Een eigenaardige aanbieding ee avonturen van DONDERDAG 3 APRIL1 1941" HAARLEM'S DAGBLAD" Baron Van Hardenbroek dijkgraaf van den Haarlemmermeerpolder. K. J. G. baron Van Hardenbroek. (Cliché Archief) Na een feilen verkiezingsstrijd is Woensdag K. J. G. baron Van Hardenbroek, burgemeester van Bennebroek, gekozen tot dijkgraaf van den Haarlemmermeerpolder in de vacature ontstaan doordat de heer J. C. Reinders Folmer wegens het bereiken van de leeftijdsgrens na een eer vollen staat van dienst zijn functie neerlegt. Baron van Hardenbroek verwierf 228 van de 426 uitgebrachte stemmen, mr. S. Naayen, advo caat te Rotterdam, verwierf 197 stemmen. Baron van Hardenbroek die in jagerskringen een bekende figuur Is en het voorzitterschap ran de Nederlandsche Jagersvereeniging en de Jaahtver- eeniging „Nimrod" vervult Is thans 50 jaar oud. Geboren te Bunnlk, bezocht hij het gymnasium in Utrecht en daarna de Rijksuniversiteit aldaar, waar hij rechten studeerde. In 1911 werd baron van Hardenbroek reserve-officier bij .do cavalerie en gedurende de mobilisatie was hij ordonnance-offi- lier. In 1918 promoveerde hij en vertrok daarna naar Ned.-Indië om in het Ned. Indische leger dienst te doen. Na een verblijf van vier jaar keerde hij naar het vaderland terug en werd volontair ter gemeente-secretarie van Soest. Sinds 1935 is baron van Hardenbroek burgemeester van Bennebroek. RAAD VAN TOEZICHT RIJKSPOSTSPAAR BANK. Mr. W. M. J. van Lutterveld te Bloemen- daal is met ingang van 1 April 1941 benoemd tot lid van den raad van toezicht op de Rijks postspaarbank. MetJngang van 1 April 1941 Is aangewezen tot voorzitter van dien Raad, het lid, mr. P. Hofstede de Groot. KORPS VROUWELIJKE VRIJWILLIGERS. Dé regeeringscommissaris voor Haarlem heeft besloten, voor de huisvesting van een evacuatie- post van het Korps Vrouwelijke Vrijwilligers (K. V. V.) een gedeelte van het perceel aan het Nas- sauplein no. 2 te doen inrichten en voor deze in richting beschikbaar te stellen een bedrag van 1 1.200. VEREENIGING VAN HUISVROUWEN. Prof. Van der Pluym houdt Maandagmiddag 7 April in de aula van Teyler's Stichting aan het Spaarne te Haarlem voor de afdeeling Haarlem en Omstreken van de Ned. Vereeniging van Huis vrouwen een lezing met lichtbeelden over het on derwerp: „Het leven van Leonardo da Vinei". Dinsdagmiddag 8 April houdt de heer J. O. W. F. Reus, tuinarchitect te 's Gravenhage, in het ge bouw „Zang en Vriendschap" te Haarlem een lezing over het onderwerp: „Groenten en vruch ten kweeken in eigen tuin". Vrijdagmidddag 18 April is er in Hotel „De Leeuwerik" een liehtpropagandamiddasr, aange boden door de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven, in samenwerking met het G. E. B. te Haarlem. Het programma vermeldt o.a.: decla matie door Pirn Siegers: Vlaamsch proza; causerie over „Ooghygiëne" door den heer J. W. Favié van de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eind hoven; declamatie door Pirn Siegers: Nederland sche poëzie: korte lezing met lichtbeelden over „Huisverlichting" en „Doelmatige afscherming der woning", door den heer J. W. Favié en decla matie door Pirn Siegers: Zeeuwsche schetsen. Donderdag 24 April wordt er een excursie naar het Koloniaal Instituut georganiseerd. Dinsdag 29 April is er een sluitingsmiddag in Hotel „De Leeuwerik". Het programma meldt: vordracht van mevr. Francien KooteGerresse uit Den Haag; uitvoering van het orkestje onder leiding van mevr. Rie van Eden, en uitvoering van het koortje onder leiding van mej. Cor Igesz; aan den vleugel mevr. Truus MondriaanLigt- hart. Winterhulp Nederland. Bijdrage uit de Haarlemsche gemeentekas. Omdat het, blijkens den brief van Ged. Stalen van Noord-Holland aan B. en W. van Haarlem d.d. 22 Januari jl.. in de bedoeling ligt dat de kosten van de Stichting „Winterhulp Nederland" zoo goed als geheel voor rekening van de gemeente worden genomen, heeft de regeermgscommissaris voor Haarlem besloten, ten behoeve van de stichting „Winterhulp Nederland", afdeeling Haarlem, voor het tijdvak 1 September 19401 September 1941. een bijdrage uit de gemeentekas beschikbaar te stellen van ten hoogste f 16.300. BESMETTELIJKE ZIEKTEWET. De regeeringscommissaris voor Haarlem heeft besloten vast te stellen een Verordening tot wij ziging der Verordening op de heffing en invor dering van rechten voor afzondering, verpleging onderzoek en vervoer, als bedoeld in art. 21 dei- Besmettelijke Ziektewet (Stbl. 1928 no. 265), vast gesteld bij raadsbesluit van 27 September 1939. Het eenig artikel luidt: In art. 1, le alinea, art. 2, le alinea en art. 3. le alinea vervallen de woor den: „voor zoover de kosten daarvan niet door de belanghebbenden zelf worden gedragen". DRAAGRIEMENSTELLEN VOOR DE POLITIE. De regeeringscommissaris voor Haarlem heeft besloten, ten behoeve van het aanschaffen van le deren draagriemenstellen voor het politiepersoneel te Haarlem f 1.400.ter beschikking te stellen. BEZOLDIGING AMBTENAAR KEURINGS DIENST VAN WAREN. Naar aanleiding van het feit, dat de ambtenaar bij dein keuringsdienst van waren voor het gebied Haarlem R. C. Visser met ingang van 1 Februari 1941 is benoemd tot halchef van het Staatsvisschers havenbedrijf en als zoodanig belast is .met de alge meen® leiding bij de keuring van visoh te IJmui- den, heeft de regeeringscommissaris voor Haarlem besloten, de bezoldiging van den heer Visser te re kenen van 1 Februari 1941 af, te bepalen op f 142.50 per jaar en den pensioengrondslag te rekenen van 1 Februari 1941 af, vast te stellen op f 143. OPNEMING KAS GEMEENTE-ONTVANG ER. Bij besluit van den Raad van Haarlem van 7 April 1920, werd aan B. en W. de bevoegdheid ge geven het opnemen van de boeken en de kas van den gemeente-ontvanger op te dragen aan een lid van het college. De regeeringscommissaris voor Haarlem heeft besloten, aan het raadsbesluit van 7 April 1920 ach ter het woord „college" toe te voegen de woorden: „of een daartoe aangewezen deskundige". Crediet Beatrixschool. Verhoogd met 1105. Voor den bouw en de eerste inrichting van de Beatrixschool aan de Gilles Schoolmeesterlaan te Haarlem werd indertijd door den raad een cre- diet toegestaan van f 135.329. Het blijkt dat de volgende bedragen nog noodig zijn: voor het meubilair voor de school f 450, voor tafels en banken voor het lokaal handenarbeid f 335 en voor nog aan te schaffen leermiddelen voor het zesde leerjaar f 320. De regeeringscommissaris voor Haarlem heeft besloten bovengenoemd cre- diet met deze gelden te verhoogen. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smede- straat te Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en 13 u. Geldstuk, Sietses, Jan Evertsenstraat 29; kinder- hoed. Bureau van Politie; dameshorloge met band je, Wessels, Gen. de Wetstraat 51; hond, Klein, Oranjestraat, 86 zwart; dameskousen en sportkou sen, Brons, Dr. Schaepmanstraat 35; meter In étui. Hieuwermans, Zijlweg 58; damesportemonnaie met inh., Zwart, Nachtegaalstraat 5; rijwielbelasting- merk, Witte, Ged. Raamgracht 56; vulpenhouder, De Vries, Ripperdapark 20. Kinderauto, v. Schaik, Reitzstraat 29; Arm band, Baars, Dutrystraat 20; Automaat, van Looy, Binnenweg 188, Heemstede; Kerkboek, Huiboom. Zaanenlaan 157; Bril in étui, Bas- tiaan. Zijlweg 90; Brfl in étui, Kaper, Nach tegaalstraat 89; Beursje, Zonneveld, Damiate- straat 10; Handwarmer, v. d. Pligt, Bosch en Vaartstraat 8; Handschoen, Huiselaar, Tromp straat 9; Spoorkaart, Smulders, Tetterode straat 35; Muts, v. d. Broek, Planetenlaan 142, Mes, Swart, Tempelierstraat 63, Portemonnaie m.i., Valkenier, Zwaardstraat 1; Portemon naie m.i„ Vonk, Patrimoniumstraat 5; Lap zijde, Hoogland, Fabriclusstraat 24. „DE RAMBLERS" IN HET CONCERTGEBOUW TE HAARLEM. „De Ramblers" zullen Zaterdagavond onder lei ding van Theo Uden Masman hun medewerking verleenen aan een in het Concertgebouw te Haar lem te organiseeren dansavond. Er zal ook een show worden gegeven die ongetwijfeld de belang stelling zal trekken. TOELATINGSEXAMEN M.O. SCHOLEN TE HAARLEM. De toelatingsexamens voor de Middelbare School voor Meisjes, de H.B.S. A, de 1ste en 2de H.B.S. B te Haarlem worden, wat het schriftelijk deel be treft, gehouden op 12 en 13 Juni a.s. De data van het schriftelijk toelatingsexamen voor het gymna sium zijn nog niet vastgesteld. De inschrijving van leerlingen zal geschieden op 28 April, 2 en 8 Mei. Ondanks de moeilijkheden, aan het verkrijgen van grondstoffen verbonden, handhaaft de Nederlandsche schoenindustrie haar ouden roem. Een detail van het interessant productie-proces, dat in 300 fabrieken aan meer dan 12000 arbeidskrachten werk geeft. (Foto Pax Holland) Haarlemsche Kantonrechter JEUGDIGE BIERLIEFHEBBER. HAARLEM Woensdag Een caféhouder te Beverwijk kreeg regelmatig bezoek van een uit de kluiten gewassen jongeman, die zich voor 18 jaar uitgaf en die regelmatig 'biertjes dronk en biljart speelde. De jongen bleek echter nog beneden de 16 jaar te zijn, met ihet ge volg dat de caféhouder hedenmorgen voor den Haarlemschen Kantonrechter moest verschijnen, want een jongen beneden 16 jaar mag niet in zijn eentje een café binnenstappen, en zich daar n.b. tegoed doen aan bier. De caféhouder zei niet te hebben -beseft dat de iongen zoo jong was, en de ambtenaar van het O.M. was "t met hem eens dat de jongen er ouder uitzag dan hij was. De rechter vond dat de café houder in zulke gevallen beter moet informeeren en legde hem een boete op van f 20. =c VOOR DE KINDEREN Noor l A Goui-emcur JWn a.-emurta Mf/niwcr PrlU.ktl* T&tLening i'an Aart uan Ewljk. DE VERBEURDVERKLARING VAN WAPENS ENZ. 's-GRAVENHAGE, 1 April. Het Verorde ningenblad van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, houdende wij ziging en aanvulling van de verordening no. 220-1940 betreffende de verbeurdverklaring van wapens, munitie en springmiddelen. Zooals bekend werden in laatstgenoemde ver ordening de bepalingen over de verbeurdver klaring niet van toepassing verklaard op wa pens, welke voor de jacht bestemd zijn. Volgens de heden van kracht wordende wijzi ging is deze uitzondering echter niet toepasse lijk op voor de jacht bestemde wapens, welke onder genoemde personen in geslag zijn ge nomen of aan zoodanige personen toebehooren: a. Personen die op grond der verordening no. 6-1941 betreffende den aanmeldingsplicht van personen van geheel of gedeeltelijk Joodschen bloede dienen aan te melden, met uitzonde ring van diegenen, die slechts van een naar ras Voljoodschen grootouder in den zin van be doelde verordening stammen. b. Personen, die tot de Joodsch-kerkelijke gemeenschap behooren. PROT. CHR. JEUGDWERK. De gecombineerde Leiders-Leidstersdag, dio onlangs moest worden uitgesteld, is thans be paald op Zaterdagmiddag a.s. half drie in het clubhuis Damstraat 19. MUZIEKPRIJS VRAAG STICHTING ROTTERDAM 1939. Rotterdam, 1 April De jury voor den muziekprijs van de kunstcommissie van de Stichting Rotterdam 1939 heeft twee tweede prijzen ad f 400 toegekend aan de composities, ingekomen onder motto „Ituriel" en motto „Soo sal 't hier nae in vredep zijn". Maar elnd'lijk, in hun hoogsten nood. Zien zij daar aan de kim een boot. Nu is dan werk'lijk 't leed geleden". Zegt Prikkebeen en lacht tevreden: Men heeft ons ginds op 't schip gehoord: En haalt ons weldra nu aan boord." En ja de vreugde stijgt ten top De sloep neemt 't drietal haastig op. En 't eerst klimt 't is haast niet te g'looven - De dappre Ursula naar boven. Zij vindt het angstig, krijscht en gilt En roept: „Ik heb $lit nooit gewild." FAILLISSEMENTEN. (Opgegeven door atfd. Handelsinformaties v. d. Graaf en Co. N.V. Amsterdam. UITGESPROKEN; 27 Mrt. W. de Wit, siersmid, Sneefc, Prinsegracht 22. R.C. Mr. Baron van Harinxma thoe Slooten. Cur. Mr. J. P. Winsemius. Snéek. 28 Mrt.: Johannes Notenboom, spoorbeambte, Roosendaal c.a„ Charitasstraat 42. R.C. Mr. F. A. J. Marres. Cur. Mr. H. A M. Smits, Roosendaal, Stationsplein 12. 28 Mrt: H. Schoonbeek, caféhouder, Delfzijl. R.C. Mr. J. A. G. Kattenbusch. Cur. Mr. A. T. Vos, Applngedam. In de week van 24 t'm 29 Maart 1941 werden in Nederland 12 faillissementen uitgesproken. OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF: 26 Mrt. P. H. Hendrix, den Bosch. 26 Mrt. S. P. Sies, kleermaker, Rotterdam. 26 Mrt. J. de Vos, aardappelenhandelaar, VI aardingen. 27 Mrt. M. Th. van Ottelen, rijwielhandelaar. Eist (O.B.) 27 Mrt. Joh. de Groot, Voorhout. GEDEPONEERDE UITDEELINGSLÏJSTEN 16 Mrt. J. Ruiters, den Bosch. Geëindigd door het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst. Uibk. 2,52%. 28 Mrt. J. Kliphuih, verzekeringsagent, vroeger wonende te Hoogezand, thans te Zwolle. Gecndigd door het verbindend worden der slobuitdeelings- lïjst. Uitk. 10%. door MABEL-GRUNDY. Vertaald door E. GRIESE-KETS DE VRIES. 15) Terwijl Whiff naar haar keek, dacht zij, dat als er een laatste man of laatste vrouw voor de wereld verging, dit de tante van mijnheer Quinton zou zyn. Whiff stond op en moeheid voorwendend; zei ze, dat zij naar bed wilde gaan, als mevrouw Dims- dale haar wilde verontschuldigen. „Zeker". Tante Sophia's oogen bicven op haar gericht. „Welterusten". „Welterusten", zei Whiff. Ze aarzelde. Zou zü haar een hand durven geven? Haar moeheid was niet verzonnen. De dag was lang en opwindend voor haar geweest, haar boenen beefden onder haar, maar bij het zien van Quinton, die haar met angstige, bedroefde oogen gadesloeg, oogen, die peinzend schenen te vragen: „U bent niet moede loos? U bent niet reeds verslagen?" richtte zij zich sportief op en ging de kamer door naar mevrouw Dimsdale; daar bleef zij, een nietig ding, voor deze massieve figuur staan en zei pog eens zacht met: uitgestoken hand: „Welterusten, mevrouw Dims dale". Mevrouw Dimsdale vatte de hand, zooals men een dosis medicijn inneemt en liet ze onmiddellijk los. Maar nog toefde Whiff. Quinton, die geen oog van haar afhield, sloot en omsloot zijn handen met stijve bewegingen, zich afvragend. waarom zij wachtte. Tante Sophia keek niet op, sprak niet, noch gaf zij de geringste aanduiding, dat zij wist, dat die toegevende gestalte aanwezig was. Zenuw achtig zat Quinton te wachten en te kijken. Plot seling kreeg hij het haast niet te onderdrukken ver langen, om zijn eigen armen rond die wachtende figuur te slaan en haar te troosten. Het leek hem. of ze troost noodig had, ze was zoo erg nietig! Toen sprak Whiff. Voorover buigend tot haar glanzend hoofd bijna dat van tante Sophia raakte, zei ze op lagen, overredenden toon: „Mag ik mag ik u kussen, mevrouw Dimsdale? Ik heb altijd zoo naar een moeder verlangdMag ik?" „Neen", antwoordde tante Sophia, en Whiff vluchtte. HOOFDSTUK XL Vermoeid als zij was, meer geestelijk dan licha melijk, viel Whiff, nadat zij haar kamer bereikt had, op haar bed neer en kreeg lachstuipjes. Be vreesd, dat zij beneden gehoord kon worden, want haar kamer lag boven de zitkamer, probeerde zij het geluid te smoren door een van de kussens tegen haar gezicht te drukken. „Ik zal nooit in staat zijn vol te houden", dacht zij: „de uitdrukking van haar gezicht zal me dooden en wat haat ze me! En het verbaast me niet. Ik zou mezelf haten. Van alle blatende, sentimenteeele. lijmerige, overdreven, verwaande, onuitstaanbare schepsels ben jij de grootste, Whiff Woffran! En het spijt me werkelijk voor jou, Sophia Dimsdale, ofschoon je een leelijkerd bent!" ,.Na een poosje stond zij op en begon uit le pak ken, en weer dreigde haar een lachbui te over vallen. Er was nauwelijks een kleerhanger of haak of lade beschikbaar ten gebruike van een gast. Van het eerste oogenblik van hun aankomst werd hun duidelijk te verstaan gegeven, dat er van hen verwacht werd niet te blijven, dat wil zeggen, lang te blijven. De eenige beschikbare haak in de kleer kast en de eenige beschikbare kram achter de deur wezen hier veelzeggender op dan woorden. De eenige beschikbare lade in de kast schreeuwde het luid. Waarom dus de moeite nemen van uitpakken. Zie je dan niet dat alle andere haken en spijkers propvol zijn gehangen met eigendommen van me vrouw Dimsdale. En als men tenslotte nog oogen had om te zien. kon men zien. Kleeren, die een menschenleeftijd in het bezit van mevrouw Dims dale moesten zijn geweest, zwollen en golfden en puilden uit ieder gat en iederen hoek van de ont zaglijke mahonie garderobekast en de geweldige ladenkast. Afgedankte japonnen, wijde japonnen, nauwe japonnen, met strooken. met jabots, ge plooide rechte geplisseerde, parapluvormig, doos- vormig, harmonicavormig, japonnen die crinolines noodig hadden, japonnen, die riepen om gedribbel, japonnen, die in hun ontstellende afgrijselijkheid gilden om uitroeiing op den brandstapel. Dan wa ren er sjaals: zijden, wollen, gehaakte, gebreide ruige, Shetland, angora, witte, vuurroode, bruine, paarse, en er waren nachtponnen en jakken, en onderrokken van flanel, rood flanel met geschulpte zoomen en alpaca onderrokken en moiré-zijden, merinos, keper. En er waren kousen, corsetten, corsetten van een reusachtige maat, met baleinen, die veel op laadstokken leken en handschoenen en linten en hoeden en mutsen. Zelfs de ruimte onder het bed was gevuld met oude, afgedankte hoofd deksels in kartonnen doozen in verschillende ouderdomsstadia, haast een phalanx van doozen in gesloten formatie. Een mand voor vuil waschgoed was er niet aan ontkomen; ze had eveneens een vrijplaats moeten bieden aan de afdankertjes van mevrouw Dimsdale. Ze was gevuld met laarzen en schoenen, die al pijn veroorzaken alleen al als je er over schrijft. Laarzen, met elastieken zijkanten, met vierkante neuzen en maat 8. Whiff rilde, toen zij er een opnam, en er ontsnapte haar een lach, toen zij een tweede bij haar eigen kleine, satijnen muiltje, maat 3Vz hield. „Arme tante Sophia!" mompelde zij, en een golf van iets, verwant aan medelijden sloeg plotse ling over haar heen, toen zij naar de heterogene verzameling in de open kleerkast en laden vóór haar keek, met hun doordringenden, museumach- tigen geur uit voorbije dagen. Het rampzalig over schot van een zelfzuchtige, liefdëlooze en onbe minde vrouw. Het leek haar een beetje meelij wekkend, dat, als mevrouw Dimsdale eens kwam te sterven, zij onbeweend, ongeëerd en onbetreurd zou zijn. Behoedzaam en stevig sloot zij elke lade, sloot de kleerkast, trok de sprei over het leger van doozen en plaatste de waschmand vlak bij het wijd geopende raam; toen spoot zij lavendel-water door het vertrek tot de lucht keurig en frisch was. Geen wonder dat bezoekers waren gevlucht! Wie wenschte lang te blijven toeven in een dergelijke muffe, beschimmelde atmosfeer. Wist mijnheer Quinton iets van den voorhistorischen toestand van zijn logeerkamer? Neen, Whiff was er van over tuigd dat hij er niets van wist, noch van den hobbeligen staat van de logeerkamér-matras, een hobbeligheid, die zich moest opdringen aan ver moeide ruggegraten, schouderbladen en heupen, zonder eenige minnelijke schikking. Toen zij de hob bels door schudden en duwen en stompen en glad strijken wat minder hobbelig trachtte te maken, was zij er weer van overtuigd dat hij er niets van wist. Zij vreesde, dat haar een slapeiooze nacht te wachten stond. Morgen, besloot zij, toen zij haar haar stond te borstelen, zou zij mevrouw Dimsdale vragen, wat de overeenkomst was tusschen een raaf en een schrijftafel. Zij was blij bij de gedachte, dat mijn heer Quinton, te oordeelen naar zijn houding van den vorigen dag, tusschenbeide geneigd mocht zijn tot spelletjes, anders vreesde zij, dat zij het niet lang met tante Sophia zou uithouden. „Neen", zei ze, terwijl zij in het hooge, groote bed klom eri temidden van de haar omringende hobbels een zacht plekje trachtte uit te hollen, „tante Sophia moest alleen genomen worden in „homoeopatische doses" als men de vuurproef wil doorstaan: een hart-tot-hart-babbeltje, een feest voor de oogen van zwart-leeren schoenen op een voetenbankje en groote, witte vette handen, die laat ons zeggen een paar uur 's morgens breien dan een uurtje rusten, zoover mogelijk verwij derd van tante Sophia om op adem te komen. Dan lunch en opnieuw tante Sophia met een vettige kin en een enorm vermogen om groote hoeveelheden voedsel op haar bord te nemen, gevolgd door nog meer tante Sophia in de zitkamer in gezelschap van haar „kleine bezittingen". Dan een half uurtje wandelen in de frissche lucht om bij te komen en kracht te verzamelen voor al weer tante Sophia en thee en het verzwelgen van verder voedsel, gevolgd door een tweede hart-in-hart babbeltje, cn nieuwe uitgaven van leeren neuzen en vette, witte handen en breien en pennemessen, en hoogezijden werk- tasschen, en.... en...." Whiff sliep net zoo gezond en droomloos als een klein kind. HOOFDSTUK XII. De volgende dag was de langste en moeilijkste van Whiff's bestaan en de meest onaangename on ellendigste van mevrouw Dimsdale's leven. En toch, wat een engel was Whiff voor Tante Sophia geweest. Hoe had zij naar haar geglim lacht. zich naar haar geschikt, tegen haar genraaï. met haar gesymnathiseerd, naar haar geluisterd, haar geraadpleegd, getracht haar breiwol voor haar op te houden, getracht een hulp en troost voor haar te zijn, getracht alle gevoel van eenzaamheid van haar te verdrijven, getracht een dochter, kleindoch ter. nicht, achternicht, kameraad, hulp, vriendin, oude vriendin, heele oude vriendin en algemeene troosteres te zijn, alles tegelijkertijd. Mevrouw Dimsdale knarste op haar tanden, toen zij er aan terugdacht, terwijl Whiff lachstuipjes kreeg, toen z$ hetzelfde deed. Voor het ontbijt was afgeloopen. voelde mevrouw Dimsdale al. dat zij de „dingen" nauwelijks zou kunnen verdragen, 's nachts wist zij, dat zij ze niet verdragen kon, wist het tot het uiteinde van iedere geprikkelde, afgetobde en trillende zenuw. Nie mand zou ze kunnen dragen, de meest lijdzame en geduldige heilige op aarde niet. Job zou binnen een half uur bezweken zijn, en alle martelaren in een kwartier. Tante Sophia zei tegen zichzelf, dat het voor iedereen een werkelijk folterende straf zou zijn, dit Woffran-meisje op zijn dak te krijgen. Men zou er op kunnen zinspeien, dat haar aan wezigheid ongewenscht was, en zij zou alleen maar glimlachen: bij alles wat men zei zou zij doorgaan met, glimlachen: men zou dreigen en schreeuwen en zij zou meer dan ooit doorgaan met glimlachen; men zou vloeken en stampvoeten en bulderen, en zij zou één groote, allesomvattende glimlach zijn een glimlach, die zich uitstrekte van oor tot oor en van kruin tot aan haar voetzolen. Tante Sophia huiverde en kreunde, omdat toen zij dien avond trachtte te slapen, Whiff's glimlach aan de opper vlakte van haar geheugen bleef drijven. Aan het ontbijt was Whiff begonnen met tact vol te zijn; de tact, die zich aan je opringt, die zich doet gelden. Zij was zacht geweest, beschroomd, bescheiden en behulpzaam, zij had zichzelf weg gevaagd. Zij had de toast aan tante Sophia aan gereikt met een smeekend gebaartje, toen er geen behoefte bestond om ze aan te reiken, daar ze reeds minder dan een halven voet van tante So- nhia's neus stond. Zij zou er op aangedron gen. dat .zij alle toast zou nemen (hetgeen tante Sophia toch al van nlan was geweest, nadat Chris topher. ziin twee afgepaste stukken had genomen). (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6