De hoogere prijzen
FLITSEN
landbouwproducten
voor
POSTGIRO No's
Eigenaardigheden
'A A N D A G 10 M A. ART 1941
ff A 'A R T. T M'S DAGBCAÖ
3
In een persconferentie heeft de heer S. L.
iiiwes, regeeringscommissaris voor de voedsel-
jrziening, een toelichting gegeven op de nieuwe
htprijzen.
Wanneer men de nieuw-vastgestelde richtprijzen
rgelijkt met die van verleden jaar, dan geven
voor verschillende artikelen een verh'ooging te
n, zooals voor aardappelen, tarwe, rogge, erw-
enz. Vermoedelijk heeft men zich in kringen
n den landbouw te hooge voorstellingen van de
uwe richtprijzen gemaakt en zijn de richtprijzen,
ials zij nu zijn vastgesteld, misschien een tegen-
lier. Waarom zijn de prijzen zoo en niet anders
stgesteld? Hierop wilde de heer Louwes een
[woord geven. De vastgestelde prijzen bereiken
ans lang niet dq fantastische hoogten van de
ijzen tijdens den wereldoorlog. Toen volgde de
enmalige regeering een geheel andere prijzenpo-
iek, welke»»op den duur tot inflatie moest leiden,
misten nog de ervaring waarover wij nu be-
likken. In Duitschland is dan ook reeds lang
standpunt ingenomen, dat het prijsniveau moest
orden beheerscht. Ook hier te lande is dit stre-
belichaamd in de prijzencontróle van den
jjzencommissaris.
In de practijk beteekent prijscontröle natuurlijk
kwijls een neen-zeggen op tal van aanvragen. Zij
leekent meestentijds, dat de producent zijn ver-
ngens op dit punt niet ziet ingewilligd. Daar is nu
nniaal niets aan te doen. Dit zijn nu de prijzen
jn 1941, zoo riep de Louwes uit, en zij zullen niet
eer worden veranderd.
Een tweede factor welke een rol heeft gespeeld
de vaststelling van de richtprijzen is het stre-
e'n naar toenadering lusschen de Duitsche en de
ederlandsche prijzen. Een derde richtlijn, welke
rolgd is, was daarin gelegen, dat de regeering in
eerste plaats die artikelen wil steunen, welke zij
Et liefst wil hebben verbouwd. Daarom zijn de
chtprijzen van aardappelen, tarwe, rogge, suiker -
ieten en erwten in het bijzonder verhoogd. Kool-
iad wordt in deze serie niet genoemd, omdat hier-
or in den vorigen zomer reeds prijzen zijn vast-
Geld, welke hun uitwerking reeds hebben ge-
sd.
Aanpassing bij het Duitsche prijsniveau wil niet
ggen, dat de Nederlandsche prijzen n\i precies
szelfde zullen worden als de Duitsche. Er moet
jmers rekening worden gehouden met het verschil
productievoorwaarden. Wanneer wij in Neder-
nd steeds hoog hebben opgegeven van onze lage
roductiekosten, dan kunnen wij toch met onze
ndbouwprijzen de Duitsche zeker niet voorbij
lan. Wie de lijst van de vastgestelde richtprijzen
bijzonderheden nagaat, zal opmerken, dat voor
immige 'aardappelsoorten de prijzen lager zijn
verleden jaar. Dit is niet in strijd met het
norgaande. Het betreft hier immers soorten, welke
eliswaar erg geliefd zijn, maar weinig opbrengen,
joals de bonten en blauwen en de roode-star. An-
ere aardappelsoorten zijn hooger gesteld, n.l. de
eel opbrengende soorten.
Voor deze soorten, evenals voor het aardappel-
ieel is thans het Duitsche prijsniveau bereikt.
De prijzen van tarwe en rogge zijn elkander ge-
jderd. Hierin is dus een sterkere stimulans gele-
o om rogge te verbouwen, waardoor de positie
n den boer op de lichtere gronden wordt ver-
sterd.
Bij de erwten is de prijs van de groene erwten
sbracht op die van de sohokkererwten. Het gevolg
ll zijn, dat- er weinig sohokkererwten zullen wor-
en verbouwd. Dit ligt in de lijn van het streven
m den nadruk te leggen op de veel opbrengende
jorten, De smakelijkheid speelt in dezen oorlogs-
]d slechts een ondergeschikte rol. Ik verwacht
reeds, aldus' de heer Louwes, dat men in de
leden in dezen herfst wel zal zeggen: moeten we
reer van die leelijke aardappelen eten? Maar dan
eg ik: beter leelijk en genoeg, dan mooie en niet
enoeg. De voedingswaarde van de thans aanbe
den aardappelsoorten is niet minder dan die van
Ie mooie aardappelen.
De richtprijzen voor de witte en bruinen boonen
«hoefden niet veel te worden verhoogd, omdat de
litzaai verleden jaar reeds bevredigend is gebleken.
De voedergranen zijn bij de vaststelling der
ichtprijzen welbewust achtergesteld bij de granen
»r menschelijke consumptie.
Het gevolg zal zijn. dat er een hoogere prijs
voor de productie zal moeten worden betaald.
Dit moet de consument begrijpen. Deze richt-
prllsverhooging kan niet uit het luchtledige be
taald worden. Er valt niet aan te denken, dat
op dit punt de politiek van den "Wereldoorlog
kan worden gevolgd.
De grootste prijsstijgingen zullen optreden
bij het brood.
Dit zal wel critiek uitlokken. Maar dan zegt
de heer Louwes: het is beter dat er producten
zijn, dan dat er niet zijn. Wil men producten
hebben, dan zal men hem die produceert ook
moeten beloonen. Met de hand op de porte-
monnaie is het al te goedkoop den boer aan
sporingen tot de grootste krachtsinspanning toe
te roepen. De consumenten, die critiek hebben.
moeten bedenken, dat, indien er geen prijsbeheer-
lehing was, er nog veel meer prijsstijging zou zijn.
Hii stelle zich dan maar eens voor, welke fantasti
sche hoogte de prijzen dan zouden hebben.
De heer Louwes meent, dat bij de vaststelling
van deze richtprijzen de middenweg'tusschen de
belangen van den producent en den, consument is
minden. Op de belangrijkste punten is de zoo
sng gewenschte aanpassing aan het Duitsche
prijsniveau bereikt.
De boer kan natuurlijk niet bepalen hoe zijn
oogst zal worden. Dit ligt. niet in zijn band. Maar
*vel is er nu voor hem alle aanleiding om zijn
uiterste best te doen. Hij bedenke daarbij, dat hij
produceert voor zijn eigen volk. Er is geen woord
van waar, dat granen en voor onze voedselvoorzie
ning vitale producten naar het buitenland gaan.
De boer produceert voor zijn eigen volk en het is
daarom noodig, dat het uiterste uit den grond wordt
gehaald. De Nederlandsche boer behoeft zich niet
te schamen voor de opbrengsten per oppervlakte
eenheid hier te lande. Van alle landen in de ge
matigde zóne staan wij wat dit betreft aan de épits
en kunnen aan een ieder tot voorbeeld strekken.
Maar het kan nog beter en dan moet het ook. Want
de voeding van het eigen volk hangt er van af.
ASflRIN
■ho&tH fuuS!
(Adv. Ingez. Med.)
van de Winterhulp Nederland
Winterhulp Nederland den Haag,
No. 5553. Als bank der Winterhulp
Nederland is aangewezen de Kasver-
eeniging N.V. Amsterdam No. 877.
Stort op 5553 of 877
Mr. Dr. R. H. Baron de Vos van Steenwijb:
„Liefdadigheid is een oud-vaderlandsche
deugd. Ons volk heeft deze deugd steeds
betracht. Moge het er ook thans van door
drongen blijven, dat geven zaliger is dan
ontvangen."
De receptie in het Provinciehuis.
Aan hetgeen in ons nummer van Zaterdag werd
vermeld omtrent de rede, die door den Commis
saris der Provincie ter gelegenheid van zijn
ambtsjubileum is uitgesproken en de daarop ge
volgde receptie valt nog het volgende toe te voegen.
Zoodra de rede die wij Zaterdag in extenso
hebben opgenomen was geëindigd verlieten de
Commissaris en de Gevolmachtigde van den Rijks
commissaris Oberdienstleiter M. Seidel de verga
derzaal en hielden de Commissaris en Mevrouw
Baoker receptie, waarbij een groot aantal auto
riteiten, bestuurderen, 'ambtenaren en particu
lieren hun opwachting maakten.
Tot hen behoorden Dr. T. Goedewaagen, Se
cretaris-generaal van het Departement van
Volksvoorlichting en Kunsten en Dr. H. Hirsoh-
feld, Directeur-generaal vart Economische ZaJken,
welhaast alle burgemeesters uit de provincie, o.w.
Jhr. J. P. W. van Doorn, burgemeester van Heem
stede, Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, burgemeester
van Bloemendaal, H. van Alphen, burgemeester
van Zandvoort en L. H. Simons, burgemeester van
Haarlemmerliede c.a., de heer C. D. Merens,
Consul-generaal van Joego-Slavië, Mr. J. M. Jol
les, President van het Gerechtshof te Amsterdam
Voorts: L. J. Ponne en A. Harrebommee, voor het
Rechtsfront afd. Politie, Dr. A. L. J. Sunier, Di
recteur van Natura Artis Magistra, H. H.
Tenckinck, Commissaris van Politie te Haarlem,
R. D. Baart de la Faille, Rijksarchivaris van de
provincie Noord-Holland, Hoofden der Provin
ciale Bedrijven en Gestichten, Mr. G. Sluis, Pre
sident der Arr. Rechtbank te Haarlem, Mr. W
M. Paardekooper Overman, Officier van Justitie
te Haarlem, W. J. B. van Liemt, wethouder van
Haarlem, Ds. P. W. Foeken, Secretaris van het
Provinciaal Kerkbestuur in Noord-Holland, het
bestuur van den Kring Kennemerland van het
Verbond van Ned. Journalisten, Mr. A. Beets,
voorzitter der Haarlemsche Orkest Vereeniging,
K. Rijpma, Territoriaal Inspecteur der Luchtbe
scherming in Noord-Holland en Utrecht; Dr. A.
J. Verhage en H. J. Voors voor de Alg. Ver. voor
Bloembollencultuur, S. C. de Haas van Dorsser,
plaatsvervangend directeur van Winterhulp Ne
derland in Noord-Holland. Mevr. J. van Nispen-van
Wely, presidente van het K.V.V., A„J. Winter en
F. F. Kuyk, Kringleiders te Haarlem van de N.S.B..
het bestuur van de Hollandsche Maatschappij van
Wetenschappen, Mevrouw Del BaereJiskoot.
waarnemend presidente van Pro Juventute, W. J.
H. Maschhaupt, adj. directeur van den Gem. Ge
neeskundigen Dienst te Haarlem en vele anderen.
Teraardebestelling van den i
lieer D. O. Norel.
Plechtigheid te Heemstede.
Zaterdag om één uur werd op de Algemeene Be
graafplaats te Heemstede het stoffelijk overschot
teraardebesteld van den heer D. O. Norel, in leven
lid der Algemeene Rekenkamer.
Nadat de familie van den overledene en de vele
belangstellenden zich ui de aula verzameld hadden
werd het woord gevoerd door vier sprekers. Op
uitdrukkelijk verzoek van den overledene moóht dit
aantal niet hooger zijn. De heer R. Zuyderhoff.
voorzitter der Algemeene Rekenkamer, sprak uit
naam van dit college. Gedurende de laatste zeven
jaren was de overledene lid van de Algemeene
Rekenkamer. Wij hebben hem leeren kennen en
waardeeren als een kundig en ijverig medewerker,
die van vele zaken op de hoogte was. zoowel als
een goed mensch, die ons aller sympathie had.
Namens het Centraal bestuur van de Vereeni
ging tot Christelijke verzorging voor geestes- en
zenuwzieken sprak aangezien de voorzitter tot
zijn leedwezeil niet aanwezig kon zijn de vice-
oorzitter de heer G. Wolzak. Spr. bracht een
woord van dank voor hetgeen de overledene in
zijn leven heeft verricht. Van de oprichting in
1928 af was de heer Norel bestuurslid van de
stichting „Vogelenzang" tot 1937, toen hij naar
Den Haag vertrok. Hij had steeds een open oog
voor het werk, der Christelijke barmhartigheid.
De adviezen, die hij in zijn hoedanigheid van pen
ningmeester verstrekte, waren voor ons van de
grootste waarde. In Den Haag -heeft hij als secre
taris van het Centraal Bestuur zeer verdienstelijk
werk voor de barmhartigheid verricht. Thans is
zijn aardsch huis verbroken, en de poorten zij-n
geopend van het Huis van God, dat eeuwig is in de
hemelen.
De heer B. Moolenburgh, inspecteur van de di
recte belastingen te Leiden sprak in zijn functie
van vice-voorzitter van de Vereeniging van In
specteurs der Belastingen.
De overledene is vele jaren lid geweest van deze
'ereeniging. Met hart en ziel heeft hij zijn be
stuurstaak vervuld. De vereeniging zal hem in
dankbare herinnering behouden.
Namens het bestuur van het Chr. Lyceum sprak
mr. A. J. Honig. De heer Norel was een trouw en
geliefd bestuurslid. Met een glimlach en een goed
woord voor een ieder trad hij ons tegemoet. Hij
was een hoffelijk en beminnelijk menscb, hij bezat,
elegance, hij was als het ware van Fransche struc
tuur.
Voor een juiste waardeering van zijn arbeid
voor net Chr. Lyceum is het noodig op te merken
dat de heer Norel tot het schoolbestuur toetrad
in een tijd dat de school er slecht voorstond. Er was
toen moed voor noodig om tot dat bestuur toe te
treden. Van 1929 af heeft hij onze school gediend
Zijn kemachtge jaarverslagen en vele adviezen
waren zeer waardevol. Wij zullen hem zeer mis
sen.
Ds. Norel, een broer van den overledene, las ge
deelten uit de Schrift o.m. II Corinthe 6. De
predikant herinnerde aan een portret van den over
ledene, niet zoo lang voor zijn dood geschilderd.
Op zijn gezicht lag een pijnlijke trek. Doch wie
goed keek zag dat die smartelijke trek terug trad
voor de blijdschap, veroverd op de droefheid. Een
blijdschap, die God als genade-schenkt.
In den overledene leefde het contrast tusschen
den wensch saamhoorighei<5sgevoel uit te leven en
de neiging tot teruggetrokkenheid. Hij heeft moei
lijkheden en droefheid gekend doch eveneens
troost en kracht gevonden. Dit moge de nabe-
stanaden tot troost zijn. Nadat de aanwezigen
psalm 84 vers 6: „Want God de Heer zoo goed zoo
mild" hadden gezongen ging Ds. Norel hen voor
in gebed. Daarna werd cle kist ten grave gedra
gen.
Onder de aanwezigen merktenen wij nog op
de heeren W. Noordhof. inspecteur van Invoerrech
ten en Accijnsen, ir. J. Ouwehand, H. Bouman, van
de stichting „Vogelenzang", Th. Sanders, lid van
de Algemeene Rekenkamer, L. F. puymaer van
Twist, J. van Nispen van Wely, M. von Brucken
Fock, e.a.
De verbindendverklaring van de
C. A. O. in de bouwbedrijven.
De persdienst van het N.V.V. deelt mede: De
Staatscourant van den 18den Februari bevatte
de verbindendverklaring van collectieve contrac
ten voor de bouwbedrijven.
Deze verbinderdverklaring stemt tot groote vol
doening, vooral wanneer men de groote moeiten
in het oog houdt die de verschillende organisa
ties zich in den loop der jaren hebben ge
troost om deze verbindendverklaring te berei
ken.
Echter bleken in vroeger jaren de belangen
van de werkgevers zwaarder te wegen dan die van
de werknemers.
Een ommekeer in de goede richting gaf de
C.A.O. 19401941 die den 18den Februari
tien dagen voor de beëindiging der contracten-
verbindend werd verklaard, met uitzondering van
eenige artikelen. Hoewel deze eerste verbindend
verklaring onderwijl reeds is afgeloopen, zal deze
verklaring niet nalaten ook na den eersten
Maart, grooten invloed uit.te oefenen. Ten eer
ste door de principieele be teekenis van deze
verbindendverklaring en ten tweede door de ver
plichting voor de werkgevers de contractueele
loonen te betalen. Het afloopen van de ver
bindendverklaring doet niets af aan deze ver
plichting aangezien volgens de loonverorde-
ning de loonen niet verlaagd mogen worden.
Door de verbindendverklaring heeft de over
heid erkend, dat de in de contracten vastge
legde arbeidsvoorwaarden billijk en rechtvaar
dig zijn. De verbindendverklaring heeft tot
strekking en zal tengevolge hebben, dat er meer
ordening komt in het bouwbedrijf.
Op de textielafdeeling der Jaarbeurs te Utrecht troont nu ook de koe,
want zij levert de grondstof voor de melkwol. Geen wonder dus, dat zij op deze
afdeeling een eereplaats inneemt.
(Foto Pax Holland).
No. 249
Sluiten
1. Vader gaapt en
zegt, dat hij even
zal sluiten en dan
naar bed gaat.
8. Sluit de voor
deur en vraagt of
iemand beneden
ergens een raam
open heeft gehad.
3. Hoort verzeke
ring van het tegen
deel en gaat naar
boven.
4. Vraagt zich af
of alle ramen wer
kelijk dicht zouden
zijn en gaat nog
eens controleeren.
4. Rent de huis
kamer binnen: het
is net als hij wel
dacht, een van de
keukenramen wa
genwijd open.
6. Als hij nu eens
niet gecontroleerd
had; iedere inbre
ker of moordenaar
kon zoo binnen-
Ioopen.
7. Gaat weer naar
boven, mopperend
over misdadige slor
digheid en gelukkig
dat er iemand nog
op die dingen Iet.
8. Ontdekt den
volgenden ochtend
dat hij in zijn op
winding over het
raam de achterdeur
open heeft laten
staan en zwijgt er
over.
in Haarlem en omgeving
Een historische boom
Hierboven een kiekje van een historisch en boon
die staat aan den Spaarndammerdijk tusschen
Spaarndam en Halfweg. Het is een groote boom
die eenzaam aan den voet van den dijk staat, zoo
dat de reizigers in den trein hem gemakkelijk
kunnen zien.
Die boom is een herinnering aan het beleg van
Haarlem.
Dr. Jac. P. Thijsse heeft daarover in het tijd
schrift „De levende natuur" het volgende geschre
ven:
(Cliché Levende Natuur).
Wanneer ge dan bij den boom komt te staan,
dan blijkt het een forsche esch te zijn, een heel
prettig getuigenis van het feit, dat onze boomen
den zoo beruchten wind wel kunnen doorstaan
Maar er is nog iets anders. De dikke stam is ver
sierd met een gordel van rood-wit-blauw, onze na
tionale kleuren. Ik ken dien boom nu al zestig
jaar en steeds was hij zoo versierd. Telkens werden
de kleuren weer opgefrischt, naar ik meen door
de goede zorgen van het Hoogheemraadschap Rijn
land. Deze esch is nu eens niet een natuurmonu
ment, maar een historisch monument. Hij is een
overblijvende van een groep esschen, hier geplant
ter herinnering aan een feit uit het beleg van Haar
lem in 15721573. Dit beleg is met zijn tragisch
slot nog heel wat indrukwekkender dan die van
Leiden of Alkmaar. Ge weet dat Amsterdam in
dertijd nog aah de Spaansche zijde was en langs
den Spaamdammer dijk trok voortdurend man
schap en materiaal van Amsterdam naar de bele
geraars. Dat kwam dan meestal weer langs den
E$emeraijk naar Amsterdam. Zoo werden dan deze
beide dijken het tooneel van krijgsbedrijven der
Watergeuzen die Haarlem te hulp kwamen. En hier
op de plek, waar die esch nu staat was het dat de
watergeus t Hoen een troep Spaansche speerrui
ters vernietigde, die onderweg was naar Haarlem.
Ge kunt het heele verhaal lezen in Pieter Cornelis-
zoon Hooft's Nederlandsche historiën. De aanhef
schrijf ik even over:
„Te deezer tijd hield zich op het IJ een vrijbuiter
der Geuzen geheeten 't Hoen, die schalk in het
overleggen, stout in 't uitvoeren, met onvoorziene
aanslaaghen de wateren onveilig maakte. Deez'.
verspiedt hebbende, hoe een bende speerruiteren
van Amsterdam naar Haarlem trok, liet zich voor
staan,dat ze zijne waren,indien hij hen op een rak dijx
daar terzijde geen uitvlucht was, betrappen konde.
Twee roeyjachten had hij bij zich, en booven acht
tien man niet een, wilde het echter waaghen, met
dus een vuist vol volx. Ziende hen ter gewenschte
plaatse, spreiden zij zich, en koomen ten deel van
vooren, ten deel van achteren opklimmen 'T weeke
weeder had ook den dijk geweekt; en de paarden
het nog quaadt genoeg, zonder andere belemmering
alzoo zij dikwijls door de korst heen stapten en ten
buik toe in de modder schooten. Versmaadende
nochtans de weenighte die hun 't hoofd bood, vor
derden zij hunnen wegh, maar konden geen veirt
maaken. Toen leggen de vrijbuiters aan; en nau-
welijx een scheut oft ze deed eenen man sneuve
len".
Hooft vertelt dan verder hoe het heele detache
ment werd vernietigd. Ik weet niet precies, wie die
herinneringsboomen heeft laten planten en wan
neer dat is gebeurd: wellicht in 't midden van de
achttiende eeuw. De boom kan omtrent twee hon
derd jaar oud zijn, langzaam gegroeid. De plek zag
er in 1573 heel wat anders uit dan nu. De dijk mag
half zoo hoog zijn geweest. Aan de Noordzijde werd
hij bespeeld door het IJ en vermoedelijk was daar
een flinke rietkraag, waarin t Hoen en de zijnen
Izich konden verschuilen.
Aan de Zuidzijde van den dijk lag een breede
plas,, die later verland is. Ge weet dat langs den
heelen Spaarndammerdijk, van Amsterdam af tot
Santpoort toe nog tal van aardige „braken" en
moerassen zijn te vinden.
Een paar boeren, die aan 't werk waren, wisten
niets van de geschiedenis van den boom. Anders
voor een onderwijzer wel heel aantrekkelijk, dit ge
val aan de kinderen te vertellen. Bij het opmaken
van het streekplan, waarbij Haarlemmerliede is
betrokken zal stellig aan dezen boom wel aandacht
worden gewijd. Hij valt dan niet onder „natuur
bescherming" maar onder „Landschapsbescher
ming". De Spaarndammerdijk zelve telt in dit
landschap, dan mee als „waterstaatkundig monu
ment".
Naar wettelijke regeling der
Dierenbescherming.
De Nederlandsche Vereeniging tot bescher
ming van dieren heeft in Pulchri Studio te 's-Gra-
venhage een bijeenkomst belegd, in verband met
de voorbereiding eener wettelijke regeling der die
renbescherming. Deze regeling is door het depar
tement vap Sociale Zaken ter hand genomen, de
uitvoering is opgedragen aan den directeur vart
den veeartsenijkundigen dienst prof. dr. C. L. E.
Berger.
De ondervoorzitter, de heer H. M. van Poelgeest,
gaf een uitvoerig overzicht van hetgeen door de
vereeniging in de afgeloopen jaren reeds is ge
daan ten opzichte van de voorbereiding van een
wettelijke regeling der dierenbescherming. In 1936
werd besloten de gezamenlijke ervaringen vast te
leggen in een concept van wet, hetgeen geschiedde
door de wetteneommissie der vereeniging, aange
vuld met juristen uit de andere organisaties. In
1938/1939 werden de voorloopigc besprekingen niet
de autoriteiten geopend en in den zomer van 1940
werd het resultaat van den arbeid ter beschikking
der secretarissen-generaal gesteld.
Vervolgens sprak de gevolmachtigde voor vete
rinaire aangelegenheden van den Rijkscommissa
ris voor het bezette Nederlandsche gebied, Ober-
regierungsrat dr. Pschorr. Spr. begon met er op te
wijzen, dat in dezen tijd dikwijls de vraag wordt
gesteld of onder de huidige omstandigheden aan
de dierenbescherming moet worden voortgewerkt.
Dr. Pschorr meent, dat dit zeer zeker het geval is.
Bij de totstandkoming van-de Nederlandsche wet
zal gebruik kunnen worden gemaakt van de voor
beelden in de Duitsche wetgeving. De wet zal den
rechter een bruikbaar wapen in de hand geven te
genover dierenmishandelingen.
Ten aanzien van de trekhonden meent spr.. dat
niet kan worden volstaan met een verbod. Echter
zullen nauwkeurige voorschriften worden gegeven
ten aanzien van grootte, tuig en de lasten.
Een ander vraagstuk is de vivisectie. In Duitsch
land is hiervoor toestemming noodig. Een voort
durende controle draagt zorg dat de dieren goed
worden verzorgd en dat ongeoorloofde proeven
niet voorkomen. Vivisectie in den waren zin komt
momenteel niet meer voor, meestal betreft het
proeven op dieren ten aanzien van voedsel, vita
minen, hormonen enz. Dit valt niet onder dieren
mishandeling, zooals de praktijk leert, en duizen
den menschen en huisdieren kan hierdoor het le
ven wellicht worden gered.
In de wet worden strenge straffen gesteld. Zoo
kan b.v. een veehandelaar, die zich herhaaldelijk
aan dierenmishandeling schuldig maakt, worden
verboden verder met dieren om te gaan of daarin
handel te drijven.
Tenslotte hield spreker een pleidooi voor samen
gaan der verschillende vereenigingen, waardoor
meer kracht kan worden ontwikkeld.
INSPECTIE BRANDWEERWEZEN.
's GRAVENHAGE, 10 Maart. De inspecteur
van politie, ir. W. E. Eggink, tot heden verbonden
aan de Haagsche politiebrandweer, is benoemd
tot inspecteur in algemeenen dienst, tevens plaats
vervangend hoofd-inspecteur bij de rijksinspecti»
van het brandweerwezen.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smedestraat ta
Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur.
Terug te bekomen bij: v. Dalen, Bromostraat 33. arm
band; Andrea, Jullanastraat 22. armband; Falix. Perneus-
straat 2. boek met kaart; De Beer, Stcrreboschstraat 77,
broche; Kenniphaas, Dr. Leydsstraat 87, doosje m. 1. v. d.
Horst, de Ruyterplein 15. enveloppe m. 1.; Bureau van
Politie, Smedestraat, étui met foto's: Asyl, Ridderstraat
11, 2 honden; Bureau van Politie. Smedestraat, 2 paar
handschoenen; Wessels. Krelagestraat 25. hond; Putman,
Rijksstraatweg 86 c. afschormkapje; Stolker, Gen. Botha-
straat 6, laars. Nooltgedacht, Waarderpolder 22, zaklan
taarn; Beegman. Vondclweg 4. muts; Voorips, Neptunus-
straat «0. vulpotlood: Bouwhuis. Starlngstraat 24, porte-
monnale m. 1.; Gottschal, Vredenhofstraat 3. portemon-
nale m 1.; Stoff. Ooievaarstraat 24. rijwielplaatje; v. Dijk,
Oudeweg 31. oorringetje: Croese. Diezesiraat 18. gym
nastiekschoen; Bureau van Politie, Smedestraat, I
schoenen,