Jlwwand i.IN DEN BAN VAN AMOR. UIT EIGEN TUIN Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkeheen {ZATERDAG 22 FEBRUARI 194Ï HA ARE EM'S DAGBEAD 7 telt Al had zij kort geleden de kloosterschool te Ar en genteuil verlaten, haar naam was al tot ieder die eigde wijsbegeerte beoefende doorgedrongen, want ls. ongeëvenaard door eenige vrouw dier dagen moet enHeloïse's kennis zijn geweest. Haar pleegvader, af, oom Fulbert, domheer te Parijs, die hetzij uit ijdel- heid, hetzij uit trouwe zorg voor de aangenomen ye, wees niets onbeproefd had gelaten om Heloïse's heonêemeene verstandelijke gaven tot ontplooiing te j doen brengen, kon trotsch en rijkelijk tevreden op zijn met de lof die haar in heal den landè toege zwaaid werd. he,« lier (Foto-archief) Natuurlijk had ook hij van haar gehoord, de groote 'eter Abel ar d die, zooals toen gebruikelijk was onder jugdige corypheeën der wetenschap, door het land hg gezworven had, disputeerend hier en daar de ,n groote problemen der filosofie, toehoorend overal dajwaar geleerdheid werd gedoceerd. Ja, hij had van hgihaar gehoord, al was het mogelijk niet zoo veel en belangwekkends als zij van hem: van zijn voort- ?er"*durenden strijd met zijn leermeester Willem van Ichampeaux, van zijn stoutmoedige stellingen, zijn .prikkelende onafhankelijkheid van geest. Een eigen "jj school had hij zelfs gesticht, waar de naar kennis reikhalzende jongelingschap geboeid naar zijn wel berekend betoog luisterde, niet alleen rp de wijs- .c, begeerte, maar ook in de godgeleerdheid, die hij '.j'met ijver, instemming des harten en critischen zin (p, bestudeerd had. Roem en eer waren zijn deel, heer jn meester scheen hij over de velden van het men- «„"jchelijk denken. Maar ach, „de voorspoed heeft .dwazen altijd het hoofd op hol gebracht; de zeker- j!:n beid verzwakt de zielekracht, de geest zwicht voor ,ve_ce verlokkingen des vleesches". Zoo schreef hij zelf jaren later, toen de innerlijke storm was geluwd. Het noodlotsuur van zijn leven was nabij, ?leer hij het bevroedde: Amor eischte zijn rechten ;"jop, zond een afgezante in wel zeer verleidelijke ge- Tlaante: e«n vrouwe, liefelijk van uiterlijk en onge- woon begaafd: Heloïse, en de groote Ahelard, in de dialectiek, zwichtte In 1118 moet hij haar voor het eerst ontmoet liebben het was liefde op het eerste gezicht. Hem "wdfou zij toebehooren, hij verzekerde het zichzelf met ichtjdênzelfden overmoed waarmee hij, nieuwlichter in mg iienst van Minerva, tevoren triomfen gevierd had 'oen In disputeerend woord en geschrift. eei Was oom Fulbert er zich van bewust welke ver- em antwoordelijkheid hij op zich nam toen hij den bijna 40-jarigen, aantrekkelijken Abelard de gees telijke zorg voor zijn zeventienjarig pleegkind toe vertrouwde in zijn begeerte, haar onder leiding van dezen eminenten geest in kennis te doen toe- t»men? Of heeft hij heimelijk gewenscht wat zich r onder zulke noodlottige .omstandigheden De geschiedsbronnen zwijgen daaromtrent, zeker is dat Abelard en Heloïse al gauw ari .ijveriger in elkanders oogen dan in de schrif- i ei uren lazen" en heel wat meer aandacht aan het Peppel der minne dan aan de spreuken der oude wijs- 0! [eeren wijdden. Besefte Abelard hoe oprecht, hoe- akt eer met heel haar innig hart de veroverde Heloïse liefhad? Gingen zijn gevoelens dieper dan die ich-van een roes, een passie? Vurig was zijn liefde e tijeker: hij voelde wel, hoe bedenkelijk de minnaar spi-den wijsgeer in de schaduw stelde: mat werd zijn ^en^betoog, middelmatig het resultaat van zijn ver- me nuf tig denken. Wat uit zijn pen zijn pen vaijvloeide het waren noch filosofische spitsvondig heden, noch godvruchtige vertoogen, maar lief een desverzen, haar Heloïse gewijd, liefdesverzen ïeetöie aldra op ieders lippen waren. Heel Parijs noem- de hun namen, noemde ze voor het eerst „door liefde gloeyende aaneengesmeed, aangeschakeld en verbonden", in één adem: Abelard en Heloïse. dei» Wat baatte het of de in woede ontstoken oom hen beiden scheidde door Abelard de deur te wijzen en Heloïse haar vrijheid te benemen? Heimelijk ti ontmoetten zij elkander toch, heimelijker dan de tnenigeen vermoedde. duJ Wat een tragedie werd, vond zijn begin in de 1UÜ sfeer der romantiek: in het holst van den nacht taai uitvoerde Abelard zijn Heloïse om haar ten huize era. van zijn zuster een veilige wijkplaats te verschaf- pggjfen. Hij wist wat binnenkort te gebeuren stond: dftinnig verheugd had zij hem haar groot geheim toe- mm vertrouwd. ieej Ver van Parijs dus werd hun kind geboren: een sch(ïoon, Astralabius geheeten. De toorn van pleeg- lijk- vader Fulbert kon bezworen worden met de belofte ten-dat Abelard zijn Heloïse tot wettige vrouw zou nemen, op voorwaarde dat niemand van het hu- tvelijk ooit zou hooren. En zij, voor wie de naam «geliefde" kostbaarder was dan die van „echtge- Dooie", zij die Abelard's roem en geleerdheid en hee godvruchtig man hooger stelde dan haar eer, wei- gerde aanvankelijk, naar uit Abelard's brieven is veejjop te maken, niet tot zijn misnoegen. Abelard en het huwelijk! „Wat een combinatie" schrijft hij „schrijftafel en kinderwagen, boeken en schrif- 1 aii ten bij het spinnewiel. Wie kan zich verdiepen in aL(de beschouwingen der Schrift en de studie der leid wijsbegeerte en daarbij het gehuil van kleine kin- ,jnjg deren en het geneurie van een baker aanhooren?" dat Toch wordt het huwelijk voltrokken, in den ge. prillen morgen, opdat niemand er iets van gewaar Zal worden. Vergeefsche voorzorgsmaatregelen, als and oom Fulbert, trotsch op de familierelatie met zulk »ing «en gevierd man, het wijd en zijd rondbazuint! Verloren dus alles: vernedering van Abelard over zal de gansche linie, eer- en naamverlies? Heloïse, tot alles bereid en tot alles bij machte in de onkwets baarheid van deze zuivere liefde, gereed zelfs het S. grootste offer te brengen Heloïse doet gelijk Abelard haar heeft gesmeekt: zij trekt zich uit de wereld terug in het klooster van Argenteuil; en al draagt zij den sluier nog niet, haar nonnen kleed is het symbool van haar afscheid van het Wereldsche leven. Het is niet uit roeping dat ze als bruid Chrïsti het kloosterwerk verricht uit liefde alleen, uit eerbied voor hem, die haar alles op aard is, gaat zij door een wereld, die zij met de ziel niet gansch en al belijdt. En Abelard, de onstuimige minnaar van weleer, doet ook hij boete brengt ook hij zijn offer? Wreeder, vreeselijker lot is hem beschoren het offer wordt genomen: 's nacht dringt een wraakgierige familiebende zijn kamer binnen en verminkt hem voor het leven. Heloïse heeft den sluier al aangenomen als ook Abelart, gebroken en diep gekrenkt, zich binnen dc muren van de abdij van St. Denis terugtrekt. Lange jaren gaan voorbij: Heloïse heeft, na haai verdrijving met de nonnen van Argenteuil. in het klooster van den Parakleet, Abelard's schepping, onderdak gevonden. Alles herinnert hier aan hem, san zijn ijver, zijn werk, zijn godvruchtigheid alles.herinnert. Geen das. geen uur gaat voor- bii of baar gedachten zijn bii hem Hem setdon haar lebeden. haar toewijding; hem behoort zij toe, nu ,de- lis toen. Abelard en Heloïse. Heloïse, adbis van het klooster van den Pa rakleet, heeft een briei gelezen, een belijdensbrief. een hartebiecht en lang staart zij voor zich uit Een boekske is het bijna, het epistel dat zij in de hand houdt, één lange, bittere bekentenis van Abelard. Jaren geleden is het al, dat zijn hand deze letters op papier zette om een vriend te troosten; een vriend, niet haar. Een toeval heeft dit levensteeken, het eerste, haar in handen ge speeld. Veel van wat zij hoorde vindt ze bevestigd, veel van wat zij vreesde bewaarheid. Zij weet het nu: zoo verging het hem, smartelijk en in strijd verwikkeld vanwege de beginselen die hij leeraarde zoo dusMaar dat ééne blijft een vraag: of hij haar nog liefheeft, liefheeft gelijk zij hem. Heloïse antwoordt; terwijl zij zich ach zoozeer dwingt alleen begrijpende woorden van het ver stand aan het papier toe te vertrouwen, begint het gepijnigde verlangende hart tóch mee te spreken fluisterend eerst, dan al het hunkeren van zoovele jaren uitstortend in vurige bewoordingen: „Al aan de eerste woorden herkende ik je"dat is een bekentenis: in den geest heeft ze met hem ge leefd, heel dien tijd van scheiding; niets is ze ver geten, in alle kleur en heerlijkheid staat het lief desavontuur van een jeugd haar nog voor oogen. „Waar is de Koning of de wijze die jou in roem kan evenaren?" En dan komt, ondanks haarzelf, het verwijt: „Waarom je mij na mijn intrede in het klooster, waartoe ik toch alleen op jouw aan dringen besloot, zoo gansch en al verwaarloosd en vergeten hebt, dat je mij noch de verkwikking van jé mondelinge woord, noch de troost van een brief vergundeZe vraagt het „waarom", ze vreest voor het openhartige antwoord: „ach, begeerte" veeleer dan vriendschap bracht je tot mij, vurige zinnelust veeleer dan liefdeZe spreekt het uit om een ontkenning, die ze zoozeer verlangt, uit te lokken uit den mond van hem in wien ze wil blijven gelooven. „Mijn hart behoort immers niet meer mij toe, maar jou, jou alleen. En wanneer het bij jou geen veilige haven meer kan vinden heeft het in het geheel geen tehuis meer ach, koester het wèl, ik smeek je. Weigeborgen zal het zijn bij jou, wanneer je goedertierend bent, wan neer je liefde met liefde wilt vergelden, het groote met het kleine, offers met woord". Woorden meer vraagt ze niet, een brief dat is al. „Eens toen je de vreugden des levens bij mij zocht, spaarde je je brieven niet en de naam van Heloïse. in zoo menig lied geprezen, was op ieders lippen Hoezeer zou je mij tot de liefde Gods kunnen aan sporen, jij die mij eens tot het spel der liefde verleidde. Laat mij", eindigt Heloïse, „een langen brief met een kort woord besluiten: Vaarwel, jij. mijn eenigst en alles". Het antwoord kwam, lang daarna. „Aan Heloïse. zijn geliefde zuster in Chrïsto van Abelard, haar broeder in den heer", leidde het opschrift. Toen wist ze, dat Abelard's hart geen kamer meer had voor de liefde van een Heloïse. Abelard schreef den brief van een biechtvader, ernstig, vermanend, aansporend, in het bewustzijn van zijn groote schuld. Want ook hij was geschrokken van deze onverwoestbare, aardsche liefde, terwille waarvan de abdis van den Parakleet de hoogste Liefde ver zaakte, zij die alom werd geprezen om haar innige godvruchtigheid. Hij had het begrepen: Heloïse. z ij n Heloïse van weleer, zweefde tusschen hemel en aarde; hij was het die haar van de aarde ver dreef, zijn persoon is het die haar van den hemd aftrekt; Bevrijd zou ze eerst zijn, als ze ook dit verlangen in haar hart heeft weten te versmoren. En de abdis van den Parakleet put uit de ver- toogende brieven van den monnik Abelard de kracht haar hart het zwijgen op te leggen ze is bruid Christi geworden. Jaren later werd het stoffelijk overschot van Abelard, overleden in het klooster van St. Marcel, in de abdij van den Parakleet aan de aarde toe vertrouwd. Abelard had zijn tehuis gevonden Abelard was teruggekeerd. Ruim 20 jaar daarna volgde zij hem in den dood. Zoo rusten zij dan, vereenigd nu op het kerkhof Père la Chaise, in één graf Abelard en Heloïse. G J. E. DINAUX. Nieuwe burgemeester van Gilze-Reyen. Be besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is J. M. H. Klardie, met ingang van 16 Maart 1941, tot bur gemeester van de gemeente Gilze en Reijen be noemd, met gelijktijdig eervol ontslag als burge meester van de gemeenten Bergeijk en Luijks- gestel. Dr. Wimnier in Noord-Brabant. Bezoek aan diverse plaatsen. 's-GRAVENHAGE, 21 Februari. (A.N.P.) In ge zelschap van den Gevolmachtigde voor de provin cie Noord-Brabant, kringleider Ritterbusch, be zocht de Commissaris-generaal Staatssecretaris dr. Wimmer van 1719 Februari jl. de provincie Noord-Brabant en vertoefde o.a. te 's-Hertogen- bosch. Tilburg, Breda en verschillende kleinere plaatsen. De Commissaris der Provincie Jhr. van Rijcke- vorsel verstrekte een overzicht van den omvangrij ken arbeid tot het winnen van nieuw land in den Bïesbosch, waar men meer dan duizend nieuwe boerenhofsteden hoopt te bouwen. Ook de met de buitengewoon snelle industriali- seering van de provincie samenhangende bevol kingspolitieke problemen en problemen van be stuursbeleid konden breeder besproken worden. Den volgenden morgen werden de middelbare technische school en de ambachtsschool te 's-Her- togenbosch bezocht, als ook een lagere school. Tenslotte bezocht de Commissaris-generaal den Nederlandschen schilder R. Pijnenburg te Vught in zijn atelier en kocht het olieverfportret van een Brabantschen visschersjongen aan. Mede werd de merkwaardige bloemkweekerij van den heer Van Beuningen bezichtigd. Den volgenden dag trof men den Ministerial- director van het ministerie van Binnenlandsche Zaken te Berlijn, dr. Weber, aan, die zich in gezel schap van den deskundige voor veterinaire vragen in het Commissariaat-generaal voor bestuur en Justitie Oberregierungsrat dr. Pschorr, den eer sten veterinairen officier in den staf van den op perbevelhebber in het bezette Nederland dr. Ohl en den directeur van den rijksdiergeneeskund'igen dienst dr. C. van den Berg op een studiereis door het bezette Nederlandsche gebied bevond. Gemeen schappelijk had de bezichtiging van de veemarkt te 's-Hertogenbosoh en het technisch en hygiënisch uitstekend ingerichte stadsabattoir te Breda plaats. SPERTIJDREGELING. 's-GRAVENHAGE. De Staatscourant van gisteren bevat een beschikking van den secreta ris-generaal van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart betreffende uitvoering van de vestigingswet kleinbedrijf 1937. Artikel 1 daarvan luidt: Het is verboden een inrichting, bestemd of mede bestemd voor de uitoefening van den kleinhan del in electrotechnische apparaten en -materia len, onderscheidenlijk van het electrotechnisch- :nstal!ateursbedriif, voorzoover die uitoefening betreft, te vestigen zonder vergunning van den secretaris-generaal van het deuartement van handel, nijverheid en scheepvaart. Onrechtmatig gebruik van brandstof Tientallen schippers geverbaliseerd. De laatste weken zijn alleen op het Merwede- kanaal tusschen Weesp en Utrecht tientallen schippers, die niet in het bezit waren van een vergunning geverbaliseerd. Eer gistermiddag surveilleerde wederom een rijks- oolitievaartuig op het Merwedekanaal. Niet min der dan acht schippers werden verbaliseerd we gens het onrechtmatig gebruik van motorbrand stof. De politie stelde aan boord van een der schippers een onderzoek in. Het resultaat hier van was. dat men zevenhonderd liter motorbrand stof aantrof. De schipper had aan de bevrach tingscommissie opgegeven, over geen voorraden te beschikken. Deze man kreeg een tweede proces verbaal. io s can de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, den Haag, No, 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V. Amsterdam No. 877. Stort op 5553 of 877 Winterhulp Nederland: geeft niet al leen, offert ook werkelijk. Nu wij het sombere gedeelte van den winter achter den rug hebben en het lengen der dagen onze gedachten weer naar het voorjaar doet uit gaan zien de vele liefhebbers-groentekweekers, met verlangen naar het oogenblik uit, waarop zij de werkzaamheden in hun tuin weer kunnen her vatten. Maar ook onder die bezitters van een kleiner ol grooter tuintje, die hun tuin door een tuinman lieten onderhouden en wier werkzaamheden zich bepaalden tot het afsnijden van wat bloemen, of in het uiterste geval tot het rollen van hun gras veldje, onder hun zullen zich zeker dit jaar ook velen bevinden, die zich voorstellen om dit seizoen hun tuin of een gedeelte ervan voor het kweeken van groenten te gebruiken. En nu stel ik me voor, dat onder deze toekom stige tuiniers(sters) er zijn, die met een zekere vrees het oogenblik zien naderen, dat ze een niet onbe langrijk deel van hun vrijen tijd zullen doorbren gen met het: „wroeten in den grond". En tot u, angstige toekomstige amateur-groente- kweeker, wil ik dit zeggen: Heusch, het valt mee en niet alleen dat, maar u zult er, wanneer u het onvermijdelijke stadium van spierpijn voorbij en aan het griezelige gevoel van al dat zand tusschen uw nagels gewend bent, nog een massa vreugde van beleven. Want het is onmogelijk dat uw worteltjes die uw groenteman u verschaft, ooit zoo mooi en zoo fijn van smaak zijn, als de peentjes die u zelf zaait en oogst. En dan die rijen van flesschen met weck in bonte verscheidenheid in uw kelder en aan het einde van den zomer de goudkleurige pas gedroogde bruine boonen, die u door de vingers kunt laten glijden, als een vrek zijn goud. Om nog maar niet te spreken van de eindelooze debatten met andere tuiniers en het plezier over uw sla die zooveel mooiere kroppen maakt dan die van uw buurman en van uw tuinboonen die er zoo prachtig bijstaan, terwijl de zijne onder de bladluis zitten. Maar nu ter zake. Wanneer wij willen groente- telen, is de belangrijkste vraag die bij ons op komt, of het in het geheeel genomen wel moge lijk is, om in onzen tuin groenten te kweeken. Nu kan op vrijwel eiken grond wel een of meerdere soorten groenten geteeld worden, mits het stukje grond genoeg zonlicht opvangt. Alleen in een tuin waar geheel niet of heel weinig zon komt, is het practisch onmogelijk een goed resul taat te krijgen. Twee andere belangrijke vragen zijn: Wat voor zaad en welk gereedschap hebben wij noodïg? Wat nu de eerste vraag betreft, is de hoeveel heid zaad die we van elke groentesoort noodig hebben natuurlijk geheel afhankelijk van de be schikbare ruimte en van de grondsoort. Op lichteren grond zet men de gewassen n.l meestal dichter opeen, dan op zwaarderen grond Verder zijn de soorten zaad die u zult koopen na tuurlijk weer afhankelijk van uw persoonlijke voorkeur, maar ook voor een groot gedeelte van de grondsoort. Zoo zal men bijv. op heel lichten zandgrond geen koolsoorten, met uitzondering van boerenkool en spruitkool kunnen telen, maar wel worteltjes er boonen. Maar wat voor zaad wij ook nemen, we moeten zorgen dat we altijd de eerste kwaliteit hebben Voor zaad geldt altijd, dat het beste nog maar net goed genoeg is. Het verschil in prijs tusschen goed en slecht zaad is bij de kleine hoeveelheid die de amateur noodig heeft, maar een kweste van enkele centen en de teleurstellingen tengevolge van minderwaardig zaad zijn groot. Het gereedschap dat wij noodig hebben, bestaat uit een spade, een schoffel, een hark, een gieter en een pootlijn. Indien wij niet in het bezit zjjn van dit materiaal, wenden we ons tot een betrouwbaar adres en koopen een goede, stevige kwaliteit, daar wij met degelijk gereedschap veel prettiger en vlugger werken dan met goedkoope prullen. In het volgende artikel zullen we de bewerking van den grond bespreken. Zij die de beschikking hebben over een kouden bak, kunnen hierin nu reeds erwten en tuinboonen zaaien, om deze later buiten uit te planten. Voor de doperwten nemen we de soort: eerste vroege Mei We kunnen de erwten twee maal 24 uur in water laten weken en daarna uitzaaien, maar noodig is dit niet. Wij vermengen den grond in den bak met wat turfmolm, en zaaien de erwten zoowel als de tuinboonen tamelijk dicht op elkaar uit. De erwten worden met een laagje grond van 2 cM de tuinboonen met pl.m. 4 cM. aarde bedekt. De grond moet voldoende vochtig zijn, we houden den bak nu gesloten tot we de eerste puntjes boven zien komen en zetten vanaf dit moment bij vorstvrij weer overdag de ramen wat open, bij vorst kunnen we den bak met een rietmat afdekken. J. J. L. =j VOOR DE KINDEREN 79. Maar nauw hersteld, schrikt Prikkeheen En staart ontzet naar wat hem scheen Eeo booze droom: „Hij kan 't niet dragen Komt Ursula hem nu wéér plagen. Keert werkelijk 't verleden weer Het duizelt hem en hij valt neer. Noar I- I A Couvmtuf tr OfOntun* tun Mtjnh^r Tuirnlng M>n Aart ion Eu/uk. Zus Ursula, geheel ontdaan, Is met zijn droevig lot begaan. „Och, arme broer, „zoo snikt zij teeder „Geef mij toch al Uw liefde weder, O. wordt gauw beter, zie me aan, 'k Heb U toch nimmer kwaad gedaan: RHODODENDRON PRAECOX Deze vroegbloeiende rhododendron is een buiten gewoon mooi struikje met glanzend groene blade ren, die soms in den winter gedeeltelijk afvallen, maar meestal houdt de plant ook 's winters het groene blad. En daartusschen verschijnen dan eind Februari tot April de mooie lila-rose bloe men. In een zachten winter kunnen in Januari al wel bloemknoppen open gaan en dat is wel wat risquant, want er is alle kans dat daarna nog weer vorst zal komen en dan zijn die eerste bloemen verloren. Maar in de meeste jaren gaan de bloemen niet voor eind Februari open. Het is echter in ieder geval aan te bevelen een beschutte standplaats voor onzen mooien vroegbloeienden heester uit te kiezen. Rhododendron blijft een kleine struik die hoog stens een meter hoog wordt. Deze heester ia evenals de andere rhododendrons wel zeer ge voelig voor de grondsoort, waarin hij staat. Hij heeft veenachtigen humusrijken boschgrond noodig en veel vocht. Deze beide voorwaarden zijn niet al leen gunstig voor de plant, maar werkelijk nood zakelijk. Een droge zandgrond of stijve klei moet dus eerst terdege verwerkt worden voro dat hij voor een rhodondendron bruikbaar is. Rhodondendron praecox. (foto Hendriks). Maar wanner de bewerking eenmaal oordeel kundig is geschied en de struik op een beschutte platas is gezet wanneer geregeld vocht en af en toe koemest wordt toegevoegd (dt laatste hoeft ech ter niet vaak te gebeuren), dan zal de Rhodonden dron praecox vele jaren achtereen voor een prach tig voorjaarshoekje zorgen. Om den grond zoo vochtig mogelijk te houden kan men een eenigszins beschaduwde standplaats kiezen of men kan de planten dicht bijeen zetten, zoodat de ondergrond toch voor het directe zon licht is beschermd. Ook wordt soms voor dit doel een tijdelijke tusschenbeplanting aangeraden. In ieder geval mag men deze behoefte aan vocht niet uit het oog verliezen. Door de kleine afmetingen is Rhododendron praecox een heester, die ook in kleine tuinen niet te veel ruimte vraagt en de bloei is werkelijk zoo verrassend mooi en feestelijk, dat de tuinbezïtter er ieder jaar opnieuw weer trotsch op zal zijn. z A. J. D. Verduister goed. Zooals het moet. VAN 23 OP 24 FEBRUARI 1941 van 19.07 tot 8.41 Maan op 23 Febr. 1941 onder. 16.34 Maan op 23 Febr. 1941 op7.01 VAN 24 OP 25 FEBRUARI 1941 van 19.09 tot 8.39 Maan op 24 Februari 1941 op 7.36 Maan op 24 Februari 1941 onder 17.40 Inbrekers vergisten zich in het pand! En de politie verijdelde hun plannen. Twee politieagenten, die des nachts in de Plet- terijstraat in den Haag surveilleerden, keken hier en daar eens in de donkere portieken en niet zonder resultaat. In een der portieken trachtten drie mannen zich te verschuilen en daarom arres teerden de agenten hen: zij namen het drietal mee naar het bureau aan den Rijkswijkscheweg Hier kwam al spoedig aan het licht, dat men te doen had met een berucht duo, t.w. de ge broeders C. F. H. v. d. B„ 27 jaar oud en chauffeur van beroep, uit Leidschendam en E F. J. v. d. B. uit Den Haag, 28 jaar en koopman van beroep. Zij zijn n.l. oude bekenden en vooral in Leidschendam hebben ze de politie reeds veel last bezorgd. Een van hen heeft eenige jaren terug bij een aanhouding te Leeuwarden op een politieagent geschoten. In htm gezelschap verkeerde de 18-jarige bak kersknecht A. V., die in een café in de binnenstad met de beide anderen had kennis gemaakt. De beide mannen hadden V. overgehaald hen te assisteeren bij inbraken. Alle drie waren in het bezit van in brekerswerktuigen en V. had tijdens de aanhouding nog getracht een breekijzer en een beitel weg te werpen, hetgeen echter door de agenten was op gemerkt. Eenige rechercheurs stelden met een politiehond nog denzelfden nacht in de Pletterijstraat een on derzoek in en hierbij bleek inderdaad, dat de heeren kwade bedoelingen hadden gehad. Gepoogd was nl in te breken in een drietal pakhuizen in genoemde straat. Zij waren eerst over een hek geklommen met de bedoeling een pakhuis van de firma Douwe Egberts met een bezoek te vereeren. Toen zij een deur geforceerd hadden en binnen gingen, vonden zij echter geen koffie en thee. zooals zij gedacht hadden, maar alleen maar stofzuigers. Zij hadden zich in het pand vergist en waren bij de Electro- lux terecht gekomen. Onverrichterzake ver'ieten zij dit perceel en trachtten nu inderdaad bij Douwe Egberts een deur open te breken, doch dit lukte niet. Het drietal ls toen de portiek binnengegaan met de bedoeling door verbreking van glas-in-lood raampjes in te breken bij Paul Kaiser. Toen kruiste echter de politie hun pad met het bekende gevolg. Het drietal is ter beschikking van de Justitie gesteld. Dr. Weber in ons land. Leider van den Bond van Diergeneeskundigen in Duitschland. De leider van den bond van diergeneeskundigen in Duitschland Dr. Weber, Ministerialdirektor bij het Duitsche ministerie van binnenlandsche zaken, maakt thans een inspectiereis door Nederland. HJj bezoekt niet slechts belangrijke inrichtingen voor diergeneeskundig onderzoek, doch neemt tevens de gelegenheid te baat om met verschillende voor een deel hem reds sinds iaren bekende persoonlijk heden uit de diergeneeskundige wetenschap en praktijk te ontmoeten. (AJLP.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 11