TEDDY TRIX
JCoct Tlieuuxs
u
Onder valsche vlag
DINSDAG 20 M E I 1941
HSXE EE SI'S D A G B"E"AD'
Jaarvergadering Ned. Fabrikaat.
Industrieele film van Haarlem en een van de
omstreken.
De afdeeling Haarlem en Omstreken van de Ver-
eeniging Nederlandsch Fabrikaat hield Maandag
avond haar jaarlijksche algemeene vergadering in
het Middenstandshuls aan de Wilhelminastraat te
Haarlem.
De voorzitter, de heer A. van Weerden, opende de
vergadering met een woord van welkom. „Hetgeen
van 1014 Mei 1940 is geschied", zei spreker, „heeft
uiteraard grooten invloed gehad ook op de werkzaam
heid van onze vereeniging, die over het algemeen
meer ingebonden moest worden en 2ich bepalen tot
pogingen om te behouden wat men had. Dat dit suc
cesvol geschiedde, blijkt wel uit een verblijdende toe
neming van het ledental; het verheugt ons, dat de
gemiddelde Nederlander zich bewust is geworden van
de groote waarden, die hij bezat, zoowel geestelijk
als materieel en dat hij meer belangstelling dan
voorheen toont voor wat „Nederlandsch" is. De ver
eeniging Nederlandsch Fabrikaat kan zich gelukkig
achten, reeds jaren daarop te hebben gewezen: éen
harer doelstellingen was toch en is nog: geeft het
Nederlandsche product de voorkeur als het in kwa
liteit en prijs het buitenland evenaart of beter
nog: overtreft. Onze afdeeling begon het jaar 1940
met voorbereidingen voor een jubileum-viering, die
doCr tie omstandigheden niet is doorgegaan, maar
kar toch met groote voidocning terugzien op een goed-
ge^aagden avond, den Nationalen Avond, dien wij op
30 April in samenwerking met de vereenigingen:
Alg. Ned Verbond, Onze Vloot en Oost en West, tot
stand brachten, en die een waar succes was."
Met den wensch, dat aan allen de
kracht worde gegeven aan de moeilijkheden het hoofd
te bieden en dat de vereeniging moge blijven
voortgaan op den ingeslagen' weg: het Nederlandsche
ptaduct en het Nederlandsche volk te dienen, eindig
de spreker.
Mr. L. L. F. André de la Porte, die als bestuurslid
aan de beurt van aftreden was, werd met algemeene
stemmen herkozen.
De heer C. N. Hln, die eveneens aan de beurt van
aftreden was, stelde zich om gezondheidsredenen niet
herkiesbaar. In zijn plaats werd gekozen de heer M.
C. de Jong.
De secretaris, Mr. L. L. F. André dc la Porte,
bracht het jaarverslag uit. De gewijzigde omstandig
heden hebben natuurlijk ook hun invloed op het werk
der afdeeling doen gelden. Toch is in overleg met het
hoofdbestuur besloten, gewoon door te werken. Het
bestuur is dan ook over den gang van zaken tevre
den. Op 31 December 1940 bedroeg het aantal leden
222; dat is 20 meer dan een jaar te voren. Inmiddels
is het ledental tot 253 gestegen wat tot groote blijd
schap stemt. Hulde werd gebracht aan de leden,
die 25 jaar achtereen hun krachten aan de afdeeling
hebben gegeven.
Dit jaarverslag werd onder dankzegging goedge
keurd, evenals het financieel verslag van den pen
ningmeester Mr. J. van Heerde. Aan den penning
meester werd décharge verleend.
De voorzitter deed daarna eenige mededeelingen
over het voornemen van het bestuur, door Multi-
film een industrieele film te laten vervaardigen van
Haarlem en een van Haarlem's omstreken. De film
„Schiedam zooals het leeft en werkt" had zooveel
succes, dat het bestuur zeer enthousiast voor het
denkbeeld was. Het bestuur achtte het echter niet
gewenscht, één film van Haarlem en haar omstreken
te laten maken, want in Haarlem zijn zóóveel in
dustrieën, dat er best een behoorlijke film van ver
vaardigd kan worden. Het is trouwens de bedoeling,
ook de gemeentebedrijven er bij in te schakelen. En
ook het vele. dat de omstreken bieden, is zeer ge
schikt voor een afzonderlijke film, als men bijvoor
beeld denkt aan de bloembollenstreek, het vissehe-
rij-bedrijf in IJmuiden, de genoegens en natuurschoon
van Zandvoort enz. Het vervaardigen van deze twee
films wordt voor Haardem zeer belangrijk geacht.
Verwacht wordt, dat het gemeentebestuur en ook on
dernemingen wel medewerking zullen verleenen. Die
is trouwens reeds door eenige industrieelen enthou
siast toegezegd.
De vergadering keurde de plannen van het bestuur
goed.
De heer B. W. Lasschuit vestigde er de aandacht
van het bestuur op. dat ook de Slichting Haarlem s
Bloei wel medewerking zal willen verleenen. Hij
vroeg het bestuur, zich met deze Stichting in verbin
ding te stellen:
Pe voorzitter was dankbaar voor deze wenk en zal
dit gaarne doen.
JAARFEEST R.-K. VOLKSBOND.
Dinsdag 3, Woensdag 4, Donderdag 5, Vrijdag 6,
Maandag 9. Woensdag 11. Vrijdag 13 en Dinsdag 17
Juni wordt voor de leden der afdeeling Haarlem van
den R.K. Volksbond ter gelegenheid van het jaar
feest in het gebouw Sint,-Bavo te Haarlem door het
Gemengd Tooneelgezelschap „Alberdingk Thijm" opge
voerd „Hoera, petroleum!", blijspel in drie bedrij
ven, opnieuw bewerkt door G. Nielen. De regie is
van Herman Moerkerk.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smede-
straat te Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en 13
Uur.
Terug te bekomen:
Beursje m.i., Badpak, Enveloppe m.i., Hand
schoenen, Medaillon, Tasch m.i., Bureau van Politie
Smedestraat; Bril, de Vries, le Vooruitgangstraat
83; Bankbiljet, Hoeben, Gen. Cronjéstraat 24
Transportband, Brouwer, Meidoornplein 33; Etui
met vulpen, v. Loon, Kleverparkweg 201; 2 Hon
den, Kat, Asyl, Ridderstraat 11; Kat, Pijpers, Oranje
boomstraat 193 rd.; Kano, Lemmers, Duvenvoorde-
straat 50; Portemonnaie m.i. Schaart, Tropstraat
21; Idem idem Woerdman Staringstraat 20; Idem
idem, Zieren, Kleverparkweg 70 rd.. Gymnastiek
schoen Kwast, L. Costerstraat 5.
Beperking ijzer- en staalverbruik.
In ijzergieterijen en staalfabrieken.
's-GRAVENHAGE, 19 Mei. Krachtens beschik
king van den secretaris-generaal van het departe
ment van Handel, Nijverheid en Scheepvaart inzake
het ijzer- en staalverbruik in ijzergieterijen en staal
fabrieken is het volgende bepaald:
De natuurlijke of rechtspersonen, die in hun be
drijf geslagen of gegoten schrot verbruiken, mogen
per maand zonder vergunning van den directeur van
het rijksbureau voor ijzer en staal hoogstens zooveel
geslagen of gegoten schrot verbruiken als overeen
komt met het door dit rijksbureau voor hen vast te
stellen verbruiksquotum voor ruwijzer.
fn afwijking .van bovenstaande is het evenwel ge
oorloofd in een kalendermaand hoogstens 10 pet. ge
goten of geslagen schrot of ruwijzer meer te ver
bruiken dan het vastgestelde verbruiksquotum, mits
in de voorafgaande of volgende maand van hetzelfde
kalenderkwartaal het hoogere verbruik door een
overeenkomstig lager verbruik wordt gecompen
seerd.
Het is natuurlijke of rechtspersonen die in hun be
drijf gegoten af geslagen schrot verbruiken verboden:
gegoten schrot, staal en kernschrot, electro-oven-
schrot of koepelovenschrot te verwerken in hoog
ovens, b. gegoten schrot, electro-ovenschrot of koe
pelovenschrot te verwerken in Siemens-Martin-
ovens; c. gegoten schrot of koepelovenschrot te ver
werken in electro-ovens.
Ijzer- en staalgieterijcn, die tot 1 Mei 1941 geen
schriftelijke mededeeling hebben ontvangen omtrent
de hoeveelheid ruwijzer of schrot welke zij mogen
erbruiken zijn verplicht binnen 2 weken na het in
werking treden van deze beschikking bij het rijks
bureau een verzoek tot vaststelling van een ver
bruiksquotum voor schrot of ruwijzer in te dienen.
Uzer- en staalgieterijen. die tot 1 Mei 1941 geen
schriftelijke mededeeling hebben ontvangen om
trent de hoeveelheid ruwijzer of schroot welke zij mo
gen verbruiken zijn verplicht binnen 2 weken na het
in werking treden, van deze beschikking bij het
Rijksbureau een verzoek tot vaststelling van een
verbruiksquotum voor schrot of ruwijzer in te dienen.
Ilzer- en staalgieterijen mogen zonder vergunning
•an den directeur van het. rijksbureau voor ijzer en
staal geen grootere hoeveelheid geslagen of gegoten
schrot of ruwijzer voorhanden of in voorraad, hebben
dan twee maal het laatstelijk vastgestelde maande-
lijksche verbruiksquotum voor schrot of ruwijzer.
In bijzondere gevallen kan de directeur van het
rijksbureau voor ijzer cn staal op schriftelijk ver
zoek geheel of gedeeltelijk al of niet voorwaarde
lijk dispensatie verleenen van de bepalingen van
deze beschikking. (A.N.P.)
TERAARDEBESTELLING II. G. SURENDONK.
Maandagmorgen werd op de algemeen begraaf
plaats aan den Schoterweg te Haarlem ter aarde
besteld het. stoffelijk overschot van wijlen den heer
H. G. Surendonk, oud-meesterknecht bij den wijn
handel A. v. d. Meer te Haarlem.
Er zullen er in het wijnkoopersbedrijf, vooral
zooals dat in het verleden bestond, weinigen zijn,
die Surendonk niet van nabij gekend hebben.
Van jongsaf in het vak opgeleid, oorspronkelijk
bij de l'irma De Vos en Co., aan het Spaarne, kende
hij haast als geen ander alle bijzonderheden van
de wijnbehandeling, waaraan hij zich met een na
tuurlijke liefde voor zijn werk in volle toewijding
gaf.
De heer Surendonk was achtereenvolgens werk
zaam bij De Vos en Co., de firma Roozenkrans, als
keldermeester bij De Kroon. Groote Markt cn
daarna speciaal voor de wijnbehandeling bij de
firma Jager Gerlings, waarna hij tenslotte nog een
kwart eeuw zijn taak bij de fa. v. d. Meer vervuld
en daarmee zijn arbeid afgesloten heeft.
Op 70-jarigen leeftijd voelde hij zich gedwongen zijn
werk op te geven en thans is hij, na een kort ziek
bed van enkele weken, op 79-jarigen leeftijd ge
storven. Menige krans dekte als een verdiende
hulde zijn baar.
Het landspel „De oude strijd" vormde een der glanspunten van den agrarischen
landdag, welke in de fraaie dennenbosschen van Rolde voor de vertegen
woordigers uit de vier Noordelijke provincies werd gehouden.
(Foto Pax Holland)
„Het Nederlandsche Lied".
Dezen zomer twee groote werkcursusscn.
De vereeniging „Het Nederlandsche Lied"
hield haar 37e jaarvergadering te Utrecht.
-De voorzitter gaf in zijn openingswoord een korte
schets van hetgeen in het afgeloopen jaar gepres
teerd is. Tot zijn groote vreugde heeft de ver
eeniging zich door de vele moeilijkheden heenge
slagen. Het resultaat van het vorige vereenigings-
jaar was. drie groote weekcursussen te Doorn.
Weert en Heerlen, onder leiding r an Jop Pollmann.
Piet Tiggers en Jos. Lennards. Verder nog vier
plaatselijke cursussen te Amersfoort onder mej.
Renske Nieweg, te Den Haag onder Joop Schouten,
te Deventer onder Henk Brand en te Roermond in
samenwerking met het Ward-instituut.
Dr. Jop Pollmann gaf een uiteenzetting van de
plannen voor het komende jaar. Dezen zomer zullen
twee groote weekcursussen gehouden worden, n.l.
te Ommen (kasteel Eerde) en te Doorn. In den
Bosch en te Heerlen of Terwinselen zullen plaatse
lijke cursussen gegeven worden. Op al deze cursus
sen zal meer aandacht worden besteed aan de in
strumentale activiteit der deelnemers.
Ter ondersteuning van eigen activiteit in eigen
kring ontvingen de deelnemers sinds den Weert-
schen cursus een lijst van 233 goede liederen en
canons, gerangschikt naar den inhoud, met opgave
der vindplaatsen en aanteekening over de moei
lijkheidsgraad. Tevens kregen de deelnemers vier
meerstemmige composities cadeau.
In den loop van het jaar zal de groote zang
bundel van Pollmann en Tiggers gereed komen, die
het beste zal geven, wat aan Nederlandsche volks
liederen beschikbaar is.
l^oor de Kinderen
(Teekenlngen H. Kannegieter).
GEVECHT MET EEN SLANG.
T-7
Neen maar, wat zou dat nu wezen voor een
lang vreemdsoortig dier? 't Lijkt een slang,
maar 't heeft geen oogen. 'k Zag het nooit
te voren hier, 't Heeft een snuit van blinkend
koper en een kronk'lend ribbellijf. Maar
het schijnt niet meer te leven, 't Ligt dood
stil, dat 's buiten kijf.
Sapperloot, daar gaat het spuwen, heel een
straal frisch, helder vocht, Teddy wilde wel
eens weten, of hij daarvan drinken mocht.
Heel voorzichtig komt hij nader, 't likkend
tongetje gereed, 't Is toch griezelig, zoon
monster, waar je niemandal van weet!
Een rapport van admiraal Fürstner.
Mededeelingen uit een in Duitsche handen
gevallen rapport aan Nederlandsch minister.
BERLIJN. 19 Mei (D.N.B.) Uit een rapport
van den Nederlandschen chef van den marinestaf
admiraal J. Th. Fürstner, dat in Duitsche handen
is gevallen en op 30 October 1937 onder nummer
11 '4 2 aan den minister gericht werd, blijkt on
dubbelzinnig dat Nederland reeds toen er van uit
ging, dat het in een toekomstigen oorlog aan Enge-
lands zijde tegen Duitschland zou strijden. De ad
miraal schrijft: „Gelukkig is de positie in den in
ternationalen politieken toestand zoodanig, dat in
dit opzicht onze (Nederlands) oorlogsvoorbereidin
gen zich kunnen beperken tot maatregelen, welke
in hoofdzaak zijn afgestemd op een oorlogsgeval,
waarin het Britsche rijk aan onze zijde staat". Ver
volgens onderzocht admiraal Fürstner welke be
scherming de Nederlandsche koopvaardij van dc
Engelsche vloot zou kunnen verwachten, waarbij hij
tot het resultaat kwam, dat de Nederlandsche koop
vaardijschepen zich in ieder geval-reeds in vredes
tijd er op moesten voorbereiden gewapend te wor
den. Hij schrijft dan: „Het probleem der bewape
ning van het koopvaardijschip vereischt op korten
termijn een oplossing. De Engelschen hebben het
systeem der bewapening van alle koopvaardij
schepen opennlijk ter hand genomen en er zal een
cursus geopend worden, om de kapiteins en be
manningen v ertrouwd te maken met de door hen
te nemen maatregelen. Ook Nederland zal dit voor
stel moeten aanvaarden. De marine zal den ge-
heelen leiddraad verstrekken, wat de opstelling
en bediening van het geschut betreft. Men zal van
de Britsche handleidingen gebruik kunnen maken.
Reeds heb ik aan den marine-attaché in Londen
opdracht gegeven, om zoodra de zoojuist genoemde
(Engelsche) cursussen beginnen, daarover inlich
tingen te verstrekken".
Vervolgens schildert admiraal Fürstner tot in
bijzonderheden welk militair onderricht in het bij
zonder de bemanningen van de Nederlandsche
koopvaardijschepen verkrijgen moeten, waarna hij
tot slot schrijft: „Aan den directeur van de hoogere
marinekrijgsschool is opdracht verstrekt, een oefe
ning op de kaart te houden waarin Nederland en
Engeland zich met Duitschland in oorlog bevinden"
's-GRAVENHAGE, 19 Mei. Hoewel eerst Za.
terdagmiddag is begonnen met don verkoop van loten
voor de Winterhulploterij, kan reeds thans gezegd
worden dat deze een groot succes is Bij duizenden
gaan de loten weg en zoo overstelpend is de drukte,
dat mtn bij het hoofdbureau in Den Haag zelfs
benadering geen cijfers Jfan noemen De berichten
uit de groote sleden geven overweldigende cijfer» r*
aan, terwijl ook uit de provinciale hoofdsteden en
kleinere plaatsen de berichten aantoonen, dat de
hoogste verwachtingen worden overtroffen.
Van het platteland komen eveneens slechts gunstige
berichten, zelfs uit Friesland, dat toch bekend staal
als een lastig terrein voor loterijen.
Uit de bij het hoofdkantoor binnengekomen be-
richten blijkt, dat men op sommige plaatsen zclfi }>cl
moeilijkheden heeft om de organisatie vlot te laten nel
erloopen, daar geen rekening was gehouden met een
dergelijk groot succes.
Wat den Haag betreft, konden wij ons persoonlijk
van het. succes overtuigen. Rond de kiosken staal
permanent een aantal personen, kijkers en koopers,
die geheel met het gebeuren meeleven. De koopori
maken onder groote belangstelling der kijkers hun lo- ten
ten open om het resultaat van hun pogen te zien.
Steeds gaat dit door, de verkoopers blijven regelmatig
doorgaan met verkoopen en geld incasseeren en krij- gar
gen ternauwernood even tijd om op adem te komen ]ev
Ook de straatverkoopers met dc reeds zoo spoedig
bekend geworden roode bakken staan in het middel- gel
punt der belangstelling, overal waar zij in het stads- 0m
beeld opduiken.
Op het hoofdkantoor van de winterhulp is men daa
ook zeer tevreden met dit buitengewoon goede resul
taat. waardoor wordt aangetoond dat de organisators
de psychologie van ons volk ten volle hebben begre- ^Cl
pen.
Wat voorts Den Haag betreft kan nog worden
medegedeeld, dat hier reeds eenige hooge prijzen zijn
gevallen. Zoo trok o.a een. 14-jarige jongen die, ver
gezeld van zijn ouders, een lot kocht, een prijs van
f 500. Aan deze gelukkigen zullen Woensdag a.s. om
2 uur op het bureau van den hoofdvertegenwoordi
ger der loterij in Den Haag, aan de Hollanderstraat,
de prijzen met eenige feestelijkheid worden uitge
reikt (A.N.P.)
UITBREIDING AUTOMATISCH
TELEFOONVERKEER.
's GRAVENHAGE, 19 Mei. Van Dinsdag 20
dezer te 8.00 uur af zal automatisch interlocaal
telefoonverkeer mogelijk zijn van de aangeslote
nen op der geautomatiseerde telefoonnetten in de
districten Arnhem en Nijmegen met de aange
slotenen op de geautomatiseerde netten in het
district Amsterdam.
In omgekeerde richting zal het interlocaletele
foonverkeer voorloopig nog niet automatisch kun
nen worden afgewikkeld.
Maandagmiddag is het vijfjarige jongetje M.
H. uit Zaandam, terwijl het speelde, in de Papen-
padsloot aldaar te water geraakt en ®m het leven
gekomen.
Door nog niet opgehelderde oorzaak is te Hat-
temerbroek de boerderij afgebrand van de Wed,
G. Ramaker aan het Vijzelpad. Een schuur en de in
boedel gingen eveneens verloren.
In een onbewaakt oogenblik is een twee
jarig kindje van den landbouwer Teunissen te vwtauvjl
Staphorst in een sloot achter het huis geraakt cn werd een geldboete van f 200 opgelegd,
verdronken (A.N.P.)
De loterij van Winterhulp een
groot succes.
Verkoop gaat zeer vlot.
Koloniaal Instituut.
Herbert Cremer voorzitter.
AMSTERDAM, 19 Mei (A.N.P.) Het bestuur
van het Koloniaal Instituut heeft heden midda?
vergaderd en in de plaats van den heer jhr. ir. O
C. A. van Lidt de Jeude tot voorzitter benoemd der
heer Herbert Cremer en tot ondervoorzitter dei
heer H. L. van Eeghen.
De heer Van Lith de Jeude is begin 1940 vooi
een zakenreis naar Ned. Indië vertrokken. Het i
te voorzien, dat hij voorloopig niet terug zal kun
nen keeren, zoodat het bestuur besloot, in he!
presidium te voorzien. De heer W. C. Bonebakker
die tijdens de afwezigheid van den heer Van Lidl
het Jeude het voorzitterschap tijdelijk waarnam
blijft zitting houden in den Raad van Beheer eu »el
ook. als lid, in het dagelijksch bestuur der vereeni-fhf"
ging.
DR. IR. F. BAKKER SCHUT DIRECTEUR VAN
RIJKSDIENST VOOR HET NATIONALE PLAN?
Naar het Vad. verneemt is binnenkort de benoemini
lot directeur van het bureau van den Rijksdienst voor he!
Nationale Plan te verwachten van dr. ir. F. Bakker Schut
sle
dei
be'
DE DIENSTHOND.
Door den Nederlandschen Bond voor den Dienst»
bond wed vastgesteld, de voorjaarskeuringen van
surveillancehonden te houden op 26 Mei 1941 te
Haarlem op „Schaependuinen", Krullelaan te Bloe»
mendaal.
De Duitsche gaatjesmuiiten
ongeldig*
AMSTERDAM, .19 Mei. In aansluiting op d«
mededeeling van 12 Mei betreffende de Duitsche
gaatjesmunten, dient er met nadruk op te worden
gewezen, dat met ingang van 15 Mei de Reichs-
kritikassenmunten tot einde Mei 1941 door de
als wettig betaalmiddel uit den omloop zijn geno
men.
Abusievelijk is melding gemaakt van Reiohs-
kreditkassenmunten van 10 en 15 Reiohspfenning,
Voorts wordt er nogmaals de aandacht op ge
vestigd, dat de munten tot einde Mei 1941 door de
Reichskreditkasse Amsterdam als door de Neder
landsche Bank en hare filialen, in betaling worden]
aangenomen of gewisseld.
(A.N.P.)
Landesgericht.
DE VERBODEN ZENDER
's-GRAVENHAGE, 19 Mei. De 50-jarige
leeraar G. K. te Dordrecht heeft eenige keeren
naar den Oranjezender geluisterd. Als reden gaf
hij op, dat hij de vlucht der regeering zeer afkeur
de en op den zender wilde hooren, hoe mep deze
vlucht zou motiveeren. Uit het getuigenverhooi'
bleek, dat bij dit luisteren ook wel eens een leer
ling aanwezig was, al vermeed de heer K. zooveel
mogelijk hun aanwezigheid.
De Staatsanwalt eischte 6 maanden gevangenis
straf en f 600 boete. De veroordeeling luidde
maanden met aftrek van het voorarrest. Bovendien
MARINUS BERTRAM.
6)
(Nadruk verboden).
Ik kan je verzekeren, dat 't heel behoorlijke
menschen zijn, zei hij. Zij schildertdat moet
voor jou. die er altijd zoo voor bent dat vrouwen
werken toch wel een aanbeveling zijn. En hij
schrijft verhalen in tijdschriften. Ik 'neb er een
paar van gelezen en zij zijn buitengewoon goed.
Ik zou ihet erg op prijs stellen als je vanmiddag
ging: eigenlijk zou ik vader willen vragen er heen
te gaan, maar je kan hem net zoo goed vragen
naar de maan te vliegen!
Emma richtte zich in haar volle lengte op.
Wat is dat voor een meisje? vroeg ze. hem
strak aankijkend.
Verbazend aardig. Ze heeft iets artistieks
over zich. Ze zal wel in jouw smaak vallen.
Emma schudde langzaam het hoofd.
Jij wilt een beetje flirten, hè? Daarbij hoef
je op mijn hulp niet te rekenen. Hoelang blijven
ze hier in de buurt?
Den heelen zomer nog. Het zijn heel aardige
menschen om mee om te gaan.
Den heelen zomer nog! Dus jij wilt hier al
dien tijd rondlummelen? Vind je niet, dat je wel
eens wat kon gaan doen? Als ik een man was,
zou ik niet zoo'n nietsdoener willen zijn. Neen,
ik wil niets met die heele geschiedenis te maken
hebben.
Houd al die nonsens maar voor je. Als je een
man was. waar je je mond altijd vol over hebt.
dan zou ik je een pak ransel geven, en ik geloof
dat dat je wel zou genezen.
Waar hebben jullie nu weer ruzie over?
vroeg een stem.
Ik heb geen ruzie, Lenie, zei hij. Jullie heb
ben me beloofd de Reyndersen eens op te zoeken
en nu zegt Emma dat ze het niet wil doen.
Ik heb niets beloofd; zei Emma scherp, ik
heb alleen gezegd, dat het niet uitgesloten was.
Ach. houd toch op. natuurlijk kunnen we
gaan. zei Helene. die in haar humeur was als
maar niemand zich met haar liefdadige aange
legenheden bemoeide. Em, laten we vanmiddag
gaan! Er is vandaag niets anders, maar de vol
gende dagen
Goed, afgesproken dan, viel Albert snel in.
O, voor ik het vergeet, ik had een briefje van
Lauwers, dat hij vanavond een sigaar bij mij wou
komen rooken; ik geloof dat ik hem nog even een
briefje zal laten brengen om hem ten eten te
vragen.
Dit was de belooning voor Lenie. De jonge pre
dikant Caspar Lauwers, die pas kort hier zijn
standplaats had, stond zeer bij haar in de gunst.
Hij was een ongewekte jongeman, van beschaafde
familie en ook Albert mocht hem graag.
Een geschikte vent. die Lauwers. zei Albert
nog. Nu was hij zeker, dat zijn zusters vanmiddag
het beloofde bezoek zouden brengen
Hij liep om het huis naar den anderen kant,
die in de schaduw van enkele hooge beuken lag
en vanwaar men een schitterend uitzicht op de
heuvels had. Het huis zelf stond hoog en werd door
enkele groote boomen tegen nieuwsgierigen inkijk
beschermd. Een aantal oude eiken stond aan den
voorkant en aan de zijde van het park was 'n
overvloed van roode rozen, die nu in de zon
schitterden. Van de plek waar Albert stond zag
hij een rood dak en een paar kerktorens. In de
verte kon men Ruurlo zien liggen en het kostte
Albert geen moeite de boerderij van de van der
Broeks te herkennen.
Voor geen geld ter wereld zou hij hebben willen
bekennen, dat hij naar deze plaats was gegaan,
om een blik op die boerderij te werpen. Was hij
er vroeger niet tientallen malen op zijn wandelin
gen langs gekomen, zonder er naar te zien?
Door de opmerkingen van zijn zuster waren ge
dachten over zijn positie in hem wakker gemaakt.
Hij was In staat geweest voor zichzelf te zorgen,
maar nooit lang achter elkaar op dezelfde plaats
en op dezelfde manier en toen zijn vader het
landgoed geërfd had, had hij de uitnoodiging om
weer naar Holland te komen, graag aangenomen.
Maar nu wilde hij wel dat hij een positie had!
Hij was op een schitterenden leeftijd, nog jong,
maar zoowel in zijn uiterlijk als in zijn levens- en
wereldkennis leek hij een stuk ouder dan hij was.
Hij had er altijd maar zoo'n beetje op los geleefd,
van de hand in de tand en blijvende resultaten
had hij nimmer bereikt. Hij was min of meer een
avonturier. Den laatsten tijd was hij zich hier
vaker dan ooit van bewust geworden en nooit
had hij er zich zoo ongelukkig door gevoeld als
op dit oogenblik. Waarom?
Wat had hij ooit gedaan, wat zou hij ooit doen?
vroeg hij zichzelf af. En het antwoord op beide
vragen luidde: „niets".
Hij had groote gebreken; en hij was er zich
bewust van. Soms vervulde 't -hem met stomme
wanhoop. En nu scheen er plotseling iets in zijn
leven gekomen te zijn, dat wel de moeite waard
was. Het was een bespottelijk idee. ja, sterker,
zuiver idiotisme. Waarom werd zijn blik getrof
fen door dat dak in de verte, dat hij vroeger het
aankijken niet waard had gevonden.
Het was een mooi landgoed, dat hij rondom
zag en eens zou het grootendeels zijn eigendom
zijn. Maar menschel ij'kerwijze gesproken, kon dat
nog wel jaren duren. Bovendien, er drukten zware
lasten op na de lange verwaarloozing onder het
beheer van zijn oom.
Het geluid van het slaan van een klok deed hem
uit zijn gepeins ontwaken en hij herinnerde zich.
dat hij een afspraak in Zutphen had. Hij kon den
trein nog net halen als ze de two-seater met den
grootst mogelijken spoed klaar maakten; hij had
heelemaal vergeten te zeggen, dat ze er voor
moesten zorgen. Maar het was zeer de vraag of
hij den trein nog zou kunnen halen. Hij zou ook
heelemaal met de auto kunnen gaan. maar hij
voelde er eigenlijk niets voor op zoo'n mooien
dag de schoonheid van bosoh en veld voor een
stoffige, gloeiende kleine stad en de lunch in een
stil kleine-stadsrestaurant te verruilen. Maar hij
kon zich er niet aan onttrekken: het was een
relatie die hem bij het zoeken naar een positie
van nut zou kunnen zijn. Maar het was karakte
ristiek voor Albert dat hij de mogelijkheid over
woog zich er af te maken.
We hebben vanmiddag je vrienden eens op
gezocht, Albert, zei Helene, toen de famie aan
tafel zat.
En hoe vind je ze wel?
- Eng aardige menschen,
Heb ik het je niet gezegd? En toch scheen
je er tegenop te zien om ze op te zoeken. Jullie
zijn zoo stijf als harken en jullie houdt ieder die
geen titel heeft, voor een dief, of een moordenaar,
tenzij hij uitgebreide aanbevelingen van iemand
met een titel heeft.
Ik heb er nooit bezwaar tegen gehad om ze
eens op te zoeken, bekende Helene openhartig.
Je hebt de verkeerde te pakken, oude jongen.
Natuurlijk stemde hij toe, met een blik naar
zijn oudste zuster. Maar deze voelde er niets voor
ztich over de nieuwe kennissen uit te laten; zeker
niet in g«unatigen zin.
Die meneer Reynders maakt 'n verbazend
verstandigen indruk; ik moet bepaald eens wat
van hem lezen. Dat heb ik hem ook gezegd.
Dat vond hij zeker nogal aangenaam?
Probeer nu niet hatelijk te zijn. Albert. Hij
ziet er werkelijk goed uit.
En dat is toch maar het voornaamste in het
oog van een vrouw, wat zeg jij, Lauwers?
Waarom ook niet? antwoordde deze. Maar ik
moet er om> denken, dat ik ze ook eens opzoek.
Ik heb ze al een paar keer gezien, maar ik wist
niet waar ze logeerden.
Twee menschen zouden met genoegen gezien
hebben, dat de onschuldige Caspar Lauwers op
dat oogenblik door den grond gezonken was. De
eene was Helene, die zich ervan bewust was, dat
de jonge predikant ver van leelijk en de ander
Albert, die maar al te goed wist, dat Agnr. Reijn-
ders buitengewoon innemend was!
HOOFDSTUK VI.
Dc rest van tien zomer.
Waar de heuvels in bosschen overgingen, had
men het uitzicht over een schoon landschap,
't Groen was, niettegenstaande de herfst naderde,
nog bijna even frisch als in de eerste weken van
den stralenden zomer.
Albert liep over een der paden; helling op, hel
ling af, met den veerkraohtigen tred van een man
in de 'kracht van zijn leven, die niet weet wat
ziekte of vermoeidheid is. Zijn wandeling voerde
door een boschje en toen hij aan den anderen
kant daarvan kwam, had hij het uitzicht o© een
gloeiende weide in de diepte, die aan drie zijden
door boomen tegen den wind beschut was. Toen
hij hier kwam, was Albert zich er van bewust,
dat hij niet de eenige was die van de rust en het
schoone uitzicht genoot. Als dat wèl het geval was
geweest, zou hij ook leelijk teleurgesteld zijn!
De ander was een meisje, dat bezig was deze
verrukkelijke omgeving op een doek vast te leg
gen. Ze zat op een vouwstoeltje voor een ezel en
was verdiept in haar werk. Ze draaide met 'n
glimlach haar hoofd in Alberts richting, maar
bleef zitten.
Dus zelfs op zoo'n afgelegen plekje word ik
niet meer met rust gelaten? vroeg zij ondeugend,
en reikte hem een van haar blanke, slanke hand
jes, die hij gretig en met meer dan gewone harte
lijkheid drukte.
Ik wilde je niet storen, zei hij, zich op den'
grond naast haar neervlijend. Ga vooral met je
werk door; we kunnen onderwijl dan wat praten.
Daar ben ik nog zoo zeker niet van. De kunst
is een erg jaloersche meesteres.
Natuurlijk. Is kunst vrouwelijk? vroeg hij
verward.
Ze gaf hem als antwoord alleen een lief lachje
en ging door met haar werk. Het was ook het
eenige, wat ze na zoo'n banale vraag doen kon,
Maar hij probeerde niet weer het gesprek op gang
te krijgen; hij was tevreden dat hij daar zoo
mocht liggen en naar haar levendige oogen en den
krachtigen streek van haar pols kijken. Na een
lange stilte vroeg hij eindelijk:
Waarom leg je je niet op portretschilderen
toe? En waarom neem je jezelf dan niet als
model?
Ze lachte en wierp hem een spottenden blik toe.
Wat zou dat voor nut hebben? Ik moet mij
niet op een vreemd terrein wagen, want dan zou
nemand meer naar mijn schilderijen kijken.
Ik ken iemand, die er wèl naar zou kijken.
Verkoop het mij!
Je zult er toch nooit voor geven, wat ik met
mijn andere schilderijen verdien.
(Wordt vervolgd).