r C oouBLErre JCunst en £ettecen Uit het leven van Bach. a J Zar und Zimmermann. Leverancier en afnemer samen zullen moeilijkheden te boven komen De tunnels te Velsen Ww VRIJDAG 14 MAART 1941' HAARLEM'S DAGBLAD In Eisenaoh. op den een en twintitsten Mei 1685, keek de groote, toen nog kleine. Sebastiaan voor het eerst de wereld in en bracht hij voor het eerst muziek voort, al was die dan minder welluidend dan die welke hij in later jaren zou componeeren. Johann Sebastiaan Bach, het jongste lid van een muzikale familie, waarvan de pater familias beroeps-violist was, volgde de traditie en kreeg al heel gauw muziekonderricht. De naam Bach was in dien tijd zoo nauw met de kunst verbon den, dat men in Erfurt de stadsmuzikanten „de Bachen" noemde. De jonge telg bleek leergierig en bleek geen aanleg te bezitten voor de wispel turigheden, waarmede groote mannen in hun jeugd wel eens behept blijken en zoo zien we hem opgroeien als een oppassenden jongen, ijverig en vlug in de studie op het gymnasium. Al vroeg trof hem echter een groot ongeluk; hij verloor op tienjarigen leeftijd zijn ouders en zijn oudere broer, Johann Christoph nam hem bij zich aan huis, om hem zijn studie te laten voltooien. Zijn eigen gezin werd eohter gaandeweg grooter en dus moest Sebastiaan op vijftienjarigen leeftijd zijn eigen weg maar gaan. Van dien tijd af heeft Bach op eigen beenen gestaan en zich ontwikkeld tot den ijverig wer kenden, godsdienstigen Bach, wat opvliegend van karakter, maar vervuld van de beste bedoelingen voor zijn medemenschen. Zijn loopbaan vertoonde een climax van betrekkingen, steeds belangrijker en eervoller, van dorpsorganist tot hofconcert- meester en zelft tot cantor, betrekkingen, die steeds voldoende opbrachten, zoodat hij vrijwel nooit in geldverlegenheid zat. Toch heeft hij als ieder, die succes in het leven kent, geweten wat tegenspoed is. Critiek, die volkomen van per soonlijken aard, dikwijls zelfs ongemotiveerd was, bleef hem niet gespaard en meermalen is hem een betrekking onthouden, hetzij door omkooperij. hetzij door familieprotect.ie. Bach verfoeide dat alles; hij was door en door eerlijk en kwam daardoor soms in conflict met zijn meerderen. Vreemde opvattingen had hij daarentegen om trent de begeleiding^ hetzij als organist, hetzij als leider van koren. Als hij op het orgel bij een kerk dienst moest medewerken of een koor of een solist moest begeleiden, gaf hij zich vaak aan improvi satie over, hetgeen het natuurlijk voor de exe cutanten zeer moeilijk maakt, maat en wijs te houden. Toch wilden de autoriteiten hem on gaarne missen, want hij schreef cantaten, die haar weerga niet vonden. Van een uitvoerend musicus werden in dien tijd n.l. composities als iets natuurlijks verwacht. Zoo moest hij als cantor .der Thomaskcrk te Leipzig voor eiken Zon en kerkdijken feestdag oen cantate leveren en maakte aldus 295 cantaten in vijf jaar, van welk respectabel getal er 190 bewaard zijn gebleven. Voor de Dresdener Katholieke Hofkerk schreef hij uit dezelfde verplichting de bekende H. moll en 4 kleine missen. Als hij zelf concerteerde bracht hij de toehoorders in vervoering, zoodat men Bach bij zijn leven steeds'meer als organist dan als componist gehuldigd heeft. Ook al koorleider had hij vaak moeilijkheden. Zijn optreden, dat geen blijk'gaf van een teveel aan organisatievermogen maakte, dat de jon gens. i'het waren meest koren, bestaande uit z.g. Sangerknaben) den draak met hem staken. Hij maakte zich dan driftig, schold de jongens uit en sloeg er zelfs wel eens op. Eens had hij een koor jongen zóó den mantel uitgeveegd, dat die hem na de repetitie met een stok opwachtte en hem te lijf wilde. Baoh stond meteen met getrokken degen klaar en de omstanders hadden de grootste moei te. de vechtersbazen te scheiden. Eens zou hij uit een betrekking ontslagen zijn, Indien hij niet zelf ontslag had genomen. Voor eerst had hij op eigen gelegenheid een vacantie van vier weken verlengd tot vier maanden en in de tweede, plaats had hij met een „vreemde Jof fer" op een werkdag in de kerk gemusiceerd, wat een ernstig delict bleek te zijn. Tenslotte had hij den koorjongens verboden, op straat te zingen, wat hun de gelegenheid benam, eenig zakgeld op te halen. Hieraan dient toegevoegd, dat -boven genoemde „vreemde Joffer" zijn achternicht Ma ria Barbera bleek te zijn, dié later met hem trouwde. Hun huwelijk was zeer gelukkig en Bar bera schonk haar man zeven kinderen, waarvan er echter slechts vier in leven bleven. Na een dertienjarig huwelijk overleed zij. doch Bach had zóóveel steun van haar in zijn huwelijk onder vonden, dat hij het niet zonder levensgezellin kon stellen. Er diende dus een plaatsvervangster te komen en Bach vond die in Anna Magdalena Wülker, met wie hij dan ook spoedig trouwde. Zij bleek voor hem een ideale vrouw. Zij zorgde uit stekend voor haar vier stiefkinderen en haar eigen dertien nakomelingen en hielp haar man op alle mogelijke manieren bij zijn werk, als het in het net schrijven van zijn composities, en zoo zeer ging zij in dezen arbeid op. dat in den loop der jaren haar handschrift volkomen op het zijne is gaan lijken. Bach werd, als gezegd, in zijn tijd bijna uitslui tend bewonderd om zijn orgelspel. Zijn weergave zoowel als zijn improvisaties trokken de belang stelling van verschillende hooggeplaatste perso nen, zelfs van enkele vorsten, die hem 'toelagen verleenden, terwij] de vorst van Weimar hem als hof-kapelmeester aanstelde. In dien tijd maakte een beroemd Fransch orga nist een tournée door Duitschland en liet zich eenigszins minachtend uit over het spel van Bach. Een van diens bewonderaars organiseerde toen een WAT ZULLEN WE ZAAIEN? Wekelijks wordt te Hoofddorp beurs gehouden, waar de land bouwers Jiit den Haarlcnimcrnirerpolder samen komen om te koopen en te verkonpen. Hierboven: de geïnteresseerde koopers om de zaad monsters. (Foto Stevens). tweekamp tusschèn de beide virtuosen en Bach stuurde zijn Franschen collega een brief, waarin hij hem in hoffelijke bewoordingen uitnoodigde tot een strijd op het orgel, waarbij de een den ander ieder willekeurig stuk mocht voorleggen, wat degeen die aan de beurt was a prima vista zou moeten spelen. De Franschman nam de uitnoodi- ging aan en Bach reisde af naar het hof van Wei- mar, waar de strijd zou plaats vinden. Men wacht te op de komst van den tegenstander, maar deze liet op zich wachten. Ten laatste ontdekte men. dat hij in allerijl naai- Frankrijk was afgereisd hij durfde den strijd niet aan. Bach onthaalde de toehoorders echter opeen muziekmiddag, die allen tot vervoering bracht. De vorst schonk hem een groote som gelds, maar veel plezier had Bach niet van. deze royaliteit, want voordat hy er iets van genoten had. werd zij hem ontstolen Op zjin 55e jaar begon Bach last te ondervon den van een reeds lang bestaande bijziendheid Hij onderwierp zich aan enkele operaties, die evenwel totale blindheid veroorzaakten. Hij werd neerslachtig, bedlegerig zelfs door het gebruik van ondeugdelijke medicamenten. Zoo bracht hij zijn laatste levensjaren door in een donïkerge- maakt vertrek, waar hij niettemin een stuk com poneerde, d<at als een zijner beste beschouwd wordt. Plotseling trad er verbetering in zijn kwaal op. Het licht zijner oogen kwam bijna geheel te rug en zijn hoop -begon weer geheel te herleven. Toen trof hem evenwel onverwacht een beroerte, aan de gevolgen waarvan hij overleed. Hij werd aLs orgel virtuoos begraven en eerst driekwart eeuw later werd zijn roem als compo nist gevestigd, toen de jeugdige Mendelssohn de eerste uitvoering van de Matbheus -passion diri geerde. De Mattheus Passion is, zooals bekend mag wor den verondersteld, de muzikale vertolking van het groote drama van het lijden van Christus. In prachtige koren en soli schetst Bach de karakters der voornaamste personen in (het lijdensverhaal en de voortschrijdende handeling. Het bekendst is wellicht de tenor-solo„Agnus-Dei". Nadat Bach .overleden was werd de Matbheus passion niet meer uitgevoerd, totdat de negen tienjarige Mendelsssohn -bij toeval de partituur in handen kreeg en de uitvoering op zich nam. Precies honderd jaar na de eerste uitvoering werd de Mattheus passion wedergeboren en begon haar triomftocht over de geheele wereld. S. C. D. pgerulmd staat netjes. Ruim overbodige zaken van uw zolder op en trek er profijt van met een GROENTJE in HAAR LEM'S DAGBLAD. MUZIEK. De keuze der Ned.-Duitsche Cultuwrgcmeensohap was gevallen op Lortzing's populaire, opera, onge twijfeld omdat het in Holland speelt, nl. in Zaan dam (het tekstboek spreekt steeds van Saai-dam). Er bestaan méér van die muziekwerken waarin Volen-dammertjes enz. de entourage vormen; dit is niet onaardig, en wie Zaandam aandoet, gaat zeker ééns in zijn leven het Czaar Peterhuisjc kijken. Toch behoefden de aanwezigen bij deze uitvoering zich in géén enkel opzicht te beklagen, al zou men b.v. liever een Fréfschiitz zien en hooren. De weer gave van Lortzing's opera was 'in élk opzicht een bijzonder succes. Het orkest, onder de temperament volle en zeer knappe leiding van Hans Dietrich Kindier,/voldeed aan hooge eisohen en de samen werking met koren en solisten was zonder eenige bedenking eerste klas werk. De koren klonken prachtig, want de stemmen waren prima, de samen zang uitnemend, de slagvaardigheid opmerkelijk. Bij mij wekte dit koorzingen herinneringen van lang geleden, toen het Bremer Stadttheater gere geld naar Groningen kwam en daar de meester werken van het Duitsohe opera-repertoire tot uit voering bracht. Dit geregeld concerteeren had tot gevolg, dat er een bloeiende „Groninger opera" ontstond, die zelfs met werken als „Der Fremd- ling" van Heinrich Vogl, een zoo juist voltooid werk, voor het voetlicht kwam. Financieel ging echter de belangstelling uit naar het symphonie- orkest, zoodat de opera als stiefkind een kwijnend bestaan leidde. De Bremers (in Duitschland is 't stadsorkest, op enkele uitzonderingen na. opera orkest) beleefden toen weer gouden dagen, en de Groningers gunden hun die hartelijk, omdat zij vrijwel 't geheele repertoire naar hun stad brachten en daarbij steeds op volle kracht (in volledige be zetting) speelden. Opzettelijk wijd ik uit over d:t opera-enèemble. dat nooit in de fout verviel van de vele opera-ver- eenigmgen der Hollanders, de fout nl. om tegelij kertijd meerdere uitvoeringen te geven, zoodat de provinciestad het maar met een afleggertje moest doen in den vorm van een kwalijk zingend koortje, slechte acteurs, mallè décors en muffe costumes. Deze Lortzine-weergave is dan in elk opzicht een succes geworden. Van koren en dirigent sprak ik reeds. Maar ook de solisten, onder wie wij vooral Heinrich Semmelrath, den mooien bas-baryton (als burgemeester) het eerst noemen, waren naar eisch. Vocaal is hij eigenlijk, naast ziin nichtje Marie (Jeanette Wenzel, een bekoorlijke frissche sopraan-soubrette) de hoofdfiguur, en hier heeft Lortzing de volle maat zijner muzikale gaven ge schonken. Kostelijk zijn de orkestpartijen die zijn zingen illustreeren, en zelfs een Richard Strauss heeft nog van die instrumenteering kunnen leeren. Semmelrath had zich in de slotactc een praohtigen kop gemaakt, waarvoor Frans Hals in zijn meest beroemde regentenstuk hem eopie leverde. Philip Gehly als de andere Peter, de Rus) was een goede, zij 't wat zwakke lyrische tenor, maar sterk in spel en tegenspel. De alt Ludmilla Schir- mer was een -pracht van een „vrouw uit het volk", levend en om lief te hebben. De gezanten der buitenlandsehc ^oven (Moseier, votn Rickelen, Seidel) pasten goed m het milieu, en bewezen ook hun {kunnen, toen met hen het. prach tig sextet werd -gevormd in III, a cappella. Meester lijk hield het den diapason, tot aan den wederinzet van het orkest. De kleine partijen ten leste waren eveneens mooi bezet. (Buchmayer, Schneider). De hoofdfiguur eindelijk, de Czaar, die in Manfred Huebner een voortreffelijken speler vond. gaf in fraai barytongeleid doorgaans weldadigen zang. al stelde met het lied „Sonst spielt' ich" ietwat teleur, omdat hij hier, in strijd met de gezonde muziek en de vorstelijke waardigheid, aan het „Taubern" raakte. Maar veel meer was zijn vorstelijk spel een schoonheid op zich zelf en zijn majestueuse verschijning in III werd een apotheose. Het frissche ballet moest voor een groot deel worden herhaald. Het publiek toonde zich critisch van den goeden kant. door de beste scènes' luide te loven en toen aan het slot. naast de solisten, ook de leidende figuren op het podium verschenen, was het zeer terecht, dat ook de dirigent Hans Kindlcr uit den orkestbak naar voren werd gc- reepen. Hij vooral wekte Lortzing tot klinkend leven. G. J. KALT. Indrukken van de Jaarbeurs Overheid op velerlei wijzen ter beurze vertegenwoordigd Anthropologische belangstelling Wat zijn V.V.V.'s? E overheid heeft zich niet verre van het bedrijfsleven ten beurze gehouden. Zij is er op velerlei wijzen vertegenwoordigd. Het Centraal Distributie Kantoor, dat toe zicht houdt op voeding en kleeding van alle Neder landers, laat zien welk omvangrijk werk door haar wordt verricht en op welke wijze. Als beheer- schende figuur van de Stand staat er eon Justitia- figuur, waarmede de (sociale) rechtvaardigheid, in welker dienst de distributie staat, gesymboliseerd worden. Een statitstiek geeft aan welk een enorm apparaat voor de bonnencirculatie noodig is en bewegende foto's toonen de onder de distributie vallende artikelen. Den bezoekers wordt nog eens extra-duidelijlc gemaakt, dat distributiebonnen in dezen tijd minstens zoo waardevol zijn als geld en feitelijk in een brandkast behooren te worden opgeborgen. Het Cenltraal Distributie Kantoor is niet de eenige Overheidsinstantie welke aan het Vredenburg acte de presence geeft. Dezer dagen hebben we bijv. ook vertegenwoordigers van ons blad reeds een en ander vermeld van de door den Econo- mischen Voorlichtingsdienst in beslag genomen ruimte, het Centraal Instituut voor Industrialisatie en het Rijks Instituut voor Brandstoffen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft aanleiding gevonden het vraagstuk van de over bevolking aan te roeren. In een eeuw tijds heeft de Nederlandsche bevolking zich verdrievoudigd, maar desondanks was er vóór 1939 in ons land zeker geen sprake van overbevolking, dank zij een on gekende toeneming van den voorraad kapitaal- goedern En ook thans meent men, dat er geen grond is voor de bewering, dat ons land overbe volkt is. Aangetoond wordt, dat de hier te lande aanwezige productiemiddelen niet alle gebruikt worden en een aantal beeldstatistieken geven een indruk van de pogingen der overheid om tot een beter gebruik van de bestaande productiecapaci teit te geraken. Een heel ander terrein van deze overheids- of semi-overheidsinstellingcn bestrijkt de Als. Ned. Ver. voor Vreemdelingenverkeer. Getrouw aan haar doelstelling wekt zij de bezoekers in de eerste plaats op te genieten van de schoonheid van eigen land, welke in zulk een rijke mate en groote verschei denheid in ons vaderland aanwezig is. Maar daar naast brengt zij onder de aandacht van het pu bliek de gedachte: V.V.V.'s zijn Vraagbaken Voor Vacantieplannen. De bedoeling is ieder ervan te doordringen, dat het V.V.V.-wczen ten dienste staat an het Nederlandsche volk en bereid is elk een die met vacantie gaat de noodigc voorlichting te ver strekken, opdat 'men zooveel mogelijk van zijn vacantie zal kunnen proviteeren. De Indische afdeeling is, ondanks het ontbreken van verbindingen tusschen Moederland en koloniën ook ter Jaarbeurs vertegenwoordigd. Uit den rijken schat van het Koloniaal Instituut te Amsterdam heeft men kunnen putten, zoodat het toch moge lijk was een expositie in te richten. Hier worden natuurlijk geen zaken gedaan, maar de belangstel ling voor de afdeeling was desniettemin op den eersten dag reeds groot. En die belangstelling ging merkwaardigerwijze voor een belangrijk deel uit naar een collectie voorwerpen door de Afdeeling Volkenkunde van het Koloniaal Instituut samenge bracht, welke in zeer beknopten vorm een indruk geeft van het systematisch anthropologisch onder zoek in den Archipel. Een aantal schedels van in landers uit verschillende deelen van den Oost zijn in een vitrine uitgestald zoomede de voor het on derzoek bij levende individuen vereischte instru menten, als ook de objecten voor de bepaling dei- kleur van oogen, huid en haar. Bovendien treft mén er de voornaamste publicaties aan over anthro pologisch onderzoek in Indië benevens enkele kaarten, aangevende de plaatsen, waar dergelijk antropologisch studiemateriaal werd verkregen. Dit zoo toch niet direct tot de massa sprekende werk trekt, naar hierboven werd gezegd, zeer de aandacht. Ongetwijfeld zullen er velen zijn, wier aandacht alleen getrokken wordt door de schedels en die na ze bekeken te hebben, doorloopen zonder dat het wetenschappelijk werk eenigen dieperen indruk op hen heeft gemaakt. Maar er zijn er ook die langer bij het geëxposeerde materiaal vertoeven die hier plotseling een arbeidsterrein ontdekken waarvan ze maar heel weinig afweten; die hier iets nieuws vinden dat hen boeit. Dat getroffen worden door wat nieuws zal men op elke Jaarbeurs steeds weer kunnen opmerken.Voort. durend is er iets anders, dat de aandacht boeit. Dit contact met het nieuwe verruimt de blik, geeft nieuwe uitzichten. In dezen tijd kunnen die nieuwe uitzichten ontzaglijk veel waard zijn. Daarom kan een bezoek aan de Jaarbeurs voor eiken zakenman zoo uiterst belangrijk zijn, ook al komt hij niet tot zakendoen. Het is noodig, dat den menseh telkens nieuwe mogelijkheden worden getoond. Ze trekken hem uit den sleur, ze prikkelen zijn activiteit, ze doen hem weer met vertrouwen de toekomst te gemoet zien. En juist deze beurs bevat, zooals gis teren reeds werd aangeduid, tusschen al de nieuwe dingen nog veel nieuws. Hiermede wordt bedoeld te zeggen, dat deze Jaarbeurs zich wat het aantal nieu we artikelen betreft niet onderscheidt van al haar voorgangsters, maar dat zij nu bovendien veel ge legenheid geeft geheel nieuwe indrukken op te doen. Het is thans de tweede beurs die in oorlogstijd Wordt gehouden. De geboorte had plaats toen het oorlogsgeweld langs onze grenzen woedde, nu is het ook over otns eigen land heengegaan en is het bezet gebied geworden. De rijke producten uit' onze kostbare overzeesche gewesten zijn onbereik baar voor ons geworden. Toen. in 1917, stonden onze handel en industrie voor geweldige opgaven, nu staan ze er weer voor. Reeds vele er van zijn op gelost men kan het ter beurze zien. De overige zullen ook opgelost worden; daarvoor staat de kloekheid en onversaagdheid der Nederlandsche zakenlieden borg. In deze beursdagen wordt het persoonlijk contact tusschen leverancier en afne mer weder gelegd en de beste indruk die men in de tot den nok bezette Jaarsbeursgebouwen zal op doen as deze, dat zij beiden samen de moeilijkheden te boven zullen komen. Een bewijs daarvoor ligt ook in het groote bezoek aan de beurs, dat veel grooter is dan voorgaande jaren. Het is misschien wat te gewaagd om nu reeds te zeggen, dat het aantal bezoekers een recordhoogte zal bereiken, maar als men weet, dat b.v. Woensdag de bezoekers in een lange filé geduldig stonden te wachten, kan men de beste verwachtingen wat het aantal bezoekers betreft koesteren. L. Een belangrijke toelichting van Ir. C. Wolterbeek hoefdingenieur van den Rijkswaterstaat Vereenigde Staten gaan schepen opvorderen. WASHINGTON, 14 Maart. De Amerikaansche schecpvaartcommissie is voornemens 285 schepen die Amerikaansch bezit zijn. doch onder buitcn- landsche vlag varen, in dienst te nemen. De sche pen hebben een totale tonnage van 1.693.non ton Zeven dezer vaartuigen x%ren ouder Nederlandsche vlag. (United Press.) Elders in dit nummer plaatsen wij een be schouwing van onzen redacteur te IJmuiden over den bouw van de tunnels te Velsen, waarin vooral gewezen wordt op de voorbereiding van dit werk. Ir. C. Wolterbeek, hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat te Haarlem, verklaarde zich bereid nu op 15 April a.s. het eerste ge deelte van dit belangrijke werk wordt aanbe steed een toelichtig te geven op de plannen. De voorbereiding van het werk is reeds ter hand genomen toen Ir. Wolterbeek op 1 Decem ber 1935 belast werd met de leiding van den Rijkswaterstaat in Noord-Holland. Dat Ls dus al meer dan 5 jaar geleden, maar zulke belang rijke projecten eischen altijd een grooten tijd van voorbereiding. Bovendien is er wat het besluit tot uitvoering betreft natuurlijk vertraging ontstaan door het uitbreken van den oorlog. Dat thans, niettegenstaande de moeilijkheden die een gevolg zijn van de tijdsomstandigheden, tot uitvoe ring besloten is. staat ongetwijfeld in verband met het feit. dat het werk van zeer veel beteeke- nis is voor de werkverruiming. Het is, dat zal ieder begrijpen, een millioe- nenwerk. Voor den oorlog werden de kosten van het geheele werk geschat op 15 millioen gulden. Door de tijdsomstandigheden zal dit bedrag ongetwijfeld belangrijk naar boven gaan, zoodat een nieuwe raming moeilijk te maken is. Thans wordt op 15 April aanbesteed het ma ken van een gedeelte van de spoorweg- en de autotunnel aan de Zuidzijde van het Noordzee kanaal. Dat is ongeveer 1/3 van het geheele werk. Als geregeld zal kunnen worden doorge werkt kan verwacht worden, dat dit gedeelte ongeveer in 2 jaar voltooid zal zijn. Wordt dan meteen begonnen aan de uitvoering van het resteerende werk en kan dan ook daar aan zonder onderbreking worden voortgegaan, dan is te verwachten dat het geheele werk in on geveer 5 jaar voltooid zal zijn. In verband met de tijdsomstandigheden is het evenwel geenszins uitgesloten dat er vertraging zal ontstaan. Doordat het mogelijk is eerst het Zuidelijk deeh van de tunnels te maken in den grond die later bestemd wordt voor de verbreeding van het Noordzeekanaal, behoeft niet onder water ge werkt te worden. Is het Zuidelijk deel klaar, dan wordt het kanaal verbreed, zoodat dit dan gebruikt kan worden voor de scheepvaart. Het thans bestaande kanaal wordt dan ter plaatse afgedamd, zoodat ook het Noordelijke deel van de tunnels in een droge bouwput kan worden gemaakt. Door deze wijze van werken behoeft dus ook het scheepvaartverkeer geen vertraging te onder gaan. De tunnels komen onder het Noordzee kanaal te liggen op 500 a 600 meter ten Oosten van het bestaande Pontverkeer. De normale breedte van het Noordzeekanaal wordt in de toekomst 160 Meter. Op de plaats waar de tunnels komen krijgt het kanaal even wel een breedte van 280 Meter. Dit is juist in een kromming, wat een gelukkige omstandigheid is, want de scheepvaart heeft daarbij belang. Dit pontveer zal ook al zijn de tunnels klaar blijven bestaan, omdat de tunnels alleen zullen dienen voor treinen en auto's. De voetgangers en fietsers, alsook het kleine rijverkeer met paard en wagens, blijven op de ponten aangewezen. Dit is trouwens logisch, want de hellingen van de autotunnel zijn vrij ver van het kanaal gele gen zoodat menschen die slechts van den eenen kant van het kanaal naar den anderen moeten, anders een flinken omweg zouden moeten ma ken. Nabij het pontveer wordt het Noordzeekanaal in de naaste toekomst natuurlijk ook verbreed. Daar om zal o.a. het Postkantoor aan het begin van den weg VelsenIJmuiden moeten worden afge broken. De spoorwegtunnel wordt 8.60 Meter breed, twee treinen kunnen elkaar dan gemakkelijk pas- seeren. De autotunnel krijgt een rijwegbreedte van 8 Meter, maar daar naast komen nog twee ver hoogde voetpaden voor toezichthoudend perso neel van 75 c.M. De totale breedte is dus 9.50 M. Een normale twee baansweg wordt gerekend op 6 Meter breedte, voor drie banen wordt 9 Meter jerekend. De rijweg wordt dus zoo breed dat het zelfs mogelijk zou zijn passeeren in de tunnel toe te staan. De totale lengte van de au to tunnel wordt 1500 Meter, waarvan 768 Meter onder den grond. Voor de spoorwegtunnel zijn langere opritten noodig. De totale lengte van die tunnel i.s dan ook gesteld op ruim 3000 Meter, waarvan 2036 Meter onder den grond. Het wordt dus een flinke lange spoorwegtunnel Op een kaartje 'dat bij het stuk van onzen re dacteur te IJmuiden is afgedrukt, ziet men dat er voor de autotunnel aansluitende wegen zullen worden gemaakt. Een verkeersplein aan den Zui delijken kant van het kanaal geeft aansluiting op den weg Haarlem—Velsen en den weg Velsen Amsterdam. Ook ten Noorden van het kanaal komen nieuwe wegen, maar daarvoor staan de plannen nog niet vast. De nieuwe groote verkeersweg zal, dat is zeker, ten Oosten van Velsen-Noortf en Beverwijk loopen. Er moeten ook belangrijke spoorweg werken wor den uitgevoerd. De lijn HaarlemAlkmaar zal in de toekomst achter Driehuis om naar de spoor wegtunnel loopen. Ten Noorden van het kanaal zal de spoorweg achter Velsen-Noord en het zui delijkste deel van Beverwijk om loopen, om ter HET ROULETTE.SPEL ZONDER ROULETTE! F* 3*75 ALOM VERKRIJCBAAR UitgaveVARIÉTÉ - Postbus 65 - Amsterdam (Adv. Ingez. Med.) hoogte van het thans bestaande station op di bestaande baan te komen. De spoorweg HaarlemVelsen—IJmuiden blijft natuurlijk ongewijzigd bestaan. Alleen het stut station Velsen—Hoogovens komt te vervallen wai dus ook beteeken 1 het sloopen van de spoor brug over het kanaal. De hoogovens en ook de papierfabrieken be houden hun aansluiting op het spoorwegempla cement. De tunnels worden uitgevoerd in gewapend beton. Aan het gedeelte dat nu wordt aan besteed zal verwerkt worden 62.450 M3 ge wapend beton en 7,600.000 K.G. ijzer. Als men bedenkt dat dit ongeveer 1/3 van het geheele werk is, is gemakkelijk na tc gaan welke enorme hoeveelheden beton en ijzer verwerkt moeten worden. Wij wezen er reeds op, dat uitvoering van dJ tunnelplan van zeer veel beteekenis is voor werkverruiming. Als eenmaal het werk op volle toeren draait zal de aannemer met twee ploegen moeten werken elk van tenminste 250 arbeiders. Het geheele object wordt uitgevoerd als nor maal werk. Tot zoover deze interessante toelichting op dit belangrijke werk. Belangrijk is het werk object zelf, maar natuurlijk zal het pas volle beteekenis krijgen als het voltooid is. Dan zal immers eindelijk een gelukkige oplossing ver kregen zijn voor het verkeersvraagstuk over het Noordzeekanaal dat Noord-Holland tot heden in twee deelen scheidde. v. T. Loonpolitiek en de laak der vakbeweging. Uiteenzetting van den leider der sociaal- economische afdeeling van het N. V. V. In een te Amsterdam gehouden persconferen tie heeft de leider van de sociaal economische af deeling van het Ned. Verbond van Vakvereenigin- gen, de heer A. Vermeulen, een belangrijke uiteen zetting gegeven van de taak welke de vakbeweging bij dc huidige loonpolitiek heeft te vervullen. Op 17 Mei maakte de opperbevelhebber van de Duitsche legergroep in Nederland bekend, dat de verhooging van prijzen en loonen verboden was, in zooverre geen uitdrukkelijke uitzondering was toegestaan. Bij verordening van 27 Aug. 1940 werd bepaald, dat verlaging van loonen en'salarissen ver boden was, tenzij goedkeuring was verleend door liet college van rijksbemiddelaars. Tenslotte is op 28 November 1940 een verordening afgekondigd betreffende de totstandkoming van regelingen in zake loonen, salarissen en andere arbeidsvoorwaar den. De huidige loonpolitiek heeft een tweeledig ka rakter n.l. looncorrectie en loonvorming. Beteekent dit nu, dat de staat voortaan een zijdig de loonen vaststelt? Dit is geenszins het geval. Do vakbeweging, en met name het N.V.V., speelt daarbij wel degelijk een belangrijke rol. Tusschen de werkgeversorganisaties en de vakbonden immers bestaat regelmatig overleg. Bij dit overleg wordt er allereerst naar gestreefd onredelijke verlagingen tegen te gaan en lage loonen te verhoogen. Daarbjj dient tevens als richtsnoer, dat de loondiepten in de verschillende bedrijven genivelleerd worden. Zoo wordt bijv. in den landbouw, die in het alge heel bestek van lefonen een diepte vertoonde, thans meer loonsverhooging geëischt dan in bedrijven, die reeds" op het hoogste niveau liggen. Hetzelfde geldt voor het Jcantoorpersoneel dat lot nu toe ook ver ten achter was gebleven. Wanneer de werkgevers het niet met elkaar eens zijn, dan wordt de voorgestelde correctie voorgelegd aan het college van rijksbemiddelaars ter goed keuring. Dif college toetst het voorstel aan richt lijnen voor de algeheele loonpolitiek, die nauw ver band houden met de prijspolitiek, en geeft dan zijn beslissing. Van hoe groote beteekenis het optreden van de vakbonden bij de looncorrectie is, moge blijken uit het feit, dat sedert December 1940 reeds tientallen verzoeken door hen bij het college van rijksbe- middelaars zijn ingediend, en ettelijke pogingen tot loonsverhooging door hun toedoen door dit college werden afgewezen. Naast de looncorrectie staat de loonvorming. Hierbij is het overleg tusschen werkgeversorga nisaties en arbeidersvakbonden primair en de taak van het college van rijksbemiddelaars secundair. In het huidige stadium hebben wij te maken met een geleide loonvorming, niet met een gebonden loonpolitiek, zoodat het initiatief in handen van de medewerkers in het bedrijfsleven moet blijven. Naar onze meening heeft de bezettende overheid doelbewust in het belang van de Nederlandsche arbeiders gehandeld door deze figuur te creëeren. Hoe zullen nu de loonen en de arbeidsvoorwaar- waarden in de toekomst gevormd worden? Voorop staat, dat getracht moet worden te komen tot het stellen van bepaalde- minimumloonen en algemeene bedrijfsvoorwaarden onder wettelijke garantie. Het> middel om tot dit doel te geraken is het be- drijfsgewijze algemeen bindendverklaarde collec tieve contract, waarbij iedere werker die belooning ontvangt, welke in overeenstemming is met zijn bijdrage tot de volkswelvaart. Als men bedenkt dat thans in Nederland hon derden collectieve contracten bestaan, met wisse lende loonen en loonklassen, en daarnaast tien duizenden arbeiders nog geen contract bezitten, dan is het duidelijk dat de opgelegde taak een moeilijke is. Het is ongetwijfeld goed te vermelden, hoe het N.V.V. met de daartoe behoorende vakorganisaties deze taak zullen vervullen. Dc vakorganisaties stellen in overleg met het N.V.V. algemeene collectieve contracten op, welke zij ter bespreking aqnbieden bij de werkgevers organisaties. In deze contracten worden zoowel de loonen als de arbeidsvoorwaarden (vacantie, ziekte toeslag, pensioen, regeling opzegtermijn, etc.) ge regeld. Indien in een bedrijf reeds een, veelheid van contracten bestaat, dan worden deze vervan gen door een uniform-contract. Leidt het overleg tot een redelijk resultaat dan wordt het ontwerp-contract met de loonregeling aangeboden. Dit college toetst het voorstel weer aan de richtlijnen voor de loon- en prijspolitiek en geeft zijn beslissing. Ingeval het overleg niet tot het gewenschte resultaat leidt, kunnen de vak organisaties zich tot het college van rijksbemidde laars wenden met het verzoek, om een bindende regeling voor te schrijven. Wanneer wij het geheel nu eens overzïec zoo besloot de heer Vermeulen dan blijkt, dat de loonverordeningen thans dc gelegenheid bieden om de maatschappelijke positie van de arbeiders aan zienlijk tc verbeteren. De vakbeweging heeft voor de arbeiders een grootsche taak te vervullen. Het N.V.V. is med« daartoe ten volle berekend. CA-NJVi

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 8