De hoogere prijzen FLITSEN landbouwproducten voor POSTGIRO No's Eigenaardigheden 'A A N D A G 10 M A. ART 1941 ff A 'A R T. T M'S DAGBCAÖ 3 In een persconferentie heeft de heer S. L. iiiwes, regeeringscommissaris voor de voedsel- jrziening, een toelichting gegeven op de nieuwe htprijzen. Wanneer men de nieuw-vastgestelde richtprijzen rgelijkt met die van verleden jaar, dan geven voor verschillende artikelen een verh'ooging te n, zooals voor aardappelen, tarwe, rogge, erw- enz. Vermoedelijk heeft men zich in kringen n den landbouw te hooge voorstellingen van de uwe richtprijzen gemaakt en zijn de richtprijzen, ials zij nu zijn vastgesteld, misschien een tegen- lier. Waarom zijn de prijzen zoo en niet anders stgesteld? Hierop wilde de heer Louwes een [woord geven. De vastgestelde prijzen bereiken ans lang niet dq fantastische hoogten van de ijzen tijdens den wereldoorlog. Toen volgde de enmalige regeering een geheel andere prijzenpo- iek, welke»»op den duur tot inflatie moest leiden, misten nog de ervaring waarover wij nu be- likken. In Duitschland is dan ook reeds lang standpunt ingenomen, dat het prijsniveau moest orden beheerscht. Ook hier te lande is dit stre- belichaamd in de prijzencontróle van den jjzencommissaris. In de practijk beteekent prijscontröle natuurlijk kwijls een neen-zeggen op tal van aanvragen. Zij leekent meestentijds, dat de producent zijn ver- ngens op dit punt niet ziet ingewilligd. Daar is nu nniaal niets aan te doen. Dit zijn nu de prijzen jn 1941, zoo riep de Louwes uit, en zij zullen niet eer worden veranderd. Een tweede factor welke een rol heeft gespeeld de vaststelling van de richtprijzen is het stre- e'n naar toenadering lusschen de Duitsche en de ederlandsche prijzen. Een derde richtlijn, welke rolgd is, was daarin gelegen, dat de regeering in eerste plaats die artikelen wil steunen, welke zij Et liefst wil hebben verbouwd. Daarom zijn de chtprijzen van aardappelen, tarwe, rogge, suiker - ieten en erwten in het bijzonder verhoogd. Kool- iad wordt in deze serie niet genoemd, omdat hier- or in den vorigen zomer reeds prijzen zijn vast- Geld, welke hun uitwerking reeds hebben ge- sd. Aanpassing bij het Duitsche prijsniveau wil niet ggen, dat de Nederlandsche prijzen n\i precies szelfde zullen worden als de Duitsche. Er moet jmers rekening worden gehouden met het verschil productievoorwaarden. Wanneer wij in Neder- nd steeds hoog hebben opgegeven van onze lage roductiekosten, dan kunnen wij toch met onze ndbouwprijzen de Duitsche zeker niet voorbij lan. Wie de lijst van de vastgestelde richtprijzen bijzonderheden nagaat, zal opmerken, dat voor immige 'aardappelsoorten de prijzen lager zijn verleden jaar. Dit is niet in strijd met het norgaande. Het betreft hier immers soorten, welke eliswaar erg geliefd zijn, maar weinig opbrengen, joals de bonten en blauwen en de roode-star. An- ere aardappelsoorten zijn hooger gesteld, n.l. de eel opbrengende soorten. Voor deze soorten, evenals voor het aardappel- ieel is thans het Duitsche prijsniveau bereikt. De prijzen van tarwe en rogge zijn elkander ge- jderd. Hierin is dus een sterkere stimulans gele- o om rogge te verbouwen, waardoor de positie n den boer op de lichtere gronden wordt ver- sterd. Bij de erwten is de prijs van de groene erwten sbracht op die van de sohokkererwten. Het gevolg ll zijn, dat- er weinig sohokkererwten zullen wor- en verbouwd. Dit ligt in de lijn van het streven m den nadruk te leggen op de veel opbrengende jorten, De smakelijkheid speelt in dezen oorlogs- ]d slechts een ondergeschikte rol. Ik verwacht reeds, aldus' de heer Louwes, dat men in de leden in dezen herfst wel zal zeggen: moeten we reer van die leelijke aardappelen eten? Maar dan eg ik: beter leelijk en genoeg, dan mooie en niet enoeg. De voedingswaarde van de thans aanbe den aardappelsoorten is niet minder dan die van Ie mooie aardappelen. De richtprijzen voor de witte en bruinen boonen «hoefden niet veel te worden verhoogd, omdat de litzaai verleden jaar reeds bevredigend is gebleken. De voedergranen zijn bij de vaststelling der ichtprijzen welbewust achtergesteld bij de granen »r menschelijke consumptie. Het gevolg zal zijn. dat er een hoogere prijs voor de productie zal moeten worden betaald. Dit moet de consument begrijpen. Deze richt- prllsverhooging kan niet uit het luchtledige be taald worden. Er valt niet aan te denken, dat op dit punt de politiek van den "Wereldoorlog kan worden gevolgd. De grootste prijsstijgingen zullen optreden bij het brood. Dit zal wel critiek uitlokken. Maar dan zegt de heer Louwes: het is beter dat er producten zijn, dan dat er niet zijn. Wil men producten hebben, dan zal men hem die produceert ook moeten beloonen. Met de hand op de porte- monnaie is het al te goedkoop den boer aan sporingen tot de grootste krachtsinspanning toe te roepen. De consumenten, die critiek hebben. moeten bedenken, dat, indien er geen prijsbeheer- lehing was, er nog veel meer prijsstijging zou zijn. Hii stelle zich dan maar eens voor, welke fantasti sche hoogte de prijzen dan zouden hebben. De heer Louwes meent, dat bij de vaststelling van deze richtprijzen de middenweg'tusschen de belangen van den producent en den, consument is minden. Op de belangrijkste punten is de zoo sng gewenschte aanpassing aan het Duitsche prijsniveau bereikt. De boer kan natuurlijk niet bepalen hoe zijn oogst zal worden. Dit ligt. niet in zijn band. Maar *vel is er nu voor hem alle aanleiding om zijn uiterste best te doen. Hij bedenke daarbij, dat hij produceert voor zijn eigen volk. Er is geen woord van waar, dat granen en voor onze voedselvoorzie ning vitale producten naar het buitenland gaan. De boer produceert voor zijn eigen volk en het is daarom noodig, dat het uiterste uit den grond wordt gehaald. De Nederlandsche boer behoeft zich niet te schamen voor de opbrengsten per oppervlakte eenheid hier te lande. Van alle landen in de ge matigde zóne staan wij wat dit betreft aan de épits en kunnen aan een ieder tot voorbeeld strekken. Maar het kan nog beter en dan moet het ook. Want de voeding van het eigen volk hangt er van af. ASflRIN ■ho&tH fuuS! (Adv. Ingez. Med.) van de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland den Haag, No. 5553. Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V. Amsterdam No. 877. Stort op 5553 of 877 Mr. Dr. R. H. Baron de Vos van Steenwijb: „Liefdadigheid is een oud-vaderlandsche deugd. Ons volk heeft deze deugd steeds betracht. Moge het er ook thans van door drongen blijven, dat geven zaliger is dan ontvangen." De receptie in het Provinciehuis. Aan hetgeen in ons nummer van Zaterdag werd vermeld omtrent de rede, die door den Commis saris der Provincie ter gelegenheid van zijn ambtsjubileum is uitgesproken en de daarop ge volgde receptie valt nog het volgende toe te voegen. Zoodra de rede die wij Zaterdag in extenso hebben opgenomen was geëindigd verlieten de Commissaris en de Gevolmachtigde van den Rijks commissaris Oberdienstleiter M. Seidel de verga derzaal en hielden de Commissaris en Mevrouw Baoker receptie, waarbij een groot aantal auto riteiten, bestuurderen, 'ambtenaren en particu lieren hun opwachting maakten. Tot hen behoorden Dr. T. Goedewaagen, Se cretaris-generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten en Dr. H. Hirsoh- feld, Directeur-generaal vart Economische ZaJken, welhaast alle burgemeesters uit de provincie, o.w. Jhr. J. P. W. van Doorn, burgemeester van Heem stede, Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, burgemeester van Bloemendaal, H. van Alphen, burgemeester van Zandvoort en L. H. Simons, burgemeester van Haarlemmerliede c.a., de heer C. D. Merens, Consul-generaal van Joego-Slavië, Mr. J. M. Jol les, President van het Gerechtshof te Amsterdam Voorts: L. J. Ponne en A. Harrebommee, voor het Rechtsfront afd. Politie, Dr. A. L. J. Sunier, Di recteur van Natura Artis Magistra, H. H. Tenckinck, Commissaris van Politie te Haarlem, R. D. Baart de la Faille, Rijksarchivaris van de provincie Noord-Holland, Hoofden der Provin ciale Bedrijven en Gestichten, Mr. G. Sluis, Pre sident der Arr. Rechtbank te Haarlem, Mr. W M. Paardekooper Overman, Officier van Justitie te Haarlem, W. J. B. van Liemt, wethouder van Haarlem, Ds. P. W. Foeken, Secretaris van het Provinciaal Kerkbestuur in Noord-Holland, het bestuur van den Kring Kennemerland van het Verbond van Ned. Journalisten, Mr. A. Beets, voorzitter der Haarlemsche Orkest Vereeniging, K. Rijpma, Territoriaal Inspecteur der Luchtbe scherming in Noord-Holland en Utrecht; Dr. A. J. Verhage en H. J. Voors voor de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur, S. C. de Haas van Dorsser, plaatsvervangend directeur van Winterhulp Ne derland in Noord-Holland. Mevr. J. van Nispen-van Wely, presidente van het K.V.V., A„J. Winter en F. F. Kuyk, Kringleiders te Haarlem van de N.S.B.. het bestuur van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen, Mevrouw Del BaereJiskoot. waarnemend presidente van Pro Juventute, W. J. H. Maschhaupt, adj. directeur van den Gem. Ge neeskundigen Dienst te Haarlem en vele anderen. Teraardebestelling van den i lieer D. O. Norel. Plechtigheid te Heemstede. Zaterdag om één uur werd op de Algemeene Be graafplaats te Heemstede het stoffelijk overschot teraardebesteld van den heer D. O. Norel, in leven lid der Algemeene Rekenkamer. Nadat de familie van den overledene en de vele belangstellenden zich ui de aula verzameld hadden werd het woord gevoerd door vier sprekers. Op uitdrukkelijk verzoek van den overledene moóht dit aantal niet hooger zijn. De heer R. Zuyderhoff. voorzitter der Algemeene Rekenkamer, sprak uit naam van dit college. Gedurende de laatste zeven jaren was de overledene lid van de Algemeene Rekenkamer. Wij hebben hem leeren kennen en waardeeren als een kundig en ijverig medewerker, die van vele zaken op de hoogte was. zoowel als een goed mensch, die ons aller sympathie had. Namens het Centraal bestuur van de Vereeni ging tot Christelijke verzorging voor geestes- en zenuwzieken sprak aangezien de voorzitter tot zijn leedwezeil niet aanwezig kon zijn de vice- oorzitter de heer G. Wolzak. Spr. bracht een woord van dank voor hetgeen de overledene in zijn leven heeft verricht. Van de oprichting in 1928 af was de heer Norel bestuurslid van de stichting „Vogelenzang" tot 1937, toen hij naar Den Haag vertrok. Hij had steeds een open oog voor het werk, der Christelijke barmhartigheid. De adviezen, die hij in zijn hoedanigheid van pen ningmeester verstrekte, waren voor ons van de grootste waarde. In Den Haag -heeft hij als secre taris van het Centraal Bestuur zeer verdienstelijk werk voor de barmhartigheid verricht. Thans is zijn aardsch huis verbroken, en de poorten zij-n geopend van het Huis van God, dat eeuwig is in de hemelen. De heer B. Moolenburgh, inspecteur van de di recte belastingen te Leiden sprak in zijn functie van vice-voorzitter van de Vereeniging van In specteurs der Belastingen. De overledene is vele jaren lid geweest van deze 'ereeniging. Met hart en ziel heeft hij zijn be stuurstaak vervuld. De vereeniging zal hem in dankbare herinnering behouden. Namens het bestuur van het Chr. Lyceum sprak mr. A. J. Honig. De heer Norel was een trouw en geliefd bestuurslid. Met een glimlach en een goed woord voor een ieder trad hij ons tegemoet. Hij was een hoffelijk en beminnelijk menscb, hij bezat, elegance, hij was als het ware van Fransche struc tuur. Voor een juiste waardeering van zijn arbeid voor net Chr. Lyceum is het noodig op te merken dat de heer Norel tot het schoolbestuur toetrad in een tijd dat de school er slecht voorstond. Er was toen moed voor noodig om tot dat bestuur toe te treden. Van 1929 af heeft hij onze school gediend Zijn kemachtge jaarverslagen en vele adviezen waren zeer waardevol. Wij zullen hem zeer mis sen. Ds. Norel, een broer van den overledene, las ge deelten uit de Schrift o.m. II Corinthe 6. De predikant herinnerde aan een portret van den over ledene, niet zoo lang voor zijn dood geschilderd. Op zijn gezicht lag een pijnlijke trek. Doch wie goed keek zag dat die smartelijke trek terug trad voor de blijdschap, veroverd op de droefheid. Een blijdschap, die God als genade-schenkt. In den overledene leefde het contrast tusschen den wensch saamhoorighei<5sgevoel uit te leven en de neiging tot teruggetrokkenheid. Hij heeft moei lijkheden en droefheid gekend doch eveneens troost en kracht gevonden. Dit moge de nabe- stanaden tot troost zijn. Nadat de aanwezigen psalm 84 vers 6: „Want God de Heer zoo goed zoo mild" hadden gezongen ging Ds. Norel hen voor in gebed. Daarna werd cle kist ten grave gedra gen. Onder de aanwezigen merktenen wij nog op de heeren W. Noordhof. inspecteur van Invoerrech ten en Accijnsen, ir. J. Ouwehand, H. Bouman, van de stichting „Vogelenzang", Th. Sanders, lid van de Algemeene Rekenkamer, L. F. puymaer van Twist, J. van Nispen van Wely, M. von Brucken Fock, e.a. De verbindendverklaring van de C. A. O. in de bouwbedrijven. De persdienst van het N.V.V. deelt mede: De Staatscourant van den 18den Februari bevatte de verbindendverklaring van collectieve contrac ten voor de bouwbedrijven. Deze verbinderdverklaring stemt tot groote vol doening, vooral wanneer men de groote moeiten in het oog houdt die de verschillende organisa ties zich in den loop der jaren hebben ge troost om deze verbindendverklaring te berei ken. Echter bleken in vroeger jaren de belangen van de werkgevers zwaarder te wegen dan die van de werknemers. Een ommekeer in de goede richting gaf de C.A.O. 19401941 die den 18den Februari tien dagen voor de beëindiging der contracten- verbindend werd verklaard, met uitzondering van eenige artikelen. Hoewel deze eerste verbindend verklaring onderwijl reeds is afgeloopen, zal deze verklaring niet nalaten ook na den eersten Maart, grooten invloed uit.te oefenen. Ten eer ste door de principieele be teekenis van deze verbindendverklaring en ten tweede door de ver plichting voor de werkgevers de contractueele loonen te betalen. Het afloopen van de ver bindendverklaring doet niets af aan deze ver plichting aangezien volgens de loonverorde- ning de loonen niet verlaagd mogen worden. Door de verbindendverklaring heeft de over heid erkend, dat de in de contracten vastge legde arbeidsvoorwaarden billijk en rechtvaar dig zijn. De verbindendverklaring heeft tot strekking en zal tengevolge hebben, dat er meer ordening komt in het bouwbedrijf. Op de textielafdeeling der Jaarbeurs te Utrecht troont nu ook de koe, want zij levert de grondstof voor de melkwol. Geen wonder dus, dat zij op deze afdeeling een eereplaats inneemt. (Foto Pax Holland). No. 249 Sluiten 1. Vader gaapt en zegt, dat hij even zal sluiten en dan naar bed gaat. 8. Sluit de voor deur en vraagt of iemand beneden ergens een raam open heeft gehad. 3. Hoort verzeke ring van het tegen deel en gaat naar boven. 4. Vraagt zich af of alle ramen wer kelijk dicht zouden zijn en gaat nog eens controleeren. 4. Rent de huis kamer binnen: het is net als hij wel dacht, een van de keukenramen wa genwijd open. 6. Als hij nu eens niet gecontroleerd had; iedere inbre ker of moordenaar kon zoo binnen- Ioopen. 7. Gaat weer naar boven, mopperend over misdadige slor digheid en gelukkig dat er iemand nog op die dingen Iet. 8. Ontdekt den volgenden ochtend dat hij in zijn op winding over het raam de achterdeur open heeft laten staan en zwijgt er over. in Haarlem en omgeving Een historische boom Hierboven een kiekje van een historisch en boon die staat aan den Spaarndammerdijk tusschen Spaarndam en Halfweg. Het is een groote boom die eenzaam aan den voet van den dijk staat, zoo dat de reizigers in den trein hem gemakkelijk kunnen zien. Die boom is een herinnering aan het beleg van Haarlem. Dr. Jac. P. Thijsse heeft daarover in het tijd schrift „De levende natuur" het volgende geschre ven: (Cliché Levende Natuur). Wanneer ge dan bij den boom komt te staan, dan blijkt het een forsche esch te zijn, een heel prettig getuigenis van het feit, dat onze boomen den zoo beruchten wind wel kunnen doorstaan Maar er is nog iets anders. De dikke stam is ver sierd met een gordel van rood-wit-blauw, onze na tionale kleuren. Ik ken dien boom nu al zestig jaar en steeds was hij zoo versierd. Telkens werden de kleuren weer opgefrischt, naar ik meen door de goede zorgen van het Hoogheemraadschap Rijn land. Deze esch is nu eens niet een natuurmonu ment, maar een historisch monument. Hij is een overblijvende van een groep esschen, hier geplant ter herinnering aan een feit uit het beleg van Haar lem in 15721573. Dit beleg is met zijn tragisch slot nog heel wat indrukwekkender dan die van Leiden of Alkmaar. Ge weet dat Amsterdam in dertijd nog aah de Spaansche zijde was en langs den Spaamdammer dijk trok voortdurend man schap en materiaal van Amsterdam naar de bele geraars. Dat kwam dan meestal weer langs den E$emeraijk naar Amsterdam. Zoo werden dan deze beide dijken het tooneel van krijgsbedrijven der Watergeuzen die Haarlem te hulp kwamen. En hier op de plek, waar die esch nu staat was het dat de watergeus t Hoen een troep Spaansche speerrui ters vernietigde, die onderweg was naar Haarlem. Ge kunt het heele verhaal lezen in Pieter Cornelis- zoon Hooft's Nederlandsche historiën. De aanhef schrijf ik even over: „Te deezer tijd hield zich op het IJ een vrijbuiter der Geuzen geheeten 't Hoen, die schalk in het overleggen, stout in 't uitvoeren, met onvoorziene aanslaaghen de wateren onveilig maakte. Deez'. verspiedt hebbende, hoe een bende speerruiteren van Amsterdam naar Haarlem trok, liet zich voor staan,dat ze zijne waren,indien hij hen op een rak dijx daar terzijde geen uitvlucht was, betrappen konde. Twee roeyjachten had hij bij zich, en booven acht tien man niet een, wilde het echter waaghen, met dus een vuist vol volx. Ziende hen ter gewenschte plaatse, spreiden zij zich, en koomen ten deel van vooren, ten deel van achteren opklimmen 'T weeke weeder had ook den dijk geweekt; en de paarden het nog quaadt genoeg, zonder andere belemmering alzoo zij dikwijls door de korst heen stapten en ten buik toe in de modder schooten. Versmaadende nochtans de weenighte die hun 't hoofd bood, vor derden zij hunnen wegh, maar konden geen veirt maaken. Toen leggen de vrijbuiters aan; en nau- welijx een scheut oft ze deed eenen man sneuve len". Hooft vertelt dan verder hoe het heele detache ment werd vernietigd. Ik weet niet precies, wie die herinneringsboomen heeft laten planten en wan neer dat is gebeurd: wellicht in 't midden van de achttiende eeuw. De boom kan omtrent twee hon derd jaar oud zijn, langzaam gegroeid. De plek zag er in 1573 heel wat anders uit dan nu. De dijk mag half zoo hoog zijn geweest. Aan de Noordzijde werd hij bespeeld door het IJ en vermoedelijk was daar een flinke rietkraag, waarin t Hoen en de zijnen Izich konden verschuilen. Aan de Zuidzijde van den dijk lag een breede plas,, die later verland is. Ge weet dat langs den heelen Spaarndammerdijk, van Amsterdam af tot Santpoort toe nog tal van aardige „braken" en moerassen zijn te vinden. Een paar boeren, die aan 't werk waren, wisten niets van de geschiedenis van den boom. Anders voor een onderwijzer wel heel aantrekkelijk, dit ge val aan de kinderen te vertellen. Bij het opmaken van het streekplan, waarbij Haarlemmerliede is betrokken zal stellig aan dezen boom wel aandacht worden gewijd. Hij valt dan niet onder „natuur bescherming" maar onder „Landschapsbescher ming". De Spaarndammerdijk zelve telt in dit landschap, dan mee als „waterstaatkundig monu ment". Naar wettelijke regeling der Dierenbescherming. De Nederlandsche Vereeniging tot bescher ming van dieren heeft in Pulchri Studio te 's-Gra- venhage een bijeenkomst belegd, in verband met de voorbereiding eener wettelijke regeling der die renbescherming. Deze regeling is door het depar tement vap Sociale Zaken ter hand genomen, de uitvoering is opgedragen aan den directeur vart den veeartsenijkundigen dienst prof. dr. C. L. E. Berger. De ondervoorzitter, de heer H. M. van Poelgeest, gaf een uitvoerig overzicht van hetgeen door de vereeniging in de afgeloopen jaren reeds is ge daan ten opzichte van de voorbereiding van een wettelijke regeling der dierenbescherming. In 1936 werd besloten de gezamenlijke ervaringen vast te leggen in een concept van wet, hetgeen geschiedde door de wetteneommissie der vereeniging, aange vuld met juristen uit de andere organisaties. In 1938/1939 werden de voorloopigc besprekingen niet de autoriteiten geopend en in den zomer van 1940 werd het resultaat van den arbeid ter beschikking der secretarissen-generaal gesteld. Vervolgens sprak de gevolmachtigde voor vete rinaire aangelegenheden van den Rijkscommissa ris voor het bezette Nederlandsche gebied, Ober- regierungsrat dr. Pschorr. Spr. begon met er op te wijzen, dat in dezen tijd dikwijls de vraag wordt gesteld of onder de huidige omstandigheden aan de dierenbescherming moet worden voortgewerkt. Dr. Pschorr meent, dat dit zeer zeker het geval is. Bij de totstandkoming van-de Nederlandsche wet zal gebruik kunnen worden gemaakt van de voor beelden in de Duitsche wetgeving. De wet zal den rechter een bruikbaar wapen in de hand geven te genover dierenmishandelingen. Ten aanzien van de trekhonden meent spr.. dat niet kan worden volstaan met een verbod. Echter zullen nauwkeurige voorschriften worden gegeven ten aanzien van grootte, tuig en de lasten. Een ander vraagstuk is de vivisectie. In Duitsch land is hiervoor toestemming noodig. Een voort durende controle draagt zorg dat de dieren goed worden verzorgd en dat ongeoorloofde proeven niet voorkomen. Vivisectie in den waren zin komt momenteel niet meer voor, meestal betreft het proeven op dieren ten aanzien van voedsel, vita minen, hormonen enz. Dit valt niet onder dieren mishandeling, zooals de praktijk leert, en duizen den menschen en huisdieren kan hierdoor het le ven wellicht worden gered. In de wet worden strenge straffen gesteld. Zoo kan b.v. een veehandelaar, die zich herhaaldelijk aan dierenmishandeling schuldig maakt, worden verboden verder met dieren om te gaan of daarin handel te drijven. Tenslotte hield spreker een pleidooi voor samen gaan der verschillende vereenigingen, waardoor meer kracht kan worden ontwikkeld. INSPECTIE BRANDWEERWEZEN. 's GRAVENHAGE, 10 Maart. De inspecteur van politie, ir. W. E. Eggink, tot heden verbonden aan de Haagsche politiebrandweer, is benoemd tot inspecteur in algemeenen dienst, tevens plaats vervangend hoofd-inspecteur bij de rijksinspecti» van het brandweerwezen. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smedestraat ta Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur. Terug te bekomen bij: v. Dalen, Bromostraat 33. arm band; Andrea, Jullanastraat 22. armband; Falix. Perneus- straat 2. boek met kaart; De Beer, Stcrreboschstraat 77, broche; Kenniphaas, Dr. Leydsstraat 87, doosje m. 1. v. d. Horst, de Ruyterplein 15. enveloppe m. 1.; Bureau van Politie, Smedestraat, étui met foto's: Asyl, Ridderstraat 11, 2 honden; Bureau van Politie. Smedestraat, 2 paar handschoenen; Wessels. Krelagestraat 25. hond; Putman, Rijksstraatweg 86 c. afschormkapje; Stolker, Gen. Botha- straat 6, laars. Nooltgedacht, Waarderpolder 22, zaklan taarn; Beegman. Vondclweg 4. muts; Voorips, Neptunus- straat «0. vulpotlood: Bouwhuis. Starlngstraat 24, porte- monnale m. 1.; Gottschal, Vredenhofstraat 3. portemon- nale m 1.; Stoff. Ooievaarstraat 24. rijwielplaatje; v. Dijk, Oudeweg 31. oorringetje: Croese. Diezesiraat 18. gym nastiekschoen; Bureau van Politie, Smedestraat, I schoenen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5