Spaxt en Spet Biljartiesftijd. DONDERDAG IS MEI 1941 H A 'A RLE M'S D A G P. L A D Cricket Het Haarlemsclie districtselftal legen de Flamingo's. Men kieze het team pas na een proef- wedstrijd. no Haarlemsehc dlstricts-competltleleidcr van den Ne- derlandschen Crickethond. de heer A. W Roggeband. zal In den aanvang van het komende seizoen bii do samen stelling van het wedstrljdpfogramrha vele moeilijkheden moeten overwinnen. Op het terrein aan de Span.iaardslaan z.al waarschijnlijk vóór 1 Juli niet kunnen worden ge speeld. wat niet alleen ccn handicap is voor de Rood en Wit-elftallen. maar nog meer voor de adsplranten in de Woensdagmiddag-competitie. Het zal tevens nog wel ecnigen tijd duren, alvorens het veld van het Kennemer Lyceum voor de crlcketsport in orde is gebracht en het maaien van het gras op dit groote terrein vormt onder de huidige omstandigheden een niet gemakkelijk op te lossen probleem. De wedstrijdleider zal dus een beroep moeten doen op de medewerking van Haarlem. C. V. H. en R C. H. om een eenigermate vlot verloop van de competitie te kun nen garandeeren en de op de jaarvergadering getoonde bereidwilligheid van de bestuursleden dezer clubs om hun velden zoo veel mogelijk beschikbaar te stellen stemt tot erkentelijkheid. De vraag is echter gewettigd, wat er van den jaarlijk- schen wedstrijd tegen de Flamingo's terecht moet komen en waar deze match zal moeten worden gespeeld. Nog steeds had dit treffen op het Rood en Wit-terrein plaats, meestal in Juni en het zou een geluk bij een ongeluk kunnen worden genoemd, als deze ontmoeting een maand kon worden verschoven. Wat toch was het geval? Het ver tegenwoordigend elftal van den voormaligen Haarlem- schen Cricket Bond moest worden samengesteld uit spe lers. dit voor het meerendeel gebrek aan matchpractijk hadden en die hoogstens twee maal in 'n wedstrijd waren uitgekomen op het moment, dat zij hun krachten met die van de uiteraard sterkere en meer geroutineerde Fla mingo's moesten meten. Wanneer men nu weet. dat de Flamingo's vooral de laatste vijf jaren met een naar verhouding veel te sterk elftal naar de Spanjaardslaan kwamen en als regel bowlers van internationale reputatie, zooals Sodderland. met den aanval belastten, dan zal het volkomen duidelijk zijn, dat er van strijd nauwelijks sprake was en de propagan distische waarde van deze toch met dit oogmerk vast gestelde ontmoeting nihil kon worden genoemd. Het is daarom in de eeiste plaats te hopen, dat de keuze commissie of de aangewezen captain van het Flamingo team ditmaal inet meer overleg en begrip voor het doel van dezen wedstrijd bij de samenstelling van het toer- elftal te werk zal gaan, anders heeft de match het ave- rechtsche resultaat van wat er mede wordt beoogd. Maar daarmede zijn we er nog niet. Want ook van de andere zijde zullen maatregelen moeten worden genomen, die ten doel hebben het distrlcts-elftal zoo goed mogelijk voor bereid in het veld te brengen. Dat kan natuurlijk niet, als de match in de eerste weken van het seizoen wordt ge speeld en daarom is .er juist nu een gelegenheid om els de wedstrijd later zal worden vastgesteld de noo- dlge zorg aan de ploeg te besteden. Hoe zou men dat beter kunnen doen dan door het orga- nlseeren van een selectiewedstrijd tussehen twee proef- elftallen. waarvan de spelers dus match-practijk, dege lijke oefening en routine opdoen en bovendien aan elkanders spel gewennen. Bij zulk een wedstrijd is er tevens gelegenheid voor de keuze-commissie om aanwij zingen te geven en om te experimenteeren: het kan niet anders, of een en ander zal er daadwerkelijk toe bij dragen om het vertegenwoordigende team beter beslagen ten ijs te doen komen en het zelfvertrouwen te ver- grooten. Men zou dezen proefwedstrijd kunnen doen spelen tus sehen een combinatie der beste krachten van Rood en Wit en Bloemendaal eenerztjds en die van Haarlem. R. C. H en C. V. H. anderzijds, dan wel als een Noord-Zuid match, waarbij Bloemendaal en Haarlem het eene team en de andere drie clubs de andere ploeg zouden vormen. CRITICUS (Het ..biljartwonder" uit Waalwijk Keesje de Ruyter, over wiens op treden op te jeugdigen leeftijd zoo veel te doen is geweest, is thans 16 jaar geworden en daardoor vrij om lid te worden van den biljartbond.) Kees de Ruyter, nou. van harte, Je bent zestien naar ik lees En moogt nu dus vrij biljarten, Dat beteekent: klaar is Kees. Klaar tenminste om te trachten. Wat je in een match kunt doen, Maar met al je groote krachten Ben je nog geen kampioen. Je kunt caramboles maken Met een wonderlijk gemak En je geeft van 't groene laken Voor je jeugd een kranig pak. Nu reeds sta je in het spelen Zeker wel je (grooter) man, Er zijn ongetwijfeld velen Die je overwinnen kan. Voor het zelfvertrouwen winnen Is dat stellig heel wat waard, Nu je loopbaan gaat beginnen Zit j' als Ruyter goed te paard. Maar je moet je niet verbeelden Dat je klaar bent met je spel, Zij die zooveel langer speelden Lusten je voorloopig wel. Je hebt slag van het biljarten En je stoot merkwaardig goed, Maar neem het besef ter harte Dat je nog veel leeren moet. Nu je vrij bent te beginnen Is je vaardigheid al groot, Maar een kampioenschap winnen Gaat niet zoo op slag en stoot. Zwt OPENING IIF.R HEEM STEED SCHE ZWEMVIJVERS. Op 12 Mei j.l. zijn de Heemsteedsche zwemvijvers we derom voor het publiek opengesteld. Hieraan is geen officieele opening verbonden geweest:. Voor de Heem- stcedsehe Poloclub die de belangrijkste vereeniging is die van het bad gebruik maakt, is liet ditmaal echter een bijzondere gebeurtenis, daar zij dit Jaar haar 25-Jarig bestaan zal vieren en het dezen zomer 25 jaren is dat zij van het zwembad gebruik heeft gemaakt. In verband met dit feit hoeft de propagandacommissie van H. P C. in overleg met haar bestuur en het bestuur van de Heemsteedsche zwemvijvers besloten, dit feit eenigs/.ins plechtig te herdenken. Daartoe zullen op Zater dag 17 .Mei des middags om 3 uur, de zwemvijvers officieel voor II. P. C. geopend worden. Het woord zal hierbij ge voerd worden door den voorzitter van de propaganda commissie van H. P. C. Tevens zal naar wij vernemen, wethouder van Unen, het woord voeren. Vervolgens zal er voor de H. P. C.'ers gelegenheid bestaan om hun eerste baantje in de inrichting tijdens het jubileumjaar te trek ken. Of hiervan een ruim gebruik gemaakt zal worden staat nog niet vast daar de temperatuur van het water nog niet aanlokkelijk is. Enkele zonnige dagen kunnen daarin evenwel spoedig verandering brengen. Kaatsen DE HEER BAX VERLAAT „FRISIA". De heer Bax, secretaris van de Kaatsclub „Frisia" heeft wegens drukke werkzaamheden bedankt als lid. De heer Bax was de laatste jaren secretaris en heeft zich doen kennen als een populaire sportman. Als bestuurslid heeft hij veel voor de vereeniging gedaan en zijn organi satorisch talent kwam naar voren in de dagen toen Frie- sche militairen in Haarlem en omgeving gelegerd waren. De heer Bax bereidde menigen wedstrijd voor. ..Frisia" verliest dan ook in hem een ijverigen medewerker. Daar ook de heer De Graaf, voorzitter der vereeniging, wegens wei kzaamheden elders niet geregeld aanwezig kan zijn, is de leiding der club In handen van den heer De Wal, Kritzingerstraat 12 te Haarlem. Tafeltennis NED. TAFELTENNISBOND AFDEELING HAARLEM. Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de afdee- hng Haarlem van den Nederlandschen Tafeltennisbond zal het bestuur Zaterdagmiddag 17 Mei van 4—6 uur in het gebouw van den H. K. B.. Tempeliersstraat 35 te Haar lem recipieeren (Foto Ernst Krauss). Hedi en Margol Höpfner, de vermaarde solo-danseressen van het „Deutsches Opemhaus" te Berlijn, die a.s. Zaterdag in den Stadsschouwburg te Haarlem zullen optreden. W u terpolo De wmlercomoelitie geëindigd. H. P. C. 3 kampioen. Deze week zijn de laatste wedstrijden voor de winter competitie van kring Haarlem gespeeld. Dit is de eerste maal, dat in kring Haarlem een wintercompetitie lot een eind is gebracht. Ook dit jaar waren er bij de organisatie van de wedstrijden vele moeil'ikheden en moesten vele wedstrijden enkele malen worden vastgesteld, maar toch is het. dank zij de groote medewerking van de deelne mende vereenigingen, tot een goed einde gekomen. De indeeling van de klassen is wel zeer goed geweest, want in bijna alle klassen is het kampioenschap in de laatste wedstrijden gevallen. Bijzonder spannend was het in de tweede klasse, waar H. P C. 3. Haarlem 2 en H. V. G. B, 2 tot den laatstcn wedstrijd een kans op het kampioenschap hadden. Toen Haarlem 2 en H. P. C. 3 na een zeer spannenden strijd de punten 'gedeeld hadden, stonden de Haarlem-reserves met nog een wedstrijd te spelen tegen D. W. R. 2 er het beste voor. D. W. R. 2 heeft in de ontmoeting tegen Haar lem heel goed gespeeld, waardoor de Waterratten een 4—3 overwinning konden behalen, Handgraaf, de D. W R.- middenvoor, was met zijn doorslagballen goed op dreef en scoorde drie maal. Aan den anderen kant was midden voor Bongers niet erg gelukkig, doordat vele goede scho ten tegen lat of keeper kwamen. Een gelijk spel had hier zeker de verhouding beter weei gegeven. Door deze onver wachte nederlaag van dc Haarlem-reserves is H p. C. 3 met II punten kampioen geworden van de tweede klasse. H. V. G. B. 2 won nog van D W. R. 2 met 4—3. nadat eerst de Ratten een 30 voorsprong hadden genomen. De dameszeventallen van Haarlem speelden beide een wedstrijd tegen de H. P. C.-dames. Het eerste zevental behaalde een 1—0 overwinning, terwijl het tweede zeven tal met een 4—I nederlaag het onderspit moest delven. De D. W. R.-dames wonnen met flinke cijfers van de H. V. G. B.-dames. Het was vooral mej. H. Zieren, die het den rood-witte dames lastig maakte, waardoor zij met een 8—0 nederlaag huiswaaris konden keeren. Haarlem 3 en H. P.-C. 4 deelden e- mcens de punten in den laatstcn wedstrijd voor de derde klasse. Eerst namen de Haarlemmers door van Goor in de eerste seconden een voorsprong, maar daarna hielden Vermeer en zijn man nen zoo dapper stand, dat ten slotte een gelijk' spel tilt het vuur gesleept kon worden. De eindstanden in de vijf klassen zijn: H. P. C. 2 H. P. C. 3 Haarlem 2 H. V. G. B. D. W. R. 2 Eerste klasse. Tweede klasse. 33—10 27—28 18—20 20—27 18—31 15—10 29—18 21—17 19—21 GEREED VOOR DEN START. De kunsti| modellen getuigen van het enthousiasme waai mede de zweefvliegsport door de jeugd wort beoefend. (Foto Het Zuiden) Voetbal Derde klasse. H. V. G. B. 3 8 6 0 2 12 25—14 D. W. R. 3 8 4 1 3 9 21—16 Haarlem 3 8 3 3 2 9 10—12 'H. P. C. 4 8 3 1 4 7 27—15 Watertrappers 8 1 1 6 3 7—33 Vierde klasse. H. V. G. B. 4 8 4 4 -0 12 22— 9 H. Z. V. 8 4 3 1 11 21-11 Haarlem 4 8 3 1 4 7 24—21 K. Z. 8 1 3 4 5 9—16 D. W. R. 4 8 2 1 5 5 7—26* Dames. Haarlem 1 10 8 2 0 18 47— 3 D. W. R. 2 10 7 1 2 15 45-14 H. P. C. 10 6 1 3 13 28—13 V. Z. V. 10 5 0 5 10 29—24 Haarlem 2 10 2 0 8 4 1444 H. V. G. B. 10 0 0 10 0 1—66 Zooals uit bovenstaande lijstjes blijkt, hebben de Haar lem-dames de beste prestatie geleverd door uit 10 wed strijden slechts twee verliespunten te boeken. Daarop volgen H. P. C. 2 en H. V. G. B. 3 met ieder vier verlies- punten. Het beste doelgemiddelde is gemaakt door de Haarlem-dames .terwijl de H. V. G. B.-dames met slechts één doelpunt voor en 66 tegen nog slecht voor den dag komen. VREESELIJKE TOCHT DOOR HET INDISCHE OERWOUD. Een vorige keer heb Ik jullie iets verteld over een Javaansen jongen, die in de rimboe plotseling door een slang werd gebeten. De slangen zijn echter niet de enige gevaarlijke beestjes, die men in het oei woud kan tegenkomen. Men moet voort durend op zijn hoede zijn voor allerlei reptielen. Mis schien zie je. op zo'n tocht door de rimboe, een mooi stuk hout liggen, dat er uitziet als een aardtg bankje, waarop je graag even zou willen uitrusten. Probeer 't maar niet: als je het bankje betast, komt er misschien een reus achtige schorpioen met omhooggebogen staart en nijdige klauwen te voorschijn. De Inlanders zullen dan ook nooit zomaar op de grond gaan zitten: ze geven hun ogen voortdurend goe^de kost en dat niet alleen. Ook hun gehoor en hun reuk zijn zó fijn ontwikkeld, dat ze alles wat op de grond tussehen de struiken of in dc lucht op hen loert, onmiddellijk waar nemen. En sloeg met zün zakdoek de insecten van Lizzy's benen. (Teekening van Ennl van Laer) Waakzaamheid Is hun aangeboren en hierin staat de Europeaan vooral de nieuweling, verre bij den Inlander ten achter. Ook hij let natuurlijk scherp op en neemt zijn maatregelen, maar soms, als het een hele tijd goed is ge gaan, kan het gebeuren, dat zijn waakzaamheid verslapt en dan..,, juist op dat moment loert het doodsgevaar! Wat een echte „totök" het Indische woord voor nieuweling in de rimboe overkwam, ga ik je nu ver tellen. Hij maakte een vreselijk avontuur mee en was ten slotte nog dolblij, dat hij er het leven afbracht. Hij reed op een morgen te paard naar het huis van een van zijn vrienden in de buurt en moest daarbij ongeveer 10 K.M. door het oerwoud rijden, langs een pad. dat hij op z'n duimpje kende. Bij vroegere tochten was het een paar keer voorgeko men. dat de paarden van het gezelschap aangevallen werden door sarissï's, een soort wilde horzels, maar dit was nooit zo erg. want men had er een probaat middeltje tegen. Men nam een fles mee. gevuld met een treksel van laurlicrbladeren op klapperolie en zodra nu de sarissi's zich vertoonden, steeg men af en smeerde de huid der paarden met dit brouwseltje in. Dit bleek altijd afdoende te zijn. Onze totök nu reed s morgens om een uur of tien langs een kapokaanplant In het oerwoud, waar het rijpad meer op ccn modderpoel dan op ccn begaanbaar pad leek, toen zijn paard Lizzy plotseling onrustig werd en telkens stil stond. Een vreemd, hoog gegons klonk door de lucht en weldra begonnen kleine Insecten neer te dalen en de benen van het arme dier met hun angels te bewerken. Hel hart zonk den man ln de schoenen, want hij meende met sarissi's te doen tc hebben cn bcdach( opeens met schrik, dat hij zijn flesje met het bruine vocht niet bij zich had. Hoe had hij zo zorgeloos kunnen zijn? Vlug steeg hij af en sloeg met zijn zakdoek dc insecten van Lizzy's benen. Maar.... op 't zelfde ogenblik slaakte hij een gil, van schrik, toen hij merkte, dat het geen sarissi's waren maar „odèngs". een gevaarlijk soort wilde bijen. In zwermen van honderden en honderden gonsden ze om paard en ruiter heen. streken neer en boorden hun venijnige angels ln het vlees. Het hele lichaam van het paard en gezicht. hal9 en handen van den man waren al spoedig één koek van wriemelende, stekende Insecten. Tot overmaat van ramp verloor het paard door de pijn zijn bezinning en rende als een dolle ln het rorfd. Toen besefte onze nieuweling opeens met ontstellende, maar tevens opzwepende duidelijkheid, dat langer aar zelen de dood betekende, 't Was onbegonnen werk de die ren te verjagen. Slechts één uitweg was er nog tropen helm. rotting en alles, wat verder op de grond lag. verza melen. Lizzy met krachtige hand in de teugel grijpen en in razende galop er vandoor! 't Was een rit om het leven over 2 K.M.. over stenen en greppels en in een voortdurend stijgend terrein. En dat onder de hevige kwelling van de vreselijke steken, die maar niet ophielden' Want de odèngs waren zo taai als muskieten. Ze overdekten nog steeds het hele lichaam van het paard, doch begonnen langzamerhand op te dun nen. Hét trouwe paard kon haast niet meer op z'n benen staan, maar toch galoppeerde het door het schreeuwen van zijn meester aangedreven, almaar verder. Gelukkig, daar kwam een stukje sawah in 't zicht met een kleine Javaansche hut. Drie Inlanders kwamen »e voorschijn, maar toen ze de odèngs zagen, rukten ze hun hoofddoek af 'en gingen er met fladderende haren van door. Nóg een eindje, daar was een kleine kampong en nu waren de odèngs zo goed als verdwenen. Maar paard en ruiter waren er treurig aan toe. Ze beefden cn rilden over hun hele lichaam. De razende aanval van de wilde bijen had misschien vijf minuten, de rit twintig minuten ge duurd. maar toen ze eindelijk bij hun vrienden aankwa men. zonken ze meer dood dan levend ineen. Het duurde meer dan een uur voordat alle achtergeble ven angels uit de huid van het paard verwijderd waren. En wat den man betreft: zijn hals, gezicht cn armen zaten vol bultjes en wondjes, die na een maand nog niet geheel genezen waren. Nooit zal hij het vreselijke avontuur vergeten, waarbij als door een wonder zijn leven en dat van zijn paard ge spaard bleven. En hij past voortaan wel op, zo in z'n eentje door het oerwoud te gaan. UIT MERKWAARDIGE DINGEN DE HELE WERELD. Op het eiland Sicilië bevindt zich een reusachtige, blok vormige grot. in de rotsen. Deze grot wordt „het oor van Dionyslus" genoemd, om dat hij vroeger door Dionyslus. tiran van Syracuse, als kerker werd gebruikt Hel eigenaardige ervan was. dat Dionysius in zijn palels alles horen kon. wat de gevange nen spraken. Ook het zachtste geluid in de kerker klonk door tot in het paleis, waar een speciale „hoorkamer" voor dit doel was bestemd. In Britsch-Indië hebben vele huizen z.g. afkocllngs- kamertjes. In deze vertrekken gaan de mensen, als ze zich om de ccn of andere reden boos of opgewonden hebben- gemaakt, om tot rust tc komen. In Peiplng, de oude hoofdstad van China, ligt het schitterende winterpaleis met prachtige tuinen. In een dezer tuinen is een grote visvijver, waarin vroeger hon derden goudvissen zwommen In 1924 werd het visrecht in deze vijver voor een paar duizend dollar aan een Amerikaan verpacht. „Zit er dan nu nog zoveel vis?" zul je vragen. Neen. dat niet, maar de Amerikaan liet duizenden gou den plaatjes opvissen, die op de bodem van de vijver lagen. Al die vissen, die hier in de loop van eeuwen hadden rondgezwommen, waren n.l. als geschenk aan de verschil lende keizers gegeven en aan elke vis bevond zich een gouden plaatje met de naam van den schenker. Vandaar, dat de Amerikaan met zijn visrecht in drie jareti tijds een vermogen verdiende! Natuurlijk heb je wel eens de naam van de Kanarische eilanden gehoord. Als Ik Jc vraag; waarom heelen die juist ..Kanarische' eilanden, dan zeg je onmiddellijk: ..na tuurlijk omdat er zoveel kanarievogels zijn." Mis! De vogels heteji kanaries, omdat ze van de Kanari sche eilander, komen (dus juist ^omgekeerd). En de Kana rische eilanden hebben hun naam te danken aan het Latijnse woord canis hond, omdat reeds in de oudheid een bizonder groot hondenras op deze eilanden voorkwam, zodat men de eilanden „hondenland" noemde. Ze hadden veel praats, maar EEN KLEIN VERHAALTJE VOOR DE KLEINTJES Op een mooie zonnige morgen in 'Mei gooide Bets, het dienstmeisje heel wijd de balcondeuren open. O, o. wat een verrukkelijk weertje was het toch! Ze bleef een ogenblikje op 't balcon staan, uitkijkend over de grote weg. De bomen stonden vol tere blaadjes, die prachtig zachtgroen wuifden tegen de blauwe lucht, de bloeiende struiken in de tuintjes geurden en overal tjilpten vogeltjes ..Heerlijk!'' zei Bets hardop en ze klopte haar stofdoek uit. Toen keerde ze zich weer om en keek naar binnen Een streep zon viel dwars door de kamer en in die streep dansten wel duizend fijne stofjes. Bets volgde de streep met de ogen. Hij liep van de open deuren tot het buffet En toen keek Bets onder het buffet en schrok. „Foei" zei ze „wat ligt daar allemaal voor vreselijke rommel?" Dat ga ik gauw ais de wind opruimen. En ze holde naar de keuken en haalde een lange veger. Weet je wat Bets onder hel buffet uitveegde? Ik zal 't je vertellen: een lange witte draad, een punaise, een grote broodkruimel, een glazen knikker, een kraal eneen madeliefje Hoe kwamen die daar onder 't buffet? Ja, dat is een raadsel. Ze lagen er zeker nog niet lang, want Bets veeg de altijd netjes en het madeliefje zag eg nog frisch en bloeiend uil. „Wacht eens eventjes!" riep Bets en ze liep haastig weg, want er werd gebeld „straks kom ik met de stofzuiger." Ai de dingen, die onder 't buffet gelegen hadden, lagen nu op een hoopje in eerr hoek van de kamer. Ze hadden mooi de tijd om wat met elkaar te praten. „De stofzuiger?" Wat is dat toch?" vroeg het made liefje met een angstig stemmetje, want ze kwam Juist van de wei en daar is 't nooit stoffig. „Weet je dat niet?" riep de lange witte draad. „Gunst wat een groen ding ben jij! Die snort toch elke dag door het huis en de gewone dingen, die helemaal geen nut heb ben. zuigt hij op met zijn Ijzeren bekrrrrt, rrrrt! Zo iets als Jij bijvooYbeeld, waarvan niemand weet, waar het voor dient en zoiets als die broodkruimel en die punaise met z'n kromme punt. Ik behoef niet bang te zijn. want ik ben een heel nuttig ding. Weet je wel. wie ik ben?" Nee" zei het madeliefje „maar ik ben geen groen ding. maar wit met geel." ..Goed. goed" zei de draad. „En ik. ik ben een draad, een echte witte draad. Als ik er niet was. dan vlogen alle bandjes van dc handdoeken, alle knopen van de slopen. alle zomen uit de jurken. Als ik er niet was, dan, dan dan liepen alle mensen van de hele wereld met grote gaten In hun kousen. Dan, dan „Verbazend! Ontzettend!" nep het madeliefje. „Nee. dan begrijp lk. dat de stofzuiger u niet durft opslokken!" .Nee. klein geel met wit ding. mU stellig niet!" „En Ik" riep de punaise „ik ben wel zo nuttig als tien witte draden. Als ik er niet was. dan rolden alle platen van de muur en de verduisteringspapieren konden niei worden vastgeprikt. Zó nuttig ben ik!" „Pff" deed de draad. „Nee. maar dan ik" riep de broodkruimel, „als Ik er niet was, stierven alle mensen van honger. Als ik er niet was. kon de hele wereld geen ogenblikje meer blijven bestaan." „Pff" zei de draad en „och, och! is 't heus waar?" riep het kleine madeliefje- Maar nu begon de knikker te praten 't Was een mooie met een rode kurketrekker er binnen in. „Ik begrijp niet, waar jullie 't allemaal over hebben" zei hij is er nu aan zo'n krom prikding of zo'n wit slangetje of zo'n gewoon stukje brood? Ik ben mooi en doorzichtig. De kinderen houden me voor hun oog en dan knijpen ze hun andere oog dicht en dan roepen ze: oooh!" „Een nuttige taak!" spotte de punaise en de draad zei „pff" en het kleine madeliefje zweeg. „Ja" zei nu de kraal ,,ik kan werkelijk jouw nuttigheid niet inzien, glazen knikker met rode kurketrekker, beeld, je, je hebt niet eens gaten, Je kunt niet eens worden aangeregen. Nee dan ik!" Het madeliefje zuchtte diep. Het durfde niets meer te zeggen En toen kwam Bets terug met de stofzuiger. Die bromde en snorde van rrt. rrt. De dingen in de hoek van de kamer lager te bibberen van angst Rrrt. rrtde grote bek kwam iic zrbij en nader en plotseling slotte hij alles op: de broodkruimel, de kraal, de punaise cn zelfs de nuttige witte draad. Maar de knik ker kon hij niet opzuigen, die sprong opzij en rolde weer onder 't buffet. En het madeliefje? „Och" zei Bets „hoe kom jij hier?" En ze nam het kleine wit met gele ding op en zette het in een klein vaasje bij andere bloemetjes. R. DE RUYTER—v. d. FEER Aardige Huisdiertjes. Het marmotje of Guinese biggetje. Ik wed, dat jullie allemaal de Guinese biggetjes wel kennen: die stijfharlge stompneuzige, witte of gevlek of bruine diertjes, die op de kermis altijd marmotjes ge noemd worden en waarmede kinderen uit een woon wagenkamp of andere zwervertjes trachten een paa centjes te verdienen. Soms zingen ze dan het oude liedje: Juffrouw, wil je m'n marmotje zien? 't Is zo'n aardig beestje. Hij kan dansen als een lier. Juffrouw geef me je centje maar hier! M'n vader heeft me uitgestuurd Om m'n brood te verdienen Doe ik het niet, dan slaat hij me dood, Hangt hij me op aan m'n linkerpoot. Nu, al zal de vader van het zwervertje wel niet zó streng zijn, toch geef je natuurlijk graag een paar centen En dan neem Ie meteen het marmotje eens goed op. Oorspi'onkelijk zijn de Guinese biggetjes moerasbewo ners. Driehonderd jaar geleden zijn de allereerste exem plaren uit Brazilië langs de kust van Guinea naar Europa gekomen. De vier tenen van hun voorpootjes staan wijd uit elkaar gespreid, evenals de drie grotere van de zoolvor- mige achterpoten en alle poten hebben grove hoefachtige nagels, waarmee ze uitstekend over een zachte, drassige bodem kunnen lopen. Het ts heel leuk. als je toch konijnen houdt, ei eens paar Guinese biggetjes bij te nemen: je kunt die aardige diertjes dan op je gemak bestuderen. Je merkt dan ook dat ze steeds op een rijtje achter elkaar aan tippelen. Dat zijn ze nog zo gewend uit hun natuurstaat, waar ze langs nauwe paadjes door de moerassen moeten lopen. En ver der zijn ze vreselijk schuw; als je 't hok opendoet om het schoon te maken nemen ze ijlings de benen en verstop pen zich rrrt! onder een hoopje stro of Iets dergelijks. Maar als je ze een poosje gehad hebt en Je zorgt altijd goed voor ze, dan gaan ze vanzelf aan je nen. Ik heb zelf wel eens gehoord van een „marmotje", dat zijn baasje overal als een hondje naliep en een be paald fluitscln van hem met vrolijk gepiep beantwoordde. Zover zal een konijn het niet licht brengen, denk ik! Wederom een vier sleden voefbalfournoo 1-Iet viersteden tournooi, vorig jaar ten bate van Rotte dam tussehen de stedelijke elftallen van Amsterdam, Di Haag, Haarlem en Utrecht gehouden, heeft volkomen a: het financieele doel beantwoord, want een groot bedr; kon na afloop aan den burgemeester der Maasstad wc den ter hand gesteld. De wedstrijden te Utrecht trokken verreweg de mees belangstelling en dit nog wel ondanks het feit. dat h team uit de Domstad het minst succesvol was. Amsterda zegevierde. Den Haag werd tweede en onze stadgenoot* bezetten de derde plaats. De avondmatches ln ons rayc zouden zeker door meer publiek zijn bijgewoond, Indi* ze niet al te laat ln het seizoen waren gehouden; de zi mersporten immers hielden hun beoefenaren vast; tenni roeien en honkbal was op de mooie, lange zomeravond* aantrekkelijker dan het spel met deri grooten bal, waarb nog kwam, dat de voorafgaande noodcompetitie zeer vë volgelingen van „het bruine monster" maar matig hé vermogen te boeien. Thans zal op Haarlemsch initiatief wederom een vie: steden-toui'nooi worden georganiseerd, dat op door-di weeksche avonden in de tweede helft van Mei en Juni z: worden gespeeld. Naar de heer Ch. Boeree, penningmeest* der onderafdeeling Haarlem van den N. V. B., ons medi deelde, is de kans niet gering, dat ook Rotterdam t< deelname bereid zal worden gevonden, wat den baten or getwijfeld ten goede zou komen, daar dan iedere ploe acht in plaats van zes matches zou spelen. Met belangstelling mag men afwachten, hoe het Haai lemsche stedelijk elftal waarin, evenals vorig jaar, oo nu de in aanmerking komende IJmuidensche en Veis* spelers zullen worden gekozen zal worden samer gesteld. V. S. V.. E. D. O. en H. F. C. zullen wel gee krachten kunnen afstaan in verband met kampioens promotie en eventueeie degradatiematches, maar daardoc krijgen juiat tot nu toe minder bekende spelers een kan, Het streven van het afdeelingsbestuur is er Immers reec geruimen tijd op gericht, om vooral de veelbelovend voetballers uit de lagere klassen naar voren te brenge en uit het verloop van de competitie is duidelijk geble ken, dat niet alleen H. B. C., doch ook menige derd klasser over spelers beschikt, die in een vertegenwooi digend elftal'lang geen slecht figuur zouden maken, mil men hen in de gelegenheid stelt, In een proefwedstrij. aan het milieu en het hoogere tempo te wennen. CRITICUS HOE OUD BEN JE? Ver in het Noordoosten van Groenland, waar de Eskimos wonen, houden de mensen er al een heel eigenaardig- tijdrekening op na. Ze hebben geen geschreven taal ei kunnen dus geen enkele belangrijke gebeurtenis in hut leven optekenen om dit aan de vergetelheid te ontrukken En over 't algemeen kan hun dit ook niet veel schelen Alleen één ding moet worden onthouden en dat is di leeftijd van de mensen. Weet je, hoe Eskimo's altijd kunnen nagaan, hoe oud zi zijn? Wel, dat gaat zó, elk kind krijgt bij zijn geboortt een leren zakje, dat als zijn kostbaarste bezitting word bewaard. Telkens wanneer na de lange winter nu de zoi weer begint te stijgen, wordt het zakje geopend en eei beentje erin gedaan. Ieder beentje betekent dus een jaa; in het leven van het kind. En zo wordt er ieder jaar eer beentje bijgevoegd. Dit zakje wordt als zoiets heiligs be schouwd. dat zelfs de grootste rakker onder de Eskimo'! het nooit zal wagen, er op eigen gelegenheid aan te komen de beentjes er uit te halen om ermee te spelen, of wa toch ook weieens erg verleidelijk zal zijn! er een paai bij te doen om een beetje gauwer groot te zijn. De slimme toovenaar. Toen de tovenaar Bosco. een beroemd duizendkunstenaat van zijn tijd, eens in Turkije kwam. voerde hij voor Sul tan Mohammed den Tweede een schitterende toverkunst uit. Hij nam twee duiven, een grijze en een witte, sneed hen de koppen af en ruilde die om, waarop de witte duii met de grijze kop en de grijze duif met de witte kop vro lijk door de zaal vlogen en de graankorrels oppikten, dis Bosco uit de baard van den Grootvizier te voorschijn toverde. ..Ha ha!" lachte de sultan „bij Allah, dat vind ik aardig. Dat zullen we in 'i groot ook eens vertonen!" Hij klapte in de handen en gaf een paar korte bevelen. En ogenblikkelijk verschenen twee slaven, een pikzwarte Moor en een blanke Circasiér en achter hen stond een sol daat van de lijfwacht met het zwaard in de hand. „Sla hun de hoofden af!" brulde de sultan en jij. Bosco, verwissel ze! En dan laat ik bij m n hele hofhouding de hoofden verwisselen. Dat zal aardig zijn". De heksenmeester begon te bibbei en van ontzetting. „Sire", stamelde hij. „ik zou het graag doen. maar tot m'n spijt is mijn toverstafje zo klein en zwak. dat 't alleen op duiven berekend is. Geef mij drie dagen de tijd en ik kom met een grotere terug. De slaven en de hele hofhouding herademden, Bosco maakte een diepe buiging en verdween. Hij is nooit meer in Turkije verschenen. Een grapje van Cartouche. Misschien hebben jullie wel eens gehoord van Car touche, den beruchten Fransen rover, die tijdens de rege ring van Lodewljk XV het hele land en vooral de om geving van Parijs onveilig maakte. Hoe de politie ook haai' best deed. ze konden Cartouche maar nooit te pakken krijgen: hij was iedereen te slim af. Je begrijpt dat Cartouche en zijn streken en schelme rijen het gesprek van de dag waren, ook aan het ko ninklijke hof. Zelfs de koning begon tenslotte belang in den boef te stellen en eens riep hij opgewonden uit: „Nee maar, dien schelm zou ik wel eens "willen zien!" De volgende dag. toen de koning zich, gevolgd door twee kamerheren naar de audiëntiezaal begaf, zag hij in een der vertrekken een man op een ladder staan. Blijk baar was hij bezig de zilveren kaarsenkroon te poetsen. Juist op hei op ogenblik, dat de koning naderbij kwam, gleed de ladder, waarop hij stond, uit cn was op 't punt om te vallen Dc koning zag het. schoot loe en hield de ladder tegen, terwijl hij riep. „Pas op! Daar was u haast gevallen'" De 'man kwain van de ladder af, maakte een diepe bui ging en zei: „Uwe Majesteit is een genadig vors', onder wiens bestuur mij nooit enig onheil overkomen zal." De koning lachte om deze plechtige woorden van den oediende en ging de audiëntiezaal binnen, waar hij dade lijk zijn snïufdoos voor de dag haalde om een snuifje te nemen. Wie schetst echter zijn verbazing, toen hij in de snuif doos een briefje vond met de volgende woorden: „Car touche heeft de eer gehad met Uwe Majesteit te spreken. Hij had zich gemakkelijk de zilveren kroon kunnen toe eigenen en ook Uwer Majestelts snuifdoos. Maar Car touche ontsteelt zijn koning niets, hij wilde alleen de wens van Uwe Majesteit vervullen 't Spreekt vanzelf, dal er van Cartouche geen spoor eer ie vinden was. toen de koning en zijn kamerheren naar de zaal met de ladder terugsneldcn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 8