Op Ontdekkingsreis
-
LANGS DE STRAAT.
Muziekgilde zal binnenkort worden opgericht
Een verdwenen vak.
DINSDAG S APRIL' 1941
HïSRERM'S DAGBEAB
3
in de arbeidssfeer van
Wc gaan tot hem, hij ontneemt ons iets en toch
betalen we hem met vreugde. Ra. ra wie is dat? De
kapper! Inderdaad, de kapper, wiens arbeidssfeer
zich tot den omvang van ons hoofd verhoudt als
de werkelijke sfeer buiten tot den omtrek van de
aarde. Want de kapper oefent zijn eigenlijke werk
zaamheden uit rond om den schedel, en in die sfeer
is het dat de punten van de schaar lustig klapperen
als de snaveldeelen eens hongerigen lepelaars, de
tondeuze snort als een welgesmeerde grasmachine-
in-klein-formaat en het scheermes zich heen en
weer beweegt.
De kapper is een belangrijke functionnaris in
onze maatschappij en het is daarom zeer terecht dat
we zijn domein in onzen ontdekkingstocht in de
diverse arbeidssferen betrekken. Stel u eens voor
dat er geen kapper was! Een fotograaf kunnen we
missen, want dan laten we maar geen kiekjes van
ons maken en spiegelen we ons zoo nu en dan maar
in gang-, kamer- en keukenspiegels om te consta-
teeren hoe we er uit zien, een kuiper is als puntje
bij paaltje komt ook overbodig, want we kunnen
nog wel andere emballage dan tonnen fabriceeren,
een borstelmaker. -ach dan borstelen we ons
maar een poosje niet en een dierenartsten
slotte heeft een koe al gekalfd voor dat er dieren
artsen bestonden, maar een kapper mijneheeren,
wat zouden we zijn als onze haren niet regelmatig
gekortwiekt werden? Neen, niet om aan te denken!
(Adv. Ingez. Med.)
t
De vrijgezel en de baby.
De tram was vrij vol en de zoo juist ingestapte
welgedane heer kon nog net één zitplaatsje be
machtigen naast een moeder met een zéér leven
dige baby op haar schoot. Tot dusverre had dit
prille wicht ons, medereizigers, bezig gehouden
met een vrij luidruchtig gekraai, afgewisseld
door het uitkramen van een tamelijk wel ver
staanbaar brabbeltaaltje.
Toen echter de nieuwe passagier zich naast de
moeder met kind had neergelaten met dié om
zichtigheid en die schichtige bewegingen, welke
kenmerkend zijn voor verstokte vrijgezellen, die
zich in de onmiddellijke nabijheid moeten wagen
van babies, al of niet vergezeld van de bijbehoo-
rende mama's, concentreerde alle aandacht van
dit luidruchtige wicht zich op den welgedanen
buurman.
Berst nam het jeugdig menschenkind den man
naast zijn moeder gedurende een minuut van
)ijnlijke stilte van top tot teen op met starre,
tonde, verbaasde kinderoogen, welke inspectie er
niet toe bijdroeg 's mans verlegenheid en schich
tigheid te verminderen. Integendeel: hij produ
ceerde een diepe blos op zijn wangen en een
zenuwhoestje uit zijn ikeel.
Toen de inspectie afgeloopen was, kwam er
plotseling iets van een blijde blik van herkenning
in de blauwe baby-oogen. Spontaan strekte het
wicht plotseling de mollige armpjes uit naar den
althans niets kwaads vermoedenden vrijgezel
en kreet met kennelijke blijdschap, als ware het
de stem des bloeds, die plotseling gesproken had:
„Pappie, pappie!"
Als ik zeg, dat de consternatie van den welge
danen heer groot en de vreugde in den tram
wagen daaraan evenredig was, overdrijf ik geens-
zins.
„Pappie" sprong anderhalven meter in de
lucht, alsof hem spelenderwijs een stopnaald in
zijn partes posteriores was gestoken en schoof
toen schielijk en schuw zóó ver van moeder en
kind vandaan als de plaatsruimte maar met mo
gelijkheid toeliet.
De moeder poogde weliswaar met overredende,
vermanende en lieve woordjes haar spruit duide
lijk te maken, dat deze vreemde meneer in gee-
nendeele voor het vaderschap in aanmerking
kwam. doch vergeefs: het wicht had zich nu een
maal in het blonde hoofdje gezet, dat deze me
neer pappie was en hield hardnekkig voet bij
stuk.
„Pappie, pappie!!" klonk het schril en opge
wekt door den nu stampvollen tramwagen.
Twee armpjes werden weer in de richting van
den vader tegen wil en dank uitgestrekt en het
schrille kinderstemmetje brabbelde vroolijk ver
der: „Jij mijn pappie, jij mijn lieve pappie, jij
heelemaal geen haar en dik buikje, jij mijn lieve
pappie!"
Opgeruimd kraaide het lieve wicht door hoewel
de mama met een hoogroode kleur alles in het
werk stelde, om haar^nakomeling tot zwijgen te
brengen en hem van zijn dwaling te overtuigen.
De vrijgezel wien zoo onverwacht het vader
schap werd opgedrongen, was thans een ontplof
fing nabij. Met een kop als een kalkoensche haan
en met verwilderde blikken staarde hij in het
rond, als zocht hij een gaatje, om te kunnen ont
vluchten. De tram amuseerde zich zonder eenige
reserve. Vrijgezellen zijn tegenwoordig gansch en
al niet meer in tel. Zij worden integendeel der
mate zwaar bezocht, dat niet alleen fiscaal, doch
ook in openbare vervoermiddelen de kinderzegen
van anderen hun tot last is.
„Pappie, pappie, ikke wil bij pappie zijn", klonk
het nu half-huilend uit het pruilende kinder
mondje, waarvan de lipjes verdacht begonnen te
trillen.
Maar „pappie" was al met een abrupte bewe
ging opgesprongen en zonder het aanvallige
wicht en de lichtelijk verwarde moeder nog een
•blik waardig te keuren, wrong hij zich met ner
veuze. haastige bewegingen door de opeengepakte
menschenmassa.
Snerpend kindergekrijt klonk achter hem op
„pappie" hoorde hij nog eenmaal tussohen twee
snikken door roepen.
Toen had de ongelukkige het achterbalkon be
reikt en liet zich nog vóór de eerstvolgende halte
letterlijk van de treeplank vallen, een trek van
onuitsprekelijke verlichting op zijn bolrond aan-
gelaat. Deze weinige oogenblikken van opgedron
gen vaderschap hadden dezen verstokten vrijge
zel kennelijk zéér zwaar gedrukt, méér nog dan
alle niet te dragen vrijgezellen-belastingen.
In de tram waren de publieke vreugde en het
kindergekrijt intusschen weer bedaard.
De groote, verbaasde kinderkijkers dwaalden
den wagen rond, duidelijk op zoek naar een nieuw
pappie - slachtof f er
Maar alle mannelijke passagiers keken star een
anderen kant op, met een bijna pilnÜjike hard
nekkigheid, een betere zaak waardig
J. VAN Z.
Stel u voor, al de jonge broekjes reeds met baar
den en er zijn van die oudere menschen, die nu
eenmaal ook absoluut geen Sinterklaas-allures
kunnen verdragen! En wat kwam er dan terecht
van onze hoeden, en overhemdenindustrie? Neen,
laten we het er over eens zijn dat de kapper een
belangrijk mensch is, iemand, waarvoor we onzen
hoed eerst figuurlijk en daarna nog eens letterlijk
mogen afnemen alvorens wij plaats nemen op den
stoel, waarvan het door den voorgaanden klant
warm-gezeten zittinkje een heelen slag omgedraaid
is. De kapper bekijkt natuurlijk elk hoofd als een
nieuw probleem. Zooveel menschen zooveel hoof
den en zooveel manieren van knippen. Het borste
lige haar, dat rechtop staat als een ijzerdraadver
sperring, heeft uiteraard een andere behandeling
noodig dan de fluweelzachte blonde strengen, die
zich boven een welvend voorhoofd neervleien. Bij
menschen, die niet zoo netjes zijn op hetgeen de
natuur hun als hoofddekking sohonk en die hun
haar nooit even bijkammen, moet de kapper eerst
het pad door de haardos onder de dekking oDdel-
ven. Is deze scheiding gevonden en blootgelegd,
dan wordt aan weerszijden het haar in evenwijdige
strengen uitgestreken, waarna de schaar gulzig be
gint te klapperen en even later toehapt. De ooren
vormen dingen, waarmee de kapper rekening moet
houden. Immers, wanneer ze wat men noemt vèr
afstaan en de allure aannemen van de zijlantarens
van een ouderwetsche koets, dan is het raadzaam
het haar opzij wat te laten staan, want daardoor
vermindert het klapoorén-effect zienderoogen. En
de klant is zeer :n zijn sas wanneer de kapper zoo
iets uit zichzelf doet want hij zal er niet vlug om
vragen. IJdelheid, foei toch! Neen, dan maar lie
ver heelemaal kaal, voordat je daar voor uit durft
komen. Het is nog niet zoo lang geleden dat de
mannen prat gingen op hun haardracht, maar
sedert dien zijn we in het tegendeel omgeslagen
en schijnen er soms een mannelijke eer in te stel
len om zoo weinig mogelijk op het hoofd te laten
zitten. Hetgeen eigenlijk dwaas is, want waarom
doet Moeder Natuur anders zoo'n moeite om het
daar boven op uw hoofd te, laten groeien? De kap
per nu heeft tot taak onl met tact tegen dit tekort
aan ijdelheid in te roeien en van een hoofd te ma
ken wat er van te maken is. Het arbeidsterrein
van de tondeuse beperkt zich tot het achterhoofd en
daar kan dat ding dan zoo gezellig-snorrend heen
en weer gaan alsof het er zelf plezier in heeft.
Het achterhoofd dient namelijk zoo kort mogelijk
geknipt te worden, tenzij men met artisten te ma
ken heeft, want die heffen het tekort aan ijdelheid
van de niet-artisten glansrijk op en wekken soms
den indruk dat de dubbeltjes of kwartjes, die zij
op de kapperstoonbank neertellen, niet in Overeen
stemming zijn met den verrichten arbeid. Soms
vraagt men zich af waarom de kapper tien keer
met zijn schaar in de lucht, dus in de arbeidssfeer
om het hoofd kleppert, tegen één keer dat hij de
schaar in het haar zet en dus den eigenlijken ar
beid verricht. Om de oplossing van dit raadsel te
vinden zoudt ge kunnen denken aan de filmpjes,
die u in een bioscoop te zien krijgt alvorens de
film komt, waarvoor u gekomen bent. of aan de
serie gerechten, die u in een restaurant eerst voor
worden gezet alvorens de hoofdschotel komt, aan
welke u alleen ook reeds genoeg zoudt hebben.
„Trara" hoort nu e«imaal overal een beetje bij,
ook bij den kapper. Tenslotte moet een vliegtuig
ook eerst een heele startbaan over voordat het ding
nou eigenlijk vliegt. Duidt het de schaar dan ook
niet euvel dat ie eerst wat kleppert alvorens wer
kelijk te knippen en verdenk den kapper er niet
van zich gewichtiger voor te willen doen dan hij
is of van de intentie de manipulaties op en om uw
hoofd te rekken teneinde het honorarium aanne
melijk te maken. Want zoo eenvoudig is het knip
pen van uw haren niet en tussehen de schaar-
kmippen door moet het totaal eens bekeken wor
den, en in dien tussehen tijd kunnen de nijvere
vingers in de sehaaroogen zich niet stil houden:
zoo kunt u het ook bezien. Een schilder zwaait ook
tussehen de bedrijven door met zijn kwast in de
lucht wanneer hij het tableau in 't geheel overziet.
En al is een hoofd met haar nou niet direct een
schilderij, toch moet de kapper ook harmonie be
i-eiken in de dos. de haarrijen moeten rondom ge
lijkelijk dalen en er mogen geen plukjes zichtbaar
zijn!
Bij het scheren openbaren de artistieke neigin
gen van den kapper zich minder, want dit ver-
eischt van den kapper slechts dat hij met eenige
welgerichte halen met het scheermes het haar van
wang en kin verwijdert. Tenzij er een snor of een
baard in het spel is. Dan komt ook voor de lijn in
de snor en de coupe in de baard het kunstenaars
oog kijken en kan een talentvolle kapper er toe
bijdragen dat de man in het algemeen een bijzon
der manlijken indruk maakt op de vrouw. Over
vrouwen gesproken, die hebben ook hun kappers.
Maar laat ik daarover niet beginnen, want dan
zou ik voor het journaal van dezen ontdekkings
tocht extra plaatsruimte moeten vragen!
Laten we het er over eens zijn, dat de kapper,
die ons mannen knipt, een belangrijk mensch is.
En dat hij slechts twee dingen heeft, die'ons tegen
staan. In de eerste plaats is het kleineerend dat
wij, oud of jong. van hem een slabbetje vóór krij
gen en ten tweede heeft hij soms de hebbelijkheid
niet alleen aan ons hoofd te knippen maar ook te
zaniken. Ik zeg: soms.
v. H.
Nog is de aanschafiing van Lachappelle
parket een driedubbel verantwoorde
geldbelegging: dezelfde prima soorten
en kwaliteiten als vroeger, voordeelige
prijzen en een duurzame verfraaiing
van uw woning I Nu kunt u nog kiezen
uit Slavonisch eiken, teak, mahonie of
Australisch Yarrah - onvergelijkelijk
mooi Lachappelle parket, dat iederen
dag mooier wordt. Uitvoerige bijzonder
heden vindt u in het geïllustreerde boekje.
Vraag het nog heden aanl
(Adv Inoez. Med.)
EEN KOOKCURSUS VOOR DUITSCHE
VROUWEN.
De moeilijkheden die de huisvrouw in dezen
tijd ondervindt bij het bereiden der maaltij
den heeft de vrouwenorganisatie van het
Arbeitsbereich der N.S.D.A.P. in Nederland aan
leiding gegeven kookcursussen te organiseeren
waarop een bevoegde leerares onderricht geeft
in het zuinig koken met inachtneming van
alle eischen, die deze tijd nu eenmaal stelt. De
ze leerares, Fr. Jagers bereist daartoe het land
en geeft in diverse plaatsen kooklessen met
demonstraties. Zulk een les duurt drie uur. In
dien tijd worden verschillende spijzen bereid
met toelichting en onder toezicht van de kook-
leerares. Zes weken later komt zij terug om een
nieuwen cursus te geven. Een lange tussehen-
ruimte inderdaad, maar er vallen heel wat plaat
sen te bedienen en de belangstelling is overal
groot.
Ook hier te Haarlem hadden niet minder
dan negentig vrouwen zich voor den cursus op
gegeven. zoodat gisteren twee en vandaag één
kookdemonstratie gegeven moest worden
elk van ongeveer 30 deelneemsters
de Haarlemsche Huishoud- en Industrie
school. waarvan een paar lokalen voor dit doel
beschikbaar waren gesteld.
Mej. Jagers-heeft dan den dames iets verteld
van de wijze waarop tegenwoordig dient te wor
den gekookt om alle voedende bestanddeelen
der grondstoffen te behouden en met zoo wei
nig mogelijk brandstof toe te kunnen. Dat niet
temin een uitstekend menu verkregen kan wor
den bewezen de resultaten: uitnemend toebe
reide visch, smakelijke groenten. geurige
rauwkost en lekkere toespijzen. Het was een
diner in optima forma, dat na enkele uren les
geven uit de pannen en de schalen kwam. Het
was daarom een middag van leerzame instructie,
die ongetwijfeld vele d^mes nieuwe inzichten
heeft bijgebracht, zoodat de cursus wel geslaagd
mag heeten. Ook voor Nederlandsche vrouwen
zal een volgende maal de gelegenheid worden
geopend aan de cursussen deel te nemen. Wie
er van profiteeren wil houde er rekening
mede!
>ir©
van de Winterhulp Nederland
Winterhulp Nederland, Den Haag
No. 5553- Als bank der Winterhulp
Nederland is aangewezen de Kasver-
eeniging N.V. Amsterdam No. 877
Stort op 5553 of 877
Winterhulp Nederland: breng licht In
het leven uwer landgenooten.
Doet uw plicht als Nederlander en geeft
naar kunnen.
Een carrosserie van een echte auto met rijwielaandrijving is de vernuftige
combinatie, welke een ondernemende Groningsche garagehouder uitdacht, om
het passagiersvervoer in deze dagen van benzineschaarschtc gaande te houden.
(Foto Pax Holland)
Orkesten worden in drie
klassen ingedeeld
's-GRAVENHAGE, 7 April. Hedenmiddag is
op het departement van volksvoorlichting en kun
sten op uitnoodiging van den secretaris-generaal
een groot aantal musici samengekomen, waarbij
de plannen, welke de overheid ten aanzien van
het muziekleven koestert, werden uiteengezet.
De secretaris-generaal van het departement van
volksvoorlichting en kunsten sprak er allereerst zijn
vreugde over uit, dat hij onder de vooraanstaande
musici prof. dr. Willem Mengelberg kon begroeten,
terwijl hij ook prof. Snijder hartelijk welkom
heette.
Vervolgens hield dr. Goedewaagen een korte
rede.
Wat is volksche muziek, zoo vroeg hij. Zij is niet
primitieve muziek. Bach is volksch omdat zijn mu
ziek uitdrukking geeft van den tijdgeest, welke ook
in Leibniz bijv. tot uitdrukking komt.
Volksche muziek beteekent ook niet: muziek,
die direct en voor een ieder begrijpelijk is. Wel is
volksche muziek uitdrukking van één volksgeest,
van één algemeenen cultuurstijl, van één geestes
houding. Zij is de eenheid van hoogere en popu
laire muziek, de uiting van één traditie, In hoog
en laag gevarieerd.
In iederen grooten muziekstijl speelt het volks
lied een buitengewone rol. Het volkslied is voor
volksche muziek onmisbaar als ir.spiratief moment
Vervolgens sprak de heer J. G. Goverts over:
Muziekgilde en overheidsbemoeiing met muziek.
Deze zeide o.m.:
Het departement van volksvoorlichting en Run
sten zal alle kunstenaars samenbrengen in eer.
groot lichaam: de toonkunstenaars zullen daarin
het muziekgilde vormen, de tooneelkunstenaars het
tooneelgilde, enzoovoorts. En elk dezer gilden zal
zichzelf besturen. Elke kunstenaar heeft het recht
en de plicht tot zijn gilde te behooren wanneer hij
aan zekere normen van bekwaamheid en betrouw
baarheid voldoet. Daarvoor zullen richtlijnen wor
den opgesteld. Wie niet tot het gilde wordt toege
laten. mag niet meer naar buiten als kunstenaar
optreden. Daarmede is het beroep meteen gezui
verd, de titel erkend, de naam beschermd. En reeds
daarmede zijn al duizend zorgen van den kunste
naar afgenomen.
OPRICHTING MUZIEKGILDE
ZEER BINNENKORT TE VER
WACHTEN.
Het muziekgilde, welks oprichting bij verorde
ning in zeer korten tijd te wachten is, zal de dub
bele taak die het wacht, met spoed en in de volg
orde van de urgentie ter hand nemen: le. het op
ruimen van misstanden: 2o. de opbouw van een
gezond en organisch gedacht muziekleven.
Het is een eerste noodzaak, dat een der ergste
schandvlekken van de achter ons liggende jaren de
hongerloonen van honderden orkestleden spoedig
wordt weggenomen. Thans is nu ernstige bestu-
deerïng het volgende plan gereed, dat de sanee
ring der orkesten beoogt:
De orkesten zullen in drie opklimmende salaris
klassen worden verdeeld, al naar hun belangrijk
heid voor stad of streek. Voor elke klasse en voor
eiken speler zijn minimumtarieven vastgesteld, die
zullen moeten worden toegepast zoodra het mu
ziekgilde en de regeering daaraan hun fiat hebben
gegeven. Het systeem van belooning naar dienstja
ren zal worden vervangen door belooning naar
prestatie, door gedifferentieerde opklimming van
lessenaar tot lessenaar. Dit brengt ook in de or
kesten zelf een groote verandering mede, die het
speelpeil belangrijk ten goede zal komen. Verder
zal ook de bezetting aan een minimum gébonden
zijn, nl. 56 spelers voor de 3e klasse (inplaats van
de huidige c.a. 45), 66 voor klasse 2 (inplaats van
60/65). 79 voor klasse 1 Hierdoor krijgt elk orkest
een goed strijkersensemble en het is in staat alle
werken, vooral der moderne litteratuur, uit te voe
ren zonder wanverhouding in de groepen.
Voor tientallen zal de nieuwe regeling meer dan
een verdubbeling, soms zelfs het drievoud van' hun
salaris beteekenen. Zij verdienen het, die dappere
collega's, die bij steeds stijgenden arbeid steeds
grootere kortingen op hun salarissen kregen en
toch steeds weer klaar stonden naar beste krachten
hun cultureel werk voor 60 tot 100 gld. per maand
te verrichten. Ook een redelijke pensioenregeling
zal tot stand komen.
Een dergelijke ingrijpende maatregel kost geld.
Op het oogenblik verloonen de 8 bestaande orkes
ten ruim 8 ton, alleen voor de orkestleden. Bij de
nieuwe regeling zal biina 14 ton worden vertoond,
dat is bijna 600.000 gld. meer. Neemt men de hui
dige omstandigheden eens even als basis, met alle
tekorten, waaronder de orkesten thans lijden en
neemt men aan, dat geen particulier geld boven
het tegenwoordige kan worden gevonden, dan zou
de overheid, indien zii de zorg voor de orkesten
op zich zou nemen, ongeveer een millïoen gulden
subsidie moeten geven. Dit is echter de bedoeling
niet. Een ingrijpende hervorming van het orkest-
wezen, een 'centralisatie van beleid, een uitwisse
ling van orkesten en dirigenten, een uitbreiding
van de speelmogelijkheden in de provincie, en voor
al een geleide organisatie van het publiek, dat den
weg naar de concertzaal moet leeren vinden, zul
len een totaal anderen toestand op dit gebied
scheppen. Ook de zich thans in reorganisatie be
vindende Nederlandsche omroep zal de orkesten
veel meer dan tot nog toe in de programma's be
trekken.
Het is duidelijk, dat de boven geschetste sociale
verbetering voor de orkestleden niet van vandaag
op morgen tot stand kan komen. Het departement
heeft echter goede hoop in dien tusschentijd reeds
zoodanige overgangsmaatregelen te kunnen nemen,
dat de schrijnendste onrechtvaardigheden in de sa-
larieering verholpen kunnen worden.
De normaliseering der salarissen zal de orkesten
voor het uiteenvallen der ensembles behoeden, en
hiermede is dam tevens een groot cultureel belang
gediend.
Met betrekking tot de cultuurkamer merkte de heer
Goverts op, dat deze staat onder leiding van den
:ecretaris-generaal en een publiekrechtelijk li
chaam is.
Het muziekgilde bestaat uit de vakgroepen: een
ieder die lid is van zoo'n vakgroep behoort recht
streeks tot de cultuurkamer, zonder inmenging van
een of andere vereeniging. De vereenigingen wor
den hierdoor overbodig: dit wil niet zeggen, dat
alle vereenigingen van musici, die vaak uitstekend
voorbereidend werk hebben gedaan, moeten ver
dwijnen. Het is denkbaar, dat sommige ervan
door den voorzitter van de cultuurkamer in staat
worden geacht, de haar op te dragen taken te ver
vullen, al zullen deze taken wellicht een anderen
zin en strekking hebben dan waarvoor de vereeni
ging oorspronkelijk opgericht was. De beslissing
hierover hangt ten nauwste samen met het karak
ter dier vereenigingen en niet de bereidheid der
besturen, in voorgenoemden zin, onder leiding van
het gilde, loyaal mede te werken met de overheid.
OPHEFFING WERKLOOSHEID
ONDER MUSICI.
Het muziekgilde heeft voorts tot taak de werk
loosheid onder de musici op te heffen. Dit moet
geschieden: a) door beroepsbescherming en ar-
beidsverbod voor onbevoegden: door tariefverorde-
ningen. daar saneering van de z.g.n. „muziekscho
len'': b) door invoering van muziekonderricht op
de lagere en middelbare scholen, waardoor na her
scholing vele musici tewerkgesteld kunnen wor-
Mededeelingen van den
heer JG. Goverts
den: c) door de uitbreiding van de volksmuziek
scholen en de mogelijkheid om onbemiddelde ta
lenten dezelfde kansen te geven als de beter ge
situeerden.
Met betrekking tot de amusementsmusici, zeide
de heer Goverts. dat deze weer in de groote fami
lie der musici zullen worden opgenomen, inplaats
van ze verder te laten wegzinken in het moeras
van smaakbedervende wancultuur.
Sluit iemand zich liever op in zijn waan cn af
wachting. laat hij zijn gang gaan. Maar zou hij
openlijk of bedekt tegen overheidsmaatregelen
ageeren, dan toont hij zich vijand van den Noder-
landschen toonkunstenaars-stand, van het Neder
landsche volk: dit heeft consequenties. Laten zij,
zoo besloot de heer Goverts zijn toespraak, die
nog altijd niet gemerkt hebben, dat er iets in de
wereld onherroepelijk aan het veranderen is, dit
bedenken. Dit heeft niets te maken met partij
politiek. doch met de evolutie van de geschiedenis.
Na deze rede, waarmede de aanwezigen luide
hun instemming betuigden kondigde de heer Go
verts aan, dat als een gebeurtenis van symbolische
beteekenis, in het kader van deze bijeenkomst
van musici voor het eerst muziek zou klinken op
een departement.
Het Zepparoni-kwartet speelde vervolgens het
strijkkwartet van Dirk Schafér, d;e tien jaar ge
len stierf. Hierdoor werd niet alleen deze groot
meester onder de Europeesche pianisten, die tij
dens zijn leven niet die erkenning kreeg, waarop
hij recht had, geëerd, maar het departement wilde
het ook zien als een bewijs van zijn innige ver
bondenheid met de Nederlandsche toonkunst cn
den Nederlandschen toonkunstenaar.
Tenslotte werd thee rondgediend.
(A.N.P.)
(In Egypte is de instelling der klaag-
vrouwen, die bij begrafenissen tegen
een vastgesteld loon luide de smart
der nabestaanden moesten Vertolken,
afgeschaft.)
Het vreemde gilde van de vrouwen
Die haar bestaan op klagen bouwen.
Op luid vertolkte diepe smart.
Slechts uit de beurs, niet uit het hart,
Is in Egypte thans ontbonden
En inderdaad op goede gronden.
Want in ons aardsche tranendal
Vloeien de tranen zonder tal
Die echt zijn en geweld uit harten.
Bezwaard met wezenlijke smarten.
De valsche krokodillentraan
Kan daarnaast slechts als hoon bestaan
En echte smart zoo zwaar gedragen
Tot eigen droevig peil verlagen.
De voorgewende droevigheid
Is onze wereld gaarne kwijt,
't Verlies van die klaag „apparaten"
Daar zal geen mensch een traan om laten.
Behalve dan zij zelf misschien
En eindlijk zal men 't wonder zien,
Dat deze vreemde soort van vrouwen
Wellicht voor 't eerst, ook echt kan rouwen.
Maar deze materieele traan
Zal wel weer spoedig overgaan.
P. GASUS.
PHILIPS
DE KEMA EN
„BI-ARLITA"
LAMPEN
Wat is de KEMA
De groote gemeenten en de provincies van
Nederland bezitten eigen electrische netten. Om
de mogelijkheid te scheppen, electrotechnisch
materiaal te keuren, hebben zij samen een labo
ratorium gesticht. Dat laboratorium voor de
Keuring van Electrotechnisch Materiaal te
Arnhem wordt kortheidshalve met KEMA aan
geduid. Het staat -onder leiding van Prof. Ir.
J. C. van Staveren.
Door een daartoe aangewezegn commissie van de
KEMA worden voorschriften vastgesteld voor
electrotechnisch materiaal. Iedere fabrikant kan
zijn kabels, stofzuigers, schakelaars, strijkbouten,
gloeilampen, of wat dan ook, aan de KEMA op
zenden en het KEMA-laboratorium stelt dan
vast of aan deze voorschriften is voldaan.
De eischen voor gloeilampen zijn vele. Zij worden
gekeurd op veiligheid en lichtgevend vermogen,
op stroomverbruik, blijvende helderheid en
levensduur.
De KEMA geeft Philips het recht te verklaren, dat
de Philips „Bi-Arlita" lampen aan alle eischen vol
doen en dat de „Bi-Arlita" lampen, die U in den
winkel vindt, onder voortdurende controle van het
KEMA-laboratorium staan.
s N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken,
Eindhoven.
(Adv. Ingez. Med.)
Het Paaschbrood.
De bakker zal ranlsocneeren.
,Met Paschen gaan we kuieren en eten Paasch
brood met eieren,, dichtte een der leerlingen uit de
school van den onstcrfelijken Pennewip. Het is
lang geleden dat deze dichterlijke leerling van zijn
Paasehgenoegens gewaagde ennu ja, kuieren
kunnen we met Paschen wel, als het weer ten
minste een beetje omslaat, en Paaschbrood en
eieren zullen er ook nog wel zijn, al is het dan
mondjesmaat.
Hoe het met de eieren staat weet men. Hoe het
met het Paaschbrood gesteld is weet alleen dc
bakker. En dan nog maar alleen voor zichzelf. Want
veel is er niet meer. Niet veel rozijnen en niet veel
krenten en met sucade. Wie wat voorraad had is
daar al lang aan toe cn wie weinig of geen reserve
had kijkt op den bodem van de krentenkist. Spe
cerijen en kruiden zijn ook al schaarsch.en
fin, gemakkelijk is het niet.
Jawel, maar krijgen we nu Paaschbrood? „Niet
te zeggen", antwoordt ons iemand uit het bedrijf.
„Er is nog wel wét, maar men zal er nu niet zooveel
voor voelen om met één slag alles op te maken Het
zal dus wel hierop uitloopen, dat het Paaschbrood
gerantsoeneerd wordt door de bakkers zelf. Iedere
klant één Paaschbrood, zoodat iedereen tenminste
iets krijgt van het geurig gebak, dat een Holland-
sche Paaschtafel nu eenmaal moet sieren. En geen
brooden van een paar Kilo. Met brooden van een
pond cn van een kilo zal het dit jaar wel beke
ken zijn".