JCact Tlieuivs Onder valsche vlag M A X N D A G 19 H E I 1941 HS'ASEEM'S DAG71 EAD Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen Prof. Dr. J. A. J. Barge over: Een oud biologisch probleem In het gebouw Spaarne 17 te Haarlem kwamen Za terdagmiddag de leden van de Hollandsche Maatschap pij der Wetenschappen bijeen. De voorzitter heette in zijn openingsrede in het bijzonder welkom den oud secretaris en eere-lid, prof. dr. A. F. Holleman en her dacht wijlen Mr. Dr. baron A. Röell. die 25 jaar het voorzitterschap bekleedde en den heer J. A. Fontein, sinds een reeks van jaren penningmeester. Spr. begroette den nieuwen penningmeester, den heer R. Fontein en het nieuwe bestuurslid, jhr. F. J. E. van Lennep en wijdde een woord aan de nagedachtenis der in dit jaar overleden directeuren en leden. Nadat vervolgens de secretaris, de heer Dr. J. A. Bierens de Haan het jaarverslag had uitgebracht, hield prof. dr. J. A. J. Barge uit Leiden een voordracht over „Een oud biologisch probleem" Een oud biologisch probleem. Er op wijzend, dat iedere wetenschap problemen kent. die haar b:j de voortgaande ontwikkeling steeds blijven vergezellen, zegt spr. de aandacht te willen vragen voor een probleem, dat in de biologie reeds een langdurige geschiedenis heeft en ook aan andere we tenschappen zeker niet vreemd is. Het Is de vraag naar de betrekking tusschen vorm en functie. Merkwaardig is. dat dit probleem zoo zelden scherp en zuiver wordt gesteld, gelijk een aantal bekende formuleeringen er van uit later tijd duidelijk bewijzen. F.en grondige analyse van dit probleem vraagt allereerst een nauw keurige begripsbepaling der beide termen „vorm" en „functie". Den term „vorm" in den zin van contour of gedaan te kent iedereen. Deze „vorm" is eigen aan alle zin- tuigelijk waarneembare voorwerpen. Toch noemt men niet zelden zintuigelijk waarneembare zaken „vorme loos". Hieruit blijkt dat de contour die aan alle be grensde dingen eigen is, niet steeds het eigenlijke wezen der dingen uitdrukt. Naast den vorm als con tour, die vaak geheel bijkomstig, accidenteel kan zijn, is er ook een vorm, die wezenlijk of essentieel moet heeten. In vele gevallen, zooals bij een levend organisme of een technisch cultuurproduct heeft het woord „vorm" bovendien ook de beteekenis van inwendige structuur, al is deze structuur bij het levend organisme en het instrument ook niet gelijksoortig. Gelijk ieder voorwerp een vorm heeft in den zin van contour of gedaante, zoo heeft ook ieder voorwerp een functie in den zin van werking of verrichting. Zoo hebben alle voorwerpen massa en zijn zij op grond hier van onderworpen aan de wetten der zwaartekracht, die niet anders zijn dan de uiting der massawerking. Deze werking heeft niets specifieks, zij is eigen aan alle stof. Er is dus een parallel tusschen het hebben van een vorm en het hebben van een werking. De con tour is de uitdrukking der uitgebreidheid, de werking de uitdrukking der massa. Naast deze algemeene werking is aan de stof ook een specifieke werking eigen, die de uitdrukking is der specifieke structuur. Dit geldt voor de anorganische stof. voor machines en instrumenten zoo goed als voor het levend organisme. Er is dus in dit opzicht zeker evenredigheid tusschen vorm en functie. Deze even redigheid is echter niet iéts specifieks voor het leven. Is er dus ten aanzien van de betrekking tusschen vorm en functie een specifiek biologisch probleem, zoo kan dit niet gelegen zijn in het bestaan van proportie tus schen vorm en functie zonder meer. Is dan wellicht de betrekking tusschen vorm en functie van anderen aard dan bij de anorganische stof en de machine? Na een uitvoerige uiteenzetting van hetgeen specifiek is in het levend organisme komt spr. tot de conclusie, dat voor de machine het bestaan van evenredigheid tus schen vorm en functie niets bevredigends heeft. De ma chine toch is een statische constructie De haar door den mensch gegeven bouw bepaalt de functie, die steeds dezelfde blijft. De machine echter kan niet zichzelf veranderen, zich zelf verbouwen. Bij het levend organisme echter is het anders. De structuur er van is dynamisch. In de functie kan de vorm of structuur zich wijzigen en zoodoende weer nieuwe of andere functie voortbrengen. Waar echter is in dit. proces het begin, bij den vorm of bii de functie? Er is geen begin Beide zijn in het leven altijd vereenigd. Op de vraag, wat is in het leven primair, de vorm of de functie, is zonder nadere distinctie geen antwoord te geven. Dit antwoord laat zich alleen geven, als men rnaterieele of efficiënte en finale causaliteitsorde onderscheidt Doet men dit, dan moet men zeggen, dat de finale causali teit boven de efficiente causaliteit primeert. Dit geldt echter, gelijk nader wordt uiteengezet, niet slechts voor het organische, het leven maar even zoo goed voor het anorganische. Het primaat der functie is dus niet iets specifiek biologisch. Het geldt algemeen. Het is kosmisch. Waarom de betrekking tusschen vorm en functie een specifiek biologisch probleem lijkt, wordt tenslotte door spr. nader uiteengezet. Binncnlandsche leden. Tenslotte benoemde de vergadering tot binnenland- sche leden prof. ir. W. Schermerhorn te Delft, dr. D. Schoute te Wassenaar en prof. dr. W. M. Woerdeman te Amsterdam. VIER VOORSTELLINGEN VAN TANNHaUSIiR. AMSTERDAM. 17 Mei. In de serie bijzondere kunstmanifestaties, welke door de gemeente Am sterdam in den Stadsschouwburg georganiseerd worden, zullen op Dinsdag 20, Vrijdag 23, Maandag 26 en Donderdag 29 Mei a.s. vier voorstellingen plaats hebben van Wagner's „Tannhauser", ten tooneele gebracht door de Nederlandsche Opera stichting. R. H. B. S.-leeraren vergaderden in Amersfoort. Onder voorzitterschap van den heer W. de Lange uit Velsen kwam Zaterdag in hotel „Monopole" te Amersfoort de algemeene vergadering der vereeni- ging van leeraren aan rijks hoogere burgerscholen bijeen. In zijn openingswoord wees de voorzitter er op, dat een onderwerp, hetwelk actueel genoemd mag worden In dezen tijd is de concentratie van vakvereenigingen. Meer dan 20 jaar heeft de vereeniging de noodzakelijk heid daarvan gevoeld, zcide spr Wanneer bij verdere concentratie van vakvereenigingen de belangen van het rijksmiddelbaar onderwijs en die van de leeraren voldoende tot hun recht komen, dan heeft deze con centratie onze volle instemming. Bij de behandeling van de agenda hield de voorzit ter eenige beschouwingen over de salarispositie. Het beleid van het hoofdbestuur werd met algemee ne stemmen goedgekeurd. Een wet moet begrepen kunnen worden. Pleidooi voor een centrale instantie van wetgeving. De Vereeniging voor Strafrechtspraak heeft te Amsterdam haar voorjaarsvergadering gehouden. Dè vórzitter, jhr. mr. dr. L. H. K. C. van Asch van Wijck, sprak over „Wetgevingstechniek". Spr. zeide om., dat het aan behoorlijke formuleering van wetten al jaren lang ontbroken heeft. Zoo komt het meermalen voor, 'dat zelfs binnen het kader an dezelfde wet. de terminologie zonder aanwijs bare reden zichzelf niet gelijk blijft. De roep om klare wetten komt waarlijk niet alleen van de rechters, die haar moeten toepassen, maar evenzeer van de burgers, die tot de naleving der wettelijke vorschriften verplicht zijn, Het is practïsch onmogelijk alle departementen te voor zien van voldoende krachten, die de goede wet gevingstechniek beheerschen. Er is daarom meer malen gepleit voor een centrale instantie voor de wetgeving. Sjr. zou deze wenschen aan het depar tement van Justitie, waar de ontworpen regelingen getetst worden aan: 1. eischen van rechtszekerheid; 2. juiste formuleering en px'actische hanteerbaar heid; 3. het passen ook in de afwijkingen, in het kader der overige wetgeving. Gymnastieklokalen moeten voor gymnastiekles dienen. Circulaire aan gemeentebesturen. •s-GRAVENHAGE. 18 Mei. De secretaris-gene raal van het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming heeft aan de besturen van die gemeenten, waar een openbare school is gevestigd, een circulaire gezonden over het gebruik van gym nastieklokalen. Hierin wordt erop gewezen, dat in vele gemeenten gymnastieklokalen op een zoodanige wijze voor an dere doeleinden (distributiedienst, kindervoeding, luchtbescherming enz.) worden gebruikt, dat het onderwijs in de lichamelijke oefening er niet meer in kan plaats hebben. Nu dit vak sedert 1 Januari 1941 op alle lagere scholen verplicht is geworden acht de secretaris-géneraal het noodzakelijk, dat dc voor dit onderwijs aanwezige lokaliteiten ook daar voor worden gebruikt- In verband hiermede verzocht de seretaris-generaal dan ook er ten spoedigste voor zorg te dragen, da' bovenbedoelde lokalen voor het onderwijs in dit vak worden vrijgemaakt. MAARTSCHE BUIEN IN MEI. Om dc nxelkgiften van het vee zooveel mogelijk op peil te houden, moesten de boeren in de afgcloopen dagen er toe overgaan, om hun koeien van dekken te voorzien. (Foto Pax Holland) Twee jongens veroorzaakten telefoonstoring. Stuk van kabel meegenomen. Vrijdagavond ontstond er een storing in de tele fonische verbinding van Gorinchem met het land van Heusden en Altena, welke tot Zondagmorgen heeft voortgeduurd, toen het personeel van de P.T.T. de fout had ontdekt en hersteld. In een der uiterwaarden buiten de Dalempoort te Gorinchem was een ge deelte van de kabel vermoedelijk door den stroom bij hoog water bloot gekomen en twee aldaar zwer vende jongens van 16 jaar hebben de kabel ter lengte van 6 M. doorgesneden, de kabel aan stukjes gehakt, het omhulsel en lood en draad verkocht aan een opkooper. De politie die met het geval in kennis was gesteld heeft tegen de beide knapen proces-ver baal opgemaakt. De schade bedraagt minstens f 200 a f 300. De buit was verkocht voor f 1 45. Ook den op kooper wacht een proces-verbaaL DIEVEN BLEKEN' NOG NIET HANDIG GENOEG TE ZIJN. Verleden week werd des avonds ingebroken in een perceel in de Daendelstraat te 's-Gravenhagc, waar een zekere T. de G. op kamers woont. Ten nadee- le van deze De G- werd een bedrag van f 210 en een aantal sieraden ter waarde van f 200 ontvreemd. Bij het onderzoek van de politie bleek, dat de die ven niet via de straatdeur het perceel hadden kunnen 'xinnenkomen. Dus lag het voor de hand, dat zij over het dak waren binnengedrongen. Spoedig hierop wist de politie den 23-jarigen V. en den 29-jarigen van V. te arresteeren, die een bekentenis aflegden. Een dag voor de inbraak hadden zij een kamer ge huurd naast het perceel dat zij voor hun practijken ïadden uitgezocht. Voor de Kinderen (Teekeningen H. Kannegieter). TEDDY GUNT EEN ANDER OOK WAT! Middelburg's raadhuis wordt herbouwd. Raad keurt voorstel van B. en W. goed. Zaterdagmiddag, juist een jaar nadat de stad deerlijk door het oorlogsgeweld werd getroffen, is de gemeenteraad van Middelburg in vergadering bij eengekomen. Voor deze vergadering was een deel van het stadhuis, dat tengevolge van de oorlogsge beurtenissen voor een belangrijk deel is vernield, tot tijdelijke vergaderzaal ingericht. De burgemeester, nn\ J. van Walré de Bordes, heeft een rede gehou den, waarin hij zeide, dat de menschen volkomen van God afhankelijk blijven, zoowel voor eigen toekomst als voor de toekomst van de stad.Door de wijze waarop men het lijden draagt kan men anderen ten voor beeld en tot zegen zijn. Spr. wees er op hoe het lij den dichter brengt tot andere menschen, die ook ge loden hebben en die men door zelf te lijden beter is gaan begrijpen. Zooals men zijn dooden moet dur ven gedenken, zoo moet men ook Middelburg durven gedenken. Men moet zich durven herinneren hoe het geweest is en men moet het oude Middelburg blijven liefhebben. Juist omdat het oude dat verloren gegaan is zoo buitengewoon mooi is geweest, moet dat verlies inspireeren om het nieuwe ook mooi ja zelfs nog mooier te maken. Aan het slot van zijn rede wees spr. erop, dat de geestelijke wederopbouw voor den opbouw van de wereld na den oorlog nog veel noodiger is dan de rnaterieele wederopbouw en hij stelde de vraag of het mogelijk zal zijn de haat welke zich in dezen tijd heeft opgestapeld te liquideeren. De burgemeester gaf als antwoord op deze vraag, dat zulks een boven- mensehelijke taak is, welke alleen met Gods hulp kan worden volbracht, als de menschen maar willen. Na deze rede kwam aan de orde het voorstel van B. en W. tot herbouw van het Stadhuis en het ge ven van opdrachten aan den architect K. van Hees- wijk te 's-Gravenhage en den architect ir. A. van der Steur te Rotterdam, eerstgenoemde voor de uit wendige restauratie van de nog bestaande deelen van het oude stadhuis (de Gothische voor- en zijge vels met de beelden) en aan den tweede het maken van plannen enz. voor den herbouw van het gothische deel van het stadhuis en voor de nieuw te maken bij gebouwen voor de secretarie en het kantoor van den gemeente-ontvanger en van de nieuw te maken ge bouwen die achter het stadhuis ten behoeve van de gemeente zullen worden gesticht. Namens de raadsleden voerde de heer Jeronimus het woord. Hij bracht hulde aan het college van B. en W. alsook aan de architect ir. van der Steur voor wat zij reeds hadden voorbereid. Namens de raads leden deed spr. de toezegging, dat zij een eerste bij drage zullen schenken voor de inwendige histori sche aankleeding van het gebouw. Nadat de burgemeester de raadsleden en in het bij zonder den heer Jeronimus had dank gebracht, vcr- eenigde de raad zich zonder hoofdelijke stemming met het voorstel van B. en W. TELEGRAAFVERKEER MET KROATIë. Met het koninkrijk Kroatië is een beperkt telegraaf- verkeer weer mogelijk. „Wat! T" denkt Teddy. „Eet dat mormel nu ook van mijn beenen mee? Neen hoor. dat zal niet gebeuren. Er is niet genoeg voor twee! En dan schiet hij als een kogel op de arme Pu'ckle af, die de staart tusschen de pooten wegrent ln gestrekten draf. Is hij ver genoeg verdreven, dan keert Teddy Trix naar huis. Neen. met Puck in de omgeving, is het heelemaal niet pluis. Drinken kun je nog wel deelen, maar ja, gaat het om een been, dan heeft elke echte hond toch liever heelemaal het rijk alleen. Verduistering is onze plicht, Weer daarom uitstraling van 't licht. VAN 19 OP 20 MEI 1941 van 21.34 tot 5 38 Maan op 20 Mei op 5.32 Maan op 20 Mei onder 15.35 Slot defect? Tel. 11493 De Sleutelspecialist, L.Veerstr. 10 (Adv. Ingez. Med.) Agrarische Jongeren Landdag te Rolde. Duit van Uren bew ASSEN. 17 Mei. In het historische dorp Rol met zijn hunnebedden, zijn balloerkuil en zijn oü kerkje waren Zaterdag bijna vier duizend ledi der Vereeniging van Agrarische Jongeren in landdag bijeen gekomen. Onder de aanwezigt merkten we talrijke Duitsche en Nederlandse! autoriteiten op. O.m. Gau-Inspektor dr. Thii Beauftragte van den Rijkscommissaris in Drentb tezamen met de heeren Neïthart en Heyermai van zijn bureau, Obergauführerin Essig Reich jugendwartin van den Reichsnahrstand Beril Herr Bubenser plv. reichsjugendwart, dr. Lin denburger uit Den Haag beauftragte des Reichi jusendfiihrers, Kreisamtleiter Weidlich als vet tegenwoordiger van den Beauftragte in Friesland vt tegenwoordigers van de N. S. B., de bui'Kemeestei van Emmen. Meppel en Westerbork, resp. heeren dr. Bouma. J. Wisman en E. Derks vele anderen. De eerste spreker was de heer W. Kok uit OU met het onderwerp: „Met meer kracht vooj waarts". De heer L. Weyer, leider der agrarische jonge renbeweging sprak vervolgens over: „Onze agrarische jongerenbeweging in dezen tijd". De heer E. J. Roskam uit Lunteren, was de denj spreker die het woord voerde. Asn het begin van den landdag werd het woor gevoerd door Gau-Inspektor dr. Thiel, Beaultrag: van den Rijkscommissaris in Drente. De Beau! tragte van den Rijkscommissaris sprak als volgt: Jonge boeren en boerinnen van de agrarisch jeugdbeweging. Allereerst heb ik u de hartelijk groeten over te brengen van den heer Rijkscom missaris ter gelegenheid van uw feestdag, alsmed de groeten van den Landesbauernführer Gra Grothe. Ook ik wensch deze samenkomst een goe verloop toe. Ik begrijp, dat u Rolde gekozen heb om feest te vieren. Rolde is het symbool van ge zondheid, kracht en ongekunsteldheid in dit land schap. In Rolde heerscht de geest van oude tijden en het komt mij voor, dat deze geen slechte i Men bevindt zich hier op oer-germaanschen gron< Iedere bewuste drager van Germaansch bloe voelt zich gegrepen door de stemming van het dot Ik begrijp, dat gij elkaar hier treft om krach op te doen en ik weet, dat aan de vernieuwin van uw land hel hoerendom een belangrijk aan deel zal hebben. Dat gij u juist tot de nationaal socialistische idee voelt aangetrokken, is voor m een natuurlijk verschijnsel, want de boerengees ten en de nationaal-socialistische geest hebben den brai zelfden oorsprong. In beide vind men terug dï wer ware, eeuwige wetten dezer aarde. De heer Thiel besloot met de aanwezigen van harte verder succes toe te wenschen bij hui werk. Verder werd nog het woord gevoerd door dï Lindenburger, Beauftrafte des Reichsjugendfüh- rers. Hij bracht de gelukwenschen over van d Hitlerjugend. Het verheugde hem deze bijeen komst als boerenzoon uit een boerendorp Duitschland te kunnen meemaken. De landjeugc is de kracht en de hoop van het volk en zoolani dit volk goed voor zijn jeugd zorgt, zal het niet ten onder gaan. Zelf herinnerde spr. zich, dat ii Duitschland destijds ook een kleine gemeenscha; van boerenjongeren bestond, die, toen de fiihrei Adolf Hitler aan de macht kwam, in de Hitler jugend is opgegaan en dus nationaal-socialistiscb is geworden. Deze weg zal ook die moeten zijn van de Nederlandsche boerenjeugd. De boer is d( drager van den voedingsstand en heeft daardoor zeer bijzondere plichten en de eerste taak zal zijn het volk weer groot te maken in nationaal- socialistischen geest en zoo de Nederlanden weei op te bouwen. De redevoeringen werden afgewisseld door zang P" van het Rolder dameskoor en een gemengd koor, £es alsmede door alleraardigst uitgevoerde volksdan-J ov{ sen door dansers en danseressen uit Oldenburg. Des middags werd een groot gemonteerd histo risch spel uit de 13e eeuw „de oude strijd" met veel succes opgevoerd, samengesteld door J. Poort man te Meppel. (A.N.P.) BE van „E< tenar brenf tezan Ge bied van 1 dijscl bomt gevet schei vitail aanv werd neer< bard' veldt have stonc op d M; de h on de In Duit. nem: nen. nielc llitw broe Ir eenl nacl succ gen Nac aan Ita vai E fcer tier hac var ha? aar eer dat Te Noordwijkerhout is Zaterdagmiddag het 2- jarig dochtertje van den heer C. van den Berg al daar door een autobus, welke den dienst Haarlem- Noordwijk aan Zee onderhoudt, overreden en bijna op slag gedood. Zaterdagavond zijn op den Schiedamscheweg te Rotterdam twee achter elkaar rijdende trams met elkander in botsing gekomen, doordat de electri- sehe rem van de achterste motorwagen plotseling weigerde. Van de passagiers liepen acht personen verwondingen op. Eén der gewonden moest met een hersenschudding in het ziekenhuis worden op genomen. Het twee-en-een halfjarig zoontje van de fa milie P. te Venray, geraakte onder een kar met stroo en is aan de verwondingen overleden. Een bewoonster van de Zuider Amstellaan te Amsterdam heeft bij de politie aangifte gedaan, dat zij op een treinreis van Rotterdam naar Amsterdam een portefeuille met f 2500 aan bankpapier is kwijt geraakt. MARINE'S BERTRAM. (Nadruk verboden). 5) Het geluid kwam dezen keer niet van binnen en 'het was ook geen vrouwenstem. Toen Paul Reijnders wilde opspringen om te zien, wie hem daar opeens antwoordde, kwam hij met 'n bons weer op het gras terecht. Zijn voet kwam daarbij in onzachte aanraking met den emmer, die nu met een geweldig lawaai het hellende pad afrolde. Neemt u mij niet kwalijk, zei de man die het onverwachte antwoord gegeven had; hij hielp Paul overeind komen en onderdrukte zijn lachen. Ik ben bang. dat het laiwaai van uw gereedschap en uw stem de oorzaak ervan waren, dat u mij niet gehoord hebt. Mag ik mij even voorstellen: ik ben de jonge van Duyven. Hij kon zijn lachen niet verder inhouden en te gelijk barstte het gelach uit twee kelen los. Ik moet u mijn excuus aanbieden, stotterde Paul lachend, toen ze elkaar een hand gaven. Heelemaal niet noodig uw beschrijving was prachtig. Hoe maakt u het. meneer van Duyven? Onderwijl zag Albert een verrukkelijk schouw spel. In de omlijsting van de deuropening stond Agnes Reijnders. Zooals ze daar stond was ze voor zijn gevoel de incarnatie van al wat schoon en liefelijk is. En toen hun blikken elkaar ont moetten. was er iets in haar oogen, dat bewees dat het haar ook moeite kostte om niet in lachen uit te barsten. Haar poesje had zij nog steeds op den arm. U schijnt dol op dieren te zijn, zei hij en aaide het poesje, dat tevreden op de ronding van haar arm lag te spinnen. Ik ook. Vooral poesen, dat zijn zulke lieve kleine beesten en ze hebben van die aardige manieren. En hoewel ze misschien niet zoo aanhankelijk zijn als honden, hebben ze toch dat voor, dat ze niet altijd op de onmogelijk ste tijden en plaatsen zoo'n herrie maken. Lachend ging ze hem voor naar binnen. Ze1 praatte opgewekt en maakte geen banale opmer kingen over zijn onverwachte komst. En hij dacht er ook niet aan zic'h te verontschuldigen over het feit dat zijn zusters de beloofde visite nog niet gemaakt hadden. Alleen zei hij even: Ik ben blij dat ik vandaag in de gelegenheid ben kennis te maken met uw broer. A propos: bent u die meneer Rijnders die wel eens in tijd schriften schrijft? Dan heb ik wel verhalen van u gelezen. Paul kwam op zijn stokpaardje. Ja, dat ben ik. En toen Albert begon te vertellen wat hij zich van eenige verhalen nog herinnerde, was Paul ten zeerste in zijn nopjes. Die verhalen zijn dus niet zoo slecht geweest, zei hij, want die gewone dingen uit tijdschriften onthoudt iemand niet. Tenminste zoo is 'het bij mij. Ze. waren allesbehalve slecht, want dan zou ik ze mij zeker niet meer herinneren, zei Albert enthousiast. ..Ja. maar Agnes is toch het genie van de fa- miliè. U moest eens zien, wat zij presteert. Daar heb ik al op gehoopt; mag ik, juffrouw Reijnders? In haar blauwe oogen en in den toon waarop ze antwoordde, lag een zweem van ontstemming. Zeg Paul. zei ze, doe jij je best om meneer van Duyven te doen gelooven, dat wij een soort vennootschap tot wederkeerige bewondering en aanbeveling hebben opgericht? Zou je niet liever, weor eens naar dien band gaan kijken? Ze was verlangend het gesprek van zichzelf en haar werk af te leiden, dat ze heelemaal vergat, dat ze hun bezoeker een duidelijken wenk gaf om weg te gaan. U wilt uitgaan: dus zal ik u niet langer op houden, zei deze dan ook en stond op. Maar oogenblikkelijk schoot Paul ter redding toe. We wilden wat rondfietsen en misschien voelt u er wel wat voor om mee te gaan. Eerst naar „Buitenrust", daar kunnen we dan een kopje thee drinken, en dan door dat snoezige laantje, dat achter het huis uitkomt, terug. Ja. het zou prettig zijn, als u mee ging on dersteunde Agnes deze poging. Tenzij u moe bent of genoeg van de wegen hier in de buurt heeft. Op zulk een mooien dag ben ik altijd voor een tochtje langs mooie wegen te vinden, zei Albert grif. Fijn, riep Paul. Ik heb dien band direct ge maakt, maar waar hebt u uw fiets? O, die heb ik aan den anderen kant van het huis in de schaduw laten staan, was het ant woord. Paul kon wel goed een programma maken, dacht Albert, toen het tochtje langs aardige landhuisjes, beschaduwde wegen en hier en daar langs een typisch oud kerkje ging. En hij voelde een groote dankbaarheid voor het feit. dat die auto-eigenaar zoo woest gereden had. want anders zou hij nu nooit in zulk aangenaam gezelschap geweest zijn. Elk oogenblik, dat hij in gezelschap van Agnes Reijnders doorbracht, overtuigde hem meer en meer, dat hij hier het geheim van zijn leven ge vonden had. Op hun terugweg hadden ze door openingen in het bladergewelf een schitterend uitzicht op de heuvels in de verte. En toen ze het huis naderden ging de zon onder en trok er een frissche nevel over de landerijen. Het tochtje was volgens Albert veel te ga/uw voorbij! Zijn aandacht was uitslui tend, maar toch niet opvallend, voor het meisje naast hem geweest. En ze hadden gepraat over elk onderwerp dat ontwikkelde menschen maar bepraten kunnen. Ze was heel anders dan de meisjes met wie hij tot nog toe was omgegaan en het eigenaardige was dat hij Paul volstrekt niet als een „facheux troisième" 'beschouwde. Paul voelde zich buiten gewoon tot den nieuwen kennis aangetrokken en al spoedig tutoyeerden zij elkaar. Toen ze vlak bij huis waren, zei Paul: Heb je den tijd van Duynen? Dan wilde Ik je voorstellen een stukje met ons mee te eten. Ondersteun jij dat voorstel. Agnes? Zeker, maar meneer van Duynen moet zich van dat eten niet te veel voorstellen. Het zal heel eenvoudig zijn. zei zij met een glimlach, die het hem onmogelijk maakte, de uitnoodiging af te Ik kan niet zeggen, hoe prettig ik het heb gevonden, verklaarde Albert, toen hij een poos later Agnes een hand ten afscheid gaf en Paul ondertusschen zijn fiets klaarzette. We zijn zoo echt huiselijk en vroolijk en on gedwongen bij elkaar geweest. U moet weten, dat ik eenige jaren in Zuid-Afrika ben geweest, voor namelijk op verschillende landbouwbedrijven, een avontuurlijk, hai'd bestaan, en dan vind je het hier wanhopig stijf. Maar dit was iets geheel nieuws voor mij. Ik ben werkelijk blij dat ik ge komen ben. Wij ook, en u moet vaker komen. Wij zijn wel geen wereldreizigers, maar wij zijn er toch trofech op, dat wij zoo ongedwongen en onoffi cieel zijn, omdat we zoo'n beetje artistenbloed in de aderen hebben. Tot ziens! Dat is een verbazend aardige jongen, ver klaarde Paul toen hij met zijn zuster naar binnen ging. Geen aanstellerij of branie; gewoon en een voudig. Ik hoop maar, dat we hem vaker zullen zien. Ja, dat hoop ik ook, stemde Agnes toe. die met haar vrouwelijke intuïtie heel goed wist. dat ze hem vaker zouden zien. Albert, die in het licht van de pas opgekomen maan naar huis reed, bracht zijn gedachten niet onder woorden. Die gedachten alleen waren vol doende. Haar aantrekkelijke verschijning, haar zachte en muzikale stem en dat samen met den schitterenden zonsondergang, brachten zijn geest in vervoering. Hij waagde het niet, zijn gedachten nader te omlijnen. Het was alsof al het oude was weggevaagd en dit was er voor in de plaats ge komen. Wat „dit" was, wist hij nog niet precies, maar wel wist hij dat dit nog slechts een begin was. Toen hij de oude poort van de Boekhorst be reikte. hoorde hij alleen maar uilengekras en het geblaf van een waakhond. Maar deze geluiden pasten bij het uur van den nacht en bij zijn stem ming, die eenzaamheid vroeg. Toen hij de deur open deed. liet de grijze toren van het dorp zijn twaalf slagen hooren. HOOFDSTUK V. Zelfverwijt. Jhr. van Duyven had zijn dochter uitgelachen toen zij eisohte, dat hij zijn zoon meer onder de plak zou houden. Hij wenschte geen wijziging in de verhouding tusschen hem en zijn zoon te bren gen. Albert was in het huis van zijn vader net zoo vrij als hij het in zijn eigen geweest zou zijn. Hij had zijn eigen kamer, die hij heel gezellig inge richt had en waar hij doen en laten kon wat hij wou. Als hij zooals den vorigen dag onver wacht wegbleef, maakte zijn vader niet de ge ringste opmerking, hij scheen het zelfs niet eens te merken. Albert stelde deze gedragslijn van zijn vader zeer op prijs. Maar er was er een, die het hiermee lang niet eens was en dat wa6 zijn oudste zuster. Zij was een van die vrouwen, die alles wenschen te be disselen. Bovendien was het haar vaste overtui ging, dat er van haar broer niets goeds zou te recht komen. Zoo kwam het dan ook, dat zij het haar plicht achtte, haar vader op het verkeerde van zijn gedrag te wijzen met het gevolg, dat zij telkens ruzie hadden. 's Morgens na den avond, dien Albert bij zijn nieuwe vrienden had doorgebracht, was zij druk bezig bloemen in den tuin te begieten. Toen zij voetstappen hoorde, keek ze op. Haar broer kwam met een pijp in zijn mond den weg af. Druk bezig? zei hij. Een verrukkelijke ochtend, hè? Ze achtte het niet noodig hierop te antwoor den en verklaarde, dat het jammer was, dat er niet meer menschen druk aan het werk waren. En Albert was al een heelen tijd thuis! Ik zou graag hebben dat je eens een visite afstak bij die menschen. waarover ik je laatst al gesproken hebde Reijndersen, ging hij ver der. Je hebt het al zoo half en half beloofd. Het zijn erg aardige lui. Toen ik er gisteren was. heb ben ze mij op een fietstochtje meegenomen. En ik ben er 's avonds ook nog gebleven; ik heb me nog nooit in mijn leven zoo geamuseerd. Waarom ga je er vanmiddag niet eens naar toe? Wat weet jij of een van ons eigenlijk van die menschen af? zei Emma, terwijl ze zich bukte om een afgevallen geraniumbloem op te rapen, en htaar toon was allesbehalve vriendelijk. iWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 6