Weill FRANKEN Uw bónt De nieuwe regeling van den radio-omroep. Een Jubilaresse. De waarde van afval is zeer groot. Richtlijnen voor den productieslag 1941. WOENSDAG 9 AP RID 1941' TI A A R li E M'S D A G B D A D 2 Een uiteenzetting van ir. W. L. Z. van der Vegte Hoofdredacteuren toegesproken 's-GRAVENHAGE. 8 April. Hedenmiddag werd op het departement van volksvoorlichting en kun sten een bijeenkomst gehouden welke tot doel had een nauwer contact tot stand te brengen tusschen de verschillende leidende figuren van dit departe ment en de dagblad-redacties. Daartoe had men de hoofdredacteuren van de in ons land verschijnende dagbladen uitgenoodigd, die vrijwel alle aanwezig waren, toen de directeur van het perswezen van het departement van volksvoorlichting en kun sten, de,heer N. Oosterbaan, deze eerste pers-bij eenkomst opende met een woord van welkom. Spreker richtte zich allereerst lot de Duitsche gasten, Ministerialrat dr. Flink, den Pressedezer- nent de heer W. .Tanke en de heeren Von Tiede- mann, Steinweg, Himmel en vele anderen. De heer Oosterbaan wees vervolgens op de vruchtbare sa menwerking, welke op het gebied van de pers reeds van Duitsche zijde ondervonden was. Veel van de ervaring, door de Duitsche instanties opgedaan is uitgewisseld en steunende, mede daarop, twijfelde spreker er niet aan, of het departement van volks voorlichting en kunsten zal in de naaste toekomst reeds de vruchten kunnen plukken van zijn arbeid, tot heil van het Nederlandsche volk. Hierna richtte de hèer Oosterbaan zich tot de hoofdredacteuren, en zei o.m.: Het departement van volksvoorlichting en kunsten heeft reeds her haaldelijk een beroep op uw medewerking mogen doen en als alle teekenen niet bedriegen, zal dit in de toekomst nog tallooze malen geschieden. Wij vragen u deze medewerking niet terwille van ons zelf. doch terwille van ons volk, dat wij boven alles liefhebben en dat wij met uw hulp in nieuwe en veilige banen willen leiden. Van mijn kant wil ik u de ernstige verzekering geven, dat de Nederlandsche pers en de journalis ten in mij een warm verdediger hunner belangen zullen vinden. Hetzelfde kan ik u verklaren na mens de leiding van dit departement, namens dr. Goedewaagen en zijn plaatsvervanger ir. Van der Vegte. Het is nu geen tijd voor kleine dingen. Geen ■tijd voor onderlinge haat, partij-politiek gekrakeel of onnoodig godsdienstig geharrewar. Alle krach ten, welke in ons volk aanwezig zijn. moeten thans worden gewekt en als ons vaderland voorbereid op de groote toekomst, welke het in het nieuwe Euro pa tegemoet gaat. Daartoe wacht ons allen een grootsche omvangrijke taak. De taak van opvoe ders der volksgemeenschap, welker lot mede in onze handen ligt. Beziel dus ons volk met den gloed van uw woord. Hierna was het woord aan ir. W. L. Z. van der Vegte. raadsadviseur ten departemente, die een rede hield, welke is te beschouwen als een aanvul ling op de radiorede van eind December van het vorige jaar. In dien tussohentijd is veel voorberei dend werk voor de beoogde concentratie op het gebied van de radio, aldus spreker, verricht. Een volledige samensmelting is in feite nog niet be reikt, doch de tweede radio-verordening neemt in deze aangelegenheid de laatste beletselen weg. Het verlangen naar betere radio-programma's kon niet in zoo'n korten tijd bevredigd worden. De samen stelling van radio-programma's toch vereischt lan gen tijd van voorbereiding. Bovendien werkte het jaargetijde niet mee en leverde de verduistering moeilijkheden op. RIJKSRADIO-OMROEP. De tweede radio-verordening op 12 Maart 1941 heft de bestaande radio-vereen igingen op en be paalt dat opgericht wordt het staatsbedrijf rijks radio-omroep. De bezittingen van de oude omroep- vereenigingen gaan hierdoor aan het staatsbedrijf over, terwijl aan alle medewerkers de gelegenheid zal worden geboden in rijksdienst te treden. In dien sommigen dit niet mochten verkiezen of voor hen geen geschikte plaats kon worden gevonden, wordt schadeloosstelling toegekend. De gekozen oplossing verwezenlijkt, een reeds lang door velen gekoesterd ideaal, nl. een groote radio-omroep ten dienste van het geheele volk. Er zijn luisteraars die het betreuren, dat de om- roepvereenigingen zijn verdwenen, doch over eeni- gen tijd zullen zij met den nieuwen stand van za ken tevreden zijn en niet meer naar de oude ver houdingen terug verlangen, want hij. die een juiste opvatting omtrent de taak van den omroep heeft, zal het toejuichen, dat er in plaats van verdeeld heid. een eenheid op radio-gebied is bereikt. Door samenwerking kan nu datgene bereikt worden, waarop het Nederlandsche volk reeds jarenlang recht heeft. Op de loyale medewerking van allen, die tot nu toe aan den radio-omroep hebben medegewerkt, wordt gerekend, aldus ir. Van der Vegte, zij, die dat niet kunnen, moeten zulks openlijk te kennen ge ven. ondat eventueel verschil van meennng eerlijk onder de oogen kan worden gezien. Naast de bepaling over de samenvoeging van verschillende omroepvereen igingen bepaalt de tweede radio-verordening, dat aan het hoofd van het staatsbedrijf zal staan een directeur-generaal. Zooals bekend zal zijn, is door den secretaris-ge- r.eraal als zoodanig benoemd dr. ing. W. A. Her- weyer te Haarlem. Op hem rust de zware taak, doch het vertrouwen bestaat dat het hem gegeven zal zijn den Nederlandschen omroep in goede banen DE PROGRAMMA'S. Wat de programma's betreft, deze zullen in de naaste toekomst zoowel wat de muziek als wat het gesproken woord betreft, steeds verbeterd worden. Hiermede worden de luisteraars en de uitvoerenden gediend. Het gesproken woord zal behalve voor drachten. hoorspelen e.d. volksvoorlichting in den ruimsten zin omvatten niet het minst ook teneinde misverstanden uit den weg te nwmen. De radio zal in vele opzichten verhelderend voor het Neder landsche volk werken, hetgeen juist in een tijd van omwenteling voor de velen, die in den nieuwen tijd geen weg weten, van groot belang is. Ook zij im mers moeten realiteit onder het oog leeren zien. De verzorging van de uit te zenden muziek ge schiedt door verschillende orkesten. Een zorgvul dige samenstelling van deze orkesten heeft de volle aandacht van den leider van het staatsbedrijf. Extra musici zijn voor een goede bezetting vereischt. AGENDA Heden WOENSDAG 9 APRIL. Rembrandt Theater: Non Stop Variété, 2.30 en 7.30 uur. Palace: „De laatste ronde", 2, 6.30 en 8.45 uur. Luxor Theater: „Zyn beste vriend". 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Theater: „Het congres amuseert zich 2.30. 6.30 en 8.45 uur. DONDERDAG* 10 APRIL. Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en des avonds. Rembrandt Theater: Non Stop Variété, 2.30 en 7.30 uur. Brinkmann* N.V. Mij voor Eloctr. Centraal Sta tely* u Haarlem. Alg. Vergartotng, SL uu*. Hierdoor ontstaat een nieuwe bestaansmogelijkheid voor 60 orkestledèn. Goede Jazz-muziek zal nog worden gegeven, maar hot-jazz niet. Het aantal aanmeldingen van luisteraars heeft de verwachtingen overtroffen en het getal van 1.200.000 is reeds overschreden. Een gedeeltelijke teruggang in hot aantal der aangeslotenen bij de radiodistributie-bedrijven 'valt te constateeren doch dit is niet te verwonderen, daar deze aansluitingen per week opzegbaar zijn en er geen toestel verze geld of opgeborgen behoeft te worden. Gebleken is dat gaarne geluisterd wordt naar uitzendingen, die den nieuwen tijd belichten, het geen blijkt uit de talrijke reacties, welke het de partement bereikten, en uit de belasting van de radio-centrales gedurende de uitzendingen. De be wering van de tegenstanders dat naar deze uitzen dingen niet zou worden geluisterd, wordt dus door de praetijk gelogenstraft. De belangstelling voor de uitzendingen in dezen tijd geeft den raadadviseur de overtuiging dat wij met den omroep op den goe den weg zijn. Spreker wees er met nadruk op, dat aan uitzen dingen van godsdienstigen aard niets te kort zal worden gedaan. De voorbereiding hiervan ge schiedt door dezelfde .organen, die hiervoor vroe ger verantwoordelijk waren. Hilversum gaat als omroepstad een mooie toe komst tegemoet. Thans bestaat nog het gemis aan een centraal kantoorgebouw, daar de bestaande ten deele in Amsterdam zijn gevestigd en ongeschikt zijn voor het doel. Het ligt in de bedoeling een groot centraal gebouw in Hilversum te stichten. Hierdoor zal deze stad tot een ware omroepstad worden, een hoedanigheid waarop zij recht heeft op grond van een geschiedenis van 20 jaren. De bezwaren, welke gelegen zijn in de minder gunstige verbindingen zullen in den loop der tijden wegvallen. In een groote stad zal het omroepbedrijf opgaan in het groote geheel terwijl voor een plaats als Hilversum de omroep van zeer groote betee- kenis zal blijken te zijn, niet het minst door dat door de vestiging in Hilversum aan een kleine 1000 menschen werk zal worden gegeven. Inzake de programmabladen is het besluit geno men dat zij in vele opzichten onder gelijke om standigheden zullen komen te verkeeren en daar door een vblkomen onnoodige concurrentie wordt voorkomen. Hierbij wordt aan een uniformen prijs en het niet toestaan van premies gedacht. Naar ir. Van der Vegte voorts mededeelde, zal de nieuwsberichten-verzorging voor den omroep voortaan geschieden door een aparten dienst (Be richtendienst Nederlandschen Omroep). Spreker besloot zijn rede met te zeggen, dat hoe wel de moeilijkheden groot en de omstandigheden waaronder aan den nieuwen omroep haar vorm zal worden gegeven, niet altijd even gemakkelijk zijn; de aangevatte taak met als grootsch en mooi eind doel een eendrachtig Nederland, met succes ten einde zal worden gebracht. Na de rede van ir. Van der Vegte waren de hoofdredacteuren, in de gelegenheid persoonlijk kennis te maken met de verschillende leidende fi guren van het departement van volksvoorlichting en kunsten en den Nederlandschen omroep. Dubbel jubileum bij den R.-K. Smedenpatroonsboiid. G. Alders. (Foto Archief). De afdeeling Haarlem van den Nederl. R. K. Smeden- patroonsbond hoopt Maandag 14 April (2en Paaschdag) haar 25-jarig bestaan te herdenken. De heer G. Alders is dan ook 25 jaar voorzitter. Op dien dag zal er van twee uur tot half vier gelegen heid zijn, het bestuur te complimenteeren in hótel „De Leeuwerik" aan de Kruisstraat te Haarlem. De duurtebijslag op de steunuitkeeringen. De Secretaris-Generaal van het departement van sociale zaken heeft aan de gemeentebesturen meegedeeld, dat de duurtebijslag van 5aan ondersteunde en tewerkgestelde werkloozen ook mag worden verleend over die inkomsten, niet uit arbeid verkregen, welke ten volle op het steunbedrag in mindering behooren te worden gebracht. Voorts is de gemeentebesturen meegedeeld, dat deze wijze van steunberekening in verband niet den duurtebijslag, ook geldt voor het nog te verstrekken deel der extra-winteruitkeering, hetwelk moet worden gekoppeld aan het netto steunbedrag over de week van 31 Maart t/m 5 April e.k. Voor de bepaling van het bedrag van genoemd deel der extra-uitkeering, mag derhalve aangeno men worden, dat eventueele inkomsten niet uit arbeid, welke ten volle voor aftrek op het bere kende steunbedrag in aanmerking komen, deel uitmaken van het steunbedrag. 486e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 2de klasse, 3de Itfst Trekking van Woensdag 9 April 1941 Hooge Prijzen f 20.000.— 19760 f 5.000.— 6105 f 400.— 4172 f 200.— 5909 f 100.— 2119 Prijzen van f 30.— 1042 1539 1782 1990 2087 2090 2143 2283 2556 2596 2663 2728 2950 3011 3782 3859 4169 4185 4523 4985 5122 5170 5178 5533 5772 5834 6091 6773 7047 7082 7266 7375 7418 7669 7791 7847 8749 9299 9734 9820 9889 10663 10704 11868 11981 12218 12318 12539 12741 12822 12832 12852 13237 13406 13511 13913 4023 14338 14835 15080 15204 15370 15387 1548" 15848 16052 16212 16669 16814 16833 17164 1735* 17422 17700 17858 18480 18490 18703 18725 18744 18838 18948 19005 19273 19681 19728 19936 19939 19942 20025 20246 20688 21102 21517 21933 laten bewaren bij een v akman is een eerste vereisclite ter garan deering tegen motsehade en alleen bij een bontwerker is Uw bont gevrijwaard tegen de motten. Het onderhoud van Uw bont in den zomer is de eenige garantie!!! Wij bewaren reeds 85 jaar, dat is de beste aan beveling. Uw bont bij ons in be- waring is tegen brand en inbraak verzekerd. Bontwerkers (1 Barteljorisstraat 26-28 Gevestigd sedert 1856. Ltd v. d. Bond v. Bontbedrijven. (Adv. Ingez. Med.) (De Nederlandsche Acadcmie van Wetenschappen te Amsterdam viert haar 125 jarig bestaan.) Honderdvijfentwintig jaren Nederlandsche wetenschap, Dat, om kortweg te verklaren In één enkel woord is: knap. Waarlijk, die jubilaresse Hoewel oud nog frisch en sterk, Staat voor heel een reeks successen, In het wetenschaplijk werk. Vele namen van geleerden Zjjn verbonden tot haar faam, Vorschers die hun roeping eerden En den Nederlandschen naam. Steeds in stilte en bescheiden, Hoezeer menschen van gewicht Dienaars, als door alle tijden, Hebben zij hun taak verricht. Nooit daarbij zichzelve zoekend Maar alleen de wetenschap, Zwoegend resultaten boekend. Kennis garend stap voor stap. 't Is geen tijd voor jubileeren In een kleurig woelig feest, Maar dat zou zij ook negeeren, Ware 't wel de tijd geweest. In haar geest van groote geesten Van het Nederlandsche bloed. Denken wij dus niet aan feesten, Maar wij lichten stil den hoed. P. GASUS. Dc bezorgdienst van is zoo georganiseerd, dat iedere Idant vóór 12 uur het beste en goedkoopste brood op tafel kan hebben. Panbrood 16 cent netto Kropbrood16 cent netto (Adv. Ingez. Med.) Onze industrie voor een belangrijk deel erop aan gewezen. In October v?n het vorige jaar werd een ver nietigingsverbod afgekondigd voor oude materialen en afvalstoffen. Daardoor werd het aan een ieder verboden al datgene, wat onder oude materialen en afvalstoffen verstaan wordt, te vernietigen, weg te werpen of zoodanig te bewaren, dat de waarde als grondstof voor industrieele bewerking vermin dert of te niet gaat. Toen is tevens een begin ge maakt met de organisatie van een ophaaldienst. Haarlem en zijn randgemeenten zullen vermoe delijk weldra aan de beurt zijn voor een stelsel matige organisatie op de manier, die op het oogen- blik reeds te Utrecht, Gouda en Voorburg in uit voering is. Het zal intusschen nog wel even duren eer te Haarlem- ca. de ophaaldienst marcheert. Voor het ophalen van de afvalstoffen, waar het in dit geval om te doen is (etensresten, aardappel schillen en afval van groenten hooren er niet bij) zal de gemeente in een aantal wijken worden ver deeld, in elk waarvan een ophaler te werk zal wor den gesteld. Deze zal de uitsluitende bevoegdheid hebbpn de afvallen in kwestie dus: metalen, papier, carton, linnen, katoen, jute, wol. zijde, kunstzijde of andere vezelstoffen, huidén, vellen, leer, glas, rub ber van elke soort, minerale oliën, celluloid, hoorn, been, kurk, dierlijk haar, borstels, veeren e.d, in ontvangst te nemen. Hij wordt hiervoor van over heidswege aangesteld en krijgt een onderscheidings- teeken, dat vermoedelijk uit een plaatje of een knoop, in het knoopsgat te dragen, zal bestaan en zal ook van een legitimatiebewijs worden voor zien. De ophalers zijn min of meer „ambtenaren", zij worden met zorg uitgekozen en er wordt op toege zien, dat er onder hen niemand voorkomt, die niet van goed gedrag Is of niet behoorlijkf bekend staat. Dit omdat men wel begrijpt, dat de huis vrouw, die het meest met den ophaler te doen zal hebben, er niet op gesteld is „iedereen" in huis te krijgen. Het zal immers wel eens noodig zijn, dat de ophaler om een vrachtje in ontvangst te nemen in de huizen moet komen, bijv. om oud papier uit den kelder of van den zolder weg te halen. Men moet hier bij niet het risico loopen, dat er na het bezoek het een of ander wordt vermist of dat de woning door een ónzindelijken ophaler met ongedierte of andere ongerechtigheden wordt be smet. Van den ophaler zal voor zekere goederen (bij voorbeeld oud papier) die altijd een bepaalde handelswaarde hebben gehad, eenige beteling kunnen worden vastgesteld, men vergete echter niet, dat het ophalen van afval zijn bi-oodwin- ning vormt en late hem dan ook niet meer be talen dan strikt noodig is. De afgifte van het afval is overigens ver plicht, tenzij men er mee wil blijven zitten. Want vernietiging is verboden. Men is er dus niet mee af bijvoorbeeld oud papier in den vuilnisbak te werpen, want als dit wordt gemerkt zal de reini gingsdienst het niet in ontvangst nemen. En er zal op worden gelet. Wie zich bij herhaling aan zulke verkwisting (ook op ander gebied) schuldig maakt, zal zelfs voor een bekeuring in aanmerking kunnen komen. Uit het vorenstaande'volgt, dat men oud papier eigenlijk ook niet mag verbranden. Natuurlijk zal er echter geen aanmerking op gemaakt worden in dien men voor het aanmaken van de kachel eenig papier bezigt. Maar het verwerken van papier tot papierballen om in kachels of centrale verwarming te stoken is een vernietiging van papier op eenigs- zins grooter schaal, die niet kan worden toege laten, des te minder omdat er geen werkelijk nut tegenover staat. Het is reeds voldoende gebleken, dat de warmtewaarde van papier zeer gering is en dat men er bovendien zijn kachels kapot mee stookt. Redenen genoeg om het te laten. Juist papier heeft onder het afval groot be lang, omdat in ons land lang niet genoeg grond stof voor de papierfabricage (hout en cellulose) wordt geproduceerd, zoodat wij het meerendeel moeten invoeren. Waar dit nu moeilijk meer kan en de invoer, ais hij mogelijk is altijd geld kost, ligt het voor de hand in dit opzicht te sparen, wat kan door het oude papier te bewaren en aan den ophaler mee te geven. Hoe meer oud papier de pa pierindustrie toegevoerd krijgt des te minder grondstof van anderen aard zal zij noodig heb ben. Door zich hiernaar te gedragen houdt men het bedrijf aan den gang, wat indirect een belang van ons allen is. Bovendien mag men wel iets verder zien dan zijn neus lang is. Aan den wereldvoor raad van grondstoffen is een einde, speciaal aan het hout voor de papierfabricage. Als wij met het tegenwoordige interen doorgaan zal over een jaar of vijftig, zestig, alle grondstof, die in bosschen enz. aanwezig is, opgeteerd zjjn. Ook voor een nor malen tijd wanneer de aanvoer van de normale grondstoffen wèl weer mogelijk zal zijn is dus toch zuinigheid geboden. In het bijzonder denken wij hierbij aan oude kranten en tijdschriften, die om zoo te zeggen on middellijk weer voor de papierindustrie te gebrui ken zijn. Daarentegen hebben papieren waar vet aan zit, bijvoorbeeld omslagen van boter, geen waarde meer. Men lette erop, dat het papier niet noodeloos vochtig wordt want dit is tot schade van de houtvezel, die erin zit, de bruikbaarheid voor verwerking tot 'nieuw papier gaat dor vocht ach teruit. Ook glas, oude flesschen e.d. kunnen nog zeer nuttige diensten bewijzen. Men doet het best hen apart te houden en zoi'ge er vooral voor, dat zij niet bij etensresten, schillen en dergelijke afval dat voor dierlijk voedsel is bestemd terecht komen, want als er splinters van glas daardoorheen raken zijn de etensresten, schillen enz. voor dierlijk voed sel onbruikbaar, want gevaarlijk. Verder zij men ook zuinig óp lompen van allerlei aard. Het is alweer ons eigen belang, dat de textielindustrie kan blijven draaien en hierbij kan het afval van de huishoudens in den vorm van lompen een belangrijke hulp verleenen. Men behoeft niet beducht te zijn, dat de lompen naar het buitenland zullen worden weggevoerd, want dit zou alleen reeds vanwege de transportmoeilijk heden onmogelijk wezen, bovendien heeftonze industrie hen veel te hard noodig. Tal van nuttige producten kunnen altijd nog uit lompen worden vervaardigd. Het is wel interessant te vernemen, dat in ons land de textiellompen in honderden soorten worden onderscheiden, de wollen lompen vroeger bij ons in wel 750 en .meer in andere landen gaat-men nog veel verder. Ook in ander opzicht „zit" er veel meer in den aschemmer dan men meestal wel vermoedt. In de Vereenigde Staten heeft men dit, onafhanke lijk van grondstoffenmoeilijkheden, al sedert jaren begrepen, daar is het ophalen van afvallen, vooral oud papier, zeer stelselmatig georganiseerd. Metalen zijn feitelijk voor 100 pet. grondstof, op deze zuinig te wezen is dus wel bijzonder be langrijk, oude rubber kan nog zeer goed gebruikt worden als grondstof voor de tegenwoordige eenheidsbanden, die grootendeels uit geregenereerde rubber bestaan, ook gebruikte olie kan voor een zeer belangrijk gedeelte, zelfs tot 80 pet. worden geregenereerd en het is wel merkwaardig dat het product van het regeneratie-proces in zeker opzicht zelfs beter is dan het oorspronkelijke. Ongeveer de helft van de hoeveelheid grond stoffen, die onze industrie gebruikt \yerd vroeger uit het buitenland aangevoeld. Over 1938 bijv. voor een bedrag van f 450.000.000. Nu de aanvoer uit het buitenland grootendeels is stopgezet, moet zooveel mogelijk wat de nijverheid noodig heeft uit het binnenland worden gehaald. Vandaar de buiten gewone beteekenis, die de oude materialen en af valstoffen thans bezitten. Om nog even op de ophaaldiensten terug te komen, deze zullen waarschijnlijk zoodanig wor den ingedeeld, dat iedere ophaler een 6 a 7000 per sonen, dus door elkaar genomen een 1800 huisge zinnen te bedienen krijgt. Hierbij zal er naar ge streefd worden dat hij zooveel mogelijk in de zelfde straten op dezelfde dagen voorbij komt, zoo dat de huisvrouwen op zijn komst kunnen reke nen. Over een maand of drie zal voor de 60 groot ste gemeenten van ons land de ophaaldienst van afvallen op deze wijze in orde zijn. Een paar groote gemeenten, zooals Amsterdam en Rotterdam en ook Den Haag worden er vermoedelijk voor het oogenblik nog buiten gelaten. Het succes van de inzameling hangt in hooge mate van de huisvrouwen af. Als de ophaaldienst eenmaal loopt zullen er huis aan huis pamfletjes worden uitgereikt met wenken voor de huisvrouw hoe zij nuttige afvalstoffen moet bewaren om het nuttigste effect ervan te waarborgen. Het boven staande is hoofdzakelijk geschreven om er haar nu reeds van te doordringen, dat zij door zuinig te zijn op de nuttige afvallen van haar huishouding meewerk» in het algemeen belang. Mededeelingen van1 Dr. Posthuma. 's-GRAVENHAGE. 9 April. Als voorzitter van de commissie ter ondersteuning van de maatregelen, getroffen voor de regeling van de landbouwproduc tie, ingesteld bij besluit van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, daartoe be voegd volgens bedoeld besluit, heeft dr. F. E. Posthuma een aantal richtlijnen vastgesteld. Aan de toelichting, welke dr. Posthuma hierop heeft gegeven wordt het volgende ontleend: De eerste raad is: „Bouwt zooveel mogelijk aard appelen!" Dr. Posthuma moet natuurlijk raden: „Gebruikt goedgekeurde poters". Doch als deze niet in de ge- wenschte maat en tegen een behoorlijken prijs ver krijgbaar zijn en men meent dat iemand in de om geving poters van een gezond gewas heeft, die dan weliswaar een andere maat hebben, dan is zijn dringend advies: „Gebruikt deze poters!" Door den Rijkscommissaris voor het bezette Ne derlandsche gebied is een commissie ingesteld ter ondersteuning van de maatregelen, getroffen voor de régeling van de landbouwproducten. De voor deze commissie getroffen organisatie voor het geheele land wenscht dr. Posthuma gewes telijk voort te zetten. Er worden gewestelijke com missies gevormd, waarvan dr. Posthum^ den voor zitter benoemt. De taak van deze gewestelijke com missies is in de eerste plaats hun gebied in stre ken te verdeelen. waarin weer streekcommissies worden benoemd. Met deze streekcommissies houdt de gewestelijke commissie voortdurend contact, op dat de voor den productieslag nnodige propaganda zoo intensief mogelijk zal zijn. Om een goed gewas te krtfgen zoo gaat de toelichting verder moet men den grond goed bewerken. Dat weet iedere boer. Verder moet men goed mesten, hetzij met natuur-, hetzij met kunst mest, moet men de gewassen goed verplegen en moet men goed oogsten. Ook van dit alles kan men rustig zeggen: iedere boer weet het. BEMESTING Nu zit het met de bemesting zoo, dat men maar niet te kust en te keur kan gaan. Van de kunst mest kan men niet zeggen dat men zooveel kan krjjgen als men meent noodig te hebben. Het eerste is dus, goed na te gaan of de meenïng welke men heeft, wel juist is en of het bok niet eens met iets minder kunstmest kan. En het tweede wat men heeft te doen is, nagaan, of er iets anders Is wat de kunstmest kan aanvullen. Dit zal natuurlijk in de eerste plaats zijn de op de boerderij voortgebrachte natuurmest. maar misschien is hier en daar ook nog wel in den vorm van compost of iets dergelijks een aanvulling voor de natuurmest van de boerderij te verkrijgen. Wat de behandeling van de op de boerderij ge wonnen mest betreft zullen de bergplaatsen van de mest, met name de grondvlakte waarop de mest ge stort wordt, en de bewaarplaatsen van de gier. in vele streken en op vele boerderijen een grondiee verbetering kunnen verdragen en daardoor de mestvoorziening van den grond veel verbeteren. ZAAIEN EN VERPLEGEN Reeds het zaaien dient zoo te geschieden, dat de opbrengst de meeste kans heeft groot te zijn. Nu laat het zich denken, dat daarvoor een zaaimachine moet worden gebruikt, terwijl de boer de zaaimachi ne niet heeft, misschien ook een veel te klein be drijf heeft om er een aan te schaffen. Het is natuurlijk bekend dat in sommige, mis schien vele streken, aan dit bezwaar reeds is tege moet gekomen door gezamenlijk een zaaimachine aan te schaffen. Waar dit niet het geval is, doet dr. Posthuma een beroep op de gemeenschappelijke hulp die de boeren in het bloed zit en dus eigen is. Helpt in dezen elkander. Helpt uw buurman en geeft elkander steun. Bij de verpleging van het gewas doen zich der gelijke vraagstukken voor. Sommige gewassen, in het bijzonder hakvruchten, eischen dikwijls veel handenarbeid. Nu Is deze handenarbeid in menig geval dpor een werktuig te vervangen.' Ook hier kan het zijn. dat een buurman in het gelukkige bezit is van een dergelijk werktuig en het op eigen boerderijtje nog ontbreekt. Welnu, vraagt vriende lijk om hulp. En tot de rijker gezegenden zegt dr. Posthuma: „Helpt uw broeder". Vooral bij de ver pleging van het gewas, misschien ook wel reeds vroeger, zal zich het gebrek aan arbeidskrachten kunnen voordoen en ook daarom is het zoo noodig overal waar dit mogelijk Is de machine te hulp te roepen. OOGSTEN In den tegenwoordigen tijd gaat het er om bij het oogsten van het gewas alle maatregelen te ne men. die genomen kunnen worden om den oogst zoo goed mogelijk binnen te brengen. Ook hier zullen hulpmiddelen hun dienst kunnen doen, b.v. de z.g. klaverruiters, die ook voor andere-gewassen, mis schien in eenigszins anderen vorm. bruikbaar kun nen zijn, doch met of zonder hulpmiddelen zal het bij het oogsten op de grootste zorgvuldigheid aan komen. HOOFDGEWAS EN NABOUW Voor het hoofdgewas was het zaaiplan en de bo dembereiding voor een overgroot deel gereed, toen de productieslag een aanvang nam. Bij den nabouw kunnen wij nog alle mogelijke voorbereidingen treffen. Dr. Posthuma zegt dat hij hierop later te rugkomt. doch hij zou nu al wel willen opmerken, waar dit nog mogelijk is, vlinderbloemige gewassen in te zaaien Hij denkt in de eerste plaats aan wik ken. Behalve n.l voor den nabouw kunnen we hier ook nog als nevenvoordeel een soort stikstofbemes ting van den grond verkrijgen. En juist in verband mét gebrek aan stikstof kunnen we hiervan dan het noodige voordeel trekken. WEIDEBOÜW Op den weidebouw vestigt dr. Posthuma tenslotte opzettelijk afzonderlijk de aandacht. Als er lets is in het landbouwbedrijf, dat in vele streken nog in hooge mate kan worden verbeterd, dan is het de weidebouw. En het betreft niet alleen de behan deling en verpleging van de weide, maar ook in hooge mate het gebruik van den daarop gegroeiden oogst. Zoowel bii het weiden van het vee als bij het oogsten van het gras kan men veel doen om het nuttig resultaat van den weidebouw te vergrooten. Wat het weiden van liet vee betreft is de hoofdzaak deze: „zorgt dat het vee zoo min mogeliik vertrapt en zooveel mogeliik alles oneet wat er groeit". Bij de behandeling van de weide is een belang rijke zaak deze: „zorgt dat de gemaakte pannekoe ken zoo spoedig mogelijk over de weide verdeeld worden: liefst terstond, hetgeen nu eenmaal be zwaarlijk is, maar dan toch zeker eens per dag". Wat de oogst van het P"as betreft zullen ensilage en drosen den gewonen hooibouw moeten aanvullen. Op dit gebied zoo besluit dr. Posthuma is nog vee] te doen en dit is te meer aan te bevelen, omdat een vruchtbare oogst hier ook de melkpro ductie in den winter zeer ten goede komt. BLOEMENDAAL SPREEKUUR BURGEMEESTER De burgemeester van Bloemendaal, jhr. mr. C. J, A. den Tcx, zal op Vrijdag 11 April a.s. geen spreek uur houden. j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 2