De oorlog ter zee Tusschen Arabische en Zuid-Chineesche Zee Voor lange avonden RADIO PROGRAMMA DINSDAG 11 MAART 1941' HAAREEM'S DAGBL'AD 5 Een planbespreking bij generaal Ritter von Greim (2de van rechts), commandant van een Duitsch vliegercorps in Frankrijk. (Foto Weltbild) Gevaarlijke scheepvaartroutes om Engeland Het D.N.B. meldt: In aanvulling op het weer- maohtsbericht van Maandag (men zie pag. 1) verneemt het D.N.B. nog het volgende: ..Bij de Engelsche oorlogvoering ter zee in de jaren 19141918 was de afsluiting van Dover en de z.g. Northern Barrage, een'afsluiting in hét zee gebied tusschen de Shetland-eilanden en de Noorsche kust, een beslissend punt. Door deze beide eenige uitgangen naar den Atlantischen Oceaan af te sluiten, sloot Engeland dpor dichte versperringslijnen, bestaande uit Britsche oor logsschepen en mijnenvelden Duitschland van de wereld af. In hoeverre de oorlogspositie ter zee door de Duitsche overwinningen in het afgeloopen jaar principieel veranderd is, blijkt uit het feit, dat deze beide punten van de Engelsche blokkadepoli- tiek in 19141918, waaraan ook in de eerste periode van dezen oorlog door de Engelsche oor logvoering ter zee dezelfde rol was toebedacht, sedert de bezetting van Noorwegen en de Kanaal- kust door de Duitsche weermacht thans tegen Engeland zijn gericht. Daar de voornaamste toë- voerwegen via den Atlantischen Oceaan ten westen van Ierland en de wegen door het Noorde lijk Kanaal of het St. George Kanaal naar de West Engelsche havens voor de Britsche Scheep vaart dood en verderf brengende routes zijn ge worden, probeerden Engelsche convooien en af zonderlijk varende schepen met het oog op den steeds toenemenden ernst van de voorraad- positie met de leuze „buigen of barsten" de Duit sche blokkadelinies in het Kanaal en in het noor delijk gedeelte van de Noordzee té doorbreken. Hoe duur deze pogingen tot doorbraak door het nauwe gedeelte van de Noordzee tusschen de Shetland eilanden en Bergen alsmede het varen langs de Engelsche Oostkust den Engelschen te staan komt, blijkt uit de zware verliezen van de Engelsche koopvaardij door duikbooten en lucht aanvallen in deze zeegebieden. Het schitterende succes van de Duitsche motor- torpedobooten van 7 Maart, alsmede de talrijke schepen die door Duitsche gevechtsvliegtuigen tus schen de Scilly-eilanden en de Engelsche Zuid oostkust in den grond geboord zijn en de in het y/eermachtsbericht van 10 Maart gemelde be schieting van een Engels,oh convooi dat trachtte door te breken, toonen op ondubbelzinnige wijze dat de marine, het luchtwapen en het verdragend geschut van het leger iedere doorvaart door het Kanaal voor Britsche schepen tot een doodelijk gevaar maken. Gelijktijdig zorgt de zware bewa pening van de Kanaalkust door middel van zware artillerie van het leger en de marine er voor dat acties van Britsche oorlogsschepen reeds in de kiem gesmoord worden". „Verdediging der Fransche koloniën tegen iederen aanval". Verklaring van admiraal Darlan toegelicht. Het D.N.B. verneemt uit Vichy: Een woord voerder van de Fransche regeering heeft een toelichting gegeven op het communiqué dat Zon dag over de besprekingen van generaal Weygand met admiraal Darlan, den minister van oorlog Huntziger, den minister van koloniën Platon, als mede met den minister van luchtvaart Bergeret is uitgegeven. In dit communiqué wordt verklaard dat Frankrijk in het kader van de wapenstilstands overeenkomst het Afrikaansche koloniale rijk tegen iederen aanval zal verdedigen. De woord voerder der regeering zeide, dat deze paraatheid tot verdedigen niet alleen betrekking heeft op de overzeesche bezittingen zelf, doch ook op de ver keerswegen die het Moederland met zijn over zeesche bezittingen verbinden. De woordvoerder zeide vervolgens dat admiraal Darlan gezegd heeft dat hij het niet meer toelaat dat de Fransche koopvaardijschepen in beslag genomen worden en dat de Franschen van honger sterven. Wanneer de huidige protesten van de Fransche regeering, zoo heeft de ad miraal verder medegedeeld, geen effect hebben en wanneer deze methoden niet veranderd worden, dan is Frankrijk besloten hieraan een einde te maken door zijn koopvaardijschepen door oorlogs schepen te la£en convoyeeeren. Admiraal Darlan, zoo besloot de woordvoerder heeft dit verklaard met goedkeuring van maarschalk Pétain en van de geheele regeering. Een bui'tenlandsch bericht, volgens hetwelk ad miraal Darlan soortgelijke verklaringen van De Brinon te Parijs zou hebben tegengesproken, is gistermidddag van officieele regeeringszijde te Vichy onjuist genoemd PERSSTEMMEN. „Engeland is thans op de hoogte, onze marine zal onze koopvaardijschepen begeleiden. Wat de Britsche begeerlijkheid, vooral te voorschijn roept, is niet zoozeer de lading als wel de schepen zelf", schrijft het blad „Oeuvre", waarna het or gaan constateert dat het besluit van de Fransche regeering door admiraal Darlan aan den Ameri- kaanschen ambassadeur te Vichy admiraal Leahy in een nota is medegedeeld. „In Parijsche politieke kringen zegt men", zoo vervolgt het blad, „dat bijzondere beteekenis ge hecht wordt aan het feit dat de bescherming door oorlogsschepen niet mondeling mgar in een nota ter kennis is gebracht". „Engeland is duidelijk ge waarschuwd", schrijft de ..Paris Midi". „Het was de hoogste tijd. Frankrijk heeft gesproken, zoo als het spreken moest, want dat kon voor zijn eer en zijn veiligheid niet langer worden nagelaten. (D.N.B.) De toestand 111 het Nabije Oosten. VICHY, 10 Maart. (D.N.B.) Omtrent de Engelsche intriges in het nabije Oosten heeft men in bevoegde Fransche kringen de laatste dagen inlichtingen ontvangen, volgens welke de En gelschen hun tegen Syrië en den Libanon ge richte propaganda bijzonder verscherpen. De Engelschen bedienen zich daarbij in bijzon dere mate van den door hen betaalden emir Ab dullah van Transjordanië, die een pro-Engel- sche stemming in Noord-Arabië moet wekken. De opruiïngspogingen van Abdullah zijn, naar men in politieke kringen alhier verneemt, reeds daarom weinig gevaarlijk, omdat ten eerste de Arabische wereld Abdullah in den loop der laatste twintig jaar voldoende en duidelijk als verrader heeft leeren kennen en ten tweede, de Fransche autoriteiten in Syrië op hun hoede zijn om propagandistische intriges onschadelijk te maken. Volgens hier ontvangen berichten hebben de Engelschen emir Abdullah beloofd, hem aan te stellen als heerscher over Syrië, zoo dra de Engelsche oorlogspolitiek in het nabije oosten „nieuwe toestanden" zal hebben doen ontstaan. In politieke kringen alhier vindt men het gro- tesjc, dat Engeland met dergelijke bombastische beloften bij Arabische vorsten gaat venten.len neemt echter deze Engelsche aspiraties koel bloedig op en verklaart, dat tusschen de plan nen van Engeland en hun verwezenlijking nog steeds de wil van Frankrijk tot verdediging van zijn positie in Syrië staat. Frankrijk hoeft gebrek aan graan. Verzoek aan de Ver. Staten tot levering van vijf millioen mud. Het D.NJ3. verneemt uit Vichy: Het staatshoofd maarschalk Pétain heeft gistermiddag in tegen woordigheid van vice-admiraal Darlan en den staatssecretaris van approviandeering Achard de vertegenwoordigers van de Amerikaansche pers ontvangen. Achard legde een verklaring af dat de Fransche regeering tot de Amerikaansche regeering het verzoek heeft gericht haar vijf millioen mud graan voor de behoeften van het onbezette gebied te leveren. Achard lichtte de Fransche graanpositie toe. Hij vestigde de aandacht op de buitengewone gebrekkigheid van de graanverzorging van de be volking als gevolg van den oorlog: en de vermin derde aanvoergelegenheid. Na Achard keerde Darlan zich tegen de Britsche blokkade. Hij betoogde dat deze blokkade geens zins de Duitschers benadeelt, zooals de Engelschen voorgeven. Maarschalk Pétain voegde hieraan toe dat een bewijs voor de waarheid van Darlan's woorden hierin gelegen is dat de Duitschers twee millioen mud graan dat gerequireerd was aan de Fran schen in het bezette gebied hebben teruggegeven. Darlan zeide voorts dat de Duitschers grootmoe diger zijn en meer begrip hebben voor de plichten jegens de menschheid dan de Engelschen. Italiaansch weermachtsbericht Mislukte Britsche aanval op Dzjaraboeb (Oost-Afrika.) ERGENS IN ITALIë, 19 Maart (Stefani). In zijn weermachtsbericht no. 276 maakt het Ita- liaansohe hoofdkwartier het volgende bekend: „Aan het Grieksche front optreden van infan terie en artillerie in de onderscheidene sectoren van het elfde leger. In den sector van het negende leger hebben wij tijdens een actie van plaatse lijk karakter krijgsgevangenen gemaakt en wa pens veroverd. Talrijke Italiaansche luchtforma- ties hebben een artilleriepost, loopgraven, geme chaniseerde strijdmidddelen, kampen en vijande lijke troepen hevig gebombardeerd en met ma chinegeweren beschoten. Op een belangrijke vijan delijke basis zijn bommen geworpen. Tijdens lucht gevechten zijn vier vijandelijke jagers van het type Gloster neergehaald. Toestellen van het Duitsche luchtwapen hebban het vliegveld Tave- nezia op Malta gebombardeerd warbij drie vlieg tuigen op den beganen grond vernietigd werden en een hangar ernstig beschadigd werd. In Noord-Afrika zijn vijandelijke pantserwagens welke Dzjaraboeb probeerden te naderen door het vuur van onze artillerie op de vlucht gedreven. Onze vliegtuigen hebben vijandelijke vliegvelden en vijandelijke marinebases in Cyrenaïca ge bombardeerd. Op 8 Maart heeft een formatie van het Duit sche luchtwapen concentraties van Engelsche voer- GETORPEDEERD De Britsche torpedojager „Kelly" eenige minuten na een torpedotreffer van een Duitsch oorlogsschip. (Foto Weltbild) tuigen met. machinegeweren beschoten. Vijande lijke vliegtuigen hebben Tripolis en Zuara gebom bardeerd, waarbij drie personen gedood en twee gewond werden. De schade is gering. In Oost-Afrika valt een groote activiteit van patrouilles aan het noordelijk front waar 'te nemen. De vijand heeft luchtaanvallen ondernomen op Harrar en Diredawa zonder dat schade werd aangericht. Te Diredawa is een Britsch vliegtuig door onzen luchtafweer neergeschoten. Verpachting van Engelsche steun punten aan de Vereenigde Staten. Goedkeuring van den Amerikaanschen Senaat. Het D.N.B. meldt uit Washington: De senaat heeft Maandag zijn goedkeuring gehecht aan het inrichten van vloot- en vliegtuig steunpunten in de gebieden die Engeland krachtens de overeenkomst, waarbij de Ver. Staten aan Engeland 50 oude oude torpedo jagers hebben afgestaan, aan de Ver. Staten heeft verpacht. Tegelijkertijd heeft de senaat met algemeene stemmen een resolutie aangenomen, op grond waarvan de regeering der Ver. Staten nooit ac- coord mag gaan met het afstaan van gebied in het Westelijk Halfrond door een niet-Ameri- kaansche mogendheid aan 'i andere nietAmerikaan sche mogendheid. Deze resolutie die de voorzitter van de senaatscommissie van buitenlandsche zaken Het Britsch-Indische Rijk, Thailand en Fransch-Indo-China EER dam eens was er aanleiding- toe, het oog te vestigen op het groote koloniaal gebied, dat Engeland 'heeft opgebouwd tusschen de Arabische Zee en de Golf vam Bengalen, doch zelden zal de wereld met zoo veel spanning hebben afgewacht, wat daar in de naaste toekomst staat te gebeuren. De Engelsche Oost-Indisohe-Compagnie was, evenals dat ook bij ons het geval was, de grond legger voor deze koloniën, maar indien Frankrijk beter op zijn tellen had gepast, was het geheele Voor-Indische gebied voor hem geweest. Immers, in den geweldigen strijd welken Engeland voerde om de hegemonie op koloniaal gebied heelft Albion profijt getrokken van enkele voorname factoren. In de eerste plaats wijdde Frankrijk al zijn krachten aan den toentertijd gevoerden oorlog met Pruisen, met volkomen vevwaarloozing van zijn niet onaan zienlijk kolonaal bezit, terwijl verder in Engeland William Pitt, „the great commoner" (de groote burger) een open oog had voor het belang dat ko loniën voor zijn land moesten meebrengen. Het ligt buiten het bestek van dit artikel om te memoreeren hoe Frankrijk allerwegen het onder spit dolf, wij kunnen volstaan -met het Voor-Indi sche gebied. Daar had de handige Franschman Du plex die de kunst veis ton d om met de" inlanders om te gaan het Fransche gebied aanmerkelijk uit gebreid, maar de Fransche Oost-Indische Compag nie interesseerde zich alleen voor geld en niet voor landbezit. Men beging de domheid Duplex naar het moederland terug te roepen, waardoor de Engel schen vrij spel kregen. Clive behaalde een schitte rende overwinning in Bengalen en vandaar uit werden de Franschen van het geheele schiereiland verdreven. Slechts een vijftal steden bleef in hun handen. De eerste gouvermmr-generaal Warren Hastings wist verscheidene \idische vorsten voor het Engelsche gezag te doen buigen en bet gebied tot een dergelijken omvang te maken dat het be stuur daarvan niet meer aan een handelsvereeni- ging kon worden overgelaten. In 1784 werd de „In- dia-bïll" afgekondigd, waarbij het bestuur werd opgedragen aan door den Engelschen koning te be noemen personen, hoewel het land eigendom bleef van de Compagnie. Ruim 60 jaar later wist de gou verneur-géneraal Lord Dalhouse de Pendsjab te onderwerpen. De staat Audh werd ingelijfd en ook de geheele Westkust van Aobter-Indië onder En gland's macht gebracht. Men ziet aan Frankrijk welke een rampzalige gevolgen de kortzichtigheid van staatslieden voor een rijk 'kan hebben. Trouwens, ook Engeland heeft flaters geslagen. Vooral bij den aanleg van het Suezkanaal, hoewel het hier ter elfder ure nog uit een lastig parket wist te ontsnappen. Toen de geniale Fransche ingenieur De Lesseps concessie had gekregen voor het door graven van de landengte van Suez, werkte Enge land de plannen uit alle macht tegen omdat de eer ste minister Palmerston bevreesd was voor Britsch_ Indië, als de route niet meer om de Kaap werd ge nomen. Al intrigeerende weigerde hij aandeelen in de Suezkanaalmaatschappij te nemen. Engeland stond er naast en in de komende jaren bemerkte het tot zijn schrik, dat het „de bus gemist had". Na den dood van Palmerston in 1865. dus vier jaren vóór het Suezkanaal werd geopend, kwam Disraëli naar voren. Hij was het die met een voor- uitzienden blik aandeelen van de Suezkanaal-Mij. j voor Engeland trachtte te verwerven. En het ge lukte hem ook, doordat de heerscher van Egypte. Ismaël Pacha, die in grooten geldnood verkeerde maar al te gaarne bereid was om de „papiertjes" in klinkende munt om te zetten. Tijdens het bewind van Disraeli (later tot Lord Beaconsfield verhe ven) ontving 'koningin Victoria van Engeland den titel van keizerin van Indie. De totale oppervlakte van Britsch-Indië bedraagt niet minder dan 4.675.616 K.M.2 (dit is bijna 11 pet. van de geheele oppervlakte van Azië). Het is een uiterst merkwaardig gebied, waar de uiter sten elkaar inderdaad raken. Rijke, vruchtbare gronden naast uitgestrekte woestijnen; een van de droogste streken der aarde, daarnaast heeft men in Assam een geweldige hoeveelheid neerslag. De plaats Tsjerrapoendsji is 'zelfs de regenrijkste van de geheele wereld. De cultures van Britsch-Indië zijn vele. Katoen, jute, thee, tabak, rubber, rijst, suikerriet, gerst, zijde enz. enz. maken het tot een begeerlijk gebied, waar bovendien nog bijkomt, dat de bodem rijk is aan olie,erts en edelsteenen. Voor- en Achter-Indië te zamen hebben een bevolking van ruim 350.000.000 zielen, waarvan de Engelschen met 115.606 slechts 0.03 pet. vormen. De Hindoes vormen met 217 millioen 68.5 pet. van de bevolking, op hen volgen de Mohamme danen, pl.m. 69 millioen, dan de Boeddhisten (3.7 pet.,) de Animisten (3.1 pet., de Sikhs (1 pet,), de Katholieken (0.71 pet.), Jainas (0.37 pet.). Angli canen en andere Christelijke kerkgenootschappen (0.79 pet.), Parsen (0.03 pet.) en Joden (0.007 pet.) Het regeeren over een dergelijk „mengelmoesje" is geen gemakkelijke taak; dat hebben de Engel schen ook maar al te vaak ondervonden. Vooral de woeste bergvolken laten zicjj niét gemakkelijk on derwerpen en herhaaldelijk braken opstanden los, die strafexpedities noodzakelijk maakten, wilde de keizer (of te wel Kaisar i Hind) zijn gezag hand haven. En dit „handhaven" moest dan geschieden met een Britsch leger van 66.000 man, een Indisch leger van 172.175 man, een uit Engelschen bestaand vrijwilligersleger van 32000 man met een mili taire politiemacht van 2^.000. De reserve van het Indische leger omvat 83.000 officieren en minde ren, waarbij nog komen 44.000 man te „leveren" door de Indische vorsten. Het keizerrijk streeft naar de instelling van een Britsch Dominion, maar voor het gebied zelfbe stuur heeft gekregen wordt het geregeerd door den staatssecretaris (een Engelsch minister) met den Indischen Raad. Onder hen staat de onderkoning die vergaande bevoegdheden heeft wat betreft de werkzaamheden van de Britsch-Indische Kamer. Het parlement kent een „Council of State" met 60 leden (waarvan er 27 benoemd en de an deren gekozen worden) en de „Legislative Assem bly" met 145 leden, waarvan er 41 door Engeland benoemd worden. Van de millioenenbevolking is slechts 2 pet. kiesgerechtigd. ooals men weet is de groote strijdvraag tus schen de Engelschen en de inheemsche bevolking het tijdstip, waarop Britsch-Indië zelfbestuur zal verkrijgen. Engeland meent dat het Rijk daartoe nog niet rijp is, de Indische nationalisten daaren tegen willen dat zelfbestuur geen dag langer uit stellen. Verschillende „ongehoorzaamheidsbewe gingen" zetten kracht bij aan deze politiek der Indiërs, van wie Mohandas Karamtsjand Gandhi wel een der bekendste leiders is. De naam Ma- hatma (dat wil zeggen: groote ziel) Gandhi heeft iedere lezer vaak kunnen vinden. Is er dus een onophoudelijke inwendige span ning in het groote rijk, daar komt verder nog bij dat ook andere buitenlandsche mogendheden en wij denken hierbij aan Rusland dit gebied gaarne rijp willen maken voor de door hen aan gehangen ideologieën. THAILAND. Toen de bladen voor het eerst melding maakten van het conflict tusschen Thailand en Indo-China zullen velen zich misschien verbaasd hebben af gevraagd, waar. toch het rijk Thailand wel mocht liggen. Voor zoover zij daar zelf nog niet achter zijn gekomen, moge. hier worden vermeld dat Thailand hetzelfde is als Siam, het rijk grenzende tusschen Britsch Opper- en Neder-Birma en Fransch Indo-China. De hier wonende volkeren noemen zich n.l. Lowas of nog liever Thai (is de heerlijken), vandaar de naam Thailand. Bij de Birmeezen worden zij Sclian genoemd, waaruit later de naam Siam is ontstaan. Het koninkrijk Thailand of Siam beslaat een oppervlakte van 518.162 KM2 (d.i. 1.2 pCt. van Azië) en telt 12 millioen inwoners. Het land is zeer vruchtbaar (stroomgebied van de rivier Menam Moeder der Slroomen) en staat verder bekend' om zijn djatihout-bosschen. Jaarlijks wordt er voor millioenen aan deze kost bare houtsoort uitgevoerd. Evenals in Birma staat de olifant er hoog in eere. Dat blijkt trouwens ook duidelijk uit het wapen van dit interessante rijk, dat thans bestuurd wordt door een jongen koning, tien ministers, die allen familieleden van den koning moéten zijn en den Senaat. Bijna de geheele bevolking is Boeddhistisch. Protestanten zijn er 17.000 en Roomsch-Katholieken het dubbele aan tal. De R.K. missie is in deze streken zeer actief. In de hoofdstad des rijks, Bangkok, is een Aposto lisch Vicariaat gevestigd. Dit land in opkomst was vroeger veel grooter maar in de 19e eeuw hebben zoowel Engeland als Frankrijk herhaalde malen Siameesche land streken „onder hun bescherming" genomen. Dit deelen ging tenslotte zoover dat beide landen in zagen niet op denzelfden voet te kunnen doorgaan. In 1896 sloten zij een overeenkomst om de grenzen van het koninkrijk niet verder te schenden. Thans, nu Frankrijk na een verloren oorlog is uitgeschakeld, probeeren de Siameezen de grenzen eens in hun voordeel gewijzigd te krijgen. Voor ons ligt een opgave van de Siameesche strijdkrachten in 1932. Toentertijd telde het land twee legercorpsen van ieder twee divisies en een zelfstandig infanterie- en cavalerie-regiment, in totaal25.000 man sterk. De marine telde toen 4726 officieren en minderen. De vloot omvatte 6 kanonneerbooten, drie torpedojagers, vier torpe dobooten en tien andere eenheden. FRANSCH INDO-CHINA Een enkel woord over Fransch Indo-China, het Fransche gebied in Achter-Indië. Het omvat de vazalstaten Cambodsja, Annam, Laos, Tonkin, de kolonie Cochin-China en verder ten Noorden van het eiland Hai Nan het pachtgebied Kwand- tsjeoe-wan. De totale oppervlakte bedraagt 741.250 KM2 met een bevolking van ruim 2VZ millioen. De Franschen hebben Saigoen of Saigon tot hoofdstad verheven. Een zeer schilderachtig ge legen plaats met 130.000 inwoners. Hoewel het vestigen en vooral ook de uitbreiding van deze kolonie niet geheel met medewerking van de be trokken staten plaats vond vooral het keizerrijk Annam heeft vele veeren moeten laten hebben de Fransche bewindvoerders toch kans gezien door een krachtig en tegelijkertijd verstandig bewind de orde uitstekend te handhaven. Onder .hun leiding is een voor een deel ongezond en moerassig gebied bewoonbaar gemaakt. Vele verbeteringen zijn in gevoerd. De rijstbouw was de laatste jaren zeer aanzienlijk. Het aantal Katholieken in Indo-China is bedui dend. Niet minder dan 5.7 pCt. van de bevolking behoort tot dit kerkgenootschap. MALAKKA. Tenslotte de staart van Achter-Indië, Malakka of Maleisch schiereiland. Het Noordelijk deel hier van behoort aan Siam, doch het belangrijkste is in handen van Engeland. Over den staatkundigen vorm kunnen we zwijgen, ook over de bodem- i productie, want van Malakka is slechts één ding in deze dagen van belang: de stad en havenbasis Sin gapore. De ontwikkeling van de stad geeft een duidelijk beeld van die belangrijkheid. Van een klein en onbeduidend visschcrsplaatsje groeide Sin gapore in zestig jaren na haar ontdekking uit tot eer, stad van 100.0(10 inwoners. Dit aantal is in middels verzesvoudigd. Singapore is ongetwijfeld de belangrijkste stad van geheel Achter-Indië. de democraat George, heeft ingediend, bepaalt dat de Ver. Staten terstond met dc andere Amerikaan sche republieken overleg moeten plegen als een dergelijke afstand mogelijk schijnt. De Vereen. Staten zouden zich dan met de andere Ameri kaansche republieken moeten beraden omtrent de stappen die ondernomen moeten worden om de gemeenschappelijke belangen te besehermen. De resolutie die door het ministerie van buitenland sche zaken is goedgekeurd wordt thans doorgezon den naar het Huis van Afgevaardigden. HET SPOORWEGONGELUK IN CHILI. VALPARAISO. 10 Maart .(D.N.B.) Volgens de laatste berichten zijn bij het spoorweg-on geluk in ae nabijheid van Calera. een klein spoorwegstation aan de Chileensche kust, 20 personen om het leven gekomen. Bovendien zijn 60 personen gewond, van wie 7 zware kwetsuren kregen. 60. 50. HEKWERK-PUZZLE. al: Horizonta; 5. Politicus. 6. Geld ophalen. 7. Gezegend. Verticaal: 1. Deel van een bloem. 2. Stoffelijk overschot. 3. Dorp in Zuid-Holland. 4: Terstond. Op het hek komen de volgende letters voort aaaaalbdddddeeeeeegigikklll m m n n n n n p r r s s s 11 v ij z. OPLOSSINC VORIGE OPGAVE. No. 49. FIGUUR-PUZZLE. K A M P E R F 0 E L I E E C A 0 T A A V V I N E T T T L A T N E E B D R T R A I L E T R N E I B I I R T A L A S A R A I N C A I G E S T A I N E G E M E E N T E R A A D WOENSDAG 12 MAART 1911. Nederlandsch Programma. HILVERSUM I. 114.4 M. 6.45 Gramofoonmuzlck. 6.59—7.00 Ochtendgymnastiek. 7,30 Gramofoonmuzlek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 7 55 Gramo- foonmuziek. 8.30 Nieuwsberichten A. N. P. 8.45 Gramo- foonmuziek. 10.40 Omroeporkest, u.10 Voordracht. 11.30 Omroeporkest. 12 00 Amusementsorkest. 12 42 Almanak. 12.45 Nieuws- en economische berichten A. N. p. i.oo Om roeporkest. 1 40 Orgelspel. 2,00 Lezing voor de vrouw. 2.20 Pianovoordracht. 2.50 Gramofoonmuzlek. 3 05 Rotter- damsch pianokwartet. 4.00 Uitzending voorbereid door de Christ Radlo-Stlchtlng Bijbellezing. 4.20 Gramofoonmu zlek. 4.30 Voor de kinderen. 5 00 Gramofoonmuzlek. 5.1S Nieuws-, economische- cn beursberichten A. N. P. 5.30 De jonge acht en soliste. 6 00 Gramofoonmuzlek, 8.15 De Ram blers. 6.42 Almanak. R.45 Actucelc reportage of gramo foonmuzlek. 7.00 Vragen van den dag. A. N. P. 7.15 Volks zang met orgelbegeleiding 7.30 Berichten, Engelsch. 7.45 Gramofoonmuzlek. 8.00 Nieuwsberichten A. N. p, 8.15 Gramofoonmuzlek. 8.30 Berichten, Engelsch. 8.45 Rococo- octet, Als Intermezzo: Rndlntooneel (opn.). 9.40 Uitzending voorbereid door de Christ. Radlo-Stlchtlng. 0.45 Engelsche berichten A. N. P. 10.00 Nieuwsberichten A. N. P. Nederlandsch Programma. HILVERSUM II, 301.5 M. 6.45 Gramofoonmuzlek. 6.50—7.00 Ochtendgymnastiek, 7.30 Gramofoonmuzlck. 7.45 Ochtendgymnastiek. 7,55 Gra mofoonmuzlek. 8 30 Nieuwsberichten A N. P. 8.45 Gramo foonmuzlek. 10,00 Uitzending voorbereid door het Vrijzin nig Protestantsche Kcrkcomlté: Morgenwijding. 10.20 Gra mofoonmuzlek. 10.30 Ensemble Rentmeester en gramo foonmuzlek. 11.30 Voordracht. 11 45 Ensemble Rentmeester. 12.00 Berichten. 12.15 Melodlsten en solist. 12.45 Nieuws- en economische berichten A. N. P. ï.oo Melodisten en solist. 1.30 Gramofoonmuzlek. 2 00 Molto Cantabile. 2.30 Gramofoonmuzlek. 2.50 Molto Cantabile. 3 20 Gramofoon muzlek. 4.20 Viool en plano. 4.55 Gramofoonmuzlek. 5.00 Uitzending voorbereid door het Vrijzinnig Protestantsche Kerkcomlté- Cyclus „Het geestelijk karakter van ons volk". 5.15 Nieuws-, economische- cn beursberichten N. P. 5.30 Muslquett» 5.45 Omroeporkest. 6.00 Gramofoon muzlek. 8.20 Omroeporkest. 6.45 Aclueele reportage of gramofoonmuzlek. .7 00 Vragen van den dag A. N. P. 7.1» Melodlsten en orgelspel. 8.00-8.15 Nieuwsberichten A. N. P,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 9