Op Ontdekkingsreis - LANGS DE STRAAT. Muziekgilde zal binnenkort worden opgericht Een verdwenen vak. DINSDAG S APRIL' 1941 HïSRERM'S DAGBEAB 3 in de arbeidssfeer van Wc gaan tot hem, hij ontneemt ons iets en toch betalen we hem met vreugde. Ra. ra wie is dat? De kapper! Inderdaad, de kapper, wiens arbeidssfeer zich tot den omvang van ons hoofd verhoudt als de werkelijke sfeer buiten tot den omtrek van de aarde. Want de kapper oefent zijn eigenlijke werk zaamheden uit rond om den schedel, en in die sfeer is het dat de punten van de schaar lustig klapperen als de snaveldeelen eens hongerigen lepelaars, de tondeuze snort als een welgesmeerde grasmachine- in-klein-formaat en het scheermes zich heen en weer beweegt. De kapper is een belangrijke functionnaris in onze maatschappij en het is daarom zeer terecht dat we zijn domein in onzen ontdekkingstocht in de diverse arbeidssferen betrekken. Stel u eens voor dat er geen kapper was! Een fotograaf kunnen we missen, want dan laten we maar geen kiekjes van ons maken en spiegelen we ons zoo nu en dan maar in gang-, kamer- en keukenspiegels om te consta- teeren hoe we er uit zien, een kuiper is als puntje bij paaltje komt ook overbodig, want we kunnen nog wel andere emballage dan tonnen fabriceeren, een borstelmaker. -ach dan borstelen we ons maar een poosje niet en een dierenartsten slotte heeft een koe al gekalfd voor dat er dieren artsen bestonden, maar een kapper mijneheeren, wat zouden we zijn als onze haren niet regelmatig gekortwiekt werden? Neen, niet om aan te denken! (Adv. Ingez. Med.) t De vrijgezel en de baby. De tram was vrij vol en de zoo juist ingestapte welgedane heer kon nog net één zitplaatsje be machtigen naast een moeder met een zéér leven dige baby op haar schoot. Tot dusverre had dit prille wicht ons, medereizigers, bezig gehouden met een vrij luidruchtig gekraai, afgewisseld door het uitkramen van een tamelijk wel ver staanbaar brabbeltaaltje. Toen echter de nieuwe passagier zich naast de moeder met kind had neergelaten met dié om zichtigheid en die schichtige bewegingen, welke kenmerkend zijn voor verstokte vrijgezellen, die zich in de onmiddellijke nabijheid moeten wagen van babies, al of niet vergezeld van de bijbehoo- rende mama's, concentreerde alle aandacht van dit luidruchtige wicht zich op den welgedanen buurman. Berst nam het jeugdig menschenkind den man naast zijn moeder gedurende een minuut van )ijnlijke stilte van top tot teen op met starre, tonde, verbaasde kinderoogen, welke inspectie er niet toe bijdroeg 's mans verlegenheid en schich tigheid te verminderen. Integendeel: hij produ ceerde een diepe blos op zijn wangen en een zenuwhoestje uit zijn ikeel. Toen de inspectie afgeloopen was, kwam er plotseling iets van een blijde blik van herkenning in de blauwe baby-oogen. Spontaan strekte het wicht plotseling de mollige armpjes uit naar den althans niets kwaads vermoedenden vrijgezel en kreet met kennelijke blijdschap, als ware het de stem des bloeds, die plotseling gesproken had: „Pappie, pappie!" Als ik zeg, dat de consternatie van den welge danen heer groot en de vreugde in den tram wagen daaraan evenredig was, overdrijf ik geens- zins. „Pappie" sprong anderhalven meter in de lucht, alsof hem spelenderwijs een stopnaald in zijn partes posteriores was gestoken en schoof toen schielijk en schuw zóó ver van moeder en kind vandaan als de plaatsruimte maar met mo gelijkheid toeliet. De moeder poogde weliswaar met overredende, vermanende en lieve woordjes haar spruit duide lijk te maken, dat deze vreemde meneer in gee- nendeele voor het vaderschap in aanmerking kwam. doch vergeefs: het wicht had zich nu een maal in het blonde hoofdje gezet, dat deze me neer pappie was en hield hardnekkig voet bij stuk. „Pappie, pappie!!" klonk het schril en opge wekt door den nu stampvollen tramwagen. Twee armpjes werden weer in de richting van den vader tegen wil en dank uitgestrekt en het schrille kinderstemmetje brabbelde vroolijk ver der: „Jij mijn pappie, jij mijn lieve pappie, jij heelemaal geen haar en dik buikje, jij mijn lieve pappie!" Opgeruimd kraaide het lieve wicht door hoewel de mama met een hoogroode kleur alles in het werk stelde, om haar^nakomeling tot zwijgen te brengen en hem van zijn dwaling te overtuigen. De vrijgezel wien zoo onverwacht het vader schap werd opgedrongen, was thans een ontplof fing nabij. Met een kop als een kalkoensche haan en met verwilderde blikken staarde hij in het rond, als zocht hij een gaatje, om te kunnen ont vluchten. De tram amuseerde zich zonder eenige reserve. Vrijgezellen zijn tegenwoordig gansch en al niet meer in tel. Zij worden integendeel der mate zwaar bezocht, dat niet alleen fiscaal, doch ook in openbare vervoermiddelen de kinderzegen van anderen hun tot last is. „Pappie, pappie, ikke wil bij pappie zijn", klonk het nu half-huilend uit het pruilende kinder mondje, waarvan de lipjes verdacht begonnen te trillen. Maar „pappie" was al met een abrupte bewe ging opgesprongen en zonder het aanvallige wicht en de lichtelijk verwarde moeder nog een •blik waardig te keuren, wrong hij zich met ner veuze. haastige bewegingen door de opeengepakte menschenmassa. Snerpend kindergekrijt klonk achter hem op „pappie" hoorde hij nog eenmaal tussohen twee snikken door roepen. Toen had de ongelukkige het achterbalkon be reikt en liet zich nog vóór de eerstvolgende halte letterlijk van de treeplank vallen, een trek van onuitsprekelijke verlichting op zijn bolrond aan- gelaat. Deze weinige oogenblikken van opgedron gen vaderschap hadden dezen verstokten vrijge zel kennelijk zéér zwaar gedrukt, méér nog dan alle niet te dragen vrijgezellen-belastingen. In de tram waren de publieke vreugde en het kindergekrijt intusschen weer bedaard. De groote, verbaasde kinderkijkers dwaalden den wagen rond, duidelijk op zoek naar een nieuw pappie - slachtof f er Maar alle mannelijke passagiers keken star een anderen kant op, met een bijna pilnÜjike hard nekkigheid, een betere zaak waardig J. VAN Z. Stel u voor, al de jonge broekjes reeds met baar den en er zijn van die oudere menschen, die nu eenmaal ook absoluut geen Sinterklaas-allures kunnen verdragen! En wat kwam er dan terecht van onze hoeden, en overhemdenindustrie? Neen, laten we het er over eens zijn dat de kapper een belangrijk mensch is, iemand, waarvoor we onzen hoed eerst figuurlijk en daarna nog eens letterlijk mogen afnemen alvorens wij plaats nemen op den stoel, waarvan het door den voorgaanden klant warm-gezeten zittinkje een heelen slag omgedraaid is. De kapper bekijkt natuurlijk elk hoofd als een nieuw probleem. Zooveel menschen zooveel hoof den en zooveel manieren van knippen. Het borste lige haar, dat rechtop staat als een ijzerdraadver sperring, heeft uiteraard een andere behandeling noodig dan de fluweelzachte blonde strengen, die zich boven een welvend voorhoofd neervleien. Bij menschen, die niet zoo netjes zijn op hetgeen de natuur hun als hoofddekking sohonk en die hun haar nooit even bijkammen, moet de kapper eerst het pad door de haardos onder de dekking oDdel- ven. Is deze scheiding gevonden en blootgelegd, dan wordt aan weerszijden het haar in evenwijdige strengen uitgestreken, waarna de schaar gulzig be gint te klapperen en even later toehapt. De ooren vormen dingen, waarmee de kapper rekening moet houden. Immers, wanneer ze wat men noemt vèr afstaan en de allure aannemen van de zijlantarens van een ouderwetsche koets, dan is het raadzaam het haar opzij wat te laten staan, want daardoor vermindert het klapoorén-effect zienderoogen. En de klant is zeer :n zijn sas wanneer de kapper zoo iets uit zichzelf doet want hij zal er niet vlug om vragen. IJdelheid, foei toch! Neen, dan maar lie ver heelemaal kaal, voordat je daar voor uit durft komen. Het is nog niet zoo lang geleden dat de mannen prat gingen op hun haardracht, maar sedert dien zijn we in het tegendeel omgeslagen en schijnen er soms een mannelijke eer in te stel len om zoo weinig mogelijk op het hoofd te laten zitten. Hetgeen eigenlijk dwaas is, want waarom doet Moeder Natuur anders zoo'n moeite om het daar boven op uw hoofd te, laten groeien? De kap per nu heeft tot taak onl met tact tegen dit tekort aan ijdelheid in te roeien en van een hoofd te ma ken wat er van te maken is. Het arbeidsterrein van de tondeuse beperkt zich tot het achterhoofd en daar kan dat ding dan zoo gezellig-snorrend heen en weer gaan alsof het er zelf plezier in heeft. Het achterhoofd dient namelijk zoo kort mogelijk geknipt te worden, tenzij men met artisten te ma ken heeft, want die heffen het tekort aan ijdelheid van de niet-artisten glansrijk op en wekken soms den indruk dat de dubbeltjes of kwartjes, die zij op de kapperstoonbank neertellen, niet in Overeen stemming zijn met den verrichten arbeid. Soms vraagt men zich af waarom de kapper tien keer met zijn schaar in de lucht, dus in de arbeidssfeer om het hoofd kleppert, tegen één keer dat hij de schaar in het haar zet en dus den eigenlijken ar beid verricht. Om de oplossing van dit raadsel te vinden zoudt ge kunnen denken aan de filmpjes, die u in een bioscoop te zien krijgt alvorens de film komt, waarvoor u gekomen bent. of aan de serie gerechten, die u in een restaurant eerst voor worden gezet alvorens de hoofdschotel komt, aan welke u alleen ook reeds genoeg zoudt hebben. „Trara" hoort nu e«imaal overal een beetje bij, ook bij den kapper. Tenslotte moet een vliegtuig ook eerst een heele startbaan over voordat het ding nou eigenlijk vliegt. Duidt het de schaar dan ook niet euvel dat ie eerst wat kleppert alvorens wer kelijk te knippen en verdenk den kapper er niet van zich gewichtiger voor te willen doen dan hij is of van de intentie de manipulaties op en om uw hoofd te rekken teneinde het honorarium aanne melijk te maken. Want zoo eenvoudig is het knip pen van uw haren niet en tussehen de schaar- kmippen door moet het totaal eens bekeken wor den, en in dien tussehen tijd kunnen de nijvere vingers in de sehaaroogen zich niet stil houden: zoo kunt u het ook bezien. Een schilder zwaait ook tussehen de bedrijven door met zijn kwast in de lucht wanneer hij het tableau in 't geheel overziet. En al is een hoofd met haar nou niet direct een schilderij, toch moet de kapper ook harmonie be i-eiken in de dos. de haarrijen moeten rondom ge lijkelijk dalen en er mogen geen plukjes zichtbaar zijn! Bij het scheren openbaren de artistieke neigin gen van den kapper zich minder, want dit ver- eischt van den kapper slechts dat hij met eenige welgerichte halen met het scheermes het haar van wang en kin verwijdert. Tenzij er een snor of een baard in het spel is. Dan komt ook voor de lijn in de snor en de coupe in de baard het kunstenaars oog kijken en kan een talentvolle kapper er toe bijdragen dat de man in het algemeen een bijzon der manlijken indruk maakt op de vrouw. Over vrouwen gesproken, die hebben ook hun kappers. Maar laat ik daarover niet beginnen, want dan zou ik voor het journaal van dezen ontdekkings tocht extra plaatsruimte moeten vragen! Laten we het er over eens zijn, dat de kapper, die ons mannen knipt, een belangrijk mensch is. En dat hij slechts twee dingen heeft, die'ons tegen staan. In de eerste plaats is het kleineerend dat wij, oud of jong. van hem een slabbetje vóór krij gen en ten tweede heeft hij soms de hebbelijkheid niet alleen aan ons hoofd te knippen maar ook te zaniken. Ik zeg: soms. v. H. Nog is de aanschafiing van Lachappelle parket een driedubbel verantwoorde geldbelegging: dezelfde prima soorten en kwaliteiten als vroeger, voordeelige prijzen en een duurzame verfraaiing van uw woning I Nu kunt u nog kiezen uit Slavonisch eiken, teak, mahonie of Australisch Yarrah - onvergelijkelijk mooi Lachappelle parket, dat iederen dag mooier wordt. Uitvoerige bijzonder heden vindt u in het geïllustreerde boekje. Vraag het nog heden aanl (Adv Inoez. Med.) EEN KOOKCURSUS VOOR DUITSCHE VROUWEN. De moeilijkheden die de huisvrouw in dezen tijd ondervindt bij het bereiden der maaltij den heeft de vrouwenorganisatie van het Arbeitsbereich der N.S.D.A.P. in Nederland aan leiding gegeven kookcursussen te organiseeren waarop een bevoegde leerares onderricht geeft in het zuinig koken met inachtneming van alle eischen, die deze tijd nu eenmaal stelt. De ze leerares, Fr. Jagers bereist daartoe het land en geeft in diverse plaatsen kooklessen met demonstraties. Zulk een les duurt drie uur. In dien tijd worden verschillende spijzen bereid met toelichting en onder toezicht van de kook- leerares. Zes weken later komt zij terug om een nieuwen cursus te geven. Een lange tussehen- ruimte inderdaad, maar er vallen heel wat plaat sen te bedienen en de belangstelling is overal groot. Ook hier te Haarlem hadden niet minder dan negentig vrouwen zich voor den cursus op gegeven. zoodat gisteren twee en vandaag één kookdemonstratie gegeven moest worden elk van ongeveer 30 deelneemsters de Haarlemsche Huishoud- en Industrie school. waarvan een paar lokalen voor dit doel beschikbaar waren gesteld. Mej. Jagers-heeft dan den dames iets verteld van de wijze waarop tegenwoordig dient te wor den gekookt om alle voedende bestanddeelen der grondstoffen te behouden en met zoo wei nig mogelijk brandstof toe te kunnen. Dat niet temin een uitstekend menu verkregen kan wor den bewezen de resultaten: uitnemend toebe reide visch, smakelijke groenten. geurige rauwkost en lekkere toespijzen. Het was een diner in optima forma, dat na enkele uren les geven uit de pannen en de schalen kwam. Het was daarom een middag van leerzame instructie, die ongetwijfeld vele d^mes nieuwe inzichten heeft bijgebracht, zoodat de cursus wel geslaagd mag heeten. Ook voor Nederlandsche vrouwen zal een volgende maal de gelegenheid worden geopend aan de cursussen deel te nemen. Wie er van profiteeren wil houde er rekening mede! >ir© van de Winterhulp Nederland Winterhulp Nederland, Den Haag No. 5553- Als bank der Winterhulp Nederland is aangewezen de Kasver- eeniging N.V. Amsterdam No. 877 Stort op 5553 of 877 Winterhulp Nederland: breng licht In het leven uwer landgenooten. Doet uw plicht als Nederlander en geeft naar kunnen. Een carrosserie van een echte auto met rijwielaandrijving is de vernuftige combinatie, welke een ondernemende Groningsche garagehouder uitdacht, om het passagiersvervoer in deze dagen van benzineschaarschtc gaande te houden. (Foto Pax Holland) Orkesten worden in drie klassen ingedeeld 's-GRAVENHAGE, 7 April. Hedenmiddag is op het departement van volksvoorlichting en kun sten op uitnoodiging van den secretaris-generaal een groot aantal musici samengekomen, waarbij de plannen, welke de overheid ten aanzien van het muziekleven koestert, werden uiteengezet. De secretaris-generaal van het departement van volksvoorlichting en kunsten sprak er allereerst zijn vreugde over uit, dat hij onder de vooraanstaande musici prof. dr. Willem Mengelberg kon begroeten, terwijl hij ook prof. Snijder hartelijk welkom heette. Vervolgens hield dr. Goedewaagen een korte rede. Wat is volksche muziek, zoo vroeg hij. Zij is niet primitieve muziek. Bach is volksch omdat zijn mu ziek uitdrukking geeft van den tijdgeest, welke ook in Leibniz bijv. tot uitdrukking komt. Volksche muziek beteekent ook niet: muziek, die direct en voor een ieder begrijpelijk is. Wel is volksche muziek uitdrukking van één volksgeest, van één algemeenen cultuurstijl, van één geestes houding. Zij is de eenheid van hoogere en popu laire muziek, de uiting van één traditie, In hoog en laag gevarieerd. In iederen grooten muziekstijl speelt het volks lied een buitengewone rol. Het volkslied is voor volksche muziek onmisbaar als ir.spiratief moment Vervolgens sprak de heer J. G. Goverts over: Muziekgilde en overheidsbemoeiing met muziek. Deze zeide o.m.: Het departement van volksvoorlichting en Run sten zal alle kunstenaars samenbrengen in eer. groot lichaam: de toonkunstenaars zullen daarin het muziekgilde vormen, de tooneelkunstenaars het tooneelgilde, enzoovoorts. En elk dezer gilden zal zichzelf besturen. Elke kunstenaar heeft het recht en de plicht tot zijn gilde te behooren wanneer hij aan zekere normen van bekwaamheid en betrouw baarheid voldoet. Daarvoor zullen richtlijnen wor den opgesteld. Wie niet tot het gilde wordt toege laten. mag niet meer naar buiten als kunstenaar optreden. Daarmede is het beroep meteen gezui verd, de titel erkend, de naam beschermd. En reeds daarmede zijn al duizend zorgen van den kunste naar afgenomen. OPRICHTING MUZIEKGILDE ZEER BINNENKORT TE VER WACHTEN. Het muziekgilde, welks oprichting bij verorde ning in zeer korten tijd te wachten is, zal de dub bele taak die het wacht, met spoed en in de volg orde van de urgentie ter hand nemen: le. het op ruimen van misstanden: 2o. de opbouw van een gezond en organisch gedacht muziekleven. Het is een eerste noodzaak, dat een der ergste schandvlekken van de achter ons liggende jaren de hongerloonen van honderden orkestleden spoedig wordt weggenomen. Thans is nu ernstige bestu- deerïng het volgende plan gereed, dat de sanee ring der orkesten beoogt: De orkesten zullen in drie opklimmende salaris klassen worden verdeeld, al naar hun belangrijk heid voor stad of streek. Voor elke klasse en voor eiken speler zijn minimumtarieven vastgesteld, die zullen moeten worden toegepast zoodra het mu ziekgilde en de regeering daaraan hun fiat hebben gegeven. Het systeem van belooning naar dienstja ren zal worden vervangen door belooning naar prestatie, door gedifferentieerde opklimming van lessenaar tot lessenaar. Dit brengt ook in de or kesten zelf een groote verandering mede, die het speelpeil belangrijk ten goede zal komen. Verder zal ook de bezetting aan een minimum gébonden zijn, nl. 56 spelers voor de 3e klasse (inplaats van de huidige c.a. 45), 66 voor klasse 2 (inplaats van 60/65). 79 voor klasse 1 Hierdoor krijgt elk orkest een goed strijkersensemble en het is in staat alle werken, vooral der moderne litteratuur, uit te voe ren zonder wanverhouding in de groepen. Voor tientallen zal de nieuwe regeling meer dan een verdubbeling, soms zelfs het drievoud van' hun salaris beteekenen. Zij verdienen het, die dappere collega's, die bij steeds stijgenden arbeid steeds grootere kortingen op hun salarissen kregen en toch steeds weer klaar stonden naar beste krachten hun cultureel werk voor 60 tot 100 gld. per maand te verrichten. Ook een redelijke pensioenregeling zal tot stand komen. Een dergelijke ingrijpende maatregel kost geld. Op het oogenblik verloonen de 8 bestaande orkes ten ruim 8 ton, alleen voor de orkestleden. Bij de nieuwe regeling zal biina 14 ton worden vertoond, dat is bijna 600.000 gld. meer. Neemt men de hui dige omstandigheden eens even als basis, met alle tekorten, waaronder de orkesten thans lijden en neemt men aan, dat geen particulier geld boven het tegenwoordige kan worden gevonden, dan zou de overheid, indien zii de zorg voor de orkesten op zich zou nemen, ongeveer een millïoen gulden subsidie moeten geven. Dit is echter de bedoeling niet. Een ingrijpende hervorming van het orkest- wezen, een 'centralisatie van beleid, een uitwisse ling van orkesten en dirigenten, een uitbreiding van de speelmogelijkheden in de provincie, en voor al een geleide organisatie van het publiek, dat den weg naar de concertzaal moet leeren vinden, zul len een totaal anderen toestand op dit gebied scheppen. Ook de zich thans in reorganisatie be vindende Nederlandsche omroep zal de orkesten veel meer dan tot nog toe in de programma's be trekken. Het is duidelijk, dat de boven geschetste sociale verbetering voor de orkestleden niet van vandaag op morgen tot stand kan komen. Het departement heeft echter goede hoop in dien tusschentijd reeds zoodanige overgangsmaatregelen te kunnen nemen, dat de schrijnendste onrechtvaardigheden in de sa- larieering verholpen kunnen worden. De normaliseering der salarissen zal de orkesten voor het uiteenvallen der ensembles behoeden, en hiermede is dam tevens een groot cultureel belang gediend. Met betrekking tot de cultuurkamer merkte de heer Goverts op, dat deze staat onder leiding van den :ecretaris-generaal en een publiekrechtelijk li chaam is. Het muziekgilde bestaat uit de vakgroepen: een ieder die lid is van zoo'n vakgroep behoort recht streeks tot de cultuurkamer, zonder inmenging van een of andere vereeniging. De vereenigingen wor den hierdoor overbodig: dit wil niet zeggen, dat alle vereenigingen van musici, die vaak uitstekend voorbereidend werk hebben gedaan, moeten ver dwijnen. Het is denkbaar, dat sommige ervan door den voorzitter van de cultuurkamer in staat worden geacht, de haar op te dragen taken te ver vullen, al zullen deze taken wellicht een anderen zin en strekking hebben dan waarvoor de vereeni ging oorspronkelijk opgericht was. De beslissing hierover hangt ten nauwste samen met het karak ter dier vereenigingen en niet de bereidheid der besturen, in voorgenoemden zin, onder leiding van het gilde, loyaal mede te werken met de overheid. OPHEFFING WERKLOOSHEID ONDER MUSICI. Het muziekgilde heeft voorts tot taak de werk loosheid onder de musici op te heffen. Dit moet geschieden: a) door beroepsbescherming en ar- beidsverbod voor onbevoegden: door tariefverorde- ningen. daar saneering van de z.g.n. „muziekscho len'': b) door invoering van muziekonderricht op de lagere en middelbare scholen, waardoor na her scholing vele musici tewerkgesteld kunnen wor- Mededeelingen van den heer JG. Goverts den: c) door de uitbreiding van de volksmuziek scholen en de mogelijkheid om onbemiddelde ta lenten dezelfde kansen te geven als de beter ge situeerden. Met betrekking tot de amusementsmusici, zeide de heer Goverts. dat deze weer in de groote fami lie der musici zullen worden opgenomen, inplaats van ze verder te laten wegzinken in het moeras van smaakbedervende wancultuur. Sluit iemand zich liever op in zijn waan cn af wachting. laat hij zijn gang gaan. Maar zou hij openlijk of bedekt tegen overheidsmaatregelen ageeren, dan toont hij zich vijand van den Noder- landschen toonkunstenaars-stand, van het Neder landsche volk: dit heeft consequenties. Laten zij, zoo besloot de heer Goverts zijn toespraak, die nog altijd niet gemerkt hebben, dat er iets in de wereld onherroepelijk aan het veranderen is, dit bedenken. Dit heeft niets te maken met partij politiek. doch met de evolutie van de geschiedenis. Na deze rede, waarmede de aanwezigen luide hun instemming betuigden kondigde de heer Go verts aan, dat als een gebeurtenis van symbolische beteekenis, in het kader van deze bijeenkomst van musici voor het eerst muziek zou klinken op een departement. Het Zepparoni-kwartet speelde vervolgens het strijkkwartet van Dirk Schafér, d;e tien jaar ge len stierf. Hierdoor werd niet alleen deze groot meester onder de Europeesche pianisten, die tij dens zijn leven niet die erkenning kreeg, waarop hij recht had, geëerd, maar het departement wilde het ook zien als een bewijs van zijn innige ver bondenheid met de Nederlandsche toonkunst cn den Nederlandschen toonkunstenaar. Tenslotte werd thee rondgediend. (A.N.P.) (In Egypte is de instelling der klaag- vrouwen, die bij begrafenissen tegen een vastgesteld loon luide de smart der nabestaanden moesten Vertolken, afgeschaft.) Het vreemde gilde van de vrouwen Die haar bestaan op klagen bouwen. Op luid vertolkte diepe smart. Slechts uit de beurs, niet uit het hart, Is in Egypte thans ontbonden En inderdaad op goede gronden. Want in ons aardsche tranendal Vloeien de tranen zonder tal Die echt zijn en geweld uit harten. Bezwaard met wezenlijke smarten. De valsche krokodillentraan Kan daarnaast slechts als hoon bestaan En echte smart zoo zwaar gedragen Tot eigen droevig peil verlagen. De voorgewende droevigheid Is onze wereld gaarne kwijt, 't Verlies van die klaag „apparaten" Daar zal geen mensch een traan om laten. Behalve dan zij zelf misschien En eindlijk zal men 't wonder zien, Dat deze vreemde soort van vrouwen Wellicht voor 't eerst, ook echt kan rouwen. Maar deze materieele traan Zal wel weer spoedig overgaan. P. GASUS. PHILIPS DE KEMA EN „BI-ARLITA" LAMPEN Wat is de KEMA De groote gemeenten en de provincies van Nederland bezitten eigen electrische netten. Om de mogelijkheid te scheppen, electrotechnisch materiaal te keuren, hebben zij samen een labo ratorium gesticht. Dat laboratorium voor de Keuring van Electrotechnisch Materiaal te Arnhem wordt kortheidshalve met KEMA aan geduid. Het staat -onder leiding van Prof. Ir. J. C. van Staveren. Door een daartoe aangewezegn commissie van de KEMA worden voorschriften vastgesteld voor electrotechnisch materiaal. Iedere fabrikant kan zijn kabels, stofzuigers, schakelaars, strijkbouten, gloeilampen, of wat dan ook, aan de KEMA op zenden en het KEMA-laboratorium stelt dan vast of aan deze voorschriften is voldaan. De eischen voor gloeilampen zijn vele. Zij worden gekeurd op veiligheid en lichtgevend vermogen, op stroomverbruik, blijvende helderheid en levensduur. De KEMA geeft Philips het recht te verklaren, dat de Philips „Bi-Arlita" lampen aan alle eischen vol doen en dat de „Bi-Arlita" lampen, die U in den winkel vindt, onder voortdurende controle van het KEMA-laboratorium staan. s N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken, Eindhoven. (Adv. Ingez. Med.) Het Paaschbrood. De bakker zal ranlsocneeren. ,Met Paschen gaan we kuieren en eten Paasch brood met eieren,, dichtte een der leerlingen uit de school van den onstcrfelijken Pennewip. Het is lang geleden dat deze dichterlijke leerling van zijn Paasehgenoegens gewaagde ennu ja, kuieren kunnen we met Paschen wel, als het weer ten minste een beetje omslaat, en Paaschbrood en eieren zullen er ook nog wel zijn, al is het dan mondjesmaat. Hoe het met de eieren staat weet men. Hoe het met het Paaschbrood gesteld is weet alleen dc bakker. En dan nog maar alleen voor zichzelf. Want veel is er niet meer. Niet veel rozijnen en niet veel krenten en met sucade. Wie wat voorraad had is daar al lang aan toe cn wie weinig of geen reserve had kijkt op den bodem van de krentenkist. Spe cerijen en kruiden zijn ook al schaarsch.en fin, gemakkelijk is het niet. Jawel, maar krijgen we nu Paaschbrood? „Niet te zeggen", antwoordt ons iemand uit het bedrijf. „Er is nog wel wét, maar men zal er nu niet zooveel voor voelen om met één slag alles op te maken Het zal dus wel hierop uitloopen, dat het Paaschbrood gerantsoeneerd wordt door de bakkers zelf. Iedere klant één Paaschbrood, zoodat iedereen tenminste iets krijgt van het geurig gebak, dat een Holland- sche Paaschtafel nu eenmaal moet sieren. En geen brooden van een paar Kilo. Met brooden van een pond cn van een kilo zal het dit jaar wel beke ken zijn".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5