Lentebelevenis. TENNISSCHOENEN VISSERS BALTUSSEN U hebt gelijk Schoonmaak ■jPKim ■Br Nu fil men Fa. M. Zwartser I Gr00teHoutstraat3a Voordat U aan de „JE ADRES" N.V. CEMSTO P. v. d. Geest AdvetleeU 3ioe vt geschtoM weid in Thijsse's Hof Onze Schoonmaakijver »em Smalfilmcamera Behangselpapierhuis Geen schoonmaak zonder nieuw Behang H. M. BAKKER SCHOONMAKEN!! Nassaulaan 30-32 - Haarlem RUIME SORTEERING I ALLE MATEN I Schoenenmagazijn jansweg 42 praktijk- examens lessen in Boekhouden Nederlandsch Fransch Duitsch Engelsch Spaansch Zweed sc h Deensch Italiaansch Steno - Typen Opleiding voor Belasting- T. KROON Sr. ORANJE GEVEL Piano f 265.- ZATERDAG 22 MAART 1941' HXXREEM'S DAGBE'AÖ T9 Het schoonmaakfeest in vroeger dagen. Laat me u vertellen hoe er in den ouden tijd werd schoongemaakt. Hoe er officieel werd schoon gemaakt in Amsterdam ter gelegenheid van hoog bezoek. De wijze van schoonmakendaarover kan ik u, eerlijk gezegd, niet zoo heel veel bijzonders verhalen. Het spreekt vanzelf, dat de huisvrouw van 1586 want in dat jaar speelt het hier volgend verhaaltje niet de schoonmaakmidde len tot haar beschikking had, die haar achterklein dochter uit onze dagen ten dienste staan en die in de dozijnen loopen. Denk maar eens aan de tal- looze busjes, fleschjes, doozen en doosjes, die een magazijn van schoonmaakartikelen er op na houdt. Denk er opk eens aan, dat zeep nu nog niet zoo héél lang allemansgading is. Zeep heeft lan gen tijd den last van het accijns gekend en het is nog geen eeuw geleden, dat menige huismoeder met olie en loog haar zeep zelf maakte of. andere reinigingsmiddelen aanwendde. En in 1586 zal er wel niet veel anders dan water en fijn en grof zand geweest zijn, om de boel schoon te maken. Emmers waren er natuurlijk wel en bezems en boenders. En de glazenspuit, een instrument, dat er ook al uit is. Nog maar zelden ziet men zoo'n koperen ding in een emmer water staan met een werkster of dienstbode aan de pompstok, die bij de opgaande beweging het water veroorlooft, in de spuit te vloeien en het bij het naar beneden druk ken met een krachtige» straal er uit stuwt. Nu goed, dat was dan zoo de uitrusting van de schoonmaakster toentertijd. En nu gaan we in ge dachten naar het Amsterdam van het einde der zestiende eeuw. Er zou feest zijn in 't voorjaar. Dat was nu wel niets bijzonders, want er was ieder jaar voorjaarskermis, maar in het jaar 1586 zou hoog bezoek de feestvreugde verhoogen. De graaf van Leicester, de nieuwe stadhouder zou een be zoek aan Amsterdam brengen en het is geen wonder dat men zich te Amsterdam nogal wat van dat be zoek voorstelde. Dat ging al net zoo t als wij 't ook doen: een commissie voor dit en een commissie voor dat en toen men bedenke dat het voorjaar was en dus schoonmaaktijd kwam daar ineens ook de idee van de schoonmaak naar voren. Leicester zou in het Prinsenhof, het tegenwoordige raadhuis, logereen, maar of dat er nu niet zoo proper uit zag of dat onze nationale zindelijkheid zich deed gelden, het bleek noodig, het Prinsenhof van bin- Zóndag vroeg in Maart. Ondanks den stroomen den regen hebben we de stoute schoenen aange trokken en een bezoek gebracht aan Thijsse's Hof te Bloemendaal om daar de Lente te gaan ont dekken. Temidden van die prachtige natuur en onder hét aanhooren van de enthousiaste verhalen ran een natuurkenner als Dr. Jac P. Thijssé is, zijn we al gauw de nattigheid geheel vergeten en ge nieten we alleen maar van het elk jaar weer won dere gebeuren van de ontluikende lente. Het is nu de vroege lente de z.g. „Sneeuwklokjes- lente' En inderdaad bemerken we dat ook spoedig, want zoodra men Thijsse's Hof betreedt ziet men den grond bij den ingang bezaaid met groote toe ven sneeuwklokjes. Ze zijn laat dit jaar, want an ders bloeien de sneeuwklokjes al in Februari, maar door de felle koude is het nu een maand later ge worden. Eveneens vlak bij den ingang bloeien nu de Lenteklokjes, een grootere, forschere editie van de sneeuwklokjes. Een eigenaardigheid van de Lente klokjes is dat ze zichzelf uitzaaien. Tusschen al die witte pracht ontdekken we de gele Winteraconietjes, die hun kopjes boven den grond steken om de eerste milde zonnestralen en het licht van de komende lente op te vangen. Ook ontdekken we de.meer zeldzame paarse Wolbol, een crocusachtig bolgewas. Waarom staan al die voorjaarsbloemen nu juist in zulke groote hoeveelheden bij den ingang? Men heeft dit opzettelijk gedaan om bij de bezoekers al dadelijk bij het binnenkomen belangstelling te wekken. Wanneer het voorjaao guur is, dan houden al deze lenteboden het wel vijf weken uit; maar zoo dra er eenige zonnige dagen komen, is alles opeens Uitgebloeid. Nu zit het blad van boomen en heesters nog in knop en hoewel de tuin aan den eenen kant nog wat wiriterachtigs heeft, houdt hij aan den anderen kant lentebeloften in waarvan dit ver vulling echter pas over eenige weken zal volgen Maar als de zon eenmaal kracht heeft dan is het aardig om te zien hoe de natuur zichzelf gaat in halen en hoe snel alles openbot. p De stroomende regen geeft aan het landschap iets droomerigs, dat we o.a bespeuren wanneer We kijken naar de hazelaars die overal in den tuin aanwezig zijn. De regen druipt van de goudgele katjes en prachtig steekt dat geel tegen de donkere lucht af. Ook de vogels voelen al iets lenteachtigs in de lucht en beginnen hun hoogste lied te zingen; vooral de meezen hebben het erg druk en wat hipt daar, over het pad? Het is een sierlijk roodborstje. In een denneboschje hooren we eensklaps de veel kleurige Vlaamsche Gaai, maar hoe we ook zoeken, ontdekken kunnen we haar niet. Verder zijn er ook musschcn, houtduiven en merels te zién. Wat mij altijd weer bijzonder treft bij een bezoek aan Thijsse's Hof is de groote charme die er van dit plantsoen uitgaat. Men ondergaat er het wonder der natuur in den waren zin des woords en dat alles is te danken aan het vernuft van den genialen landschapsarchitect Leonard A. Springer, die Thijsse's Hof heeft aangelegd. De wilgen zijn nog in poesjes-stadium, d.w.z. ze zijn nog niet in bloei, daarvoor moeten ze eerst nog wat zonnewarmte hebben. Prachtig steken die wilgen af tegen den donkeren achtergrond van het bosch. En ge moet ook eens op den Sleedoorn letten, waarvan de takken nu vol zitten met licht bruine knopjes waardoro het geheel Japansoh aan doet! In het denneboschje bij den vijver heerscht de echte sfeer van het bosch, een tikje weemoedig stemmend, vooral nu er geen zmon is, maar toch van een zeldzame bekoring. Bij den vijver staat een prachtige berk, waarvan de'zilverachtige stam fel afsteekt tegen de som bere regenlucht. Over een tiental jaren zal deze berk tot de mooiste berken van Nederland be- hooren. De berken zijn nu nog in wintertooi en die ranke zilverachtige, jonge berkestammetjes zijn bijna van een sentimenteele schoonheid. In den z.g. Vogelboek, waar we eenigen tijd ver toeven, isc nu weinig te zien en dr. Thijsse ver telt dat men helaas tot de conclusie is gekomen dat er dit jaar minder vogels zijn dan in vórige jaren. De toortsen en primula's (Sleutelbloemen) be ginnen zich al te roeren en wanneer we eenige weken verder zijn za! de grond één veld ver* toonen van al die fleurige primula's. Er zijn drie soorten van in den Hof: de Stengellooze Sleutel bloem, de Echte Sleutelbloem en de Slanke Sleu telbloem. Zoo zijn we dan langzamerhand weer bij ons punt van uitgang aangeland en wanneer we Thijsse's Hof verlaten nemen we een mooie her innering mee aan een kortstondige maar heerlijke lentebelevenis en we verheugen ons al weer op een volgend bezoek aan dit aan natuurschoon zoo rijke oord B. A. Een idyllisch plekje bij den vijver in Thijsse's Hof. 4Eoto archief H.D.) nen en van buiten eens naar den eisch te kuischen. Commissie nummer zooveel dus „Hartelijk bedankt" zeide de vrouw van den pensionaris Mr Nicasius de Sille, van zichzpjl een Jenne van Trillo, „als er schoongemaakt moet worden heb ik geen com missie noodig maar wel ten minste tien flinke schoonmaaksters en de rest kunnen de heeren dan wel aan mij overlaten". De heeren waren wijs en lieten dc zaak aan Jenne over. Jenne monsterde al de schrobsters en boensters van Amsterdam en nam er niet minder dan dertien in dienst. Ze deed roekelooze inslagen aan „besemen, schulpsant, corven" en meer schoon maakgerei, zorgde, dat er voor haar dertien ama zones voldoende „montcosten" aanwezig waren en rukte toen met haar keurbende naar het'Prinsen hof. En toen duurde het niet lang of het water stroomde en de boenders tooverden glanzen van schoonheid te voorschijn en de raagbol werd ge hanteerd en de glazenspuit spoot en wat er al meer gebeurde moet ge maar eens bekijken op het plaatje waarop ge de dertien schoonmaaksters bezig ziet met Jenne op haar post als een veld heer in den slag. t Heele geval kostte Amsterdam 118 gulden 10 stuivers en 8 penningen, een niet gering bedrag voor dien tijd. Maar Leicester kreeg daarvoor een brandschoon logies en als hij menschkundig genoeg is geweest, Jenne een complimentje te maken over haar schrobkunst moet dat voor haar vleiender lof zijn geweest dan de meest hoofsche plichtplegingen, die Mr. Nicasius, haar man, op zijn beurt van den hoogen gast te hooren kreeg. Vrijwel geen enkele htüsvrouw houdt van de schoonmaak, vraagt u het maar aan ieder om u heen. Maar waarom doen jullie het dan? ver baasd oppert de man deze voor de hand liggende vraag. Omdat het noodig Is, zegt de vrouw met haar gezin van twee personen,, en ze voelt zelf dat dit in haar geval geen goed argument is. Omdat wij wèl van het resultaat houden, zegt een andere oprecht, en inderdaad, daar gaat het bij vrijwel iedere vrouw om. Nu meen ik hier mee maar te zeggen, dat werken voor een doel, dat je na aan het hart ligt, dan- weieens minder prettig kan zijn, maar met dat doel voor oogen kun je er toch nooit een hekel aan hebben, en zoo is het nu bij ons, vrouwen, met de schoonmaak gesteld. Er zijn vervelende klusjes bij te doen, maar het bllnkend-schoone huis vergoedt daar zeer veel van. en dus tijgen we leder jaar weer opnieuw met zuchten en animo aan de taak die wij onszelf vrijwillig opleggen. Laten wij het alleen niet zoó ernstig opvat ten of het een levenskwestie betreft. Mevrouw A kan de werkster niet krijgen, die zij er ieder jaar voor aanneemt, want die is ziek geweest en mag nog geen zwaar werk doen. Mevrouw B doet altijd samen met juffrouw C met een schoonmaakhulp, en nu wil de laatste opeens niet meer meewerken. Juffrouw D kan toch niet aan de schoonmaak beginnen zonder zeep en wrijf was, en ze heeft ze geen van belde. Mevrouw E ls nóg niet begonnen, hoe moet ze ooit klaarkomen. Juffrouw F heeft tijdelijk geen hulp, wat komt er nu van de schoonmaak terecht! Dat wordt allemaal in den breede uitgemeten en er wordt over beraadslaagd, alsof er op het oogenblik geen belangrijker dingen zijn dan een schoonmaak en wat daarbij behoort. Het is waar, gelukkig de menschen die in moei lijke tijden niet verlamd terneer zitten, maar zich nog gaan wijden aan de dagelijks voorkomende kleine werkzaamheden van het leven: nuts zij dan ook maar klein willen zien, wat klein is, en niemand zal het met me oneens zijn. dat de schoonmaak daartoe hoort. Plas en boen, werk en zwaai met den stofdoek zooveel u wilt, maar loopt het om de een of andere reden spaak, doe dan niet alsof dit een halsmisdaad is, dan wordt onze terecht befaamde Hollandsche netheid een benepen karaktertrek die ons niet bepaald siert. Hoewel wij onze bewaarwoede min of meer moeten beteugelen, is het toch noodzakelijk in een tijd van schaarschte als deze, dat wij met overleg te werk gaan bij het opbergen van de dingen die alleen in den winter gebruikt worden, en die. straks weer dienst zullen moeten doen. Daarbij moeten wij met twee belangrijke facto ren rekening houden en wel met de motten en met vocht. Alle wollen goed beteekent een maal voor de mottenlarven, en al is het meestal niet zoo cata- strmshaal, dat alle onoordeelkundig opgeborgen wc -n kleeding door de motten wordt aangetast, wij wéten nooit van tevoren welk stuk door hen als diner zal worden uitgekozen, zoodat wij ge noodzaakt zijn om alles behoorlijk te verzorgen. Nu heeft één ding wel een schreefje voor bij" de mót en dat is het wollen goed met vlekken, zorg dus'dat die er zooveel mogelijk uit zijn. laat ae kleeding uitstoomen als uw beurs dat toelaat, of ontvlekken. of probeer er zelf zooveel mogelijk mee te bereiken. Hang het goed in de zon en den wind buiten te wapperen, zoodat het frisoh is, haal kraagjes en manchetten, sousbras, ceintuurs en dergelijke er af, maak ze schoon en bewaar ze apart in een d°Borstel alles flink uit, hang het weg in motten- zakken, of leg het in een kleerenkist met een middeltje tegen de mot erbij. Sputtert uw gezin erg tegen de lucht van kam fer of naphtallne, leg dan versche kranten tus schen het goed, en ook bovenop voordat de kist gesloten wordt. Natuurlijk ls het zaak om dan eerst het lichte goed ln*vloeipapier te wikkelen. Tricotkleeding wordt het best gevouwen be waard. om uitzakken te voorkomen, en dat kan ook heel goed in versch krantpapier worden ver pakt. Onze tweede vijand vocht, kan het best bestre den worden door de ramen wild open te zetten bij mooi zonnig weer, en ze dicht te laten als het regent. Dat eischt dus wat overleg, maar bij alle overleg dat tegenwoordig noodzakelijk is, is dit slechts een klein onderdeeltje. Bovendien moeten wij zorg dragen, dat onze opgeborgen kleeren en dekens op een droge plaats hangen, dus niet in den kelder, die altijd min of meer vochtig is. maar .beter op zolder, of ln een kast die behoorlijk geventileerd kan worden. Heeft u die .niet, dan zot u bij zonnig droog weer de kastdeur overdag open, zoodat alles flink droog blijft. Tenslotte bewaren we overschoenen liefst op een .koele, donkere plaats, liever in den kelder, dan in 'een warme kamer, terwijl wij de schoenen, die wij in den zomer zeker niet dragen zullen, goed schoonmaken, zoo noodig flink met schoenwas in en uitwrijven en ze ook op een koele plaats weg zetten. Als laatste komen we aan onze schaatsen, die worden schoongemaakt, de ijzers eventueel met schuurpapier afgeschuurd, waarna ze met vase line worden ingevet. Als u dan de riemen met was inwrijft en de schaatsen ln kranten verpakt opbergt, kunt u in den volgenden winter op een goed onderhouden paar rekenen. Mocht er bij al dat opgeborgen goed nogeens iets zijn, dat noodig kan zijn in den zomer, leg het dan voor de hand. zoodat er niet alles voor overhoop gehaald behoeft te worden. Leute met eeri 8 m.m. in zwart-wit en in kleuren 0 Vraagt inlichtingen begint, zouden wij U willen adviseeren, neemt ook even Uw BEHANG onder de loupe. Al Uw moeite en zorg kunnen ver gald worden door een leelijk verschoten behangsel en meestal komt U te laat tot deze conclusie. Wendt U daarom tot het 156 Gen. Cronjéstr. 156 - Tel. 20948 Waar U de mooiste en meest moderne Stalen op BEHANGSELGEBIED kunt bezichtigen. ZEER BILLIJKE PRIJZEN. STALENBOEKEN worden gaarne op aan vrage gezonden BAKKER 'S BEHANG Apart en Goedkoop Wij verkoopen R. D. behang. Gen. Cronjéstraat 135, Tel. 11657 Vakkundige behangers beschikbaar. VAN ONDER TOT BOVEN VAN BINNEN EN BUITEN Telefoon 11363 Telefoon 11363 HANDELSINSTITUUT TELEF. 15568 - HAARLEM. Opleiding tot alle Consulent. Vraagt gratis Prospectns! UITSLUITEND GEDIPLO MEERDE KRACHTEN. dat u nu nieuwe meubelen koopt. Uw gebruikte, ook uw wat ouderwetse mahonie meubelen, kopen wij wel van u. Rivierv.m. 5 b. d..Gr. Kerk. tel. 14911, 't huis m. d. Uw adres voor In- en Verkoop van bedden, ledikanten, kachels, koperwerk ehz. Prachtige Duitsche ln- en uitwendig als nieuw, geheel in koper, mooie diepe volle toon, volledige garantie. VAN WOUW, Kruisstr. 41. Telef. 13354. Zorgvuldige behandeling doet het jonge plantje op groeien tot een stevlgen boom. Een zorgvuldige behandeling van uw oogen maakt dat U Uw heele leven lang de be schikking houdt over een perfect gezichtsvermogen. Laat daarom Uw oogen eens onderzoeken, als U meent klachten te hebben. Een goed brilletje brengt uitkomst. Gen. Cronjéstr. 15 Telef. 15003. in dit blad

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 13