RENNIE r Matthaeus-Passion JCunst en £ettecen Het Fransche Lied. MAANDAG 17 M AART 194T H A A R L E M'S DAGBLAD „Natuurmonumenten" vergaderde te Amsterdam. Ledental in 1940 gedaald. Onder zeer groote belangstelling heeft in „Krasnapolsky" te Amsterdam de „Vereeniging tot behoud van natuurmonumenten in Nederland" haar algemeene ledenvergadering gehouden. Bij den aanvang van deze vergadering sprak de voorzit ter van de vereeniging mr. P. G. van Tienhoven een woord van welkom. Vervolgens herdacht mr. van Tienhoven drie oprechte vrienden van1 de vereeniging aan wie men veel te danken heeft en die in het afgeloopen jaar overleden zijn: de heer A. Burdet, wiens films en foto's groote bekendheid verwierven, mr. dr. A. baron Röell, die het Gooische reservaat hielp tot stand brengen en zooveel zorg had voor het duinreservaat en prof. dr. Eug. Dubois, den ge leerde van internationale beteekenis, die de inter nationale natuurbescherming propageerde. De voorzitter vroeg den leden hun erkentelijk heid te toonen voor hetgeen deze menschen deden door het werk met enthousiasme voort te zetten en te ai-beiden ten behoeve van het behoud der gees telijke en cultureele waarden van het leven waar tóe als een der voornaamste behoort: de schoonheid van het landschap en de voor de menschheid on misbare ongeschonden natuur. Na dit openingswoord bracht de heer J. Drijver, namens den secretaris dr. Jac. P. Thijsse, het jaar verslag uit. Daarin werd erop gewezen, dat de be zittingen van de vereeniging ongeveer veertig over geheel Nederland niet ernstig door de oorlogsramp geleden hebben, al werd er op enkele plaatsen, zooals in de Loonsche duinen bij -Loon op Zand en in mindere mate later ook in het Leuvenumsche bosch en in het Heilooër bosch, schade aangericht. Bovendien ontstond er op 12 Mei een boschbrand op het Mirandolle's heike onder Eersel, waarbij een oppervlakte van onge veer 2 H.A. verloren ging. Met toestemming der bezetttingsautoriteiten zijn op de belangrijke terreinen der vereeniging thans borden geplaatst met het opschrift „Naturschutz- gebiet", zoodat van deze zijde alle medewerking is verkregen en ook thans beschadiging van de be zittingen wordt voorkomen. Het ledental is, vergeleken bij verleden jaar, teruggeloopen. In totaal zijn in den loop van 1949 1316 leden afgeschreven, waartegenover een kleine aanwinst van 521 leden staat. Op 1 Januari 1941 bedroeg het aantal leden 12853. Een verrassing was het dat ongeveer 130 land goederen, toebehoorend aan particulieren, door leden der vereeniging bezocht mochten worden. Hoewel enkele giften en legaten werden ont vangen beliepen de schulden op 1 Januari 1941 nog f 1.723.155. Als nieuw natuurmonument werd aan de bezit tingen van de vereeniging toegevoegd de kolonie in het Uftinge'rveen onder Uffeite ter grootte van 12 H.A., De Natuurmonumenten Dwingeloosche heide, het Balinger- en Maltinger zand, het moeras gebied aan de Belter wijde bij Wanneperveen, aan het landgoed Hilverbeek te 's Graveland, Koren- burgerveen en op Texel werden uitgebreid. Met waardeering werd in het verslas gewag" ge maakt van de belangstelling van de overheid voor de natuurbescherming, een belangstelling, die zich heeft geuit in verschillende belangrijke maatrege len. De oud-burgemeester van Bussum, de heer H. de Bordes, voorzitter van „Het Noord-Hollandsch Landschap", heeft daarna gesproken over de „Provinciale landschappen" en hun aandeel in de verzorging van het Nederlandsche landschap. De door den spreker - aangehaalde historische feiten over opkomst en groei van „natuurmonu menten" van de provinciale stichtingen, de z.g.n. „landschappen", van de vereeniging „It Fryske Gea"' en voorts de cijfers over de verworven be- zittinsen, spreken duidelijke taal. Onder het staats- boschbeheer ressorteeren ruim 59.000 H.A., waar van ruim 10.000 H.A. als natuurreservaat zijn aangewezen, „natuurmonumenten" met ruim 11.000 H.A., de „landschappen" met ongeveer 2.000 H.A. eigen bezit en bijna 7.000 H.A. in beheer, voorts nog „De Hooge Veluwe", „Natuurmonument De Beer", „Het Gooische Reservaat" met 1700 H.A. alles tot stand gekomen in deze eeuw. Het bedrag, dat jaarlijks ingevolge de boschwet wordt uitgekeerd, bedraagt thans (1 Januari 1940) f 82.125, terwijl onder de natuurschoonwet reeds 421 landgoederen met ongeveer 57000 H.A. vallen. Spr. herdacht het vele hetgeeen een man als wijlen baron Röell in de provincie Noord-Holland heeft be reikt door bedreigde gebieden als duinstreken voor ontluistering te bewaren. De „landschappen" kwamen alle sinds 1927 tot stand, de eerste in Utrecht. Zij stellen zich waarlijk niet uitsluitend ten doel het in stand houden van reservaten, doch plaatsen haai- werkzaamheid op brede basis zoodat ook merkwaardige cultuur monumenten als oude boerderijen, molens en praehisftorische grafheuvels behouden kunnen blijven wanneer deze stichtingen daartoe over de noodige middelen beschik kan. Op zeer aangename wijze wordt er steeds met de moedervereenigl „De vereeniging tot behoud van natuurmonume ten" samengewerkt. De heer De Bordes wees ook op de taak voor toekomst, waarin waakzaamheid moet word betracht tegen alle voorgenomen schending Neerlands natuurschoon, welke indien 's lac belang zich daartegen niet uitdrukkelijk verzet met alle oirbare middelen moet worden bestret Zoo* min een mensch bij brood alleen kan Ie; kan een menschenleven uit onafgebroken arbei< bestaan. De vergadering werd besloten met de vertoon! rei van een van de vogelfilms, opgenomen door Burdet. 0 I BESTIF PASTILLES dezelfde oude IBM vermaardeMQrnJn van WMIIMWIififllllTO altijd. IJMfffll Onder vooftd contf.v scheA.-apoth. G.J.Logger I i 0,41, bü alle Apoth. en Drog. (Adv. Ingez. Med Zes jeugdige dieven aangehouden, Alles was van hun gading. De Haarlemsche polilie heelt drie jeugdige dieven ai gehouden van resp. 16. 17 en 21 jaar, die al heel wat op h kerfstok hebben. Ze werden verdacht van inbraak in winkel van dén patroon van één hunner. Uit de c ontvreemdden zij een bedrag van ongeveer 89. De jongi bekenden. Tevens bekenden zij de volgende dicfstalli vijftig pond koffiesurrogaat en twee electro-motoren nadeele van een expediteur te Haarlem deze laatste k den in beslag worden genomen), fruit en aardappelen een pakhuis; koffie en thee uit een bakfiets; drie b renrjjwlelen en een aantal konijnen, waarvan er één i kon worden opgespoord. Bovendien bekenden zij in combinatie met nog kameraden een hoeveelheid margarine en tuingereed: te hebben gestolen. Van dit laatste kon nog een gedi worden achterhaald. De eerstgenoemde drie dieven zijn aan de Justitie geleverd Tegen de andere drie. die ook bekend hebbi werd proces-verbaal opgemaakt. VOETGANGER AANGEREDEN. Zaterdagavond kwart voor tien is een vijftigjarige vi ganger in de Kennemerstraat te Haarlem, toen hij van trottoir op den rijweg wilde stappen, door een onbeke gebleven wielrijder aangereden, waardoor hij viel linker onderbeen brak. Ook kreeg hjj een snijwond bov het linkeroog. Hij werd door leden van den Ongevalle dienst behandeld en per ziekenauto naar het Sint Elli beths Gasthuis vervoerd. De oorzaak van deze aanrijd! Is vermoedelijk de duisternis. BOTSING TUSSCHEN WIELRIJDER EN AUTO. Op den Rijksstraatweg bij de Overlonstraat te Haarli heeft Zaterdagavond kwart over zeven een aanrijd! plaats gehad tusschen een 21-jarigen wielrijder en auto. die beide in de richting van Santpoort reden, wielrijder wilde eenige vóór hem rijdende fietsers lin passeeren, waarbij hij door de auto gegrepen werd. viel en kreeg wonden aan linkerhand en -been. De fi( en zijn kleeding werden beschadigd. Do autobestuuri is doorgereden. De politie stelt een onderzoek in; z.ij zoekt aan onstanders, die deze botsing gezien hebben, r, ■voor het verstrekken van inlichtingen aan het Politi bureau, Smedestraat te willen aanmelden. VISSCHEN MKT DEN HENGEL IN OPENBAAR WATE Bij de vlsschers blijkt eenig misversand te beslaan of nog gevischt mag worden. Van dc zijde der politie <1« men ons mede, dat; hel visschen met den hengel in z.g openbaai- water voor alle categorieën vlsschers tot 1 Apr a.s. is toegestaan. Op de rivieren mag tot 21 April 'met den hengel worden gevischt. Het visschen In poldl watered is verboden. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het Bureau van Politie, smedestrs te Haarlem, uitsluitend tusschch 11 en 13 uur. Terug te bekomen bij: Zuure, P. C. Hooftlaan 23. Vt sen-Driehuis. armband; Vos, Siriusstraat 39. geb! Steemers, Colensostraat 64 zw., hond; Bijster, Rollao straat 58. handschoenen; Bureau van Politie. Smedestrai handschoenen: Uitermark," Jan Evertsenstraat 10. han schoen; de Kwant, Brouwerstraat 55 k. handschoend Koelemeijcr, Houtmanpad 12. kruiwagen; Schouten, Tf terodestraat 79, zakmes: Bureau van Politic. Smedestrai muts; Janssen, de Genestetstraat 37. overall: Bureau vl Politie, Smedestraat. pakje papieren: portemonnaie t Verboog, op Zeilboot. Meerweg. Bennebioek. pprtemW nale. m. i.; Bongers. Dr. Leydsstraat 80, portemonni m. i.; Jansen. Allanstraat 56. portemonnaie m. i.; Stod man. Tetterodestraat 79. rijwielplaatje; Hartman. Oran.i straat 86 rd.. klokslinger; Bruys. K van Manderstraat 1 vulpotlood; Wcssellxac, A. L. Dyserlnckstraal 4, zwei Chr. Oratorium-Vereeniging Wel scheen het alsof ditmaal de druk der tijdsomstandigheden in het begin de vrijheid der expressie eenigszins dempte, maar. allengs bleken de uitvoerenden zich aan dien druk te ontworstelen en zoo klonk vooral het tweede deel in de volheid van zijn aangrijpende kracht en schier bovenaard- sohe schoonheid. Welke groep of wie persoonlijk der uitvoerenden zouden we daarvoor in 't bijzonder moeten prijzen? Het koor der C.O.V. dat de interrupties der turbae met drastische levendigheid weergaf, in de koralen en koraalfantasieën seraphischen zang hooren deed? De sopraan To v. d. Sluys om het vlekkeloos schoo- ne, de alt Annie Woud om het diep gevoelde en hartstochtelijke van haar zingen? Den tenor Louis van Tulder om zijn gave, elke nuance van tekst en muziek volgende en uitbeeldende weergave van het Bijbelverhaal? Den bas Max Kloos om de hoogheid en waardigheid, waarmee hij in zijn zang de Christusfiguur voor ons doet leven? Den bas Lau rens Bogtman om zijn rake weergave van de ver schillende nevenfiguren? Laten we nog verder zien: Jean Oellers die de vioolsolo in de prachtige alt aria ..Erbarme dich" (no. 47) zeer mooi speelde, de fluitisten Car Kwant en P. J. v. d. Hurk en de hoboïsten Joh. Vink en F. Pels, die tezamen met To v. d. Sluys in de sopraanaria „Aus Liebe" (no. 58) een immaterieele klankschoonheid bereikten, hebben zij minder recht op roemende woorden? Noemen we dan nog den organist Piet Halsema en den clavecinist Hans Brants Buys als te waardee- ren steunende krachten van koor- of solozang en het Utrechtsch Sted. Orkest in zijn geheel als voor treffelijk instrumentaal ensemble, dan hebben we allen recht doen wedervaren: allen, behalve hem die de ziel van het geheel is: den-dirigent George Robert. Maar in den hiervoren gebrachten lof ligt die voor hem van zelf besloten. Dat deze uitvoering een nog dieperen indruk dan de vorige maakte, niet alleen op alle aanwezigen in de tot de laatste plaats bezette zaal, maar ook op de uitvoerenden zelve, daarvan hebben we ver scheidene getuigenissen vernomen. K. DE JONG. HET TOONEEL Droste's Toóneelvereeniging Geen Dubbeltje in z'n zak Wat zouden de tooneel-dilettanlen in Nederland moeten beginnen, wanneer Henk Bakker niet voor hun repertoire zorgde. Van de tien stukken, die wij tegenwoordig van amateurs te zien krijgen, zijn er zeker vijf van dezen productieven Haarlemscben auteur. Ook gisteren was het weer een stuk van Bakker, dat Droste's Toóneelvereeniging „Na Ar beid Ontspanning" in onzen Stadsschouwburg speelde en wel „Geen dubbeltje in z'n zak", het blijspel waarvan Cremer eenige jaren geleden de première heeft gegeven. Het is de rijke oom uit Amerika, die hier voor de zooveelste maal zijn diensten bewijst en als een tweede Sinterklaas zijh goede gaven om zich heen strooit, nadat hij zijn familie eenige weken lang in den waan heeft ge laten, dat hij straatarm is. Het gegeven is niet be paald nieuw en de handeling nu en dan erg gefor ceerd. maar het publiek accepteert dit alles gewil lig. ondanks de vele onwaarschijnlijkheden, door dat de schrijver het nauwelijks den tijd laat er over na te denken. Hij zorgt er wel voor. dat de toeschouwers van den eenen lach in detf andere vallen en niet waar? wie lacht, is ontwapend. Nu dient gezegd, dat de spelers er een levendig, vlug, tempo achter zetten en daardoor den schrij ver hielpen om de kritiek bij voorbaat te smoren. Het was een aardige, vlotte voorstelling, die blijk baar ernstig was voorbereid en door den heer Van Dongen als regisseur goed was geleid. Het succes van de opvoering was wel in de eerste plaats te danken aan den heer P. van Putten, een amateur, die mij tot nu toe onbekend was. Hij speelde de rol van Frits Benders, den rijken ooni <it Amerika, met merkwaardig gemak en met wer kelijk komische verve. PER TRAM NAAR HET STADHUIS. Ook in Berlijn maken tegenwoordig bruidsparen van de tram gebruik, om zich op hun huwelijksdag naar het stadhuis te laten rijden. (Foto Weltbild) Weenen in het teeken van de Voorjaarsmesse. De expositie kan zich in een druk bezoek verheugen. (Foto Weltbild) MUZIEK. Voor de Vereeniging „Voor de Kunst" hield Hen drik Andriessen Zondagnamiddag in den Stads schouwburg een causerie, getiteld ..Het Fransche Lied", die gevolgd werd door de voordracht van een tiental liederen van Fransche componisten door de zangeres Joanna Diepenbrock met den spreker als begeleider aan den vleugel. „Begeleider", het woord vloeit me zoo uit de pen. Maar het magJn casu alleen opgevat worden in de beteekenis van „gelijkwaardige metgezel"., niet in die van „ondergeschikte". Want het waren alleen composities uit het laatst der vorige en het begin van deze eeuw, die tot vertolking kwamen, comDosities dus, waarin hoofdzakelijk het klavier de stemming, de sfeer schept voor de in de teksten neergelegde dichterlijke gedachten en beelden. Hoe dit 200 geworden is, daarover sprak An driessen vóór de pauze. Hij wees er op, dat in de poëzie de muziek, in de muziek de poëzie moet heerschen. „In het ideale geval gaan componist en dichter uit van dezelfde 'bron, legt de compo nist den weg terug af tot waar tevoren het ge dicht is ontstaan. Door 't lezen en beleven dei- woorden vindt de componist den oorsprong van 't gedicht en het is daar, dat hij tot de toonzetting \*an het gedicht komt. Het is deze eenheid en niet de illustratieve tekstverklaring, die de werke lijke waarde van het lied maakt". Zoo vermeldde het in het programma afgedrukte „kort résumé. Het zou echter verkeerd zijn te meenen, zei spr., dat de Fransche componisten zoo maar wat poëti- seeren en dat het den dichters alleen om de woordmuziek te doen is. In Frankrijk was van oudsher de liedercomponist een troubadour. Bij hem loopen het verhalende en het lyrische lied dooreen: het verhalende wordt frisch behandeld, het lyrische heeft een verhaal tot kern. Echter is in het eerste het verhaal, in het tweede de aan doening beslissend voor den vorm. Het voornaamste daarbij is de innerlijke reflex. De weergave daar van wisselt met de tijden. Spr. gaf eenige voor beelden hoe z.i. de regel „On ne badine pas avec l'amour door een troubadour, door een componist uit het begin der 19de eeuw en door een uit de school van César -Franck getoonzet zou zijn: dooi de eerste in de dorische toonsoort met een simpele luitbegeleiding, door de tweede als een regelmatig gevormde, door accoordfisuren omspeelde melodie, door den derde sterk chromatisch. De woorden zijn bijzaak. Zelfs op zeer leelijke teksten zijn mooie liederen gecomponeerd. Een volkomen aan sluiting tusschen muziek en poëzie vindt men in liederen van Fauré en Debussy. Debussy verge leek hij met een troubadour. Spreker toonde hoe verschillend men een paar woorden als „Pour le jour des Hyacinthes" (uit „La flüte de Pan") lezen kan. en in welker lettergreep Debussy de kern voel de. In sommige liederen vormt de pianopartij op zich zelve een volmaakt pianostuk, de vocale partij een volmaakte melodie, die haar harmonischen on dergrond vanzelf doet gevoelen evenals de onbe geleide middeleeuwsche zangen dat deden. Na de pauze zong Joanna Diepenbrock het als een stormachtige scène aandoende „La caravane" van Chausson, met de illustratieve, monotone be geleiding der kwatrijnen van het sennet, de rust vóór de terzinen en de karakterwijziging daarna, en het zuiver melodische „Le charme" van den zelfde. Jammer dat het eerste lied met een onbe- leekenend accoordennaspel van het klavier ein digt. Voorts „Larmes" en het door een pastoraal rythme gedragen „Arpèges" xan Fauré; ae „Trois chansons de Bilitis" van Debussy, waarin de zang de woordmuziek volgt, de piano een idealen achter grond toovert. Dan ..Nuit d' automne". het m.i. min der sterke „Sur un songe" en het door een Iberische begeleidingsfiguur gekenmerkte „Coeur en pèril" van van Chausson Naar mijn meening vormden de drie zangen van Debussy de in muzikaal en in poëtisch opzicht hoogtepunten van deze reeks van voordrachten. De zangeres wist over 't geheel genomen de stemmingen der liederen goed weer te geven al ging van de niet zeer krachtige, sterk vibreerende stem zelve geen groote bekoring uit. Hendrik Andries sen secondeerde, zooals we ons dat nog uit den tijd van zijn in samenwerking met Mia Peltenburg ge geven liederenrecitals herinneren, d.w.z. voortref felijk. En dus vond de leerzame causerie waarin Andriessen zich als een vlot spreker deed kennen en waarin we alleen een overbruggging van de kloof tusschen de middeleeuwen en den modernen tijd misten 'n zeer artistieke voortzetting in de lied- voordrachten. K. DE JONG. Hij vulde het tooneel met zijn steeds opgewekt spel en zijn lach werkte aanstekelijk, ook op de zaal. De heer Vat? Putten beheerschte het tooneel, telkens als hij op was en werd daardoor zooals het ook moest de centrale figuur, waarom hel ging. Een uitstekend gespcclden rol. Daarop volgde de heer P. de Braber, die den drogen boekhouder geestig typeerde. Zijn nasaal stemgeluid, zijn loopen, zijn handbewegingen, het behoorde alles bij dit type. zonder dat het spel een oogenblik gechargeerd w§rd. Ook Neeltje, de dienstmaagd die met haar spaarduitjes voor dezen boekhouder een zoo begeerlijke partij was mocht er zijn, zooals zij door mej. Leendèrs werd ge speeld. En dan was er mejuffrouw Bellaart, die van Louki een frisch, levendig perhsoontje maakte, Vooral het tooneeltje met Jhr. van Panhuyzen in II speelde zij guitig en in den juisten toon. De heer Mey zorgde als Karei Banders o.a. voor het vlugge tempo. Op zich zelf is dit een deugd, wanneer de dictie er tenminste niet onder lijdt en dat laatste was nu een dan bij dezen speler het ge val. Hoe vlug men het tempo ook neemt, men mag nooit verzuimen ook zijn rusten te nemen, omdat anders het spel spoedig vlak wordt.. Toch werd de rol over het geheel door den heer Mey niet on verdienstelijk gespeeld. Kees, de magazijnknecht, is een dankbaar rol letje en ook de heer Bern hard heeft er plezier van gehad.-Heel aardig was hij bijvoorbeeld in het tooneel met Frits Banders, toen hij hem de sigaar presenteerde en ook verder wist hij het type goed vol te houden. De niais is voor een dilleljant altijd een der gevaarlijkste rollen. Dit bleek ook gisteren weer met Jhr. van Panhuyzen, die door den heer Van Bilderbeek al te veel naar de charge werd ge trokken en daardoor een caricatuur werd. De kleinere rollen werden naar behooren ver vuld, zoodat het- als geheel een prettige voorstel ling werd, die bij het publiek dan ook veel succes had. Er is veel en hartelijk gelachen en na elk be drijf was er dankbaar applaus. J. B. SCHUIL. De Bonte Spelers van Alkmaar „VOLLE MAAN". Voor de Haarlemscihe afdecling der Nederland sche Reisvereeniging' hebben „De Bonte Spelers van Alkmaar" Zaterdagavond in de zaal van den H.K.B. een cabaret-programma gegeven, dat bij de leden blijkens het herhaald en hartelijk ap plaus zeer in den smaak is gevallen. Deze Alk- maarsohe dames en heeren zijn amateurs en als zoodanig moeten wij hun werk ook beoordeelen. Bont was het programma, dat zij brachten, zeer zeker: er zat variatie en wat bij cabaret 'n goed ding is vaart in. De inleiding een theaterdirecteur, die, omdat het te spelen stuk verboden wordt, amateurs op roept om voor het publiek op te treden was aar dig gevonden en al had deze „proloog" wel wat meer uitgewerkt kunnen worden, hij bracht reeds dadelijk stemming in de zaal. Wij kre'gen een pianist, een microfoon-zangeres, twee danseres sen, een sketch, een goochelaar, een chansonnier en een imitator, afwisseling dus genoeg, en al stonden niet alle nummers op heizelfde peil. er werd toch steeds met animo gedanst, gespeeld en gezongen. De goochelaar had wel het meeste succes en verdiende dit ook volkomen. Voor een amateur was dit werkelijk verrassend goed en hij bracht ook het noodige aplomb mee op het tooneel. Zijn imitaties van Louis Davids, Chevalier, Tauber en Josephine Baker die hij later gaf, kon ik minder waardeeren, maar dit eischt ook een bij zonder talent. De heel Kloek was een vlot en be schaafd conférencier en droeg zijn actueele liedjes met entrain voor. De sketch ,,'n Beetje gehoorig" had het voordeel, dat zii althans voor mij nieuw was' en zü werd vlot gespeeld. Het grootste lachsucces van den avond was voor „Kees en Klaas", de twee Hollandsche boertjes, die van hun tocht per tandem naar Utrecht vertelden en zongen en dat met werkelijiken 'humor en in den juisten boer- schen toon deden. Mejuffrouw Nelli Rutteris zong liederen voor de miccrofoon. Haar stem is sympathiek en zij zong ook heel zuiver, maar waarom vroeg ik mij af moest dat zingen in een .betrekkelijk kleine zaal nu juist voor de microfoon? Het miste daardoor alle voordracht en bewogenheid. Dans kregen we van twee dames te zien. die een Czardas uitvoerden, waarvoor het tooneeltje wel wat erg klein bleek te zijn. Als geheel dus een programma vol afwisseling, dat zeer dankbaar ontvangen werd. J. B. SCHUIL. WINTERHULP AFD. HAARLEM. Zooals men weet moesten diegenen die zich ten tijde van het uitgaansverbod 's avonds na negen uur op straat bevonden een boete betalen welke ten goede kwam aan Winterhulp Nederland. Naar wij vernemen is hierdoor in de kas van de afd. Haarlem van Winterhulp een bedrag van rond 41.50 gevloeid. De jaarlyksvdhe uitvoering van Bach's Matthaus- Passion werd Zaterdagmiddag gegeven in de be zetting, die we ook van vorige keeren kennen. Het is goed gezien van het bestuur der C.O.V., daarin de continuïteit zooveel mogelijk te handhaven, want alleen daardoor is een ensemble mogelijk, dat met de bedoelingen van den dirigent volkomen vertrouwd is. Wat die bedoelingen van George Robert zijn is niet aan twijfel onderhevig: een uit voering. die wortelt in helder begrip voor den tekst en de muziek van het geweldige drama, die bezield wordt door een groote piëteit en die er dus naar streeft, het allerbeste te geven en te doen ge ven. zonder dat persoonlijke ijdelheid of effectbejag in het geding mogen komen. Zoo was het vorige jaren, zoo was het ook nu. (Adv. Ingez. Med.) Laat ze het ook voor u doen. J Q-toimm in HAARLEM'S DAG- BLAD doen het elk jaar voor 'tienduizenden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 8