Rijkscommissaris sprak te Amsterdam r t DONDERDAG 13 MAART 194T HXARETSM'S BAGBEXB (Vervolg van j 1) prestaties, dat wij als typisch Nederlandsch en Hollanasch kunnen quaiïficeeren, en dat de waar den inhoudt, die wij als waarlijk Nederlandsch kenschetsen en die wij als een verrijking van het geheele Avondland erkennen cn niet willen mis sen. Een critische beschouwing juist van dc koloniale prestaties en haar resultaten bewijst ons evenwel hoe Holland door dezen rijkdom in afhankelijkheid geraakte De volksche basis, die ter beschikking van het Hb'.landsche en Nederlandsche volk stond, was te smal om deze afgelegen rijkdommen uit eigen kracht te beveiligen, was oorzaak dat Ne derland uitkeek naar een beschermende mogelijk heid, die zoo al niet juridisch, dan toch in feite erkend werd en maakte de Nederlanders politiek, economisch en tenslotte maatschappelijk van Engeland afhankelijk. Dit Nederlandsche rijk, dat zichzelf niet kon verdedigen, moest zich geeeste- lijk steeds meer op internationale betrekkingen en banden oriënteéren en belanghebbenden bij een vredespolitiek tot eiken prijs worden. De rijke eco nomische basisoverzee leidde bovendien in het moederland tot een zelfvoldaanheid die tenslotte tot stilstand leidt. Het kan zijn, dat de Neder lander in den Duitscher een element ziet dat eeuwig beroering, opwinding en onrust teweeg brengt, een die nooit tevreden, onvoltooid en steeds in wording is. De grenzen van het Duitsche volk, dei naar bijna alle zijden geografisch onbe schermd open lagen en bloot stonden aan het voortdurende opdringen van volken van vreemd bloed, dwongen den Duitscher een strijder en daarmede een eeuwig zoekende en strevende te worden. De Nederlander en vooral de Hollander meende voor zijn eeuwenlange afscheiding een zelfvoldane veiligheid als het hem eigene te heb ben gevonden. Indien deze toestand als van bijzon dere waarde en als het wezen van den Neder lander gevoeld mocht worden, dan zal men be grijpen, dal het Duitsche volk hiervoor niet het zelfde begrip kan toonen als voor.die eigenschap pen van den Nederlander, waardoor deze hun kolo- nisatorische en cultureele prestaties hebben vol bracht. De situatie leidde tot een geesteshouding, waar van wij Duitschers meenen, dat wij haar in het belang van ons volk hebben overwonnen, namelijk tot het liberalisme, dat toegankelijk is voor en blootstaat aan internationale gedachtenreeksen en banden. Datgene wat ons thans als de huidige cul tuur in Nederland aan prestaties tegemoet treedt en het getuigenis vormt van de cultureele prestaties der laatste decennia, ^zooals wij dat ook bij ons konden waarnemen, draagt hetzelfde stempel en vertoonde hetzelfde uiterlijk als prestaties van dat genre in een willekeurig ander land van het libe ralisme. Dc gebeurtenissen van Mei. Als ik spreek van een stilstand van dit volk, dan moet ik constateercn, dat juist de ervaringen en gebeurtenissen van 1015 Mei het bewijs leveren, dat dit volk niet in zijn substantie, maar in zijn geesteshouding en leiding een tekortkoming ver toonde op het gebied waarop de kracht van een natie zich in de eerste plaats moet uiten namelijk op het gebied van den strijd. De Nederlandsche sol daten hebben goed gevochten en de Nederlandsche bevolking heeft zich in deze strijdperiode behoor lijk gedragen, maar de leiding is volslagen tekort geschoten, want anders kon de weerkracht van een volk van negen millioen Germanen niet in zoo korten tijd bezwijken, ofschoon toch slechts een numeriek uiterst bescheiden, zij het ook kwalitatief superieur deel van de Duitsche weermacht tegen over haar stond. Ik vermeld deze bijzonderheden niet om in een of anderen Nederlander een bittere herinnering of gewaarwording op te wekken, doch slechts omdat ik mij genoopt voel alle dingen die hier op het spel staan met waarlijk bezorgde be langstelling na te speuren. In ieder geval constatee- den wij Duitschers. dat de Nederlanders over bui tengewoon hooge innerlijke waarden beschikken, die wij verheugd als eigenschappen van hun Ger- maansche bloed begroeten, dat Nederlanders als Germaansch randgebied op zichzelf aangewezen buitengewone prestaties hebben volbracht, dat zij echter als gevolg van de resultaten dezer prestaties verzonken zijn in een idylle, die op sommige ge bieden reeds een stilstand in de ontwikkeling van de levenskrachten der natie heeft beteekend. De verstoring van deze idylle doet thans onaangenaam aan, maar zij mag niet geacht worden het Neder landsche wezen in het nauw te brengen. De ordening van Europa. De Rijkscommissaris zeide vervolgens dat het jaar 1918 en de in de volgende jaren door het Duitsche volk ondervonden behandeling blijkbaar noodig zijn geweest om het geheele Duitsche volk te laten op laaien tot de grootste prestatie, gedragen door de geloovige bereidheid en strijdvaardigheid van het nationaal-socialisme als slechts volken en menschen aangegrepen heeft in die .tijdperken die wij thans als tijdwende in de geschiedenis aanmerken. Wij bespeuren deze opdracht, gericht tot het Duitsche volk en het Germaansche bloed in ons. maar wij buigen ons in dank en deemoed voor het lot. dat ons als voorwaarde en waarborg voor onzen strijd en overwinning den Führer heeft gegeven. Want de combinatie van geloof aan zijn roeping en van den wil tot verwerkelijking daarvan in de unieke ver schijning van Adolf Hitler is voorwaarde voor den opbouw van het nieuwe Europa, .waarmee wereld geschiedenis wordt gemaakt. Ook in het Nederlandsche volk zijn er mannen geweest, die de nieuwe vorming van de volksche meenschap voorvoelden en bereid waren zich hiervoor te geven, maar de verdwijnende krachten hebben met terreur haar stellingen verdadigd en belet dat het nationaal-socialisme langs legalen weg aan de macht kon komen. Het Nederlandsche volk. dat in zijn meerderheid afzijdig bleef van dc groote gebeurtenis, die op de wereld voorbereid werd, liet zich ter handhaving vart zijn idylle door de toenmalige leiders door de bank gezworen vijanden van het nieuwe Duitsch- land alles voorpraten, wat hoe dan ook tegen het Duitsche rijk en tegen het nationaal-socialisme pleitte. Het is in het geheel niet meer noodzakelijk thans er bij stil te staan hoe onneutraal deze 'hou ding destijds was en hoe het Nederlandsche volk duldde, dat bij alle gelegenheden, waar openlijk maar ook particulier een meening geuit wertf, het venijn van den haat door dc vijanden v-an liet Duitsche rijk het volk werd ingegeven. Wij zouden gaarne willen gelooven, dat het Nederlandsche volk op zichzelf in het geheel niet zoo onder den in druk van deze dingen verkeerde, maar dat het "te zeer gewend was zijn politieke mcening door wei nige enkelingen te laten vormen om voor de rest in zijn rust te kunnen volharden. De objectieve schuld blijft bestaan, want voor ons nationaal-so- c ia li sten, die strijden voor dc verwerkelijking van onze idee. heeft niet de meer of minder actieve on verschilligheid van een meerderheid be toeken is, maar wel de van haat cn vernietigingswil vervulde handelwijze dergenen, die voor deze meerderheid optreden.' Met allen nadruk wijs ik op dit ver schijnsel. Het heeft den schijn alsof thans weer een schaar verblinde, onverantwoordelijke stokers cn schreeuwers de meening yan het Neder landsche volk wil vormen cn vertegenwoordi gen. Als de Nederlanders zich dat laten wel gevallen, zullen zij tenslotte nogmaals in hun geheel de gevolgen van een dergelijk optreden krijgen te dragen. Als in een duel op leven en dood iemand er bij staat, die door schampere en ook van haat ver vulde opmerkingen zijn afkeer jegens een der strij denden tot uiting brengt, dan mag deze belang stellende toeschouwer zich niet verbazen als deze strijder op het oogenblik, waarop hij daartoe ge legenheid en armslag heeft, dezen geïnteresseerden toeschouwer van het terrein van den strijd doet verdwijnen. De instelling van het R ij ksco m m i ssariaat. Zoo kwam het tot den tienden Mei en na do ver brijzeling van den tegenstand der Nederlanders tot instelling van het Rijkscommissariaat. Uit het feit, dat in de bezette gebieden ten Westen van de oude grens van -het Duitsche rijk uitsluitend in Neder land een burgerlijk bestuur werd ingevoerd, valt af te leiden dat de Führer Nederland niet in de eerste plaats behandel wilde weten van het standpunt, dat het eein door de Duitsche militaire macht bezet land is. Deze bedoeling kan verkeerd begrepen wor den en dat geschiedt door velen, diie onvoor waardelijk itn de rol van vijand van het Duit sche volk en rijk willen blijven. Welaan, deze lieden kuninen wij helpen, maar de beslissing is reeds gevallen, want dan staan wij niet als vijanden tegenover elkaar, maar als overwin naar en overwonnene. Met welke bedoelingen wij Duitschers hier ge komen zijn, is herhaaldelijk on voldoende verklaard. Reeds 'in den oproep bij de instelling van het Rijks commissariaat hebben wij verklaard, dat het Ne derlandsche recht zooveel mogelijk van kracht zal blijven en bestuur door de Nederlandsche instan ties zal geschieden onder de toegevoegde voor waarde, dat het Nederlandsche volk met begrip cn beheersching Se door de bezettende mogendheid gegeven voorschriften zal opvolgen. Vooral eohter werd den Nederlanders verkondigd, dat zij hun land en hun vrijheid voor de toekomst in veiligheid ver mogen te stellen, indien zij de taak die uit het ge meenschappelijke lot voorkomt zullen vervullen. Deze verzekeringen van een genre zooals zij wel nooit eerder aan een overwonnen volk gedaan zul len zijn hebben wij krachtens de ons bewuste ver antwoordelijkheid voor het. Germaansche bloed zelfs gegeven, al ontbreekt bij den hiermede be giftigde besef voor de beteekenis van deze drijf veer onzer handelwijze. Volgens deze beginselen is het bestuur en de leiding in Nederland ingericht, en na de politieke situat:e zooals deze bestond onder zocht en geconstateerd te hebben, heb ik 26 Juli in een rede voor het „Arbeitsberoich" in Den Haag verklaard, dat de politieke wilsvorming een zaak van de Nederlanders is, doch dat wij Duitschers ons al naar den uitslag van deze wilsvorming ons standpunt zullen voorbehouden en dat wij in geen geval ooit zullen dulden, dat ooit toestanden terug- keeren, die weer tot een tienden Mei 1940 zouden kunnen leiden. De vrijheid van politieke beslissing die daarmee aan de Nederlanders gegeven is zal slechts in zooverre beteekenis hebben, als de hou ding die deNederlanders in dezen beslissenden strijd van het Duitsche wik voor de toekomstige vorming van Europa aannemen den doorslag zal geven bij de bepaling van de plaats der Nederlan ders in de toekomst. Tk geloof, dat deze verkla ringen helder en duidelijk zijn. Het is mij althans niet mogelijk in te zien hoe men nog duidelijker en helderder kan spreken. Ik heb het niet juist geacht in het vervolg aan deze -verklaringen nog veel toe te voegen, want ik ben nog steeds besloten de Nederlan ders althans in groote meerderheid voor nuch tere, ernstige wikkende menschen te houden, die in staat zijn woorden en hun eigenlijke be teekenis te begrijpen. Deze verklaring in her haalde toespraken steeds weer te herhalen scheen mij voor de Nederlanders ongepast en onjuist in verband met den ernst van mijn woorden. Ik heb derhalve in de Nieuwjaars- boodschap-1941 uitsluitend duidelijk gemaakt, dat thans de teerling geworpen wordt, want de nieuwe opbouw van Europa is begonnen en ieder afzonderlijk is voor de beslissing gesteld: met ons of tegen ons tertium non datur (een derde mogelijkheid bestaat niet). In de toe komst spreken en gelden daden. Bezettende macht wil haar bedoelingen verwezenlijken Thans zijn reëele, doch harde handelingen ver richt en er zal wel niemand meer zijn, die eraan twijfelt, dat de bezettende mogendheid, gedragen door de strijdvaardige idee van het nationaal-so cialisme, besloten is haar naar ik met nadruk ver klaar steeds tijdig verkondigde doeleinden en be doelingen onverbiddelijk te verwezenlijken. Hoe heeft het Nederlandsche volk gereageerd? Indien men geloof wilde slaan aan geruchten die in het vijandelijke buitenland worden verbreid of door de vijanden in het neutrale buitenland in om loop worden gebracht zou men moeten aannemen, dat in dit land hier hongersnood heerscht, dat de Nederlandsche arbeider door Duitsche politieman nen met den bajonet op het geweer naar zijn werk wordt gebracht, dat een wilde, moordende vijand schap tusschen de Duitschers en de Nederlanders in dit land bestaat en het Nederlandsche volk zich in een staat van volkomen knechtschap bevindt. De Rijkscommissaris bestreed deze geruchten en vervolgde: Het is ook niet juist als de een of ande: beweert, dat hier politieke bewegingen hun bestaan leiden op de punten van de Duitsche bajonetten. Een dergelijke bewering getuigt van grondig gebrek aan kennis van de doeltreffendheid der Duitsche bajonetten. Indien wij namelijk inderdaad de be doeling hadden hier een politieke beweging onder bescherming der Duitsche bajonetten en met hun hulp te forceeren, dan zou er binnen weinige we ken in dit land in het geheel niemand meer zijn die het slechts kon of zou wagen in woord of geschrift of metterdaad een eenigszins oppositioneele hou ding tegenover deze zoogenaamd geprotegeerde be weging aan te nemen. Nog steeds geldt, dat wij den Nederlanders geen politieke overtuiging willen opdringen. Het spreekt echter vanzelf, dat de terroristi sche geest, die in alle liberaal-democratische landen tegen de nationaal-socialistische bewe gingen losbrak op het oogenblik, waarop het nationaal-socialisme in het Duitsche rijk aan de macht was gekomen, in Nederlartd wordt gebroken. Dat de politieke strijd na een der gelijke periode van onderdrukking niet met glacé-handschoenen wordt gevoerd, valt niet te verwonderen en bezwaren tegen de hardheid van dezen strijd tellen bij mij niet veel zwaar der dan de kreet „houdt den dief". Indien men mij thans zou tegenwerpen, dat slechts de na- tionaal-socialisten in formatie mogen marchee- ren, dan zeg ik „dat spreekt vanzelf", want de nalionaal-socialisten hebben bewezen en be wijzen dagelijks, dat zij den weg van de lots- gemeenschap niet het Duitsche volk willen gaan. Alle anderen zijn tot dusver niet geslaagd in de levering van dit bewijs, velen Hebben daartoe zelfs nog geen poging gedaan. Indien men aan deze krachten het recht zou geven formaties te vormen, zou dit niets an ders zijn dan den weg voor een nieuwen tien den Mei open te stellen. Zoo zal de politieke strijd in Nederland zijn loop nemen, voorzoo- ver de bezettende mogendheid dit kan toelaten met het oog op de noodzaak tot handhaving van de Qrde in dit land. Ik zelf geloof, dat de nationaal-socialistische bewe ging in steeds klaarder begrip voor haai' politieke taak en beteekenis in toenemende male haar be moeiingen er steeds meer op zal lichten iederen Nederlandschen volksgenoot afzonderlijk van de juistheid van de politieke idee van het nationaal- socialisme voor het welzijn van het Nederlandsche volk te overtuigen om zoo door het winnen van de politiektoonaangevende lagen tot de dragende po litieke beweging van het Nederlandsche volk te worden. Terwijl aldus de politieke krachten binnen de haar toegestane ruimte tot uiting komen en be wijzen kunnen dat zij in staat zijn leiding te geven, hebben arbeiders, boeren en burgers door hun ge drag blijk gegeven van hun standpunt ten aanzien van den gegeven bezettingstoestand. Men kan zeg gen dat de Nederlanders over het algemeen afwach tend. met een zekere terughouding doch voor het grootste deel belangstellend het heden beschouwen en aan de toekomst denken. In het bijzonder uit arbeiderskringen hooren wij steeds vragen en stemmen die de belangstelling voor het nationaal- socialisme bewijzen. De levensvoorwaarden van het Nederlandsche volk. Wijzende op het door Engeland gehanteerde wa pen der blokkade zeide de Rijkscommissaris, dat de rantsoenen hier belangrijk grooter z\jn in België eri Frankrijk en ongeveer overeenkomen met die in Duitschland. De Rijkscommissaris bestreed, dat groote hoeveelheden vee en vleesch naar Duitsch land zijn gegaan. Wat de Duitsche weermacht door middel van levensmiddelenbons betrekt wordt nauwkeurig gecontroleerd en nauwkeurig met de Nederlandsche bureaux verrekend. De sluikhandel verkeert in grooten bloei en z.g. hoogere en betere standen moeten wakker geschud worden. Een beroep op hun solidariteit met het geheele Nederlandsche 'volk moet worden gedaan. Ik ben er zeker van, dat de Nederlandsche ar beider de beperkingen als feiten begrijpt, er mee rekening houdt, maar deze materieelc dingen niet als zoo essentieel beschouwt dat hij zijn be sluiten en zijn houding daarvan afhankelijk stelt. Ook de Nederlandsche arbeider zoekt naar de nieuwe opvatting van maatschappij en gemeen schap die hem niet meer als voorwerp, van uit buiting of liefdadigheid behandelt, maar die jóist in den. arbeider den volksgenoot ziet die met eigen rechten en met deze rechten overeenkomende plichten in het geheel van de volksgemeenschap staat, niet een arbeider die af en toe een gift ont vangt. maar een persoon die een werkelijk aan deel heeft in het resultaat van den arbeid der ge meenschap. De werkloosheid sterk verminderd. De Nederlandsche arbeider heeft overigens po sitief zijn standpunt bepaald: hij is aan het werk gegaan. Een jaar geleden waren er in dit land ongeveer driehonderdduizend betaalde werkloo- zen, waarbij nog de niet ingeschreven werkloozen kwamen. Deze toestand bestond ondanks het feit dat sinds 26 Augustus 1939 een buitengewoon groot aantal arbeidskrachten als gevolg van de mobilisatie uit het bedrijfsleven was weggenomen. Op 1 December 1940 waren er in dit land nog slechts 138.000 werkloozen. ondanks de bijna vol komen uitgevoerde demobilisatie, hetgeen dus wil WASCHDAG IN EEN GROOTE STAD. De Hollandsche zindelijkheid is beroemd en Amsterdam schijnt in dit opzicht de kroon te spannen. (Foto Pax Holland), zeggen: ondanks het afzwaaien van de arbeids krachten die dienst gedaan hadden in het leger. Vele honderdduizenden hebben dus den weg naar den arbeid gekozen en gevonden. De door seizoensomstandigheden ontstane stijging van het aantal werkloozen gedurende de winter maanden is thans reeds voor de helft ingehaald. Ruim 118.000 Nederlanders hebben werk in Duitschland gevonden. Natuurlijk zegt de gruwel propaganda, dat dit onder dwang gebeurd is. Ik verklaar dat nog geen enkele Nederlander in Duitschland door de politie naar zijn werk gebracht is. Wanneer in den tegenwoordigen moeilijken tijd een verschil gemaakt wordt tusschen iemand die werkloos is buiten zyn schuld, wien men een dien overeenkomstige steunuitkeering moet geven, en de werkwillige, dan mag men in dergelijke economi sche maatregelen ecner gezonde controle van het eigen bedrijfsleven geen dwang zien. Nederlandss industriëele peil niet omlaag. Wat nu het aanvaarden van werk in Duitsch land betreft, moet men niet gelooven dat hierach ter de neiging schuilt de Nederlanders aan hun va derland te onttrekken. Het betreft hier maatregelen, die uit den noodtoestand van den tegenwoordigen tijd voorspruiten. In dp economische plannen voor het nieuwe Europa is niet alleen geen enkel voor nemen aanwezig om het industrieele peil van Ne derland omlaag te drukken, doch kan integendeel in een nieuw geordend Europa een krachtige bloei verwacht worden van een geheele reeks van takken van industrie en bedrijven welke in dit land aan wezig zijn. Juist om aan de Nederlanders hier in eigen land werk te geven was het ons streven, zulk werk in den vorm van overgehevelde orders voor Nederland te reserveeren, opdat ook de onderne mers hun posilie konden handhaven en een gunstig begin konden maken met den overgang naar de vredesindustrie, waardoor tevens weer wordt mo gelijk gemaakt, dat Nedevlandscho arbeidskrach- ten in eigen land kunnen blijven. Om redenen vat geheimhouding is het mij niet "mogelijk den om vang van deze aan Nederland verstrekte orders be kend te maken In ieder geval hebben meer Neder landers als gevolg van door Duitschland overge hevelde orders hier werk gekregen of hun werk behouden, dan er Nederlanders in Duitschland werk gevonden hebben. Er is geen oneindige stroom van goederen van Nederland naar Duitschland. In Januari 1941 is uit het Duitsche'Rijk in ons land ingevoerd voor een waarde van f 43 millioen en uitgevoerd voor een bedrag van f 21.6 millioen. Voor den wederop bouw van Nederland, vooral van Rotterdam, werd de toezegging van belangrijke goederen gekregen. Het spreekt echter van zelf, dat bij de werkelijke verdeeling der grondstoffen dc overwe ging van invloed moet zijn. op welke wijze de Ne derlandsche bevolking haar standpunt bepaalt ten aanzien van het tegenwoordige conflict tusschen Duitschland en Engeland. De belastingen. Voor ons nationaal-socïalïsten is het interes sant te zien hoe het bestuurs- en belasting stelsel van dezen staat doordrenkt is met liberale, kapitalistische en klassetendenzen. Daar de tegenwoordige omstandigheden groote eischen stellen aan de staatsfinanciën dit was overigens ook het geval in de jaren 1914 1918 moet, om inflationistische invloeden te onderscheppen, een aanzienlijke belastingver- hooging plaats hebben. Wij hebben erop gestaan dat deze verhoogingen zouden geschieden vol gens sociale normen En ik wil toegeven dat onze desbetreffende aanwijzingen een toene - mend begrip bij de Nederlandsche instanties ge vonden hebben. Het is thans zoo dat op het oogenblik hoewel de belastingopbrengst uit de inkomstenbelasting b.v. meer dan verdub beld wordt een huisvader met drie kinderen minder belasting zal betalen dan volgens het vroeger liberale stelsel. Voorts ligt het niet in mijn bedoeling de vooral wat haar controle betreft weinig waardige rijwielbelasting op den duur te handhaven. De landbouwer. Naast den arbeider kan ook het standpunt van den landbouwer als positief beschouwd worden. De Duitsche landbouwer heeft, dank zij de reëele en moreele politiek van den „Reichsnahrstand", ge zorgd dat de bodemproduetie in Duitschland be langrijk is gestegen. De landbouwers in Nederland staan thans voor dezelfde taak als de „Nahrstand" in Duitschland. Hun deskundigen verklaren dat het mogelijk zal zijn het Nederlandsche volk op voldoende, zij het bescheiden wijze uit eigen land te voeden. De landbouworganisaties zullen nu haar bestaansrecht moeten bewijzen door aan te toonen, dat zij den boer tot een hoogere capaciteit voor het algemeen welzijn oproepen. Voorzoover de medewerking van den land bouw door de prijscontrole van staatswege gunstig beïnvloed kan worden, is dit gebeurd. Wij hebben den landbouwer prijzen toegestaan die een voldoende stimulans moeten vormen uit den bodem te halen wat eruit te halen valt. De prijzen zijn daarbij zoo gesteld, dat de levensmiddelen niet essentieel duurder zullen worden. Krachtens deze prijzen zal bijv. een kilogram aardappelen slechts een halve cent en een brood twee cents duurder worden. Van meer belang zal het zijn dat al wat mo gelijk is geproduceerd wordt en dat deze pro ductie tegen wettige prijzen in het wettige distributieproces gebracht wordt. Dit is even tueel een kwestie van discipline van het Nederlandsche volk. De houding van het Nederlandsche volk. Dat de stemming in Nederland na 15 Mei slechter moest worden was, zoo zeide de Rijkscommissaris, duidelijk. Datgene waarop het aankwam is of het Nederlandsche volk houding en discipline bewaart. Wij verlangen echter ordelijk gedrag. Ik geloof te kunnen zeggen, dat de lagen die van volksch standpunt dragers zijn dus vooral het werkende volk in den ruimsten zin des woords in de fabrie ken, in het handwerk en in den landbouw deze nuchtere houding hebben" gehandhaafd Niet ge heel hetzelfde kan men beweren van de kringen der intelligentsia en van die lagen die daartoe ge rekend willen worden. Hier is het al niet anders dan het bij ons in Duitschland was. Het Jodenvraagstuk. In dit verband is de houding van de opgroeien de intelligentsia typeerend. Naar men weet hebben we in Nederland een studentenstaking gehad aan de universiteit van Leiden en de hoogeschool van Delft die gemotiveerd werd met de omstandigheid, dat verordeningen, die zich met de aanwezigheid van Joodsche professoren aan de inrichtingen van hooger onderwijs bezigheden, in strijd zouden zijn met de vrijheden en geestelijke grondslagen van het Nederlandsche leven. Dit is voor mij aan leiding mijn standpunt tegenover het Jodenvraag stuk in verband met Nederland uiteen te zetten. Verduistering is ouze plicht, Weer daarom uilstraling van 't licht. VAN 15 OP 14 MAART van 19 40 tot 7.58 Maan op 14 Maart onder8.21 Maan op 14 Maart op 21.20 Ik verklaar, dat mijn woord „wij willen het Nederlandsche volk niet benauwen en het onze overtuiging niet opdringen" nog steeds geldt, maar dit geldt slechts voor het Nederlandsche volk. De Joden worden door ons niet be schouwd als bestanddeel van het Nederland sche volk. De Joden zijn voor het nationaal-socialisme c V Al het nationaal-socialistische Duitsche rijk de vijan u \IV>11- -n -r jrsz stel Van het oogenblik van hun emancipatie af was hi streven er op gericht de volksche, zedelijke waai den in het Duitsche volk te vernietigen en in plaa van een nationaal bewuste en verantwoordelijl wereldbeschouwing een internationaal nihilisme I stellen. Volledig duidelijk werd de noodlottige be teekenis van het Jodendom voor het Duitsche vol in de jaren van den wereldoorlog. Zij waren heC' immers eigenlijk die dien dolk slepen, wiens stoe in den rug van de Duitsche legers toen de leger. K),.' stand dor Duitschers brak en van het jaar 1918 a, wilden zij alle traditioneele, volksche, maar no\_ zedelijke en religieuze geloofswaarden in het Duit sche volk opheffen en ontbinden. De Joden zijn voor ons geen Nederlanders. Zij zijn de vijanden, met, wie wij noc.h tot. een wapenstilstand, noch tot een vrede kunnen ko men. Dit geldt, indien u wilt, voor den tijd der bezetting. Verwacht u van mij geen verorde ning, die dit vaststelt behalve regelingen van poliitineelen aard. Wij zullen de Joden raken waar wij hen aantreffen en wie met hen mee gaat heeft de gevolgen te dragen. De Führer heeft verklaard, dat de Joden in Europa hun rol hebben uitgespeeld en derhalve hebben zij hun rol uitgespeeld. Het eenige, waarover wij kunnen praten, is de invoering van een dra- gelijken overgangstoestand met handhaving van het standpunt, dat de Joden vijanden zijn, dus met inachtneming van alle voorzichtigheid, die men tegenover vijanden te pas brengt. Wat evenwel den tijd aangaat, dat Duitschland eens niet als bezettende mogendheid hier te zorgen heeft voor handhaving van de orde en het openbare leven, dan zal het Nederlandsche volk voor de keus gesteld worden of het het kame raadschappelijke samengaan met het Duitsche volk terwille van de Joden op het spel wil zetten. Deze houding heeft niets te maken met verI;te draagzaamheid. Ik heb veel nagedacht over het be cla.r ginsel der verdi-aagzaamheid, zooals Willem - va1." Oranje dat tot grondbeginsel van zijn politiek n'S( standpunt heeft gemaakt. Het is mij thans duidelijiil0rs dat de diepere zin en bedoeling van dit beginsel e We van den categorisch en imperatief bij de ten uit voer legging daarvan het welzijn van het Nederlandsch ka volk was. Opdat het Nederlandsche volk zich nk (>2e onderling zou Verscheuren, moest de verdraagiur zaaipheid in geloofszaken tot beginsel worden verre heven, gedicteerd door de zorg voor het volle a! hoogste goed. Derhalve is de zorg voor het volk9 2 sche welzijn van het volk het dragende, beslissend beginsel, de verdraagzaamheid in geloofszakei binnen het volk een gebod van volkschen plicht Verdraagzaamheid om zich zei fs wille is een uit vloeisel van een hang tot de idylle, De studenten :rdc nde -iid' De oeic Wat nu de inrichtingen van hooger onderwijl betreft heb ik den indruk, dat het hier erï zoo was het immers destijds ook bij ons om jongi menschen gaat met een klassenwaan, die sleed lors' verder van het eigenlijke volk afraakt, om loute gegadigden voor betaalde posten, van ambtenaa tot lid van den raad van toezicht. Ook bij ons had den wij dergelijke vei-schijnselen en wel voor doi Wereldoorlog. De Wereldoorlog heeft de Duitsch jeugd wakker gemaakt en gestaald. Winterhulp. dez Nu ik bij de behandeling van afzonderlijke ver schijnselen op het terrein van het hooger onderwij reeds bij deze tegensprekers en neen-zeggers bei zou ik in het algemeen willen zeggen, dat er stelli niet al te groote kringen in het Nederlandsch volk zijn, die zich overigens steeds op de eerst rij dringen en zich gedragen als kinderen die ii den regen staan en onder elkaar zeggen „Lekke voor vader word ik nat". Nu, die mogen wat mi betreft nat worden. Ik koester ook geencrlei vader lijke gevoelens jegens het Nederlandsche volk. li ben evenwel bereid tot een kameraadschappelijk verhouding op den grondslag van Germaansch gelijkgerechtigdheid als de andere partij zich even zoo gedraagt. Interessant is in dit verband b.v. he lot van de Nederlandsche Winterhulp. Vooral zou duidelijk willen maken dat volgens onze opvattin Winterhulp niet met liefdadigheid te maken heeft Liefdadigheid is een maatschappelijke, politieke f confesionneele gebeurtenis en een middel om maar schappelijke, politieke of confessïonneele doeleinde te bereiken. Ik ontken niet dat er ook in di kringen menschen zijn die handelen uit een wer kelijk verantwoordelijkheidsbesef. De instellingt zelf streven echter in werkelijkheid altijd anden doeleinden na. Winterhulp heeft met liefdadigheid niets te maken, zij spruit voort uit de verantvoor delijkheid voor den volksgenoot cn is de vervuil» van een verhoogden plicht, welke ontstaat uit d grootere mate van recht en bezit. Deze liefdadr** hcidsorganisaties kunnen en zullen meestal dekmantel zijn voor alle-mogelijke machinaties. Zi moeten daarom ten tijde van de bezetting genei traliseerd worden. Dit is gebeurd in de Winterhui® Deze instelling is ook tegenover de Duitsche zijd L.. welbewust geneutraliseerd geworden. Wij hebbel daarmede niets meer te maken dan de nu eenmaal e onontkombare aandacht als bezettende macht ver- eischt. Wanneer onze adviezen op grond van orizt ervaringen nuttig kunnen zijn, zal ons zulks ver- pr heugen. Maar deze geneutraliseerde Winterhulp di 10ns thans uitsluitend volksche verantwoording cn nie t d meer liefdadigheid is, schijnt velen Nederlanden niet naar den zin te zijn. Natuurlijk 'werden weei de dolzinnigste geruchten verspreid. Het gold zo] naar Duitschland gaan. Alsof ik als Rijkscomhiis saris op deze moeizaam en openbaar verzamelde centen en guldens zou zijn aangewezen. Waar het dat het Duitsche Winterhulpwerk. dat verge leken met verleden jaar een aanzienlijk hoogfl sn 2 resultaat vertoont, en voor welk resultaat ik u. partijgenooten, vooral echter den directeuren zeer hartelijk dank, ook Nederlandsche kinderen moeders naar de Duitsche herstelhuizen zal zenden. Niettemin: de Nederlandsche Winterhulp is een succes, dat bewijzen de cijfers. Het totale resulta*! benadert thans reeds de vier millioen gulden. De collectes in de maand Februari vertoonen de hoogde totale bedragen sinds met dit werk begonnen ii mei Het Nederlandsche volk mag deze ontwikkeling voor zichzelf als een goed teeken beschouwen. Om at ink M „ati '5 me< in 3S. (Vervolg zie pag. 7). ebb* ezoe 1 eid tien

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 2