstelling, wordt men aangeraden
intijds plaatsen te bespreken.
Naar het Amerikaansch van
W. Mc. LEOD RAINE.
(Nadruk verboden.)
3)
Ja, beroofd, aangehouden. Stuur dit tele
gram direct naar, Sabin! ik kan niet op ant
woord wachten, maar sein er bij dat ik in
Apache zal stoppen om verdere Instructies te ver
nemen.
De conducteur was het kantoor alweer uit, met
zijn lantaarn het vertreksein gevend. Doch
sheriff Collins en majoor Mackenzie waren hem
op den voet gevolgd en boden beiden eveneens
haastig een telegram aan.
Maar pas toen de trein al weer weggestoomd
was, las de stationsbeambte de gele papiertjes
en ontdekte dat beiden aan eenzelfden persoon
waren geadresseerd.
Luitenant Buckey O'Connor, Douglas, Ari
zona, duidde het adres, dat hij boven aan beide
telegrammen las.
Jullie zijn alle twee nog eens verstandige
menschen, want dit is met recht een gevalletje
voor den luitenant. Ik zal zoo gauw mogelijk
om onzen Buckey seinen, grinnikte hij zacht.
Hij vroeg Tucson, om het bericht van den
treinconducteur aan den afdeelingschef door te
geven, doch juist hadden zijn vingers de eerste
toetsen beroerd, toen een zoetsappige stem hem
deed ophouden.
Wacht een oogenblïk, beste vriend, het is
niet noodig zoo'n haast te maken.
De'beambte keek om en viel haast van zijn
stoel van schrik. Hij keek recht in den loop van
een revolver, die door een gemaskerd man werd
vastgehouden.
Waar.waar komt u opeens vandaan?
bracht hij. naar adem snakkend, uit. Ik had
u niet hooren komen.
Ik had u evenmin hooren komen, hoonde
de ander. Maar terwijl hij sprak, veranderde zijn
Rotterdamsche literatuurprijs 1941,
Drie stukken door Keuzecommissie gekozen.
Door de kunstcommissie van de Stichting
Rotterdam 1939 is een jaarlijksche literatuurprijs
ingesteld. Voor 1941 waren gevraagd drie stukken
of voordrachten, elk den tijdsduur van een uur niet
te boven gaand. Er werden 70 stukken ingezonden
waaruit de keuzecommissie, bestaande uit de hee-
ren Anton van Duinkerken, dr. K. Heeroma, Johan
de Meester, Jan Prins en* mr. F. J. Brevet, drie
stukken heeft gekozen. Die dragen de titels: „Proza
en poëzie van een brievenbus", „Help ze toch een
beetje, vaders' en „Meneer Verksken". Ze zullen
doc£ het „Centraal Tooneel" onder leiding van
Cees Laseur en regie van Eduard Verkade op
Maandag 17 en Dinsdag 18 Februari in de Kleine
Comedie te Rotterdam opgevoerd worden.
De daartoe gevormde jury zal terstond na deOo
voorstellingen uitspraak doen.
Voor ontginning steengroeven
vergunning noodig.
's-GRAVENHAGE, 11 Februari (A.N.P.) Dej
Secretaris-Generaal van het Departement van
Waterstaat heeft vastgesteld een groevenreglement.
Ondergrondsche steengroeven mogen krachtens
dit reglement niet dan met vergunning van den
Inspecteur-Generaal der mijnen worden ontgon
nen of voor andere doeleinden dan ontginning in
gebruik worden genomen.
De vergunning wordt slechts geweigerd op gron
den, verband houdende met de veiligheid.
Aan de vergunning kunnen ter verzekering van
de veiligheid voorwaarden worden verbonden.
AGENT SCHOOT ONTVLUCHTEN
ARRESTANT DOOD.
ROTTERDAM, 11 Februari. De Rotterdamsche
rechtbank heelt vandaag uitspraak gedaan in de
zaak tegen den 39-jarïgen agent van politie D. H.
te Rotterdam, die op 28 September een gearresteer-
den puinruimer bij diens poging tot ontvluchten
met zijn dienstrevolver doodschoot, na den man te
hebben gesommeerd om te blijven staan en na eerst
een waarschuwingsschot te hebben gelost. De recht
bank veroordeelde hem tot een hechtenisstraf van
twee maanden. Het O.M. had zijn veroordeeling ge-
eischt tot een geldboete van veertig gulden subs. 20
dagen hechtenis. (A.N.P.)
Ita
FAILLISSEMENTEN.
(Opgegeven door afd. Handelsinformaties v.
Graaf en Co., N.V. Amsterdam).
Surséance-Mr. M. S. Kalm a
Ter Griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden
is door Mr. M. S. Kalma, wonende te Assen een
ontwerp van accoord neöergelegd. Dd. 7 Februari
1941 is bepaald:
1 Schuldvorderingen, ten aanzien waarvan de
surséance werkt, moeten uiterlijk 15 Februari 1941
bij den bewindvoerder Mr. J. G. Nijsingh, Koe
straat 10, Zwolle worden ingediend.
2 De raadpleging en beslissing over het aangebo
den accoord zal plaats vinden in raadkamer van
genoemd Gerechtshof op Maandag 3 Maart 1941,
des n.m. om 1.30 uur.
Uitgesproken:
7 Febr.: Jan Doornheijn koopman, Mellisant,
Achterweg. R.-C.: Mr. G. R. W. Kymmell, Cur.!
Mr. C. J. den Hollander, Middelharnis.
7 Febr.: J. M. Marges, Rotterdam, Spangensche-
kade 54 c. R.-C.: Mr. G. R. W. Kymmell, Cur.: Mr.
H. J. Kreulen, Rotterdam.
Opgeheven wegens gebrek aan actief:
6 Febr. I. Schuitevoerder, Amsterdam. (Uitge
sproken 11-1-28).
6 Febr.: F. J. Andre, Amsterdam. (Uitgesproken^
19-1-1927).
6 Febr.: M. Munnik, Scheveningen.
7 Febr.: S, Smit, bakker, Termunten,
Gedeponeerde uitdeelingslijsten:
30 Jan.: B. M. Leegstra, veehouder, Broek o.d.
Akkerwoude. Geëindigd door het verbindend wor
den der eenige uitdeelingslijst. Uitlc nihil aan eonc,
crediteuren. jje
3 Febr.: Han-delsvenn. K.A.L.B.A.S., Groningen L
Idem. Uitlc. nihil aan conc. crediteuren. ft.
5 Febr.: F. H. Ettema, meubelmaker, Leeuwarden,
Idem. Uitk. 1.61 pot.
7 Febr.: A. A. van de Panne, bakker, Bruinisse.
Geëindigd door het verbindend worden der slot-
uitdeelingslijst. Uitk. 6.4 pet. aan conc. crediteuren,
Totaal uitgekeerd 36.4 pet.
J. Duivenvoorde, Valkenburg. Geëindigd door het
verbindend worden der eenige uitdeelingslijst.
A. Zandbergen Wzn., Rijnsburg. Idem.
A. B. van Vliet, Heinenoord. Idem.
H. Gijbeis, Dordrecht. Idem.
dedeeling. Ik wacht nog steeds op de betere
reden die ge zoudt opgeven, miss!
Ze bezat een zekere brutale vrijmoedigheid,
nog grooter en aantrekkelijker dan haar eigen
lijke schoonheid en vroeg lachend: Zullen
we zeggen dat ge uw vrienden niet wilde laten
verwonden?
Mijn vriérfden?
Kies ik een verkeerd woord? vroeg ze met
een lachje, dat haar heel goed stond.
Ge hebt stellig een levendige verbeelding,
miss, zei hij droog.
Bent u er zeker van, dat u hen nooit te
vor.en hebt gezien?
Hij lachte. Neen, dat kan ik niet bezwe
ren.
Bent u er niet van overtuigd dat ge hen
eerder hebt ontmoet?
U bent striemend als een zweep, nisi
Wainwright, en ik neem mijn hoed af vooi
zoo'n knappe dame. Ik geloof zelfs dat u ge
lijk hebt; een der gemaskerde heeren kan
tenminste heel goed thuis brengen.
Ze haalde diep adem. Dat dacht ik wel.
Ja, ik heb hem eens gemerkt, ging hi
voort, zoodat ik hem kon herkennen, als iï
hem ooit weer ontmoette.
Pardon.u hebt hem wat
Ik merkte hem; bij manier van spreke!
dan altijd, miss. U hebt er misschien niet zcx
op gelet, maar de man met het krullend haai
met de twee revolvers miste een vinger aan d<
rechterhand. We hadden een klein meenings-
verschil, toen hij er zich tegen verzette gear
resteerd te worden en toevallig schoot mijn re
volver den vinger weg, dien hij juist aan dei
trekker had.
Hij wachtte even en vervolgde toen:
beste kerel was Neil eens; we werkten vroege!
samen op de Hasknife. Een flink ruiter was hi
en een soort man, dien men graag om en bij ziel
heeft, als er moeilijkheden zijn. Maar ja
nu is hij een schurk geworden.
Ze kenden u ook; twee van hen in elk ge
val.
(Wordt vervolgd).
toon en scherp vroeg hij: Heb je die tele
grammen al verzonden?
Wel welke telegrammen?
Die op je lessenaar liggen. Zeg op, zijn ze
al doorgeseind?
Nog niet.
Geef ze dan direct hier.
Zonder aarzelen reikte de beambte de tele
grammen door het loket.
En nu handen omhoog.
Dadelijk gingen de handen in de hoogte en
de bandiet doorliep snel den inhoud der tele
grammen. Aha, een van den conducteur en
een van Mackenzie, zooals ik verwacht had, zei
hij hardop. Maar dit, andere van Collins is een
verrassing. Ik wist heelemaal niet dat hij in
den trein was en het is voor hem een geluk dat
ik het niet heb geweten. Anders zou ik zijn lamp
hebben uitgeblazen voor eeuwig! Vriend ik
geloof dat we deze telegrammetjes zullen onder
scheppen, dat is militaire noodzakelijkheid, vat
je?
De conducteur zal telegrafeeren als hij
in Apache is, merkte de beambte op.
De bandiet rolde bedaard een cigaret en
streek een lucifer aan. Dat zal hij zeker doen.
Maar Apache ls zeventig mijl hier vandaan,
dus wat geeft ons een voorsprong van anderhalf
uur. Als je soms dien Buckey O'Connor ziet,
mag je hem vertellen dat die anderhalf uur ons
behoud zijn en dat we geen van allen bang
voor hem zijn.
Het mag waar zijn, dat voor den treinroover
tijd nog meer waard was dan geld, momenteel
scheen de bandiet deze uitspraak vergeten, want
hij ging op zijn gemak zitten op het plankje
van het loke, met zijn rug tegen den muur en
de beenen lang uitgestrekt, terwijl hij op zijn
dooie gemak de „Tucson Star" ging lezen, ter
wijl Pat nog steeds met zijn armen omhoog zat
Hij scheen volkomen op zijn gemak en zeker van
zichzelf.
Mijn verplichtingen roepen me zuidelijker,
zeide bandiet na een poosje. Ik wil een bood
schap voor mijn vriend Buckey O'Connor ach
terlaten; dus zeg hem dat we Zuidelijk zijn
getrokken. En ook aan den cheriff Collins, dat
het ons een buitengewoon genoegen zal zijn,
hem op onzen weg te ontmoeten.
Buiten klonk opeens een schel gefluit, dat door
den man bij het loket beantwoord werd, ter
wijl hij meteen op den grond sprong. De deur
ging open en een tweede gemaskerde kwam bin
nen, een magere jongenachtige figuur; de ma
nier waarop hij rondkeek was schuw en angstig.
Zijn de telegraafdraden doorgesneden?,
vroeg de hoofdman streng.
Ja, meneer.
Aan beide kanten?
Ja.
De bandiet eischte daarna den revolver van
den beambte, die deze in zijn lessenaar had,
deed hem open, haalde de kogels er uit en gaf het
wapen aan den eigenaar terug. Nu kan je je
zelf niet per ongeluk van kant maken, zei hij,
en volgde den jongen in de duisternis.
De stationsbeambte hoorde het gaioppeeren
van paarden, dat zich hoe langer hoe verder
verwijderde en even later was het doodstil.
Hij ging snel naar de deur, grendelde die, deed
de blinden voor de ramen en laadde in koorts
achtige haast opnieuw zijn revolver.
Toen hij dat gedaan had ging hij voor zijn
toestel zitten, met de revolver in de hand en
trachtte Tucson op te roepen, herhaalde malen
Maar er kwam geen antwoord; ook niet van de
andere zijde der lijn, hoe hij ook probeerde.
Alle telegraafdraden waren doorgesneden en de
beambte was volkomen van de wereld afgeslo
ten. De man begreep nu, waarom de roover zoo
kalm had kunnen zitten lezen en waarom hij
hem zoo aardig gezelschap had gehouden; hij
had alleen gewacht tot de draden waren door
gesneden.
Hoofdstuk III.
DE SHERIF IN ACTIE.
Berenval Collins ging naast de ondoorgronde
lijke miss Wainwright zitten.
Het spijt me dat u zooveel hebt moeten
offeren, miss Wainwright. begon hij.
Maar u hebt zelf veel meer verloren.
Daar hebt u gelijk in; mijn reputatie heeft
bedenkelijk geleden. Maar ik vond dit paleis
op wielen niet bepaald een geschikte plaats om
een schietoefening te houden. Bovendien zour
den mijn medereizigers kans hebben geloopen
om gedood te worden, als .het spel goed aan
den gang was.
Haar mond vertrok smadelijk. Ik denk dat
u wel een goede reden zult hebben gehad om
niet in te grijpen.
Zeker had ik die. Ik houd er niet van, een
zeef van mezelf te laten maken.
Was u bang?
Dat zijn de meesten. als ze de bende van
Wolf Leroy op het oorlogspad ontmoeten.
Wolf Leroy?
Ja, dat was Wolf Leroy, die binnenkwam
om te zien of het zaakje naar wensch mar
cheerde. Hij is de gevaarlijkste roofridder uit
deze streek.
Juist. U was dus bang voor hem?
Heel bang.
Met half-gesloten oogen bekeek zij zijn ma
ger gezicht met de sprekende, forsche trek
ken en was niet overtuigd. Ik denk dat u een
andere en betere reden had!
Hij wendde zich naar haar toe, zichtbaar ver
baasd. Ik wilde dat u ronduit zeide wat u
precies bedoelt.
Doch tegelijkertijd merkte hij dat haar aan
dacht afgeleid was. Majoor Mackenzie was het
rijtuig binnengekomen en zijn oogen vroegen
duidelijk iets, waar- zij met de bare op ant
woordde.
Lachend hield de sheriff hem staande. Een
klap gehad, majoor?
Mackenzie fronste de wenkbrauwen. De
schobbejakken stalen dertigduizend dollar uit
den postwagen en twintigduizend daarvan be
hoorden aan onze Maatschappij; ik was juist van
plan om Dinsdag het volk uit te betalen.
Ik hoop dat we in staat zijn ze allen in te
rekenen, antwoordde de sheriff opgewekt. Ik
veronderstel dat ook u de schuld aan de bende
van Wolf Leroy geeft?
Natuurlijk, het werk werd te volleerd ge
daan om eenigen twijfel te laten.
De majoor nam zijn plaats achter miss Wain-
wringht weer in. De sheriff herhaalde zijn
i vraag aan haar, thans in den vorm van een me-
Voordracht van B. en W. verwacht.
Gelukkig ook uit 't klotsend water:
Maar nu ontbreekt de hengelaar
En Prikkebeen wat vrees'lijk naar
62.
Terwijl de and'ren buiten zijn,
Steunt Prikkebeen in bitt're pijn:
„Mijn Pieternel heeft mij verlaten,
I Ik kan van droefenis niet praten
I Vriend hengelaar, geef mij toch raad,
I Ik moet haar vinden, vroeg of laat."
drinkwatervoorziening
Amsterdam.
van
De