Bonnen die thans geldig zijn:
De Twentsche Bank
in 1940.
KORT NIEUWS.
Paedagogisch Volksconcert.;
WOENSDAG 5 MAAKT 1941
HAARDE M'S DAGBLAD
Dividend vastgesteld op 54 procent
Aan het verslag van de Twentsche Bank N.V.
over het jaar 1940 wordt het volgende ont
leend:
De rentewinst toont een vermeerdering ten op
zichte van het jaar 1939 met ruim f 2.100.000,
waarmede het vroegere niveau weer is bereikt.
De winsten uit vreemde wissels en arbitrage
bleven daarentegen ruim f 700.000 achter bij die
van het vorige jaar. Practisch kwamen zij ge
heel voort uit operaties van de eerste maanden
van het jaar. De belooningen voor de bewerke
lijke diensten van administratieven en informa
tieven aard die wij uit hoofde van de deviezen-
verordening en als intermediair in het clearing-
verkeer hebben te verrichten, dekken bij verre
niet de hiermede rechtstreeks gemoeide kos
ten.
De provisiewinst liep in vergelijking met het
voorafgaande jaar eenigszins terug. De baten uit
het effectenbedrijf brachten ondanks een stagnatie
van ruim twee maanden in den beurshandel ten
opzichte van 1939 eenig herstel.
De post salarissen en tantièmes werd ca.
f 200.000 hooger, welke verhooging geheel op reke
ning der tantièmes komt. -
De uitkomst van een actuarieele berekening
van het pensioenfonds gaf aanleiding de stortingen
in het fonds te verhoogen.
De winst- en verliesrekening wijst een saldo
winst aan van f 3.719.258.31. Voorgesteld wordt
hiervan overeenkomstig al. 3 van art. 9 der
statuten f 81.428.58 extra aan het statuaire reser
vefonds toe te voegen en f 1.080.687.39 op nieuwe
rekening over te brengen. Uit laatstgenoemd be
drag zal te zijner tijd de aanslag in de winstbe
lasting worden voldaan.
Bij verdeeling volgens de bepalingen der sta
tuten komt ter dispositie van aandeelhouders
f 2.210.000, waaruit een dividend kan wórden uit
gekeerd van 51/2 Pet. en aan het statutaire reser
vefonds een bedrag van f 168.571.42.
Het reservefonds zal dan in totaal bedragen
f 10.750.000 tegen f 10.500.000 op 31 December
Het dividend 1940 zal betaalbaar zijn op divi
dendbewijs no. 31.
De balans per 31 December 1940 luidt:
Activa:
Kas en kassiers f
Nederlandsch schatkistpapier
Ander overheidspapier
Wissels
Bankiers in binnen- en buitenland
Effecten
Syndicaten en diverse waarden
Prolongatiën en voorschotten tegen
effecten
Debiteuren
Deelnemingen (incL voorschotten)
Gebouwen
8.711.268.86
164.126.016.43
10.161.741.55
331.199.97
12.113.516.60
4.456.671.02
999.588.94
18.368.645.45
49.785.364.59
1.597.612.46
4.000.100.—
Tezamen f 274.651.625.87
Belegde reserve voor verleende
pensioenen 1.697.941.31
Effecten van aandeelhouders in
lèendepöt 13.151.850.
Totaal f 289.501.317.18
Passiva:
Kapitaal t 40.000.000.—
Reserve 10.500.000.
Deposito's op termijn 28.856.530.41
Crediteuren 179.981.032.26
Idem in vreemde valuta M 11.594.804.39
Saldo winst 3.719.258.81
(Verstrekte
garanties f 14.476.455.52)
(Geopende
credieten 1.467.304.61)
Tezamen
Reserve voor verleende
pensioenen
Aandeelhouders voor effecten
in leendepót
274.651.625.87
1.697.841.31
13.151.850.—
Totaal f 289.501.317.18
Persoonsbewijzen voor hen die geen
vaste verblijf plaats hebben.
Bij beschikking'van den Secretaris-generaal
van het departement van Binnenlandsohe Zaken
is ten aanzien van het uitvoeringsbei uit „persoons
bewijzen" o.a. het volgende bepaald:
Ieder gerechtigde, die geacht kan worden te be-
hooren tot de varende, rijdende of zwervende be
volking, moet zich, ter verkrijging van een per
soonsbewijs, eigener beweging vervoegen ter se
cretarie der gemeente, ij* welker bevolkingsregister
hij is opgenomen of, indien hij is opgenomen in het
centrale bevolkingsregister, ten bureele van de
Tijksinspectie.
Een verzoek van tot genoemde zwervende be
volking behoorende gerechtigden om uitreiking
van een persoonsbewijs wordt terstond in behande
ling genomen, zonder dat tevoren een schriftelijke
Uitnoodiging wordt gezonden.
De vaststelling van identiteit, nationaliteit, bur
gerlijken staat, beroep en signalement, geschiedt
ten aanzien van deze bevolking met meer dan ge
wone nauwkeurigheid. De gerechtigde is verplicht
desgevorderd de noodige bewijzen omtrent zijn
Identiteit te leveren.
Aan tot de varende, rijdende of zwervende be
volking behoorende gerechtigden, die, ten ge-
moege van den burgemeester of den aangewezen
ambtenaar eener andere gemeente dan die, in wel
ker bevolkingsregister zij opgenomen zijn, aantoo-
nen, wegens beroepsbezigheden of anderszins, niet
dan ten koste van belangrijk geldelijk nadeel, bin
nen den voor ce uitreiking bepaalden termijn, aan
de hiervorcD bedoelde verplichting te kunnen vol
doen, kan worden toegestaan een „aanvraagformu
lier persoonsbewijs", model a (hetwelk als bijlage
bij de beschikking is gevoegd) in te vullen.
Het ingevulde en door den gerechtigde behoor
lijk onderteekende aanvraagformulier wohdit op
beide deelen te bestemder plaatse voorzien van een
afdruk van diens rechterwijsvinger en van het ge
meentestempel en begeleid van de beide voorge
schreven photo's, aangeteekend toegezonden aan
den burgemeester der gemeente, in welker bevol
kingsregister de belanghebbende volgens zijn ver
klaring opgenomen is of aan het hoofd der rijks
inspectie. indien hij verklaard heeft te zijn opge
nomen in het centrale bevolkingsregister.
De burgemeester of het hoofd der rijksinspectie
zendt tijdig voor het in de aanvrage vermelde tijd
stip een ten name van een aanvrager gesteld en
voor uitreiking onderteekend persoonsbewijs, be
nevens een zooveel mogelijk ingevuld ontvangbe
wijs, beide voorzien van de voorgeschreven photo,
aangeteekend aan den burgemeester der gemeente,
waar de aanvrager het stuk volgens zijn opgave
in ontvangst zal nemen.
De burgemeester der gemeente, waar de aanvra
ger het persoonsbewijs volgens zijn opgave in ont
vangst zal nemen zorgt voor het vaststellen van
identiteit, nationaliteit, burgerlijken staat, beroep
en signalement en doet het persoonsbewijs en het
ontvangbewijs voor zooveel noodig aanvullen of
wijzigen, nadat persoonsbewijs en ontvangbewijs op
*5e voorgeschreven wijze zijn voorzien van de noo
dige vingerafdrukken, van het rijkszegel, van de
handteekeningen van belanghebbende en van de
voreischte stempelafdrukken, wordt het persoons
bewijs tegen betaling van de verschuldigde 4?ges
dan wel kosteloos uitgereikt.
Onbekende speelde rol bij
fietsendiefstal.
Maar politie kan hem niet vinden
JUSTITIE GELOOFT VERHAAL NIET.
AMSTERDAM. 4 Maart (A.NP.) „Ik ben in
hooger beroep gekomen, omdat ik volkomen on
schuldig ben", zoo verklaarde een 45-jarige ce-
mentbewerker. recidivist, die vandaag voor het
Gerechtshof te Amsterdam verscheen. Door de
rechtbank te Haarlem was deze man tot een jaar
gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij op 5
Augustus een fiets had gestolen.
De fiets was door een student achter de St.
Bavo-kerk te Haarlem gezet en behoorlijk afge
sloten. Toen de jongeman na den kerkdienst bui
ten kwam. bleek het rijwiel verdwenen. Denzelf
den middag ging hij naar het politiebureau en tot
zijn verbazing kon men hem daar reeds de fiets
toonen. Die fiets was daar op min of meer toe
vallige wijze gekomen. De politieagent B.. die op
surveillance was. had namelijk in de omgeving
van de St. Bavo-kerk een fietser gezien, die links
reed. Hij had den man toegeroepen te stoppen,
doch deze ging er in versneld tempo vandoor. De
agent bedacht zich niet en zette onmiddellijk de
achtervolging in, greep den man, doch dicht bij
het bureau gekomen greep de arrestant eensklaps
de fiets, wierp die voor de voeten van den politie
man en ontkwam, doch werd later tooh gearres
teerd.
„Ik ben onschuldig", zei de man thans met na
druk en hij begon den president een verhaal te
vertellen, dat vol fantasie was. Hij had geen fiets
gestolen, doch op verzoek van Marinus Huisman
een rijwiel van Haarlem naar Amsterdam moeten
brengen. Wie Marinus Huisman was. kon hij niet
zeggen. Dat was de groote man achter de scher
men, aan wiens bevelen hij gehoorzaamde. Ma
rinus had hem meegenomen naar Haarlem. Daar
moest hij een fiets halen en tegen een vergoeding
van f 1.50 naar Amsterdam brengen, waar een
zekere Bertus om 2 uur op het rijwiel zou staan
wachten.
Huisman ging dan weer met de tram naar huis.
Een kostbare geschiedenis dus en een eenigszins
omslachtige expeditie-methode.
De president, mr. Jolles, wou er dan ook niets
van gelooven en hij waarschuwde den man. die
reeds vijfmaal wegens diefstal is veroordeeld, geen
fabeltjes te vertellen.
De cementbewerker wees de mogelijkheid van
onwaarheid spreken echter met verontwaardiging
van zich af en hij kleurde het verhaal nog ster
ker door er nog eenige namen aan toe te voegen.
De Procureur-generaal, Mr. van Dullemen, acht
te het verhaal volkomen onaannemeliik. De ver
dachte heeft geweigerd om Marinus Huisman te
helpen zoeken, zoodat men kan aannemen, dat de
mysterieuze Huisman in het geheel niet bestaat.
De veroordeeling vond de procureur-generaal
juist, irtaar de straf achtte hij te laag voor een
man, die tien maal veroordeeld is, waaronder vijf
maal wegens diefstal.
Zoo'n straf is goed voor een beginneling, maar
niet voor dezen recidivist. Het kan zijn dat de man
psychopaat is. maar dan behoort er ook ernstig
tegen hem te worden opgetreden. De Procureur-
generaal eischte twee iaren gevangenisstraf, door
te brengen in de bijzondere strafgevangenis te
Scheveningen. -
De verdediger, Mr. v. d. Berg, pleitte clementie
en vroeg opsporing van „Huisman".
Het hof zal 18 Maart uitspraak doen.
Op den Raamweg te 's-Gravenhage ter hoogte
van het K.L.M-gebouw is de 25-jarige mejuffrouw
K. idlen H., uit de d'Aumeriestraat te Scheveningen
door een motorwagen van de N.Z.H.T.M overre
den en op slag gedood.
De garage van den heer Vermeulen op de
Laat te Alkmaar is door brand verwoest
Toetreding tot den Arbeidsdienst.
Ook gezinsvergoeding.
Aan degenen, die op of na 1 Maart 1941 vrüwil
lig tot den Arbeidsdienst toetreden, wordt naar het
AN.P. meldt van rijkswege huisvesting, voeding en
kleeding verstrekt en daarboven nog een zakgeld
van f 0.25 per dag.
Voorts wordt aan hen, die op 17 Februari 1941
gehuwd waren, toegekend een vergoeding voor on
derhoud van hun gezin bedragende f 3 per dag,
eventueel vermeerderd met f 0.30 per dag voor
ieder wettig kind van hen of hun echtgenoote en
voor ieder pleegkind, voor zoover deze kinderen
den leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt
(gezinsvergoeding)
Om aanspraak te kunnen maken op die gezins
vergoeding moet de vrijwilliger zoo spoedig mo
gelijk aan den commandant van het kamp waar
bij hij is ingedeeld, overleggen een door den bur
gemeester der gemeente zijner inwoning afgegeven
verklaring betreffende het gehuwd zijn en even
tueel betreffende de kinderen beneden den leeftijd
van 18 jaar.
Aan ongehuwde vrijwilligers, die op 17 Februari
1941 kostwinner waren, kan worden toegekend een
vergoeding, gelijk aan het bedrag, dat zij als kost
winner plachten af te dragen met een maximum
van f 3 per dag.
Als kostwinner wordt beschouwd hij, die bij—
'draagt tot het noodzakelijke levensonderhoud van:
zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie,
zijn andere bloed- en aanverwanten in den twee
den graad, zijn pleegouders of degenen in wier on
derhoud hij ingevolge rechterlijk vonnis moet voor
zien.
Om aanspraak te kunnen maken op de laatst
bedoelde vergoeding moet dfe vrijwilliger zoo spoe
dig mogelijk overleggen door den burgemeester der
gemeente zijner inwoning afgegeven bewijsstukken,
waaruit de toekenning der vergoeding kan worden
beoordeeld.
EEN BIJEENKOMST VAN
DEN STAF.
Om den geboortedag van den Nederlandsdhen
Arbeidsdienst niet geheel ongemerkt te laten voor
bijgaan, heeft de commapdant. majoor Breunese,
zijn medewerkers uitgenoodigd tot een bescheiden,
doch stemmige herdenkingsbijeenkomst.
In deze bijeenkomst hield majoor Breunese een
korte toespraak, waarin hij zijn vreugde uitsprak
over het feit, dat de Nederlandsche Arbeidsdienst
Dinsdag tot stand was gekomen.
„Ik wil niet ontkennen', aldus de heer Breunese,
„dat de Nederlandsche Arbeidsdienst thans nog
een zeer zwak plantje is en dat er nog veel moet
worden gedaan om het te doen groeien tot een
krachtigen boom, doch ik ben optimist. Wanneer
wij in Nederland hand aan hand en schouder aan
schouder werken om tezamen deze onderneming te
doen slagen, dan zal hij slagen. Thans reeds is ver
dere groei in zicht. De volgende week zullen er
reeds dubbel zooveel kampen zijn als thans, en in
October of November zal voor al de 10 a 12.000
jonge mannen, waarmee wij den arbeidsdienst op
vrijwillige basis willen starten, legeringsruimte
zijn gevonden.
Deze materieele dingen echter blijven bijzaak;
het gaat om den geest en bovenal een geest waar
van de leiding is bezield. Wanneer in alle leidingen
een warm hart klopt voor het vaderland, dan zul
len wij slagen.
Wij moeten in den opbouw van den arbeidsdienst
toonen. wat een Nederlander vermag, wanneer hij
zijn schouders onfier eigen zaak zet ieder voor
zich doch met elkaar tot heil van het dierbaar
vaderland". (A.N.P.)
Succes voor Henk BaiKngs.
Naar wij vernemen is Henk Badings' „Inlei
ding tot een treurspel" door een internationale jury
gekozen, om uitgevoerd te worden op het muziek
feest van de „International Society for contem
porary music" dat in Mei te New-York zal plaats
hebben.
Nabij de plaats, waar de inpoldering van de Twiske benoorden Amsterdam is
begonnen, wachten de baggermolens op het graven van den toegang tot het
terrein waar de machines haar arbeid zullen kunnen aanvangen. De Twiske is
een veengebied tusschen Landsmeer en Oostzaan. Het in te polderen gebied is
ongeveer 600 H.A. groot,
(Foto Pax Holland)
De inpoldering van de iwiske benoorden Amsterdam is begonnen. Op het platte
land onder Ilpcndam zijn vele arbeiders te werk gesteld en deze week zijn de
eerste spaden gestoken.
(Foto Pax Holland)
BROOD.
BON 05 Geldig van 24 Febr
t.m. 9 Maart.
BON 06 Geldig van 3 t.m. 16
Maart.
100 gr. brood of 100 gr.
roggebrood.
BON 5 (Bloemkaart) Geldig
t.m. 23 Maart 50 gr. brood.
SUIKER
BON 06 Geldig van 1/ Febr
t.m. 16 Maart. 1 K.G. suiker.
KOFFIE EN THEE
BON 02 van de nieuwe bon
kaart algemeen" van 3 Febr
t.m. 16 Maart 125 gr. koffie
of 50 gr. thee.
VLEESCH EN VLEESCHWAREN
BON 05 „vleesch" van de
Vleeschkaart. Geldig van 27
Febr. t.m. 12 Maart 100 gr.
rund-, kalfs- of varkens-
vleesch (been inbegrepen)
of ongesmolten vet of een
rantsoen vleescliwaren.
BON 05 „worst of vleesch-
1varen". Geldig van 27 Febr.
t.m. 12 Maart 75150 gram
vleeschwaren.
BON 05 Geldig van 27 Febr.
t.m. 12 Maart.
BOTER EN VETTEN
BON 6 Boter- en Vetkaart.
Geldig van 3 t.m. 16 Maart
250 gr. boter of margarine.
BON 05 Boter- en Veikaart
Geldig i>an 24 Febr. t.m. 9
Maart. 250 gram boter of
margarine of 200 gram vet.
EIEREN
BON 12 „Bonkaart Alge
meen". Geldig van 24 Febr
t.m. 9 Maart.
BON 81 Bonkaart Alge
meen". Geldig van 3 t.m. 16
Maart.
1 ei.
PEULVRUCHTEN
BON 15 Bonkaart Alge
meen". Geldig van 24 Febr
t.m. 30 Maart. 500 gr. peul
vruchten.
KAAS
BON 15 en 14 Bonkaart
Algemeen". Geldig van 24
Febr. t.m. 23 Maart elk 100
gram.
MEEL EN GRUTTERSWAREN
BON 11 „Bonkaart Alge
meen". Geldig van 24 Febr
t.m. 23 Maart 250 gr rijsi
of rijstemeel of rijstebloem
of gruttemaal.
BON 07 Bonkaart Alge
meen". Geldig van 21 Febr
tjn. 20 April. 250 gram
havermout of havervlokken
of haverbloem of aardappel-
meelvlokken of gort o<
gortmout of grutten.
BON 08 „Bonkaart Alge
meen". Geldig van 24 Febr
t.m. 20 April. 250 gram
gort of gortemeel of gr utten
BON 09 Bonkaart Alge
meen". Geldig van 24 Febr
t.m. 20 April. 100 gram
macaroni of vermicelli of
spaghetti.
BON 10 ..Bonkaart Alge
meen". Geldig van 21 Febr
t.m. 20 April 100 grari maï
zena of griesmeel of sago of
aardappelmeel of ryststijf-
sel of kookstijfsel of glans-
stijfsel of puddingpoeder o1
puddingsauspoeder.
BON 5 (Bloemkaart). Gel
dig t.m. 23 Maart 35 gram
tarwemeel of tarwebloem
of roggemeel of roggebloem
of zelfrijzend bakmeel.
KOEK EN GEBAK
BON 05 (Broodkaart) Geldig
van 24 Febr. t.m. 9 Maart
BON 06 Geldig van 3 t.m. 16
Maart.
1 rantsoen gebak.
BON 5 (Bloemkaart). Geldig
t.m. 23 Maart l/a rantsoen
gebak.
1 rantsoen ontbijtkoek
160 gr., speculaas 140 gr.,
andere koekjes 200 gr., bis
cuit en wafels 90 grbe
schuit 75 gr., cake 300 gr.,
taart 600 gr., gebakjes 600
gr„ kortaebnk 500 gr., klein
korstgebak 400 gr.
SCHEERZEEP
BON 117 T.m. 30 April 50
gr. scheerzeep of I tube
scheercrême of 1 pot scheer
zeep.
KATTENBROOD
BON 9 T.m. 31 Maart V-> kg.
Kattenbrood wordt alleen
verstrekt voor raskatten.
ZEEP
BON 16 nieuwe „Bonkaart
Algemeen". T.m. 30 Maart
150 gr. toiletzeep of 120 gr.
huishoudzeep of 200 gram
zachte zeepioude samenstel
ling) of 150 gram zachte
zeep of 300 gr. zachte zeep-
pasta of 250 gram zeep
poeder of 125 gr. zeepvlok
ken of 250 gr. zelfwerkende
waschmiddelen of 200 gram
vloeibare zeep of 600 gram
waschpoeder.
BRANDSTOFFEN
BONS 15, 16. 17 Bonkaart
distributie haarden en
kachels 1 eenheid.
Geldig t.m. 31 Maart.
BONS 11, 12, 13 geldig t.m.
14 Maart. (Op deze bons
geen turf).
Briketten. 1 eenheid 100
K.G. steenkoolbriketten of
250 K.G. turfbriketten of 75
K.G. turf af val).
BONS 55 t.m. 41 Bonkaart
distributie centrale verwar
ming, 1 eenheid.
Geldig t.m. 31 Maart.
BONS 25 t.m. 32 Geldig t.m.
14 Maart. (Op deze bons
geen turf).
Bons gemerkt „brandstof
fen één eenheid, vijfde pe
riode" en „cokes één 'een
heid vijfde periode" geldig
van 1 t.m. 31 Maart.
Bons 4e periode nog geldig
t.m. 14 Maart.
Bon „Generator-anthraciet
eerste periode" 1 HX. an-
tliracietnootjes V.
Bon „Generator-turf eerste
periode" 50 stuks baggerturf
Geldig t.m. 31 Maart.
PETROLEUM
ZEGELPERIODE 9 (alleen
voor hen, die uitsluitend op
petroleum kunnen koken)
van 24 Febr. t.m. 20 April
2 L.
ZEGEL 'ERIODE E Geldig
van 24 Febr. t.m. 31 Maart.
HONDENBROOD
BON 9 T.m. 31 Maart Groep
1 en 2: 10 K.G. Gr. 3: 8
K.G. Gr. 4: 5 K.G. Gr. 5: 4
K.G. Gr. 6: 3 K.G. Honden
brood wordt alleen verstrekt
voor groote rashonden of
ingeval men meer dan één
hond heeft.
Schilderijen
door Maria Keiling
Beeldhouwwerk
door T. Böhnke
/n het Frans Hals museum
Ditmaal een tentoonstelling, die vooral bij de
vrienden van de levende natuur bijval zal vin
den. Voor de schilderes is het Natura Artis Ma-
gistra (de natuur leermeesteres der Kunst) nog
meer dan een loutere leuze: met het Amsterdam-
sohe zoölogisch-botanisohe genootschap van dien
naam is haar aritstieke faam al sinds jaren ver
bonden, zoodat men zelfs zoo ver gaan kon, haar
(in Plasschaert's sohilderslijst) als de teekenares
van Artis aan te duiden.
In ieder geval hebben dieren en bloemen steeds
haar grootste belangstelling gehad en van de
eerste vooral de vogels, welker portretten ze ge
geven heeft in den zin, die den ornitholoog (vo
gelkenner) in de eerste plaats zal bevredigen.
Hetzelfde geldt voor de talrijke bloemstukken
die hier geëxposeerd zijn: ze zijn zóó, ik zou haast
zeggen: notarieel omschreven, dat de kweeker of
bloemist er zijn vreugde aan beleven zal, doch
degeen wien het alleen om zuiver schilderen te
doen is lichtelijk wordt teleurgesteld. Een lange
wand vol van deze zaken maakt een bonten, van
weinig discipline getuigenden indruk en men kan
zich afvragen of het werk van mejuffr. Kelting
het wel verdraagt, in grooten getale tegelijk te
worden geëxposeerd. Haar kleurigheid heeft iets
nuchters, wat in een enkel werk minder oovalt,
doch en masse gepresenteerd, banaal wordt. En
dat is jammer, want, men gaat daardoor de ver
diensten over 't hoofd zien. Daar zijn vooral bij
de diervoorstellingen een groot aantal waarvan
men ook, afgezien van het biologische, een zuiver
picturaal genoegen kan hebben. Waar de schil
deres in haar jeugd van de lessen en wenken van
Allebé kan geprofiteerd hebben (die een tijd van
zijn leven ook gaarne in Artis placht te studeeren)
zou men diens verfijnden smaak in achtergron
den en entourage van eenige werken hier willen
herkennen. Men vindt ze aan den korten achter
wand. Meer nog dan in de „Witte pauw", overi
gens een der belangrijkste doeken ter exDositie,
is in den Zilverreiger, rechts daarvan aenlaat.st.
een geslaagde poging te zien. het prachtige dier
in een omgeving van verdroomd landschaps-
schoon te zetten, waardoor de voorstelling ook als
schilderij interessanter werd. Telkens komt men,
langs de wanden wandelend, werken van Marie
Kelting tegen waarin eenzelfde oplossing Is na
gestreefd. De zuiver-documentaire diertèekening
is dan opgenomen in een haar omringende sfeer
van meer dichterlijken kiifc or> een geval (zooals
in Duivenpaar b.v.) en de voorstelling mist dan
het karakter van werk voor een dierenatlas of
schoolprent. De genegenheid der schilderes voor
onze gevederde vr'enden is overal duidelijk waar
neembaar en zorgvuldig aangekweekt: hier en
daar voert die cenegenheid tot een stemming-
gevend kunstwerk.
Haar echtgenoot, de,beeldhouwer Böhncke. Ls
In wezen inuulsiever en geeft zich vriier in zijn
uitingen. Ziin liefde voor het dier is niet minder
groot dan die der schilderes, doch hij ziet zijn su
jetten meer als gemoedsmensch en minder als
portrettist. Daardoor gaat er vaak lets van zoo'n
groep uit dat ons boeten en bekoren kan. hoewel
de vormgeving misschien minder rehoolsch-ver-
ant.woord is. Doch daar heeft een Rodin zich ook
niet in de eerste plaats om bekommerd. Die ver
antwoording van den vorm gaat bij een impres
sionist als Böhncke ongetwijfeld is. vaak schuil
onder een schijnbare zorgeloosheid. Waarmee niet
gezegd wil zijn dat Böhncke Rodin's gelijke is,
doch wel dat men zijn werk niet met minder aan
dacht moet bekijken op deze expositie dan dat van
zijn kleuriger en misschien aantrekkelijker
partner.
J. H. DE BOIS.
MUZIEK,
Op het Dinsdagavond gegeven Paedagogisch
Concert voerde Marinus Adam met het orkest der
H.O.V. t.wee werken uit: de Suite in b kl. t. van
Joh. Seb. Bach en de Eerste Symphonie, op. 21:1
van Ludwig van Beethoven. j,
Suite en Symphonie: twee onderling verwante
muzikale kunstvormen. Marinus Adam wees er bij 1
zijn mondelinge inleidingen op, dat de Symphonie c
uit de Suite ontstaan is en dat, zooals men vaak
zegt in de Symphonie „suitengeest" heerscht. Is naar r
den vorm de Suite een aaneenschakeling van dans
vormen, veelal voorafgegaan door een niet uit den e
dans dus aan de bewegingskunst onstane Ouver- 0
ture: onder „suitengeest" heeft men den geest van d
aristocratische of hoofsche verstrooiingsmuziek te
verstaan. Deze geest heerscht in de dansvormen van
Bach's, in zijn Köthener tijd geschreven b mineur-
Suite voorzeker. Nergens is daarin de gekozen 'K
vorm slechts van secundaire beteekenis, als dragef s
van hoogere denkbeelden of diepere gemoedsuitin'
gen: elk stuk schildert met fijnen humor en grooï
bevalligheid den geest der toenmalige voornantf 6
kringen. De kunstvaardigheid van de canonischl 1
stemvoering in de Sarabande zal misschien den
meesten van het hoofsche auditorium wel onop- r
gemerkt voorbijgegaan zijn; zij dringt zich dan ook
volstrekt niet op en de schoonheid der melodische
lijn is zeer goed te genieten zonder dat men de
imiteerende bas volgt. En ook het in vrijen fuga-
tischen vorm gevatte middendeel der als inleidings
stuk fungeerende „Fransche Ouverture" heeft het
lichte karakter der overige deelen.
Dat zou niet altijd zóó bij Bach blijven. In zijn
later, in zijn Leipziger jaren geschreven Orkest
suites heerscht de geest van hof en salon niet meer,
evenmin als b.v. in zijn Partita's voor klavier, die
ten opzichte zijner Fransche Suites eenzelfde ver
schil van karakter toonen. Daar, in die D majeur-
Suites spreekt Bach zijn eigen taal, en schroomde
hij niet om de diepste roerselen van zijn gemoed
in de overgeleverde vormen te openbaren. Wil men
voorbeelden, dan mogen het hemlsche Air uit de
eerste D maj .-Suite en de niet" minder schoone
Allemande uit de 4e Qartita (eveneens in D ma
jeur) daarvoor aangehaald worden. Maar in de
andere deelen spreekt Bach niet meer tot een be
perkten kring van aanzienlijken, maar tot het ge-
heele volk. En zoo kon het ook gebeuren, dat een
uit 1783 dateerend bericht vermeldde, dat bij een
volksfeest in de buurt van Leipzig „het orkest er
wakker op los streek, met Sonates (r= Suites) van
.Bach begon en met straatdeuntjes eindigde". De
Suites van Bach waren dus in dien tijd „populair".
Maar het zou een halve eeuw duren, eer Mendels
sohn het waagde om ze (in 1838) in de concertzaal
te importeeren.
Een soortgelijken overgang ziet men als men
Beethoven's Symphonieën vergelijkt met die zijner
groote voorgangers Haydn en Mozart. Bij dezen was,
de Symphonie nog hoofdzakelijk een vorm van voor
name verstrooiingskunst; het persoonlijk gemoeds
leven, dat uit een enkele, vooral van Mozart,
spreekt, vond in zijn tijd volstrekt geen algemeen®
waardeering. Maar Beethoven trad reeds met zijn
in 1800 voor het eerst uitgevoerde Eerste Sympho
nie buiten de vroegere perken en sprak van de tri
bune tot breede kringen: in zijn 24 jaar later ge
schreven Negende wendde hij zich tot de geheele
menschheid.
In zijn Eerste is dit alles nog maar aangeduid.
Doch zijn onafhankelijkheid blijkt reeds uit de ver
vanging der deftige Menuet door een voortstor
mend Scherzo, dat nog slechts in naam, niet in
feite, een Menuet is.
Het bovenstaand is geen verslag van wat Adam
gezegd heeft maar een aanvulling daarvan. Mijn
verslag over de muzikale vertolkingen kan kort
zijn. Het strijkersensemble van ons orkest produ
ceerde een mooie klankeenheid in Bach's Suite;
de rhythmische preciesheid van het samenspel had
echter nog grooter kunnen zijn. Johan Spies speelde
de belangrijke fluitsolo's met de welluidendheid en
technische zekerheid, die we van hem gewend zijn:
alleen het kleine verschil in stemming tusschen de
fluit en de strijkers werkte af en toe nadeelig. Beet
hoven's Eerste Symphonie werd vlot gespeeld en
vond veel waardeering, die ook aan den solofluitist
der Suite geschonken was.
K. DE JONG,