Teo De IJslanders. Eisi Over betuwe) Het tooneel te Haarlem. Eigenaardigheden in Haarlem en Omgeving De geit. AKKERTJES AGENDA VRIJDAG 23 MEI 1941 HASREEM'S DAGBCAD i Uit Stockholm is bericht dat het IJslandsche. AHhing, de vereenigde vergadering van het uit 14 leden bestaande hoogerhuis en het 24 leden tellende lagerhuis, een vroegeren gezant te Kopenhagen, Björnson, tot rijksbestuurder heeft benoemd. Dit volgt op de medcdeeling van enkele dagen geleden, dat de IJslanders de sinds 1918 bestaande bonds- overeenkomst met Denemarken hadden opgezegd. Het Deensche blad „National Tidende" schrijft, blijkens het jongste D.N.B.-bericht, dat nog uitge maakt moet worden of van Deensche zijde een ant woord zal worden gegeven of de mededeeling slechts voor kennisgeving zal worden aangenomen. Het merkt verder op dat het Althing niets anders heeft besloten dan wat men heeft kunnen verwachten, namelijk dat het geen onveranderde verlenging van de bondsovereenkomst met Denemarken wenscht, dat niet van onvriendelijke gevoelens jegens Dene marken gebleken is en dat in tegendeel het van uiterst radicale zijde gedane voorstel, de unie met een op te heffen en een IJslandsche republiek uit te roepen, terzijde is gelegd. De oplossing van de staatsrechtelijke kwestie is tot na den oorlog uitge steld. Maar het zal na de opheffing van de bonds overeenkomst de voorkeur geven aan een republi- keinschen staatsvorm boven een monarchistischen, zooals het heeft doen welen. Ik teeken hierbij aan dat IJsland reeds op 1 De cember 1918 door Denemarken als een vrije staat werd erkend, slechts door een personeele Unie ermee verbonden, dat Denemarken sindsdien IJs landsche buitenlandsche politiek leidde, maai- met medewerking van IJslandsche ambtenaren en dat bepaald was dat na 1940 beide parlementen deze regeling zouden mogen herzien. Het nieuws der laatste dagen heeft in dezen stormachtigen tijd de aandacht van velen weer eens even gevestigd op IJsland, dat dgar zoo ver weg in het Noorden ligt, op de grens van Atlantïschen Oceaan en IJszee: \ver van de centra der groote stormen in de menschenmaatschappij maar zelf ten allen tijdé ruimschoots bedeeld met die der natuur, een kernpunt van de uiting van woeste natuur krachten. Het is een wonderlijke gedachte, in dezen tijd, dat een volkje van minder dan 120.000 zielen tot zijn volstrekte zelfstandigheid besluit. Het is kleiner dan de bevolking van de gemeente Haarlem, die toch slechts de vijfde stad van het kleine Neder land bewoont. Maar ctie kleine mensc-hengroep daar ver in het hooge Noorden leeft op een eiland dat driemaal zoo groot als ons heele land is. En welk een eiland! Zelfs de uiteraard droge opsommingen ,van den encyclopaedist wekken een romantisch beeld ervan op: een beeld dat zich geenszins bepaalt tot de eentonigheid van kille ijsvlakten. Want de naam van het eiland geeft maar één kenmerk aan uil de woeste verscheidenheid, die het IJslandsche natuurtafereel biedt De kusten hebben talrijke diepe fjorden. Aan de Zuidkust rijzen, over een lengte van 185 K.M., hooge gletscherwanden uit de zeeop. Andere kustdeelen zijn rotswanden die tot 300 M. hoogte gaan. Het grootste deel van het eiland bestaat uit een zich tot zevenhonderd meter verheffende vul kanische hoogvlakte, met tallooze kegelvormige toppen en koepels. Zij is doorsneden door diepe kloven en rivierdalen. Er zijn groote meren. Er zijn met gletschers bedekte sneeuwbergen, bijna alle vulkanisch, die tot 2000 M. hoogte gaan en waar van de bekendste de Hekla en de Orafajökul zijn. Van de negenentwintig vulkanen vertoonen er zeven geregeld uitbarstingen; de IJslanders kennen het vuur niet minder goed dan het ijs en de sneeuw. Dan vin,dt men er een groot aantal lauwe bronnen, heete springbronnen, zwavelbronnen, zwavelpoelen slijkvulkanen. Het klimaat is onbestendig en vochtig. In het Oosten is het weer vaak zeer nevelig. Oostenwind komt het meest voor, orkanen zijn niet zeldzaam. Er zijn weinig bosschen in dit land en ze bestaan bijna uitsluitend uit kleine, struikachtige berken. En de dierenwereld is niet zeer verscheiden. Er zijn weinig zoogdieren maar wel veel vogels. Een kwart van de bevolking leeft van de vischvangst, maar een grooter deel van veeteelt. Er is weinig akker bouw. En temidden van deze bijzonderheden tref ik een korte lofspraak aan op het IJslandsche paard, behoorend tot een klein, gehard ras met een vlug gen en zekeren gang. Hoe leven de IJslanders, afgezonderd van de wereld, bijna 1000 K.M. verwijderd van Noorwe gen, 700 K.M. ten Noorden van Schotland's Noor delijkste punten en weinig dichter bij het (overi gens allesbehalve herbergzame) Groenland? Vol gens de kenners van hun land zijn zij ernstig en waarheidlievend, gastvrij en bovendien opgewekt en goed ontwikkeld. Analphabeten komen op het groote eiland bijna niet voor. Er is een hoogeschool in de hoofdstad Reykjavik, er zijn verscheidene andere belangrijke inrichtingen van onderwijs. D( handelsvloot telt bijna vierhonderd schepen', waar bij, 86 stoom- en 297 motorschepen en de buiten landsche handel had in de vooroorlogsche jaren vrij wat te beteekenen. Ook met ons land werd geregeld handel gedreven. Maar de industrie heeft niet veel om het lijf; de uitvoer bestond voorname lijk uit visch,, traan, vischlijm, sohapenvleesch en wol. Slechts drie ministers, benoemd door den Koning van Denemarken, vormden tot dusver de regeering. Nu is een rijksbestuurder benoemd en er zijn na tuurlijk meer wijzigingen op til. Maar die zullen blijkbaar moeten wachten tot de oorlog uit is. De IJslanders hebben in hun stoeren kamp met de natuur al genoeg aan hun hoofd. Zij leven er sober bij, voor het meerendeel in houten hutten, maar zij bezitten cultuur en zelfs sinds eeuwen een belangrijke eigen litteratuur, vooral in de dicht kunst en op tooneelgebied. Waarbij zij genieten van het wonderlijke en zeldzame voordeel, dat hun taal sinds de Middeleeuwen zoo weinig veranderd is dat zij de oude litteratuur met gemak kunnen lezen. Een merkwaardig volkje id een wonderlijk- romantisch land vormen de IJslanders. R. P. WIJZIGING HARS-, GOM- EN TERrENTIJNBESCHIKKING 1940. No. 1. 's GRAVENHAGE, 23 Mei. Bij de wijziging van de hars-, gom en terpentijnbeschikkins 1940 no. 1 (Nederlandsche Staatscourant van 23 Mei 1941), zijn in genoemde beschikking tevens op genomen harsolie en z.g. tallöl en met kalk, zink en andere stoffen geharde harsen, alsmede mengsels van plantaardige en kunstmatige terpentijn, be nevens stoffen, welke tenminste 90 gewichtspro cent plantaardige of kunstmatige terpentijn of mengsels van deze beide bevatten. DRESDENER STRIJKKWARTET VOOR DE RADIO. AMSTERDAM, 23 Mei. Het vermaarde Dres- dener strijkkwartet, bestaande uit Cyrill Ko- patschka.. Fritz Schneider, Gottfried Hofmann, Stirl en Georg Ulrich von Bülow speelt Zondag 25 Mei om 14.15 uur voor den Nederlandschen om roep over den zender Hilversum 2 (301.5 M.). Het programma bevat het strijkkwartet in F gr. t op. 18 van L. van Beethoven en het strijkkwartet hAus meinem Leben" van Smetana. WAT POET U MET ONZE 3AMPÖTTEN? GEEF 2F LIEVER OW WINKEUERTCROS. WU KUNNEN ZE VOOR WAT BETERS gebruiken: JAMS N V IAMINIAU Voortrekkers" twee maal het prelcntielooze vroolijke blijspel van het land „Niet voor de Poes", waarvoor groote belangstelling bestond. Volksvoorstellingen zijn er dit seizoc-n slechts twee gegeven en wel van Gaslicht door Het Masker en De Rozenkrans door De Vereenigde Schouwspe lers. Vreemd genoeg was het bezoek aan de opvoe ring van Gaslicht veel minder dan aan' De Rozen krans. Als schoolvoorstelling ging in het afgeloopen sei zoen het romantische stuk van Van Lennep „De Amsterdamsche Jongen of Het BusKruitverraad van 1622", dat gespeeld werd door Het Neder- landsch Tooneel.. Een groot succes had in dit seizoen ook weer Charlotte Kohier met haar voordrachten te Haar lem. Niet minder dan tien keer trad zij in onzen Stadsschouwburg op en wel twee maal met Filo- meentje, één keer met gedichten en zelfs zeven maal met haar onvolprezen voordracht van Fras- quita. Ik meen dit overzicht van het afgeloopen seizoen niet te mogen besluiten zonder een woord van hulde te brenger? aan onzen .nieuwen directeur, den heer H. Deinum, die in de twee jaar dat hij deze functie vervult reeds zeer veel voor den schouwburg en het tooneelleven te Haarlem heeft gedaan. Hij is iemand, die het tooneel lief heeft en zijn taak met enthousiasme en groote vakkennis vervult. Wij hebben dit o.a. kunnen zien aan de nieuwe'artistieke décors en requisieten, die hij met alle medewer king van 'den pachter, den heer Ph. A. Deinum heeft laten maken. Ook voor het komend seizoen heeft de directie plannen voor verbetering en uit breiding .van een aantal décors en wij kunnen er op rekerien dat zij alles zal doen wat in haar macht is om liet tooneelleven te stimuleeren. Dit is een der redenen waarom ik voor de toekomst vertrouwen blijf stellen in onzen schouwburg en het tooneel te Haarlem. J. B. SCHUIL (Adv. Ingez. Med.) JCunst en £ettecen^ Het afgeloopen Tooneelseizoen. Ook te Haarlem is de belangstelling voor het tooneel in het afgeloopen seizoen grooter geweest dan in de daaraan voorafgaande jaren. De voor stellingen, die voornamelijk geconcentreerd waren op de Zaterdagen en Zondagen, werden over het algemeen goed bezocht. De directeur van onzen Stadsschouwburg is over de financieele resultaten dan ook niet ontevreden, al waren er onvoorziene tegenslagen, zooals de sluiting van den schouwburg op de avonden, waarop het publiek reeds voor 10 uur binnen moest zijn. Een der redenen van het meer dan bevredigend schouwburgbezoek, vooral op de Zaterdagen en Zondagen, is wel te zoeken in de omstandigheid, dat de Haarlemmers op die dagen niet zooals anders in Amsterdam uit konden' gaan. De hoofdstad is nu eenmaal als amusementscentrum een groote concurrent van Haarlem en zoo kwam het ons stadstheater ten goede, dat ons publiek in dit seizoen niet de schouwburgen te Amsterdam kon bezoeken. De meeste voorstellingen zijn hier gegeven door Het Nederlandséh Tooneel. Behalve De Vogels van Aristophanes en Driekoningenavond van Shakespeare het laatste zal nog in dit seizoen hier worden gespeeld heeft Cor van der Lugt Melsert al zijn stukken te Haarlem gebracht. Ook Het Masker kwam vrij geregeld. Jammer genoeg trad Het Centraal Tooneel hier maar bij uitzondering op, ondanks alle moeite, die heer Deinum heeft gedaan om het gezelschap van Laseur en Ruys meer in zijn schouwburg te krijgen. Zoo werden ons de opvoeringen van „Het Concert". „Het versteende Woud",- „Ingeborg", „Het spel der Vergissingen" en „Ze wisten, wat zij wilden" onthouden, terwijl er voor deze stukken te Haarlem toch zeker ge noeg belangstelling zou zijn geweest. Het is mij oiet duidelijk, waarom Laseur dit seizoen Haarlem bijne stelselmatig heeft vermeden. Haarlem ligt toch vlak bij Amsterdam en geen stad' is voor een Amsterdamsch gezelschap gemakkelijker te berei ken. Willem Royaards sloeg Haarlem met zijn groote voorstellingen nooit over en hij heeft er nooit spijt van gehad. Hij had hier zijn vast pu bliek. NOok Laseur en zijn gezelschap zijn bij ons zeer geliefd en daarom is het mij een raadsel, waarom Het Centraal Tooneel zoo weinig in onzen schouwburg is opgetreden. Van Het Residentie-Tooneel is dit beter te ver klaren. De Hagenaars konden moeilijk 's avonds nog terug en waren dus aan matinées gebonden. Het groote succes van „Toontje heeft een paard getee- kend" heeft Verbeek begrijpelijk terdege uitgebuit en dit was de oorzaak, dat wij betrekke lijk weinig nieuwe stukken van Het Residentie- Tooneel hier hebben gezien De vereenigingen, die dit seizoen tooneelvoor- stellingen voor hun leden hebben georganiseerd, hadden alle reden om tevreden te zijn. vooral de Ver. voor Huisvrouwen en Geloof en Wetenschap, die bijna geregeld voor uitverkochte zalen konden laten 'spelen. Voor de Vereeniging voor Huisvrouwen gingen op matinées de volgende stukken: De Getrouwde Vrouw en Prinses Olanda. door Het Nederlandsch Tooneel. Gaslicht door Hét Masker. Huis der gc- bi'oken HaVten door Studio en „Vader thuis" door Het Centraal Tooneel. De Vereen. „Geloof en Wetenschap" heeft de na volgende stukken voor haar leden laten spelen: „Peter en Pauwels" en ..Voor Zonsondergang", door Het Ned. Tooneel; „Lucifer" en ..Toontje heeft een paard geteekend" door Het Residentie Tooneel, „Gaslicht", en „Ja of Nee", door Het Masker. De Nieuwe Haarlemsche Kunstkring koos het volgende repertoire: „Overschotje". „De getrouwde Vrouw en „Lastige Mannen" door het Nederlandsch j Tooneel en „Verliefd en Jaloersch" door de Ver eenigde Haagsche Spelers. De 'afdeeling Haarlem van Het Nederlandsch Tooneelverbond heeft aan haar leden twee gratis- voorstelünsren aangeboden en wel naar keuze: Familiefeest of Rebecca door Het Masker en Theo voor Twee door het Residentie Tooneel. Het gezel lige stuk Familiefeest werd ook uitgekozen door de vereen. „Voor^de Kunst" voor haar jaarlijksche voorstelling. Voor de abonnementsvoorstellingen was dit seizoen slechts weinig belangstelling. Ondanks dat heeft de heer Deinum toch een serie Zaterdag- matinés voor abonnés uitgeschreven en hoewel de inschrijving feitelijk onvoldoende was om de kos ten te 'dekken, ook laten doorgaan Op deze abonne mentsvoorstellingen gingen'. „Lastige Mannen". „In timiteiten" en „Als sterren vallen" door Het Neder landsch Tooneel, „Thee voor Twee", door het Nederlandsche Tooneel en „Rebecca" door H«t Masker. Als laatste abonnements-voorstelling zal nog op Zaterdag 31 Mei worden gegeven ..De We? is beter dan de Herberg", het bekroonde stuk van Ouwen- dijk door Het Nederlandsch Tooneel. i Voor „Vreugde en Arbeid" speelden „De De Amsterdamsche Poort toen de trekschuit nog voer. (Naar een teekening op het Gemeentearchief) FRANS HALS. Tooneelspel van Sacha Guitry. Amsterdamsche Studenten Tooneel- vereeniging T. U. S. A. Men moet in de tooneelliteratuur een heel eind teruggaan, voor men tot de periode komt, waarin groote Vaderlanders wei-den gekozen tot hoofdper soon van een drama. En- wat dan te voorschijn komt, is nog maar zelden van beteekenis. Biogra fieën zijn er daartegenover in overvloed; het epi sche genre schijnt ons nu eenmaal beter te liggen dan het dramatische. Dit zal wel de ooi-zaak zijn dat de Amsterdamsche Studenten Tooneelvereeniging T.U.S.A. een buitenlandschen auteur op de planken heeft gebracht. Wellicht heeft ook de naam Sacha Guitry haar aangetrokken. Want het is bezwaarlijk aan te nemen, dat de inhoud van zijn tooneelspel de oorzaak van deze keuze is geweest. Die is, eerlijk gezegd, grootsch noch verheven, meesleèpend noch boeiend. Het is mogelijk, dat het slotbedrijf op een hooger peil stond, maar toen ik den Stadsschouw burg te Amsterdam bij de pauze verliet, was mijn indruk dat onze Nederlandsche tooneelgezelschap- pen een juist inzicht hebben gehad, toen zij dit toch bij uitstek Nederlandsche onderwerp stilzwij gend zijn voorbijgegaan. Eigenlijk telt het tooneelspel van Guitry slechts één rol, die van den omstreeks zestigjarigen FranS Hals, geplaatst tegenover de jonge schilders Van Ostade en Wouwerman. En natuurlijk tegenover den grooten Van Dijck. dien hij aan het slot van het tweede bedrijf met de klassieke woorden: „De duivel zijt gij of Van Dijck!" in de armen valt dat wil zeggen: hartelijk de hand drukt. De intrigue van het stuk is fantasie van den Franschman en typisch-Fransche fantasie. Zoo groot is zijn bewondering voor Hals' talent, dat Van Ostade het den Meester gaarne vergeeft, dat deze vrouw Annet verleidt, terwijl zij voor hem poseert. Deze bewondering het stuk draagt den ondertitel l'Admiratión is eigenlijk de kern van het stuk. Hals bewondert Rembrandt, Van Ostade Hals, Hals weer de schelmsohe oogen en den lachen den mond van Annet, al is'deze laatste niet heele- rnaal bewondering van de schoonheid, los van an dere gevoelens. Daaromheen schildert Guitry wat luchtige tafereeltjes, waarvan de scène met den loopjongen wel afzonderlijk mag worden genoemd. Jammer genoeg heeft de bewerker van den Fransohen tekst van de vrije verzen waarin het stuk geschreven is. zéér vrije Nederlandsche ver zen of liever: rijmen gemaakt. Niet alleen laten deze zich, vooral door dilettanten, moeilijk zeggen, maar bovendien treffen ze ons onaange naam door allerlei modernismen. „Alsmaar", „reusachtig", „verdikkeme" en zoovele andere woorden uit de hedendaagsché spreektaal ver wachten we niet in den mond van onze voorva deren uit de 17de eeuw. Het is begrijpelijk dat de Amsterdamsche stu denten met een tooneelspel als Frans Hals groote moeite hadden. De rol van den hoofdpersoon eischt een acteur met breed en zwierig gebaar, een char meur, een man die dèn naderenden ouderdom weet te camoufleeren, een gepassioneei'd kunstenaar. Natuurlijk kan een dilettant aan al deze eischen niet' voldoen, maar toch was er in de uitbeelding van den hoofdrolspeler veel te waardeeren. Tegen over zijn jongere confrères was hij wel de im- poneerende Meester en als het geloof in zijn plot selinge, brandende liefde, voor Annet bij den toeschouwer niet al te sterk was, moet dat ook op rekening worden geschreven van Ostades vrouw, die wel een zeer lieven, maar geenszins verleidelij- ken indruk maakte. Biedt het eerste bedrijf eigenlijk slechts één be langrijke scène, in het tweede worden wij vergast .op talrijke aardige tooneelen: Hals bezig aan het schilderij „De vroolijke Drinkers van Haarlem" met de krenterige modellen in al hun bekrompenheid en ijdelheid, het poseeren van Annet. de ontmoe ting met Van Dijck en vooral de reeds genoemde met den leutigen Haarlemschen straatjongen, die markant leek op het bekende doek en plotseling Of het oorspronkelijke stuk ook een proloog fleur en vroolijkheid op de planken bracht. Het open doekje verdiende deze loopjongen volkomen. In dit bedrijf had de regisseur, Adr. Hooykaas, die zijn sporen in de studententooneelwereld al ver- De Amsterdamsche vaart, die een verbinding voor het scheepvaartverkeer tusschen Haarlem en Am sterdam bracht, is in 1631 gegraven. Vroeger kon men ook wel per schip van onze veste naar de hoofdstad des rijks komen, maar daarvoor was een omweg noo- dig. namelijk via de sluis te Spaarndam over het IJ. Bovendien was die voor de kleine scheepvaart minder geschikt, want het kon op het IJ soms geducht spo ken. Het eigenaardige is dat de vaart HaarlemAm sterdam uit twee stukken bestond. In Halfweg was een dam van eenige honderden meters. Dit was ge daan om de reizigers der trekschuit en ook de schip pers te verplichten in Halfweg te pauzeeren. Gemoedelijke toestanden. De herbergiers en de neringdoenden te Halfweg moesten er ook van profiteeren! Wat hebben wij er aan zoo redeneerden zij als de schepen ons dorp voorbij varen. Geheel ongelijk hadden zij niet, maar nu zouden zulke motieven niet meer gelden! Het stuk vaart HaarlemHalfweg eindigde bij het oude kerkje der Ned. Hervormde Gemeente bij het begin van het dorp. Het tweede stuk (Halfweg—Am sterdam) ving aan even voorbij de R.K. kerk op het Plein te Halfweg. Toen de rijksweg HaarlemAm sterdam nu ongeveer 25 jaar geleden verbreed werd. was het noodig beide kerkgebouwen te sloopen. Bo vendien werd de dam in de vaart nog wat ver groot. De trekschuit meerde bij de Amsterdamsche Poort te Haarlem. Er -werd toen vrij veel gebruik van ge maakt, want een telling toonde ban dat er per jaar 100.000 Haarlemmers naar Amsterdanl voeren en ook 100.000 van Amsterdam naar Haarlem. De schippers moesten natuurlijk over twee schuiten beschikken, want de reizigers stapten in Halfweg over. In dien tijd had de beurtvaart voor Haarlem een groote beteekenis er waren namelijk niet minder dan 30 schepen in de vaart. In 1631 had men nog niet de genoeglijke trekschui ten die Hildebrand ons geteekend heeft, daar het nog 1743 duurde voor de schippers er toe overgingen roeven in hun schuiten te maken. diend heeft, ook gelegenheid tot kleurige en boeien de groepeeringen. heeft, weet ik niet. De Hollandsche kreeg, meer om den inhoud dan om de voordracht, dankbaar ap plaus. P. H. SCHRÖDER. WINTERHULPEN EDERLAND AFD. HAARLEM. Huismoeders met vacantie. Gegadigden kunnen zich opgeven! Het bureau van „Winterhulp" te flaarlem schrijft: De plaatselijke afdeeling is voornemens om dezen ztmer een aantal huismoeders voor het genieten van een korte vacantie naar de Vcluwe te zenden. In Nunspeet is voor dit doel de beschikking ver kregen over een geschikt tehuis, dat ruimte biedt aan ongeveer 25 personen. Het verblijf aldaar if bepaald op ongeveer 10 dagen per groep. Het lig} in fle bedoeling dat de eerste groep vertrekken za op Woensdag 4 Juni en de laatste op 20 September. Een tweetal vrouwenorganisaties uit de gemeend heeft zijn volle medewerking toegezegd om di| werk te doen slagen. Op het oogenblik zijn zij reeds aan den gang om alles voor de eerste vacan- tiereis klahr te maken. De uitzending is bedoeld als vacantie, zoodat geen zieken hiervoor in aanmerkipg komen. Zij die van zulk-een vacantie willen profiteeren, kunnen zich opgeven aan het kantoor Winter hulp, Ged. Oude Gracht 47, met opgave eventueel van het tijdvak, waarin men hét liefste zou gaan. Ook opgave van andere zijde zal- gaarne worden ontvangen. Gezinsverzorging tijdens afwezigheid en het kleedingvraagstuk zullen met de huisbezoekster knnnen worden geregeld. (In een beschouwing over de geitenhoudcrij door landar beiders in Zeeland lees ik, dat deze daar in de laatste kwarteeuw zoo is toege nomen, dat de jaarproductie van geitenmelk thans millioen liter bedraagt.) Ik denk er niet aan om het u te verwijten, Want ik ben tenslotte in 't zelfde geval, Maar wat weet een stadsmensch van bokken en geiten, Een bitter klein beetje nietwaar, almetal, In bokspringen zijn we heel kundig natuurlijk, In i't schieten van bokken zijn w'altijd paraat, Maar in al die kennis zijn bokken figuurlijk, Ik denk nu aan bokken in levenden staat, 't Is goed soms om bokken en geiten te scheiden En ook dat de kool en de geit wordt gespaard, Maar wie zijn gedachten aan geiten gaat wijden. Die vindt ze ten hoogste een grap met een baard. Van geitenmelk hebben wij weieens vernomen, Maar verder reikt hier onze wetenschap niet, Voor geitologie moet j'op 't platteland komen En dan nog speciaal in het Zeeuwsche gebied. Daar heeft men de geit tot de functie verheven. Waarop het dier recht heeft en die het verdient, Daar ziet men de geit niet als grap in het leven. Daar is zij een dienende geest en een vriend. De geit wordt in Zeeland gekoesterd en biedt er Als tegenprestatie daarvoor een. present Van melk in een kwantum van vier millioen liter Is dat tot haar lof niet een sterk argument? De stadsmensch zal goed doen om hieruit- te lecrcn. Hoezeer dan de koe nog in melkwaarde leidt, Wij mogen de geit weieens meer gaan waardeeren, De leuze zij voortaan: vooruit met de geit. P. GASUS. Om de kampioenschappen vliegtuig modellen. Donderdag werden in de provincies Noord-Holland. Zuid- Holland. Brabant. Limburg. Gelderland en Groningen districtswedstrijden gehouden om de kampioenschappen voor 'vliegtuigmodelbouwers, georganiseerd door de des betreffende vakafdeelingen van de Ned. Vereeniging voor Luchtvaar^. Iedere provincie zal een ploeg afvaardigen voor de wed strijden om het landskampioenschap en de uitslag be paalde de af te vaardigen ploeg. De provincie Noord-Holland hield gistermiddag den wedstrijd op de Crailoosche heide tusschen Bussum en Hilversum. Voor Noord-Holland kwamen uit een Jcugdluchtvaart- club uit Bussum, 2 clubs uit Amsterdam, een club utt Amersfoort een uit Haarlem en een uit Baarn. De prijswinnaars, die de provincie op de landskampioen schappen zullen vertegenwoordigen werden: Voor Noord-Holland afdeeling zweefmodellen de Bus- sumsche Jeugdluchtvaartclub met een gemiddelde van 64.3 sec, Individueele zweefmodellen: 1. Rob Dijkman, Bussum, gemiddelde 101 sec.; 2. M. Padding, Amsterdam, gemid delde 80.1 sec. Voor de afdeeling motormodellen kwam voor Noord- Holland alleen Bussum uit, zoodat deze zich in den eind strijd plaatst. Individueele motormodellen: 1. A. Ridden, gem. 60.7 :c,; 2. W. Sommeveld, gemiddelde van 30.2 sec. JAARVERGADKRING „KENNEMERLAND" Woensdagavond hield „Kennemerland" in haar club lokaal Hötel Roozendaal te Overveen haar jaarlijksche algemeene vergadering. Het uitgebreide en keurig verzorgde verslag van den secretaris, den heer H. H. Janssen, werd goedgekeurd. Ondanks de moeilijkheden bleek 1940 een goed Jaar te zijn geweest. Blijkens het financieele overzicht van den lieer H. H. van Schoonhoven was de stand der geldmid delen bevredigend. De hoeren A. Heimig (voorzitter) en H. Kroon (commissaris) werden bij acclamatie tot bestuurs leden herkozen. De elftalcommissie zal bestaan uit de heeren H. H. Janssen; P. Langereis, A. Mosterd en H. Bonke (plaatsvervangend lid). De adspirantencommissie zal bestaan uit de heeren H. Kroon en B. Steeman. De wedstrijden om den Helmigbeker zullen worden georga niseerd door de heeren J. Coert, H. Kroon en F. Zuldam. De heer W. van Det werd herbenoemd tot commissaris van materiaal. In de zomermaanden zal zoowel door de leden als door de adspiranten onder deskundige leiding worden getraind op de terreinen van „Bloemcndaal", die de club ook 's winters in huur heeft. In de week van 3 tot 10 Augus tus zal „Kennemerland" onder leiding van den heer H. Kroon met twee elftallen een tour door het Oosten van ons land maken. Van de onderafdeelingen der vereeniging verheugt voor al de schaakclub zich in bijzondere belangstelling; het aantal leden ls tot €2 gestegen. Doe dan twéé dingen. Neem 'n "AKKERTJE" om ruslig zon der pijn Ie kunnen slapen en ga morgen naar Uw tandarts. K (Adv. Ingez. Med.) Verscholen tusschen het riet langs de Friesche meren vindt men thans de symptomen t'an het ontwakende voorjaar in de vogelwereld. Het nest van een meerkoet wordt door een natuurvriend gefotografeerd. (Foto Pax Holland) VRIJDAG 23 MEI. Rembrandt Theater: „De oude en de jonge koning", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Palace: „Watt en V2 Watt als dakloozen", 2, 6.30 en 8.45 uur. Luxor Theater: „Michelangelo", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Frans Hals Theater: „Moderne Meisjes", 2.30, 6.30 en 8.45 uur. Stadsschouwburg: Openb. voordrachtsoefening Haarl. Muziek Inst., 7.30 uur. Frans Hals Museum: Tentoonstelling van werken van leden van „Kunst Zij Ons Doel", 104 uur. ZATERDAG 24 MEI. Stadsschouwburg: Het Ned. Tooneel: „Intimi teiten", 7.30 uur. Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en des avonds. Sahotersingel 117a: Palestina Diorama's, 35 en 79 uur. Frans Hals Museum: Tentoonstelling van werken van leden van „Kunst Zij Ons Doel", 10—4 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1941 | | pagina 5