Teo
De IJslanders.
Eisi Over betuwe)
Het tooneel te Haarlem.
Eigenaardigheden in Haarlem en Omgeving
De geit.
AKKERTJES
AGENDA
VRIJDAG 23 MEI 1941
HASREEM'S DAGBCAD
i
Uit Stockholm is bericht dat het IJslandsche.
AHhing, de vereenigde vergadering van het uit 14
leden bestaande hoogerhuis en het 24 leden tellende
lagerhuis, een vroegeren gezant te Kopenhagen,
Björnson, tot rijksbestuurder heeft benoemd. Dit
volgt op de medcdeeling van enkele dagen geleden,
dat de IJslanders de sinds 1918 bestaande bonds-
overeenkomst met Denemarken hadden opgezegd.
Het Deensche blad „National Tidende" schrijft,
blijkens het jongste D.N.B.-bericht, dat nog uitge
maakt moet worden of van Deensche zijde een ant
woord zal worden gegeven of de mededeeling slechts
voor kennisgeving zal worden aangenomen. Het
merkt verder op dat het Althing niets anders heeft
besloten dan wat men heeft kunnen verwachten,
namelijk dat het geen onveranderde verlenging van
de bondsovereenkomst met Denemarken wenscht,
dat niet van onvriendelijke gevoelens jegens Dene
marken gebleken is en dat in tegendeel het van
uiterst radicale zijde gedane voorstel, de unie met
een op te heffen en een IJslandsche republiek uit
te roepen, terzijde is gelegd. De oplossing van de
staatsrechtelijke kwestie is tot na den oorlog uitge
steld. Maar het zal na de opheffing van de bonds
overeenkomst de voorkeur geven aan een republi-
keinschen staatsvorm boven een monarchistischen,
zooals het heeft doen welen.
Ik teeken hierbij aan dat IJsland reeds op 1 De
cember 1918 door Denemarken als een vrije staat
werd erkend, slechts door een personeele Unie
ermee verbonden, dat Denemarken sindsdien IJs
landsche buitenlandsche politiek leidde, maai- met
medewerking van IJslandsche ambtenaren en dat
bepaald was dat na 1940 beide parlementen deze
regeling zouden mogen herzien.
Het nieuws der laatste dagen heeft in dezen
stormachtigen tijd de aandacht van velen weer eens
even gevestigd op IJsland, dat dgar zoo ver weg in
het Noorden ligt, op de grens van Atlantïschen
Oceaan en IJszee: \ver van de centra der groote
stormen in de menschenmaatschappij maar zelf ten
allen tijdé ruimschoots bedeeld met die der natuur,
een kernpunt van de uiting van woeste natuur
krachten.
Het is een wonderlijke gedachte, in dezen tijd, dat
een volkje van minder dan 120.000 zielen tot zijn
volstrekte zelfstandigheid besluit. Het is kleiner
dan de bevolking van de gemeente Haarlem, die
toch slechts de vijfde stad van het kleine Neder
land bewoont. Maar ctie kleine mensc-hengroep daar
ver in het hooge Noorden leeft op een eiland dat
driemaal zoo groot als ons heele land is. En welk
een eiland! Zelfs de uiteraard droge opsommingen
,van den encyclopaedist wekken een romantisch
beeld ervan op: een beeld dat zich geenszins bepaalt
tot de eentonigheid van kille ijsvlakten. Want de
naam van het eiland geeft maar één kenmerk aan
uil de woeste verscheidenheid, die het IJslandsche
natuurtafereel biedt
De kusten hebben talrijke diepe fjorden. Aan de
Zuidkust rijzen, over een lengte van 185 K.M.,
hooge gletscherwanden uit de zeeop. Andere
kustdeelen zijn rotswanden die tot 300 M. hoogte
gaan. Het grootste deel van het eiland bestaat uit
een zich tot zevenhonderd meter verheffende vul
kanische hoogvlakte, met tallooze kegelvormige
toppen en koepels. Zij is doorsneden door diepe
kloven en rivierdalen. Er zijn groote meren. Er zijn
met gletschers bedekte sneeuwbergen, bijna alle
vulkanisch, die tot 2000 M. hoogte gaan en waar
van de bekendste de Hekla en de Orafajökul zijn.
Van de negenentwintig vulkanen vertoonen er zeven
geregeld uitbarstingen; de IJslanders kennen het
vuur niet minder goed dan het ijs en de sneeuw.
Dan vin,dt men er een groot aantal lauwe bronnen,
heete springbronnen, zwavelbronnen, zwavelpoelen
slijkvulkanen. Het klimaat is onbestendig en
vochtig. In het Oosten is het weer vaak zeer nevelig.
Oostenwind komt het meest voor, orkanen zijn niet
zeldzaam.
Er zijn weinig bosschen in dit land en ze bestaan
bijna uitsluitend uit kleine, struikachtige berken.
En de dierenwereld is niet zeer verscheiden. Er zijn
weinig zoogdieren maar wel veel vogels. Een kwart
van de bevolking leeft van de vischvangst, maar
een grooter deel van veeteelt. Er is weinig akker
bouw. En temidden van deze bijzonderheden tref ik
een korte lofspraak aan op het IJslandsche paard,
behoorend tot een klein, gehard ras met een vlug
gen en zekeren gang.
Hoe leven de IJslanders, afgezonderd van de
wereld, bijna 1000 K.M. verwijderd van Noorwe
gen, 700 K.M. ten Noorden van Schotland's Noor
delijkste punten en weinig dichter bij het (overi
gens allesbehalve herbergzame) Groenland? Vol
gens de kenners van hun land zijn zij ernstig en
waarheidlievend, gastvrij en bovendien opgewekt
en goed ontwikkeld. Analphabeten komen op het
groote eiland bijna niet voor. Er is een hoogeschool
in de hoofdstad Reykjavik, er zijn verscheidene
andere belangrijke inrichtingen van onderwijs. D(
handelsvloot telt bijna vierhonderd schepen', waar
bij, 86 stoom- en 297 motorschepen en de buiten
landsche handel had in de vooroorlogsche jaren
vrij wat te beteekenen. Ook met ons land werd
geregeld handel gedreven. Maar de industrie heeft
niet veel om het lijf; de uitvoer bestond voorname
lijk uit visch,, traan, vischlijm, sohapenvleesch en
wol.
Slechts drie ministers, benoemd door den Koning
van Denemarken, vormden tot dusver de regeering.
Nu is een rijksbestuurder benoemd en er zijn na
tuurlijk meer wijzigingen op til. Maar die zullen
blijkbaar moeten wachten tot de oorlog uit is. De
IJslanders hebben in hun stoeren kamp met de
natuur al genoeg aan hun hoofd. Zij leven er
sober bij, voor het meerendeel in houten hutten,
maar zij bezitten cultuur en zelfs sinds eeuwen een
belangrijke eigen litteratuur, vooral in de dicht
kunst en op tooneelgebied. Waarbij zij genieten van
het wonderlijke en zeldzame voordeel, dat hun taal
sinds de Middeleeuwen zoo weinig veranderd is dat
zij de oude litteratuur met gemak kunnen lezen.
Een merkwaardig volkje id een wonderlijk-
romantisch land vormen de IJslanders. R. P.
WIJZIGING HARS-, GOM- EN
TERrENTIJNBESCHIKKING 1940. No. 1.
's GRAVENHAGE, 23 Mei. Bij de wijziging
van de hars-, gom en terpentijnbeschikkins 1940
no. 1 (Nederlandsche Staatscourant van 23 Mei
1941), zijn in genoemde beschikking tevens op
genomen harsolie en z.g. tallöl en met kalk, zink en
andere stoffen geharde harsen, alsmede mengsels
van plantaardige en kunstmatige terpentijn, be
nevens stoffen, welke tenminste 90 gewichtspro
cent plantaardige of kunstmatige terpentijn of
mengsels van deze beide bevatten.
DRESDENER STRIJKKWARTET VOOR DE
RADIO.
AMSTERDAM, 23 Mei. Het vermaarde Dres-
dener strijkkwartet, bestaande uit Cyrill Ko-
patschka.. Fritz Schneider, Gottfried Hofmann,
Stirl en Georg Ulrich von Bülow speelt Zondag 25
Mei om 14.15 uur voor den Nederlandschen om
roep over den zender Hilversum 2 (301.5 M.).
Het programma bevat het strijkkwartet in F gr.
t op. 18 van L. van Beethoven en het strijkkwartet
hAus meinem Leben" van Smetana.
WAT POET U MET ONZE
3AMPÖTTEN?
GEEF 2F LIEVER OW
WINKEUERTCROS. WU
KUNNEN ZE VOOR WAT
BETERS gebruiken:
JAMS
N V IAMINIAU
Voortrekkers" twee maal het prelcntielooze vroolijke
blijspel van het land „Niet voor de Poes", waarvoor
groote belangstelling bestond.
Volksvoorstellingen zijn er dit seizoc-n slechts
twee gegeven en wel van Gaslicht door Het Masker
en De Rozenkrans door De Vereenigde Schouwspe
lers. Vreemd genoeg was het bezoek aan de opvoe
ring van Gaslicht veel minder dan aan' De Rozen
krans.
Als schoolvoorstelling ging in het afgeloopen sei
zoen het romantische stuk van Van Lennep „De
Amsterdamsche Jongen of Het BusKruitverraad
van 1622", dat gespeeld werd door Het Neder-
landsch Tooneel..
Een groot succes had in dit seizoen ook weer
Charlotte Kohier met haar voordrachten te Haar
lem. Niet minder dan tien keer trad zij in onzen
Stadsschouwburg op en wel twee maal met Filo-
meentje, één keer met gedichten en zelfs zeven
maal met haar onvolprezen voordracht van Fras-
quita.
Ik meen dit overzicht van het afgeloopen seizoen
niet te mogen besluiten zonder een woord van hulde
te brenger? aan onzen .nieuwen directeur, den heer
H. Deinum, die in de twee jaar dat hij deze functie
vervult reeds zeer veel voor den schouwburg en
het tooneelleven te Haarlem heeft gedaan. Hij is
iemand, die het tooneel lief heeft en zijn taak met
enthousiasme en groote vakkennis vervult. Wij
hebben dit o.a. kunnen zien aan de nieuwe'artistieke
décors en requisieten, die hij met alle medewer
king van 'den pachter, den heer Ph. A. Deinum
heeft laten maken. Ook voor het komend seizoen
heeft de directie plannen voor verbetering en uit
breiding .van een aantal décors en wij kunnen er op
rekerien dat zij alles zal doen wat in haar macht is
om liet tooneelleven te stimuleeren. Dit is een der
redenen waarom ik voor de toekomst vertrouwen
blijf stellen in onzen schouwburg en het tooneel te
Haarlem.
J. B. SCHUIL
(Adv. Ingez. Med.)
JCunst en £ettecen^
Het afgeloopen Tooneelseizoen.
Ook te Haarlem is de belangstelling voor het
tooneel in het afgeloopen seizoen grooter geweest
dan in de daaraan voorafgaande jaren. De voor
stellingen, die voornamelijk geconcentreerd waren
op de Zaterdagen en Zondagen, werden over het
algemeen goed bezocht. De directeur van onzen
Stadsschouwburg is over de financieele resultaten
dan ook niet ontevreden, al waren er onvoorziene
tegenslagen, zooals de sluiting van den schouwburg
op de avonden, waarop het publiek reeds voor 10
uur binnen moest zijn.
Een der redenen van het meer dan bevredigend
schouwburgbezoek, vooral op de Zaterdagen en
Zondagen, is wel te zoeken in de omstandigheid,
dat de Haarlemmers op die dagen niet zooals
anders in Amsterdam uit konden' gaan. De
hoofdstad is nu eenmaal als amusementscentrum
een groote concurrent van Haarlem en zoo kwam
het ons stadstheater ten goede, dat ons publiek in
dit seizoen niet de schouwburgen te Amsterdam
kon bezoeken.
De meeste voorstellingen zijn hier gegeven door
Het Nederlandséh Tooneel. Behalve De Vogels
van Aristophanes en Driekoningenavond van
Shakespeare het laatste zal nog in dit seizoen
hier worden gespeeld heeft Cor van der Lugt
Melsert al zijn stukken te Haarlem gebracht. Ook
Het Masker kwam vrij geregeld.
Jammer genoeg trad Het Centraal Tooneel
hier maar bij uitzondering op, ondanks alle
moeite, die heer Deinum heeft gedaan om
het gezelschap van Laseur en Ruys meer in
zijn schouwburg te krijgen. Zoo werden ons de
opvoeringen van „Het Concert". „Het versteende
Woud",- „Ingeborg", „Het spel der Vergissingen"
en „Ze wisten, wat zij wilden" onthouden, terwijl
er voor deze stukken te Haarlem toch zeker ge
noeg belangstelling zou zijn geweest. Het is mij
oiet duidelijk, waarom Laseur dit seizoen Haarlem
bijne stelselmatig heeft vermeden. Haarlem ligt
toch vlak bij Amsterdam en geen stad' is voor een
Amsterdamsch gezelschap gemakkelijker te berei
ken. Willem Royaards sloeg Haarlem met zijn
groote voorstellingen nooit over en hij heeft er
nooit spijt van gehad. Hij had hier zijn vast pu
bliek. NOok Laseur en zijn gezelschap zijn bij ons
zeer geliefd en daarom is het mij een raadsel,
waarom Het Centraal Tooneel zoo weinig in onzen
schouwburg is opgetreden.
Van Het Residentie-Tooneel is dit beter te ver
klaren. De Hagenaars konden moeilijk 's avonds
nog terug en waren dus aan matinées gebonden. Het
groote succes van „Toontje heeft een paard getee-
kend" heeft Verbeek begrijpelijk terdege
uitgebuit en dit was de oorzaak, dat wij betrekke
lijk weinig nieuwe stukken van Het Residentie-
Tooneel hier hebben gezien
De vereenigingen, die dit seizoen tooneelvoor-
stellingen voor hun leden hebben georganiseerd,
hadden alle reden om tevreden te zijn. vooral de
Ver. voor Huisvrouwen en Geloof en Wetenschap,
die bijna geregeld voor uitverkochte zalen konden
laten 'spelen.
Voor de Vereeniging voor Huisvrouwen gingen
op matinées de volgende stukken: De Getrouwde
Vrouw en Prinses Olanda. door Het Nederlandsch
Tooneel. Gaslicht door Hét Masker. Huis der gc-
bi'oken HaVten door Studio en „Vader thuis" door
Het Centraal Tooneel.
De Vereen. „Geloof en Wetenschap" heeft de na
volgende stukken voor haar leden laten spelen:
„Peter en Pauwels" en ..Voor Zonsondergang", door
Het Ned. Tooneel; „Lucifer" en ..Toontje heeft een
paard geteekend" door Het Residentie Tooneel,
„Gaslicht", en „Ja of Nee", door Het Masker.
De Nieuwe Haarlemsche Kunstkring koos het
volgende repertoire: „Overschotje". „De getrouwde
Vrouw en „Lastige Mannen" door het Nederlandsch j
Tooneel en „Verliefd en Jaloersch" door de Ver
eenigde Haagsche Spelers.
De 'afdeeling Haarlem van Het Nederlandsch
Tooneelverbond heeft aan haar leden twee gratis-
voorstelünsren aangeboden en wel naar keuze:
Familiefeest of Rebecca door Het Masker en Theo
voor Twee door het Residentie Tooneel. Het gezel
lige stuk Familiefeest werd ook uitgekozen door
de vereen. „Voor^de Kunst" voor haar jaarlijksche
voorstelling.
Voor de abonnementsvoorstellingen was dit
seizoen slechts weinig belangstelling. Ondanks dat
heeft de heer Deinum toch een serie Zaterdag-
matinés voor abonnés uitgeschreven en hoewel de
inschrijving feitelijk onvoldoende was om de kos
ten te 'dekken, ook laten doorgaan Op deze abonne
mentsvoorstellingen gingen'. „Lastige Mannen". „In
timiteiten" en „Als sterren vallen" door Het Neder
landsch Tooneel, „Thee voor Twee", door het
Nederlandsche Tooneel en „Rebecca" door H«t
Masker.
Als laatste abonnements-voorstelling zal nog op
Zaterdag 31 Mei worden gegeven ..De We? is beter
dan de Herberg", het bekroonde stuk van Ouwen-
dijk door Het Nederlandsch Tooneel.
i Voor „Vreugde en Arbeid" speelden „De
De Amsterdamsche Poort toen de trekschuit nog voer.
(Naar een teekening op het Gemeentearchief)
FRANS HALS.
Tooneelspel van Sacha Guitry.
Amsterdamsche Studenten Tooneel-
vereeniging T. U. S. A.
Men moet in de tooneelliteratuur een heel eind
teruggaan, voor men tot de periode komt, waarin
groote Vaderlanders wei-den gekozen tot hoofdper
soon van een drama. En- wat dan te voorschijn
komt, is nog maar zelden van beteekenis. Biogra
fieën zijn er daartegenover in overvloed; het epi
sche genre schijnt ons nu eenmaal beter te liggen
dan het dramatische. Dit zal wel de ooi-zaak zijn dat
de Amsterdamsche Studenten Tooneelvereeniging
T.U.S.A. een buitenlandschen auteur op de planken
heeft gebracht. Wellicht heeft ook de naam Sacha
Guitry haar aangetrokken. Want het is bezwaarlijk
aan te nemen, dat de inhoud van zijn tooneelspel
de oorzaak van deze keuze is geweest. Die is, eerlijk
gezegd, grootsch noch verheven, meesleèpend noch
boeiend. Het is mogelijk, dat het slotbedrijf op een
hooger peil stond, maar toen ik den Stadsschouw
burg te Amsterdam bij de pauze verliet, was mijn
indruk dat onze Nederlandsche tooneelgezelschap-
pen een juist inzicht hebben gehad, toen zij dit
toch bij uitstek Nederlandsche onderwerp stilzwij
gend zijn voorbijgegaan.
Eigenlijk telt het tooneelspel van Guitry slechts
één rol, die van den omstreeks zestigjarigen FranS
Hals, geplaatst tegenover de jonge schilders Van
Ostade en Wouwerman. En natuurlijk tegenover
den grooten Van Dijck. dien hij aan het slot van
het tweede bedrijf met de klassieke woorden: „De
duivel zijt gij of Van Dijck!" in de armen valt
dat wil zeggen: hartelijk de hand drukt.
De intrigue van het stuk is fantasie van den
Franschman en typisch-Fransche fantasie. Zoo
groot is zijn bewondering voor Hals' talent, dat
Van Ostade het den Meester gaarne vergeeft, dat
deze vrouw Annet verleidt, terwijl zij voor hem
poseert. Deze bewondering het stuk draagt den
ondertitel l'Admiratión is eigenlijk de kern van
het stuk. Hals bewondert Rembrandt, Van Ostade
Hals, Hals weer de schelmsohe oogen en den lachen
den mond van Annet, al is'deze laatste niet heele-
rnaal bewondering van de schoonheid, los van an
dere gevoelens. Daaromheen schildert Guitry wat
luchtige tafereeltjes, waarvan de scène met den
loopjongen wel afzonderlijk mag worden genoemd.
Jammer genoeg heeft de bewerker van den
Fransohen tekst van de vrije verzen waarin het
stuk geschreven is. zéér vrije Nederlandsche ver
zen of liever: rijmen gemaakt. Niet alleen
laten deze zich, vooral door dilettanten, moeilijk
zeggen, maar bovendien treffen ze ons onaange
naam door allerlei modernismen. „Alsmaar",
„reusachtig", „verdikkeme" en zoovele andere
woorden uit de hedendaagsché spreektaal ver
wachten we niet in den mond van onze voorva
deren uit de 17de eeuw.
Het is begrijpelijk dat de Amsterdamsche stu
denten met een tooneelspel als Frans Hals groote
moeite hadden. De rol van den hoofdpersoon eischt
een acteur met breed en zwierig gebaar, een char
meur, een man die dèn naderenden ouderdom weet
te camoufleeren, een gepassioneei'd kunstenaar.
Natuurlijk kan een dilettant aan al deze eischen
niet' voldoen, maar toch was er in de uitbeelding
van den hoofdrolspeler veel te waardeeren. Tegen
over zijn jongere confrères was hij wel de im-
poneerende Meester en als het geloof in zijn plot
selinge, brandende liefde, voor Annet bij den
toeschouwer niet al te sterk was, moet dat ook op
rekening worden geschreven van Ostades vrouw,
die wel een zeer lieven, maar geenszins verleidelij-
ken indruk maakte.
Biedt het eerste bedrijf eigenlijk slechts één be
langrijke scène, in het tweede worden wij vergast
.op talrijke aardige tooneelen: Hals bezig aan het
schilderij „De vroolijke Drinkers van Haarlem" met
de krenterige modellen in al hun bekrompenheid
en ijdelheid, het poseeren van Annet. de ontmoe
ting met Van Dijck en vooral de reeds genoemde
met den leutigen Haarlemschen straatjongen, die
markant leek op het bekende doek en plotseling
Of het oorspronkelijke stuk ook een proloog
fleur en vroolijkheid op de planken bracht. Het
open doekje verdiende deze loopjongen volkomen.
In dit bedrijf had de regisseur, Adr. Hooykaas, die
zijn sporen in de studententooneelwereld al ver-
De Amsterdamsche vaart, die een verbinding voor
het scheepvaartverkeer tusschen Haarlem en Am
sterdam bracht, is in 1631 gegraven. Vroeger kon men
ook wel per schip van onze veste naar de hoofdstad
des rijks komen, maar daarvoor was een omweg noo-
dig. namelijk via de sluis te Spaarndam over het IJ.
Bovendien was die voor de kleine scheepvaart minder
geschikt, want het kon op het IJ soms geducht spo
ken.
Het eigenaardige is dat de vaart HaarlemAm
sterdam uit twee stukken bestond. In Halfweg was
een dam van eenige honderden meters. Dit was ge
daan om de reizigers der trekschuit en ook de schip
pers te verplichten in Halfweg te pauzeeren.
Gemoedelijke toestanden.
De herbergiers en de neringdoenden te Halfweg
moesten er ook van profiteeren! Wat hebben wij er
aan zoo redeneerden zij als de schepen ons
dorp voorbij varen. Geheel ongelijk hadden zij niet,
maar nu zouden zulke motieven niet meer gelden!
Het stuk vaart HaarlemHalfweg eindigde bij het
oude kerkje der Ned. Hervormde Gemeente bij het
begin van het dorp. Het tweede stuk (Halfweg—Am
sterdam) ving aan even voorbij de R.K. kerk op het
Plein te Halfweg. Toen de rijksweg HaarlemAm
sterdam nu ongeveer 25 jaar geleden verbreed werd.
was het noodig beide kerkgebouwen te sloopen. Bo
vendien werd de dam in de vaart nog wat ver
groot.
De trekschuit meerde bij de Amsterdamsche Poort
te Haarlem. Er -werd toen vrij veel gebruik van ge
maakt, want een telling toonde ban dat er per jaar
100.000 Haarlemmers naar Amsterdanl voeren en ook
100.000 van Amsterdam naar Haarlem. De schippers
moesten natuurlijk over twee schuiten beschikken,
want de reizigers stapten in Halfweg over.
In dien tijd had de beurtvaart voor Haarlem een
groote beteekenis er waren namelijk niet minder dan
30 schepen in de vaart.
In 1631 had men nog niet de genoeglijke trekschui
ten die Hildebrand ons geteekend heeft, daar het nog
1743 duurde voor de schippers er toe overgingen
roeven in hun schuiten te maken.
diend heeft, ook gelegenheid tot kleurige en boeien
de groepeeringen.
heeft, weet ik niet. De Hollandsche kreeg, meer om
den inhoud dan om de voordracht, dankbaar ap
plaus.
P. H. SCHRÖDER.
WINTERHULPEN EDERLAND
AFD. HAARLEM.
Huismoeders met vacantie.
Gegadigden kunnen zich opgeven!
Het bureau van „Winterhulp" te flaarlem schrijft:
De plaatselijke afdeeling is voornemens om dezen
ztmer een aantal huismoeders voor het genieten
van een korte vacantie naar de Vcluwe te zenden.
In Nunspeet is voor dit doel de beschikking ver
kregen over een geschikt tehuis, dat ruimte biedt
aan ongeveer 25 personen. Het verblijf aldaar if
bepaald op ongeveer 10 dagen per groep. Het lig}
in fle bedoeling dat de eerste groep vertrekken za
op Woensdag 4 Juni en de laatste op 20 September.
Een tweetal vrouwenorganisaties uit de gemeend
heeft zijn volle medewerking toegezegd om di|
werk te doen slagen. Op het oogenblik zijn zij
reeds aan den gang om alles voor de eerste vacan-
tiereis klahr te maken.
De uitzending is bedoeld als vacantie, zoodat geen
zieken hiervoor in aanmerkipg komen.
Zij die van zulk-een vacantie willen profiteeren,
kunnen zich opgeven aan het kantoor Winter
hulp, Ged. Oude Gracht 47, met opgave eventueel
van het tijdvak, waarin men hét liefste zou gaan.
Ook opgave van andere zijde zal- gaarne worden
ontvangen.
Gezinsverzorging tijdens afwezigheid en het
kleedingvraagstuk zullen met de huisbezoekster
knnnen worden geregeld.
(In een beschouwing over de
geitenhoudcrij door landar
beiders in Zeeland lees ik,
dat deze daar in de laatste
kwarteeuw zoo is toege
nomen, dat de jaarproductie
van geitenmelk thans
millioen liter bedraagt.)
Ik denk er niet aan om het u te verwijten,
Want ik ben tenslotte in 't zelfde geval,
Maar wat weet een stadsmensch van bokken
en geiten,
Een bitter klein beetje nietwaar, almetal,
In bokspringen zijn we heel kundig natuurlijk,
In i't schieten van bokken zijn w'altijd paraat,
Maar in al die kennis zijn bokken figuurlijk,
Ik denk nu aan bokken in levenden staat,
't Is goed soms om bokken en geiten te scheiden
En ook dat de kool en de geit wordt gespaard,
Maar wie zijn gedachten aan geiten gaat wijden.
Die vindt ze ten hoogste een grap met
een baard.
Van geitenmelk hebben wij weieens vernomen,
Maar verder reikt hier onze wetenschap niet,
Voor geitologie moet j'op 't platteland komen
En dan nog speciaal in het Zeeuwsche gebied.
Daar heeft men de geit tot de functie verheven.
Waarop het dier recht heeft en die het
verdient,
Daar ziet men de geit niet als grap in het leven.
Daar is zij een dienende geest en een vriend.
De geit wordt in Zeeland gekoesterd en biedt er
Als tegenprestatie daarvoor een. present
Van melk in een kwantum van vier millioen liter
Is dat tot haar lof niet een sterk argument?
De stadsmensch zal goed doen om hieruit-
te lecrcn.
Hoezeer dan de koe nog in melkwaarde leidt,
Wij mogen de geit weieens meer gaan
waardeeren,
De leuze zij voortaan: vooruit met de geit.
P. GASUS.
Om de kampioenschappen vliegtuig
modellen.
Donderdag werden in de provincies Noord-Holland. Zuid-
Holland. Brabant. Limburg. Gelderland en Groningen
districtswedstrijden gehouden om de kampioenschappen
voor 'vliegtuigmodelbouwers, georganiseerd door de des
betreffende vakafdeelingen van de Ned. Vereeniging voor
Luchtvaar^.
Iedere provincie zal een ploeg afvaardigen voor de wed
strijden om het landskampioenschap en de uitslag be
paalde de af te vaardigen ploeg.
De provincie Noord-Holland hield gistermiddag den
wedstrijd op de Crailoosche heide tusschen Bussum en
Hilversum.
Voor Noord-Holland kwamen uit een Jcugdluchtvaart-
club uit Bussum, 2 clubs uit Amsterdam, een club utt
Amersfoort een uit Haarlem en een uit Baarn.
De prijswinnaars, die de provincie op de landskampioen
schappen zullen vertegenwoordigen werden:
Voor Noord-Holland afdeeling zweefmodellen de Bus-
sumsche Jeugdluchtvaartclub met een gemiddelde van
64.3 sec,
Individueele zweefmodellen: 1. Rob Dijkman, Bussum,
gemiddelde 101 sec.; 2. M. Padding, Amsterdam, gemid
delde 80.1 sec.
Voor de afdeeling motormodellen kwam voor Noord-
Holland alleen Bussum uit, zoodat deze zich in den eind
strijd plaatst.
Individueele motormodellen: 1. A. Ridden, gem. 60.7
:c,; 2. W. Sommeveld, gemiddelde van 30.2 sec.
JAARVERGADKRING „KENNEMERLAND"
Woensdagavond hield „Kennemerland" in haar club
lokaal Hötel Roozendaal te Overveen haar jaarlijksche
algemeene vergadering.
Het uitgebreide en keurig verzorgde verslag van den
secretaris, den heer H. H. Janssen, werd goedgekeurd.
Ondanks de moeilijkheden bleek 1940 een goed Jaar te
zijn geweest. Blijkens het financieele overzicht van den
lieer H. H. van Schoonhoven was de stand der geldmid
delen bevredigend. De hoeren A. Heimig (voorzitter) en H.
Kroon (commissaris) werden bij acclamatie tot bestuurs
leden herkozen. De elftalcommissie zal bestaan uit de
heeren H. H. Janssen; P. Langereis, A. Mosterd en H.
Bonke (plaatsvervangend lid). De adspirantencommissie
zal bestaan uit de heeren H. Kroon en B. Steeman. De
wedstrijden om den Helmigbeker zullen worden georga
niseerd door de heeren J. Coert, H. Kroon en F. Zuldam.
De heer W. van Det werd herbenoemd tot commissaris
van materiaal.
In de zomermaanden zal zoowel door de leden als door
de adspiranten onder deskundige leiding worden getraind
op de terreinen van „Bloemcndaal", die de club ook
's winters in huur heeft. In de week van 3 tot 10 Augus
tus zal „Kennemerland" onder leiding van den heer H.
Kroon met twee elftallen een tour door het Oosten van ons
land maken.
Van de onderafdeelingen der vereeniging verheugt voor
al de schaakclub zich in bijzondere belangstelling; het
aantal leden ls tot €2 gestegen.
Doe dan twéé dingen. Neem
'n "AKKERTJE" om ruslig zon
der pijn Ie kunnen slapen en
ga morgen naar Uw tandarts. K
(Adv. Ingez. Med.)
Verscholen tusschen het riet langs de Friesche meren vindt men thans de
symptomen t'an het ontwakende voorjaar in de vogelwereld. Het nest van een
meerkoet wordt door een natuurvriend gefotografeerd.
(Foto Pax Holland)
VRIJDAG 23 MEI.
Rembrandt Theater: „De oude en de jonge
koning", 2.30, 6.30 en 8.45 uur.
Palace: „Watt en V2 Watt als dakloozen", 2, 6.30
en 8.45 uur.
Luxor Theater: „Michelangelo", 2.30, 6.30 en
8.45 uur.
Frans Hals Theater: „Moderne Meisjes", 2.30,
6.30 en 8.45 uur.
Stadsschouwburg: Openb. voordrachtsoefening
Haarl. Muziek Inst., 7.30 uur.
Frans Hals Museum: Tentoonstelling van werken
van leden van „Kunst Zij Ons Doel", 104 uur.
ZATERDAG 24 MEI.
Stadsschouwburg: Het Ned. Tooneel: „Intimi
teiten", 7.30 uur.
Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en
des avonds.
Sahotersingel 117a: Palestina Diorama's, 35 en
79 uur.
Frans Hals Museum: Tentoonstelling van werken
van leden van „Kunst Zij Ons Doel", 10—4 uur.