De oorlog ter zee
Tusschen Arabische en
Zuid-Chineesche Zee
Voor lange avonden
RADIO
PROGRAMMA
DINSDAG 11 MAART 1941'
HAAREEM'S DAGBL'AD
5
Een planbespreking bij generaal Ritter von Greim (2de van rechts), commandant
van een Duitsch vliegercorps in Frankrijk.
(Foto Weltbild)
Gevaarlijke scheepvaartroutes
om Engeland
Het D.N.B. meldt: In aanvulling op het weer-
maohtsbericht van Maandag (men zie pag. 1)
verneemt het D.N.B. nog het volgende:
..Bij de Engelsche oorlogvoering ter zee in de
jaren 19141918 was de afsluiting van Dover en
de z.g. Northern Barrage, een'afsluiting in hét zee
gebied tusschen de Shetland-eilanden en de
Noorsche kust, een beslissend punt. Door deze
beide eenige uitgangen naar den Atlantischen
Oceaan af te sluiten, sloot Engeland dpor dichte
versperringslijnen, bestaande uit Britsche oor
logsschepen en mijnenvelden Duitschland van de
wereld af.
In hoeverre de oorlogspositie ter zee door de
Duitsche overwinningen in het afgeloopen jaar
principieel veranderd is, blijkt uit het feit, dat
deze beide punten van de Engelsche blokkadepoli-
tiek in 19141918, waaraan ook in de eerste
periode van dezen oorlog door de Engelsche oor
logvoering ter zee dezelfde rol was toebedacht,
sedert de bezetting van Noorwegen en de Kanaal-
kust door de Duitsche weermacht thans tegen
Engeland zijn gericht. Daar de voornaamste toë-
voerwegen via den Atlantischen Oceaan ten
westen van Ierland en de wegen door het Noorde
lijk Kanaal of het St. George Kanaal naar de
West Engelsche havens voor de Britsche Scheep
vaart dood en verderf brengende routes zijn ge
worden, probeerden Engelsche convooien en af
zonderlijk varende schepen met het oog op den
steeds toenemenden ernst van de voorraad-
positie met de leuze „buigen of barsten" de Duit
sche blokkadelinies in het Kanaal en in het noor
delijk gedeelte van de Noordzee té doorbreken.
Hoe duur deze pogingen tot doorbraak door het
nauwe gedeelte van de Noordzee tusschen de
Shetland eilanden en Bergen alsmede het varen
langs de Engelsche Oostkust den Engelschen te
staan komt, blijkt uit de zware verliezen van de
Engelsche koopvaardij door duikbooten en lucht
aanvallen in deze zeegebieden.
Het schitterende succes van de Duitsche motor-
torpedobooten van 7 Maart, alsmede de talrijke
schepen die door Duitsche gevechtsvliegtuigen tus
schen de Scilly-eilanden en de Engelsche Zuid
oostkust in den grond geboord zijn en de in het
y/eermachtsbericht van 10 Maart gemelde be
schieting van een Engels,oh convooi dat trachtte
door te breken, toonen op ondubbelzinnige wijze
dat de marine, het luchtwapen en het verdragend
geschut van het leger iedere doorvaart door het
Kanaal voor Britsche schepen tot een doodelijk
gevaar maken. Gelijktijdig zorgt de zware bewa
pening van de Kanaalkust door middel van zware
artillerie van het leger en de marine er voor dat
acties van Britsche oorlogsschepen reeds in de kiem
gesmoord worden".
„Verdediging der Fransche
koloniën tegen iederen aanval".
Verklaring van admiraal
Darlan toegelicht.
Het D.N.B. verneemt uit Vichy: Een woord
voerder van de Fransche regeering heeft een
toelichting gegeven op het communiqué dat Zon
dag over de besprekingen van generaal Weygand
met admiraal Darlan, den minister van oorlog
Huntziger, den minister van koloniën Platon, als
mede met den minister van luchtvaart Bergeret is
uitgegeven.
In dit communiqué wordt verklaard dat
Frankrijk in het kader van de wapenstilstands
overeenkomst het Afrikaansche koloniale rijk
tegen iederen aanval zal verdedigen. De woord
voerder der regeering zeide, dat deze paraatheid
tot verdedigen niet alleen betrekking heeft op de
overzeesche bezittingen zelf, doch ook op de ver
keerswegen die het Moederland met zijn over
zeesche bezittingen verbinden. De woordvoerder
zeide vervolgens dat admiraal Darlan gezegd heeft
dat hij het niet meer toelaat dat de Fransche
koopvaardijschepen in beslag genomen worden
en dat de Franschen van honger sterven.
Wanneer de huidige protesten van de
Fransche regeering, zoo heeft de ad
miraal verder medegedeeld, geen effect hebben en
wanneer deze methoden niet veranderd worden,
dan is Frankrijk besloten hieraan een einde te
maken door zijn koopvaardijschepen door oorlogs
schepen te la£en convoyeeeren. Admiraal Darlan,
zoo besloot de woordvoerder heeft dit verklaard
met goedkeuring van maarschalk Pétain en van de
geheele regeering.
Een bui'tenlandsch bericht, volgens hetwelk ad
miraal Darlan soortgelijke verklaringen van De
Brinon te Parijs zou hebben tegengesproken, is
gistermidddag van officieele regeeringszijde te
Vichy onjuist genoemd
PERSSTEMMEN.
„Engeland is thans op de hoogte, onze marine
zal onze koopvaardijschepen begeleiden. Wat de
Britsche begeerlijkheid, vooral te voorschijn
roept, is niet zoozeer de lading als wel de schepen
zelf", schrijft het blad „Oeuvre", waarna het or
gaan constateert dat het besluit van de Fransche
regeering door admiraal Darlan aan den Ameri-
kaanschen ambassadeur te Vichy admiraal Leahy
in een nota is medegedeeld.
„In Parijsche politieke kringen zegt men", zoo
vervolgt het blad, „dat bijzondere beteekenis ge
hecht wordt aan het feit dat de bescherming door
oorlogsschepen niet mondeling mgar in een nota
ter kennis is gebracht". „Engeland is duidelijk ge
waarschuwd", schrijft de ..Paris Midi". „Het was
de hoogste tijd. Frankrijk heeft gesproken, zoo
als het spreken moest, want dat kon voor zijn eer
en zijn veiligheid niet langer worden nagelaten.
(D.N.B.)
De toestand 111 het Nabije Oosten.
VICHY, 10 Maart. (D.N.B.) Omtrent de
Engelsche intriges in het nabije Oosten heeft men
in bevoegde Fransche kringen de laatste dagen
inlichtingen ontvangen, volgens welke de En
gelschen hun tegen Syrië en den Libanon ge
richte propaganda bijzonder verscherpen. De
Engelschen bedienen zich daarbij in bijzon
dere mate van den door hen betaalden emir Ab
dullah van Transjordanië, die een pro-Engel-
sche stemming in Noord-Arabië moet wekken.
De opruiïngspogingen van Abdullah zijn, naar
men in politieke kringen alhier verneemt, reeds
daarom weinig gevaarlijk, omdat ten eerste de
Arabische wereld Abdullah in den loop der
laatste twintig jaar voldoende en duidelijk als
verrader heeft leeren kennen en ten tweede, de
Fransche autoriteiten in Syrië op hun hoede
zijn om propagandistische intriges onschadelijk
te maken. Volgens hier ontvangen berichten
hebben de Engelschen emir Abdullah beloofd,
hem aan te stellen als heerscher over Syrië, zoo
dra de Engelsche oorlogspolitiek in het nabije
oosten „nieuwe toestanden" zal hebben doen
ontstaan.
In politieke kringen alhier vindt men het gro-
tesjc, dat Engeland met dergelijke bombastische
beloften bij Arabische vorsten gaat venten.len
neemt echter deze Engelsche aspiraties koel
bloedig op en verklaart, dat tusschen de plan
nen van Engeland en hun verwezenlijking nog
steeds de wil van Frankrijk tot verdediging van
zijn positie in Syrië staat.
Frankrijk hoeft gebrek aan graan.
Verzoek aan de Ver. Staten tot levering van
vijf millioen mud.
Het D.NJ3. verneemt uit Vichy: Het staatshoofd
maarschalk Pétain heeft gistermiddag in tegen
woordigheid van vice-admiraal Darlan en den
staatssecretaris van approviandeering Achard de
vertegenwoordigers van de Amerikaansche pers
ontvangen.
Achard legde een verklaring af dat de Fransche
regeering tot de Amerikaansche regeering het
verzoek heeft gericht haar vijf millioen mud graan
voor de behoeften van het onbezette gebied te
leveren. Achard lichtte de Fransche graanpositie
toe. Hij vestigde de aandacht op de buitengewone
gebrekkigheid van de graanverzorging van de be
volking als gevolg van den oorlog: en de vermin
derde aanvoergelegenheid.
Na Achard keerde Darlan zich tegen de Britsche
blokkade. Hij betoogde dat deze blokkade geens
zins de Duitschers benadeelt, zooals de Engelschen
voorgeven.
Maarschalk Pétain voegde hieraan toe dat een
bewijs voor de waarheid van Darlan's woorden
hierin gelegen is dat de Duitschers twee millioen
mud graan dat gerequireerd was aan de Fran
schen in het bezette gebied hebben teruggegeven.
Darlan zeide voorts dat de Duitschers grootmoe
diger zijn en meer begrip hebben voor de plichten
jegens de menschheid dan de Engelschen.
Italiaansch
weermachtsbericht
Mislukte Britsche aanval op
Dzjaraboeb (Oost-Afrika.)
ERGENS IN ITALIë, 19 Maart (Stefani). In
zijn weermachtsbericht no. 276 maakt het Ita-
liaansohe hoofdkwartier het volgende bekend:
„Aan het Grieksche front optreden van infan
terie en artillerie in de onderscheidene sectoren
van het elfde leger. In den sector van het negende
leger hebben wij tijdens een actie van plaatse
lijk karakter krijgsgevangenen gemaakt en wa
pens veroverd. Talrijke Italiaansche luchtforma-
ties hebben een artilleriepost, loopgraven, geme
chaniseerde strijdmidddelen, kampen en vijande
lijke troepen hevig gebombardeerd en met ma
chinegeweren beschoten. Op een belangrijke vijan
delijke basis zijn bommen geworpen. Tijdens lucht
gevechten zijn vier vijandelijke jagers van het
type Gloster neergehaald. Toestellen van het
Duitsche luchtwapen hebban het vliegveld Tave-
nezia op Malta gebombardeerd warbij drie vlieg
tuigen op den beganen grond vernietigd werden
en een hangar ernstig beschadigd werd.
In Noord-Afrika zijn vijandelijke pantserwagens
welke Dzjaraboeb probeerden te naderen door
het vuur van onze artillerie op de vlucht gedreven.
Onze vliegtuigen hebben vijandelijke vliegvelden
en vijandelijke marinebases in Cyrenaïca ge
bombardeerd.
Op 8 Maart heeft een formatie van het Duit
sche luchtwapen concentraties van Engelsche voer-
GETORPEDEERD De Britsche torpedojager „Kelly" eenige minuten na
een torpedotreffer van een Duitsch oorlogsschip.
(Foto Weltbild)
tuigen met. machinegeweren beschoten. Vijande
lijke vliegtuigen hebben Tripolis en Zuara gebom
bardeerd, waarbij drie personen gedood en twee
gewond werden. De schade is gering.
In Oost-Afrika valt een groote activiteit van
patrouilles aan het noordelijk front waar 'te
nemen.
De vijand heeft luchtaanvallen ondernomen
op Harrar en Diredawa zonder dat schade werd
aangericht. Te Diredawa is een Britsch vliegtuig
door onzen luchtafweer neergeschoten.
Verpachting van Engelsche steun
punten aan de Vereenigde Staten.
Goedkeuring van den Amerikaanschen Senaat.
Het D.N.B. meldt uit Washington: De
senaat heeft Maandag zijn goedkeuring gehecht
aan het inrichten van vloot- en vliegtuig
steunpunten in de gebieden die Engeland
krachtens de overeenkomst, waarbij de Ver.
Staten aan Engeland 50 oude oude torpedo
jagers hebben afgestaan, aan de Ver. Staten
heeft verpacht.
Tegelijkertijd heeft de senaat met algemeene
stemmen een resolutie aangenomen, op grond
waarvan de regeering der Ver. Staten nooit ac-
coord mag gaan met het afstaan van gebied in
het Westelijk Halfrond door een niet-Ameri-
kaansche mogendheid aan 'i andere nietAmerikaan
sche mogendheid. Deze resolutie die de voorzitter
van de senaatscommissie van buitenlandsche zaken
Het Britsch-Indische Rijk, Thailand en Fransch-Indo-China
EER dam eens was er aanleiding- toe, het
oog te vestigen op het groote koloniaal
gebied, dat Engeland 'heeft opgebouwd
tusschen de Arabische Zee en de Golf
vam Bengalen, doch zelden zal de wereld met zoo
veel spanning hebben afgewacht, wat daar in de
naaste toekomst staat te gebeuren.
De Engelsche Oost-Indisohe-Compagnie was,
evenals dat ook bij ons het geval was, de grond
legger voor deze koloniën, maar indien Frankrijk
beter op zijn tellen had gepast, was het geheele
Voor-Indische gebied voor hem geweest. Immers,
in den geweldigen strijd welken Engeland voerde
om de hegemonie op koloniaal gebied heelft Albion
profijt getrokken van enkele voorname factoren. In
de eerste plaats wijdde Frankrijk al zijn krachten
aan den toentertijd gevoerden oorlog met Pruisen,
met volkomen vevwaarloozing van zijn niet onaan
zienlijk kolonaal bezit, terwijl verder in Engeland
William Pitt, „the great commoner" (de groote
burger) een open oog had voor het belang dat ko
loniën voor zijn land moesten meebrengen.
Het ligt buiten het bestek van dit artikel om te
memoreeren hoe Frankrijk allerwegen het onder
spit dolf, wij kunnen volstaan -met het Voor-Indi
sche gebied. Daar had de handige Franschman Du
plex die de kunst veis ton d om met de" inlanders
om te gaan het Fransche gebied aanmerkelijk uit
gebreid, maar de Fransche Oost-Indische Compag
nie interesseerde zich alleen voor geld en niet voor
landbezit. Men beging de domheid Duplex naar het
moederland terug te roepen, waardoor de Engel
schen vrij spel kregen. Clive behaalde een schitte
rende overwinning in Bengalen en vandaar uit
werden de Franschen van het geheele schiereiland
verdreven. Slechts een vijftal steden bleef in hun
handen. De eerste gouvermmr-generaal Warren
Hastings wist verscheidene \idische vorsten voor
het Engelsche gezag te doen buigen en bet gebied
tot een dergelijken omvang te maken dat het be
stuur daarvan niet meer aan een handelsvereeni-
ging kon worden overgelaten. In 1784 werd de „In-
dia-bïll" afgekondigd, waarbij het bestuur werd
opgedragen aan door den Engelschen koning te be
noemen personen, hoewel het land eigendom bleef
van de Compagnie. Ruim 60 jaar later wist de gou
verneur-géneraal Lord Dalhouse de Pendsjab te
onderwerpen. De staat Audh werd ingelijfd en ook
de geheele Westkust van Aobter-Indië onder En
gland's macht gebracht.
Men ziet aan Frankrijk welke een rampzalige
gevolgen de kortzichtigheid van staatslieden voor
een rijk 'kan hebben.
Trouwens, ook Engeland heeft flaters geslagen.
Vooral bij den aanleg van het Suezkanaal, hoewel
het hier ter elfder ure nog uit een lastig parket wist
te ontsnappen. Toen de geniale Fransche ingenieur
De Lesseps concessie had gekregen voor het door
graven van de landengte van Suez, werkte Enge
land de plannen uit alle macht tegen omdat de eer
ste minister Palmerston bevreesd was voor Britsch_
Indië, als de route niet meer om de Kaap werd ge
nomen. Al intrigeerende weigerde hij aandeelen in
de Suezkanaalmaatschappij te nemen. Engeland
stond er naast en in de komende jaren bemerkte
het tot zijn schrik, dat het „de bus gemist had".
Na den dood van Palmerston in 1865. dus vier
jaren vóór het Suezkanaal werd geopend, kwam
Disraëli naar voren. Hij was het die met een voor-
uitzienden blik aandeelen van de Suezkanaal-Mij. j
voor Engeland trachtte te verwerven. En het ge
lukte hem ook, doordat de heerscher van Egypte.
Ismaël Pacha, die in grooten geldnood verkeerde
maar al te gaarne bereid was om de „papiertjes" in
klinkende munt om te zetten. Tijdens het bewind
van Disraeli (later tot Lord Beaconsfield verhe
ven) ontving 'koningin Victoria van Engeland den
titel van keizerin van Indie.
De totale oppervlakte van Britsch-Indië bedraagt
niet minder dan 4.675.616 K.M.2 (dit is bijna 11
pet. van de geheele oppervlakte van Azië). Het
is een uiterst merkwaardig gebied, waar de uiter
sten elkaar inderdaad raken. Rijke, vruchtbare
gronden naast uitgestrekte woestijnen; een van de
droogste streken der aarde, daarnaast heeft men
in Assam een geweldige hoeveelheid neerslag. De
plaats Tsjerrapoendsji is 'zelfs de regenrijkste
van de geheele wereld.
De cultures van Britsch-Indië zijn vele. Katoen,
jute, thee, tabak, rubber, rijst, suikerriet, gerst, zijde
enz. enz. maken het tot een begeerlijk gebied, waar
bovendien nog bijkomt, dat de bodem rijk is aan
olie,erts en edelsteenen.
Voor- en Achter-Indië te zamen hebben een
bevolking van ruim 350.000.000 zielen, waarvan de
Engelschen met 115.606 slechts 0.03 pet. vormen.
De Hindoes vormen met 217 millioen 68.5 pet.
van de bevolking, op hen volgen de Mohamme
danen, pl.m. 69 millioen, dan de Boeddhisten (3.7
pet.,) de Animisten (3.1 pet., de Sikhs (1 pet,), de
Katholieken (0.71 pet.), Jainas (0.37 pet.). Angli
canen en andere Christelijke kerkgenootschappen
(0.79 pet.), Parsen (0.03 pet.) en Joden (0.007
pet.)
Het regeeren over een dergelijk „mengelmoesje"
is geen gemakkelijke taak; dat hebben de Engel
schen ook maar al te vaak ondervonden. Vooral de
woeste bergvolken laten zicjj niét gemakkelijk on
derwerpen en herhaaldelijk braken opstanden los,
die strafexpedities noodzakelijk maakten, wilde de
keizer (of te wel Kaisar i Hind) zijn gezag hand
haven. En dit „handhaven" moest dan geschieden
met een Britsch leger van 66.000 man, een Indisch
leger van 172.175 man, een uit Engelschen bestaand
vrijwilligersleger van 32000 man met een mili
taire politiemacht van 2^.000. De reserve van het
Indische leger omvat 83.000 officieren en minde
ren, waarbij nog komen 44.000 man te „leveren"
door de Indische vorsten.
Het keizerrijk streeft naar de instelling van een
Britsch Dominion, maar voor het gebied zelfbe
stuur heeft gekregen wordt het geregeerd door den
staatssecretaris (een Engelsch minister) met den
Indischen Raad. Onder hen staat de onderkoning
die vergaande bevoegdheden heeft wat betreft
de werkzaamheden van de Britsch-Indische
Kamer. Het parlement kent een „Council of State"
met 60 leden (waarvan er 27 benoemd en de an
deren gekozen worden) en de „Legislative Assem
bly" met 145 leden, waarvan er 41 door Engeland
benoemd worden. Van de millioenenbevolking is
slechts 2 pet. kiesgerechtigd.
ooals men weet is de groote strijdvraag tus
schen de Engelschen en de inheemsche bevolking
het tijdstip, waarop Britsch-Indië zelfbestuur zal
verkrijgen. Engeland meent dat het Rijk daartoe
nog niet rijp is, de Indische nationalisten daaren
tegen willen dat zelfbestuur geen dag langer uit
stellen. Verschillende „ongehoorzaamheidsbewe
gingen" zetten kracht bij aan deze politiek der
Indiërs, van wie Mohandas Karamtsjand Gandhi
wel een der bekendste leiders is. De naam Ma-
hatma (dat wil zeggen: groote ziel) Gandhi heeft
iedere lezer vaak kunnen vinden.
Is er dus een onophoudelijke inwendige span
ning in het groote rijk, daar komt verder nog bij
dat ook andere buitenlandsche mogendheden
en wij denken hierbij aan Rusland dit gebied
gaarne rijp willen maken voor de door hen aan
gehangen ideologieën.
THAILAND.
Toen de bladen voor het eerst melding maakten
van het conflict tusschen Thailand en Indo-China
zullen velen zich misschien verbaasd hebben af
gevraagd, waar. toch het rijk Thailand wel mocht
liggen. Voor zoover zij daar zelf nog niet achter
zijn gekomen, moge. hier worden vermeld dat
Thailand hetzelfde is als Siam, het rijk grenzende
tusschen Britsch Opper- en Neder-Birma en
Fransch Indo-China. De hier wonende volkeren
noemen zich n.l. Lowas of nog liever Thai (is de
heerlijken), vandaar de naam Thailand. Bij de
Birmeezen worden zij Sclian genoemd, waaruit
later de naam Siam is ontstaan.
Het koninkrijk Thailand of Siam beslaat een
oppervlakte van 518.162 KM2 (d.i. 1.2 pCt. van
Azië) en telt 12 millioen inwoners. Het land is
zeer vruchtbaar (stroomgebied van de rivier
Menam Moeder der Slroomen) en staat
verder bekend' om zijn djatihout-bosschen.
Jaarlijks wordt er voor millioenen aan deze kost
bare houtsoort uitgevoerd. Evenals in Birma staat
de olifant er hoog in eere. Dat blijkt trouwens ook
duidelijk uit het wapen van dit interessante rijk,
dat thans bestuurd wordt door een jongen koning,
tien ministers, die allen familieleden van den
koning moéten zijn en den Senaat. Bijna de geheele
bevolking is Boeddhistisch. Protestanten zijn er
17.000 en Roomsch-Katholieken het dubbele aan
tal. De R.K. missie is in deze streken zeer actief.
In de hoofdstad des rijks, Bangkok, is een Aposto
lisch Vicariaat gevestigd.
Dit land in opkomst was vroeger veel grooter
maar in de 19e eeuw hebben zoowel Engeland
als Frankrijk herhaalde malen Siameesche land
streken „onder hun bescherming" genomen. Dit
deelen ging tenslotte zoover dat beide landen in
zagen niet op denzelfden voet te kunnen doorgaan.
In 1896 sloten zij een overeenkomst om de grenzen
van het koninkrijk niet verder te schenden.
Thans, nu Frankrijk na een verloren oorlog is
uitgeschakeld, probeeren de Siameezen de grenzen
eens in hun voordeel gewijzigd te krijgen.
Voor ons ligt een opgave van de Siameesche
strijdkrachten in 1932. Toentertijd telde het land
twee legercorpsen van ieder twee divisies en een
zelfstandig infanterie- en cavalerie-regiment, in
totaal25.000 man sterk. De marine telde toen
4726 officieren en minderen. De vloot omvatte 6
kanonneerbooten, drie torpedojagers, vier torpe
dobooten en tien andere eenheden.
FRANSCH INDO-CHINA
Een enkel woord over Fransch Indo-China, het
Fransche gebied in Achter-Indië. Het omvat de
vazalstaten Cambodsja, Annam, Laos, Tonkin, de
kolonie Cochin-China en verder ten Noorden
van het eiland Hai Nan het pachtgebied Kwand-
tsjeoe-wan. De totale oppervlakte bedraagt 741.250
KM2 met een bevolking van ruim 2VZ millioen.
De Franschen hebben Saigoen of Saigon tot
hoofdstad verheven. Een zeer schilderachtig ge
legen plaats met 130.000 inwoners. Hoewel het
vestigen en vooral ook de uitbreiding van deze
kolonie niet geheel met medewerking van de be
trokken staten plaats vond vooral het keizerrijk
Annam heeft vele veeren moeten laten hebben
de Fransche bewindvoerders toch kans gezien door
een krachtig en tegelijkertijd verstandig bewind de
orde uitstekend te handhaven. Onder .hun leiding
is een voor een deel ongezond en moerassig gebied
bewoonbaar gemaakt. Vele verbeteringen zijn in
gevoerd. De rijstbouw was de laatste jaren zeer
aanzienlijk.
Het aantal Katholieken in Indo-China is bedui
dend. Niet minder dan 5.7 pCt. van de bevolking
behoort tot dit kerkgenootschap.
MALAKKA.
Tenslotte de staart van Achter-Indië, Malakka
of Maleisch schiereiland. Het Noordelijk deel hier
van behoort aan Siam, doch het belangrijkste is in
handen van Engeland. Over den staatkundigen
vorm kunnen we zwijgen, ook over de bodem- i
productie, want van Malakka is slechts één ding in
deze dagen van belang: de stad en havenbasis Sin
gapore. De ontwikkeling van de stad geeft een
duidelijk beeld van die belangrijkheid. Van een
klein en onbeduidend visschcrsplaatsje groeide Sin
gapore in zestig jaren na haar ontdekking uit tot
eer, stad van 100.0(10 inwoners. Dit aantal is in
middels verzesvoudigd. Singapore is ongetwijfeld
de belangrijkste stad van geheel Achter-Indië.
de democraat George, heeft ingediend, bepaalt dat
de Ver. Staten terstond met dc andere Amerikaan
sche republieken overleg moeten plegen als een
dergelijke afstand mogelijk schijnt. De Vereen.
Staten zouden zich dan met de andere Ameri
kaansche republieken moeten beraden omtrent
de stappen die ondernomen moeten worden om de
gemeenschappelijke belangen te besehermen. De
resolutie die door het ministerie van buitenland
sche zaken is goedgekeurd wordt thans doorgezon
den naar het Huis van Afgevaardigden.
HET SPOORWEGONGELUK IN CHILI.
VALPARAISO. 10 Maart .(D.N.B.) Volgens
de laatste berichten zijn bij het spoorweg-on
geluk in ae nabijheid van Calera. een klein
spoorwegstation aan de Chileensche kust, 20
personen om het leven gekomen. Bovendien
zijn 60 personen gewond, van wie 7 zware
kwetsuren kregen.
60. 50.
HEKWERK-PUZZLE.
al:
Horizonta;
5. Politicus.
6. Geld ophalen.
7. Gezegend.
Verticaal:
1. Deel van een bloem.
2. Stoffelijk overschot.
3. Dorp in Zuid-Holland.
4: Terstond.
Op het hek komen de volgende letters voort
aaaaalbdddddeeeeeegigikklll m
m n n n n n p r r s s s 11 v ij z.
OPLOSSINC VORIGE OPGAVE.
No. 49.
FIGUUR-PUZZLE.
K
A
M
P
E
R
F
0
E
L
I
E
E
C
A
0
T
A
A
V
V
I
N
E
T
T
T
L
A
T
N
E
E
B
D
R
T
R
A
I
L
E
T
R
N
E
I
B
I
I
R
T
A
L
A
S
A
R
A
I
N
C
A
I
G
E
S
T
A
I
N
E
G
E
M
E
E
N
T
E
R
A
A
D
WOENSDAG 12 MAART 1911.
Nederlandsch Programma. HILVERSUM I. 114.4 M.
6.45 Gramofoonmuzlck. 6.59—7.00 Ochtendgymnastiek. 7,30
Gramofoonmuzlek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 7 55 Gramo-
foonmuziek. 8.30 Nieuwsberichten A. N. P. 8.45 Gramo-
foonmuziek. 10.40 Omroeporkest, u.10 Voordracht. 11.30
Omroeporkest. 12 00 Amusementsorkest. 12 42 Almanak.
12.45 Nieuws- en economische berichten A. N. p. i.oo Om
roeporkest. 1 40 Orgelspel. 2,00 Lezing voor de vrouw. 2.20
Pianovoordracht. 2.50 Gramofoonmuzlek. 3 05 Rotter-
damsch pianokwartet. 4.00 Uitzending voorbereid door de
Christ Radlo-Stlchtlng Bijbellezing. 4.20 Gramofoonmu
zlek. 4.30 Voor de kinderen. 5 00 Gramofoonmuzlek. 5.1S
Nieuws-, economische- cn beursberichten A. N. P. 5.30 De
jonge acht en soliste. 6 00 Gramofoonmuzlek, 8.15 De Ram
blers. 6.42 Almanak. R.45 Actucelc reportage of gramo
foonmuzlek. 7.00 Vragen van den dag. A. N. P. 7.15 Volks
zang met orgelbegeleiding 7.30 Berichten, Engelsch. 7.45
Gramofoonmuzlek. 8.00 Nieuwsberichten A. N. p, 8.15
Gramofoonmuzlek. 8.30 Berichten, Engelsch. 8.45 Rococo-
octet, Als Intermezzo: Rndlntooneel (opn.). 9.40 Uitzending
voorbereid door de Christ. Radlo-Stlchtlng. 0.45 Engelsche
berichten A. N. P. 10.00 Nieuwsberichten A. N. P.
Nederlandsch Programma. HILVERSUM II, 301.5 M.
6.45 Gramofoonmuzlek. 6.50—7.00 Ochtendgymnastiek,
7.30 Gramofoonmuzlck. 7.45 Ochtendgymnastiek. 7,55 Gra
mofoonmuzlek. 8 30 Nieuwsberichten A N. P. 8.45 Gramo
foonmuzlek. 10,00 Uitzending voorbereid door het Vrijzin
nig Protestantsche Kcrkcomlté: Morgenwijding. 10.20 Gra
mofoonmuzlek. 10.30 Ensemble Rentmeester en gramo
foonmuzlek. 11.30 Voordracht. 11 45 Ensemble Rentmeester.
12.00 Berichten. 12.15 Melodlsten en solist. 12.45 Nieuws-
en economische berichten A. N. P. ï.oo Melodisten en
solist. 1.30 Gramofoonmuzlek. 2 00 Molto Cantabile. 2.30
Gramofoonmuzlek. 2.50 Molto Cantabile. 3 20 Gramofoon
muzlek. 4.20 Viool en plano. 4.55 Gramofoonmuzlek. 5.00
Uitzending voorbereid door het Vrijzinnig Protestantsche
Kerkcomlté- Cyclus „Het geestelijk karakter van ons
volk". 5.15 Nieuws-, economische- cn beursberichten
N. P. 5.30 Muslquett» 5.45 Omroeporkest. 6.00 Gramofoon
muzlek. 8.20 Omroeporkest. 6.45 Aclueele reportage of
gramofoonmuzlek. .7 00 Vragen van den dag A. N. P. 7.1»
Melodlsten en orgelspel. 8.00-8.15 Nieuwsberichten A.
N. P,