Haarlem's Dagblad
Hitier overziet den oorlog op den
Hal Izon
Reichsjugendführer Axman sprak in
Amsterdam
Met geringe verliezen werd de veld
tocht volbracht
Duitsche weermacht
gehuldigd.
tei,
58e JÏXRG5NG No. 17753
Uitgave Lourens'.Coster, Maatschappij vooi Courant-
Uitgaven en Algem Drukkerij NV Bureaux Groote
Houtstraat 93. bijkantoor Soendaplein 37 Postgiro-
dienst 38810 Drukkerij Zuide> Bulten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082 Hoofdred 15054. Redactie
10600. Drukkerij 10132. 12713 Administratie 10724.
14825 Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
MAANDAG 5 MEI IC31
Abonnementen per week 0.26, per maand 1.15,
per 3 maanden 3.42, franco per post 3.73, losse
nummers 6 cent per ex Advertentlën- 1-5 regels
2.—. elke regel meer 0 40 Reclames f 0 65 Der
regel Regelabonnementstarleven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels 7 0 70. elke regel meer
f 0171,4 Groentjes zie rubriek
Rede voor den Rijksdag.
BERLIJN, 4 Mei (D.N.B.) De Führer heeft
Zondag tijdens de zitting van den rijksdag een
verklaring van de rijksregeering afgelegd. Hierin
zeide hij o.a. het volgende:
In een tijd, waarin daden alles en woorden
weinig beteekenen, is het niet mijn bedoeling als
gekozen vertegenwoordiger van het Duitsche volk
meer dan absoluut noodzakelijk voor u te ver
schijnen. De eerste maal heb ik mij bij het uit
breken van den oorlog tot u gewend op het oogen-
blik, waarop dank zij de Engelsch-Fransche sa
menzwering tegen den vrede iedere poging om
met Polen tot een vergelijk te komen, hetgeen
anders zeker mogelijk was geweest, was mislukt.
(Foto Stapf)
Al mijn pogingen om juist met Engeland tot
een vergelijk ja tot een blijvende en vriendschap
pelijke samenwerking te komen, leden schipbreuk
op den wensdh en den wil van een kleine kliek,
die ofwel uit haat of uit materieel oogpunt, elk
Duitsch voorstel tot een vergelijk van de hand
wezen met het niet verheelde besluit, den oorlog
onder alle omstandigheden te willen. De man, die
dit even fanatieke als duivelsche plan tot eiken
prijs doorzette om een oorlog te verkrijgen, was
toen reeds minister Churchill, en zijn helpers
waren de mannen, die op dit oogenblik deel uit
maken van de Britsche regeering. Openlijk en
heimelijk werd dit streven deels het krachtigst
bevorderd door de z.g. „groote democratieën" aan
deze en gene zijde van- den Oceaan. In een tijd
van toenemende ontevredenheid der volkeren met
hun falende regeeringskunsten. meenden aldaar
de verantwoordelijke mannen het snelst door een
succesvollen oorlog de vraagstukken, die anders
toch niet meer voor oplossing vatbaar zouden zijn
ender de knie te kunnen krijgen. Achter hen
stond het groote internationale Joodsche bank-
beurs- en bewapeningskapitaal, dat weer evenals
voorheen de lucht kreeg van de mogelijkheden
om een hoewel smerig, toch goed zaakje te maken.
En evenals voorheen was men zonder gewetens
bezwaar ertoe bereid om terwille van hun goud
het bloed der volkeren te offeren. Zoo begon deze
oorlog, enkele weken later was de staat, die zich
het eerst lichtvaardig genoeg voor het karretje
had laten spannen van de belangen van finan
ciën en kapitaal dezer oorlogsophitsers verslagen
en vernietigd.
Vergeefsch beroep op het inzicht.
Ik meende het onder deze omstandigheden aan
ons eigen Duitsche volk en aan tallooze op zich
zelf even fatsoenlijke als onschuldige menschen
eener andere wereld verschuldigd te zijn opnieuw
een beroep te moeten doen op het inzicht en het
geweten der andere staatslieden. Op den zesden
October 1939 constateerde ik derhalve opnieuw,
dat Duitschland noch van Engeland, noch van
Frankrijk iets verlangd heeft, noch verlangen wil,
dat de voortzetting van den oorlog waanzin is en
dat vooral de verschrikking van de moderne oor
logswapenen, zooals deze eens gebruikt zouden
worden, groote gebieden moest vernietigen. Ik
waarschuwde voor den strijd der zware en ver
dragende artillerie tegen door burgers bewoonde
plaatsen, wel wetende, dat daaruit slechts van
beide zijden een verwoesting van uitgebreide
landstreken kon ontstaan. In het bijzonder wees
ik erop. dat het gebruik van het luchtwapen met
zijn uitwerking op grooten afstand zou leiden tot
de vernietiging van alles wat eeuwenlange arbeid
moeizaam had opgebouwd en in Europa als cul
tureel bezit tot stand gebracht had.
Evenals echter reeds mijn beroep van den eer
sten September 1939 vergeefsch bleek, zoo viel ook
het nieuwe beroep een bepaald verontwaardiging
wekkende afwijzing ten deel. De Britsche oorlogs
ophitsers en hun Joodsch kapitalistische aansto
kers hadden voor mijn menschelijk beroep geen
andere verklaring dan de veronderstelling dei-
aanwezigheid van een Duitsche zwakheid. Toen
reeds begon, verblind door een met een stalen
gezicht geuite voorspelling van minister Churchill,
de Noorsche regeering met de gedachte eener
Britsche invasie te spelen. Ten einde door een
bezetting van Noorsche havens en van het Zweed-
sche ertsgebied te dulden, tot de vernietiging van
Duitschland bij te dragen. Zoo zeker werden
eindelijk de heeren Churchill en Paul Reynaud
van hun succes van hun aanslag, dat zij, of wel
door lichtzinnigheid of wel onder invloed van
sterken drank meenden hun voornemens niet
meer stil te moeten houden Aan deze praatzucht
van de beide heeren dankte toen de Duitsche re
geering de kennis van de tegen het Duitsche Rijk
gesmeede plannen en het Duitsche volk dankte
daaraan wellicht echter ook. dat het zijn meest
beslissenden slag in dezen oorlog van zijn kant
kon toebrengen. Want de Britsche aanslag op
Noorwegen was ongetwijfeld de voor het Duitsche
Rijk dreigendste onderneming. Enkele weken later
was dit gevaar geweken. De zoo volkomen succes
volle Duitsche afweer leidde tot een zoodanige
versterking van onze positie in Europa, dat zij
strategisch niet hoog genoeg geschat kan worden
Terstond na het mislukken van deze plannen
ontstond een verhoogde druk der Engelsche oor
logsophitsers op België en Nederland. Het doel
was thans, nu de aanslag op den aanvoer van
erts mislukt was om door het meesleepen van
België en Nederland, het front te verleggen tot
aan den Rijn en daarmede de plaatsen, waar het
erts verwerkt werd, te bedreigen en uit te scha
kelen. Op den tienden Mei van het vorige jaar
begon de gedenkwaardigste strijd misschien van
onze geheele Duitsche geschiedenis. Binnen en
kele dagen tijds braken wij door de vijandelijke
fronten en werd een toestand geschapen, welke
een operatie mogelijk maakte Leidende tot de
grootste vernietigende veldslagen in de wereld
geschiedenis. Zoo stortte Frankrijk ineen. België
en Nederland waren bezet. De Britsche afdeelin-
gen verlieten verslagen en zonder wapens ver
strooid het Europeesche continent.
Vredesaanbod van de hand gewezen
Op den negentienden Juli 1940 riep ik toen
voor de derde maal den Duitschen Rijksdag
bijeen. Ik heb ook die vergadering gebruikt
om de wereld nog eens tot den vrede te ver
manen. Ik liet er geen twiifel over bestaan,
dat mijn hoop in deze richting op grond van
mijn ervaringen slechts gering zou kunnen
zijn. Immers, de mannen, die den oorlog ge
wild hadden, handelden niet uit eenigerlei
ideëele overtuiging. Achter hen stond als
stuwende kracht het Joodsch democratische
kapitalisme, waaraan zij verplicht en waar
aan zij daarmede waren overgeleverd.
Mijn vredesaanbod werd als een tceken van
angst en lafheid van de hand gewezen.
Het gelukte den Europeeschen en Amerikaan-
schen oorlogsophitsers, het gezonde verstand der
breede massa, die geen voordeel van dezen oor
log kon hebben, opnieuw te benevelen door leu
genachtige voorstellingen, nieuwe hoop te wek
ken en daarmede eindelijk door middel van de
openbare meening, welke door hun pers geleid
werd, de volkeren wederom tot een voortzetting
van den strijd te verplichten. Ook mijn waar
schuwingen tegen het toepassen van de door den
heer Churchill gepropageerde nachtelijke bom
aanvallen op de burgerbevolking, werden slechts
opgevat als een teeken van de Duitsche onmacht.
Deze bloedigste dilettant van de geschiedenis
aller tijden meende in ernst de maandenlange
gereserveerdheid van het Duitsche luchtwapen
slechts als een bewijs voor zijn onbekwaamheid
om des naohts te vliegen, te mogen opvatten. Zoo
liet deze man door zijn betaalde schrijvers het
Engelsche volk maanden achter elkaar voorliegen,
dat alleen het Britsche luchtwapen in staat was
op zoodanige wijze oorlog te voeren, en dat men
daarmede het middel gevonden had om door den
meedoogenloozen strijd van het Engelsche lucht
wapen tegen de Duitsche burgerbevolking, ver
bonden met de hongerblokkade, het Duitsche Rijk
klem te krijgen. Juist daarvoor heb ik steeds
weer gewaarschuwd en wel meer dan 3V2 maand.
Dat deze waarschuwingen op Churchill geen in
druk maakten, verwondert mij niet. Wat is voor
dezen man het leven van anderen waard?
Wat beteekent voor hem de cultuur, wat be
teekenen voor hem bouwwerken? Bij het begin
van den oorlog heeft hij het reeds gezegd, dat hij
zijn oorlog hebben wil. Ook al zouden zelfs de
steden van Engeland daarbij tot puin moeten
vervallen. Hij heeft dien oorlog nu gekregen. Mijn
verzekering, dat wij van een bepaald oogenblik
af eiken bom zoo noodig honderdvoudig zouden
vergelden, heeft dezen man niet kunnen bewe
gen ook maar eenmaal over het misdadige van
zijn optreden na te denken
Hij verklaart, dat hem dit niet bedrukt, ja hij
verzekert ons zelf. dat ook het Britsche volk
hem na dergelijke bomaanvallen pas goed met
stralende vroolijkheid heeft aangekeken, zoodat
hij steeds weer opnieuw versterkt naar Londen
was teruggekeerd. Het kan zijn dat de heer Chur
chill op deze wijze opnieuw versterkt werd in zijn
besluit den oorlog ook langs dezen weg verder
te voeren. Wij zijn echter niet minder vastbe
sloten om voor elke bom, ook in de toekomst, er
zoo noodig honderd terug te werpen en wel zoo
lang totdat net Britsche volk zich van dezen
misdadiger en zijn methoden ontdaan heeft. En
wanneer Churchill van tijd tot tijd meent, de
kracht en hevigheid van zijn oorlog door propa
ganda te moeten versterken, dan zijn wij bereid
ook op deze wijze den oorlog te beginnen. Het
beroep van dezen nar en zijn trawanten op het
Duitsche volk juist ter gelegenheid van den 1
Meidag, om mij in den steek te laten, kan slechts
verklaard worden of wel door een verlamming
of door de krankzinnigheid van een drinkebroer.
Uit deze geestelijk abnormale gesteldheid spruit
ook het besluit om den Balkan in een oorlogs-
tooneel te veranderen. Als een gek loopt deze
man sinds vijf jaren door Europa en zoekt naar
iets wat zou kunnen branden. Jammerlijk genoeg
zijn er altijd weer betaalde elementen te vinden,
die voor dezen internationalen brandstichter de
poorten van hun landen openstellen.
Nadat hij het in den loop van den winter had
klaargespeeld aan het Britsche volk door een
wolk van beweringen en bedriegerijen de mee
ning op te dringen als zou het Duitsch Rijk uit
geput door den veldtocht van het vorige jaar vol
komen aan het eind van zijn krachten zijn, zag
hij zich thans verplicht om te handelen alvorens
het Duitsche Rijk weer zou zijn ontwaakt, opnieuw
een nieuwe brandhaard in Europa te stichten. Hij
keerde daarbij terug tot het plan, dat hem reeds
in het najaar van 1939 en het voorjaar van 1940
door het hoofd speelde. Gij zult u herinneren, af
gevaardigden, de gepubliceerde documenten van
La Charité, waarin de poging onthuld werd om
in den winter 1939'1940 van den Balkan een Euro-
peesch oorlogstooneel te maken, De voornaam
ste regisseurs van deze onderneming waren toen
Churchill, Halifax, Daladier, Paul Reynaud, gene
raal Weygand en generaal Gamelin Zooals uit
deze documenten blijkt, rekende men op de mo
gelijkheid om, indien deze aanslag op den vrede
in Zuidoost-Europa zou gelukken ongeveer hon
derd divisies voor de belangen van Engeland te
kunnen mobiliseeren.
De plotselinge ineenstorting in Mei en Juni
van het vorige jaar liet ook deze plannen voor-
loopig weer met rust. Reeds in het najaar van
het vorige jaar begon de heer Churchill opnieuw
dit vraagstuk te overwegen, hoewel deze poging
nu moeilijker geworden was alleen al omdat in-
tusschen op den Balkan zelf in zooverre een ver
andering ontstaan was daar door de wijziging in
Roemenië deze staat definitief voor Engeland
was uitgevallen. Het nieuwe Roemenië onder
leiding van generaal Antonescu begon een uit
sluitend Roemeensche politiek te voeren, zonder
rekening te houden met de hoop van Britsche
belanghebbenden bij den oorlog. Daar kwam
nog bij de houding van Duitschland zelf.
Feestelijke bijeenkomst
in het Concertgebouw
AMSTERDAM, 4 Mei (A.N.P.) In het Con
certgebouw te Amsterdam heelt hedenmiddag een
gemeenschappelijke feestelijke bijeenkomst plaats
gehad van de Hitler-jugend en den Nationalen
Jeugdstorm, ter gelegenheid van het bezoek van
den Jugendführer van het Duitsche rijk, Artur
Axmann.
Kort na het middaguur begon de aankomst der
jeugdstorm-formaties aan de IJ-zijde van het Cen
traalstation en weinig later ook die van de for
maties der Hitler-jugend, waarna de deelnemers
gezamenlijk door de stad naar het Concertgebouw
marcheerden. Voorop ging, gekleed in donkerblauwe
uniform, de muziekkapel van de Hitler-jugend, ge
volgd door leden dier organisatie en van den Bund
Deutscher Madel, daarachter de mannelijke en
vrouwelijke jeugdstormers, welker lichtblauwe
blouses een fleurigen toon voegden bij het jonge
groen, door het gouden zonnelicht uit de knoppen
getooverd.
De felle tonen der muziek droegen ver in de hel
dere lucht en zoo ontbrak het dan ook nergens aan
belangstelling.
Langs Damrak. Rokin, Vijzelstraat, Wetering
schans en Museumplein werd het Concertgebouw
bereikt, waar zich velen hadden opgesteld, om den
stoet te aanschouwen. Kort na halfdrie waren de
deelnemers het gebouw binnengetrokken. welks
groote zaal nauwelijks toereikend was om allen te
bevatten, zoodat velen zich met een staamplaats te-
De Duitsche Rijksjeugdleider Axmann arriveer
de Zaterdag in Den Haag tot het afleggen van
een bezoek aan Nederland, dat eenige dagen
duren zal. Hij inspecteerde Zaterdag in Den
Haag en gisteren te Amsterdam afdeeiingen van
de Hitlerjugend en van de N. J. S. Hierboven
ziet men den Rijksjeugdleider in het midden.
Links Generalkommissar Schmidt) bij zijn
aankomst te Den Haag.
(Foto Stapf)
vreden moesten stellen. De zaal was getooid met de
emblemen hakenkruis en stormmeeuw, op het bal
kon stonden oranje-blanje-bleu- en hakenkruis-
vlaggen opgesteld en het podium was met tulpen
en groen omboord.
Kort na drie uur werden de vaandels, van rechts
die van den Jeugdstorm, van links die der Hitler-
jugend, de zaal binnengedragen en onder het spe
len der muziek door de kapel der laatstgenoemde
organisatie vóór het podium opgesteld.
HOOGE GASTEN.
Intusschen was de Jugendführer van het Duit
sche rijk, Arthur Axmann, bij het Concertgebouw
aangekomen en trad, na buiten een eerewacht der
Hitler-jugend geinspecteerd te hebben, met de
overige hooge gasten de zaal binnen. Tot deze
laats ten behoorden mede commissaris-generaal dr.
Wimmer, namens den rijkscommissaris, de gene
raal der Schutzpolizei, Schumann, majoor Erhardt
als vertegenwoordiger van den generaal der vlie
gers. F. Christiansen, de gevolmachtigde van den
rijkscommissaris voor Amsterdam, senator dr
Boehmcker, de secretaris-generaal der N.S.B., ir.
Huygen en de heer J. W. de Ruiter, gemachtigde
van den leider der N.S.B. voor Noord-Holland.
Schout H. W. de Vrijer, die de bijeenkomst open
de. verwelkomde allereerst in de Duitsche taal de
autoriteiten en andere aanwezigen bij deze ge
meenschappelijke viering. Lang hebben de Duit
sche en de Nederlandsche jeugd gescheiden gemar
cheerd. Nu echter, zjjn zij bijeen en goede kame
raden.
Daarna zijn begroeting in de eigen taal herhalen
de, noemde spr. deze bijeenkomst van historische
beteekenis en zeide dat ook de Nederlandsche jeugd
in den geest van kameraadschap met de Duitsche
wil samenwerken in het nieuwe Europa.
De jeugdstormers zongen vervolgens het eerste
couplet van het Stormerslied. waarna de hoofdstor-
mer. C. van Geelkerken, een korte toespraak hield
Spr. heette allen hartelijk welkom in het Con
certgebouw, waar wij, aldus de hooofdstormcr, bij
eengekomen zijn om iets te laten zien van ons
willen en kunnen. Wanneer wij hooren van Dc
Ruyter onzen grooten admiraal, dan is dit niet oni
onze blikken terug te slaan op het verleden, maar
juist om ons te sterken voor dc toekomst.
Het is thans bijna een jaar geleden, dat de oorlog
hier uitbrak, waarin wij, Nederlanders en Duit-
schers, tegenover elkaar werden geplaatst, omdat
het oude systeem, dat ineenviel, meende, de nieuwe
orde, welke de toekomst bracht, tegen te kunnen
houden. k
Spr. gaf den Reichsjugendführer de verzekering
dat deze bij zijn terugkeer naar Duitschland, het
besef mee kan nemen, dat onze jeugd klaar is, man
moedig en trouw, klaar, om straks de jeugd van het
geheele volk te richten op de idealen van den
nieuwen tijd. Fier en moedig schrijdt de jeugd
van Nederland de nieuwe toekomst te gemoet.
Wij, jonge Nederlandsche nationaal-socialisten.
gedenken, dat toen Griekenland, de laatste vesto
van Engeland op het vasteland van Europa viel,
cok Nederlandsche kameraden, mèt de Duitschers,
daarbij in de voorste rijen stonden.
Wij, Nederlanders, wenschen ook in de toekomst
niet onder te gaan in het nieuwe Europa, maar onze
olaats daarin te bezetten.
Zóó marcheert de jeugd van Duitschland en
Nederland lotsverbonden de toekomst tegemoet
Op deze taak, op dat nieuwe Europa, hou zee!
KINDERCANTATE.
Na deze met applaus ontvangen rede ving d<
uitvoering aan van de kindercantate „Michiel,
Adriaanszoon de Ruijter", welke door stormers en
stormsters werd uitgevoerd, met medewerking van
„Het Nederlandsche Symphonie-orkest". dir. mr.
Harm Smedes. Het geheel stond onder leiding van
Adriaan Wagemaker.
De uitvoering, welke op zeer goed peil stond,
werd, blijkens het herhaalde applaus, dat aan het
einde tot een ware ovatie uitgroeide, hoogelijk ge
waardeerd. Den dirigent, alsook den solisten wer
den fraaie bloemen aangeboden.
De Jugendführer van het Duitsche rijk, Artur
Axmann. die daarna het podium betrad en daar den
heer Wagemaker met een handdruk complimen
teerde, noemde deze gez.amenlijke vergadering een
"-note gebeurtenis en een uiting van den wil der
Nederlandsche jeugdbeweging.
In deze cantate vinden wij, met de Nederlanders
innerlijke aanrakingspunten. De Ruyter is niet
alleen de grootste Nederlandsche zeeheld, doch de
voornaamste zeeheld zonder meer
Al het groote komt voort uit een inwendigen
drang. Spr. herinnerde aan 1918 en aan het begin
der nationaal-socialistische partij in Duitschland,
toen slechts enkele mannen eenzaam om hun
vaandels stonden.
Dat wij trotsch zijn op de jeugd is niet in de
eerste plaats, omdat de Duitsche nationaal-
socialistische jeugdbeweging de grootste organi
satie op dit gebied ter wereld is, maar omdat zij
door haar goede eigenschappen en hoedanig
heden zoo groot geworden is. De Duitsche jeugd
had destijds zelf nog geen idee, wat de nationaal-
socialistische beweging wilde, maar toch volgde
zij haar instinctief.
Wij hebben thans in Duitschland een staat van
de jeugd. De Duitsche arbeider en de Duitsche
boer werden vrijgemaakt, doch de Führer wilde,
dat ook de jeugd voor haar deel aan dit groote
werk kon medehelpen.
Door de nationaal-socialistische revolutie is de
Duitsche toekomst verzekerd. Zonder eenigen
twijfel zal Duitschland den oorlog winnen: niet
omdat wij de beste soldaten en de beste wapens
hebben, maar-omdat wij tot Führer Adolf Hitler
hebben.
Wie niet bereid is. zijn leven te offeren voor
een idee. zal ook geen natie kunnen winnen.
Ook gij. in uw land. hebt strijd te voeren, dat is
goed. Daardoor komen uit de rijen der jongeren
de besten naar voren en vormt zich een bloem
van de natie. ..Gij moogt er daarom trotsch op
gaan. door anderen uitgelachen en vervolgd te
worden."
Wij weten allen, dat groote tijden steeds de
•eugd naar voren brengen.
In het nieuwe Europa zullen de Duitsche natio
naal-socialistische beweging en de N. S B. schouder
aan schouder gaan en zal ook de Hitlerjeugd met
de uwe in goede kameraadschap verbonden zijn
("applaus) Wij marcheeren gemeenschappelijk als
broeders.
Op de toespraak van den rijksjeugdleider volgde
?cn luid applaus. Daarna bracht Hauptbannführer
Ir. H. Lindenburger een drievoudig Sieg Heil op
den Führer uit, dat door de aanwezigen met een
'-rarhtig heil werd beantwoord.
Met het zingen van het Duitschland- en Horst
Wessellied en het zesde couplet van het Wilhel
mus werd de bijeenkomst gesloten, i.
RECEPTIE
In aansluiting op de groote Duitsch-Neder-
landsche jeugdbijeenkomst in het Concertge
bouw te Amsterdam, heeft de rijksleider van de
Duitsche jeugd. Arthur Axmann. een thee-recep
tie aangeboden in het Amstel Hotel.
Bij deze receptie waren o m. tegenwoordig als
vertegenwoordiger van den Rijkscommissaris de
commissaris-generaal dr. Wimmer, de leider van
de N. S. B. ir. Mussert, de vertegenwoordiger van
den afwezigen commissaris-generaal en Ober-
dienstleiter Schmidt, zijn plaatsvervanger Ober-
bereichsleiter Espger. als vertegenwoordiger van
het Arbeitsbereich der N.S.D.A.P. in den Nieder-
landen Kreisleiter Paustian, de leider van den
Nationalen Jeugdstorm. Van Geelkerken, de ge
volmachtigde van den rijkscommissaris voor de
stad Amsterdam Senator Boehmker, en verschil
lende andere Duitsche en Nederlandsche gasten.
De Balkanpolitiek van het Duitsche Rijk
Ik wil allereerst een korte uiteenzetting
van het doel der Duitsche Balkanpolitiek
geven, zooals ik die in mijn gedachten had
en wü die trachtten te bereiken.
1. Zooals steeds had het Duitsche Rijk op
den Balkan geen territoriale en geen zelf
zuchtige politieke belangstelling. Dat be
teekent. dat het Duitsche Rijk in geen enkel
opzicht om een of andere egoïstische reden
belang had bij de territoriale vraagstukken
en binnenlandsche toestanden in deze sta
ten.
2. Het Duitsche Rijk heeft er echter naar ge
streeft, juist met deze staten nauwe economische
betrekkingen aan te knoopen en te versterken.
Dat was niet alleen in het belang van Duitsch
land maar ook in dat van die landen zelf. Want
als ergens de nationale economieën van twee
handelscontractanten elkaar aanvullen, dan was
en is dat het geval tusschen de Balkanstaten en
Duitschland. Duitschland is een industrieland
en heeft levensmiddelen en grondstoffen noodig.
De Balkanstaten zijn landbouwlanden: zij be
schikken over grondstoffen en hebben industree-
le producten noodig. De mogelijkheid van een
buitengewoon vruchtbare uitbreiding der han
delsbetrekkingen-vloeide daar noodzakelijk uit
voort. Indien Engelsche of Amerikaansche
kringen daarin een ongerechtvaardigde pene
tratie van Duitschland in den Balkan wilden
zien, dan was dat een even domme als onbe
schaafde aanmatiging. Want iedere staat zal
zijn economische politiek opbouwen volgens de
belangen van het volk en niet volgens die van
vreemde, ontwortelde Joodsch-democratisehe
kapitalisten. Bovendien kon zoowel Engeland
als Amerika in dit gebied hoogstens als verkoo-
per en nooit als kooper optreden. Maar Duitsch
land heeft aan den Balkan niet alleen verkocht:
het was daar vooral de grootste kooper, en wel
een blijvende en soliede kooper, die de produc
ten der boeren van den Balkan betaalde met
den arbeid van denDuitschen fabrieksarbeider en
niet met zwendelvaluta's en -deviezen, die reeds
jarenlang aan chronische depreciatie hadden
geleden.
Het was dan ook geen wonder, dat Duitsch
land de grootste handelspartner der Balkan
staten werd. Bij transactie waren er overwon
nenen noch overwinnaars, er waren slechts con
tractanten en het Duitsche Rijk der nationaal-
socialistische revolutie richtte er zijn eerzucht
op, een fatsoenlijk partner te zijn, dus met be
hoorlijke en solide goederen te betalen en niet
met democratische zwendelpapieren.
3. Met het oog hierop heeft het Duitsche Rijk-
als men dan al van politieke belangen wil
spreken slechts één belang gehad dat de
handelspartner inwendig gezond en krachtig
was. Het Duitsche Rijk heeft dan ook alles
gedaan, om door zijn invloed en hulp, met raad
en daad deze landen bij te staan ln de beves
tiging van hun eigen bestaan en van hun inwen
dige orde, ongeacht hun bijzondere staatsvor
men.
De toepassing van deze overwegingen leidde
niet alleen tot een stijgende welvaart in deze
landen, maar ook tot een wederzijdsch vertrou
wen. dat langzamerhand veld begon te winnen.
Des te heftiger streefde de wereldbrandstich
ter Churchill er naar deze vreedzame ontwik
keling te verbreken en door het onbeschaamde
uitdeelen van Britsche hulpbeloften, garanties
enz. die op zichzelf volkomen waardeloos waren,
de elementen van onrust, onveiligheid, wantrou
wen en eindelijk ook van twist ln dit tot rust ge
komen gebied te brengen. Met deze „garanties"
werd eerst de Roemeensche staat gevangen en
later vooïal Griekenland. Dat achter deze ga
ranties geen enkele macht stond, die werkelijk
hulp kon verleenen, zal intusschen wel duidelijk
genoeg bewezen zijn. Roemenië heeft zijn
garanties, die het welbewust van de spilmogend-
heden moest vervreemden, duur moeten betalen.
Griekenland, dat de garantie juist het minste
noodig had, was eveneens bereid aan de Engel
sche lokstem gehoor te geven en zijn lot te ver
binden aan dat van den geldschieter en lastge
ver van zijn koninklijken heerschcr. Want, ik
moet ook thans nog ik meen dat aan de his
torische waarheid verschuldigd te zijn on
derscheid maken tusschen het Grieksche volk
en de dunne laag eener verdorven leiding, die on
der inspiratie van een aan Engeland onderge
schikten koning, minder de werkelijke taak van
het Grieksche staatsbestuur op het oog had en
in de eerste plaats de bedoelingen der"Britsche
oorlogspolitiek tot de hare maakte. Ik heb dit
oprecht betreurd. Voor mij als Duitscher. die
door opvoeding in de jeugd en later door be
roep een zeer groote vereering bezat voor de
beschaving en de kunst van een land. van waar
eens het eerste licht van menschelijke schoon
heid en waardigheid uitstraalde, was het zeer
moeilijk en bitter deze ontwikkeling te moeten
gadeslaan en er niets tegen te kunnen doen.
Door de documenten van La Charité hadden
wij een kijk gekregen op het drijven van de
machten, die den Griekschen staat vroeg of
laat in een onmetelijk ongeluk moesten storten.
In den nazomer van het vorige jaar slaagde
Churchill erin, de platonische garantiebeloften
aan Griekenland in het brein van zekere krin
gen zooveel vorm te geven, dat daaruit een ge
heele reeks voortdurende neutraliteitssehendm-
gen konden worden afgeleid. Het eerst werd
Italië daardoor getroffen. Hei voelde zich dan
ook genoopt, in October 1940 de Grieksche
regeering voorstellen te doen en waarborgen te
eischen, die aan dezen voor Italië onhoudbaren
toestand een einde konden maken. Onder in
vloed van de Britsche oorlogsdrijvers wees
men dit verzoek bruusk af, waarmede aan den
vrede op den Balkan een einde kwam. liet
slechte weer. sneeuw, storm en regen, en ter-
wille van de historische rechtvaardigheid moet
ik constateeren de buitengewoon dappere te
genstand der Grieksche soldaten gaven de re-
geering te Athene genoeg tijd om zich op de
gevolgen van haar ongelukkig besluit te bezin
nen en naar een mogelijk verstandige oplos
sing uit te zien. Duitschland heeft in dien tijd
de betrekkingen met Griekenland niet ver
broken, m de hoop, dat het toch nog op
de een of andere wijze tot opheldering van den
toestand kon bijdragen. Ik moest echter ook
toen reeds, volgens mijn plicht, jegens de ge
heele wereld er op wijzen, dat wij bij een her
vatting van het oude Saloniki-denkbeeld uit den
wereldoorlog niet werkeloos zouden toezien. Jam
mer genoeg werd mijn waarschuwing, dat, wan
neer de Engelschman zich ergens in Europa zou
nestelen, wij besloten waren hem oogenblikke-
lijk naar zee terug te drijven, niet ernstig opge
vat. Zoo konden wij toen in den loop van den
winter zien, hoe Engeland ln toenemende
mate begon de grondslagen voor de vorming van
zulk een nieuw Saloniki-leger te leggen Men
begon met het aanleggen van vliegvelden
zorgde eerst voor de noodige organisatie op ten
grond, in de overtuiging, dat de bezetting der
(Men zie ook pag. 2)
HEDEN: 12 PAGINA'S.