Had Oztmty 71 KORT NIEUWS. V R IJ D A G 21 FEBRUARI 194f HAARtEM'S DÏGBCAH Grootvader schrijft zijn kleinkinderen over: Beste kinderen, Zoo dikwijls al in de laatste jaren heb ik jullie hooren sputteren als je door vader of moeder ver maand werd bij het piano-studeeren, vooral toch de Czerny-études niet over te slaan, dat ik wel heb moeten begrijpen dat Czerny jullie op de een of andere manier niet lag. Ik troostte mij altijd met de gedachte dat alle kinderen van alle tijden daar in gelijk staan. Ook wij hadden in onze jeugd het land aan Czerny en toch, hoe ouder wij werden des te meer leerden wij inzien van welk een groote nuttigheid deze groote Bohemer (geen Bohémien, dat was hij allerminst) voor de piano-studenten van de geheele wereld is geweest. Het is vandaag 150 jaar geleden dat Czerny het levenslicht aanschouwde en omdat ik weet dat jullie op gedenkdagen nog wel eens tot aandacht te brengen zijt, zal ik trachten door iets uit Czerny's leven te vertellen, wat sympathie, ja misschien wel bewondering en eerbied voor hem te wekken. Ik doe dat in een open brief, omdat ik weet dat de wereld vol is van kinderen, klein- en achter kleinkinderen, die Czerny moeten spelen. Waar een piano in huis is, is ook een van Czerny's studie boeken en dat is nu al meer dan 125 jaar over de heele wereld zoo. Als ik jullie zou vragen of je wel eens getracht hebt je een voorstelling ervan te maken vie die Czerny was, zou dat alleen maar een onnadenkendheid van mij zijn. Want dat hebben wjj 60 jaar geleden ook niet geprobeerd. Wij haatten Czerny blindelings en eerst toen wij in 1891 bij zijn honderdsten geboortedag hier en daar wat over hem lazen, begonnen wij tot andere gedachten te komen en in te zien dat Czerny had behoord tot de weldoeners van de pianospelende wereld. Maar de jeugd heeft maling aan weldoe ners, tegenwoordig meer nog dan ooit. In 1891 wijdde o.a. de groote muziekgeleerde en gevreesde recensent Dr. Eduard Hanslick in een van de Weensche bladen woorden van waar- deerende herdenking aan Czerny. In 1891 had den wij nog een soort van persoonlijk contact met de groote muzikale classici der aarde. Hanslick had Czerny persoonlijk gekend en Czerny was een leerling van Beethoven en de leermeester van Liszt en dat maakte de mededeelingen van een man als Hanslick zoo kleurig en boeiend. Als ik met Amerikaansche kinderen te doen had zou ik misschien kunnen épateeren door te herinneren aan den eindeloozen stroom van Czerny's 3 werken. Het laatste werk dat tijdens zijn leven werd uitgegeven droeg het Opus-getal 848 en dat waren32 oefeningen! Daarbij moeten wij dan nog in aanmerking nemen dat er ongenum merde werken in omloop zijn en dat lijvige studie deelen zooals de Schule der Gelaufigkeit (Op. 299), de Schule des Virtuosen (Op. 365) en de Kunst der Fingerfertigkeit (Op. 740) één enkel Opus-getal dragen. Déór lag Czerny's kracht: in het schrijven van piano-paedagogische werken van zulk een emi nente waarde dat zij in 1891 nog steeds toonaan gevend waren en dat zij in 1941 nog niet gemist kunnen worden. Persoonlijk heb ik er mij bijv. twintig jaar geleden van kunnen overtuigen dat de studies van Czerny in Amerika van Noord tot Zuid dagelijksche kost van de pianisten waren. Czerny is dus ongetwijfeld een voor de muziek uitermate verdienstelijk man geweest. Brahms schijnt gezegd te hebben dat men hem om zijn werk niet genoeg kan prijzen maar dat komt waarschijn lijk omdat Brahms zelf zoo grondig en streng was. Want grondig en streng was zeker ook Czerny en dat is misschien wel de reden waarom de jeugd nooit veel met hem op heeft gehad. Grondigheid en strengheid proeft men uit zijn werken, geen onderdeel van de piano-techniek heeft hij onaan geroerd gelaten. Hij schijnt een man geweest te zijn die altijd werkte, zijn ijver grensde aan het onwaarschijnlijke, geen componist heeft hem in het aantal werken ooit overtroffen. Wanneer wij de figuur van een Czerny be- studeeren, komen wij onwillekeurig tot de ge dachte dat elke tijd de mannen voortbrengt die zij noodig heeft. Czerny, die op 21 Februari 1791 werd geboren, bereikte den leftijd van mannelijke kracht toen de drie groote klassieken, gedeeltelijk, zijn tijdgenooten, Haydn, Mozart en Beethoven de wereld hadden verlaten. Men behoeft de piano- werken van deze drie grooten maar te vergelijken met de composities van een vorige periode om te beseffen dat er op het gebied van klavier-tech niek wel iets gebeurd was in die halve eeuw. Al beperken wij ons maar tot den Beethoven van de z.g. derde periode dan ligt er al een wereld voor ons van nieuwe vingertechniek. Czerny, die een leerling was van Beethoven, leerde daardoor uiteraard deze techniek van zeer nabij kennen. Hij. met zijn klaarblijkelijken aanleg voor klavier- technische zaken, werd er als het ware de samen- vatter van omdat hij de onderdeelen ervan wist onder te brengen in systemen die hij wéér vast legde in eindelooze „katerntjes" vingeroefeningen studies, gamma's, enz. Zijn werk op dit gebied werd ondersteund en aangevuld door enkele tijd genooten, o.a. Clementi en diens leerling Cramer, maar deze hadden toch niet Czerny's vruchtbaar heid op dit terrein, al stonden hun composities wel op een muzikaal hooger peil. Czerny stierf in 1857 en heeft dus ook de groote vroeg-romantici on der de pianisten en componisten voor het instru ment vrijwel allemaal overleefd. Schubert en Mendelssohn en vooral de virtuosen Weber, Chopin en Schumann behoorden in 1857 niet meer tot het rijk der levenden en het is aan te nemen dat ook de werken van deze dichter lijke pianisten invloed hebben gehad op de piano- paedagogische werken van Czerny. Het is waar schijnlijk niet overdreven te beweren dat de mo derne piano-techniek grootendeels berust op het levenswerk van Czerny. Hij heeft er een grondslag voor gelegd die in alle opzichten goede gelegenheid gaf tot verder bouwen. Nu wij Czerny's nuttigheid dus onomstootelijk hebben vastgesteld, zullen wij eens verder rond zien of er uit zijn bestaan bijzonderheden te ver tellen zijn die zijn figuur iets sympathieker kunnen doen zijn in de oogen van de niets-ontziende mo derne jeugd. Ik vrees het ergste. Met zijn uiterlijk valt niets te beginnen. Hij, de harde werker, was om te zien een schoolmeester van top tot teen. Als hij op stond ging hij werken en hij werkte tot de dag om was. Hij was ongetrouwd en werd blijkbaar door niets gestoord. Daarmee is zijn gewone leven verteld en wij kunnen niet verhelen dat het vlak was, zoo vlak als 2ijn muziek. Czerny schreef namelijk ook muziek, precies als iedereen deed in dien tijd. Een gewel dige hoeveelheid sonates, trio's, kwartetten, con certen symphonieën, ja zelfs missen van zijn hand zijn destijds in druk verschenen. Dat geheele oeuvre is vrijwel spoorloos verdwenen omdat Czerny als toondichter een te kort had aan fan tasie en originaliteit. Schumann ergerde zich aan Czerny's vlakke „élégance" en aan de stoerheid waarmee hij steeds maar weer doorproduceerde. In Schumann's „Neue Zeitschrift für Musik" ging hijH dikwijls tegen Czerny te keer. Bij Op. 413 schreef Schumann dat het gerucht ging dat Czerny aan zjjn uitgevers had gescreven „dat zij zich verheugen moesten omdat hij nu eens flink aan het componeeren wilde gaan". Bij Op. 434, een werk van Czerny getiteld „Brillante Phantasien" Schrijft Schumann: „Laat men dezen gewaardeer- den componist toch eens op non-actief stellen en hem een pensioen geven, hij verdient het waarlijk In het midden Karl Czerny; aan het klavier Franz List links staande de componist Berlioz. (Naar een gravure) en zou dan niet meer schrijven". En dan te be denken dat Czerny nog tot Op. 848 doorschreef en dat Schumann dat vrijwel allemaal nog heeft meegemaakt. Schumann had het trouwens mis met zijn meening dat Czerny door een pensioen tot zwijgen gebracht had kunnen worden. Toen Schumann dit in 1838 schreef was Czerny, de zuinige vrijgezel, al in goeden doen. Hij schreef niet om den broode maar uit een onbedwingbare componeerlust. Overdag gaf hij lessen, in de goede jaren 12 per dag, en 's avonds schreef hij zijn maar al te sterfelijke muziek. Toch was die muziek zijn eenige levensvreugde, toen hij op 15 Juli 1857 stierf vond men op zijn werktafel de laatste com posities, een offertorium en een sonate met de dateering „eind Juni 1857" Hij schreef dus tot zijn laatste snik. Een latere muziekhistoricus, Walter Niemann verwijt Czerny dat hij door zijn vlakke élégance feitelijk de vader is geworden van de latere bijna onuitroeibare „salonmuziek". Inderdaad, daar zitten wij nog mee. Karl Czerny begon zijn pianistenloopbaan als wonderkind. Zijn vader Wenzel Czerny, zelf pianist, gaf hem les zoodra hij de vingers kon bewegen. Toen hij 4 jaar was speelde hij al stukjes en toen hij 9 jaar telde, voerde hij in het openbaar het piano concert in C-Mineur uit. Al spoedig werd hij tot de beste virtuozen van Weenen gerekend en was hij een gezocht leeraar die ook verschillende groote pianisten van naam heeft opgeleid (o.a. Liszt, Döhler en Kullak). Daarover in een tweede artikel. Veilingen te Haarlem. De uitslag van de Donderdagavond in het ver kooplokaal Het Notarishuis te Haarlem gehouden veilingen is als volgt: Een werkplaats met bovenverdieping en erf Gravinnesteeg 8 zwart en rood: J. D. Philippo q.q. f 3300. Een werkplaats en erf Lange Annastraat 18: G. H. Houtkamp f 1475. Huis en erf Burgwal 19, J. W. G. Anschütz, kantoor J. W. G. Droste q.q. f 1225. Huis met tuin De Clercqstraat 140: H. Koelemeijer f 3700. Huizen met erf Vaartstraat 13 17. 19: T. Byman q.q. voor resp. f 3725, f 3575 en f 3725. Huis met afz. bovenwoning, erf en tuin Leidsche- straat 48 zwart en rood: T. Byman q.q. f 5800. Huis met afz. bovenwoning, erf en tuin Leidsche- straat 50 zwart en rood: A. Cornelissen f 5315. Huis met. erf en tuin Verspronckweg 38: K. Jongert f 8525. Huis met erf en grond Nieuwe Gracht 44: A. H. Postma f 5025. Huis met afz. bovenwoning, erf en tuin Wester gracht 87 zwart en rood: D. J. Zuurendonk f 6575. Huis met erf en tuin Voorzorgstraat 37: L. G. C. Kemper f 3635. Huis met erf Assendelverstraat 57: L. G. C. Kemper f 3579. Heerenhuis met schuur, poort, erf en tuin Bosch en Vaartstrat 25: N. J. Schmidt q.q. f 6580. Een blok van vier woonhuizen en erven en een winkelhuis Dr. Schaepmanstraat 141 en Van Nie- veltstraat 1, 3, 5 en 7; een blok van vijf woon huizen en erven Van Nieveltstraat 9, 11, 13, 15 en 17 een blok van vijf woonhuizen en erven Van Nievelt straat 19 en 21 en Cremerplein 38, 37 en 36; al deze perceelen gecombineerd E Honderdos f 60.125. Winkelhuis, melkhuisje, koelbak, nortonput, Ro- molenstraat 50, P. J. van Goor f 4350. AFLEVERING VAN VOGELZAAD E.D. 's-GRAVENHAGE, (A.N.P.) Het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd deelt mede dat vogelzaad, ochtendvoer voor pluimvee en ge mengd graan sedert 10 Februari 1941 door den detaillist uitsluitend afgeleverd mogen worden aan personen, die voorkomen op de klantenlijst van dien detaillist. Deze bepaling geldt uiteraard niet voor zoover bij de aflevering van ochtendvoer en gemengd graan een witte bestelbon in ontvangst wordt genomen In den avond van 24 Januari is in een villa te Groningen ingebroken. Uit de badkamer werd een doosje met een aantal juweelen van groote waarde bemachtigd. Gisteren is de vermoedelijke dader de 29-jarige W. S. uit Groningen, een recidi vist, te Leeuwarden gearresteerd. Hjj is naar Gro ningen overgebracht. w De geheimen der plantengroei. Vergadering der Ned. Pomologische Vereeniging. UTRECHT. In het Jaarbeursrestaurant hield heden de Nederlandsche Pomologische Vereeniging (hoofdafdeeling „Fruitteelt" van ce Nederlandsche Heide Maatschappij) onder presidium van jbr. G. F. van Tets van Goidschalxoord uit Zeist een bui tengewone vergadering, in welke inleidingen zijn gehouden over „Groeistoffen". De voorzitter zeide in zijn openingswoord o.m., dat ons land op wetenschappelijk gebied goed aan geschreven staat en dat men ook uit het buitenland hier veel kan leeren. In de laatste jaren heeft men zich ook in ons land bezig gehouden met de studie over groeistoffen en reeds is men nu zoo ver, dat iets kan worden medegedeeld, dat van belang is voor de fruitteelt. Zijn voordracht met lichtbeelden toelichtend sprak daarna dr. H. H. A. v. d. Lek uit Wagenin- gen over het meer theoretische gedeelte der studie van de groeistoffen. Hij wees er op, dat men zijn verwachtingen op het oogenblik ten aanzien van de groeistoffen niet al te hoog moet spannen, omdat men nog verkeert in het beginstadium der onder zoekingen en er nog geen voltooide cultuurmaat regelen bestaan, Wat men te hooren zou krijgen, is dus nog grootendeels toekomstmuziek, maar dan met persoectieven voor de practijk. Wat z"n nu eigenlijk groeistoffen? Men weet, dat groene planten de neiging hebben zich naar het licht te wenden, waardoor krommingen ontstaan. Die krommingen vloeien voort uit een versterkten groei aan den donkeren kant van de plant. In Dene marken heeft men in 1913 gevonden, dat deze ver sterkte groei wordt veroorzaakt door groeistoffen (hormonen). In 1925 slaagde men in Californië er in, vast te leggen, dat zonder groeistoffen geen groei mogelijk is. Spr. zette dan het verschil uiteen tusschen vitaminen en hormonen die oppervlakkig bezien immers wel eenige overeenkomst lijken te bezitten. Vitaminen zijn stoffen, die niet in het eigen huishouden van plant of dier wordten voort gebracht. terwiji hormonen wel in het eene deel van het lichaam worden gevormd en naar andere deelen worden gevoerd. Zij zijn producten van in terne secretie en hebben evenals vitaminen een be paalde physïologische beteekenis. Het is echter mo gelijk, dat vitaminen ook een rol in de plant spelen, die ze voortbrengt. In dat geval voldoen ze ook aan de definitie van hormoon en treden ze dus in dub bele functie op. Door een waterig extract van stuifmeel van een tropische orchidee kan men groeiverschiinselen op roepen of den groei remmen. Het is gebleken, dat men ontbladerde stengels van een bepaalde plant, die uiterst moeiliik wortelde, door toepassing van dit extract gemakkeliïk tot beworteling kan bren gen. Od d<it gebied heeft men reeds belangrijke vor deringen vemaakt. echter hoofdzakelijk op theore tisch gebied. Spr. ging daarop uitvoeriger in op het zoeken naar andere stoffen, die een zelfden invloed hebben, waarbij het gelukt is uit bepaalde planten de ge zochte groeistof op te vangen op gelei-achtige plaatjes. Na de pauze was het ir. J. H. M. Stuivenberg. die over de toepassing van groeistoffen ter bestrijding van voortijdigen val bij appels en peren sprak. Politiemannen bedreigd. Een zeker G. S. te IJsselmuiden had zich gisteren voor de Zwolsche rechtbank te verantwoorden ter zake van bedreiging van twee ambtenaren in functie. Verd. had op 23 November steenen gegooid tegen het huis van een oude dame te IJsselmuiden, Daarover wilde de burgemeester hem onderhouden, weshalve deze den rijksveldwachter en den ge meenteveldwachter opdrarht had gegeven, ver dachte voor hem te geleiden. Des avonds elf uur vervoegden de politieman nen zich aan de woning van verdachte. Deze ver zette zich échter heftig tegen zijn voorgeleiding en ■daagde er in te ontkomen door de schuur, waar hij een mestvork greep. Onder den uitroep: ,.Tk zal jullie afslachten", stormde hij op de politiemannen in, die er eerst na veel moeite in konden slagen S te overmeesteren. Wegens dit gedrag stond hii terecht. Nadat de psychiater dr. Boele te Zwolle rappori over verdach+e's geestesvermogens had uitgebracht eischte de officier van justitie, mr. A. H. Servatius zes maanden gevangenisstraf. Uitspraak over 14 dagen. (A. N. P.) Verduistering is onze plicht. Weer daarom uitstraling van 't liclit. VAN 21 OP 22 FEBRUARI 1941 van 19.05 tot 8.45 Maan op 22 Februari op6.20 Maan op 22 Februari onder15.28 Werkpauze-concert in de Persil- f ah rieken. Het A.N.P. meldt uit Utrecht: Als derde in de reeks bijeenkomsten, welke georganiseerd wordt door de X.V.V.-gemeenschap „Vreugde en Arbeid", is in de Persilfabrieken te Jutphaas een werkpauze- concert gehouden. Het geheele personeel uit de fabrieken, de expeditie en de kantoren, kwam om twaalf uur bijeen in de recreatiezaal, welke luister rijk was versierd. Over de geheele lengte daarboven was een transparant aangebracht, waarop de woor den „Vreugde en Arbeid" te lezen stonden. De ar beiders namen aan lange tafels plaats, waarop keu rige witte lakens lagen gespreid en waar voor ieder der aanwezigen een verrassing klaar stond in den vorm van een paar gebakjes. Bovendien lag bij iedere plaats een nummer van het N.V.V.-weekblad Arbeid" en was voor iedereen een N.V.V.-kalender gereserveerd. Van de officieele personen noemen wij dr. Joa chim. gevolmachtigde van den rijkscommissaris voor de provincie Utrecht, burgemeester Hamers van Jutphaas, den heer v. d. Werken, leider van „Vreugde en Arbeid" en de directie van de Persil fabrieken, bestaande uit de heeren ir. Krull en Stevens, alsmede den N.V.V.-afgevaardigde den heer Satoni. Een concert in een fabriek in den rusttijd, is een der middelen, welke „Vreugde en Arbeid" toepast om de begrippen, welke ook haar naam hebben gevormd, tot werkelijkheid te maken. De fabrieks arbeider is zijn plaats waard in de gemeenschap van ons volk en voor zijn arbeid van allen dag dient men waardeering te hebben, zoo goed als voor hen, die naar uiterlijke beoordeeling een be langrijker plaats innemen. Met dit devies voor oogen is dit werkpauze-concert georganiseerd en men kan niet anders zeggen, dan dat het N.V.V. volkomen geslaagd is met zijn doelstelling. Een gevarieerd programma van muziek, zang en conference heeft het personeel eenige uren lang prettig bezig gehouden. Voor de muzikale klanken zorgden de leden van het Nationaal Orkest onder leiding van Theo Koning, een ensemble, samen gesteld uit werklooze musici uit de residentie. Teraardebestelling C. A. Honig. Donderdagmiddag had onder groote belangstel ling in het familiegraf op de Algemeene Begraaf plaats te Heemstede de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van den heer C. A Honig te Overveen, directeur van de Oliefabriek te Zaandam. Onder de aanwezigen waren o.a. Mr. J. In 't Veld, burgemeester van Zaandam; de heer G. Haremaker. Dijkgraaf van den Polder Westzaan; de heer J. v. d. Stad, Heemraad van dezen polder; de heer J. Rus tige. wethouder te Amsterdam Baron A H. van Hardenbroek van Ammerstol, directeur der Kunst- zandsteenfabriek te Hillegom; de heer Th. Terwey, directeur van Blauwhoedenveem te Amsterdam: de heer Twenstra, voorzitter der Vereeniging van Oliefabrikanten in Nederland de heer C. Maar schalk, oud-burgemeester van Haarlem. In de aula werd eerst gesproken door den heer J. A. Honig, broeder van den overledene en mede- drecteur van het bedrijf. „Bijna 45 jaar", zei hij „heeft mijn broer met grooten ijver gewerkt voor de onderneming, die hem zoo lief was en zelf mocht ik 35 jaar met hem samenwerken". Spreker wees op zijn oprechtheid, zijn stuwkracht en teergevoeligheid. „Wij zullen hem missen, maar we zullen den band tusschen familie en bedrijf versterken". Baron A. H. van Hardenbroek schetste, hoe tien jaar geleden de heer C. A. Honig als president commissaris spreker's vader na zijn overlijden in die functie verving en hoe de heer Honig een krachtige steun is geweest voor deze fabriek. Het heele bedrijf is hem veel dank verschuldigd; allen zullen hem dankbaar herdenken. „Hij was een goed fabrikant, die niet aan den weg timmerde; pas in de laatste plaats dacht hij aan zichzelf. Ik heb veel met hem samen mogen werken en zal hem zeer missen". Namens den Bond van Fabrikanten sprak de heer Twenstra. „Van onze generatie was de heer Honig de oudste. Hij was een opgewekte figuur. In onze bijeenkomsten wist hij 'n pittige sfeer te schep pen en soms met een geestig woord het verlossende woord in eventueele geschillen te spreken". De heer S. Kaper voerde namens het fabrieks- personeel het woord. .Ik heb het voorrecht ge had, 45 jaar onder zijn leiding te mogen werken; hij was niet alleen patroon, maar ook een vriend" De heer M. J. de Ridder, procuratiehouder van de fabriek, schetste den overledene als een voorbeeld voor allen en als raadsman. Vervolgens sprak de heer W. J. des Bouvrle namens de Verzekeringsmaaschappij „Mercurius"; de heer G. H. Haremaker namens het polderbestuur Westzaan en tenslotte Dr. F W. A. Korff, die het Bijbelwoord Joh. 11 las en woorden van troost sprak. Nadat Dr. Korff voor was gegaan in gebed werd het stoffelijk overschot ten grave gedragen De heer A. J. Honig dankte voor de belang stelling. SC.HETSPLAN VOOR HET MUSEUM IN „GROENENDAAL" Voor het Natuurhistorisch Museum in „Groenendaal" te Heemstede waarover wij in ons blad van Dinsdag uitvoerige bijzonderheden mededeelden is een schets- plan gemaakt, waarvan wij hierbij een reproductie geven. Daaruit is te zien dat een gebouw ontworpen is waarvan de lengte 30 Meter bedraagt. Behalve eenige kleine kamers komen er twee expositiezalen van 70 en 100 M2 opper vlakte, waarvan er één bestemd is voor vitrines en ook één voor diorama's. Verder is er een uitbouw van 10 Meter diameter, waarin 25 aquaria komen, alsook een vijver en een wintertuin. Behalve dit gebouw is nog een koude en een warme kas ontworpen, die een lengte hebben van 13.40 Meter en een breedte van 4 Meter. Bijeenkomst N. S. D. A. P. Woensdagavond heeft de Ortsgruppe Haarlem van de N.S.D.A.P.. Arbeitsbereich in den Nieder- landen een samenkomst georganiseerd in het gebouw ..St.-Bavo" aldaar welke zeer druk is is bezocht. Een Duitsche militaire kapel verzorgde het muzikale gedeelte, de zaal was op sobere wijze met spreuken versierd. Het publiek bestond uit officieren en soldaten van de Duitsche weer macht burgers en leden van de W. A., voor wie plaatsen waren gereserveerd. Onder hen be vonden zich tal van hoogere officieren uit het district Haarlem. Spreker was pg. Sommer, een der propagan disten van de N.S.D.A.P. In het begin van zijn telkens door bijval on derbroken rede wees spr. op het doel van de vele bijeenkomsten, die in de komende weken zullen worden gehouden, nl. om aan te toonen, dat de Duitsche nationaal-socialisten en de Nederlandsche nationaal-socialisten samen hoo ren en dat "zij de taak hebben de nationaal-so- cialistische gedachte ook ln de Nederlanden door te voeren en ingang te doen vinden. Reeds in het begin van het Duitsche optre den hier te lande heeft de Rijkscommissaris te kennen gegeven, dat de Duitsche overheid zich niet wenschte te mengen ln interne aangelegen heden. Er hebben zich echter sindsdien bepaalde ge beurtenissen voorgedaan en deze dwingen er 'ie, dat men dit standpunt nog eens duidelijk formu leert op de manier, waarop deze uitspraak is be doeld, opdat men later niet te hooren krijge, dat er wat anders werd verwacht, dan de bedoeling, die van Duitsche zijde daarin is gelegd. Wij zijn opgestaan aldus spr., opdat het groote Germaansche volk in Germaansch Euro pa de leiding zou nemen en zoodoende den vrede en de welvaart van de volken zou verzekeren. Het gaat er niet om ons op bekrompen wijze te ver rijken met veroveringen van kleine landen. Wij kunnen echter geen andersdenkenden aan onze grenzen dulden, want zij zouden evenveel bedrei gingen voor ons zelf en onze eenheid vormen. Nederland heeft slechts een mogelijkheid een vrije onafhankelijke staat te zijn en dat Is in den vorm van een nationaal-socialistischen staat. Dan kunnen wij Nederland veel bieden en Nederland met zijn oude cultuur en geestelijke waarde kan dat ook. Vervolgens toonde spr. aan dat de bondge- nooten, die de Duitschers bij de verwezenlij king noodig hebben, de Nederlandsche natio naal-socialisten zijn. nl.. menschen. van wie men zeker is. dat zij werkelijk de natlonaal- socialistische idee aanhangen, want het natlo- naal-socialisme kan een zaak des harten zijn of gezwets. In dien laatsten vorm is het onbetrouw baar en dus gevaarlijk. Daarom is den N.S.B.'. s en de andere, kleinere groepen, die het natio- naal-soc lal isme in Nederland vertegenwoordi gen, gezegd, dat zij de rest van de bevolking zoo wel individueel als collectief moesten werven, bij die taak nu willen wij aldus spr. hen hel pen en daartoe hebben we de beschikking wer het staatsapparaat met den rijkscommissaris en het Arbeitsbereich ln den Niederlanden van de N.S.D.A.P. Van de verschillende groepen in Ne derland zijn de N.S.B.'ers ongetwijfeld de beste, wat discipline en geestelijke kracht aangaat. Sinds Mei Is er dan ook al iets in Nederdand in deze richting veranderd. Er zijn al een paar hooge ambten in handen van N.S.B,'ers gelegd. De groepen, die tegen de nationaal-socialisten hier te lande zijn, zijn in wezen dezelfde als in ons land aldus spr., onze tegenstanders zijn geweest. Zoo in de eerste plaats de Joden, zij konden de grondstellingen van het nationaal- socialisme niet aanvaarden, omdat zij zich heb ben ingesteld op het eigenbelang, overal zaten de Joden, ook in alle politieke partijen. Het na- tlonaal-socialisme echter sloot zijn deuren voor hen. Met Colijn c.s. konden de Joden zaken doen, maar Hitier sjachert niet. Dan is er de vrij metselarij. waarin in den laatsten tijd twee tendenzen den boventoon voerden, die van het Jodendom en die van den Brltschen geest. Spr. wenscht thans niet verder op deze omvangrijke kwestie in te gaan, binnenkort echter komt er een boek uit over de vrijmetselarij in Nederland en zal er nog eens een bijeenkomst als deze apart aan dit onderwerp worden besteed. Ook zal te Haarlem over eenigen tijd een vrijmetselarij- tentoonstelling worden gehouden. Wat de groep van Colijn en de zijnen be treft, wilde spr. doen opmerken, dat zij een po litiek van afwachten huldigt en dat er niets po sitiefs van haar voor het Nederlandsche volk uitgaat. Zoo weigerde bijv. dr. Colijn een woord te spreken ter aanmoediging voor de collecten van Winterhulp Nederland, waarvan de baten toch uitsluitend Nederlanders ten goede ko men en waartoe zelfs een man als mr. Linthorst Homan kon worden gebracht. Wanneer Colijn zich rustig houdt aldus spr.. zullen wij hem niets doen. want hij Is een oud man. Maar in dien hij activiteit mocht ontplooien, dan zij hem gezegd, dat zijn volledig zondenregister tot onze beschikking staat. Spr. betreurde het. dat een valsche oranjegezindheid nog altijd een verde re toenadering in den weg staat. Komend bij het politiek Katholicisme wees spr. op het verschil in houding tusschen de R.K. geestelijkheid in Duitschland en die hier te lande en bracht het herderliik schrijven in her innering, waarbij den N.S.B.'er de sacramenten worden ontzegd. Dit is een feit, dat incon sequenties met zich brengt en dat een ^eleedi- gintr is voor het geloof, want thans zou bijv. een N.S.B.'er. die aan de grens woont, hier niet de zaligheid deelachtig kunnen worden en een paar meter verderop we!. Met zulke maatregelen schaadt de kerk zichzelf en dat schijnt zij ln Duitschland reeds te hebben ingezien. Een groote groep van de R.K. Staatspartij heeft de Nederlandsche Unie vergroot. Spreker bracht de uitspraak van de leiding dezer groep in herinnering: „Wij hebben de massa, maar geen ideaal". Daarmee is niet te werken. Diezelfde in vloed heeft het Katholiek verbod. Een paar men schen zijn uit de gelederen verdwenen, dit kr.n rustig worden toegegeven. De Katholieke N.S.B.'ers die bleven zijn er echter door gehard. Spreker wil hun innerlijken strijd niet onder schatten, want het geloof is een der hoogste goe deren van den mensch. Onder vrijheid tenslotte kan men vele dingen verstaan. Het nieuwe Euro pa echter verstaat er voor alles een ding onder: de vrijheid toe te treden tot het natïonaal-socia- lisme. Daarmee zijn de vrede en de welvaart ge waarborgd voor allo klassen en volkan. Het is van ondergeschikt belang of men „Hou zee" of „Heil Hitier" zegt. Dergelijke geschillen kunnen later worden geregeld. Voor den nationaal- soclalist is er in werkelijkheid slechts éen ideaal, dat Europa binden kan en binden zal. Het gemeenschappelijk aangeheven Deutsch- landlied en het Horst Wessellied vormden het slot van de bijeenkomst. (A.NP.) HET RAADSLID JOH. VISSER. Nadat de heer Joh. Visser Woensdagmiddag nog de vergadering van den Haarlemschen gemeente raad had bijgewoond, is hij in den loop van den avond ernstig ongesteld geworden, waarna hij nog 's nachts in het Diaconessenhuis opgenomen is voor een spoedoperatie. De geneesheer©^ zijn thans niet ontevreden over den toestand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 7